Beknopte handleiding en garantiepapieren MultyVision ISIO 32 / 40 / 46
1 Afbeeldingen Achterzijde van het apparaat (afdekplaat, aansluitingen, bevestiging) 1 2 3 4 5
6
7 8 9 11
12
13
10
14 15 16 17 18 1
2 3
4 5 6 7
USB-aansluiting (alleen MultyVision ISIO 40 en MultyVision ISIO 46) Netwerkaansluiting (LAN) Kaartlezer (gouden chip van de Conax-smartcard naar voren en in de juiste richting georiënteerd.) Common Interface Slot 2 Common Interface Slot 1 LNB-ingang 2 (DVB-S) LNB-ingang 1 (DVB-S)
8 9 10
11 12 13 14
19
Antenne-ingang (DVB-C, DVB-T, analoog) Kabelgeleider (voor zijdelings aansluiten) Dekplaat aansluitingen (sluithaakjes aan de bovenkant voorzichtig omlaag drukken en het deksel verwijderen) Netaansluiting Netschakelaar Kabelbevestiging USB-aansluiting 2
20 15 16 17 18 19 20 21 22
21 22
HDMI-uitgang HDMI-ingang 1 HDMI-ingang 2 Audio-ingang (VGA/DVI) (mini-jack 3,5 mm) VGA-aansluiting Multi-AV-in-/uitgang Audio-uitgang digitaal (S/P-DIF optisch) Audio-uitgang (R, L) (mini-jack 3,5 mm)
2 Lees dit eerst Geachte klant, Deze beknopte gebruiksaanwijzing beschrijft uitsluitend de voornaamste aansluitingsmogelijkheden en basisstappen om u snel voor het eerst kennis te laten maken met de bediening van de MultyVision 32 ISIO, MultyVision 40 ISIO of MultyVision 46 ISIO. Houd u ook altijd aan de onder punt 2 genoemde aanwijzingen van de handleiding over veiligheid, het voorgeschreven gebruik, de bediening, het stroomverbruik in stand-by en in werking, alsook over het vervoer en de reiniging van het toestel. Onder dit punt vindt u tevens informatie over de verwijdering en afvalverwerking van de verpakking en van het apparaat. Bovendien vindt u hier de verklaring van de fabrikant.
2.1 Voorgeschreven gebruik >
Aansluiting op een netspanning van 230V/ 50Hz.
>
Het tv-toestel is uitsluitend bestemd voor de ontvangst en weergave van beeld- en geluidssignalen.
>
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het aansluiten van audio- en videoapparatuur, antenne-installaties en computers overeenkomstig de DIN-norm en beschikken over een CE-markering. Het gebruik is zowel voor de particuliere als de commerciële sector toegestaan in droge ruimtes en onder toezicht.
>
Enige andere toepassing is uitdrukkelijk verboden.
2.2 Verklaring van de fabrikant Het tv-toestel voldoet aan de vereisten >
van de EU-richtlijn 2006/95/EC (laagspanningsrichtlijn) - EN 60065
>
van de EU-richtlijn 2004/108/EC (EMC-richtlijn) - EN 55013, EN 55020, EN 61000-3-2
en beschikt over een CE-markering.
2.3 Belangrijke aanwijzingen Houd u aan de hieronder genoemde aanwijzingen om alle mogelijke veiligheidsrisico's uit te sluiten, beschadiging van het apparaat en van de op de harde schijf vastgelegde gegevens te voorkomen en om een bijdrage aan de bescherming van het milieu te leveren.
2.3.1 Veiligheid Voor uw eigen veiligheid moet u de veiligheidsvoorschriften zorgvuldig doorlezen, voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door ondeskundig gebruik en door het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften. Maak het apparaat nooit open! Het aanraken van onderdelen onder hoogspanning is levensgevaarlijk! 3
Een eventueel noodzakelijke ingreep mag uitsluitend door vakkundig personeel worden uitgevoerd. Het apparaat beschikt over een geïntegreerde harde schijf. Als deze zonder toestemming van TechniSat wordt vervangen, heeft dit tot gevolg dat TechniSat niet meer kan garanderen dat het apparaat aan de wettelijke voorschriften (bijv. apparaat- en productveiligheidswetgeving en wetgeving op de elektromagnetische compatibiliteit van apparaten) voldoet. De "CE-markering" vervalt hierdoor. Als het gemodificeerde apparaat wordt doorverkocht, wordt de verantwoordelijke beschouwd als fabrikant en is overeenkomstig aansprakelijk. Eveneens vervalt de TechniSatgarantie en kan dit het verlies van vrijwaringsrechten tot gevolg hebben. Het apparaat mag alleen in een gematigd klimaat worden gebruikt.
Het tv-toestel mag na levering of transport onder koude omstandigheden niet direct worden ingeschakeld. Wacht totdat hetapparaat is geacclimatiseerd. Stel het apparaat niet bloot aan vocht of spatwater. Als er water in het apparaat is gekomen, moet onmiddellijk de stekker uit het stopcontact worden gehaald en contact met de klantenservice worden opgenomen. Het tv-toestel mag niet op smalle planken of in smalle kasten worden geplaatst. Er moet ten minste een ventilatieruimte van 10 cm tot het apparaat bestaan . Om de warmte uit het apparaat weg te laten stromen, beschikt het apparaat over ventilatiesleuven. Bedek de ventilatiesleuven niet met voorwerpen zoals bijv. tijdschriften, tafelkleden enz. Plaats geen hittebronnen die het apparaat extra zouden kunnen verwarmen in de buurt van het apparaat.
Geen voorwerpen door de ventilatieopeningen steken. Bij onweer alsmede bij langere afwezigheid of niet gebruik moeten de stekker en alle overige antennestekkers worden losgemaakt. Overspanning kan het apparaat beschadigen. Bij opvallende defecten aan het apparaat, reuk- of rookontwikkeling, aanzienlijke storingen, schade aan de stroomvoorziening of behuizing alsmede bij indringende vloeistof direct de voedingsstekker verwijderen en contact opnemen met de serviceafdeling. Bij een stroomstoring moet het televisietoestel met de netschakelaar worden uitgeschakeld. Bij langere afwezigheid moet het tv-toestel worden uitgeschakeld. Hiermee wordt de levensduur van het paneel en de energie bespaard. 4
2.3.2 Afvoer De verpakking van uw toestel bestaat uitsluitend uit recyclebare materialen. Breng ze overeenkomstig gesorteerd naar een ophaalpunt voor gescheiden afval . Dit product mag aan het eind van zijn levensduur niet met het normale huisafval worden meegegeven, maar moet bij een verzamelpunt voor elektrische en elektronische apparaten worden ingeleverd. Het
-symbool op het product, de gebruiksaanwijzing of de verpakking wijst u hierop.
De grondstoffen zijn overeenkomstig hun aanduiding te recyclen. Door hergebruik, recycling of andere manieren om oude apparaten te verwerken, levert u een belangrijke bijdrage aan het beschermen van het milieu.
Neem contact op met uw gemeente voor informatie over de verantwoordelijke milieustraat. Houd er rekening mee dat de lege batterijen van de afstandsbediening en elektronisch afval niet bij het huisvuil horen, maar op juiste wijze moeten worden verwerkt (inleveren bij de vakhandel, giftig afval).
2.3.3 Stroomverbruik in stand-by-modus en tijdens gebruik Het stroomverbruik van het toestel is zowel in stand-by als in gebruik afhankelijk van de door u aangebrachte instellingen, de gebruikte functies en de hierop aangesloten apparaten, zoals bijv. de CI-module of USB-opslagmedia. U kunt het stroomverbruik tijdens het gebruik verminderen door bijv. de CI-module en USBopslagmedia alleen aan te sluiten als deze ook daadwerkelijk worden gebruikt. Eveneens wordt het stroomverbruik tijdens het gebruik door de geselecteerde beeldmodus en de ingestelde achtergrondverlichting (Hoofdmenu > Instellingen > Beeldinstellingen) beïnvloed. Des te hoger de achtergrondverlichting is ingesteld, des te hoger is ook het stroomverbruik.
5
Omdat het apparaat zich tijdens het automatisch downloaden van software (Hoofdmenu > Instellingen > Service-instellingen > Software actualiseren) gedurende deze periode niet geheel in stand-by bevindt, kan door het deactiveren van functies het stroomverbruik worden verminderd. Op dezelfde wijze wordt het stroomverbruik ook door de functies stand-by-klok en snelstart beïnvloed. Neem ook de aangegeven punten en de technische gegevens in acht.
2.3.4 LCD-beeldscherm Het door u gekochte beeldscherm voldoet aan de hoogste kwaliteitseisen en is volgens ISO 13406-2 op pixelfouten gecontroleerd en geclassificeerd.
2.3.5 Gegevens op de harde schijf Wij raden aan een reservekopie van de op uw apparaat aanwezige gegevens te maken, omdat in het geval van een reparatie het herstellen van gegevens geen deel uitmaakt van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. TechniSat is niet verantwoordelijk voor het verlies of beschadigen van gegevens gedurende de reparatie.
2.3.6 Transport Transporteer het apparaat uitsluitend rechtopstaand. Let erop dat noch het LCD-scherm noch de behuizing met harde of puntige voorwerpen in aanraking komen om beschadigingen en krassen te voorkomen.
2.3.7 Onderhoud en reiniging De behuizing en het LCD-scherm mogen alleen worden gereinigd met de LCDschermreinigingsset en uitsluitend als het apparaat is uitgeschakeld. De LCD-schermreinigingsset is verkrijgbaar bij de vakhandel onder de naam LCDreinigingsset en het artikelnummer 000/3830. Bij gebruik van droge of vochtige doeken of van andere spuitmiddelen of zelfs agressieve chemische reinigingsmiddelen, kan het hoogwaardige oppervlak van de behuizing en het LCD-scherm gemakkelijk worden beschadigd.
2.3.8 Wettelijke informatie Uw toestel draagt de CE-markering en voldoet aan alle vereiste EU-normen. Wijzigingen en drukfouten voorbehouden. Stand 06/11 Kopiëren en reproductie uitsluitend met toestemming van de uitgever. De meest actuele versie van de gebruiksaanwijzing is in PDF-formaat onder downloads op de TechniSat homepage www.technisat.com te verkrijgen. MultyVision ISIO 32, MultyVision 40, MultyVision ISIO 46 en TechniSat zijn geregistreerde handelsmerken van TechniSat Digital GmbH Postfach 560 D-54541 Daun - Duitsland www.technisat.com
6
2.3.9 Serviceaanwijzingen Let op! Mocht er zich bij dit apparaat een probleem voordoen, neem dan allereerst contact op met onze technische hotline: Ma. - Vr. 8.00 - 19.00 +49 (0) 180/50 05907* *(€ 0,14 /min. vanuit het Duitse vaste netwerk, bij gesprekken vanuit het buitenland of vanaf een mobiel netwerk gelden andere tarieven) Mocht het nodig zijn dat het apparaat wordt opgestuurd, mag uitsluitend het onderstaande adres worden gebruikt: TechniSat Teledigital GmbH Service-Center Nordstr. 4a D-39418 Staßfurt - Duitsland
2.4 Wandmontage U kunt het apparaat met behulp van een muurbeugel aan een hiervoor geschikte muur bevestigen. Een geschikte muurbeugel, bijv. de onderstaande, zijn verkrijgbaar bij de speciaalzaak. HD-Mount Flex TechniMount
(2020/2750) (2020/2760)
geschikt voor MultyVision ISIO 32 geschikt voor MultyVision ISIO 32 / 40 / 46
Voor wandmontage moet de standaard worden gedemonteerd.
2.4.1 Standaard demonteren >
Leg het apparaat met het beeldscherm omlaag op een vlakke ondergrond. Let erop dat er geen druk op het beeldscherm wordt uitgeoefend en dit niet beschadigd kan worden.
>
Verwijder eerst de twee aangegeven plastic dopjes door een platte schroevendraaier voorzichtig bij de inkeping onder de dopjes te plaatsen en deze vervolgens op te lichten.
>
Maak de beide aangegeven schroeven van de standaard los en verwijder ze.
7
>
Maak de aangegeven, middelste schroef los en verwijder hem.
