h groningen Aan het lid van Provinciale Staten, de heer W. van der Ploeg
Martinikerkilof 12 Postbus 610 9700 AP Groningen 050 316 49 i l 050 316 49 33
Iff! i'lin? ff! IF
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer Antwoord op Bijlage Ondenwerp
UJ
°2 2010-57.550/44/A.21, WE
284916
Poel J. / Langkamp J.
(050) 316 4868/(050) 316 4896 uw schriftelijke vragen d.d. 15 september 2010 Beantwoording vragen over de voortgangsrapportage infrastructurele werken, over de N996 rondweg Middelstum en over openbare veriichting.
Geachte heer Van der Ploeg, In navolging op de vergadering van de commissie Economie en Mobiliteit van 9 juni 2010 heeft u op 15 september jongstleden schriftelijke vragen per mail ingediend. De vragen gaan over de brief met de voortgangsrapportage infrastructurele werken (stand per 1 mei 2010), over de N996 rondweg Middelstum en over de brief met nadere informatie over openbare veriichting (OVL). Bij de beantwoording wordt uw volgorde van vragen aangehouden.
(/)
A Ten aanzien van de voortgangsrapportage van infrastructurele werken per 1 mei 2010 zijn de volgende vragen gesteld: 1. Kan er voortaan per project worden opgenomen welke acties er zijn en zullen worden ondernomen richting directe betrokkenen c.q. omwonenden? Ja, wij zeggen dit graag toe. De invoering ervan zal bij de volgende voortgangsrapportage zijn beslag krijgen. Overigens is per 1 september 2010 de bestuuriijke besluitvorming en de bestuuriijke planning aan de voortgangsrapportage toegevoegd. 2. Voor een aantal projecten met name waterwegen zijn de processtappen niet ingevuld zodat onduidelijk is waar in het traject het project zich bevindt. Wil het College erop toezien dat we dat voortaan compleet krijgen? Wij zeggen toe te zullen toezien op een zo compleet mogelijke rappori:age.
O 06-HB-SG-001
3. Het is niet duidelijk welke budgetten er initieel beschikbaar zijn gesteld per project en of die tussentijds zijn opgehoogd. Bij afgeronde projecten valt ven/olgens niet te zien of de uitgevoerde projecten binnen projectbudget zijn gebleven. Kan dat voortaan in de rapportage systematiek worden opgenomen? Ja, wij zeggen toe in de voortgangsrapportage de relatie tussen (de voortgang van) de realisatie en het beschikbare krediet aan te zullen geven. Nu is dat nog niet goed mogelijk omdat aan het huidige financiële systeem geen projectadministratie is gekoppeld. Momenteel wordt er gewerkt aan de tot standkoming hiervan. Tot het moment dat de projectadministratie operationeel is.
De provincie Gforiir^g^an werkt volgens norïrientóiezijrt vastgelegd in een handvest voor dienstveriening. Dit handvest vindt v. op onse website of kunt u opvragen fci| ds afdeling Communicatie en Kabinet, Puhilsksvooriichting; 050 3164160
zal de voortgangsrapportage zoveel mogelijk met financiële gegevens worden gevuld. Zo spoedig mogelijk zullen wij de gegevens volledig aan de voortgangsrapportage toevoegen. Wij venwachten dat dit uiteriijk vanaf 2012 het geval zal zijn. 4. Op welke wijze wordt er, in de komende periode een link gemaakt tussen deze rapportage, de informatie via de begrotingscyclus en de MIRT-rapportage. Kan dat worden geprofessionaliseerd? Een link tussen MlT-rapportage, begrotingscyclus en Voortgangsrapportage is in de huidige situatie lastig te leggen. Dit komt deels omdat in de Programmabegroting niet wordt ingegaan op alle projecten die wij in voorbereiding en/of uitvoering hebben. Wij hebben er bij de begroting 2011 beg roti ngsbreed voor gekozen alleen in te gaan op nieuwe zaken/activiteiten en niet, zoals in het verieden nog wel het geval was, op de zogeheten "going" concernzaken. Over deze zaken wordt nu in voorkomende gevallen anderszins hetzij schriftelijk hetzij mondeling gerapporteerd. Dit maakt dan ook dat nog maar een beperkt aantal projecten en activiteiten wordt ondergebracht in de hoofd-stukken van de Programmabegroting waardoor de mogelijkheid om te "linken" uiterst beperkt is. Voor de goede orde merken wij daar nog bij op dat de rapportage over het MIT een keer per jaar plaatsvindt (de MlT-actualisatie als bijlage bij de Voorjaarsnota). De stand van zaken voorde infrastructurele werken wordt drie keer per jaar (1 januari, 1 mei en 1 september) in de voortgangsrapportage verzonden. Een mogelijke eerste stap om te komen tot een link is om de behandeling van de voort:gangsrapportage zoveel mogelijk te laten plaatsvinden op de momenten dat ook de Rekening, Voorjaarsnota, Programmabegroting, de Integrale Bijstelling (in de commissie Economie & Mobiliteit) worden behandeld. Wij kunnen ons voorstellen dat voor de Rekening en de VJN dezelfde voortgangsrapportage wordt gebruikt. In de periode waarin in de commissie geen "begrotingsstukken" worden behandeld (grofweg november tot mei) zal in februari nog aanvullend kunnen worden gerapporteerd. Dit betekent dat het aantal voortgangsrapportages wordt uitgebreid van 3 naar 4 per kalenderjaar Wij stellen voor om voortaan op deze manier te rapporteren.
