BUtgb
Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw
Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, Middenstand, KMO en Energie, Dienst Goedkeuring en Voorschriften (DGV), WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44 Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb)
TECHNISCHE GOEDKEURING MET CERTIFICATIE 04/2006 Geldig van 10.03.2004 tot 09.03.2009 http://www.butgb.be
Isolatie in cellenglas voor geventileerde gevels met open voegen FOAMGLAS® T4, FOAMGLAS® WALL BOARD T4 WDS en FOAMGLAS® WALL BOARD ALU T4 WDS
PITTSBURGH CORNING EUROPE N.V. / S.A. Lasne Business Park, Leuvense steenweg 431 Building F, Groundfloor B-1380 LASNE Tel. 02/351.02.30 Fax 02/353.10.63 e-mail :
[email protected]
BESCHRIJVING
5.2 Afwerking Parachèvement Ausrüstung Finishing
1. Voorwerp
Gids “Vêtures” van de EUtgb (juni 1988).
De platen FOAMGLAS® T4 en de panelen FOAMGLAS® WALL BOARD T4 WDS en FOAMGLAS® WALL BOARD ALU T4 WDS in cellenglas, voor de toepassing als thermische isolatie in geventileerde gevels (dragende muur en een gevelbekleding als regenwerende buitenschil).
De producten FOAMGLAS® T4 en FOAMGLAS® WALL BOARD maken het voorwerp uit van de productgoedkeuring met certificatie ATG/H539.
De luchtspouw tussen de dragende muur in metselwerk of beton en de gevelbekleding is gedeeltelijk gevuld. De buitenschil bestaat uit een lichte of zware gevelbekleding met open voegen (1). De gevelbekleding wordt rechtstreeks op de dragende muur bevestigd door middel van mechanische bevestigingen, die de isolerende laag doorboren. In bijzondere gevallen (zie § 4.2) is het nodig een vulling te voorzien voor de voegen van het isolatiemateriaal. Met de huidige kennis van zaken, is het aan te raden voor gebouwen hoger dan 28 m voorafgaand advies (studie) te vragen aan de fabrikant. De technische goedkeuring met certificatie heeft betrekking op de hierboven vermelde opbouw en op de plaatsingstechniek ervan met uitzondering van de traditionele materialen van de dragende muur, de onderdelen van de bekleding voor zover deze geen rechtstreekse invloed hebben op de kwaliteit van uitvoering. Voor wat betreft de karakteristieken van de buitenschil, wordt verwezen naar de Technische (1) Het geval van gemetselde spouwmuren en gedeeltelijke spouwvulling wordt behandeld in de ATG 1788 (spouwmuurisolatie).
Deze productgoedkeuring met certificatie omvat een doorlopende productiecontrole door de fabrikant, aangevuld met een regelmatig extern toezicht daarop door de door de BUtgb toegewezen certificatie-instelling. De producten die het voorwerp uitmaken van de technische goedkeuring met certificatie kunnen vrijgesteld worden van de keuringsproeven die aan de plaatsing voorafgaan. Voor een goed begrip van het systeem kan men in de hiernavolgende tekst ook beschrijvende informatie vinden die geen deel uitmaakt van de technische goedkeuring. De bouwheer of zijn architect kunnen op basis hiervan specifieke eisen stellen naargelang van het geval. 2. Materialen 2.1 Isolatie FOAMGLAS® T4 -platen : FOAMGLAS® T4 is een materiaal vervaardigd uit cellenglas met een speciale samenstelling, zonder toevoeging van bindmiddelen. Deze isolatie is verkrijgbaar in platen van 600 mm x 450 mm en in een aantal standaarddikten gaande van 40 tot 160 mm (en dit in trappen van 10 mm).
“BUtgb "Gebouwen” : DGV -SECO - WTCB en de Gewesten in samenwerking met de gespecialiseerde instellingen TCHN. Uitvoerend bureau “Afwerking” : de HH Busschaert (DGV), Vitse (WTCB), Mevr. Callens (SECO), Mevr.Van den Bergh (SECO), Mevr.Henderieckx.
