BUtgb
Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44
Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb)
Technische Goedkeuring met Certificatie Bouwsysteem BRUGGEN HSB 09/2087
N.V. BRUGGEN HSB
Geldig van 12.01.2009 tot 11.01.2012
Demerstraat 14 Tel. 011 / 33.31.33
http://www.butgb.be
www.vincentbruggen.be
B-3590 DIEPENBEEK Fax 011 / 33.20.04
[email protected]
1. Système de construction, Bouwsysteem, Bausystem, Building system 1.0. Op basis van hout Houtskeletbouw
BESCHRIJVING 1. Draagwijdte
2. Voorwerp
De technische goedkeuring met certificatie (ATG) is een gunstige beoordeling van een bouwsysteem op basis van de STS 23 “Houtbouw”, uitgave 1978 en 1983. De oplossingen en aanvullende of afwijkende beschrijvingen die niet gedetailleerd werden in de STS worden hier in detail weergegeven.
Tabel 1 : programma
De goedkeuring beoordeelt vooral de mechanische sterkte en stabiliteit, brandveiligheid, hygiëne, gezondheid en milieu, gebruiksveiligheid, geluidswering en energiebesparing en warmtebehoud. Dit geldt zowel voor de materialen als voor het systeem. Deze goedkeuring met certificatie omvat een doorlopende productiecontrole door de fabrikant, aangevuld met een extern toezicht, uitgevoerd door een certificatie-instelling aangesteld door de BUtgb. In de overeenkomst tussen koper en verkoper moet uitdrukkelijk worden opgenomen dat de goedkeuringsvoorwaarden worden nageleefd en wie de verantwoordelijke voor de montage is. Dit moet worden bevestigd aan de hand van de hierbij gevoegde “Verklaring van overeenkomstigheid”. Niet essentiële afwijkingen zijn toegelaten, voor zover opgenomen in de “Verklaring van overeenkomstigheid” en goedgekeurd door de bouwheer en / of zijn architect. Voor een goed begrip van het systeem worden in wat volgt ook elementen voorgesteld of besproken die niet onder de goedkeuring vallen; voor deze delen moeten de koper en zijn architect de nodige eisen stellen.
Programma
Residentiële gebouwen : vrijstaand, gekoppeld, in de rij (open, halfopen en gesloten bebouwing) maximum aantal bouwlagen : 3 (bruikbare dakverdieping inbegrepen)
Onderbouw
kelder, kruipruimte, volle grond : beton en metselwerk
Wanden
binnenspouwbladen en binnenwanden : houten skelet met beplating aan weerszijden
Tussenvloer Dak
houten roostering met een beplating hellend : gordingen met dakelementen, al of niet met bruikbare ruimten plat : roostering met bebording
Afwerking
buiten : metselwerk, beplanking binnen : gipsplaat
Enkel wat specifiek tot het systeem behoort valt onder de goedkeuring; dus niet : – de funderingen en de projectgebonden stabiliteitsdetails (balken, dakspanten, lateien, ...) – de projectgebonden details i.v.m. het globaal isolatiepeil en de uitrustingen, inzonderheid van de ventilatie – de specifieke oplossingen voor de horizontale en verticale circulatie van personen en goederen – de kwaliteit en de verwerking van materialen niet vernoemd in tabel 2 – de afwerking die geen onmiddellijke weerslag heeft op het systeem – de architecturale opvatting van de gebouwen en hun inplanting – de uitvoering van de werken.
BUtgb “Gebouwen” : FOD-Economie - SECO - WTCB en de Gewesten met medewerking van de gespecialiseerde instelling BECETEL.
