Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 29 april 2008 Nummer voorstel: 2008/40 Voor raadsvergadering d.d.:
13-05-2008
Agendapunt:
18
Onderwerp: Visiedocument mantelzorgondersteuning en vrijwilligerswerk Aan de raad van de gemeente Steenwijkerland wordt voorgesteld te besluiten: Conceptbesluit: 1. De gemeenteraad stelt twee visiedocumenten vast : a. Het visiedocument Mantelzorgondersteuning b. Het visiedocument Vrijwilligersbeleid. De gemeente voldoet hiermee tevens aan de Wmo-verplichting, zoals aangegeven in prestatieveld 2 de gemeenteraad besluit dat er twee werkconferenties worden georganiseerd in 2008; een over mantelzorgondersteuning en een over vrijwilligersbeleid. Voor de werkconferenties worden belanghebbenden en professionele organisaties uitgenodigd. De werkconferenties hebben tot doel ; - scheppen van draagvlak voor de visie van de gemeente - leveren van input voor concretisering van de visie in uitvoerend beleid. 3. de gemeenteraad besluit voor de werkconferentie mantelzorgondersteuning, mantelzorgers extra te faciliteren, zodat zij in staat worden gesteld zelf de werkconferentie bij te wonen. Onderzocht wordt de mogelijkheid eenmalig extra zorg aan huis voor een dagdeel (4 uren). De kosten daarvan worden door de gemeente betaald en gedekt uit de eenmalige extra subsidie van het rijk in 2008 voor mantelzorgondersteuning. 4. De gemeenteraad heeft kennis genomen van de adviezen van de Wmo raad en de Wmo adviesgroep. De gemeenteraad besluit de adviezen van de Wmo raad en Wmo adviesgroep in te brengen in de werkconferenties.
1
Voorwoord. De gemeente hecht groot belang aan ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligerswerk. Zij heeft daarom haar visie geformuleerd in twee visiedocumenten. Hermee voldoet de gemeente tevens aan de Wmo verplichting, zoals geformuleerd in prestatieveld 4. De gemeente besluit, mede op voorstel van het ministerie, om prestatieveld 4 te onderscheiden in twee beleidsdomeinen: mantelzorg en vrijwilligerswerk. In elk document is daarvoor de argumentatie aangegeven. Voor beide onderwerpen is een visiedocument geformuleerd. Deze visiedocumenten werden voorgelegd aan de Wmo raad ( belangenbehartigers) en de Wmo adviesgroep ( professionals). Het advies van Wmo raad en Wmo adviesgroep is positief, de adviezen zijn opgenomen in de bijlagen. Enkele adviezen zijn reeds verwerkt in de tekst. Aan het eind van elk document wordt onder meer voorgesteld in 2008 de visie uit te werken in concreet beleid met behulp van een werkconferentie met burgers, betrokkenen en organisaties. Dus een werkconferentie voor mantelzorgondersteuning en een werkconferentie voor vrijwilligerbeleid. De adviezen van Wmo raad en Wmo adviesgroep worden ingebracht in elke werkconferentie. Bij het concretiseren van ondersteuning aan mantelzorgers doet zich in heel het land het probleem voor dat mantelzorgers daar maar moeizaam zelf bij betrokken kunnen worden. Velen van hen zijn niet als mantelzorger bekend en mantelzorgers kunnen moeilijk weg van huis. Voorgesteld wordt extra aandacht te besteden aan het faciliteren van mantelzorgers zodat zij kunnen deelnemen aan de werkconferentie mantelzorgondersteuning. Nagegaan wordt of vervangende zorg aan huis kan worden geboden. De eenmalige kosten ( bv. een middag van 4 uren) worden gedekt uit de eenmalige extra subsidie van het Rijk voor 2008.
Visiedocument Mantelzorgondersteuning
Steenwijkerland, februari 2008
1.
Inleiding
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) maakt gemeenten per 1 januari 2007 verantwoordelijk voor een samenhangend stelsel van ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen en aan de samenleving te kunnen deelnemen. Gemeenten moeten beleid voeren op negen ‘prestatievelden’, zoals het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning, het verlenen van voorzieningen voor mensen met een beperking èn het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. In de Wmo is de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in één prestatieveld ondergebracht. Hoewel beide thema’s verschillen naar inhoud van de activiteiten en naar de motivatie van betrokkenen, zijn ze gebundeld vanwege de overzichtelijkheid van het aantal prestatievelden. Bovendien hebben beide thema’s te maken hebben met de inzet voor de naasten. De begrippen mantelzorg en vrijwilligerswerk worden vaak door elkaar gehaald. Toch zijn er grote verschillen. Een mantelzorger kiest er niet voor om te gaan zorgen. Mantelzorgers zorgen soms 24 uur per dag, kunnen de zorg niet zomaar beëindigen en verrichten soms verpleegkundige handelingen. Vrijwilligers kiezen ervoor om vrijwilligerswerk te doen. Het verlenen van zorg is slechts één van de vele vormen van vrijwilligerswerk. Als zij met het vrijwilligerswerk starten, is er (nog) geen emotionele band. Daarnaast zorgen zij voor een afgebakende tijd (bijvoorbeeld een dagdeel per week) en kunnen zij de zorg op eigen initiatief beëindigen. Vanwege de inhoudelijke verschillen heeft de gemeente Steenwijkerland ervoor gekozen om voor zowel vrijwilligersbeleid als mantelzorgondersteuning een apart visiedocument op te stellen.
2.
Begripsbepaling
Mantelzorg is de verzamelnaam voor allerlei vormen van zorg voor naasten/familieleden zoals huishoudelijke hulp, verzorging en emotionele steun. Mantelzorg is meestal geen bewuste keuze. Het overkomt je, omdat je een emotionele band hebt met degene die zorg nodig heeft. Men rolt erin en heeft vooraf geen idee hoe lang de zorg gaat duren. Ook als dit vele jaren is, houden de meeste mantelzorgers het vol tot de situatie onhoudbaar wordt en opname in een instelling onontkoombaar is. Mantelzorgers zorgen vaak langdurig en altijd onbetaald voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers zijn geen beroepsmatige zorgverleners, maar geven zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie ze zorgen. De groep ontvangers van mantelzorg is van uiteenlopende aard: het kan gaan om ouderen, maar ook om mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Het ministerie omschrijft in het kader van de Wmo mantelzorg als volgt : Mantelzorg is langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hupbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtsreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
4
Samenvatting visie gemeente Steenwijkerland.