>
Verwijder nu voorzichtig de standaard van de onderzijde van het apparaat en steek in plaats daarvan de meegeleverde dekplaat zoals aangegeven in de vrijgekomen plek aan de onderzijde van het apparaat.
>
Draai de twee schroeven van de standaard weer vast en duw daarna de eerder verwijderde plastic dopjes in de schroefgaten vast. Wanneer u de standaard opnieuw wilt monteren, worden de handelingen in omgekeerde volgorde uitgevoerd.
2.4.2 Muurbeugel monteren >
Maak de vier aangegeven schroeven los en verwijder ze.
>
Vervolgens gaat u te werk zoals in de montagehandleiding van de muurbeugel beschreven om deze aan het apparaat te bevestigen.
>
Gebruik de schroefbussen, waar zich de zojuist verwijderde schroeven in bevonden, om de muurbeugel aan het TV-toestel vast te schroeven. Hou er rekening mee dat de schroeven niet verder dan 20mm in het TV-toestel mogen worden geschroefd.
8
2.5 Afstandsbediening 2.5.1 Batterijen verwisselen >
Open het deksel van het batterijvak aan de achterzijde van de afstandsbediening door het in de richting van de pijl te duwen en vervolgens op te tillen.
>
Plaats de meegeleverde batterijen met de + en - polen in de juiste stand (aangegeven in het batterijvak).
>
Sluit het batterijvak opnieuw.
2.5.2 Afstandsbedieningscode U kunt met deze afstandsbediening een TechniSat-televisie en twee TechniSat-ontvangers met dezelfde codering bedienen door de afstandsbedieningsoptie om te schakelen. >
Houd hiervoor de toets Afstandsbedieningscode ingedrukt en druk vervolgens zo vaak op de OK-toets tot de LED van de gewenste afstandsbedieningsoptie (TV, SAT1 of SAT2) kortstondig oplicht. Bij het indrukken van een knop wordt de op dit moment ingestelde afstandsbedieningscode aangeduid door het knipperen van de bijbehorende LED.
9
Afstandsbediening
Aan/Stand-by Sleeptimer Geluid aan/uit
Afstandsbedieningscode
Cijfertoetsen
Opname
TV/Radio - functie 0/AV (bronkeuze)
Stop / DVR Terugspoelen
Vooruitspoelen Pauze / weergave
Pijltoetsen SFI
WWW
Pagina omhoog
Pagina omlaag
Terug
Info OK
Optiekeuze Programma + / -
Volume + / Functiekeuze
Functietoetsen
Menu Timer Teletekst Stilstaand beeld / Jogshuttle
Zoom/formaat Audiokanaal PiP / PaP / PaT Genre
10
Voorzijde van het apparaat (Aansluitingen, display , bedieningsknoppen)
1 2 3 4 5 6
7
12
1 2 3 4 5 6 7
13
14
8
9
10
11
15 16
Volume + Volume Programma + Programma Aan/stand-by Netschakelaar Aansluiting hoofdtelefoon (mini-jack 3,5 mm)
8
AV-ingang (voor) (via AV-adapter cinch-steker 3,5mm) 9 HDMI-ingang (voor) Mini-HDMI type C 10 USB-aansluiting 11 SD-/MMC-kaartlezer
11
12 Klapdeksel aansluitingen voorzijde 13 IR-sensor 14 Display 15 Drukpunt om het klapdeksel te openen (licht indrukken) 16 LED
3 Aansluitingen a Aansluiting(en) van de satellietantenne met de LNB-ingang 1/LNB-ingang 2. (Houd rekening met het volgende: Bij gebruik met een antennesignaal moet de LNB in ieder geval op LNB-ingang 1 worden aangesloten.) b Aansluiting voor kabeltelevisie (digitaal en/of analoog) of DVB-T-antenne op de antenne-ingang van het tv-toestel. c Aansluiting van het TV-toestel op een Blu-ray-/DVD-speler met een HDMI-kabel of een cinch-componentenkabel.
a
b
TV Radio
d
c
BluRay / DVD
12
Aanwijzingen voor kabelgeleiding en -bevestiging Onderstaande verwijzingen a b c hebben betrekking op het aansluitingsvoorbeeld op pagina 12. Houd u bovendien aan de aanwijzingen voor het aansluiten en de kabelgeleiding onder punt 3 van de beknopte gebruiksaanwijzing.
3.1 Schotelantenne a
Sluit de LNB-ingangen 1 / 2 met twee verschillende kabels die op dezelfde wijze aangesloten zijn, om het volledige aantal functies te kunnen gebruiken.
of Als er slechts één antennesignaal beschikbaar is, moet dit op de LNB-ingang 1 van het apparaat worden aangesloten.
3.2 Antenne-/kabelingang (analoog en digitaal) b
Sluit de antenne-ingang van de LCD-televisie op een terrestrische antenne of op de contactdoos van de kabel- of antenneaansluiting aan. Gebruik om tegelijkertijd DVB-T-signalen en DVB-C- en analoge kabelprogramma's te ontvangen de TechniSat DVB C/T Switch (artikelnr. 0000/3263).
3.3 Blu-ray-/DVD-speler c
Sluit uw Blu-ray-/DVD-speler bijv. met een HDMI-aansluitkabel op een HDMIaansluiting aan.
3.4 Surround-/hifi-versterker Om de best mogelijk geluidskwaliteit te verkrijgen, kunt u de LCD-televisie op een surroundof hifi-versterker aansluiten.
3.4.1 Digitaal d
Als uw versterker over een bijpassende elektrische of optische ingang (S/P-DIF) beschikt, sluit u de bus digitale audio-uitgang (elektrisch of optisch) op de ingang van uw versterker aan. Al naargelang de zender heeft u de beschikking over een stereosignaal (PCM) en, indien uitgezonden, het Dolby Digital-signaal (AC3).
3.4.2 Analoog d
Sluit hiertoe de cinchuitgangen van de analoge audio-uitgang van het televisietoestel met een geschikte kabel op een ingang van uw versterker aan (bijv. CD of AUX; Opgelet! De phono-ingang is niet geschikt!).
3.5 Op het stroomnet aansluiten Het toestel mag pas op het lichtnet (230V /50Hz worden aangesloten als alle randapparatuur is aangesloten. Hierdoor worden beschadigingen aan het toestel of aan andere apparatuur uitgesloten.
13
4 Basisbediening Geachte klant, In de volgende paragrafen wordt eerst de basisbediening en vervolgens veel voorkomende bedieningstappen voor het toestel uiteengezet. Hiermee wordt het lezen van de gebruiksaanwijzing vergemakkelijkt omdat de beschrijving van dezelfde stappen in de afzonderlijke paragrafen van de gebruiksaanwijzing kan worden overgeslagen. Als het nodig is dat een functie of instelling van het toestel afwijkt van de basisinstellingen, wordt dit op de betreffende plaats van de gebruiksaanwijzing uitvoerig beschreven. Uw toestel maakt gebruikt van het zogeheten “On Screen Display” (extra beeldschermvensters). Hiermee is uw toestel eenvoudiger bedienen omdat de toetsen van de afstandsbediening verschillende functies op zich kunnen nemen waardoor minder vaak op de knop hoeft te worden gedrukt. In dit On Screen Display (afgekort OSD) worden de geselecteerde functies of instellingen gemarkeerd. Bovendien wordt aan de onderkant van het beeldscherm een regel vertoond waarop de verschillende toetsen van de afstandsbediening met hun huidige functies worden weergegeven. In deze gebruiksaanwijzing worden de in het OSD weergegeven begrippen en de in te drukken toetsen met een ander lettertype als de overige tekst weergegeven. Let op - Geeft een belangrijke opmerking aan die altijd moet worden opgevolgd om storingen, verlies van gegevens of het onbedoeld functioneren van het apparaat te voorkomen. Tip - Geeft een aanwijzing m.b.t. de beschreven functie en eventueel hiermee verband houdende andere functies met een verwijzing naar de desbetreffende paragraaf van de handleiding.
4.1 Het toestel aan-/uitzetten >
Als het apparaat in stand-by staat, kan het apparaat worden ingeschakeld met de toets Aan/stand-by van de afstandsbediening of door de sensor Aan/stand-by op het apparaat gedurende 2 seconden aan te raken.
>
U kunt het apparaat uitzetten met de toets Aan/stand-by op de afstandsbediening of door de sensor Aan/stand-by op het apparaat gedurende 2 seconden aan te raken. Het gaat dan in de stand-by. Houd voor het aan-/uitzetten van het toestel ook rekening met paragraaf 6.1 van de beknopte handleiding en de daar aangegeven verwijzingen.
14
4.2 Het hoofdmenu opvragen en door de menu's / functies bladeren Aan de hand van het volgende voorbeeld wordt aangegeven hoe u in het hoofdmenu komt en een submenu kunt opvragen. Het doel van dit voorbeeld is het menu Beeldinstellingenop te vragen. >
Druk op de knop Menu om eerst het hoofdmenu in het beeldscherm te openen.
>
Kies de menu-optie Instellingen door deze met behulp van de pijltoetsen te markeren.
>
Druk op OK om het menu Instellingen te openen.
15
>
Markeer nu met de pijltoetsen omhoog/omlaag de regel Beeldinstellingen.
>
Bevestig vervolgens de keuze met de toets OK waarna het menu Beeldinstellingen wordt geopend.
Op dezelfde manier als u de regel van een submenu markeert om dit te openen, kunt u ook de afzonderlijke menuopties markeren om de desbetreffende instellingen te wijzigen. In sommige menu's moeten de menuopties worden gemarkeerd door de cursor zijwaarts te verplaatsen. Dit doet u met behulp van de pijltoetsen rechts/links. Met de pijltoetsen omhoog/omlaag kunt u de markering per regel verplaatsen en met de toetsen pagina omhoog/omlaag kunt u deze per pagina omhoog of omlaag verschuiven. In de bovenste regel van het menu ziet u het zogeheten menupad. Dit geeft aan in welk menu u zich momenteel bevindt en langs welke route u dit menu heeft bereikt. In het getoonde voorbeeld is dit Hoofdmenu > Instellingen > Beeldinstellingen. In de gebruiksaanwijzing wordt telkens het menupad aangegeven zodat u kunt zien hoe u het betreffende menu met de beschreven instellingen kunt bereiken. Wordt in de onderste regel van het beeldscherm de blauwe functietoets met Help weergegeven, dan kunt u met deze knop een hulppagina openen en ook weer verbergen.
16
4.3 Instellingen bevestigen / Menu's en functies afsluiten In sommige menu's en functies moeten de ingevoerde wijzigingen handmatig worden bevestigd om ze duurzaam op te slaan. Doet u dit niet, dan worden de menu's of de functies automatisch weer op de waarden voorafgaand aan de wijziging ingesteld. Als een veld Accepteren, of in de onderste regel van het beeldscherm de groene functietoets Accepteren wordt weergegeven, dan dient u de ingevoerde wijzigingen handmatig te bevestigen om deze op te slaan. >
Markeer Accepteren met behulp van de pijltoetsen rechts/links en bevestig met de toets OK of druk op de groene functietoets Accepteren om de wijzigingen op te slaan en naar het vorige, erboven liggende menuniveau terug te keren.
Alternatief >
Druk op de toets Terug. Er wordt nu gevraagd of de uitgevoerde wijzigingen moeten worden opgeslagen.
>
Markeer met de pijltoetsen rechts/links Ja of Nee en bevestig met de toets OK. Afhankelijk van uw keuze worden de wijzigingen nu opgeslagen of verworpen en keert u terug naar het vorige, hogere menuniveau. Alternatief >
Druk op Menu om het menu direct af te sluiten. In dit geval worden de handmatig te bevestigen instellingen niet opgeslagen. Wordt in de onderste regel van het beeldscherm de groene functietoets met Accepteren niet weergegeven, dan worden de wijzigingen automatisch opgeslagen bij het afsluiten van het menu.
