De Verrekijker nr. 5/2012
Blz. 2.
3. 4. 5. 8. 9. 11. 12. 15. 16. 17. 19. 20. 21. 22. 24. 28. 30. 32.
Van de Groene Tafel: Een nieuwe start… door: Herman Obbink Aankondiging: Nieuwjaarstreffen door: Doortje Vreman en Fenny Lammers Onze afdelingswebsite door: Arno van Zaanen Knut en de knutten door: Herman Pelgrom Vogels in de tuin door: Carin Holtslag Nu moet het toch niet gekker worden… door: de natuurfreak Natuurwerkdag op 3 november Onkruid: Gehoornde klaverzuring door: Janrein van Oostrum Lezing Koos Dansen Uit ons jaarprogramma Foto- & VideoWerkGroep Mutaties Voor de Jeugd, halloween door: Doortje Vreman De schaapskooi in het Venne door: Doortje Vreman Gallen onder de loep door: Janrein van Oostrum Buur maakt Natuur door: Herman Nijhof Weekend Lauwersmeer door: Vogelwerkgroep Wat doet een NME-centrum zoal? (6) door: Medewerker NME Symposium Stichting Staring Advies Kopij voor de volgende Verrekijker graag uiterlijk donderdag 22 november op het redactieadres. Per e-mail:
[email protected] of aan Janrein van Oostrum, Ph.P.Cappettilaan 8, 7071CS Ulft 1
De Verrekijker nr. 5/2012
door: Herman Obbink, voorzitter IVN De Oude IJsselstreek Een nieuwe start, een nieuw geluid. Met ingang september ga ik samen met de overige leden van het bestuur, de coördinatoren en de vele vrijwilligers de natuurbeleving en het gebruik van de natuur binnen onze afdeling op een nog hoger plan brengen. (Nog) Even voorstellen? Mijn naam is Herman Obbink, getrouwd met Marijke. Samen hebben wij 2 kinderen: Lucas (15) en Linde (12). Na enkele omzwervingen zijn wij terecht gekomen in het mooiste deel van ons land: de Achterhoek. Ik ben werkzaam geweest bij o.a. de gemeente Pijnacker, de Regio Achterhoek en de Universiteit Utrecht en ben thans als griffier in functie bij de gemeente Wierden. Mijn interesse voor de natuur is vooral gekomen na het vertrek uit de randstad. In Pijnacker woonden we weliswaar in een dorp, maar dan ingeklemd tussen Rotterdam, Den Haag, Zoetermeer en Delft. Hoewel ook Pijnacker natuur heeft, zag je overal aan de horizon flats en ‘s avonds veel kunstlicht door de verlichte kassen in dat gebied. Zonder overdrijven kan ik ook na 12 jaar stellen nog dagelijks te genieten van de omgeving waar we wonen, van de natuur hier overal om je heen. Na de zomer vertrekken de toeristen, wij blijven en kunnen hier elk jaargetijde genieten. Het schitterende fotoboek van Fred Hazelhoff spreekt wat dat betreft boekdelen. Met een afdeling waarbinnen alle facetten van de natuur aanwezig zijn, is er voor jong en oud geen ontkomen aan. De IVN is overal om je heen. De eerste bestuursvergadering en het coördinatorenoverleg liggen inmiddels achter me en ik merk dat het enthousiasme voor de taken bij iedereen groot is. Mijn rol als voorzitter zie ik vooral in het verbinden, zowel binnen als buiten onze afdeling. Het gezicht zijn van de afdeling. Naast de inzet voor de natuur, was voor mij ook de rol als voorzitter een reden om de taak op mij te nemen. Tot op heden was ik meestal secretaris, nu kies ik bewust voor een andere rol. Binnen het bestuur hebben we afgesproken dat ik als vertegenwoordiger vanuit het bestuur naar de regiowerkgroep ‘Strang en Iessel’ en de milieuwerkgroep ga. Daarnaast hoop ik ook af en toe bij de andere werkgroepen mijn gezicht te laten zien. Ik kijk uit naar de samenwerking. 2
De Verrekijker nr. 5/2012
Op het moment dat we dit schrijven zijn we juist de meteorologische grens van de herfst gepasseerd. Maar toch willen wij u graag meenemen naar een echt winters gebeuren. Binnen onze vereniging hebben wij de goede gewoonte elkaar te ontmoeten aan het begin van het nieuwe jaar. Ook dit keer hebben wij daarvoor een prachtige locatie gevonden. Graag nodigen wij jullie uit om elkaar op zaterdag 5 januari 2013 te ontmoeten en alle goeds toe te wensen voor het dan pas begonnen jaar. Wij hebben onderdak gevonden bij:
De ‘huiskamer’ van Paardensportcentrum Diekshuus Ulftseweg 4A 7081 AA GENDRINGEN Wij verwachten jullie daar van 14.00 uur tot 17.30 Tip: Noteer deze datum nu al in je agenda! Informatie over het programma komt in de volgende Verrekijker. Aanmelden voor deelname kan bij
[email protected] of via telefoonnr. 0314-345028 tot uiterlijk woensdag 2 januari 2013. Met een vriendelijke groet, Doortje Vreman en Fenny Lammers 3
De Verrekijker nr. 5/2012
