Datum van inontvangstneming
:
09/08/2012
Vertaling
C-315/12 - 1 Zaak C-315/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing
Datum van indiening: 29 juni 2012 Verwijzende rechter: Højesteret (Denemarken) Datum van de verwijzingsbeslissing: 26 juni 2012 Verzoekende partij: Metro Cash & Carry Danmark ApS Verwerende partij: Skatteministeriet
[OMISSIS] Terechtzitting van 26 juni 2012 in zaak 124/2010 Metro Cash & Carry Danmark ApS [OMISSIS] tegen Skatteministeriet [OMISSIS] Beslissing tot prejudiciële verwijzing naar het EU-Hof krachtens artikel 267 VWEU Na bespreking met partijen heeft het ankeudvalg [beroepscomité] beslist krachtens artikel 267 VWEU het Hof te verzoeken om een prejudiciële beslissing over de
NL
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 26. 6. 2012 – ZAAK C-315/12
uitlegging van richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (richtlijn 92/12), zoals gewijzigd, richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van richtlijn 92/12/EEG (richtlijn 2008/118) en verordening (EEG) nr. 3649/92 van de Commissie van 17 december 1992 betreffende een vereenvoudigd geleidedocument voor het intracommunautaire verkeer van accijnsproducten die in de lidstaat van verzending tot verbruik zijn uitgeslagen (verordening nr. 3649/92). A. Feiten Inleiding 1
In de thans voor het Højesteret aanhangige zaak verzocht Metro Cash & Carry Danmark ApS (Metro) om gedeeltelijke nietigverklaring van een beslissing van het Skattecenter København (belastingdienst Kopenhagen) waarbij Metro werd gelast in het bezit te zijn van exemplaar 1 van een vereenvoudigd geleidedocument voor de handel in accijnsproducten met bedrijven in andere EUlanden, voordat het transport aanving. In feite betreft de zaak de verkoop door Metro van sterke dranken aan Zweedse klanten.
2
Bij vonnis van het Østre Landsret van 19 maart 2010 werd het verzoek van Metro afgewezen. Metro stelde op 11 mei 2010 beroep tegen het vonnis in bij het Højesteret.
3
De zaak betreft de vraag in hoeverre artikel 7, lid 4, van richtlijn 92/12 en artikel 34, lid 1, van richtlijn 2008/118 junctis de bepalingen van verordening nr. 3649/92 in de omstandigheden van het hoofdgeding meebrengen dat Metro in het bezit moet zijn van exemplaar 1 van het in artikel 4 van de verordening bedoelde vereenvoudigd geleidedocument voor de verkoop van sterke dranken aan personen die bij Metro aankopen op vertoon van een „Metropas”, die is afgegeven aan bedrijven in andere EU-landen en waarvan de houder ter plaatse levering krijgt van de aangekochte sterke dranken. Deense en Zweedse accijnsrechten op sterke dranken
4
De Deense accijnsrechten op sterke dranken zijn aanzienlijk lager dan de overeenkomstige Zweedse accijnsrechten. De Deense rechten bedroegen op 1 januari 2012 150,- DKK per liter, terwijl de Zweedse rechten op 1 januari 2012 omgerekend ongeveer 424,14 DKK per liter bedroegen. Dat zet economisch aan tot aankoop van sterke dranken onder het Deense accijnsstelsel en tot invoer ervan in Zweden. Dat kan zonder Zweeds accijnsrecht indien de sterke dranken voor eigen behoefte worden aangekocht. Invoer voor bedrijfsdoeleinden is daarentegen 2
METRO CASH & CARRY DANMARK
onderworpen aan Zweeds accijnsrecht. Bij invoer van sterke dranken in Zweden kunnen de goederen naargelang van de omstandigheden door de Zweedse belastingdienst worden gecontroleerd. Bij deze controle kunnen de autoriteiten de invoer aanvaarden als voor eigen behoefte of Zweedse accijnsrechten en eventueel sancties naar Zweeds recht opleggen voor poging tot ontwijking van Zweeds accijnsrecht. Metro Cash & Carry Danmark ApS 5
Metro is al een aantal jaren in Denemarken actief in de verkoop van een ruim assortiment goederen, waaronder sterke dranken. De verkoop verloopt volgens het „cash & carry”-model: de klanten nemen zelf de goederen van de winkelschappen en brengen ze in een winkelwagentje naar de kassa waar zij contant („cash”) betalen. Na betaling nemen de klanten de goederen mee en zorgen zij zelf voor transport („carry”).