ATG 09/2087
1/11
2. Materialen Tabel 2 : materialen Opmerking : Merknamen zijn enkel ter inlichting gegeven, bij gebruik van een ander merk dient de gelijkwaardigheid te worden aangetoond. 1. STRUCTUUR
MERK, TYPE
GEBRUIK
REFERENTIE
Dikte (mm)
1.1 Platen en lineaire elementen Hout
Naaldhout
KENMERKEN
muurplaat, skelet, ribben dakelementen
S6
STS 04.1
Roostering Houtproducten - Houutschilferplaat
Andere
S8 NBN EN 13986
OSB type 3
- Multiplex
Type 3
Gelamelleerde balken
Houten
Staalprofielen
I H profiel £
18
tand en groef watervast verlijmd
dakbeschot (spanten)
8
als windverband
Dakelementen
8
beplating skelet (2 zijden)
15
tussenvloer, dakvloer
Knoopplaten
NBN EN 300
NBN EN 636
18
NBN EN 386 ATG steunbalk roostering, steunbalk gevelmetselwerk, kolommen
NBN EN 10025
fundering, vloer op volle grond en boven kruipruimte of kelder
NBN EN 206-1 NBN B 15-001 Benor
Funderingsmetselwerk
NBN EN 771-3 NBN B 21-001 Benor
vloer op kruipruimte of kelder
NBN EN 1168 PTV 201 Benor
watervast verlijmd na studie
beschermd tegen berekening corrosie (antiroestverf)
1.2 Losse en andere materialen Ter plaatse gestort beton
Betonnen metselstenen
Betonnen holle vloerelementen Houtverduurzaming - Product
procédé A2
alle timmerhout
procédé A4
Stelregels
- Station
ATG
Verbindingsmiddelen - draadstangen
verankering muurplaat
M12
- nagels
skelet, OSB – platen; roostering; dakelementen
prEN 14592
∅ 2,7 x 60 ∅ 3,2 x 90 ∅ 6 x 150 ∅ 6 x 180
- schroeven
gipsplaten (v)
NBN EN 14566
3,9 x 35
gegalvaniseerd
gefosfateerd
Schrijnwerk - nieten - balkdragers
waterkering en windscherm Bat
prEN 14592
inox
ETA (op basis van ETAG 015)
gegalvaniseerd
- bandijzer
windverband (v)
- spouwankers
verankering buiten- en binnenspouwblad
NBN EN 845-1
- ankers met rosas
Vasthouden spouwisolatie
NBN EN 845-1
- houtlijm
2/12
Polyuretaan OSB-plaat op roostering D4
NBN EN 204
40 x 1,5
gegelvaniseerd
190 x 40
gegalvaniseerd
in combinatie met nageling
ATG 09/2087
2. ISOLATIE
MERK, TYPE
GEBRUIK
REFERENTIE KENMERKEN Dikte (mm)
Mineralevezelplaten (MW)
buiten- en binnenmuren; tussen vloer (v) en plat dak
NBN EN 13162
ATG
Bijkomende isolatie boven dakelementen (v) Bijkomende isolatie in de spouw (v)
NBN EN 13164 ATG NBN EN 13164 ATG
40
≤ 0,035
40
≤ 0,035
Gespoten in situ
vloer op volle grond, kelder, kruipruimte
ATG
40, 50, 70, ≤ 0,029 of 90
Eurothane Bi3
plat dak
NBN EN 13165 ATG
40,80 of 120
strips
randstroken zwevende dekvloer op de verdieping (v)
12
zwevende dekvloer op de verdieping
5à6
Geëxtrudeerd polystyreen (XPS) Wallmate CW-A
Mineraalvezels
75, 120, ≤ 0,037 180 of 225 90, 120, ≤ 0,037 180 of 225
in hellende dakelementen
Polyuretaan (PUR)
lD (W/mK) (1)
Polyethyleen (XPE)
≤ 0,028
≤ 0,045
(1) Cf. NBN B 62-002 en § 7.6. “Energiebesparing en warmtebehoud” (v) = variante 3. DICHTINGEN
Waterdichting
MERK, TYPE
GEBRUIK
REFERENTIE KENMERKEN Andere gewapend
PE-folie
onder vloerplaat, boven vloerisolatie (platen)
NBN EN 13967
0,2
Diba
tussen vloer en skelet in wanden en plafonds (dak)
NBN EN 14909 NBN EN 13984
0,1
Dampscherm
PE-folie
Dampdoorlatende folies
Tyvek
op de OSB - plaat in de spouw en NBN EN 13859 op het dakbeschot
4. AFWERKING
MERK, TYPE
GEBRUIK
REFERENTIE
Cementvloer
polyetyleen vezels
KENMERKEN Dikte (mm)
Andere
- Gelijkvloers (v)
60
- Verdieping (v)
50
