Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw
BUtgb 04/2615 Geldig van 01.10.2004 tot 30.09.2007 http://www.butgb.be
Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, Middenstand, KMO en Energie, Goedkeuring en Voorschriften, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel. : 0032 (0)2 208 36 75, Fax : 0032 (0)2 208 37 37 Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb)
TECHNISCHE GOEDKEURING MET CERTIFICATIE Onderdakfolie DELTA-MAXX DÖRKEN BENELUX Brusselsesteenweg 477 Tel. 02/466.02.75
[email protected]
B-1731 ZELLIK Fax 02/466.87.35
BESCHRIJVING 1. Voorwerp Delta-Maxx is een folie gebruikt als onderdakfolie onder dakbedekkingen zoals leien, pannen en andere. De technische goedkeuring met certificatie omvat een doorlopende productiecontrole door de fabrikant, aangevuld met een regelmatig extern toezicht daarop door de door de BUtgb toegewezen certificatie-instelling. De technische goedkeuring met certificatie heeft betrekking op de onderdakfolie, met inbegrip van de plaatsingstechniek, maar niet op de kwaliteit van de uitvoering. De producten die het voorwerp uitmaken van een technische goedkeuring met certificatie kunnen vrijgesteld worden van de keuringsproeven die aan de plaatsing voorafgaan. 2. Materialen 2.1 Delta-Maxx-onderdakfolie De onderdakfolie Delta-Maxx bestaat uit een scheurvast polyestervlies met een dampopen, beperkt waterophoudende polyurethaanlaag. Kenmerken van het polyestervlies : – – – –
type : niet-geweven polyester kleur : grijs oppervlaktemassa (g/m²) : 110 ± 11 treksterkte (N/50 mm) : - langs : 300 ± 10 % - dwars : 250 ± 10 %
Daken Dächer
Toitures Roofs
– breukrek (%) - langs : ≥ 50 % - dwars : ≥ 65 %. Kenmerken van de polyurethaanlaag : – deze dunne laag wordt als vloeibare film in extrusie met het geotextiel (polyestervlies) samengesmolten – oppervlaktemassa (g/m²) : 70 ± 5 % – MFI : 20 – 70 g/10 min. bij 200 °C en 10 kg – kleur : zwart. Kenmerken van de afgewerkte folie : Lengte (m) Breedte (m) Oppervlaktemassa (g/m²) Rolgewicht (kg) Kleur
Delta-Maxx 50 1,5 185 ± 5 % ong. 14 zwart/grijs
2.2 Hulpcomponenten – Delta NB 50 : afdichtingsband uit polyurethaanschuim met speciale impregnering ter afdichting tussen tengellat en onderdakfolie. Rolafmeting : 50 mm x 20 m. – Delta-Multi-Band : acrylaat kleefstof met hoge kleefkracht ter verkleving van de overlappingen of ter reparatie van de onderdakfolie. Rolafmeting : 60 mm x 25 m. – Delta-Flexx-Band : zeer elastische kleefband op basis van butylcaoutchouc voor waterdichte aansluitingen tussen onderdak en verluchtingsbuizen, dakvensters enz…. Rolafmeting : 100 mm x 10 m. – Delta-Kom-Band : zeer elastische kleefband op basis van butylcaoutchouc ter aansluiting aan metselwerk. Rolafmeting : 100 mm x 10 m.
BUtgb “Gebouwen” : FOD-Economie - SECO - WTCB en de Gewesten met medewerking van de gespecialiseerde instelling TCHN. Uitvoerend Bureau “Daken” : de HH. Busschaert ( FOD-Economie), Vitse (WTCB), Longuet (SECO), Van den Bossche (TCHN), Mevr. Proot (SECO), Mevr. Dejonghe (WTCB), Mevr. Van Dooren (WTCB), Mevr. Henderieckx
1/5
3. Vervaardiging en commercialisatie De vervaardiging gebeurt door de firma DÖRKEN GmbH & Co te Herdecke (Duitsland).
overlapping 150 mm, waarbij de overlapping met een Delta-Multi-Band kan worden afgetaped (zie eveneens WTCB-TV 175 of 186 of 195 of 202 of 219 of 225).