1. Ondersteuning van mantelzorgers behoort vanzelfsprekend te zijn en onderdeel uit te maken van het dagelijks leven in elke leefgemeenschap. 2. Waar sprake is van mantelzorg, is in de visie van de gemeente Steenwijkerland, de professionele zorg ondersteunend aan mantelzorg. De gemeente wil samen met haar strategische partners in de zorg dit uitgangspunt verder uitwerken. 3. De gemeente Steenwijkerland gaat uit van het zodanig benutten van bestaande sociale verbanden en professionele (thuis-) zorg, dat deze tesamen door burgers worden ervaren als natuurlijke bondgenoot van de mantelzorger. Mantelzorgondersteuning zo dicht mogelijk bij huis. 4. Ondersteuning van mantelzorgers is daarmee onderdeel van integraal gemeentelijk beleid op het gebied van wonen, welzijn en zorg. 5. De gemeente Steenwijkerland streeft naar het realiseren van een zorgservicepunt in elke leefgemeenschap. Hoe dit zorgservicepunt wordt opgezet en ingericht is afhankelijk van de lokale omstandigheden. Het zorgservicepunt biedt – mede – ondersteuning aan mantelzorgers. 6. Individuele verstrekkingen worden in het verlengde daarvan gezien. Pas wanneer de sociale infrastructuur, voorzieningen en professionele ondersteuning van mantelzorgers door de (thuis-) zorgmedewerkers onvoldoende zijn, komen individuele verstrekkingen voor ondersteuning van mantelzorgers in beeld. 7. de basisfuncties in de ondersteuning van mantelzorgers die de staatssecretaris tot de verantwoordelijkheid van de gemeente rekent, zullen begin 2008 nader benoemd worden. De gemeente Steenwijkerland zal deze basisfuncties op basis van haar visie uitwerken en invullen middels zorgservicepunten en individuele verstrekkingen. 8. Jonge mantelzorgers behoeven bijzondere aandacht en extra steun. De gemeente zal in de uitwerking van haar visie naar concreet beleid hiervoor maatregelen treffen.
TOELICHTING OP DE VISIE.
1.
Omvang en belang mantelzorg
Mantelzorgers dragen in belangrijke mate bij aan de zelfredzaamheid en participatie van anderen. Uit onderzoek van het SCP 1 komt naar voren dat binnen het geheel van de zorg mantelzorg een zeer belangrijke plaats inneemt: ongeveer 80% van de zorg aan mensen thuis komt voor rekening van mantelzorgers. Huishoudelijke hulp, maar ook persoonlijke verzorging en begeleiding zijn belangrijke activiteiten van mantelzorgers. In Nederland zijn ongeveer 1 miljoen mantelzorgers actief. 750.000 mensen bieden mantelzorg gedurende een periode van meer dan 3 maanden en gedurende meer dan 8 uur per week. Vertaald naar Steenwijkerland zou dit betekenen dat in de gemeente ongeveer 2.700 mantelzorgers actief zijn. Ruim 2.000 van hen zouden dan mantelzorg bieden langer dan 3 maanden en gedurende meer dan 8 uur per week. Mantelzorg kan zeer intensief zijn. Zo blijkt uit genoemd onderzoek dat mantelzorgers gemiddeld 19 uur per week zorg bieden; voor huisgenoten/partners kan dit gemiddelde zelfs oplopen tot 45 uur per week. Deze aantallen geven aan dat zonder de mantelzorg het Nederlandse zorgsysteem niet houdbaar zou zijn. Dat roept de vraag op waarom mensen een zo zware taak op zich nemen. Het is belangrijk erop te wijzen dat mantelzorg geen maatschappelijke verplichting is. Het verlenen van mantelzorg is een keuze van het individu; de overheid treedt hier niet in. De belangrijkste motieven van mensen om zich (langdurig en intensief) in te zetten voor een naaste zijn liefde en genegenheid (32% van de mantelzorgers), vanzelfsprekendheid (32%) en plichtsbesef (13%). Volgens het SCP biedt 76% van de mantelzorgers deze zorg met veel voldoening. Mantelzorg is niet alleen voor het individu belangrijk. Als uiting van solidariteit met mensen die wegens langdurige ziekte of gebrek niet in staat is voor zich zelf op te komen, is mantelzorg ook maatschappelijk van belang. Mantelzorg wordt niet voor niets wel het cement voor de samenleving genoemd. De betekenis van mantelzorg kan ook in financiële termen worden uitgedrukt. In feite gaat het dan om de vraag wat de financiële gevolgen zouden zijn als van het ene op het andere moment alle mantelzorgers uit zouden vallen. Afhankelijk van de gehanteerde uitgangspunten is landelijk een bedrag tussen de 1 en de 6 miljard euro nodig om de mantelzorg door professionele zorg te vervangen. Het geeft aan dat – hoewel dat vanzelfsprekend niet het motief is van mensen om deze zorg te verlenen - deze uiting van solidariteit en eigen verantwoordelijkheid de samenleving veel geld bespaart. 2.
Knelpunten
Hoewel mantelzorgers het vaak vanzelfsprekend vinden om te zorgen, lopen zij tegen verschillende knelpunten aan2: • • •
De zorg die door mantelzorgers wordt geleverd is vaak moeilijk te combineren met een betaalde baan. Mantelzorgers maken vaak extra kosten die nergens te verhalen zijn. Voor veel mantelzorgers dreigt overbelasting: er zijn vaak te weinig mogelijkheden om de zorg tijdelijk over te dragen (respijtzorg).
1
Bron: “Mantelzorg in getallen”, uitgave van het Sociaal en Cultureel Planbureau, 2003
2
Bron: Mezzo, Landelijke vereniging voor vrijwilligerszorg en mantelzorg
Voor vragen van mantelzorgers is vaak onvoldoende ruimte: de aandacht van anderen richt zich vooral op de persoon die door de mantelzorger wordt ondersteund.
•
Uit een toekomstverkenning die onlangs door het SCP is uitgevoerd3 blijkt dat de behoefte aan mantelzorg en de bereidheid om mantelzorg te bieden momenteel in balans zijn. Positieve krachten (zoals een toenemend opleidingsniveau, demografische ontwikkelingen, een toenemend zorgpotentieel van ouderen) en belemmerende factoren (toenemende geografische afstand tussen bijvoorbeeld ouders en kinderen, het verrichten van arbeid) houden elkaar nu en in de toekomst redelijk in evenwicht. Tegelijk wordt geconstateerd dat dit evenwicht door verschillende factoren kan worden verstoord en dat er reden is voor waakzaamheid. 3.