4.4 Een instelling wijzigen U kunt instellingen met de pijltoetsen, de keuzelijst, de cijfertoetsen en het virtuele toetsenbord invoeren. Met welke methode een gemarkeerde instelling kan worden gewijzigd, wordt door het toestel aangegeven. Dit is te herkennen aan de onderstaande symbolen: Pijltoetsen (paragraaf 4.4.1) Pijltoetsen worden aan de linker- of rechterrand van de markering weergegeven. -
Keuzelijst (paragraaf 4.4.2) Symbool wordt aan de rechterrand van de markering weergegeven.
-
Cijfertoetsen (paragraaf 4.4.3)
-
Virtueel toetsenbord (paragraaf 4.4.4) Symbool wordt aan de rechterrand van de markering weergegeven.
17
4.4.1 Met pijltoetsen kiezen >
Wordt links en rechts naast de ingestelde waarde weergegeven, dan kunt u deze met behulp van de pijltoetsen links/rechts aanpassen.
4.4.2 Keuzelijst Wordt rechts naast de ingestelde waarde weergegeven, dan kunt u met de keuzelijst een waarde wijzigen.
>
Druk op de toets OK om de keuzelijst te openen.
>
Markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag de gewenste instelling.
Met de pijltoetsen omhoog/omlaag kunt u de markering per regel verplaatsen en met de toetsen pagina omhoog/omlaag kunt u deze per pagina omhoog of omlaag verschuiven. >
Door met OK te bevestigen, wordt de keuzelijst weer afgesloten en de gekozen instelling in het menu weergegeven.
18
4.4.3 Met cijfertoetsen invoeren >
Voer met behulp van de cijfertoetsen de gewenste nieuwe instelling in wanneer binnen de markering vraagtekens of een getalswaarde of weergegeven worden. Let op het aantal ingevoerde cijfers. Er moet altijd hetzelfde aantal cijfers worden ingevoerd. D.w.z. als er een 5-cijferige waarde wordt gevraagd, bijv. "10600", en u toch een 4-cijferige waarde wilt instellen, zoals bijv. "9750", dan moet er voor elke niet gebruikte positie een "0" worden geplaatst. In dit voorbeeld moet u dus "09750" invoeren.
4.4.4 Virtueel toetsenbord Wordt rechts naast de ingestelde waarde weergegeven, dan kunt u een waarde met het virtuele toetsenbord wijzigen. De gegevens kunnen op drie verschillende manieren worden ingevoerd. U kunt de weergave van het toetsenbord tussen het zogeheten QWERTY- en het alfabetische toetsenbord omschakelen, maar u kunt ook altijd een SMS-toetsenbord gebruiken. De bediening van het QWERTY-toetsenbord is hetzelfde als bij het alfabetische toetsenbord. Het enige verschil is de rangschikking van de verschillende letters, cijfers, leestekens en symbolen. > Druk op OK om het virtuele toetsenbord te openen. Het toetsenbord wordt nu in alfabetische volgorde weergegeven.
>
Door de toets Optie in te drukken, keert u naar het QWERTY-toetsenbord of naar het alfabetische toetsenbord terug.
U kunt het gewenste begrip nu als volgt invoeren. Pijltoetsen: Verplaatsen de markering over de toetsen van het virtuele toetsenbord. OK:
:
Het gemarkeerde teken wordt in het begrip overgenomen en achteraan toegevoegd resp. de aangeduide functie wordt uitgevoerd. / Gele functietoets:
Het toetsenbord wisselt tussen hoofdletters en kleine letters.
/ Rode functietoets:
Indrukken/vasthouden wist het teken voor de oranje markering/de hele invoer.
/ Groene functietoets:
Het ingevoerde begrip wordt bevestigd.
/ Blauwe functietoets:
Het toetsenbord wisselt naar alternatieve tekens. Verplaatsen van de oranje markering binnen het begrip. 19
De bediening met het SMS-toetsenbord vindt plaats met de cijfertoetsen van het alfabetische en het QWERTY-toetsenbord en kan altijd gebruikt worden. De gekleurde toetsen behouden dus de bovengenoemde functies. > Druk op een van de cijfertoetsen 0 - 9 om de verschillende letters, cijfers, leestekens en symbolen te kiezen. Na het indrukken van een cijfertoets wordt de eerste letter van de desbetreffende tekenreeks gemarkeerd. >
Telkens als u dezelfde cijfertoets nogmaals indrukt, verspringt de markering een veld naar rechts. Druk zo vaak als nodig tot u het gewenste teken heeft bereikt. Na een ogenblik wordt deze aan het ingevoerde begrip toegevoegd.
De verschillende cijfertoetsen zijn met de hieronder weergegeven letters, cijfers, leestekens en symbolen geassocieerd. 0: 1: 2: 3: 4: 5: 6: 7: 8: 9: Als u het gewenste veld met de markering hebt bereikt, kunt u direct het volgende teken kiezen omdat het teken nu direct aan het begrip wordt toegevoegd. Wilt u direct doorgaan met het kiezen van een teken van dezelfde cijfertoets, dan kunt u het ervoor gemarkeerde teken door het indrukken van de pijltoets rechts aan het begrip toevoegen. Als u een USB- of draadloos toetsenbord gebruikt, bijv. het TechniSat ISIOControl Keyboard (art.nr. 0001/3850), kunnen alle gegevens op dezelfde wijze als met het virtuele toetsenbord, met behulp van dit toetsenbord worden ingevoerd. Bovendien is het TechniSat ISIOControl Keyboard speciaal op het toestel afgestemd en kunnen ook vele andere bedieningsfuncties worden ingesteld.
20
4.5 Optiekeuze In sommige menu's en modi (bijv. tv-modus, muziek-/foto-weergave, enz.) kunt u met behulp van de optiekeuze extra functies en opties opvragen. > Door op de toets Optie te drukken, opent u de optiekeuze rechtsonder in het beeldscherm. In dit voorbeeld is de optiekeuze van de programmalijst weergegeven.
>
Door opnieuw op de toets Optie te drukken, verplaatst de markering zich naar de volgende regel. Sommige opties worden rechtstreeks in dit venster geselecteerd. Sommige andere opties, waarvoor meerdere ondergeschikte keuzemogelijkheden bestaan, vindt u in de optiegroepen. Als u een van deze optiegroepen markeert, verschijnt automatisch aan de linkerzijde een nieuw venster.
>
Binnen de optiegroep kunt u met behulp van de pijltoetsen omhoog/omlaag een van de daar ondergebrachte opties markeren. Met de pijltoetsen omhoog/omlaag kunt u de markering per regel verplaatsen en met de toetsen pagina omhoog/omlaag kunt u deze per pagina omhoog of omlaag verschuiven.
>
Door de toets OK in te drukken, wordt de gemarkeerde optie gekozen en de optiekeuze afgesloten.
>
Wilt u geen optie selecteren, maar het optiekeuzemenu zonder wijziging verlaten, druk dan verschillende keren op Optie tot deze weer uit beeld verdwijnt.
21
5 Eerste installatie Als het apparaat voor het eerst in gebruik wordt genomen, wordt automatisch de installatieassistent AutoInstall opgestart. Met behulp van de installatieassistent kunt u op eenvoudige wijze de belangrijkste instellingen van het televisietoestel uitvoeren. De stappen van de eerste installatie die hier worden getoond, dienen slechts als voorbeeld. Het exacte verloop van de eerste installatie hangt af van de door u gekozen instellingen. Volg daarom exact de aanwijzingen van het scherm op.
Menutaal De installatieassistent start met het kiezen van de Bedieningstaal.
>
Markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag de gewenste menutaal en bevestig dit met OK. Al naargelang uw keuze wordt automatisch de gewenste audiotaal ingesteld.
Landeninstelling
>
Kies nu met de pijltoetsen omhoog/omlaag het land waar het toestel wordt gebruikt en bevestig dit met de toets OK. Al naargelang uw keuze wordt de automatische instelling van de tijd uitgevoerd en aan de zomer-/wintertijd aangepast. Bovendien worden door middel van deze instelling de programma's in de installatieassistent of na het zoeken van zenders automatisch gesorteerd.
22
Beeldmodus
>
Markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag de gewenste beeldmodus en bevestig dit met OK. De standaardwaarden van de geselecteerde beeldmodus kunt u na de AutoInstall onder Instellingen > Beeldinstellingen verder op uw wensen afstemmen. Houd u bij de beeldmodi Natuurlijk en Intensief aan de aanwijzing en bevestig met OK.
De ontvangstsignalen selecteren >
Kies met de pijltoetsen omhoog/omlaag de ontvangstsignalen, waarvan u de beschikbaarheid aan of uit wilt schakelen. DVB-S voor digitale satellietprogramma's; DVB-C voor digitale kabelprogramma's; DVB-T voor digitale terrestrische programma's; Analoog CT voor analoge terrestrische en kabelprogramma's; FM-radio voor FM-radiozenders.
>
Open het keuzevenster door op de toets OK te drukken, markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag de gewenste instelling en sluit het venster door opnieuw op de toets OK te drukken.
>
Om naar de volgende installatiestap te gaan, markeert u met behulp van de pijltoetsen het veld Accepteren en bevestig met de toets OK.
23
Aantal antennesignalen (DVB-S) Geef hier het aantal aangesloten DVB-S-antennekabels aan. Als de bron DVB-S is gedeactiveerd, verschijnt in plaats van deze pagina van de installatieassistent direct de pagina Antenne-instellingen (DVB-T).
>
Markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag het aantal aangesloten antennesignalen en bevestig dit door op de toets OK te drukken.
Antenneconfiguratie (DVB-S) In deze installatiestap kunt u de instelling van uw toestel aan de configuratie van uw satellietantenne aanpassen. Als de bron DVB-S, zoals omschreven in de stap Keuze van de ontvangstsignalen, is gedeactiveerd, verschijnt in plaats van deze pagina van de Installatieassistent direct de pagina Antenne-instellingen (DVB-T).
>
Druk op OK om de standaard antenne-instellingen te bevestigen en ga door met de optie Antenne-instellingen (DVB-T).
>
Als de configuratie van uw ontvangstinstallatie niet overeenkomt met de standaardinstelling, kunt u met de toets Optie de antenneconfiguratie openen en de instelling aan uw ontvangstinstallatie aanpassen.
24
Antenneconfiguratie (DVB-T) In deze stap wordt een kanaalspectrum met de signaalniveaus van de verschillende kanalen weergegeven, zodat u uw DVB-T-antenne kunt uitrichten voor de best mogelijke ontvangst. Als DVB-T is uitgeschakeld, verschijnt direct Zenders zoeken / ISIPRO.
>
Markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag het veld met Antennevoeding en open het keuzevenster door op de toets OK te drukken.
>
Schakel de antennevoeding aan of uit door de betreffende regel met de pijltoetsen omhoog/omlaag te markeren en met de toets OK te bevestigen.
>
Om naar de volgende installatiestap te gaan, markeert u met behulp van de pijltoetsen het veld Accepteren en bevestig met de toets OK.
Netwerkconfiguratie In deze stap wordt een automatische controle van de netwerkconfiguratie uitgevoerd.
>
Als u de controle van de netwerkconfiguratie niet wilt uitvoeren, druk dan op de toets Info.
>
Als u de netwerkinstellingen wilt veranderen, druk dan op de toets Optie en ga te werk zoals beschreven in paragraaf 5.1 resp. 5.2 van de beknopte gebruiksaanwijzing en bevestig vervolgens met de groene functietoets om de instelling vast te leggen.
>
Als de controle van het netwerk met succes is uitgevoerd, druk dan op de toets OK om naar de volgende stap te gaan.
25
Zenders zoeken / ISIPROalleen DVB-S
>
Markeer om een geactualiseerde programmalijst te downloaden met behulp van de pijltoetsen omhoog/omlaag de regel ISIPRO - update programmalijst en druk op OK om deze procedure te starten. Na het actualiseren van de programmalijst wordt automatisch naar zenders gezocht met Alle zenders bij alle overige geconfigureerde ontvangstbronnen.
>
Om ook op de satelliet naar zenders te zoeken of als het DVB-S niet geconfigureerd is, markeer dan met de pijltoetsen omhoog/omlaag het veld Alle Zenders of Alle ongecodeerde zenders en druk vervolgens op OK om de zoekopdracht te starten. Met Alle zenders wordt naar gratis te ontvangen en gecodeerde programma's gezocht en met Alle ongecodeerde zenders alleen naar gratis te ontvangen programma's.