De industriële zelfcontrole van de fabricage omvat ondermeer het bijhouden van een controleregister en het uitvoeren van proeven op proefstukken die genomen worden uit de fabricage. Deze zelfcontrole wordt nagezien door geregelde externe controles.
De folie wordt voorlopig bevestigd door nagels of bij voorkeur door nieten; loshangende delen van de folie dienen ten alle tijde vermeden te worden, aangezien deze aanleiding kunnen geven tot ritselen en eventueel tot scheuren.
De merking bestaat uit :
Verticale voegen van de folie dienen een overlap te bezitten tot aan de volgende keper of spant.
– op de folie : op de bovenzijde de productnaam; op de achter(onder-)zijde naam fabrikant en adres + productietraceercode – op de verpakking : productnaam, naam fabrikant, afmetingen en logo’s van kwaliteitsverklaringen. De commercialisatie gebeurt door de firma DÖRKEN BENELUX. 4. Uitvoering 4.1 Draagstructuur De draagstructuur van het dak (spanten, gordingen, kepers, ...) waarop het onderdak moet worden aangebracht, moet voldoen aan de voorschriften van STS 31.
Op elke keper of spant wordt een tengellat bevestigd van minimum 15 mm dik die de folie op zijn plaats houdt en die voor voldoende afstand zorgt tussen de onderdakfolie en de panlatten. Zodoende kan smelt- of infiltratiewater vrij afgevoerd worden naar de dakgoot. Om alle infiltraties via bevestigingen (nieten of nagels) te voorkomen dient men tussen de tengellatten en het onderdak Delta NB 50 afdichtingsband te plaatsen. Delta NB 50 wordt vooraf op de onderzijde van de tengellat verkleefd (door beschermstrip weg te nemen). Daarna wordt de tengellat op de keper (door de folie) genageld. Het plaatsen van de dakbedekking gebeurt zo snel mogelijk en ten laatste binnen de 3 maanden na het plaatsen van het onderdak, dit om beschadiging door UV-straling te voorkomen. 4.2.4 PLAATSING
4.2 Onderdak 4.2.1 FUNCTIES
De Delta-Maxx onderdakfolie heeft verschillende functies : a) de regendichtheid van het dak tijdelijk verzekeren en het water afvoeren naar de dakgoot b) de stormvastheid van de dakbedekking bevorderen (overdruk onder de bedekking verminderen) c) de stofdichtheid van het dak verbeteren d) de dakisolatie beschermen tegen alle vochtinfiltraties van buitenaf. 4.2.2 VERPAKKING EN OPSLAG
De Delta-Maxx folie wordt geleverd in PE-verpakte rollen. Ze dienen opgeslagen te worden, beschut tegen vocht, zonlicht en hoge temperaturen. 4.2.3 PLAATSING VAN HET ONDERDAK
De plaatsing gebeurt op kepers en spanten in horizontale stroken, te beginnen onderaan de dakgoot. De folie wordt heel lichtjes gespannen geplaatst, met de niet-bedrukte zijde naar onder en met een overlapping van 100 mm boven dakhellingen van 30°. Bij dakhellingen onder de 30° bedraagt de 2/5
VAN HET ONDERDAK TER HOOGTE VAN DAK-
RANDEN EN -DOORVOEREN
Gooteinde : de onderkant van de onderdakfolie komt tot op de geïntegreerde of afzonderlijke geplaatste slab van de dakgoot en zodanig dat er geen plasvorming optreedt. De onderdakfolie wordt nooit tot in de dakgoot doorgetrokken. Dakrand : de onderdakfolie wordt rond de laatste tengellat (of randplank) omgeslagen en bevestigd. Schoorsteen : de onderdakfolie wordt rond de laatste tengellat, tegen de schoorsteen, omgeslagen en bevestigd. Doorboringen : in de folie wordt, ter hoogte van de doorvoer, een te enge opening gemaakt, zodanig dat het door te voeren element nauw omsloten wordt met Delta-Maxx. Nadien wordt een goed aansluitende manchet voorzien (doorvoer van buizen) of wordt de overgang van folie naar door te voeren element (dakvenster) afgedicht met ofwel Delta-Multi-Band ofwel met Delta-Flexx-Band afdichtingstape. Indien hoge temperaturen kunnen bereikt worden (bv. uitlaat waterverwarmer), moet een kunststofslabbe gebruikt worden waaraan dan de folie wordt gekleefd. In de praktijk is het aanbevolen ter plaatse van de doorboring een continue drager te voorzien (b.v. multiplex). ATG 04/2615