ATG 04/2006
1/6
FOAMGLAS® WALL BOARD-panelen : De FOAMGLAS® WALL BOARD T4 WDS -panelen zijn samengesteld uit FOAMGLAS® T4 WDS-platen waarvan de langskanten aan elkaar gekleefd zijn met warm bitumen 85/25 of 110/30, en waarvan beide zijden bedekt zijn met glasvlies-polyethyleenbekleding, gelijmd met geoxideerd bitumen 85/25 of 110/30. De FOAMGLAS® WALL BOARD ALU T4 WDS -panelen zijn samengesteld uit FOAMGLAS® T4 WDS-platen waarvan de langskanten aan elkaar gekleefd zijn met warm bitumen 85/25 of 110/30, waarbij één zijde bekleed is zoals hierna beschreven en de andere zijde met aluminiumfolie (aan de kant van de buitenwand) met een dikte van 50 µ. De bekleding van het FOAMGLAS® WALL BOARD -paneel bestaat uit : – in het geval van FOAMGLAS® WALL BOARD T4 WDS, een glasvlies bedekt met zwart polyethyleen van hoge densiteit (HD) en met de volgende eigenschappen : - oppervlaktemassa PE (HD) : (30 ± 10) g/m² - oppervlaktemassa glasvlies : (45 ± 10) g/m² - totale oppervlaktemassa : (75 ± 10) g/m² - dikte : (0.25 ± 0.12) mm – in het geval van FOAMGLAS® WALL BOARD ALU T4 WDS, één zijde bekleed zoals aangegeven, en de andere met aluminiumfolie (aan de zijde van de buitenwand) met een dikte van 50 µ. De panelen zijn verkrijgbaar in de afmetingen 1200 mm x 600 mm. De standaarddikten van het cellenglas FOAMGLAS® T4 WDS waaruit de kern van de panelen is samengesteld zijn voor de FOAMGLAS® WALL BOARD-panelen 40 tot 160 mm en voor de FOAMGLAS® WALL BOARD ALU-panelen van 40 tot 150 mm. Andere niet-standaard dikten kunnen op verzoek worden geleverd. 2.2 Mechanische bevestiging van de isolatie De panelen worden op hun plaats gehouden door middel van mechanische bevestigingen die het aandrukken tegen de dragende muur mogelijk maken. Het plugtype dient op basis van de steensoort gekozen te worden. De lengte van de plug is ten minste 50 mm langer dan de isolatiedikte zodat een indringing van ten minste 50 mm in de dragende muur verzekerd is. De weerhouden pluggen zijn de Fischer type S 10 R met de schroeven DT 90-10. Zij worden geplaatst in overeenstemming met de aanbevelingen van de fabrikant. Deze pluggen mogen vervangen worden 2/6
door gelijkwaardige pluggen met minstens dezelfde kenmerken. De toelaatbare belastingen zijn de volgende (afhankelijk van het type ondergrond). Toelaatbare belasting in kN voor axiale trek, druk(1), afschuif en schuine trek onder iedere hoek.
Type wand
Kenmerk van de wand(2)
Toelaatbare belasting in kN
1. Massief metselwerk
≥ Mz 12
0,6
2. Massieve kalkzandsteen
≥ KS 12
0,6
3. Beton
≥ B15
0,8
4. Holle bouwblokken uit licht beton(3)
≥ Hbl 2
0,25
5. Snelbouwsteen(4)
≥ V2
0,25
(1) Geldt alleen voor regel 1 tot 3 in de tabel. (2) De kenmerken van de wanden (middelste kolom) zijn gegeven volgens de volgende normen : – massief metselwerk : EN 771-1 – massieve kalkzandsteen : EN 771-2: 2000 Specification for masonry units – Part 2 : calcium silicate masonry units – beton : prEN 771-3 – holle bouwblokken uit lichte beton : ENV 1992 en prEN 206 (3) Het plugtype dient op basis van de steensoort gekozen te worden. (4) De pluggen kunnen vervangen worden door FISCHER S 10 HRS in het geval van holle snelbouwstenen.