Regionale programma's Sommige omroepen zenden hun programma per regio met een andere inhoud uit. Op deze pagina kunt u nu bepalen aan welke van deze regionale programma's u de voorkeur geeft.
>
Markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag de omroep en het favoriete regionale programma dat u wilt vastleggen en selecteer dit met behulp van de keuzelijst. Kiest u later zoals beschreven in paragraaf 6.2.4 voor een ander regionaal programma van een bepaalde omroep, dan wordt dit vanaf dit moment voor deze omroep opgeslagen. 26
Software-update
>
Als u het zoeken van nieuwe softwareversies en evt. het laden van de software niet wilt afwachten, kunt u deze stap overslaan door op de toets Info te drukken.
>
Als er geen nieuwe software voor het apparaat beschikbaar is, kunt u doorgaan naar de volgende stap van de installatieassistent door OK in te drukken.
>
Als er echter nieuwe software voor het apparaat is gevonden, kunt u de automatische software-update starten door op OK te drukken.
ISIO-internetlijsten updaten Het apparaat controleert nu of er een nieuwe lijst met internetlinks beschikbaar is.
>
Als u het zoeken naar nieuwe lijsten met internetlinks en evt. het laden van de lijsten niet wilt afwachten, kunt u deze stap overslaan door op de toets Info te drukken.
27
SFIplus-gegevens laden Uw televisie beschikt over een elektronische programmagids SFIplus (SiehFern Info). Om de gegevens van deze elektronische programmagids te kunnen weergegeven, moeten deze eerst worden gedownload. Daartoe begint uw tv-toestel, nadat de eventuele software-update is voltooid, automatisch met het downloaden van de SFIplus-gegevens. Dit proces kan tot 30 minuten duren.
>
Als u het laden van de SFIplus-gegevens niet wilt afwachten, kunt u de procedure overslaan door op de toets Info te drukken. Als de SFIplus-update wordt overgeslagen, laadt het apparaat op het ingestelde tijdstip automatisch de SFIplus-gegevens, wanneer deze functie geactiveerd blijft en het apparaat zich bovendien op dat tijdstip in stand-by bevindt. Bovendien kan de update ook te allen tijde in het Hoofdmenu > Instellingen > Programmagids handmatig worden gestart.
De installatieassistent afsluiten >
Druk op de toets OK als de betreffende boodschap van de installatieassistent op het scherm verschijnt.
28
5.1 LAN - netwerkinstellingen In het menu netwerk - LAN kan de IP-modus worden gekozen, IP-adres, subnetmasker, gateway en DNS-server worden ingevoerd evenals de netwerkverbinding en de snelheid van de internetverbinding worden getest. > Roep het Hoofdmenu > Instellingen > Speciale functies > Netwerk LAN op.
5.1.1 IP-modus >
Selecteer op deze regel in welke IP-modus (statisch, DHCP-cliënt of DHCPserver) het apparaat gebruikt moet worden. Deze instellingen staan voor de volgende functies: Statisch Bij deze instelling is de DHCP-functie uitgeschakeld. Dat betekent dat het IP-adres, subnetmasker, de gateway, DNS-server 1 en DNSserver 2 handmatig aan de bestaande voorwaarden van uw netwerk moeten worden aangepast. Om het netwerk handmatig in te stellen, wordt zoals beschreven in de paragrafen 5.1.2 - 5.1.5 te werk gegaan. DHCP-cliënt Als de televisie via een router op uw PC is aangesloten, moet deze instelling worden gekozen. Het televisietoestel krijgt alleen het IP-adres en subnetmasker van de aangesloten router toegewezen als bij de router de DHCP-functie is geactiveerd. DHCP-server Kies deze instelling als de televisie direct of via een netwerkswitch op uw PC is aangesloten. De televisie verleent automatisch een IP-adres aan de aangesloten PC. Het IP-adres en subnetmasker kunnen handmatig worden geconfigureerd zoals beschreven in de paragrafen 5.1.2 - 5.1.5 . Let erop dat de noodzaak om afzonderlijke waarden in te voeren afhankelijk is van de configuratie van uw netwerk. De volgende instellingen (paragraaf 5.1.2 - 5.1.5) zijn alleen beschikbaar als de IP-modus Statisch of DHCP-server geselecteerd zijn.
5.1.2 IP-adres >
Geef onder dit punt het IP-adres van uw netwerk aan.
5.1.3 Subnetmasker >
Geef onder dit punt het subnetmasker van uw netwerk aan. 29
5.1.4 Gateway >
Geef op deze regel de gateway van uw netwerk aan.
5.1.5 DNS-server 1 / DNS-server 2 >
Geef op deze twee regels de DNS-server 1 en indien nodig ook de DNS-server 2 aan.
5.1.6 Netwerkverbinding/ internetsnelheid controleren >
Roep op de regel Netwerkverbindingen het punt Controleren op om te testen of met de zojuist geconfigureerde instellingen een verbinding met uw router kan worden gemaakt.
Als achter de waarden een wordt weergegeven, is de test met succes afgesloten. Bovendien wordt zowel van de gateway als de DNS-server(s) de snelheid aangegeven.
> >
Als tijdens de test bij een van de instellingen een fout is opgetreden, wordt deze met de bijbehorende foutmelding op het beeldscherm weergegeven. Met behulp van de groene functietoets Opnieuw testen, kan de test van de netwerkverbinding opnieuw worden gestart. Door op de gele functietoets Snelheid testen te drukken, wordt met het testen van de internetsnelheid begonnen. Tijdens de test wordt het verloop en na de test het resultaat op het beeldscherm weergegeven.
5.2 WLAN-netwerkinstellingen In het menu WLAN - netwerkinstellingen kan het WLAN-netwerk worden gekozen en de bijpassende code worden ingevoerd evenals de DHCP-instelling gekozen en IP-adres, subnetmasker. gateway, DNS-server 1 en DNS-server 2 worden ingevoerd. >
Roep het Hoofdmenu > Instellingen > Speciale functies > Netwerk WLAN op.
30
5.2.1 WLAN-netwerk kiezen >
Kies het WLAN-netwerk waarop u zich wilt aansluiten. Er verschijnt een venster waarin het coderingstype en de netwerknaam (SSID) worden aangegeven en een veld om de code van het netwerk in te voeren. Als de code van het netwerk al is ingevoerd en opgeslagen, wordt deze door een aantal asterisken weergegeven.
>
Als de code van het netwerk nog niet is opgeslagen, roep dan de optie Code op en voer met behulp van het virtuele toetsenbord de code in die uw netwerk gebruikt.
>
Kies vervolgens de optie Aansluiten om verbinding met het WLAN-netwerk te maken.
5.2.2 WLAN-netwerk handmatig invoeren Als bij de automatische WLAN-zoekactie na het oproepen van het menu geen of niet het juiste WLAN-netwerk wordt gevonden, kunt u het coderingstype handmatig kiezen en de SSID handmatig invoeren. >
Het handmatig invoeren van een WLAN-netwerk kan worden uitgevoerd door de optie SSID handmatig invoeren op te roepen.
5.2.2.1 Codering >
Kies overeenkomstig uw WLAN-netwerk een van de coderingen (WEP, WPA, WPA2 of geen) uit.
5.2.2.2 SSID Ieder WLAN-netwerk beschikt over een in het Access Point/Router (basisstation) configureerbare SSID (Service Set Identifier). De SSID vormt de naam van het netwerk, zodat dit geïdentificeerd wordt en er doelgericht op kan worden teruggegrepen. 31
>
Voer op de regel SSID met behulp van het virtuele toetsenbord de naam van uw netwerk in.
5.2.2.3 Code van het netwerk >
Roep de optie Code op en voer met behulp van het virtuele toetsenbord de code in waarvan uw netwerk gebruikt maakt.
>
Kies vervolgens de optie Aansluiten om verbinding met het WLAN-netwerk te maken.
5.2.3 TCP/IP - instellingen >
Roep de optie TCP/IP - instellingen op om de IP-modus uit te kiezen en evt. het IP-adres, subnetmasker, de gateway en DNS-server in te voeren en de netwerkverbinding te testen.
5.2.3.1 IP-modus >
Selecteer op deze regel in welke IP-modus (statisch, DHCP-cliënt of DHCPserver) het apparaat gebruikt moet worden. Deze instellingen staan voor de volgende functies: Statisch Bij deze instelling is de DHCP-functie uitgeschakeld. Dat betekent dat het IP-adres, subnetmasker, de gateway, DNS-server 1 en DNSserver 2 handmatig aan de bestaande voorwaarden van uw netwerk moeten worden aangepast. Om het netwerk handmatig in te stellen, wordt zoals beschreven in de paragrafen 5.2.3.2 - 5.2.3.5 te werk gegaan. DHCP-cliënt Als de televisie via een router op uw PC is aangesloten, moet deze instelling worden gekozen. Het televisietoestel krijgt alleen het IP-adres en subnetmasker van de aangesloten router toegewezen als bij de router de DHCP-functie is geactiveerd. DHCP-server Kies deze instelling als de televisie direct of via een netwerkswitch op uw PC is aangesloten. De televisie verleent automatisch een IP-adres aan de aangesloten PC. Het IP-adres en subnetmasker kunnen handmatig worden geconfigureerd zoals beschreven in de paragrafen 5.2.3.2 - 5.2.3.5. Let erop dat de noodzaak om afzonderlijke waarden in te voeren afhankelijk is van de configuratie van uw netwerk. 32
De volgende instellingen (paragraaf 5.2.3.2 - 5.2.3.5) zijn alleen beschikbaar als de IP-modus statisch of DHCP-server geselecteerd zijn. 5.2.3.2 IP-adres >
Geef onder dit punt het IP-adres van uw netwerk aan.
5.2.3.3 Subnetmasker >
Geef onder dit punt het subnetmasker van uw netwerk aan.
5.2.3.4 Gateway >
Geef op deze regel de gateway van uw netwerk aan.
5.2.3.5 DNS-server 1 / DNS-server 2 >
Geef op deze twee regels de DNS-server 1 en indien nodig ook de DNS-server 2 aan.
5.2.3.6 Netwerkverbinding/ internetsnelheid controleren >
Roep op de regel Netwerkverbindingen het punt Controleren op om te testen of met de zojuist geconfigureerde instellingen een verbinding met uw router kan worden gemaakt.
Als achter de waarden een wordt weergegeven, is de test met succes afgesloten. Bovendien wordt zowel van de gateway als de DNS-server(s) de snelheid aangegeven.
> >
Als tijdens de test bij een van de instellingen een fout is opgetreden, wordt deze met de bijbehorende foutmelding op het beeldscherm weergegeven. Met behulp van de groene functietoets Opnieuw testen, kan de test van de netwerkverbinding opnieuw worden gestart. Door op de gele functietoets Snelheid testen te drukken, wordt met het testen van de internetsnelheid begonnen. Tijdens de test wordt het verloop en na de test het resultaat op het beeldscherm weergegeven.
33
5.3 Internet In dit menu kunt u instellingen uitvoeren die verband houden met het internetgebruik van het apparaat. > Roep het Hoofdmenu > Instellingen > Speciale functies > Internet op.
5.3.1 Cookies opslaan >
Kies met behulp van de instellingen tot het eind van de internetsessie, tot wordt uitgeschakeld en tot het verloopdatum uit hoe lang cookies worden opgeslagen.
5.3.2 Onveilige SSL-certificaten >
Selecteer of onveilige SSL-certificaten zijn toegestaan (aan) of geweigerd (uit) worden.
5.3.3 HTTP-proxy >
Selecteer of de internetaansluiting via een proxy server plaatsvindt (aan) of niet (uit).
5.3.4 IP-adres >
Voer een IP-adres in als de proxy server is geactiveerd.
5.3.5 Poortnummer >
Voer een poortnummer in als de proxy server is geactiveerd.
5.3.6 Zoom >
Stel hier de zoomfactor voor internettoepassingen in.