6
Metro heeft vijf winkels in Denemarken (Glostrup, København, Århus, Kolding en Aalborg).
7
Klanten kunnen bij Metro alleen op vertoon aan de kassa van een door Metro uitgegeven machineleesbare pas (Metropas) winkelen. Bezit van de Metropas is een voorwaarde om bij Metro te winkelen. De Metropas is geen betaal- of kredietkaart.
8
Deense klanten krijgen een Metropas op verzoek van ondernemingen die zijn ingeschreven bij het Centrale Virksomhedsregister (kamer van koophandel), van instellingen en verenigingen alsook van de leden van bepaalde verenigingen waarmee Metro samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten.
9
Aan Zweedse klanten wordt de Metropas slechts afgegeven aan ondernemingen met Zweeds btw-nummer.
10
Een klant kan in bepaalde gevallen verschillende Metropassen krijgen zodat verschillende personen met hun eigen pas aankopen kunnen doen. Dat geldt voor zowel Deense als Zweedse klanten.
11
Metro heeft meer dan 250.000 geregistreerde klanten en heeft 700.000 Metropassen uitgegeven.
12
Aan de kassa leest een terminal de Metropas en worden de individuele goederen geregistreerd door een barcodescanner of een kassamedewerker. Een factuur wordt dan automatisch opgesteld op de naam van de klant, die blijkt uit de Metropas. De factuur wordt samen met de goederen overhandigd aan de bezoeker van de metrowinkel die de aankopen doet. Aankopen met een klantenpas worden geregistreerd in de Metro-boekhouding. 3
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 26. 6. 2012 – ZAAK C-315/12
13
Metro controleert niet of de persoon die in feite aankoopt, handelt in de hoedanigheid van handelaar of vertegenwoordiger van de onderneming, vereniging of instelling waaraan de Metropas is afgegeven. Metro controleert evenmin of de goederen worden aangekocht voor commerciële doeleinden (indien de betrokken klant een handelsonderneming is) dan wel of de goederen uitsluitend of ook voor eigen behoefte worden aangekocht. Van de koper wordt geen identiteitsbewijs geëist.
14
Het arrest van het Højesteret van 27 juni 1989 [gepubliceerd in UfR 1989.847 H (Ugeskrift for Retsvæsen – Deens juridisch tijdschrift)] inzake de positie van Metro onder de toentertijd toepasselijke prijswet stelt vast dat Metro „met haar zaakvoering en marktbeleid het klanten mogelijk maakt – en hen stimuleert – om goederen aan te kopen voor eigen behoefte”.
15
Het warenassortiment van Metro omvat sterke dranken. De verkoop van sterke dranken is steeds onderworpen aan Deense btw en Deens accijns.
16
In 2007 waren er in totaal 4.157 geregistreerde Zweedse klanten die bij Metro aankopen deden, met een totaalaankoop aan sterke dranken in 2007 als volgt: 697 klanten: geen aankoop van sterke dranken 1.649 klanten: aankoop van sterke dranken onder 1.000 DKK 1.731 klanten: aankoop van sterke dranken tussen 1.000 DKK en 9.999 DKK 89 klanten: aankoop van sterke dranken tussen 10.000 DKK en 20.000 DKK 9 klanten: aankoop van sterke dranken boven 20.000 DKK.
17
Zoals voor Deense klanten worden voor sterke dranken Deense btw en Deens accijns geheven van Zweedse klanten. De goederen worden aan de Zweedse klanten overhandigd in de winkel, de klant neemt de goederen mee en vervoert ze naar hun bestemming. De klant kan zelf hebben gezorgd voor vervoer; in dat geval overhandigt de klant de goederen aan de vervoerder.
18
Geen enkele Zweedse klant gaf ooit blijk exemplaar 1 van het geleidedocument in de zin van verordening nr. 3649/92 te willen gebruiken, en Metro vroeg er nooit om.