4.2.5 DAKBEDEKKING
De dakbedekkingsmaterialen (leien, pannen,...) moeten voldoen aan de voorschriften vermeld in de onderstaande tabel : Voorschriften inzake dakbedekkingsmaterialen Bedekkingstype Materiaal Plaatsing Pannen keramisch NBN EN 1304 WTCB TV 175 + 186 + voorschriften fabrikant Pannen beton NBN EN 490 en WTCB TV 186 + ATG 202 + voorschriften fabrikant Pannen metaal ATG voorschriften fabrikant Natuurleien ATG WTCB TV 195 + 219 + STS 34 Vezelcement leien NBN EN 492 en NBN B 44-001 Vezelcement golf- ATG WTCB TV 225 platen NBN EN 494 en + voorschriften ATG fabrikant
4.2.6 WARMTE-ISOLATIE, LUCHTDICHTHEID EN DAMPSCHERM
Bij bewoonde zolders wordt de isolatie in het dakschild aangebracht; bij niet-bewoonde dakruimten wordt deze het best ter hoogte van de zoldervloer geplaatst. Bij het aanbrengen van de isolatie wordt aangeraden de ruimte tussen het luchtscherm (verder) en de onderdakfolie best volledig op te vullen om convectieve warmteverliezen tegen te gaan. Indien de op te vullen ruimte groter is dan de dikte van de isolatie, moet deze laatste tot tegen het onderdak aangeduwd worden (luchtspouw bevindt zich tussen isolatie en luchtscherm, dus aan de warme zijde van het dakschild). De luchtdichtheid van het geïsoleerde dakschild wordt bekomen door een luchtscherm :
ATG 04/2615
– ofwel door gebruik te maken van luchtdichte stijve platen (desgevallend isolerend), waarbij de voegen tussen de platen onderling en tussen de platen en timmerwerk of muren luchtdicht moeten worden afgewerkt – ofwel door plaatsing van een doorlopende folie; in zonderheid bij niet-luchtdichte isolatieplaten, waarbij de overlapping, doorboringen en aansluiting afgekleefd worden met Delta-MultiBand en waarbij de aansluitingen met de muren afgedicht worden met Delta-Kom-Band en een lattenwerk. Deze luchtdichtheid, die terzelfdertijd de dampdichtheid verwezenlijkt, kan bij een binnenklimaatklasse I (WTCB-TV 175 of 186 of 195 of 202 of 219 of 225) bestaan uit bijvoorbeeld een gipsplaat met alu-bekleding. Bij toepassingen met binnenklimaatklasse II en III dient een luchtscherm van dampschermklasse E2 (b.v. PE-folie ≥ 0,2 mm waarbij de voegen in overlapping steeds onderling en tegen andere bouwdelen moeten gekleefd of gelast worden) toegepast te worden. Daken van gebouwen met klimaatklasse IV vergen een bijzondere studie. Leidingen in het dakschild mogen het luchtscherm niet onderbreken; ze worden dan ook best in een leidingenspouw, tussen het luchtscherm en de binnenafwerking, geplaatst. 5. Prestaties De prestatiekenmerken van de onderdakfolie worden in de hieronder vermelde tabel opgenomen. In de kolom ‘BUtgb’ worden de minimale aanvaardingscriteria vermeld die door de BUtgb werden vastgelegd. In de kolom ‘fabrikant’ worden de aanvaardingscriteria vermeld die de fabrikant zichzelf oplegt. Het naleven van deze criteria wordt bij de verschillende uitgevoerde controles nagegaan en valt onder de productcertificatie.