5.3.7 Browsernavigatie >
Met deze optie kunt u bepalen of het navigeren over het internet met behulp van een muisaanwijzer of door het markeren van de links moet gebeuren. Navigeren met een muis is vooral bij het gebruik van een toetsenbord met trackball (bijv. het TechniSat ISIOControl Keyboard (art.nr. 001/3850)) handig, terwijl het Navigeren met links eerder bij gebruik van de afstandsbediening is aan te bevelen.
5.3.8 Zoekmachine >
Selecteer op deze regel de zoekmachine die wordt opgeroepen als de zoekfunctie wordt gebruikt. 34
5.3.9 HbbTV HbbTV (Hybrid broadcast broadband TV) is een technologie waarbij de inhoud van uitzendingen en van het internet inhoudelijk met elkaar worden gecombineerd. Hierdoor kan van diensten met toegevoegde waarde van de programma-aanbieder gebruik worden gemaakt. > Selecteer of u van HbbTV gebruik wilt maken (aan) of niet (uit).
5.4 Toegang op afstand Door de functie toegang op afstand is het mogelijk om bijv. vanaf een PC of een voor internet geschikte mobiele telefoon via een plaatselijk netwerk of het internet de televisie te bedienen en timers in te stellen, te bewerken of te wissen. Als de toegang op afstand alleen via een lokaal netwerk plaatsvindt, hoeft deze alleen geactiveerd (paragraaf 5.4.1) en van een wachtwoord (paragraaf 5.4.2) voorzien te worden.
>
Als de toegang op afstand ook over het internet mogelijk moet zijn, is een gebruikersaccount bij een DNS-dienst nodig en moet u het poortnummer invoeren (paragraaf 5.4.3) waaronder de toegang op afstand in het netwerk bereikbaar moet zijn. Eveneens moeten de dynamische DNS-dienst, de hostnaam en de gebruikersnaam bij directe toegang (bijv. bij een internetverbinding via DSL-modem) in het apparaat eveneens worden geselecteerd of ingevoerd worden zoals aangegeven in de paragrafen 5.4.5 - 5.4.6. Als de internetverbinding via een router wordt gemaakt, moeten de gegevens bij de router worden ingevoerd. Bovendien moet een zogenaamde poortvrijgave (port forwarding) voor het onder paragraaf 5.1.2 resp. 5.2.3.2 aangegeven IP-adres met het onder paragraaf 5.4.3 ingestelde poortnummer bij de router worden vastgelegd Houd u hiervoor ook onvoorwaardelijk aan de aanwijzingen van de DNS-dienst en aan de gebruiksaanwijzing van de modem of de router die toegang tot het internet geeft. Roep het Hoofdmenu > Instellingen > Speciale functies > Toegang op afstand op om de functie toegang op afstand te activeren en configureren.
Als ook tijdens stand-by de toegang op afstand van de MultyVision ISIO beschikbaar moet zijn, moet de snelstartfunctie geactiveerd zijn.
5.4.1 Toegang op afstand in-/uitschakelen >
Zet op de regel Toegang op afstand de functie aan of uit. De volgende instellingen (paragraaf 5.4.2 - 5.4.6) kunnen alleen worden geselecteerd als de toegang op afstand is geactiveerd. 35
5.4.2 Wachtwoord >
Voer met behulp van het virtuele toetsenbord een wachtwoord naar keuze in. Als de toegang op afstand is geactiveerd, moet altijd een wachtwoord worden ingevoerd.
5.4.3 Poortnummer Door een poortnummer op te geven, kan worden bepaald onder welk poortnummer de toegang op afstand van het apparaat over het netwerk bereikbaar is >
Voer het bij de router behorende poortnummer in. Als een ander poortnummer wordt ingevoerd, moet dit groter dan 1024 zijn. Om het voor onbevoegden moeilijker maken om toegang te krijgen, moet het poortnummer worden veranderd.
5.4.4 Dynamische DNS-dienst >
Kies op de regel Dynamische DNS-dienst een van de ondersteunde DNSdiensten uit.
5.4.5 Hostnaam >
Markeer met behulp van het virtuele toetsenbord de hostnaam die bij het openen van een gebruikersrekening bij de DNS-dienst is bepaald.
5.4.6 Gebruikersnaam >
Voer met behulp van het virtuele toetsenbord de gebruikersnaam van de gebruikersrekening van de DNS-dienst in.
5.5 UPnP-server Met deze functie kunt u met UPnP-geschikte apparaten, die in hetzelfde netwerk als de MultyVision ISIO zijn opgenomen, via de UPnP-server van de MultyVision ISIO gebruik maken van films, foto's en muziekopnamen die zich op het volgens paragraaf 5.5.4 geconfigureerde opslagmedium bevinden.
>
Als ook tijdens stand-by de UPnP-server van de MultyVision ISIO beschikbaar moet zijn, moet de snelstartfunctie in het Hoofdmenu > Instellingen > Basisinstellingen geactiveerd zijn. Roep het Hoofdmenu > Instellingen > Speciale functies > UPnPserverop.
36
5.5.1 UPnP server in-/uitschakelen >
Zet op de regel UPnP-server de functie aan of uit. De volgende instellingen (paragraaf 5.5.2 - 5.5.4) kunnen alleen worden geselecteerd als de UPnP-server is geactiveerd.
5.5.2 Configuratie via HTTP >
Kies op deze regel uit of u de configuratie van de UPnP-server via de internetbrowser van de PC of in dit menu wilt uitvoeren. Als de configuratie via HTTP is uitgeschakeld, beperkt deze zich tot de keuze van het opslagmedium (interne harde schijf, aangesloten USB-opslagmedium of ingestoken SD-/MMC-kaart) waarvan de gegevens via UPnP beschikbaar moeten worden gesteld (paragraaf 5.5.4). Als de functie is ingeschakeld, kan een uitgebreid aantal instellingen worden uitgevoerd wanneer door het invoeren van het IP-adres van het apparaat gevolgd door het onder paragraaf 5.5.3 ingestelde poortnummer de pagina van de mediaserver bij de browser wordt opgeroepen. Invoervoorbeelden: IP-adres van het apparaat Poortnummer Invoer in de browser 192.168.000.010 9100 192.168.0.10:9100 192.168.002.155 9100 192.168.2.155:9100
>
Klik vervolgens in de browser de optie Twonkey Media Settings aan om de configuratie te starten. Om films, foto's en muziek via een PC of een mobiele telefoon weer te geven, moet eveneens het IP-adres van het apparaat, gevolgd door het onder paragraaf 5.5.3 ingestelde poortnummer worden ingevoerd en vervolgens op een van de weergegeven MediaBrowser-opties worden geklikt. 37
5.5.3 Poortnummer >
Voer op deze regel, indien gewenst/nodig een ander poortnummer in. Deze optie is alleen beschikbaar als de configuratie via HTTP (paragraaf 5.5.2) is geactiveerd.
5.5.4 UPnP-medium >
Selecteer op deze regel het opslagmedium (interne harde schijf, aangesloten USBopslagmedium of ingestoken SD-/MMC-kaart) waarvan de films, foto's of muziek moet worden weergegeven. Alleen de opslagmedia die daadwerkelijk zijn aangesloten kunnen worden geselecteerd. Omdat de gegevens niet naar een interne harde schijf van het apparaat worden gekopieerd, zijn deze alleen beschikbaar wanneer het opslagmedium is aangesloten.
5.5.5 Share name >
Op deze regel kunt u met behulp van het virtuele toetsenbord een naam invoeren waarmee de MultyVision ISIO bij andere UPnP-geschikte apparaten wordt aangegeven.
5.6 HDMI TechniLink Met de HDMI TechniLink-functie kan uw MultyVision ISIO door andere aan de HDMIingangen aangesloten apparaten worden in-/uitgeschakeld. Via de HDMI-uitgang kan uw MultyVision ISIO andere AV-apparaten in-/uitschakelen en hun geluidsvolume regelen. >
Roep het Hoofdmenu > Instellingen > Speciale functies > HDMI TechniLinkop.
5.6.1 HDMI TechniLink in-/uitschakelen >
Zet op deze regel de functie aan of uit.
5.6.2 Automatisch inschakelen >
Zet op de regel Autom. inschakelen de functie aan of uit.
38
5.6.3 Automatisch uitschakelen >
Zet de optie Autom uitschakelen de functie aan of uit.
5.6.4 Geluidsvolume regelen >
Selecteer op deze regel de Modus 1 of Modus 2 of zet de functie helemaal uit. Bij de instelling Modus 1 kan het geluidsvolume alleen via de versterker worden ingesteld als deze de HDMI-standaard ondersteunt en herkent. In de instelling Modus 2 wordt het geluidsvolume altijd via de versterker ingesteld, ook als deze niet als HDMI-CEC-geschikt apparaat wordt herkend en zodoende onder bepaalde omstandigheden sommige functies niet ondersteunt.
39
6 Bediening 6.1 TV-toestel aan- en uitzetten 6.1.1 Inschakelen met de netschakelaar van het apparaat >
Druk op de netschakelaar om het tv-toestel aan te zetten. Het tv-toestel start nu op en kan tijdens deze initialisatieprocedure niet worden bediend. Dit proces kan, afhankelijk van het aantal DVR-opnamen op de harde schijf enige seconden in beslag nemen.
6.1.2 Vanuit de stand-by aanzetten >
Zet het apparaat aan met de toets Aan/stand-by van de afstandsbediening resp. door de sensor Aan/stand-by op het apparaat 2 seconden aan te raken of met de toets Programma +/- van de afstandsbediening resp. door de sensor Programma +/- op het apparaat 2 seconden aan te raken of door op een van de cijfertoetsen van 0 tot 9 van de afstandsbediening te drukken. De bedrijfstoestand wordt door een groene LED aangegeven indien deze is geactiveerd. Als de gebruikersafhankelijke kinderbeveiliging (TechniFamily) is geactiveerd, verschijnt nu de keuzelijst van gebruikers overeenkomstig punt 6.1.3 van de beknopte gebruiksaanwijzing.
6.1.3 Uitzetten in de stand-by >
Zet het apparaat uit met de toets Aan/stand-by van de afstandsbediening resp. door de sensor Aan/stand-by op het apparaat gedurende 2 seconden aan te raken. Houd er rekening mee dat er bij het uitzetten wordt gecontroleerd of er nieuwe besturingssoftware of een nieuwe programmalijst beschikbaar is. Dit proces kan enkele seconden in beslag nemen. Tijdens deze controle is het LCD-scherm al uitgeschakeld. Na afloop van de test gaat het toestel geheel in stand-by. Het toestel staat nu in standby en kan met de netschakelaar volledig worden uitgeschakeld. In stand-by brandt de LED rood of verschijnt de tijd in het display, voor zover deze in het hoofdmenu onder Instellingen > Basisinstellingen is geactiveerd.
6.1.4 Uitschakelen met de netschakelaar van het apparaat >
Druk op de netschakelaar om het toestel helemaal uit te zetten. Het apparaat "onthoudt" of het met de afstandsbediening of met de toets van het apparaat "Aan" of "Uit" is gezet. Als tijdens het gebruik de stroom is uitgevallen, moet u het toestel met de netschakelaar uitzetten zodat het zich niet onbedoeld weer inschakelt, zodra de stroomtoevoer wordt hervat. Om evt. beschadigingen van de gegevens of de harde schijf te voorkomen, mag het apparaat uitsluitend vanuit de stand-by-modus met de netschakelaar worden uitgeschakeld.
40
6.2 Programma kiezen 6.2.1 Met behulp van de programma omhoog/omlaag-toetsen >
Met de toetsen Programma +/- op de afstandsbediening/het toestel kunt u telkens naar een volgend/vorig programma schakelen.
6.2.2 Met behulp van de cijfertoetsen >
Voer met behulp van de cijfertoetsen het gewenste programmanummer in. Bijvoorbeeld: 1 1, dan 4 2, dan 3, 1, dan 2,
dan 4 dan 4,
voor voor voor voor
dan 5
programmapositie programmapositie programmapositie programmapositie
1 14 234 1245
Bij het invoeren van een getal dat uit meer dan een cijfer bestaat, heeft u telkens na invoer van een cijfer ca. drie seconden de tijd om de invoer te voltooien. Als u slechts een getal van een, twee of drie cijfers wilt invoeren, kan het programma sneller worden ingeschakeld door het laatste cijfer langer ingedrukt te houden of door op OK te drukken
6.2.3 Met behulp van de programmalijst >
Druk op de toets OK. In de tv-modus verschijnt de tv-programmalijst en in de radiomodus de radioprogrammalijst. Het op dit moment ingestelde programma is gemarkeerd.