Visie landelijke overheid
In oktober 2007 heeft de staatssecretaris van VWS de beleidsbrief mantelzorg en vrijwilligerswerk aan de Tweede Kamer aangeboden. In deze beleidsbrief worden voor de ondersteuning van mantelzorgers drie speerpunten genoemd: 1.
Versterking van de lokale ondersteuning
Mantelzorgers moeten in elke gemeente kunnen rekenen op een goed aanbod van ondersteuning. De basisfuncties van die ondersteuning worden landelijk begin 2008 benoemd. Het gaat hierbij om het bieden van informatie en advies, het bieden van verschillende vormen van ondersteuning (emotioneel en educatief, financieel en materieel) en een lokaal aanbod van respijtzorg als aanvulling op de vanuit de AWBZ gefinancierde respijtzorg. Op basis van het benoemen van de basisfuncties wordt een vierjarig actieprogramma vastgesteld voor een kwaliteitsimpuls voor de lokale ondersteuning. De staatssecretaris stelt hiervoor landelijk € 2 miljoen extra op jaarbasis beschikbaar. 2.
Meer mogelijkheden voor het combineren van arbeid en mantelzorg
Om gesignaleerde knelpunten bij het combineren van arbeid en mantelzorg te verlichten stelt de staatssecretaris de volgende maatregelen voor: • Het combineren van arbeid en mantelzorg wordt actief opgepakt vanuit de taskforce Deeltijd Plus, een taskforce van het ministerie SZW. • Begin 2008 sluit de staatssecretaris met minimaal drie grote bedrijven een bondgenootschap ter bevordering van mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid. • Er wordt – samen met SZW - onderzoek gedaan naar het gebruik van regelingen en naar de inhoud van CAO’s met betrekking tot zorg en arbeid • Samen met BZK (Binnenlandse Zaken) wordt de communicatie over mogelijkheden voor mantelzorg binnen het rijk geïntensiveerd 3.
Minder zwaarbelaste mantelzorgers
De staatssecretaris zegt in de beleidsbrief het volgende toe: • Respijtzorg en ondersteuning aan allochtone en jonge mantelzorgers worden nadrukkelijk meegenomen in de concretisering van de basisfuncties en de daaruit voortvloeiende kwaliteitsimpuls voor de lokale ondersteuning. • Er worden initiatieven genomen om de instrumentontwikkeling en spreiding van goede voorbeelden en kennis op genoemde terreinen te stimuleren en toe te passen, bijvoorbeeld in de kinderopvang.
3
Toekomstverkenning Informele Zorg, Blijvend in balans, uitgave SCP, 2007 7
4.
Visie gemeente Steenwijkerland
4.1.
Algemeen
De visie van de staatssecretaris is, naar de mening van de gemeente Steenwijkerland, niet vernieuwend en integraal genoeg. De aangekondigde beleidsmaatregelen borduren voort op bestaande vormen van ondersteuning. Er wordt geen enkele relatie gelegd met bestaande wijk- en kerngebonden voorzieningen, sociale infrastructuur en sociale verbanden van burgers zelf. De staatssecretaris benadert ondersteuning van mantelzorgers vanuit dezelfde invalshoek als het aanvragen van professionele zorg. Voorbeelden van ondersteuning van mantelzorg die de staatssecretaris noemt zijn ondermeer: • Een soort indicatie die mantelzorgers zouden kunnen aanvragen bij de gemeente. Op grond van deze “mantelzorgerkenning” zou de gemeente een vorm van ondersteuning kunnen toekennen; • Een andere mogelijkheid is het afsluiten van een contract tussen mantelzorger en gemeente over de aard en omvang van de ondersteuning waarop de mantelzorger mag rekenen; • Het uitwerken van de compensatieplicht: op welke manier kunnen mantelzorgers worden ondersteund op het moment dat zij hun zorgtaken tijdelijk niet kunnen uitvoeren; • Bezien of een toenemende behoefte aan zorg mogelijk beter beantwoord kan worden met een extra ondersteuning van de mantelzorger dan met een extra uur professionele zorg; • CAO afspraken met werkgevers, die het combineren van werk en mantelzorgtaken beter mogelijk maken; • Verbetering van de informatievoorziening over de mogelijkheden die nu al bestaan om werk en mantelzorgtaken te combineren.
In de visie van de gemeente Steenwijkerland behoort ondersteuning van mantelzorgers vanzelfsprekend te zijn en onderdeel uit te maken van het dagelijkse leven in elke leefgemeenschap. Ondersteuning van mantelzorgers moet ingebed te zijn in de sociale infrastructuur. Bestaande en nieuw te ontwikkelen voorzieningen en sociale verbanden bieden hiervoor goede kansen. Evenals ondersteuning van mantelzorgers vanuit een hernieuwde visie op de bestaande professionele zorg. De professionele zorgverleners komen al heel vaak in huis bij mantelzorgers. Maar daarnaast zouden die professionals ook verantwoordelijkheid moeten nemen om mantelzorgers in beeld te krijgen, die zij niet bereiken. Een actieve signalering via netwerken en zorgservicepunten kan hieraan bijdragen. De gemeente Steenwijkerland gaat uit van het zodanig benutten van bestaande sociale verbanden en professionele thuiszorg dat deze tezamen door burgers ervaren worden als natuurlijke bondgenoot van de mantelzorger. Ondersteuning van mantelzorgers is een onderdeel van integraal gemeentelijk beleid op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Individuele verstrekkingen worden in het verlengde daarvan gezien. Pas wanneer de sociale infrastructuur, voorzieningen in kernen en wijken en professionele ondersteuning van mantelzorgers door de thuiszorgmedewerkers onvoldoende zijn, komen individuele verstrekkingen voor ondersteuning van mantelzorgers in beeld.
8
4.2.