19
Zweedse klanten die bij Metro accijnsvrije goederen, bijvoorbeeld levensmiddelen of kantoorbenodigdheden aankopen, kunnen dit doen zonder betaling van Deense btw krachtens artikel 138, lid 1, van richtlijn 2006/112/EG, dat in Deens recht is omgezet bij § 34, lid 1, punt 1, van de btw-wet. Lijsten van dergelijke aankopen worden door Metro ingediend bij de Deense belastingdienst krachtens § 54 van de 4
METRO CASH & CARRY DANMARK
btw-wet en de bepalingen tot uitvoering van de Deense btw-wet tot omzetting van artikel 262 van richtlijn 2006/112. 20
Onmiddellijk vóór dergelijke van btw vrijgestelde aankopen van accijnsvrije goederen controleert Metro het btw-nummer van de Zweedse klant en ondertekent de klant een verklaring dat is voldaan aan de voorwaarden voor btw-vrijstelling. De verklaring wordt automatisch in het Deens en Engels afgedrukt op de factuur en luidt: „Geen Deense btw is betaald over deze factuur. Ondergetekende die is gemachtigd te handelen namens het bedrijf, bevestigt dat de op de factuur vermelde goederen fysiek getransporteerd worden naar een ander EU-land en dat het op de factuur vermelde btw-nummer op heden ingeschreven is en geldig is en toebehoort aan de op de factuur vermelde onderneming”. Onder de verklaring is een regel voor de handtekening.
21
De Deense btw bedraagt 25 % van de maatstaf van heffing voor alle verkochte goederen, terwijl Zweden verschillende btw-percentages hanteert. De Zweedse btw op levensmiddelen die de Zweedse klanten van Metro zonder Deense btw kunnen aankopen, bedraagt bijvoorbeeld 12 % van de maatstaf van heffing. De Zweedse btw-wetgeving onderwerpt sterke dranken niet aan het lage btw-tarief van 12 %, maar aan het gewone btw-tarief van 25 %.
22
Metro verkoopt aan Zweedse klanten daarentegen geen accijnsproducten, waaronder sterke dranken, met vrijstelling van btw, aangezien niet is voldaan aan de voorwaarde van artikel 138, lid 2, sub b, van richtlijn 2006/112 (omgezet in § 34, lid 1, punt 3, van de Deense btw-wet) dat „de verzending of het vervoer van deze producten plaatsvindt overeenkomstig artikel 7, leden 4 en 5, of artikel 16 van richtlijn 92/12/EEG”.
23
Het IT-systeem en productnummersysteem van Metro zijn zo opgevat dat voor sterke dranken geen facturen zonder btw kunnen worden uitgereikt.
24
Een Zweedse klant kan bij eenzelfde bezoek sterke dranken aankopen gedeeltelijk als van btw vrijgestelde accijnsvrije goederen en gedeeltelijk als aan btw onderworpen accijnsproducten. Dat geldt als twee verkopen met twee verschillende facturen. De twee verkopen kunnen tegelijk geschieden; de sterke dranken en andere goederen komen dan in hetzelfde winkelwagentje naar de kassa waar de accijnsvrije producten en de accijnsproducten worden gescheiden en twee facturen worden opgesteld. Verzoek van de Zweedse belastingdienst aan de Deense belastingdienst
25
De Deense belasting- en douaneadministratie (Skattecenter Randers) ontving op 12 februari 2007 een verzoek om bijstand van de Zweedse belastingdienst (Skatteverket, Utlandsenheten). 5
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 26. 6. 2012 – ZAAK C-315/12
26
Blijkens het Zweedse verzoek had Skatteverk voorheen uit Denemarken informatie over Metro met betrekking tot 2003 en 2004 ontvangen. Die informatie betrof de Zweedse klanten van Metro met een Metropas.
27
Het verzoek van het Skatteverk wees op „een sterke stimulans tot gebruik van illegale dranken in de restaurantsector door de aan de restauranthouder geboden mogelijkheid de omzet van zijn restaurant te verminderen en dus minder btw, inkomstenbelasting en accijns op sterke dranken aan te geven en te betalen en tegelijk ‚zwart geld’ wit te wassen”.
28
De Zweedse belastingdienst, aldus het verzoek, gebruikte een nieuwe controlemethode om vast te stellen of een vergunninghouder voor een restaurant zijn sterke dranken overeenkomstig de geldende regeling had aangekocht. Blijkens het verzoek om bijstand was de eerder verkregen informatie over de verkoop van van btw vrijgestelde respectievelijk aan btw en accijns onderworpen goederen aan Metro-klanten van groot belang geweest bij die controle en had zij een grote rol gespeeld bij nakoming van de EU-regeling, aangezien uit de [EU]regelgeving voor accijns op sterke dranken (richtlijn 92/12) duidelijk blijkt dat wanneer een product dat in een lidstaat in het vrije verkeer is gebracht, wordt geleverd of gebruikt in een tweede lidstaat in het kader van het handelsverkeer, in de tweede lidstaat accijns moet worden betaald.