>
Aanvullende informatie over een lopende uitzending wordt verkregen door op de toets Info te drukken.
6.2.3.1 Programma kiezen >
Nu kunt u met de pijltoetsen omhoog/omlaag, de toetsen pagina omhoog/ omlaag alsook met de cijfertoetsen het gewenste programma markeren.
>
Druk op OK om de navigator af te sluiten. Het gemarkeerde programma komt in beeld.
41
6.2.3.2 Lijst kiezen Om het terugvinden van programma's te vergemakkelijken, beschikt het apparaat over verschillende programmalijsten. U kunt uw Favorietenlijsten kiezen of de programma's in een alfabetisch gesorteerde Volledige lijst, op Aanbiederlijsten of op Genres gesorteerd laten weergeven. > Open de actieve programmalijst door op OK te drukken. >
Nu kunt u met behulp van Optiekeuze de gewenste programmalijst (Favorietenlijsten, Volledige lijst, Aanbiederlijsten en Genrelijsten) selecteren.
>
Markeer zoals beschreven in paragraaf 6.2.3.1 het programma dat u wilt bekijken en bevestig dit met OK.
6.2.4 Een regionaal programma kiezen U heeft bij de eerste installatie uw favoriete regionale programma's geselecteerd. Stelt u nu een van deze regionale programma's in, dan verschijnt de melding dat ook andere regionale programma's gekozen kunnen worden.
>
Met behulp van Optiekeuze kunt u onder de optie Regio een van de verschillende regionale programma's kiezen. Het gekozen regionale programma wordt nu als favoriet regionaal programma van deze omroep ingesteld.
6.2.5 TV/radio omschakelen >
Met behulp van de toets Tv/radio kunt u tussen de tv- en radiomodus schakelen. Het toestel schakelt over naar het laatst beluisterde radioprogramma. Als alternatief hierop kunt u ook, zoals beschreven in paragraaf 6.17, tussen de TV- en de radiomodus schakelen. Let hierbij ook op de instelling m.b.t. OSD Radio/Muziek in het hoofdmenu onder Instellingen > Speciale functies > OSD.
42
6.3 AV-bron >
Druk op de AV-toets om het keuzevenster AV-bronnen te openen. U kunt daar vervolgens een apparaat kiezen dat is aangesloten op de HDMI-ingangen (HDMI (voor), HDMI 1/2), op de componenteningang (YPbPr), op de scart-aansluiting (EuroAV), op de VGA-aansluiting (VGA) of op de AV-aansluiting aan de voorzijde (A/V (voor)) van het tv-toestel.
>
Selecteer met de pijltoetsen omhoog/omlaag de gewenste bron en bevestig de keuze met OK om de gekozen ingang in te schakelen. Houd u hierbij aan de paragrafen 6.2.1 - 6.2.3 van de beknopte handleiding.
6.4 Programma-/broninformatie 6.4.1 Infobox Telkens als van programma wordt veranderd, verschijnt een informatievenster op het scherm voor de ingestelde tijdsduur.
In deze infobox worden de programmapositie en de programmanaam vermeld, evenals de bron van het ingestelde programma, de programmalijst waarin het programma zich bevindt en de titel van de op dit moment lopende uitzending met begin-/eindtijd en voortgangsbalk, alsook overige programma-informatie (bijv. voor teletekst, voor 16:9 uitzendingen, voor gecodeerde programma's of voor Dolby Digital uitzendingen). voor ondertiteling, De voortgangsbalk wordt naarmate de tijd van de lopende uitzending verstrijkt steeds verder geel ingekleurd. Als het begin van de voortgangsbalk rood is gekleurd, is de uitzending te vroeg begonnen en bij een rood gekleurd einde is de tijd van de lopende uitzending overschreden. Rechtsboven op het beeldscherm wordt de huidige tijd aangegeven.
6.4.2 Tijd en programma-info tonen Met deze functie kunt u de programma-informatie van het ingeschakelde programma raadplegen. > Door op de toets Info te drukken, verschijnen de in paragraaf 6.4.1 aangegeven inlichtingen opnieuw in beeld gedurende de ingestelde tijd.
6.5 Ontvangst van gecodeerde programma's > of > >
Steek de CONAX smartcard in de kaartsleuf van de geïntegreerde kaartlezer. (gouden chip naar voren en georiënteerd in de juiste richting) Steek een CI /CI+-module met de bovenzijde naar achteren in de sleuf. Steek de smartcard in de kaartsleuf van de CI-/CI+-module.
6.5.1 Smartcard PIN-code Bij gecodeerde programma's kunnen uitzendingen die niet geschikt zijn voor kinderen met een kinderbeschermingsindicatie geblokkeerd worden. Om de betreffende uitzending vrij te geven, moet de op de Smartcard opgeslagen Smartcard-PIN-code worden ingevoerd. > Voer om de uitzending vrij te geven met de cijfertoetsen de vier cijfers van de smartcard PIN-code in. 43
6.6 Volume instellen Na het aanzetten van de tv wordt het geluid met het in het menu Geluidinstellingen ingestelde startvolume weergegeven. > Zet nu het volume van uw tv-toestel met behulp van de wipschakelaar Volume + harder en met behulp van de wipschakelaar Volume - zachter.
6.6.1 Geluid uitzetten >
Door op de toets Geluid aan/uit te drukken, wordt het geluid uitgezet en door opnieuw op deze toets te drukken weer aangezet.
6.6.2 Volume van de hoofdtelefoon >
Wanneer het geluid uit staat, kunt u met de wipschakelaar Volume + en Volume het volume van de hoofdtelefoon regelen.
6.7 Een andere taal / geluidoptie kiezen Bij sommige programma's hebt u de mogelijkheid een andere geluidoptie (Dolby Digital, Stereo resp. Audiokanaal 1 of Audiokanaal 2) of een andere taal te kiezen. > Met behulp van de Optiekeuze kunt u onder de optie Geluid de gewenste taal/ geluidoptie kiezen.
6.8 Klankmodus Door het kiezen van een klankmodus hebt u de mogelijkheid om direct tijdens het gebruik tussen de vooraf ingestelde klankmodi neutraal, film, muziek en taal of de naar keuze in te stellen klankmodus gebruikersinstellingen te schakelen. > Selecteer met de Optiekeuze onder de optie Geluidsmodus de gewenste geluidsmodus.
6.9 Beeldmodus Met de beeldmoduskeuze hebt u de mogelijkheid terwijl u kijkt tussen de vooringestelde beeldmodi spaarstand (thuisgebruik), natuurlijk (standaard), intensief (presentatie), film (bioscoop) en PC (grafisch) en de naar behoefte in te stellen beeldmodus Gebruikersinstellingen te schakelen. > Selecteer met de Optiekeuze onder de optie Geluidsmodus de gewenste geluidsmodus.
6.10 Ondertiteling Wanneer een programma met uitgezonden ondertiteling wordt ingeschakeld, verschijnt in de infobox het ondertitelingssymbool . > Met behulp van de Optiekeuze kunt u onder de optie Ondertiteling de gewenste weer te geven ondertiteling kiezen.
6.11 Teletekst Uw tv-toestel kan teletekstinformatie weergeven van programma's die teletekstgegevens symbool in de infobox aangegeven. meezenden. Dit wordt door het
6.11.1 Teletekst in-/uitschakelen >
Druk op de toets Teletekst om de teletekst van het op dit moment ingestelde programma met zijn overzichtpagina te openen. 44
>
Om de teletekst te verlaten, drukt u op de toets Terug.
6.11.2 Pagina's kiezen >
Voer met de cijfertoetsen 0 tot 9 het nummer van de gewenste teletekstpagina van drie cijfers in.
>
Gebruik de gekleurde functietoetsen om de in de bijbehorende velden aangegeven pagina's op te roepen.
6.12 Beeldformaat / Zoom >
Met de toets Zoom/Formaat kunt u door de verschillende voorgedefinieerde formaten (origineel, optimaal, optimaal 16:9, totaalzoom en stretch) bladeren of de instelling gebruikersinstellingen oproepen, waarmee u het beeld naar eigen wens kunt aanpassen. Om het beeld naar eigen wens aan te passen staan de volgende mogelijkheden tot beschikking: rode functietoets beeldhoogte vergroten groene functietoets beeldhoogte verminderen gele functietoets beeldbreedte vergroten blauwe functietoets beeldbreedte verminderen pijltoetsen omhoog/omlaag beeld omhoog verplaatsen (alleen bij vergrote beeldhoogte) pijltoets omlaag beeld omlaag verplaatsen (alleen bij vergrote beeldhoogte) OK-toets zoomstappen doorlopen pijltoets links naar het door de gebruiker ingestelde formaat terugkeren
6.13 PiP- / PaP-functie Uw televisie beschikt zowel over een PiP-functie(PiP = Picture in Picture = beeld in beeld) als over een PaP-functie (PaP = Picture and Picture = beeld en beeld).
6.13.1 PiP- / PaP-functie oproepen >
Door op de toets PiP / PaP te drukken, wordt de PiP- resp. de PaP-functie ingeschakeld.
45
6.13.2 PiP- / PaP-beelden verwisselen >
Door op de toets Terug te drukken, worden beiden beelden omgewisseld. Het PiP-/PaP-beeld wordt het hoofdbeeld en omgekeerd.
6.13.3 PiP- / PaP-functie verlaten >
U kunt de PiP- resp. PaP-functie zowel door op de toets PiP / PaP, als door op de toets TV/Radio te drukken, verlaten.
6.14 Stilstaand beeld >
Door op de toets Stilstaand beeld te drukken, wordt het televisiebeeld stil gezet.
>
Door nogmaals op deze toets te drukken, wordt deze modus verlaten en keert u terug naar de normale weergave van het televisiebeeld. Terwijl het beeld stilstaat loopt de geluidsweergave gewoon door.
6.15 Sleeptimer Met de sleeptimer kunt u het tijdstip instellen waarop uw toestel uitschakelt. > Druk verschillende keren op de toets Sleeptimer om de sleeptimer in te stellen (15 minuten tot 120 minuten) of uit te schakelen.
6.16 Programmagids SFIplus Uw televisie beschikt over een elektronische programmagids SiehFern Info Plus. Hiermee kunt u de programma-informatie van afzonderlijke of verschillende digitale programma's op het beeldscherm weergeven en heel snel een overzicht krijgen van de lopende uitzendingen, de uitzendingen van vandaag of van de volgende dag. > Druk op de toets SFI om de elektronische programmagids op te vragen. De elektronische programmagids verschijnt met de ingestelde startcategorie. In de fabrieksinstelling is de startcategorie Overzicht geselecteerd. 4 1 5 2 6
3
1
Weergavetijd > geeft het tijdstip van de weer te geven uitzendingen aan. Tijdbalk > grafische voorstelling van de weergavetijd door een voortgangsbalk.
2
Programmanaam met bijbehorende programmapositie binnen de actieve favorietenlijst. 46
3
Voortgangsbalk resp. start-/stoptijd van de weergegeven uitzending.
4
Huidige datum en tijd.
5
Geeft aan dat er aanvullende informatie over de uitzending beschikbaar is.
6 >
Uitzendingen van de weergegeven programma's. U kunt met optiekeuze en met de onder in het beeld weergegeven functietoets de verschillende SFIplus-overzichten en -functies gebruiken.
>
Met behulp van de pijltoetsen rechts/links, de pijltoetsen omhoog/omlaag en de toetsen pagina omhoog/omlaag, kunt u het weergegeven tijdstip voor- of achteruit zetten resp. de markering verplaatsen. Druk op de toets SFI om de elektronische programmagids weer te verlaten.
>
6.17 Functiekeuze >
Als u op de toets functiekeuze drukt, kunt u het navigatiemenu (NAV-menu) openen en de gewenste functie kiezen.
6.18 HbbTV >
Schakel een programma in dat met HbbTV-gegevens wordt uitgezonden.