2.3 Kleefstof voor de voegen tussen de panelen In bijzondere gevallen (zie § 4.2) moeten de voegen tussen de FOAMGLAS® WALL BOARD-panelen en de bevestigingsgaten worden gedicht met een koude bitumineuze kleefstof (PITTCOTE® 300 of PC® 56). PITTCOTE® 300 is een dispersie in een solvent van een bepaalde bitumensoort die een hoog percentage aan minerale vezels bevat en de volgende eigenschappen heeft : – volumemassa : 1,05 kg/dm³ – verwerkingstemperatuur : 0 °C tot 40 °C. PITTCOTE® 300 kan niet bevriezen. Gezien de viscositeit van het product is de verwerking gemakkelijker bij temperaturen boven 10 °C. PC® 56 is een tweecomponentenlijm op basis van bitumen, verbeterd met synthetische materialen, zonder solventen en met de volgende eigenschappen : – volumemassa van het gebruiksklare mengsel : 1,2 kg/dm³
ATG 04/2006
– minimale bewaringstemperatuur : 0 °C – droge bestanddelen : 73 % van de massa bij 105 °C op vers mengsel – gebruiksduur bij 20 °C : ongeveer 90 min. – gewichtsverhouding van het mengsel : 3 delen emulsie, 1 deel poeder – verwerkingstemperatuur : + 2 °C tot 35 °C (niet op een bevroren ondergrond aanbrengen).
heid van de isolerende laag toelaat, meer bepaald naargelang de gevelbekleding zelf al dan niet waterdicht is.
3. Vervaardiging en commercialisatie
Boven de lintelen, aan de basis van de luchtspouw t.p.v. funderingen en boven elke andere onderbreking van de luchtspouw dienen openingen en slabben voorzien te worden voor het wegvloeien van water dat toevallig in de luchtspouw kan binnentreden. Het aantal openingen is afhankelijk van de te verwachten hoeveelheid water. Deze openingen dienen zich juist boven de basis te bevinden.
De platen en panelen worden vervaardigd door de nv PITTSBURGH CORNING EUROPE in de fabriek te Tessenderlo. De vervaardiging van het FOAMGLAS® -cellenglas in de fabriek te Tessenderlo maakt het voorwerp uit van een NBN EN ISO 9001-2000 certificatie. De commercialisatie van het FOAMGLAS®-cellenglas, de technische bijstand en ondersteuning in het ontwerp en in de uitvoering door de Afdeling Verkoop Gebouwen België zijn het voorwerp van een NBN EN ISO 9001-2000 certificatie. Voor de productie en interne controles verwijzen wij naar de productgoedkeuring met certificatie ATG/H539. De verpakking omvat een etiket waarop de verplichte gegevens staan inzake CE-markering, aangevuld met het ATG-logo, het ATG-nummer en het Keymark-logo, indien van toepassing (geldigheid verifiëren op www.key-mark.org). 4. Uitvoering 4.1 Opslag en vervoer De voorschriften van de fabrikant voor opslag en vervoer dienen gerespecteerd te worden. 4.2 Bouwkundige voorschriften De panelen FOAMGLAS® WALL BOARD zijn waterdicht, dampdicht en luchtdicht. In het algemeen behoeven de voegen tussen FOAMGLAS® WALL BOARD-panelen geen voegvulling op voorwaarde dat ze goed aansluitend geplaatst zijn. In de volgende gevallen moeten de voegen evenals de hechtingsschachten worden opgevuld met PC® 56 of met PITTCOTE® 300 : – bij een binnenklimaatklasse IV (TV 215 van het WTCB) – bij een langdurige blootstelling van het isolatiemateriaal (> 1 winter). Het is ook nodig zich ervan te vergewissen dat de bevestigingsmethode de vereiste waterdichtATG 04/2006
Bovendien kan de isolerende laag, afhankelijk van de verwerking (droge of gevulde voegen), zelf een dampdichte laag zijn waarmee men rekening dient te houden bij de analyse van de hygrothermische omstandigheden en bij het ontwerp van het gebouw.