29
Blijkens het verzoek had de Zweedse belastingdienst in een aantal restaurants een controle uitgevoerd en was in alle gevallen de restaurantvergunning ingetrokken en belasting opgelegd. B. Deense rechtsgrondslag
30
De wet inzake accijns op bier, wijn, vruchtenwijn, enz. (spiritusafgitslov) tot consolidatie van wet nr. 1239 van 22 oktober 2007 bepaalde ten tijde van de uitspraak van het landsret in casu met name: „§ 4. Accijns wordt betaald in Denemarken bij uitslag tot verbruik, dat wil zeggen wanneer de goederen een accijnsschorsingregeling verlaten of bij ontvangst wanneer goederen in andere EU-landen worden aangekocht door ondernemingen of personen die niet zijn gerechtigd de goederen zonder betaling van accijns voorhanden te houden (zie §§ 5 en 6). Accijns wordt ook verschuldigd bij invoer van de goederen uit landen buiten de EU (zie § 13). § 20. [...] Lid 4. Bij overbrenging van accijnsproducten tussen lidstaten wordt een geleidedocument overeenkomstig de EU-regelgeving terzake opgesteld. Ten 6
METRO CASH & CARRY DANMARK
minste 15 dagen na de maand waarin de goederen worden ontvangen, wordt een naar behoren ondertekend exemplaar van het geleidedocument teruggezonden naar de afzender; zoniet verwittigt de afzender de douane- en belastingadministratie. Lid 5. Het in lid 4 genoemde document begeleidt het vervoer van de goederen. Het vervoer wordt ook begeleid door documenten inzake eventuele vorige aangifte en zekerheidstelling. [...]” 31
§ 20, leden 4 en 5, van de spiritusafgiftslov is sinds 1 januari 2011 ingetrokken bij wet nr. 1385 van 21 december 2009 tot wijziging van met name de spiritusafgiftslov.
32
Deel E.A.1.8.2 van de Juridiske Vejledning 2012-1 van de Deense belastingdienst verwijst nog altijd naar het vereenvoudigde geleidedocument voor tot verbruik uitslagen goederen: „Geleidedocument voor de verzending van belaste goederen Bij verzending van belaste goederen wordt een papieren vereenvoudigd geleidedocument gebruikt. Zie verordening nr. 3649/92 van de Commissie.”
33
Er zijn geen andere Deense regels die in casu van toepassing zijn, maar uit de thans geldende § 8, lid 7, van de spiritusafgiftslov (voorheen § 15, lid 3, van de destijds vigerende wet waarbij artikel 7, lid 6, onder verwijzing naar artikel 22, lid 3, van richtlijn 92/12 is omgezet), blijkt het volgende: „Bij uitslag tot verbruik en betaling van accijns op goederen in Denemarken met daaropvolgende overbrenging ervan naar een andere EU-lidstaat om ze voor commerciële doeleinden voor handen te houden of op afstand te verkopen in de andere lidstaat als land van bestemming, betaalt of geeft de douane- en belastingadministratie de in Denemarken betaalde accijns op verzoek terug.” C. [EU]-recht
34
De volgende [EU]-bepalingen zijn in casu van toepassing: 1)
richtlijn 92/12: artikel 7, lid 1, en leden 3 tot en met 5, artikel 8, artikel 9, leden 1 en 2, sub b, artikel 22, lid 3, en artikel 24, lid 2;
2)
verordening nr. 3649/92: artikelen 1 tot en met 4;
3)
richtlijn 2008/118: artikel 32, leden 1, 2 en 3, sub b, artikel 33, leden 1, 3 en 4, artikel 34, leden 1 en 2, en artikel 47, leden 1 en 2. 7
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 26. 6. 2012 – ZAAK C-315/12
D. Argumenten van Metro 35
De verkoop van Metro aan Zweedse klanten (dat wil zeggen personen die aankopen met een Metropas die is verstrekt aan een onderneming met Zweeds btw-nummer) betreft in elk geval goederen die overwegend zijn bestemd voor eigen behoefte, waarbij de procedure betreffende het geleidedocument geen toepassing kan vinden aangezien op reguliere wijze Deens accijns is betaald en geen Zweeds accijns verschuldigd is (zie artikel 8 van richtlijn 92/12 en artikel 32 van richtlijn 2008/112).