Sociale verbanden in leefgemeenschappen
In alle kernen en wijken bestaan zichtbare en minder zichtbare sociale verbanden. Zichtbaar in activiteiten van verenigingen, stichtingen en kerken. Minder zichtbaar in tradities van burenhulp en sociale gewoontes. De gemeente vindt deze sociale cohesie van groot belang en om deze te behouden en te versterken faciliteert zij door: • In brede zin de leefomgeving te versterken op het gebied van wonen, zorg en welzijn; • Een bijdrage te leveren aan voorzieningen als dorpshuis, mult ifunctioneel centrum,buurthuis of wijkcentrum, kleinschalig woonzorgcomplex en zorgservicepunt; • Door subsidies te verstrekken aan georganiseerde verbanden van burgers(stichtingen, verenigingen en projecten); • Door het subsidiëren van professionele organisaties in de gezondheidszorg, zorg en welzijn. De gemeente Steenwijkerland is hierbij voorstander van een integrale aanpak. Zij streeft naar het realiseren van een zorgservicepunt in elke leefgemeenschap. Hoe dit zorgservicepunt wordt opgezet en ingericht is afhankelijk van de lokale omstandigheden: de omvang van de leefgemeenschap, de sociale verbanden van burgers, hun inzet voor elkaar en van de mogelijke kansen die partijen in de leefgemeenschap zien. Hierbij zal ook moeten worden gekeken naar de mogelijkheden om bestaande gebouwen hiervoor te benutten of nieuw te realiseren, eventueel in combinatie met andere functies. Afhankelijk van de omvang van een leefgemeenschap ( dorp of wijk), de aanwezige sociale infrastructuur en voorzieningen, wordt het zorgservicepunt ontwikkeld. Zo kan, bijvoorbeeld gekoppeld aan het nieuw te ontwikkelen woonzorgcomplex in Oldemarkt, gedacht worden aan : - 24 uur bereikbaarheid ( 24 uur het licht aan) ook voor mantelzorgers - groepgesprekken met lotgenoten - in te zetten vrijwilligers; vrijwilligersvacaturebank - aanwezigheid steunpunt mantelzorg - aanwezigheid belangenorganisatie(s) mantelzorg bijvoorbeeld platform mantelzorgers - aansluiting met domotica op steunpunt - middelenuitleen - restaurantfunctie voor zorgvragers en mantelzorgers - informatiepunt; voorlichting; advisering; doorverwijzing De basisfuncties in de ondersteuning van mantelzorgers die de staatssecretaris tot de verantwoordelijkheid van de gemeente rekent zullen begin 2008 nader benoemd worden. De gemeente Steenwijkerland zal deze basisfuncties op basis van bovengenoemde visie uitwerken en invullen middels de zorgservicepunten met daarbij aansluitend de individuele voorzieningen.
4.3.
Relatie professionele zorg en mantelzorg
De gemeente Steenwijkerland beschouwt – waar sprake is van mantelzorg - de professionele thuiszorg als ondersteuning van de mantelzorg. Professionele zorg sluit aan bij en ondersteunt mantelzorg. De gemeente wil samen met haar strategische partners in de zorg dit uitgangspunt uitwerken. Dit betekent dat de gemeente anders kijkt naar inzet van professionele (thuis)zorg dan nu gebruikelijk is. Het gaat hierbij om het hele dienstenaanbod van de thuiszorg als ook de professionele zorg die geboden wordt in verzorgingshuizen en verpleeghuizen. Zorgservicepunten In de zorgservicepunten zijn professionele en vrijwillige diensten beschikbaar voor burgers en dus ook voor mantelzorgers. Met betrekking tot de zorg werken professionele zorgverleners er nauw samen met vrijwilligers. In grotere zorgservicepunten zijn ook andere dienstverleners actief waarmee wordt samengewerkt. De zorgservicepunten zijn tevens het aanknopingspunt om - op een niveau dat het dichtst bij de burger staat - de ondersteuning van mantelzorgers integraal en praktisch vorm te geven. In de gemeente Steenwijkerland zijn twee zorgaanbieders die vanuit de AWBZ de opdracht hebben kleinschalige verpleegunits te realiseren in wijken en kernen, te weten de Zorggroep ONL en Noorderboog. Beide zorgaanbieders ontwikkelen, in samenspraak met de gemeente, plannen voor realisatie van deze verpleegunits in zowel Steenwijk als in een aantal grotere dorpen. Deze verpleegunits bieden goede aanknopingspunten voor het inrichten van zorgservicepunten. Immers, in deze units is 24 uur professionele zorg aanwezig en worden diensten ingebracht als alarmering, domotica en maaltijdvoorziening. De gemeente treedt in overleg met deze strategische partners over verschillende vormen van ondersteuning aan mantelzorgers vanuit de zorgsteunpunten. Thuiszorg Thuiszorgmedewerkers zullen moeten leren hun hulp op de eerste plaats te richten op de mantelzorger. De centrale vraag hierbij is op welke manier de mantelzorger het beste ondersteund kan worden in zijn hulp aan zijn naaste. Wat kan en wil de mantelzorger zelf doen en wat wil de mantelzorger zelf leren doen? Waar heeft hij behoefte aan? Waar doen zich knelpunten voor? Het zelfrespect en de zelfredzaamheid van de mantelzorger zijn gelijkwaardig aan het zelfrespect en de zorgvraag van de zorgbehoevende.
Professionele hulp Professionele thuiszorg kent, op basis van de AWBZ indicatie, een pakket aan diensten. Niet alleen verzorging en verpleging, maar ook ondersteuning en begeleiding. De professionele hulp zet zijn ervaring en kennis in om samen met de mantelzorger de belastbaarheid in beeld te krijgen en waar nodig te helpen met extra ondersteuning, bijvoorbeeld door het inzetten van respijtzorg. Deze voorziening kan ij bepaalde gevallen geïndiceerd worden onder de AWBZ-functie ondersteunende begeleiding. Toch hebben nog relatief weinig zorgaanbieders deze respijtvoorziening in hun pakket.