Teneinde ventilatie mogelijk te maken, worden ook openingen voorzien boven aan de muur en boven elke onderbreking van de luchtspouw. Oneffenheden in de vooraf opgetrokken dragende muur mogen niet meer bedragen dan 5 mm onder een regel van 2 m. Zoniet dient men het oppervlak uit te vlakken door de oneffenheden te verwijderen en/of het oppervlak bij te werken om luchtbewegingen achter de panelen te vermijden. 4.3 Plaatsing van de isolatie De plaatsing van de FOAMGLAS® T4-platen en de FOAMGLAS® WALL BOARD-panelen gebeurt in parallelle rijen, met al dan niet geschrankte voegen, afhankelijk van de meetkundige vorm van de drager. De rijen steunen op de fundering of op een permanente drager. In het algemeen zijn de FOAMGLAS® WALL BOARD-panelen aangewezen voor grote regelmatige oppervlakken en FOAMGLAS® T4-platen voor onregelmatige oppervlakken (vele versnijdingen). Specifieke omstandigheden kunnen ook de keuze beïnvloeden. Voor een optimale plaatsing van de isolatie bij het optrekken van de wand is de volgende werkwijze aanbevolen : 1. Optrekken van de binnenmuur. 2. Plaatsing van het isolatiepaneel, goed aangedrukt tegen de binnenmuur en eventueel vullen van de horizontale en verticale voegen van de isolatiepanelen. 3. Plaatsing van de mechanische bevestigingen van het isolatiepaneel. 4. Plaatsing van de bevestigingsklemmen voor de gevelbekleding. 5. Plaatsing van de gevelbekleding. De keuze is echter vrij om de bevestigingsklemmen voor of na de isolatiepanelen te plaatsen. Welke methode men ook kiest, hun plaats dient met 3/6
precisie gelokaliseerd te worden op basis van de gevelbekledingselementen en profielen of andere noodzakelijke elementen.
muur wordt bevestigd. In geval van mechanisch bevestigde panelen kan men ook twee bevestigingen aanwenden i.p.v. een startprofiel.
De FOAMGLAS® T4 -platen worden met PC® 56 of PITTCOTE® 300 verlijmd met goed gevulde en zo dun mogelijk uitgevoerde horizontale en verticale voegen. De kleefstof wordt met behulp van een truweel op de smalle zijden van de platen in voldoende hoeveelheid aangebracht zodat ze uit de voegen puilt en zodat de plaat aan de randen volledig op de drager aansluit. Overtollige kleefstof wordt van de buitenzijde van de platen geschraapt voor deze begint te drogen. Het verbruik van de kleefstof is ongeveer 2,5 kg/m² in normale omstandigheden. Indien geen profiel of ander type bevestiging aangewend wordt, kan men FISCHER-bevestigingen plaatsen a rato van 1 bevestiging per plaat. Het aantal bevestigingen dient echter aangepast te worden op basis van de windkracht (NBN B03-002).
Voor de uitvoering van bepaalde details, zoals de aansluitingen onder vensterbanken, lintelen en raamaanslagen, dakrandaansluitingen en andere, dient men de doorgang van water en lucht te verhinderen en er tevens voor te zorgen de koudebruggen te beperken. Zettings- en uitzettingsvoegen in de ruwbouw dienen gerespecteerd te worden doorheen isolatie en gevelbekleding.