36
Metro, die Deense klanten op vertoon van een Metropas alles verkoopt wat ze willen aankopen, moet ook Zweedse klanten alles verkopen, daar anders sprake is van discriminatie op grond van nationaliteit.
37
Verordening nr. 3649/92 impliceert niet dat een onderneming in een lidstaat, die sterke dranken ook voor eigen behoefte verkoopt, de verkoop van dergelijke dranken moet weigeren aan personen die (min of meer) waarschijnlijk de goederen willen exporteren uit de lidstaat en importeren in een andere lidstaat met commerciële doeleinden, met het gevolg dat accijns verschuldigd wordt in het land van invoer. De verordening legt alleen een verplichting op een geleidedocument te aanvaarden en te bewaren indien een dergelijk document in feite voorhanden is. Wanneer dat document ontbreekt, kan de regel van artikel 138, lid 2, sub b, van richtlijn 2006/112 niet worden toegepast en kan de in de lidstaat van uitvoer betaalde accijns niet worden teruggevorderd, ook al kan accijns bij controle in de lidstaat van invoer worden gevorderd.
38
Een eventuele verplichting om ervoor te zorgen dat een geleidedocument wordt opgesteld ingeval de sterke dranken in Zweden voor commerciële doeleinden kunnen worden gebruikt, rust niet op Metro, maar op de koper die zorgt voor het vervoer. Metro is niet „degene die voor het intracommunautaire verkeer verantwoordelijk is” in de zin van artikel 1 van verordening nr. 3649/92. Metro zorgt niet voor of regelt niet het vervoer.
39
Metro is niet de persoon die, het bedrijf of het lichaam dat overeenkomstig artikel 7, lid 5, van richtlijn 92/12 aangifte moet doen bij de belastingautoriteiten van de lidstaat van bestemming. Metro is niet de persoon bedoeld in artikel 33, lid 3, en artikel 34, lid 2, van richtlijn 2008/118.
40
De persoon die de sterke dranken in feite bij Metro koopt, kan heel goed van plan zijn de aangekochte producten voor eigen behoefte te gebruiken. Dat geldt voor zowel Deense als Zweedse klanten.
41
Dat wordt in casu bevestigd door de informatie over het grote aantal klanten die kleine hoeveelheden sterke dranken aankoopt en door de verkoop aan klanten met een Metropas die is verstrekt aan een onderneming in een commerciële sector waarin de verkoop van sterke dranken ongebruikelijk is. 8
METRO CASH & CARRY DANMARK
42
De Zweedse accijnsautoriteiten moeten nagaan of de invoer door een persoon van een bepaalde hoeveelheid in Denemarken aangekochte en aan accijns onderworpen sterke dranken voor eigen behoefte is, overeenkomstig de vereisten op basis waarvan deze beslissing moet worden genomen (artikel 9, lid 2, van richtlijn 92/12 en artikel 32, lid 2, van richtlijn 2008/118). Het staat niet aan de verkoper om deze beslissing te nemen.
43
Door een Zweedse onderneming bij Metro voor commerciële doeleinden aangekochte sterke dranken worden niet altijd in Zweden ingevoerd. Zij kunnen bijvoorbeeld als zakengeschenk in Denemarken zijn bedoeld.
44
De omstandigheid dat een persoon die in Denemarken gekochte en aan accijns onderworpen sterke dranken in Zweden invoert, de goederen kocht bij een verkoper bij wie hij of de onderneming waarmee hij verbonden is, aankopen voor commerciële doeleinden doet, wettigt geen enkele conclusie over het doel waarvoor de aangekochte sterke dranken zullen worden gebruikt.
45
Zweden kunnen overal in Denemarken (supermarkten, verkoopstands, wijnwinkels, enz. ) gemakkelijk sterke dranken kopen zonder nadere formaliteit en zonder dat de Zweedse koper zijn identiteit hoeft te bewijzen of zonder registratie van de koop.