In de visie van de gemeente realiseert de professionele verzorgende zich dat de mantelzorger contacten heeft (of zal krijgen) met het lokale zorgservicepunt. De thuiszorghulp draagt in samenspraak met de mantelzorger bij aan een goede afstemming tussen de zorg van de mantelzorger, diensten in het lokale zorgservicepunt en de thuiszorg. Hierbij is het belangrijk om vast te stellen dat mantelzorg niet alleen staat voor zorg van de ene partner voor de andere, maar dat vaak ook anderen mantelzorg verlenen, zoals kinderen, familieleden, vrienden, kennissen en buren. De thuiszorgmedewerker zal moeten leren de professionele zorg ook in deze situaties te beschouwen als aanvulling op en ondersteuning van deze mantelzorgers. De Zorggroep ONL, een van de strategische partners van de gemeente Steenwijkerland in de thuiszorg, deelt in hoofdlijnen deze visie. De thuiszorg wordt, met uitzondering van de Hulp bij het Huishouden, betaald door de AWBZ. In beginsel heeft de gemeente hier geen invloed op. De gemeente vindt het belangrijk dat de Zorggroep ONL – als niet commerciële stichting – haar professionele zorgaanbod wil afstemmen op ondersteuning van mantelzorgers. Daarom zal de gemeente een overleg starten met de Zorggroep ONL over de manier waarop deze visie verder wordt uitgewerkt, over de mogelijkheden en onmogelijkheden in de AWBZ. De samenwerking met de Zorggroep in al lopende projecten voor zorgservicepunten zet de gemeente versterkt door. De gemeente gaat tevens in gesprek met Noorderboog, de strategische partner in de zorg, over de visie van de gemeente en zet in op het verkrijgen van draagvlak voor genoemde visie en voor een sterke samenwerking tussen gemeente, Noorderboog en de Zorggroep ONL. Ook met zorgaanbieders in de gehandicaptensector zal hierover gesproken worden. De gemeente heeft in het kader van de overheveling van AWBZ taken naar de gemeenten subsidiegelden ontvangen, de zogenaamde CVTM regeling. Deze subsidie ( € 103.000) werd door het Zorgkantoor verstrekt aan het steunpunt mantelzorg en het coördinatiepunt vrijwilligers in de zorg. In 2007, overgangsjaar Wmo, heeft de gemeente de subsidie aan het steunpunt overgenomen van het Zorgkantoor. Ook voor 2008 is dit het geval. De gemeente stelt zich ten doel het steunpunt te evalueren en versterkt in te zetten voor de mantelzorgondersteuning en ondersteuning van vrijwilligers in de zorg, op basis van de hierboven geformuleerde visie. Hulp bij het huishouden In de beleidsnotitie Individuele Wmo voorzieningen, waarin de gemeente Steenwijkerland onder meer het beleid voor de Hulp bij het huishouden heeft uitgewerkt, zijn de jaren 2008 en 2009 aangeduid als ontwikkeljaren voor de ondersteuning van de mantelzorg. Eind 2007 heeft de gemeente met 10 zorgaanbieders raamovereenkomsten afgesloten voor levering van Hulp bij het huishouden. Deze raamovereenkomsten hebben een looptijd van 2 jaar (met een optie tot verlenging van 2 maal 1 jaar), voor het jaar 2010 zullen mogelijk nieuwe overeenkomsten moeten worden afgesloten. In 2008 en 2009 zal een nadere uitwerking plaatsvinden van de visie van de gemeente op de ondersteuning van mantelzorgers door professionele zorgaanbieders. De weerslag daarvan zal zichtbaar zijn in de opdrachtformulering aan zorgaanbieders voor levering van Hulp bij het huishouden voor het jaar 2010.
4.4.
Individuele verstrekkingen te ondersteuning van de mantelzorg
Zoals aangegeven in de beleidsbrief van de staatssecretaris worden er landelijk maatregelen voorbereid voor ondersteunende regelingen waar mantelzorgers een beroep op kunnen doen. In de brief wordt hiervan een aantal voorbeelden genoemd: • De gemeente Rotterdam geeft mantelzorgers een certificaat “ervaringsdeskundige” dat zij kunnen gebruiken bij het zoeken naar betaald werk; • In Leeuwarden krijgen mantelzorgers waar nodig kinderopvang en betalen daarvoor slechts een zeer beperkte bijdrage; • In Rotterdam wordt de mogelijkheid geboden aan mantelzorgers om een contract af te sluiten met de gemeente, waarin is vastgelegd op welke ondersteuning de mantelzorger mag rekenen; • Mogelijkheden scheppen voor respijtzorg: de mantelzorg wordt tijdelijk overgenomen, waardoor de mantelzorger er even tussenuit kan en overbelasting wordt voorkomen. De AWBZ biedt hiertoe al mogelijkheden, gemeenten kunnen ook activiteiten op het gebeide van respijtzorg organiseren. Bij het opzetten van voorzieningen voor respijtzorg moet er rekening worden gehouden met het gegeven, dat verschillende doelgroepen uiteenlopende eisen stellen aan deze voorziening. De gemeente Steenwijkerland beschouwt individuele regelingen voor ondersteuning van mantelzorgers als aanvulling op de diensten van de zorgservicepunten en de professionele thuiszorg. De gemeente wacht de door de secretaris aangekondigde maatregelen af en oriënteert zich in 2008 op de diverse experimenten in andere steden. 4.5.
Jonge mantelzorgers
Jonge mantelzorgers zijn kinderen of jongeren die zorgen voor een langdurig ziek of gehandicapt familielid (ouder, broer of zus, of ander inwonend familielid). Kenmerkend is dat deze jonge mensen taken en verantwoordelijkheden hebben die niet passen bij hun leeftijd en ontwikkeling. Ook kan de problematiek van de ouders hun opvoeding verstoren. Deze jonge mantelzorgers lopen daardoor een verhoogd risico op problemen in hun ontwikkeling. Hun problematiek wordt nog weinig erkend en herkend. Jonge mantelzorgers behoeven bijzondere aandacht en extra steun. In 2006 is in Steenwijkerland het project Jonge Mantelzorgers van start gegaan. Door dit project zijn vier doelen geformuleerd: • Herkenning en erkenning van de problematiek van jonge mantelzorgers; • Ondersteunen van scholen in hun signalerende taak; • Samenwerking van het steunpunt mantelzorg met minimaal vier relevante partners in de keten van zor g en hulpverlening • Ondersteuning van jonge mantelzorgers en hun gezinnen door het steunpunt mantelzorg In 2008 wordt dit project geëvalueerd. Aanbevelingen worden ingebracht in de werkconferentie mantelzorgondersteuning en vertaald naar voorstellen voor concrete maatregelen.
5.
Hoe verder
5.1.
Bestaande praktijk
1.
Activiteiten steunpunt mantelzorg voortzetten. Activiteiten van het steunpunt in 2008: ? Individuele ondersteuning en informatievoorziening, ook wat betreft mogelijkheden tot respijtzorg; ? Ondersteuning van de onlangs in het leven geroepen lokale belangengroep mantelzorg in Oldemarkt, in samenwerking met het provinciaal steunpunt mantelzorgers. ? Uitvoering ondersteuningsprogramma jonge mantelzorgers.
2.
Gesprekken voeren met Zorggroep ONL, Noorderboog en met de andere zorgaanbieders (sector gehandicapten) over verbetering werkwijze professionals als ondersteuners van mantelzorgers;
3.
Als gemeente aansluiten bij recente initiatieven vanuit provincie en ministerie voor het tot stand brengen van lokale belangenbehartiging mantelzorgers (mantelzorgers een stem geven)
4.