met draadnet of Fibrivezels
4.1. Binnenafwerking
Gipsplaat
Dikte (mm)
Zwevende dekvloer
met alu-folie
bekleding wanden en plafonds
NBN EN 520
wanden in vochtige ruimten
4.2. Buitenafwerking (1) (ter informatie en buiten goedkeuring)
12,5 12,5
met hogere waterweer stand
Dikte (mm)
Andere
4.21. Standaardoplossingen Metselwerk
Buitenspouwblad
NBN EN 771-1 Benor
90 à 100
gevelbekleding op latwerk
STS 52
18
4.2.2. Andere oplossingen Hout Mineraalvezelcementplaten
Ceder, …
gevelbekleding op latwerk
9,5
(1) Voor het aanwenden van deze afwerking werd enkel nagegaan of eventuele gebreken van de producten een nadelige invloed zouden kunnen hebben op de fundamentele karakteristieken van het constructiesysteem. Het opnemen van deze producten houdt geen goedkeuring ervan in. (v) = variante
ATG 09/2087
3/11
4. Elementen
7. Karakteristieken
De elementen worden beschreven in de tekeningen. De verklarende gegevens zijn opgenomen in tabel len. Deze zijn voorzien van een letter die verwijst naar een doorsnede.
7.1 Mechanische sterkte en stabiliteit De stabiliteit tegen verticale krachten wordt verkregen met de dragende buiten- en binnenmuren en eventuele kolommen.
De elementen vervaardigd in de fabriek, worden aangeduid met “(F)”, deze die op de bouwplaats worden samengesteld met “(B)”
De stabiliteit van het geheel tegen horizontale belastingen wordt verkregen door : – de windverbanden in het dak (plafonds inbegrepen) – de tussenvloer, met windverband of uitgevoerd als stijve panelen – de buiten- en binnenmuren die voorkomen in twee loodrecht op elkaar staande richtingen en die opgebouwd zijn uit stijve panelen, waarvan de minimumlengten ofwel voldoen aan de minimumwaarden van de tabel 4, ofwel bepaald worden door berekening< De verbindingen in de kruisingen tussen de wanden zijn zo uitgevoerd dat zij het uitknikken beletten en horizontale krachten opnemen. – de verankering van de wanden aan de fundering.
5. Fabricage Adres van de fabriek : NV Bruggen HSB, Demerstraat 14 te 3590 Diepenbeek. Verantwoordelijke voor de montage : NV Bruggen HSB, Demerstraat 14 te 3590 Diepenbeek. 6. Opbouw Tabel 3 : verbindingswijze van de structurele elementen Fundering
Stelregel
Buitenmuur
Mandelige
Gordingen Binnenmuur
Tussenvloer
muur Stelregel Buitenmuur langs Buitenmuur haaks Mandelige muur Binnenmuur langs Binnenmuur haaks Koppelregel Beplating Vloerbalk Topgevel Gordingen Dakelementen
1 2 2 2 2 2
3 4 3 3 4 5 6 7
3 4 5 6 7
3 4 5 6 7 2
8
Legende 1. De stelregel - geplaatst op een rij gemetste betonstenen (140 mm) of bakstenen (65 mm) - van het binnenspouwblad wordt aan de betonplaat bevestigd met ingegoten schroefdraadstangen Ø12; deze worden op maximum 1 meter afstand van elkaar in de betonplaat ingegoten. Langs deuropeningen wordt een supplementair L-ijzer geplaatst. De stelregel - geplaatst op een rij gemetste betonstenen (140 mm) of bakstenen (65 mm), met tussenplaatsing van spijkerbare blokken - van de binnenwanden wordt vastgeschoten. 2. Kruisgewijze nageling doorheen de onderregel (OSB beplating aan de onderkant van de panelen voorlopig opengelaten) 3. Kruisgewijze nageling doorheen de stijlen aan de onderkant (langs die voorlopige openingen); verder minstens om de 15 cm nageling doorheen de overstekende OSB - randen tot in de stijl.