De plaatsing van de FOAMGLAS® WALL BOARDpanelen kan gebeuren met droge of gevulde voegen en met mechanische bevestigingen van het FISHERtype. Het aantal bevestigingen dient aangepast te worden op basis van de windkracht (NBN B03-002). De FOAMGLAS® WALL BOARD -panelen kunnen worden geplaatst met twee bevestigingen per paneel of met één bevestiging per paneel als een profiel of een andere bevestiging wordt gebruikt om de gevelbekleding vast te houden. Men dient erop te letten dat deze bevestigingen voldoende diep in de muur dringen om een goede stabiliteit van het paneel te garanderen. Indien vereist is dat de voegen tussen de FOAMGLAS® WALL BOARD-panelen met de kleefstof PITTCOTE® 300 of PC® 56 moeten worden gedicht (zie § 4.2), moet men ervoor zorgen dat de voegen zo dun en zo goed mogelijk gevuld zijn door het aanbrengen van de kleefstof op de smalle zijden van het paneel met behulp van een truweel. Men dient er ook voor te zorgen dat er een ononderbroken contact is tussen de kleefstof en de dragende muur ter plaatse van de voegen. Overtollige kleefstof wordt van de buitenzijde van de panelen geschraapt voor deze begint te drogen. Het verbruik van de kleefstof is ongeveer 2,5 kg/m². Om bepaalde redenen, zoals de meetkundige vorm van de dragende muur, kan deze hoeveelheid gevoelig hoger liggen waardoor meer versnijdingen nodig zijn. PC® 56 of PITTCOTE® 300 dienen bereid en aangewend te worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Voor de plaatsing van de eerste rij platen of panelen kan men gebruikmaken van een geperforeerd metalen startprofiel dat rechtstreeks op de dragende
4/6
5. Prestaties 5.1 Thermische prestaties Zie STS 08.82 “Materialen voor thermische isolatie”, uitgave 2003 en het BUtgb-informatieblad ref. 2003/1 “Geïsoleerde spouwmuren met gevelmetselwerk”. Rtot = Rsi + R1 + R2 +…+ Risol +…+ Rn + Rse + Rcorr U = 1/Rtot Uc = U + ∆Ug + ∆Uf Verklaring van de symbolen : Rtot
:
thermische weerstand van de spouwmuur Rsi : thermische overgangsweerstand binnenzijde spouwmuur, conform NBN EN ISO 6946 R1, R2, …Rn : thermische weerstand van de verschillende lagen van de spouwmuur (rekenwaarde) Risol : voor een homogene isolatielaag : gedeclareerde thermische weerstand van de isolatie van de spouwmuur voor de betreffende dikte Rse : thermische overgangsweerstand buitenzijde spouwmuur, conform NBN EN ISO 6946 Rcorr : correctiefactor = -0,10 m².K/W voor plaatsingstoleranties bij de uitvoering van de spouwmuur U : warmtedoorgangsscoëfficiënt van de spouwmuur Uc : gecorrigeerde warmtedoorgangscoëfficiënt , conform NBN EN ISO 6946 ∆Ug : toeslag op de U-waarde voor spleten in de isolatielaag, conform NBN EN ISO 6946 = 0 als de panelen zijn geplaatst conform de ATG ∆Uf : toeslag op de U-waarde voor bevestigingen door de isolatielaag, conform NBN EN ISO 6946.
ATG 04/2006
Dunne panelen mogen niet alleen worden gebruikt omdat ze niet voldoen aan de reglementaire eisen voor Umuur.
Alle R-waarden zijn uitgedrukt in m².K/W. Alle U-waarden zijn uitgedrukt in W/m².K. Risol = RD
5.2 Andere prestaties
Risol [(m².K)/W] Dikte (mm) 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160
FOAMGLAS® WALL BOARD T4 WDS FOAMGLAS® WALL BOARD ALU T4 WDS 1,00 1,25 1,50 1,75 2,00 2,25 2,50 2,75 3,00 3,25 3,50 3,75 4,00
Eigenschappen
Lengte (mm) - WALL BOARD - T4 Breedte (mm) - WALL BOARD - T4 Dikte (mm) - WALL BOARD - T4 Haaksheid
De prestatiekenmerken van de isolatiepanelen FOAMGLAS ® WALL BOARD T4 WDS, FOAMGLAS® WALL BOARD ALU T4 WDS en FOAMGLAS ® T4 staan in de tabel hieronder. In de kolom BUtgb, worden de minimale aanvaardingscriteria vermeld die door de BUtgb werden vastgelegd. In de kolom fabrikant, worden de aanvaardingscriteria vermeld die de fabrikant zichzelf oplegt.