Goed gebruik maken van de advisering en werkzaamheden van de Wmo raad waarin de mantelzorgers zijn vertegenwoordigd.
5.2. ? ? ?
Visie en plan van aanpak
Het visiedocument is voorgelegd aan de Wmo raad en de Wmo adviesgroep voor advisering aan het college; de adviezen zijn toegevoegd aan het raadsvoorstel; De gemeenteraad stelt het visiedocument vast; Het visiedocument wordt besproken in een werkconferentie Mantelzorgers (te houden in 2008) met het doel: o Het verwerven van draagvlak voor de gemeentelijke visie voor de langere termijn; o Inzicht te verkrijgen in bestaande problemen en mogelijke oplossingen; o Input te verkrijgen voor een concreet plan van aanpak 2009 en verder.
Visiedocument Vrijwilligersbeleid
Steenwijkerland, februari 2008
14
1.
Inleiding
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) maakt gemeenten per 1 januari 2007 verantwoordelijk voor een samenhangend stelsel van ondersteuning voor mensen die dat nodig hebben om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen en aan de samenleving te kunnen deelnemen. Gemeenten moeten beleid voeren op negen ‘prestatievelden’, zoals het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning, het verlenen van voorzieningen voor mensen met een beperking èn het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. In de Wmo is de ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers in één prestatieveld ondergebracht. Hoewel beide verschillen naar inhoud van de activiteiten en naar de motivatie van betrokkenen, zijn beide thema’s gebundeld vanwege de overzichtelijkheid van het aantal prestatievelden en het feit dat beide te maken hebben met de inzet voor de naasten. De begrippen mantelzorg en vrijwilligerswerk worden vaak door elkaar gehaald. Toch zijn er grote verschillen. Een mantelzorger kiest er niet voor om te gaan zorgen. Mantelzorgers zorgen soms 24 uur per dag, kunnen de zorg niet zomaar beëindigen en verrichten soms verpleegkundige handelingen. Vrijwilligers kiezen ervoor om vrijwilligerswerk te doen. Het verlenen van zorg is slechts één van de vele vormen van vrijwilligerswerk. Als zij met het vrijwilligerswerk starten, is er (nog) geen emotionele band. Daarnaast zorgen zij voor een afgebakende tijd (bijvoorbeeld een dagdeel per week) en kunnen zij de zorg op eigen initiatief beëindigen. Vanwege de inhoudelijke verschillen heeft de gemeente Steenwijkerland ervoor gekozen om voor zowel vrijwilligersbeleid als mantelzorgondersteuning een apart visiedocument op te stellen. Wat zegt het collegeprogramma over vrijwilligers: Vrijwilligers houden tal van voorzieningen draaiende. Zij zijn onmisbaar, maar verdienen meer waardering en ondersteuning. Wij stimuleren vrijwilligerswerk en streven naar een flink percentage: tenminste 48 procent van onze inwoners (18-plus) is op de een of andere manier actief als vrijwilliger.
2.
Begripsbepaling
Vrijwilligerswerk is werk dat in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald - maar niet vrijblijvend – wordt verricht voor medeburgers of voor de samenleving als geheel. Samenvatting visie gemeente Steenwijkerland. 1.de gemeente ondersteunt besturen van vrijwilligersorganisaties omdat zij in belangrijke mate de basis vormen voor een duurzame sociale infrastructuur in onze samenleving. 2. de gemeente heeft hoge waardering voor vrijwilligerswerk in alle vormen en soorten. Zij wil deze waardering meer dan tot nu toe het geval is tot uitdrukking brengen. 3.De gemeente wil bondgenootschappen aangaan met organisaties die bestaan uit vrijwilligers en met organisaties die werken met vrijwilligers. In deze bondgenootschappen zal van hen een extra of bijzondere bijdrage gevraagd worden aan de realisatie van gemeentelijke doelen.
TOELICHTING OP DE VISIE. Vrijwilligers leveren een niet weg te denken bijdrage aan tal van activiteiten in de plaatselijke gemeenschap. Vrijwilligers hebben elk hun eigen redenen om dit werk te doen: iets willen doen voor je medeburgers, werken aan een arbeidstoekomst, een zinvol tijdverdrijf, sociale contacten, passie, hobby, invloed, status, het moet ook gewoon leuk zijn. Van goed willen doen tot werken aan een arbeidstoekomst, van tijdverdrijf tot integreren in de Nederlandse samenleving, van zorgen voor tot enthousiasmeren over hun hobby of passie; iedereen heeft zijn eigen redenen om zich vrijwillig in te zetten. Voor het behoud en de ontwikkeling van deze warme samenleving is een goede ondersteuning nodig 4. Vrijwilligers zelf hebben vooral behoefte aan: ? Een goed vrijwilligersbeleid; ? Scholing; ? Waardering en erkenning; ? Een serieuze relatie met (zorg)professionals. Vrijwilligersorganisaties willen graag: ? Zichzelf goed kunnen besturen; ? Mensen werven en binden; ? De lasten van w et- en regelgeving terugdringen; ? Een goed imago van vrijwillige inzet. Er zijn verschillende soorten vrijwilligerswerk: bestuurswerk en uitvoerend vrijwilligerswerk. Bij verenigingen en stichtingen die personeel in dienst hebben zijn de bestuurders tevens werkgever. Sommige stichtingen zijn eigenaar of beheerder van een accommodatie. Dit brengt voor deze vrijwilligers extra verantwoordelijkheden voor zich mee. Het bestuur van een kaartclub die wekelijks een kaartavond organiseert is van een andere grootheid dan het bestuur van bijvoorbeeld de Meenthe. De gemeente kan het werk van vrijwilligersorganisaties en organisaties met vrijwilligers faciliteren door: ? Het verstrekken van subsidies aan verenigingen en stichtingen; ? Ondersteunen bij accommodatievraagstukken (bijvoorbeeld dorpshuizen, sportaccommodaties, culturele accommodaties); ? Bestuursondersteuning door een consulent; ? Subsidiëring van een steunpunt vrijwilligers. Subsidiëring van verenigingen en stichtingen kan verschillende doelen hebben: ? Het realiseren van gemeentelijke beleidsdoelen: in dit geval is sprake van een opdrachtformulering in relatie tot de subsidie; ? Het realiseren van een door de gemeente belangrijk gevonden maatschappelijk doel, bijvoorbeeld in het geval van dorpshuizen en sportverenigingen. Hier is geen sprake van een opdrachtformulering, maar van een zakelijke subsidierelatie. ? Het stimuleren van een door een vereniging of stichting uitgevoerde activiteit, bijvoorbeeld scouting, circusmuseum. In dit geval zijn de organisaties los van de gemeente ontstaan. Hier is geen sprake van een opdrachtformulering noch van een zakelijke subsidierelatie.