4/12
3 4
9
4. Op de OSB - plaat van de langse wand wordt een OSB - strip (89 mm breed) genageld (tot in een stijl); verder kruisgewijze nageling doorheen de stijl aan de onderkant van de haakse wand tot in de stijl van de langse wand en minstens om de 15 cm nageling doorheen de overstekende OSB - randen tot in de strip. De wandpanelen worden onderling (hoek- en T-verbindingen) met elkaar verbonden met 3 houtdraadbouten Æ 6, verdeeld over de hoogte. 5. Kruisgewijze nageling aan de bovenregel minstens om de 40 cm. 6. De beplating langs weerszijde van het skelet wordt genageld. 7. Kruisgewijze nageling aan de koppelregel. 8. De gordingen worden bevestigd met balkdragers aan de muren (topgevels, binnenmuren). 9. De dakelementen worden met kruisgewijze nageling bevestigd op de gordingen en/of de muren (steunpunten tot 1,50m uit elkaar afhankelijk van de dakhelling).
ATG 09/2087
Tabel 4 : stabiliteit Gebouwentype met afmetingen a x b 1 bouwlaag 2 bouwlagen - bovenverdieping - benedenverdieping
minimale lengte aan stijve pane len evenwijdig aan gevel a aan gevel b b a b 1,67 b
a 1,67 a
3 bouwlagen - bovenste verdieping b - tussenverdieping 1,67 b - benedenverdieping 2 b
a 1,67 a 2a
In het geval van 3 bouwlagen, waarbij de typeoplossing van de STS 23 (stijlen, boven- en onderregels met een doorsnede van 38 mm x 140 mm; stijlen minstens om de 40 cm) niet wordt gevolgd, moet een stabiliteitsberekening worden opgemaakt, en in geval van twijfel ook voor minder bouwlagen. De beplating van de wanden moet zodanig worden voorzien (qua type en dikte) dat de wanden voldoende stijf zijn om de stabiliteit tegen horizontale belastingen te verzekeren. 7.2 Brandveiligheid Het bouwsysteem heeft een houten draagstructuur. 7.2.1 Brandweerstand
Bescherming tegen brand volgens de STS 23.15, uitgave 1978 en 1983. Het systeem beantwoordt aan de “Richtlijnen betreffende de brandbeveiliging in de eengezinshuizen” van de BUtgb. Men houdt hierbij rekening met de volgende factoren : – de binnenbekleding van de wanden en de plafonds bestaat uit gipsplaten met een dikte van minstens 12,5 mm; bij de wanden op OSB-beplating; de bekleding van de wanden en plafonds van stooklokalen en garages bestaat minstens uit moeilijk ontvlambare materialen (brandreactie volgens NBN EN 13501-1). [Minstens brandreactie A2] – de spouw in de buitenmuur en in de mandelige muur wordt op het niveau van de tussenvloer onderbroken door brandstoppen – de spouw staat niet in verbinding met de eventuele holle ruimten in de vloer(en) – ter hoogte van een mandelige muur wordt de spouw in de buitenmuur volledig onderbroken; – onder het dak wordt de spouw afgesloten met een brandstop
ATG 09/2087
– de mandelige muur heeft een brandweerstand van 90 minuten en loopt door tot aan de nok – de buitenbekleding bestaat minstens uit moeilijk ontvlambare materialen – boven en onder een brandwerende wand worden de holtes in de vloer(en) volledig afgesloten – de stalen liggers en kolommen worden bekleed om een brandweerstand van minstens Rf = ½ h te bekomen. 7.2.2 Kwetsbaarheid bij brand