FOAMGLAS® T4 0,95 1,15 1,40 1,65 1,90 2,10 2,35 2,60 2,85 3,05 3,30 3,55 3,80
Criteria BUtgb
Het naleven van deze criteria wordt bij de verschillende uitgevoerde controles nagegaan en valt onder de productcertificatie. De certificatie is gebaseerd op dezelfde regels als die van het CEN-Keymark–zie www.key-mark.org. Criteria fabrikant
Bepalingsmethode
Resultaten
±5 ±2
1200 ± 5 300, 600 ± 2
NBN EN 822
x x
±2 ±2
600 ± 2 450 ± 2
NBN EN 822
x x
±2 ±2 Sl,b ≤ 6 mm/m Sd ≤ 2 mm
±2 ±2 Sl,b ≤ 6 mm/m Sd ≤ 2 mm
NBN EN 823 NBN EN 824
x x x
Vlakheid (mm)
≤2
≤2
NBN EN 825
x
Dimensionele stabiliteit 48 u 70 °C 90 % RV (%)
DS(TH) ∆εl,b : ≤ 0,5 ∆εd : ≤ 1 CS(Y)400
DS(TH) ∆εl,b : ≤ 0,5 ∆εd : ≤ 1
NBN EN 1604
x
Druksterkte (kPa) - WALL BOARD - T4 Puntlast (mm) - WALL BOARD - T4 Waterabsorptie (korte termijn) (kg/m²) Warmtegeleidingscoëfficiënt λD (W/m.K) - WALL BOARD - T4 Brandreactie - FOAMGLAS® WALL BOARD T4 WDS - FOAMGLAS® WALL BOARD ALU T4 WDS - T4
PL(P)2
WS ≤ 0,5
≥ 400
NBN EN 826 CS(Y)400 CS(Y)700
≥ 400 ≥ 700
PL(P)2 PL(P)1 WS ≤ 0,5
≤2 ≤1
≤2
x x NBN EN 12430
NBN EN 1609
x x x
NBN EN 12667 0,040 0,042
x x
A1-F F D-s2-d2 (*)
Euroclassclassificatie volgens NBN EN 13501-1
x x
A1
x (*) proefomstandigheden : paneel in calciumsilicaat; platen geplaatst zonder spouw; gekleefd met mortel PC® 74A2 of mechanisch bevestigd, de voegen bedekt met een zelfklevende strook aluminium. x: getest en in overeenstemming met de criteria van de fabrikant
ATG 04/2006
5/6
5.3 Andere kenmerken gegeven door de fabrikant (zonder vereisten van de BUtgb) Weerstand aan de waterdampdiffusie van FOAMGLAS® (cfr. EN 13167) : µ ≥ 40.000 5.4 Eigenschappen van het systeem
platen FOAMGLAS® WALL BOARD zonder gevulde voegen - analoog buitenisolatie EUtgb). 30 cycli : beregenen, koelen op -15 °C, beregenen. Het besluit van deze proef is dat de blootstelling van het isolatiemateriaal, zonder gevulde voegen, beperkt moet blijven tot maximum één winter.
Vorst-beregeningsproef (op onbeschermde isolatie-
GOEDKEURING Beslissing Gelet op het Ministerieel Besluit van 6 september 1991 tot inrichting van de technische goedkeuring en opstelling van typevoorschriften in de bouwsector (Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991). Gezien de door de nv PITTSBURGH CORNING EUROPE ingediende aanvraag. Gezien het advies van de Gespecialiseerde Groep “Afwerking” van de Technische Goedkeuringscommissie, uitgebracht tijdens haar vergadering van 9 december 2003 op basis van het verslag voorgedragen door het Uitvoerend Bureau “Afwerking” van de BUtgb. Gelet op de door de fabrikant getekende overeenkomst waardoor hij zich onderwerpt aan de permanente controle op het naleven van de voorwaarden van deze goedkeuring. Wordt de technische goedkeuring met certificatie verleend aan de nv PITTSBURGH CORNING EUROPE voor de producten FOAMGLAS® T4, FOAMGLAS® WALL BOARD T4 WDS en FOAMGLAS® WALL BOARD ALU T4 WDS rekening houdend met de hierboven gegeven beschrijving. Deze goedkeuring dient hernieuwd te worden op 9 maart 2009. Brussel, 10 maart 2004. De directeur-generaal, V. MERKEN
6/6
ATG 04/2006