4
Bron: Movisie, organisatie voor kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling
3.
Omvang en belang
Vrijwilligers dragen in belangrijke mate bij aan de zelfredzaamheid en participatie. Door hun inzet dragen zij bij aan het vergroten van de onderlinge betrokkenheid en sociale samenhang in de gemeente. Los van het plezier dat zij zelf bij hun inzet beleven, geven zij een goed voorbeeld van actief burgerschap. Dit alles is het waard om gekoesterd te worden. Vrijwilligers maken - anders dan mantelzorgers - deel uit van een organisatie. Zij kiezen bewust voor een bepaalde taak en kunnen daar weer mee stoppen. Vrijwilligerswerk speelt een onmiskenbare rol bij het vormen van een sociaal betrokken samenleving. Het beperkt zich niet tot de zorgsector, maar speelt een rol op veel terreinen, die variëren van de voetbalvereniging, de jongerenclub, het buurtcomité tot de vrijwillige thuishulporganisatie en de ondersteuning van overbelaste mantelzorgers. Vrijwilligerswerk speelt daarom op vrijwel alle prestatievelden van de Wmo een rol. Of het nu gaat om leefbaarheid, het bevorderen van participatie of informatie, advies en cliëntondersteuning: 'meedoen' het inhoudelijke thema van de Wmo kan niet zonder vrijwillige inzet. In 2004 is een scan uitgevoerd (Digimon) onder alle vrijwilligersorganisaties in de gemeente Steenwijkerland. Uit de scan wordt duidelijk dat in de gemeente nog steeds voldoende vrijwilligers actief zijn, zowel in de zorg als in de verschillende sociaal-culturele activiteiten. De gemeente telt bijna 700 organisaties waarin vrijwilligers actief zijn. Het gaat het om de volgende organisaties: Soort vrijwilligersorganisatie Sport en recreatie Belangenbehartiging Kunst en cultuur Zorg en dienstverlening Onderwijs Buurt, wijk, dorpshuizen, bibliotheek Ideële organisaties en buitenland Natuur, milieu, dieren Vakantie
Aantal 171 166 118 89 53 53 18 13 9
Gebaseerd op de veronderstelling dat er per organisatie gemiddeld twee tot drie bestuursleden actief zijn, zou dit betekenen dat er binnen de gemeente ongeveer 1.700 actieve bestuursleden zijn. Zij nemen de verantwoordelijkheid voor het organiseren van activiteiten die een bijdrage leveren aan het ontmoeten van elkaar, samen zijn en samen doen. Naast bovengenoemde organisaties is in kerkelijk verband nog een groot aantal vrijwilligers actief. Van belang zijn ook de vrijwilligers, die actief zijn bij het organiseren van evenementen, zoals corso’s, gondelvaarten, muziekfestivals, dorpsfeesten, sportevenementen etcetera. 4.
Knelpunten
Uit de eerder genoemde Digimon-scan komen een aantal knelpunten naar voren. De knelpunten die daaruit naar voren zijn gekomen zijn herkenbaar, afgezet tegen landelijk gesignaleerde knelpunten.
17
Het gaat om de volgende zaken: • Er is een relatief grote vraag naar jongvolwassenen en mensen van middelbare leeftijd; • Organisaties krijgen over het algemeen wat meer moeite met het werven van bestuursleden; • Er is behoefte aan ondersteuning op de gebieden sponsoring/fondsenwerving, cursussen, wetten, regelingen, promotie en advies; • De informatieve rol van de gemeente bij procedures rond subsidies en vergoedingen kan worden verbeterd; • Procedures rond subsidies en vergoedingen moeten duidelijker. Uit landelijk onderzoek5 blijkt dat het aantal vrijwilligers tot 2015 redelijk stabiel blijft. Positieve ontwikkelingen, zoals een gemiddeld hoger opleidingsniveau, compenseren het negatieve effect van een afname in beschikbare vrije tijd. Voor de toekomst worden echter wel enkele trends gesignaleerd die het evenwicht in vraag en aanbod in gevaar kunnen brengen. Vrijwilligers vergrijzen en onder jongeren neemt het vrijwilligerswerk niet navenant toe. De veranderende leefstijl van burgers (minder vrije tijd, combineren van verschillende rollen en verantwoordelijkheden) vraagt om een eigentijdse manier waarop vrijwilligersactiviteiten worden aangeboden en georganiseerd. 5.
Visie landelijke overheid
In oktober 2007 heeft de staatssecretaris van VWS de beleidsbrief mantelzorg en vrijwilligerswerk aan de Tweede Kamer aangeboden. In deze beleidsbrief worden voor het vrijwilligerswerk twee speerpunten genoemd: 1. Versterking van de lokale ondersteuning De staatssecretaris vindt dat vrijwilligers en hun organisaties, net als mantelzorgers, moeten kunnen rekenen op een goed ondersteuningsaanbod op lokaal of regionaal niveau. Voor deze lokale ondersteuning worden basisfuncties benoemd: inspraak & advies, deskundigheidsbevordering, praktische hulp en een makelaarsfunctie. Bij de concretisering van de basisfuncties geldt als uitgangspunt dat vrijwilligersorganisaties hun organisatie en werkwijze zullen moeten aanpassen om vrijwilligers aan zich te blijven binden en nieuwe groepen vrijwilligers te vinden. Het gaat hierbij om het realiseren van een flexibel aanbod aan vrijwilligersactiviteiten, dat is aangepast aan de wensen en de veranderende belangstelling en mogelijkheden van vrijwilligers. Voor het werven van nieuwe vrijwilligers is een actieve zoektocht en directe benadering van mensen vereist. De staatssecretaris doet in dit verband de volgende toezeggingen: ? Begin 2008 zijn de basisfuncties voor de ondersteuning van vrijwilligers benoemd; ? Op basis hiervan wordt een vierjarig actieprogramma vastgesteld voor een kwaliteitsimpuls voor de lokale ondersteuning; ? De Tweede Kamer wordt voor het eind van het jaar geïnformeerd over nieuwe beleidsprioriteiten in de sport; ? De staatssecretaris ondersteunt goede initiatieven die bijdragen aan versterking van het vrijwilligersbeleid van zorginstellingen en vrijwilligersorganisaties in de zorg.