B Ten aanzien van de N996 rondweg Middelstum is de volgende vraag gesteld: 1. stand van zaken rapportage belevingsonderzoek nieuwe weg in verband met de klachten over de veiligheid. Kan dat op korte termijn worden teruggekoppeld i.v.m. eventueel noodzakelijke aanpassingen? De beantwoording van de bovenstaande vraag is tweeledig: Na opening van de rondweg medio 2008 zijn bij ons klachten binnengekomen betreffende de verkeersveiligheid en de snelheid. Naar aanleiding hiervan hebben wij, in overleg met de gemeente Loppersum, in 2009 verbeteringsmaatregelen uitgevoerd op de kruising Boerdamsterweg - Rondweg en de Delleweg. Het project bevindt zich momenteel in de evaluatiefase. In 2011 zal deze fase worden beëindigd. Een onderdeel van de evaluatie is een belevingonderzoek. De precieze invulling van dit onderzoek moet nog worden uitgewerkt Naar verwachting zal dit onderzoek volgend jaar worden uitgevoerd. De resultaten zullen worden gerapporteerd aan Provinciale Staten.
C Ten aanzien van brief 8d, nadere informatie openbare veriichting zijn de volgende vragen gesteld: 1. Wat is/wordt er afgesproken over de 2.400 lichtmasten die bij de gemeenten in beheer zijn? De ongeveer 2.400 lichtmasten die langs de provinciale wegen staan, en een sociale functie hebben, blijven in beheer en onderhoud bij de gemeenten. Als wegbeheerder is de provincie betrokken bij vervanging- en moderniseringsprojecten van de gemeenten. Wij zullen de plannen toetsen aan het provinciale beleid en de gemeenten stimuleren lichtmasten weg te halen waar dat kan en dim- en andere energiezuinige veriichtingstechnieken toe te passen. 2. Wie is eigenaar van die 2.400 lichtmasten? Juridisch gezien is de kadastrale eigenaar in dit geval de provincie Groningen. Omdat de meeste lichtmasten indertijd (jaren '60 en '70) zijn geplaatst op verzoek van de gemeenten en met toestemming van de provincie (ontheffing op grond van het wegenreglement) valt het beheer en onderhoud onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. 3. Wie betaalt de rekening van de elektriciteit. Waarop is die rekening gebaseerd, het verbruik of het geplaatste vermogen van de armatuur? Het merendeel van de openbare veriichtingsinstallatie is onbemeterd. Verrekening van het elektriciteitsverbruik is gebaseerd op het opgestelde vermogen en de branduren van de veriichting. De energiebedrijven berekenen op basis daarvan de kosten voor de provincie en gemeenten. In de Samenwerkingsovereenkomst NV EGD van 27 juni 1986 tussen de toenmalige NV EGD (thans Enexis) is geregeld dat het beleid van de openbare veriichting als onderwerp van openbare veiligheid tot de bevoegdheden van de gemeenten blijft behoren. Het onderhoud en de energielevering is door de gemeenten uitbesteed aan het EGD (inmiddels Enexis). De provincie draagt in verband met het verkeersveiligheidsaspect bij in de kosten van de openbare veriichting langs provinciale wegen overeenkomstig de regeling van 13 december 1966. De kosten worden in het algemeen aan de gemeenten in rekening gebracht, waarna de gemeente het provinciale aandeel bij de provincie declareert. In enkele gevallen worden de kosten rechtstreeks aan de provincie gefactureerd. Wij hebben met het vaststellen van de "Beleidsnota veriichting langs provinciale wegen" in oktober 2009 dit oude beleid gewijzigd. Nu is de provincie zelf verantwoordelijk voor de veriichting op kruispunten buiten de bebouwde kom. Omdat de provinciale veriichting sterk venweven is met het gemeentelijke OVL-net moeten nieuwe afspraken worden gemaakt over het beheer en onderhoud, ontkoppeling van het provinciale OVL-net en de afrekening van het energieverbruik met de gemeenten en Enexis. De afdeling Wegbeheer is hier momenteel mee bezig, maar dit proces vraagt veel tijd, omdat weinig gemeenten hun areaalbestanden op orde hebben. De komende jaren gaan wij onze verouderde OVL-installaties renoveren en wordt de veriichting standaard statisch of dynamisch gedimd. Als onderdeel hiervan plaatsen wij, waar dat mogelijk is, ook een elektriciteitsmeter om het variabele energieverbruik te verrekenen. OVL-installaties bij nieuwbouwprojecten worden direct voorzien van een elektriciteitsmeter.