>
Start de HbbTV-toepassing door op de rode functietoets te drukken. De weergave en werking van HbbTV-toepassing wordt bepaald door de ontvangen gegevens. Gewoonlijk gaat de basisbediening zoals hierna beschreven.
>
Binnen een HbbTV-toepassing kan de markering met behulp van de pijltoetsen of met de afgebeelde toetsen worden verplaatst.
>
Met behulp van de toets OK wordt de gemarkeerde optie bevestigd en opgeroepen, indien deze gemarkeerde optie nog over verdere subopties beschikt.
>
De HbbTV-toepassing wordt afgesloten door op de toets Terug te drukken of zoals in de toepassing wordt aangegeven, bijv. door op de afgebeelde, gekleurde toets te drukken. Houd u bij de bediening altijd aan de aanwijzingen en beschrijvingen op het beeldscherm en aan de paragrafen 5.3.9 en 5.1 resp. 5.2 van de beknopte gebruiksaanwijzing.
6.20 Internet Indien een breedbandaansluiting aanwezig is, heeft u met uw apparaat toegang tot het internet. Hiervoor moet de televisie via een LAN of WLAN op het thuisnetwerk of de DSLrouter worden aangesloten. Door toegang tot het internet zijn verschillende internetfuncties als vrij bladeren, het gebruik van interactieve diensten, "video-on-demand" en het nieuwe TechniSat-serviceportaal ISIO Live beschikbaar. 47
Houd u hierbij ook aan de aanwijzingen en beschrijvingen op het beeldscherm en aan de paragrafen 5.3 en 5.1 resp. 5.2 van de beknopte gebruiksaanwijzing. Een voorgeprogrammeerde internetlijst maakt het gemakkelijker verschillende interessante internetpagina's op te roepen. Deze lijst kan naar wens worden uitgebreid en gewijzigd. Om een storingsvrije weergave van bewegende beelden te garanderen, moet ten minste een bandbreedte van 3Mbit/s beschikbaar zijn. Als de bandbreedte lager is, kan dit storingen (haperingen, stilstaand beeld) veroorzaken die niet op het onjuist functioneren van het apparaat zijn terug te voeren.
6.20.1 Internetpagina's met behulp van de internetlijst oproepen >
Druk bij normale werking van het apparaat één keer op de toets WWW of als er een internetpagina is geopend nog een keer op de toets WWW. Nu verschijnt de internetlijstennavigator. De laatste opgeroepen internetlink is gemarkeerd en wordt op de achtergrond geladen.
6.20.1.1 Link kiezen > >
U kunt met de pijltoetsen omhoog/omlaag, de toetsen pagina omhoog/ omlaag evenals met de cijfertoetsen de gewenste internetlink markeren. Door op de toets OK te drukken, wordt de gemarkeerde internetlink geopend. Hoelang het duurt voordat de gekozen pagina wordt weergegeven, hangt af van de gekozen pagina en van de bandbreedte van uw DSL-aansluiting.
6.20.1.2 Lijst kiezen Om het terugvinden van internetlinks te vergemakkelijken, beschikt het apparaat over verschillende internetlijsten. U kunt al uw volgens paragraaf 13 geconfigureerde Favorietenlijsten uitkiezen en op het scherm laten weergeven. > Kies met behulp van optiekeuze onder het punt Internetlijsten de gewenste internetlijst uit.
48
6.20.1.3 Op genre filteren >
Roep met behulp van de optiekeuze de optie Genrefilter op en markeer met de pijltoetsen omhoog/omlaag het genre waarop u de lijst wilt filteren.
>
Door op de toets OK te drukken wordt de lijst op het gekozen genre gefilterd.
Er kunnen verschillende genrefilters tegelijk worden ingesteld. Een aangebracht filter wordt aan de linkerkant met een vinkje aangegeven. Om een aangebracht filter te wissen, gaat u op dezelfde manier te werk als bij het plaatsen ervan door het filter te markeren dat verwijderd moet worden.
6.20.2 Internetpagina's oproepen door een URL in te voeren Naast de mogelijkheid om internetlinks te kiezen, kunnen de gewenste internetpagina's ook worden opgeroepen door hun adres/URL handmatig in te voeren (Uniform Resource Locator). > Druk bij normale werking van het apparaat één keer op de toets WWW of als er een internetpagina is geopend één keer op de toets WWW. of > Kies binnen optiekeuze onder de optie Navigeren de optie URL invoeren.
6.20.3 Navigeren binnen een geopende internetpagina >
> > >
Nadat de gewenste internetpagina is geladen en wordt weergegeven, verschijnt of een door een kleur geaccentueerd kader/begrip/tekst of een zogeheten muisaanwijzer op het beeldscherm. Met de pijltoetsen kan de markering/het kader/de muisaanwijzer naar een daarvoor bedoelde plek (bijv. een andere link, een knop, uitklapmenu enz.) worden bewogen. Door op de toets OK te drukken, wordt de bijbehorende handeling uitgevoerd. Door op de toets Terug te drukken, kan naar de vorige pagina worden gebladerd en door op de toets Info (vooruit) naar de laatst opgeroepen pagina voordat er terug werd gebladerd. Als u bijv. het TechniSat ISIOControl Keyboard (art.nr. 0001/3850) gebruikt en volgens paragraaf 5.3.7 van de beknopte gebruiksaanwijzing de muisnavigatie is ingeschakeld, kan met de zogenaamde trackball van het toetsenbord de muisaanwijzer op het beeldscherm worden bediend, waardoor het gebruik van het internet aanzienlijk wordt vergemakkelijkt.
49
6.20.4 Tabbladen gebruiken Om het wisselen tussen bezochte internetpagina's gedurende een sessie gemakkelijker te maken en sneller te laten verlopen, kunnen tot maximaal drie tabbladen worden geplaatst. De tabbladen worden na het beëindigen van iedere internetsessie gesloten. >
U kunt een nieuw tabblad openen door in de optiekeuze onder de optie Tabbladen de optie nieuwe tabblad te selecteren.
>
Om naar een al aanwezig tabblad te springen, moet dit in optiekeuze onder de optie Tabbladen gemarkeerd en met OK bevestigd worden.
6.20.5 Pagina opnieuw laden >
Selecteer hiervoor in optiekeuze de optie Actualiseren om de op dit moment geopende internetpagina opnieuw te laden.
6.20.6 Laadproces afbreken >
Om het laden van een internetpagina af te breken of te onderbreken, kiest u met Optiekeuze de optie Afbreken.
6.20.7 Favoriet aan de internetlijst toevoegen Vaak gebruikte internetpagina's kunnen aan de internetlijst worden toegevoegd om later makkelijk te kunnen worden opgeroepen. > Roep eerst via de URL-invoer de internetpagina op die als favoriet aan de internetlijst moet worden toegevoegd. > Kies vervolgens in Optiekeuze de optie Favoriet toevoegen. De link van de opgeroepen internetpagina wordt aan het eind van de internetlijst toegevoegd en kan naar een willekeurige plaats binnen de internetlijst worden verplaatst en in andere favorietenlijsten opgenomen of worden hernoemd.
6.20.8 Zoekmachine >
Wanneer via optiekeuze de optie Zoeken wordt opgeroepen, verschijnt automatisch de internetpagina van de in paragraaf 5.3.8 van de gebruiksaanwijzing geselecteerde zoekmachine.
6.20.9 Status >
Selecteer in optiekeuze onder de optie Status de optie algemene status resp. Veiligheidsstatus, om verschillende technische details van de actieve internetpagina te laten weergeven.
6.20.10 Internetgebruik beëindigen >
Om van een opgeroepen internetpagina naar normaal gebruik te schakelen, moet op de toets TV/Radio of drie keer op de toets WWW worden gedrukt.
50
7 DVR-functie Dankzij de DVR-functie (DVR=Digital Video Recorder) heeft u voor het opnemen van een uitzending geen extern opnameapparaat (bijv. video- of DVD-recorder) meer nodig, omdat deze met deze functie op de interne harde schijf kan worden opgenomen. Er kunnen DVR-opnamen van programma's van de volgende bronnen worden gemaakt: DVB-S, DVB-C, DVB-T, analoge CT, externe A/V-bronnen (voorzijde) en EuroAV. Houd u hiervoor altijd aan de aanwijzingen en instellingen van paragraaf 7 van de beknopte handleiding.
7.1 DVR-opname Voor DVR-opnamen zijn de volgende opnamemodi beschikbaar: 1. Onmiddellijke opname Kies dit type opname om een al lopende uitzending met een druk op de knop onmiddellijk op te nemen. 2. Timergestuurde opname Met deze functie wordt de televisie voor een bepaalde uitzending in- en uitgeschakeld om deze, bijv. tijdens uw afwezigheid, op te nemen. U kunt de timer zowel handmatig als automatisch met behulp van de SFIplus-functie programmeren. 3. Timeshift-opname Met de timeshift-opname is het mogelijk om uitgesteld televisie te kijken. U kunt dan een uitzending, terwijl de opname nog loopt, later weergeven.
7.1.1 Onmiddellijk opnemen >
Zet het programma/de bron aan waarvan u een opname zou willen maken.
>
Druk op de toets Opname om de lopende uitzending op te nemen.
>
Druk op de toets Pauze / weergave om de weergave van de lopende uitzending op een bepaald punt stop te zetten.
>
Druk nogmaals op de toets Pauze / weergave om de weergave van de uitzending op dit punt weer te hervatten.
7.1.2 TimeShift-opname >
Als u het bekijken van een uitzending bijv. vanwege een telefoongesprek o.i.d. moet onderbreken, kan door op de toets Pauze / weergave te drukken de weergave van deze uitzending worden gestopt en tegelijk de opname van de lopende uitzending worden gestart.
>
Om de weergave van de uitzending vanaf dit punt verder te laten gaan, moet opnieuw op de toets Pauze / weergave worden gedrukt. De uitzending wordt nu met een tijdsverschil t.o.v. de live-uitzending waargenomen (timeshift) terwijl de lopende uitzending op de achtergrond verder wordt opgenomen.
7.1.3 Opname handmatig beëindigen >
Kies evt. eerst de te beëindigen opname uit door, zoals beschreven in paragraaf 6.2 van de beknopte handleiding, het programma te selecteren dat wordt opgenomen. 51
>
Druk op de toets Stop. Er wordt nu gevraagd of de opname moeten worden opgeslagen of gewist.
>
Kies Opslaan om de opname op te slaan, Wissen om de opname niet op te slaan of Terug om de opname door te laten gaan.
7.1.4 Opname automatisch beëindigen >
Door op de toets opname te drukken wordt een venster met de ter beschikking staande functies geopend.
>
Kies bijv. +1 uur om de televisie gedurende deze tijd het programma te laten opnemen waarna vervolgens de opname automatisch wordt gestopt.
7.1.5 Timeropnamen Met deze functie wordt de televisie voor een bepaalde uitzending in- en uitgeschakeld om deze, bijv. tijdens uw afwezigheid, op te nemen. Hiervoor kunt u de timer handmatig of automatisch met behulp van de SFIplus-functie programmeren.
7.2 DVR-weergave Toegang tot de DVR-opnamen kan met de DVR-navigator worden verkregen.
7.2.1 DVR-navigator oproepen De DVR-navigator kan op de volgende manieren worden opgeroepen. Al naargelang de TV- of radiofunctie werkzaam is, verschijnt er een lijst met de op de interne harde schijf aanwezige TV- of radio-opnamen.
52
Met de toets Info kunt u de uitzendingsinformatie weergeven en door nogmaals indrukken weer verbergen.
7.2.1.1 De TV-modus afsluiten > of >
Druk terwijl de TV wordt gebruikt, op de toets Stop / DVR om direct naar de DVRnavigator te gaan. Open door op de toets OK te drukken de programmalijstennavigator en ga met de toets Stop / DVR naar de DVR-navigator.
of >
Kies binnen Functiekeuze het punt Films / DVR.
>
Roep nu de map Eigen opnamen op.
7.2.1.2 De weergave van een lopende / beschikbare DVR-opname beëindigen > of >
Open door op de toets OK te drukken de DVR-navigator. Kies binnen Functiekeuze het punt Films / DVR.
>
Roep nu de map Eigen opnamen op.