Inzake de brandweerstand van de structuur en inzake de brandreactie van de vloeren, wanden en plafonds beantwoordt het bouwsysteem aan de voor het bestaande woningpatrimonium traditionele verwachtingen van brandveiligheid (zie de richtlijnen van de BUtgb van april 1974 en juni 1980). Inzake brandweerstand van structurele elementen houdt dit grosso modo een verdubbeling in t.o.v. het toelaatbare minimum van de eisen. 7.3 Hygiëne, gezondheid en milieu VERLUCHTING De ventilatievoorzieningen zijn onafhankelijk van het bouwsysteem en worden per project voorgeschreven. De NBN D 50-001 “Ventilatievoorzieningen in woongebouwen” is van toepassing. 7.4 Gebruiksveiligheid De wanden, bekleed met de voorzien beplating, hebben een voldoende schokweerstand voor een normaal gebruik. 7.5 Geluidswering De NBN S 01-400 “Criteria van de akoestische isolatie” is van toepassing. Overeenkomstig de “Richtlijnen betreffende het akoestisch onderzoek van de bouwsystemen voor eengezinshuizen” van de BUtgb biedt het systeem volgende kenmerken. Tabel 5 : akoestische isolatie Bouwelement Luchtgeluiden Contactgeluiden binnenwand F1 IIIb binnenwand F2 IIb tussenvloer met zw- IIIb IIb evende dekvloer (*) mandelige muur IIa buitenmuur: zie informatieblad 1979/3: “Akoestisch komfort van ééngezinshuizen gebouwd volgens een goedgekeurd systeem” van de BUtgb. (*) Voorzien van een vloerbedekking met minstens 3 mm vezeltapijt.
5/11
De akoestische isolatie kan worden verbeterd door meerdere lagen beplating aan te brengen, en/of de ontdubbeling van het skelet. De aansluitingen tussen de verschillende bouwelementen moet goed worden verzorgd. De verbeteringen zijn te bepalen door proeven. 7.6 Energiebesparing en warmtebehoud Voor zover in tabel 2 isolatiematerialen zonder hun exacte benaming en type zijn aangegeven, worden, voor de berekening van de warmtedoorgangscoëffi-
ciënten (U-waarden), de l-waarden van de norm gebruikt, tenzij er maximum gedeclareerde l-waarden worden aangegeven. De fabrikant verbindt er zich toe goedgekeurde isolatiematerialen te gebruiken die hieraan voldoen. Bij de berekeningen van de warmtedoorgangscoëfficiënten van individuele projecten kunnen de gedeclareerde l-waarden van de effectief gebruikte isolatiematerialen worden gebruikt. Zie de desbetreffende technische goedkeuringen.
7.6.1 Warmtedoorgangscoëfficiënt
Tabel 6 : warmtedoorgangscoëfficiënt U Isolatie
Umax (W/m²K)
Elementen Materiaal vloer op kelder of kruipruimte(4) (A1)
vloer op volle grond(4)
Buitenmuur(5)
mandelige muur(5) binnenwand(5)
(A2)
(B)
tussenvloer(5) hellend dak (dakelementen) (5)
(G) (F1) (F2) (C) (D1)
plat dak(5)
(D2)
PUR PUR PUR PUR PUR PUR PUR PUR MW MW + XPS MW MW + XPS MW MW + XPS MW MW + XPS MW MW MW MW + XPE MW + XPS MW MW + XPS MW MW + XPS MW MW + XPS MW + PUR MW + PUR MW + PUR MW + PUR PUR