'
Vanuit de koepelorganisaties van gemeenten en provincies (VNG en IPO) is men in overieg met de elektriciteitsbedrijven om afspraken te maken over gemaakte kosten die gemeenten en provincies terugkrijgen na het treffen van energiebesparende maatregelen, ook als het net onbemeterd is. 4. Zijn de elektriciteitskosten toegerekend bij het bepalen van de economische levensduur? Tot nu toe hanteren wij voor de belangrijkste componenten van de veriichtingsinstallatie een gemiddelde gebruiksduur van: lichtmasten 40 jaar, armaturen 20 jaar en voor de lampen de service levensduur (opgave van de fabrikant). 5. Gaat het om 1.600 lichtmasten waarvan 800 geheel worden vervangen inclusief de armatuur en waarvan de ander 800 alleen de armaturen worden vervangen? Of gaat het om 800 lichtmasten + armatuur + 1.600 lichtpunten/armaturen? Het achterstallig onderhoud van de openbare veriichting bestaat vooral uit achterstand bij het vervangen van verouderde masten en armaturen. Tot 2020 moeten ongeveer 800 lichtmasten en 1.600 armaturen worden vervangen. Veelal is dit een combinatie van lichtmast en armatuur, maar er zijn ook locaties waar alleen de armaturen worden vervangen. 6. Vallen die 800 en 1.600 binnen de 3.000 'van' de provincie of binnen het totaal van 5.400 lichtmasten bij provinciale wegen? Ja, het vervangen van de ongeveer 800 lichtmasten en 1.600 armaturen heeft betrekking op het provinciaal lichtmasten areaal van ongeveer 3.000 stuks. De naar schatting 2.400 lichtmasten (zie punt 2) blijven bij de gemeenten in beheer en onderhoud. De lichtmasten langs de N46 (oostelijke ringweg) zijn hier buiten beschouwing gelaten, dit omdat de weg de komende jaren wordt gereconstrueerd en de sterk verouderde OVL-installatie volledig duurzaam wordt vernieuwd (een aantal lichtmasten is uitgevoerd met dubbele armaturen). 7. Welke strategie wordt gevolgd t.a.v. nieuwe lichtlocaties? Wordt eerst een oude, nog beschikbare mast/armatuur geplaatst in afwachting van nieuwe technologie of wordt er nieuw gekocht op basis van conventionele techniek? Ligt het niet voor de hand de organisatie op dit punt te instrueren in te spelen op wat komt. Voor nieuwe "lichtlocaties" wordt een veriichtingsplan opgesteld op basis van o.a. de volgende beleidsuitgangspunten: • reduceren van C02 uitstoot; • het realiseren van energiebesparing door: o toepassen van dimbare, energiezuinige veriichting met minimale lichthinder; o waar mogelijk LED-veriichting en/of actieve markering. Oude nog beschikbare armaturen voldoen in de regel niet aan deze uitgangspunten en worden daarom niet meer toegepast. Lichtmasten in goede technische staat kunnen eventueel wel worden gebruikt. Op de onderstaande locaties en trajecten zijn wij voornemens proeven doen met onder andere: dynamisch veriichtingsmanagement, actieve markering en ledveriichting. • Fietspad Plus N355: toepassen van lichtmasten met led-veriichting en het aanbrengen van led-veriichting in het wegdek bij discontinuïteiten; c Fietspad Winschoten - Pekela N972: provincie onderzoek de mogelijkheden naar een vorm van dynamisch veriichtingsmanagement (veriichting wordt afgestemd op vraag bijvoorbeeld met een drukknop- of detectiesysteem);
•
Rotonde Nieuweweg N967 (ontsluiting Blauwe Stad): Ter plaatse van de rotonde komen lichtmasten met led-veriichting en de toeleidende wegen worden voorzien van led-veriichting in de as van de weg; • Kruising Stadsweg - Nittersweg N388 nabij Zoutkamp: locatie wordt voorzien van 2 lichtmasten met energiezuinige veriichting in combinatie met ledveriichting in de as van de weg (vanuit richting Lauwerzijl). Dit type led werkt op zonne-energie en is voorzien van een accu. 8. Quizvraag? Een na laatste zin: de kosten van regulier vervangen in 2010 en 2011 inclusief achterstallig onderhoud zijn ruim 0,5 min. Laatste zin: dat betekent dat er 0,9 miljoen beschikbaar is voor exploitatie, reguliere vervanging en energiebesparing. Wat klopt er hier niet c.q. wat is de bijpassende toelichting? Voor de jaren 2010 en 2011 is totaal ruim € 1,4 miljoen beschikbaar vanuit het Managementcontract Wegen en Kanalen en het Essent Bespaarplan. Hiervan is € 0,5 miljoen nodig voor energiekosten en onderhoud. Het resterende bedrag van ca. € 0,9 miljoen is beschikbaar voor vervanging van masten en armaturen en energiebesparende maatregelen. Wij vertrouwen erop uw vragen hiermee voldoende te hebben beantwoord. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:
, voorzitter.
secretaris.