5
Bron: Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015, Uitgave SCP, 2007
2. Bondgenootschappen In de beleidsbrief mantelzorg en vrijwilligerswerk geeft de staatsecretaris aan dat zij van plan is een aantal bondgenootschappen aan te gaan. Leidende gedachte hierbij is dat vrijwilligerswerk een motor voor maatschappelijke participatie kan zijn. De staatssecretaris stelt de volgende maatregelen voor: • Er wordt samenwerking gezocht met SZW om de rol van vrijwilligerswerk bij activering te borgen; • De rol van vrijwilligersorganisaties bij het realiseren van maatschappelijke stages wordt geoptimaliseerd; • Bedrijven worden uitgenodigd om bondgenootschappen aan te gaan om vrijwilligerswerk van werknemers te bevorderen. 6.
Visie gemeente Steenwijkerland
Op dit moment houdt de gemeente zich voornamelijk bezig met het faciliteren van vrijwilligerswerk. In de visie van de gemeente Steenwijkerland wil zij haar relatie met het vrijwilligerswerk uitbreiden met de volgende onderwerpen: 1. De gemeente ondersteunt besturen van vrijwilligersorganisaties omdat zij in belangrijke mate de basis vormen voor een duurzame sociale infrastructuur in onze samenleving. Stichtingen en verenigingen die tot doel hebben direct gemeentelijk beleid ten uitvoer te brengen worden gefaciliteerd in het proces van subsidierelatie naar opdrachtrelatie of bij veranderingen in bijvoorbeeld de eigendomsverhoudingen. Bijvoorbeeld Timpaan ( bureau vrijwilligerswerk, ondersteuning ouderenwerk) Openbare Bibliotheek, Sportverenigingen, Dorpshuizen en multifunctionele accommodaties. Hierbij wordt nieuw beleid ontwikkeld ten aanzien van: ? Besturenondersteuning, bijvoorbeeld door het aanstellen van een consulent; ? Extra budget ten behoeve van vernieuwing; ? Doorzetten van het BCF traject ? Het in beeld brengen en opnieuw beoordelen van door de gemeente gesubsidieerde cursussen; ? Ondersteuning accommodatiebeheer (accommodatiebeleid); ? Indien nodig, herijking steunpunt vrijwilligers. 2. De gemeente heeft een hoge waardering voor vrijwilligerswerk in alle vormen en soorten. Zij wil deze waardering meer dan tot nu toe het geval is tot uitdrukking brengen. De gemeente kan de waardering voor het vrijwilligerswerk tot uiting brengen door bijvoorbeeld: ? Het organiseren van een werkconferentie vrijwilligersbeleid; dag van de vrijwilliger ? Opname van vrijwilligersorganisaties in de Wmo website (www.wmosteenwijkerland.nl) en het faciliteren daarvan (o.a. door het aanbieden van een cursus CMS); ? De gemeente handhaaft haar bestaande beleid ten aanzien van stimuleringssubsidies.
3. De gemeente wil bondgenootschappen aangaan met organisaties die bestaan uit vrijwilligers en met organisaties die werken met vrijwilligers. In deze bondgenootschappen zal van hen een extra of bijzondere bijdrage gevraagd worden aan de realisatie van gemeentelijke doelen. Bepaald wordt op welke domeinen de gemeente bondgenootschappen aangaat. De gemeente vraagt aan stichtingen en verenigingen om een bijdrage te leveren aan de realisatie van gemeentelijke doelstellingen. Uiteraard moeten deze doelstellingen aansluiten op de doelstellingen van de stichting of vereniging. Voorbeelden: ? Sportverenigingen bij acties tegen overgewicht; ? Vrijwilligers in de zorg doen mee aan zorgservicepunten in kernen en wijken en ondersteunen de mantelzorg; ? Culturele organisaties bij acties voor behoud van cultuurgoed; ? Besturen Dorpshuizen bij gemeentelijke acties voor behoud van voorzieningen; ? Plaatselijke Belangen bij de gemeentelijke doelstelling “betrokkenheid van burgers”. Er moet nader bepaald worden hoe de gemeente dit proces gaat organiseren. 7. ? ? ? ?
Hoe verder De bestaande activiteiten op het terrein van ondersteuning van vrijwilligers worden voortgezet; Het visiedocument wordt voorgelegd aan de Wmo raad en de Wmo adviesgroep voor advisering aan het college; de adviezen zijn toegevoegd aan het collegeadvies; De gemeenteraad stelt het visiedocument vast; Het visiedocument wordt besproken in een werkconferentie Vrijwilligersbeleid, die in 2008 wordt gehouden met het doel: o Het verwerven van draagvlak voor de gemeentelijke visie voor de langere termijn; o Inzicht te verkrijgen in bestaande problemen en mogelijke oplossingen; o Input te verkrijgen voor een concreet plan van aanpak 2009 en verder
De resultaten van de werkconferentie worden in de vorm van een collegeadvies en raadsbesluit voor de begrotingsbehandeling november 2008 voorgelegd aan het gemeentebestuur. Bijlagen bij het voorstel
Advies Wmo raad ( belangenbehartigers); advies Wmo adviesgroep ( professionals.)
Ondertekening De secretaris
De burgemeester
drs. A.J. Peterson
drs. H.H. Apotheker
Betrokken partijen afdeling
MO
adviseur
Cora van Dijk, tel.: 538 449, email:
[email protected]
behandeld in commissie
x ja, nl. 29 april 2008 nee
Raadsbesluit Steenwijk,
13-05-2008
Nummer:
2008/40
De raad van de gemeente Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april 2008, nummer 2008/40; besluit: 1. voor het Wmo prestatieveld 4 tot vaststellen van het visiedocument mantelzorgondersteuning en het visiedocument vrijwilligersbeleid; 2. twee werkconferenties te organiseren in 2008, een over mantelzorgondersteuning en een over vrijwilligersbeleid; 3. voor de werkconferentie mantelzorgondersteuning de mantelzorgers zodanig te faciliteren dat zij zelf in staat worden gesteld deel te nemen aan de werkconferentie. Onderzocht wordt de mogelijkheid van extra zorg aan huis. Kosten worden door de gemeente betaald en gedekt uit de extra subsidie die de gemeente ontving in 2008 van het Rijk bestemd voor mantelzorgondersteuning; 4. de adviezen van de Wmo raad en Wmo adviesgroep in te brengen in beide werkconferenties.
De raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
R.G.H.P. Moonen
drs. H.H. Apotheker
1