dikte (mm) 40 50 70 90 40 50 70 90 75 75 + 40 120 120 + 40 180 180 + 40 225 225 + 40 75 75 3 x 75 75 + 5 90 +40 120 120 + 40 180 180 + 40 225 225 + 40 180 + 40 180 + 80 225 + 80 225 + 120 80
li - waarden (W/m.K) 0,029 0,029 0,029 0,029 0,029 0,029 0,029 0,029 0,037 0,037 en 0,035 0,037 0,037 en 0,035 0,037 0,037 en 0,035 0,037 0,037 en 0,035 0,037 0,037 0,037 0,037 en 0,045 0,037 en 0,035 0,037 0,037 en 0,035 0,037 0,037 en 0,035 0,037 0,037 en 0,035 0,037 en 0,028 0,037 en 0,028 0,037 en 0,028 0,037 en 0,028 0,028
(1)
(2)
0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 0,6 1,0 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4
0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 0,4 1,0 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3
Uberekend Rmin Rberekend (W/m².K) (m².K/W) (m².K/W) (1) en (2) 0,46(3) 0,29 0,32 0,23 0,23 0,17 0.19 0,15 0,42 0,42 0,16 0,38 0,35(3) 0,35(3) 0,28 0,24 0,21 0,19 0,17 0,16 0,13 0.12 0.10 0,29
1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0 1,0
1,738 2,083 2,773 3,462 1,627 1,972 2,661 3,351
(1) : reglementering in Vlaams Gewest (2) : reglementering in Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in Waals Gewest (vanaf 01/09/2009) (3) : deze uitvoering voldoet niet aan de eisen in Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zal niet meer voldoen in Waals Gewest vanaf 01/09/2009 (4) : vloeren op kruipruimte, kelder of volle grond: berekening van U volgens NBN EN ISO 13370. Als aan de Umax niet voldaan is, of bij gebrek aan berekening, moet minstens aan de Rmin (berekening volgens NBN B 62-002) voldaan zijn. (5) : wanden, daken en tussenvloeren: berekening van U volgens NBN B 62-002 en addendum
6/12
ATG 09/2087
7.6.2. Andere
eisen betreffende energiebesparing en
schimmel en oppervlaktecondensatie te voorkomen.
warmtebehoud
Zie de regionale wetgevingen. 7.6.3 De temperatuurfactor volgens de TV 153 van het WTCB
Koudebruggen zijn niet toegelaten o.a. om het verlies van warmte-energie te beperken, maar ook om
F1 (F) (F) (F) (F) (B) (B) (B) (F) (F) (B) (B) (F)
BINNENWAND kader onderregel bovenregel stijlen opbouw muur stelregel kader isolatie beplating (weerszijde) koppelregel bekleding latei
D1 (F)
HELLEND DAK (dakelementen) dakelement materiaal liggers hout dwarsstukken hout isolatie minerale wol beplating (weerszijde) OSB Extra isolatie (v) XPS opbouw dak materiaal panlatten hout onderdak dampdoorlatende folie (Tyvek) dakelementen hout gordingen hout dampscherm PE-folie plafondlat hout plafondbekleding gipsplaat
(B)
ATG 09/2087
aantal 1 1 elke 40,7 cm materiaal 1 hout minerale wol OSB 1 gipsplaat materiaal hout
Zowel bij het ontwerp als bij de uitvoering van de details van elk project dat afwijkt van de typebeschrijving, houdt men daarom rekening met de eis dat de temperatuurfactor (t) groter is dan 0,7 in elk punt van het binnenoppervlak van de buitenwanden. Daarom moet de isolatie van al de ondoorschijnende onderdelen overal een warmteweerstand hebben 2 groter dan 0,6 m .K/W.