7.2.2 Pauze / stilstaand beeld >
Om de weergave van een uitzending stop te zetten (stilstaand beeld), drukt u tijdens de weergave op de toets Pauze / weergave.
>
Druk opnieuw op de toets Pauze / weergave om de weergave vanaf hetzelfde punt te hervatten.
7.2.3 Snel vooruit- en terugspoelen Om een bepaald punt in een opname te bereiken, beschikt de DVR over de functies snel vooruit en terugspoelen. >
Druk tijdens de weergave op de toets Vooruitspoelen resp. Terugspoelen. Nu verschijnt uu of ⊳⊳ in het eerder genoemde kleine informatievenster. De film wordt nu met 4-voudige snelheid in de gekozen richting weergegeven.
53
>
Als opnieuw op Vooruitspoelen of Terugspoelen wordt gedrukt, wordt de snelheid tot het 16-voudigeverhoogd. Er verschijnt een tekst uuu resp. ⊳⊳⊳.
>
Als opnieuw op Vooruitspoelen of Terugspoelen wordt gedrukt, wordt de snelheid tot het 64-voudigeverhoogd (in de infobox verschijnt uuuu resp. ⊳⊳⊳⊳).
>
Door opnieuw op Vooruitspoelen of Terugspoelen te drukken, kan in stappen van 10 minuten vooruit resp. terug worden gesprongen.
>
Als het gezochte punt van de film is bereikt, kunt u met de toets Pauze / weergeven terugkeren naar de normale weergave.
7.2.4 Jogshuttle-functie >
Druk tijdens de weergave op de toets Jogshuttle (stilstaand beeld) om naar de jogshuttle-modus te gaan. De weergave van de opname wordt stopgezet (stilstaand beeld) en in de infobox verschijnt uII.
>
Door evt. meerdere keren op de pijltoetsen rechts/links te drukken, kan de snelheid en richting van de weergave worden veranderd al naargelang de weergegeven indicaties en snelheden. Door op de pijltoets omhoog resp. de pijltoets omlaag te drukken, wordt steeds het volgende frame in voorwaartse resp. achterwaartse richting weergegeven.
>
7.2.5 Naar markeringen springen De mogelijkheid bestaat om tijdens de weergave direct naar die punten van de opname te gaan waar eerder markeringen zijn geplaatst. > Kies met behulp van Optiekeuze onder de optie Markering de markering om naar het gewenste punt van de opname te springen.
7.2.6 Weergave beëindigen >
Druk op de toets Stop om de weergave te beëindigen. De weergave wordt beëindigd en de televisie keert terug naar de tv-functie. Hierbij "onthoudt" de televisie het punt van de opname waarop de weergave beëindigd werd. Als de weergave van deze opname opnieuw wordt gestart, wordt deze automatisch voortgezet op het punt waarop hij eerder werd beëindigd.
54
55
Garantie
TechniSat
Garantiebewijs
5 jaar
Garantie
Geachte klant, U hebt een hoogwaardig TechniSat-product gekocht, dat in iedere productiefase aan verschillende kwaliteitstests en aan een strikte eindcontrole is onderworpen. Als zich tegen alle verwachting in toch een storing aan het apparaat voordoet, hebt u in ieder geval recht op een 2-jarige, wettelijke garantie. Op deze garantie kunt u vanzelfsprekend te allen tijde en zonder productregistratie aanspraak maken. De verplichting om te bewijzen dat de fout reeds bij het apparaat aanwezig was op het moment van aankoop, ligt echter volgens wettelijke bepaling vanaf de zevende maand na aankoop bij u. Hiervoor biedt TechniSat een andere oplossing. Door het opsturen van de volledig ingevulde en ondertekende TechniSatregistratiekaart, wordt uw wettelijke, 2-jarige garantie omgezet in een 3-jarige garantie. Hierdoor wordt u gedurende drie jaar vanaf de aankoopdatum (zoals aangegeven op de aankoopbon) van uw wettelijke verplichting verlost om een fabricagefout te bewijzen en wordt bij een garantieclaim - naar oordeel van TechniSat -, uw apparaat zonder kosten gerepareerd of door een zogoed als nieuw en vergelijkbaar apparaat vervangen. Om aanspraak op de volledige garantie te kunnen maken, moet er bij het installeren rekening mee worden gehouden dat alleen originele TechniSat-accessoires (zoals bijv. kabels, stekkers, enz.) mogen worden gebruikt. Vervallen van de garantie Bij niet door TechniSat uitgevoerde ingrepen aan het apparaat of wijzigingen van het apparaat (bijv. door aanpassingen van de hard- of software), vervalt iedere aanspraak op garantie. Onder de garantie valt bovendien geen schade die het gevolg is van het onjuist installeren of de verkeerde bediening evenals bij veranderde of gewiste serienummers of mechanische beschadiging door ongelukken of schokken. De garantie dekt geen schade of kosten met betrekking tot het verlies van gegevens, bijv. van opgeslagen zenderlijsten of opnamen op een harde schijf. Handelswijze bij een defect Als uw TechniSat-apparaat ondanks onze uiterst moderne productiewijze en voortdurende kwaliteitscontroles toch een defect vertoont, verzoeken wij u om eerst contact op te nemen met uw dealer of met onze technische dienst onder +49 (0) 180/5 005907 (€ 0,14 /min. vanuit het Duitse vaste netwerk, bij gesprekken vanuit het buitenland of vanaf een mobiel netwerk gelden andere tarieven). Als het probleem niet op deze manier kan worden opgelost, verzoeken wij u om contact op te nemen met uw dealer of leverancier.
Vul in ieder geval de registratiekaart in en stuur hem op! Of registreer u gewoon bij www.technisat.com
De som van alle voordelen ∙ www.technisat.com
56
Garantie
TechniSat
Garantie-informatie Aanspraak op de garantie kan alleen worden gemaakt als 1. De volledig ingevulde registratiekaart binnen 4 weken na aankoop bij ons is binnengekomen of u het product in deze periode online hebt geregistreerd. 2. U voor het repareren van het defect eerst contact met uw dealer of onze technische dienst hebt opgenomen onder +49 (0) 180/5 005907 (€ 0,14 /min. vanuit het Duitse vaste netwerk, bij gesprekken vanuit het buitenland of vanaf een mobiel netwerk gelden andere tarieven). 3. U het servicerapport volledig hebt ingevuld, inclusief een exacte beschrijving van de storing. 4. Het defecte apparaat inclusief alle toebehoren (bijv. netsnoer, afstandsbediening enz.), maar zonder smartcards en CI-module (die geen deel uitmaken van de leveringsomvang) in de originele verpakking samen met een aankoopbewijs (kopie van de rekening of kassabon) en het ingevulde servicerapport aan de verkoper wordt overhandigd. U krijgt het servicerapport met de bijbehorende opmerkingen van onze servicewerkplaats samen met het gerepareerde apparaat terug.
Zo registreert u uw product 1) Registratie via het internet: Vul gewoon het online garantieformulier op de TechniSat-website (www.technisat.com) in en uw product is bij TechniSat geregistreerd.
2) Registreren over de post: De ingevulde TechniSat-registratiekaart langs de stippellijn afknippen en in een voldoende gefrankeerde envelop naar het volgende adres sturen (zie rechts):
TechniSat Teledigital GmbH - TechniSat Garantie Nordstraße 4a D-39418 Staßfurt Duitsland
57
Servicerapport voor de garantieclaim Als uw apparaat ondanks onze uiterst moderne productiewijze en voortdurende kwaliteitscontroles tegen alle verwachting in een defect vertoont, verzoeken wij u om eerst contact op te nemen met onze technische hotline onder +49 (0) 180/5 005907 (€ 0,14 /min. vanuit het Duitse vaste netwerk, bij gesprekken vanuit het buitenland of vanaf een mobiel netwerk gelden andere tarieven.. Als het probleem niet op deze manier kan worden opgelost, verzoeken wij u om contact op te nemen met uw dealer of leverancier. Vul hiertoe vooraf het volgende servicerapport in.
Servicerapport Opmerking
Serie-nr.
Het serie- en artikelnummer bevinden zich op de achterzijde van de doos of op
Artikel-nr.:
het apparaat.
Achternaam: Voornaam: Adres: Postcode:
Woonplaats:
Telefoon: optatief
✂
TechniSat-
(hier afknippen a.u.b.)
5
Registratiekaart
Garantie
jaar
5 jaar garantie Door het opsturen van de volledig ingevulde en ondertekende TechniSat-registratiekaart, wordt uw wettelijke, 2-jarige garantie omgezet in een 3-jarige garantie. Hierdoor wordt u gedurende 3 jaar vanaf de aankoopdatum (zoals aangegeven op de aankoopbon) van uw wettelijke verplichting verlost om een fabricagefout te bewijzen en wordt bij een garantieclaim - naar oordeel van TechniSat -, uw apparaat zonder kosten gerepareerd of door een zogoed als nieuw en vergelijkbaar apparaat vervangen.
Achternaam: Voornaam: Adres:
Postcode: Telefoon: optatief
Woonplaats: (voor eventuele nadere inlichtingen)
E-mail: optatief
TechniSatdealer-nr.:
Aankoopdatum:
in te vullen door de dealer, wanneer de registratie bij de dealer heeft plaatsgevonden
58
Servicerapport voor de garantieclaim Beschrijving storing Geef een korte beschrijving van het defect aan uw apparaat
Houd er rekening mee dat een reparatie in het kader van de garantie alleen snel en vlot kan verlopen als dit volledig ingevulde servicerapport samen met het aankoopbewijs (leveringsbon, rekening, kassabon o.a.) en het defecte apparaat in de originele verpakking inclusief alle toebehoren (bijv. netsnoer, afstandsbediening) en met een nauwkeurige omschrijving van het defect zijn opgestuurd. U krijgt het servicerapport met de bijbehorende opmerkingen van onze servicewerkplaats samen met het gerepareerde apparaat terug.
✂
(hier afknippen a.u.b.)
TechniSat-
Registratiekaart Dit veld moet worden ingevuld om aanspraak op de garantie te kunnen maken! Het serienummer staat op de achterzijde van de doos of op het apparaat.
Serie-nr. Gekocht bij: Belangrijk: Ter registratie aankruisen
Ja, ik wil mijn wettelijke, 2-jarige garantietermijn omzetten in een 3-jarige garantietermijn en verleen daarom toestemming aan TechniSat mijn adres te gebruiken om per post informatie toe te sturen. Ja, ik wil ook informatie per e-mail ontvangen (optatief). Datum, handtekening
Aanwijzing Door uw handtekening gaat u ermee akkoord dat TechniSat Digital GmbH uw adres gebruikt om informatie via de post en evt. e-mail informatie op te sturen en contact met u op mag nemen. Uw gegevens worden niet aan derden overgedragen. Uw toestemming kunt u te allen tijde schriftelijk herroepen bij TechniSat Digital GmbH, TechniPark, D-54550 Daun/ Vulkaneifel, Duitsland (ter attentie van de verantwoordelijke voor gegevensbescherming) of per e-mail aan bescherming_privacy@ technisat.com. Het omzetten van de 2-jarige wettelijke garantietermijn in een 3-jarige garantietermijn, vindt alleen plaats na het aankruisen van het eerste vakje en het ondertekenen van de registratiekaart.
De registratiekaart moet uiterlijk binnen 4 weken na aankoop van het apparaat door TechniSat zijn ontvangen.
59
Uw toestel draagt het CE-keurmerk en voldoet aan alle vereiste EU-normen. Onder voorbehoud van wijzigingen en drukfouten. Stand 11/11 Kopiëren en reproductie uitsluitend met toestemming van de uitgever. MultyVision 32 ISIO, MultyVision 40 ISIO, MultyVision 46 ISIO en TechniSat zijn geregistreerde handelsmerken van TechniSat Digital GmbH Postfach 560 D-54550 Daun - Duitsland www.technisat.com Technische hotline Ma. - Vr. 8.00 - 19.00 +49 (0) 180/5 005907* *(€ 0,14 /min. vanuit het Duitse vaste netwerk, bij gesprekken vanuit het buitenland of vanaf een mobiel netwerk gelden andere tarieven.)
2239240001700