46
Het gevaar dat Zweden als land van invoer accijns op in Denemarken voor commerciële doeleinden aangekochte geïmporteerde sterke dranken misloopt, is veel kleiner bij aankoop van goederen bij Metro dan in een detailhandel. Dat is het gevolg van de registratie van de aankopen bij Metro op de rekening van de onderneming waaraan de Metropas is verstrekt, waardoor bij samenwerking doeltreffende belastingcontroles door de Deense en Zweedse autoriteiten worden vergemakkelijkt, hetgeen niet mogelijk is bij aankoop van sterke dranken bij supermarkten, verkoopstands, wijnwinkels, enz. Het verzoek van de Zweedse belastingadministratie wijst erop dat het ondernemingsmodel van Metro - anders dan in de detailhandel - doeltreffende controles juist mogelijk maakt. E. Argumenten van het Skatteministerie
47
De zaak betreft volgens het Skatteministerie (Deens ministerie van Financiën) in eerste instantie de vraag of de sterke dranken die Metro aan Zweedse klanten met een btw-nummer verkoopt, moeten worden beschouwd als „door particulieren voor eigen behoefte verkregen [...] producten” (zie artikel 8 van richtlijn 92/12) en indien deze vraag ontkennend wordt beantwoord, of de bepalingen van verordening nr. 3649/92 meebrengen dat Metro verplicht is om exemplaar 1 van het in de verordening bedoelde vereenvoudigde geleidedocument te bewaren.
48
Primair wordt gesteld dat aangezien de Metro-klanten met een Zweeds btwnummer niet handelen als „particulieren” in de zin van artikel 8 van richtlijn 92/12, uit de rechtspraak van het Hof (arresten Hof van 2 april 1998, EMU Tabac, 9
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 26. 6. 2012 – ZAAK C-315/12
C-296/95, Jurispr. blz. I-1605, punt 26, en 23 november 2006, B. F. Joustra, C-5/05, Jurispr. blz. I-11075, punten 29 en 48) volgt dat de klantenaankopen noodzakelijkerwijs moeten worden geacht te vallen onder artikel 7 van de richtlijn, met het gevolg dat Metro krachtens artikel 4 van verordening nr. 3649/92 verplicht is om exemplaar 1 van het in de verordening bedoelde vereenvoudigde geleidedocument te bewaren. Het Hof legde de voorwaarde „voor commerciële doeleinden” van artikel 7 van richtlijn 92/12 dus bijzonder ruim uit (zie arrest Joustra, punt 29). 49
Voorts wordt aangevoerd dat de Zweedse klanten in de omstandigheden van het hoofdgeding de sterke dranken niet voor „eigen behoefte” (tweede voorwaarde van artikel 8 van richtlijn 92/12) aankopen. Dat vindt steun in de in casu verstrekte informatie over de aangekochte hoeveelheden sterke dranken en in het feit dat de Zweedse klanten met name verkoopstands, cafés, restaurants en hotels met een btw-nummer zijn, dus handelaren die gewoonlijk alcoholische dranken als deel van hun bedrijfsactiviteit aankopen en verkopen.
50
Het Skatteministerie stelt tegen deze achtergrond ook dat Metro verplicht is ervoor te zorgen dat zij exemplaar 1 van het in artikel 4 van verordening nr. 3649/92 bedoelde vereenvoudigde geleidedocument verkrijgt en bewaart bij alle handelstransacties met handelsondernemingen met een btw-nummer van een andere EU-lidstaat (in de praktijk Zweedse ondernemingen) in aan accijns onderworpen sterke dranken alvorens het transport aanvangt. Daarbij moet Metro als leverancier ervoor zorgen dat zij in het bezit is van exemplaar 1 alvorens het transport van de goederen naar een andere EU-lidstaat aanvangt, dat wil zeggen alvorens de goederen aan de klant worden geleverd.
51
Aan het vereiste van verordening nr. 3649/92 dat Metro exemplaar 1 van het geleidedocument bewaart, moet worden voldaan om de Deense en de Zweedse autoriteiten in staat te stellen het verkeer van goederen uit Denemarken naar Zweden op te volgen zodat ervoor kan worden gezorgd dat in de juiste lidstaat accijns wordt betaald. In casu bestaat een sterk vermoeden dat accijns op de sterke dranken moeten worden betaald in de staat van bestemming, namelijk Zweden (dat wil zeggen tegen het Zweedse accijnstarief voor sterke dranken; zie artikel 7, leden 1 en 2, van richtlijn 92/12), en niet in de lidstaat van herkomst, Denemarken (met een lager accijns voor sterke dranken), doordat sprake is van goederen die in Zweden vermoedelijk „voor commerciële doeleinden voorhanden worden gehouden”. De Deense belastingdienst moet de Zweedse klanten de in Denemarken betaalde accijns terugbetalen voor zover zij daarom verzoeken (zie artikel 7, lid 6, en artikel 22, lid 3, van richtlijn 92/12).