afmetingen (mm) 38 x 89 38 x 89 38 x 89 afmetingen (mm) 38 x 89 1220 x 2520 x 120 75 15 38 x 89 12,5 aan weerszijde Afmetingen Berekening
afmetingen (mm) 38 x 89 of 140 of 184 of 235 38 x 89 90, 120, 180 of 225 8 40 afmetingen (mm) 27 x 35
verbinding nagels nagels nagels bevestiging nagels
nagels nagels nagels
nagels
volgens overspanning 2 x 38 x 235 0,2 22 x 45 12,5
7/11
D1
D2
C
F1
D1 C C
B
F1 A. FUNDERING A1 kruipruimte dekvloer Vochtkering isolatie (PUR insitu gespoten) welfsels A2 volle grond dekvloer vochtkering isolatie (PUR insitu gespoten) betonplaat vochtkering
A1
dikte (mm) 50 0,2 40, 50, 70, 90 130 dikte (mm) 50 0,2 40, 50, 70, 90 120 0,2
A2
C (B)
D2
TUSSENVLOER opbouw zwevende vloer isolatie bovenbekleding isolatie balk plafondlat onderbekleding
materiaal cementvloer (v) geëxtrudeerd P.E. (v) OSB minerale wol (v) hout hout gipsplaat
afmetingen (mm) 50 5 18 75 38 x 235 of berekening; afstand : berekening 22 x 45 12,5
materiaal
afmetingen ( mm )
(B) (B) (B) (B)
PLAT DAK (warm dak) opbouw dakdichting isolatie dakvloer balk
PUR OSB-plaat Hout
(B) (B) (B) (B)
isolatie dampscherm plafondlat onderbekleding
MW PE-folie Hout gipsplaat
40, 80 of 120 18 38 x 235 of berekening; afstand: berekening 180 of 225 0,2 22 x 45 12,5
8/12
verbinding
lijm + nagels
nagels schroeven
verbinding
nagels
nagels schroeven
ATG 09/2087
B F 1 F2
F2
G
BINNENWAND : 2 x F1 doch zonder bekleding van gipsplaten aan de spouwzijde; de spouw wordt opgevuld met minerale wol
B
B. (F) (F) (F) (F) (B) (B) (B) (F) (F) (B) (B) (B) (B) (B) (F)
(B) (B) (B)
(B) (B)
G. (B) (F) (B)
BUITENMUUR met inbegrip van de puntgevels kader aantal onderregel 1 bovenregel 1 stijlen elke 40,7 cm opbouw muur materiaal stelregel 1 kader hout isolatie minerale wol beplating (weerszijde) OSB koppelregel 1 dampscherm PE-folie binnenbekleding gipsplaat buitenbekleding dampdoorlatende folie (Tyvek) Extra spouwisolatie (v) XPS latei materiaal l ≤ 1,80 m hout l >1,80 m hout of staal afwerking materiaal gevelbekleding gevelsteen verluchting open stootvoegen in het metselwerk, rooster onder het dak spouw vochtkering Diba latei materiaal staal
afmetingen (mm) 38 x 89 of 140 of 184 of 235 (*) 38 x 89 of 140 of 184 of 235 (*) 38 x 89 of 140 of 184 of 235 (*) afmetingen (mm) 38 x 89 of 140 of 184 of 235 (*) 1220 x 2520 x 120 of 170 of 210 of 265 75, 120, 180 of 225 15 38 x 89 of 140 of 184 of 235 (*) 0,1 12,5
Verbinding Nagels Nagels nagels bevestiging schroefdraadstangen
nagels nagels nagels
40 ankers met rosas afmetingen (mm) 2 maal 38 x 235 en 2 OSB-platen van 15 Berekening afmetingen (mm) verbinding 90 spouwanker
90 (minstens 50 bij spouwisolatie) 0,5 afmetingen (mm) Berekening
MANDELIGE MUUR (Rf 90) opbouw materiaal Afmetingen stelregel 1 38 x 89 of 140 of 184 of 235 (*) schroefdraadstangen kader zie B zie B binnenbekleding gipsplaat (Rf) 12,5 Wanneer twee woningen gekoppeld worden van dit bouwsysteem, wordt de scheidingsmuur opgebouwd uit twee maal een binnenspouwblad met een gemetselde muur van snelbouwbakstenen van minstens 19 cm breedte ertussen.
ATG 09/2087
9/11
VERKLARING VAN OVEREENKOMSTIGHEID De firma (houder van de ATG) : N.V. BRUGGEN HSB
Datum : ....................................