3/5
Eigenschappen Oppervlaktemassa (g/m²) (NBN EN 1849-2) Trekweerstand (NBN EN 12311) - langs (N/50 mm) - nieuw - na 28 dagen 70 °C - na 56 dagen 70 °C - na 28 dagen 23 °C water - na 14 d UVA bij 50 °C – 55 MJ/m² - dwars (N/50 mm) - nieuw - na 28 dagen 70 °C - na 56 dagen 70 °C - na 28 dagen 23 °C water - na 14 d UVA bij 50 °C – 55 MJ/m² Breukrek (NBN EN 12311) - langs (%) - nieuw - na 28 dagen 70 °C - na 56 dagen 70 °C - na 28 dagen 23 °C water - na 14 d UVA bij 50 °C – 55 MJ/m² - dwars (%) - nieuw - na 28 dagen 70 °C - na 56 dagen 70 °C - na 28 dagen 23 °C water - na 14 d UVA bij 50 °C – 55 MJ/m²
Criteria BUtgb opgave fabrikant
Criteria fabrikant 185 ± 5 %
Resultaten extern labo x
∆≤ ∆≤ ∆≤ ∆≤
30 % 30 % 30 % 40 %
≥ 390 -
x x x x x
∆≤ ∆≤ ∆≤ ∆≤
30 % 30 % 30 % 40 %
≥ 250 -
x x x x x
∆≤ ∆≤ ∆≤ ∆≤
30 % 30 % 30 % 40 %
≥ 50 -
x x x x x
∆≤ ∆≤ ∆≤ ∆≤
30 % 30 % 30 % 40 %
≥ 65 -
x x x x x
Nagelweerstand (NBN EN 12310-1) - langs (N) - dwars (N)
≥ 35 ≥ 35
≥ 250 ≥ 300
x x
Doorscheurweerstand (NBN EN 12310-2) - langs (N) - dwars (N)
opgave fabrikant opgave fabrikant
≥ 130 ≥ 170
x x
Waterdichtheid onder waterkolom – 2 uur 60 kPa (NBN EN 1928)
geen druppel
geen druppel
x
Waterdampdoorlatendheid (DIN 52615) equivalente diffusiedikte µd (m) (dikte folie ca. 1 mm)
opgave fabrikant
≤ 0,15
x
Brandreactie (NBN EN ISO 11925-2)
-
-
Euroclass E (classificatie cfr. NBN EN 13501-1)
x : getest en conform het criterium van de fabrikant.
4/5
ATG 04/2615
GOEDKEURING Beslissing Gelet op het Ministerieel Besluit van 6 september 1991 tot inrichting van de technische goedkeuring en opstelling van typevoorschriften in de bouwsector (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991). Gezien de aanvraag ingediend door de firma DÖRKEN BENELUX (A/G 020606). Gezien het advies van de Gespecialiseerde Groep “Daken” van de Goedkeuringscommissie, uitgebracht tijdens haar vergadering van 24 juni 2004 op basis van het verslag voorgedragen door het Uitvoerend Bureau “Daken” van de BUtgb. Gezien de overeenkomst ondertekend door de fabrikant, waarbij hij zich onderwerpt aan de doorlopende controle op de naleving van de voorwaarden van deze technische goedkeuring. Wordt de technische goedkeuring met certificatie verleend aan de firma DÖRKEN BENELUX voor de onderdakfolie DELTA-MAXX, rekening houdend met de hierboven gegeven beschrijving. Deze goedkeuring dient hernieuwd te worden 30 september 2007. Brussel, 1 oktober 2004. De directeur-generaal, V. MERKEN
ATG 04/2615
5/5