52
Het verzoek van het Skatteverk aan de Deense belastingdienst toont aan dat het ondernemingsmodel van Metro het gevaar meebrengt dat accijns wordt ontweken op aan accijns onderworpen sterke dranken die voor commerciële doeleinden voorhanden worden gehouden in Zweden. Wanneer het vereenvoudigde geleidedocument niet wordt opgesteld en bewaard, ontsnappen de sterke dranken 10
METRO CASH & CARRY DANMARK
aan daadwerkelijke controle door de douane- en belastingdienst van de lidstaten tussen welke de goederen worden vervoerd, zoals is vereist door de [EU]-regeling. 53
Ten slotte wordt gesteld dat de intrekking van richtlijn 92/12 en de inwerkingtreding van richtlijn 2008/118 de rechtssituatie niet wijzigden doordat de relevante bepalingen van richtlijn 92/12 ongewijzigd zijn overgenomen in richtlijn 2008/118, en aangezien uit artikel 47, lid 2, van deze laatste richtlijn blijkt dat de verwijzingen naar richtlijn 92/12 gelden als verwijzingen naar richtlijn 2008/118, zodat verordening nr. 3649/92 nog steeds zijn rechtsgrondslag in de richtlijn vindt. F. Vragen
54
Het Højesteret besliste het EU-Hof de volgende vragen te stellen krachtens artikel 267 [VWEU]: Eerste vraag Moeten richtlijn 92/12 en verordening nr. 3649/92 aldus worden uitgelegd dat een handelaar in een lidstaat die in omstandigheden als in het hoofdgeding accijnsproducten verkoopt die in die lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en op de plaats van bedrijfsuitoefening van de verkoper aan een in een andere lidstaat gevestigde koper worden geleverd zonder dat de verkoper bij het vervoer helpt of voor vervoer zorgt, moet controleren (i) of de accijnsproducten worden aangekocht met het oog op invoer in deze tweede lidstaat en (ii) of die invoer plaatsvindt voor de eigen behoefte dan wel voor commerciële doeleinden? Tweede vraag Wanneer de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, moet de handelaar dan op het tijdstip van de verkoop van accijnsproducten in omstandigheden als het hoofdgeding, wanneer hij deze controle uitvoert, gebruik maken van vermoedens betreffende het voornemen dat de koper met betrekking tot de aangekochte producten heeft? Derde vraag Wanneer de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord, moeten richtlijn 92/12 en verordening nr. 3649/92 dan aldus worden uitgelegd dat een verkoper als bedoeld in de eerste vraag in omstandigheden als in het hoofdgeding moet weigeren de accijnsgoederen aan de koper te verkopen indien de koper exemplaar 1 van het vereenvoudigde geleidedocument bedoeld in artikel 4 van deze verordening niet overlegt wanneer de accijnsproducten worden aangekocht voor commerciële doeleinden in de woonstaat van de koper? Deze vraag vereist ook een antwoord 11
VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 26. 6. 2012 – ZAAK C-315/12
ingeval gebruik moet worden gemaakt van de in de tweede vraag bedoelde vermoedens. Vierde vraag Brengt de inwerkingtreding van richtlijn 2008/118 en de intrekking van richtlijn 92/12 wijziging in de rechtssituatie wat de gevolgen van richtlijn 92/12 voor het antwoord op de eerste, de tweede en derde vraag betreft? Vijfde vraag Moet de uitdrukking „door particulieren voor eigen behoefte verkregen [...] producten” in de zin van artikel 8 van richtlijn 92/12 en artikel 32, lid 1, van richtlijn 2008/118 aldus worden uitgelegd dat zij betrekking hebben op de aankopen van accijnsproducten in omstandigheden als in het hoofdgeding? Wanneer deze vraag ontkennend wordt beantwoord, vallen de aankopen dan onder artikel 7 van richtlijn 92/12 respectievelijk artikel 33 van richtlijn 2008/118? [OMISSIS]
12