Vertegenwoordigd door dhr./Mevr. ..................................................................................................... Verklaart dat het
Bouwsysteem
met de commerciële naam : N.V. BRUGGEN HSB En vervaardigd door : N.V. BRUGGEN HSB, Demerstraat 14, B-3590 DIEPENBEEK En opgericht op de hieronder vermelde bouwplaats
Technische Goedkeuring
Beantwoordt aan de
09/2087 Geldig van 12.01.2009 tot 11.01.2012 Afgeleverd door de : Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44
Lid van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (EUtgb)
De tekst van de technische goedkeuring maakt deel uit van deze verklaring Handtekening Gezien Stempel van de firma
Handtekening van de architect
Deze verklaring is gebaseerd op : 1. een voorafgaand typeonderzoek uitgevoerd door de Belgische Unie voor de technische goed keuring in de bouw (BUtgb) 2. het productiecontrolesysteem van de fabrikant in de werkplaats en op de bouwplaats; deze in terne controle heeft tot doel na te gaan of de productie en de montagetechnieken overeenstem men met de technische goedkeuring 3. tijdens de geldigheidsduur van de goedkeuring staat een erkend controleorganisme in voor de periodieke controle op de productie en op de interne productiecontrole. Toepassing van het bouwsysteem De bouwplaats : ........................................................................................................................................................................................................................... De bouwheer : ...................................................................................................................................................................................................................... De architect : ............................................................................................................................................................................................................................. 10/12
ATG 09/2087
B et e k e n i s v a n d e t e c h n i s c h e g o e d k e u r i n g VOOR huizen
1. Definitie De technische goedkeuring met certificatie (ATG) is een gunstige beoordeling van de techniek van een bouwsysteem. Tijdens het goedkeuringsonderzoek en bij de steek proefcontroles op de productie en op de uitvoering worden technische maatstaven gehanteerd die tot op zekere hoogte waarborgen dat een firma over de nodige technische kennis en uitrusting beschikt om een behoorlijke kwaliteit te handhaven. 2. De ATG in de overeenkomst
van de materialen of verifieert de merking (Benor, ATG, attesten, ...). 3. Oproep De bouwheer of de architect wordt uitgenodigd elke essentiële afwijking ten opzichte van de tekst van de goedkeuring te melden aan de BUtgb, p/a Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie, Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Kwaliteit en Innovatie, Dienst Bouw, WTC 3, 6e verdieping, Simon Bolivarlaan, 30, 1000 Brussel, Tel. : 0032 (0)2 277 81 76, Fax : 0032 (0)2 277 54 44.
Om zich op de ATG te kunnen beroepen moet de bouwheer in de overeenkomst met de verkoper (de fabrikant, de ondernemer, houder van de technische goedkeuring, ...), uitdrukkelijk (doen) opnemen dat de woning wordt gebouwd volgens de goedkeuring.
Zo nodig worden sancties getroffen. Deze kunnen gaan tot de intrekking van de goedkeuring.
Een technische goedkeuring maakt de rol van de architect niet overbodig, integendeel.
Verdere informatie in verband met technische goedkeuringen kan op het genoemde adres worden bekomen.
Hij blijft de belangen van de bouwheer behartigen. Ook voor de traditionele werken, die buiten de goedkeuring vallen, zoals b.v. de funderingen, schrijnwerk, projectgebonden details, ... legt de bouwheer en/of de architect de technische eisen contractueel vast. De architect controleert bij de uitvoering de naleving van deze voorwaarden. Hij raadpleegt o.m. de technische goedkeuring en hij vraagt de certificaten op
ATG 09/2087
De BUtgb kan evenwel niet tussenkomen in in dividuele geschillen.
4. Wat zijn essentiële afwijkingen? – Het geheel of gedeeltelijk negeren van de goed keuringstekst zonder een aanvaardbare motivering en/of zonder het akkoord van de BUtgb. – Fouten tegen de regels van de kunst die wijzen op een onvoldoende kennis van de basisprincipes, zelfs van technieken die niet onder de goedkeuring vallen (b.v. funderingen, daktimmerwerk).
11/11