(2) Door: Arno van Zaanen Waarschijnlijk hebt u in de vorige aflevering van ‘De Verrekijker’ het stukje van de afdelingswebsite toch gelezen, hoewel ik u heb gewaarschuwd om het niet te doen. Het heeft namelijk consequenties voor u! Namelijk: U moet op zoek gaan naar iemand die u beelden van die website kan laten zien als u geen computer hebt. Dat zal tegenwoordig wel lukken bij iemand bij u in de buurt. Een beetje vriendelijk kijken en vragen of hij of zij de bedoelde website wil laten zien. Hebt u zelf een computer dan hebt u natuurlijk allang gekeken op: http://www.ivn.nl/oudeijsselstreek/. We noemen dat de URL of het adres van de website. U hebt natuurlijk vol bewondering gekeken hoe Roel Brocx en Evelien Pleiter al die tekst en plaatjes daar gekregen hebben. Leuk hè? Die foto’s lijken echt. (Dat zijn ze ook!) En dan al dat nieuws en … ‘De Verrekijker’ staat er ook. Die kan je nu digitaal lezen of als u ‘De Verrekijker’ in uw hand houdt ook de papieren versie gebruiken. Maar waarom moest u dat eerste stukje dan niet lezen? Dat heeft te maken met het feit dat u moet helpen om de website te vullen met verslagjes, verhalen, bijzonderheden, foto’s en wat u nog meer kunt bedenken. Dus het komt op uw medewerking aan. Hebt u nieuws, gaat u een activiteit organiseren, weet u zaken die voor een IVN-er belangrijk zijn, stuur dan een berichtje naar Roel Brocx (
[email protected] ) of naar Evelien Pleiter (
[email protected]) of stuur het gewoon naar
[email protected] en alles komt goed terecht. O ja, als u op de website van de afdeling bent, klik dan even op ‘favorieten’ en voeg de website toe aan uw favorieten. Dan bent u volgende keer er weer snel bij. Kunt u zien of uw bericht, foto’s of verslagje al op de website staan. Succes! 4
De Verrekijker nr. 5/2012
door: Herman Pelgrom De knut waarover het in dit artikel gaat is niet de betreurde ijsbeer die in maart 2011 in de Zoologischer Garten van Berlijn een paar maanden na zijn vierde verjaardag het leven liet. Zijn dood werd een ware mediahype. Geen detail uit zijn leven en sterven is ons bespaard gebleven. Het interessantst was dat Knut voorbestemd was zoveel mogelijk vrouwtjes te bevruchten. Massa’s sekstoeristen dromden samen voor zijn verblijf in de hoop dat Casanova Knut een kunstje zou vertonen. Maar de uit een zwaar incestueuze relatie afkomstige (en daardoor op meer fronten zwakbegaafde) jongen heeft het niet tot enige vorm van procreatie gebracht. De knut waarover ik het wil hebben is een mugje dat met voortplanting heel wat minder moeite heeft. Konijnen zijn daarbij vergeleken impotente stumpers. De levenscyclus van de knut komt in grote lijnen overeen met die van de ons bekende steekmug. Net als deze houdt de knut zich bij voorkeur op in een vochtige omgeving. Eigenlijk kun je niet spreken van ‘de’ knut. Alleen al Nederland zijn er zo’n honderd soorten bekend. Hun verzamelnaam luidt culicoides. Net als bij steekmuggen zijn het de vrouwtjes die hun soort een slechte naam bezorgen. De mannetjes doen nog nuttig werk door tijdens hun zoektocht naar nectar bloemen te bestuiven. De overlast komt van de vrouwtjes. Zij alleen prikken. En hoe! Mensen die deze kwelgeesten aanduiden met het onschuldige woord ‘kriebelmugjes’ weten niet waarover ze het hebben. Je huid gaat ervan opzwellen en enorm jeuken. Mensen die allergisch zijn voor muggenbeten houden er lang een rode, soms zelfs harde, plek aan over. Op den duur verschijnt op de plek van de beet een blaasje. Van de in Nederland bekende soorten bijten er gelukkig slechts 4 tot 10. Het vrouwtje heeft bloed nodig om eitjes te produceren. Na een beet duurt het een dag of vier voordat zij zich weer tegoed wil doen aan een bloedmaaltijd. De kans bestaat ook nog dat zo’n knut ziektes verspreidt, zoals blauwtong 5
De Verrekijker nr. 5/2012
en Afrikaanse paardenpest. Vooral paarden zijn vaak overgevoelig voor steken van knutten. Geliefde plekjes zijn de manen en het achterlijf. De dieren – waaronder ook pony’s en ezels - worden soms gek van de jeuk. In hun radeloosheid bonken ze dan zo hard tegen het interieur van de stal dat deuren en wanden worden ontzet. Om van de jeuk af te komen schuren ze krachtig tegen houtwerk en muren waardoor verdikkingen en zelfs open wonden ontstaan. Ook zie je uitval van manen en staartharen. Op de getroffen plekken ontwikkelen paarden vaak staart- en maneneczeem, door dierenartsen ook wel zomereczeem genoemd. Gelukkig zijn niet alle paarden even gevoelig voor beten van knutten. Wetenschappers raken er steeds meer van overtuigd dat de gevoeligheid voor knuttenbeten genetisch bepaald is. Men probeert van alles om de overlast van knutten tegen te gaan. Voor zover ik heb kunnen nagaan zijn wetenschappers nog niet toe aan een oplossing voor het probleem. Als je Internet raadpleegt, kom je nogal eens het woord ‘kennislacune’ tegen. Ook zie je daar dat dierenartsen zoekende zijn en elkaar heel uiteenlopende middelen aanraden. Geen wonder dat paardenliefhebbers dan naar eigen oplossingen gaan zoeken. Zo werkt de een met kruidenextracten, de ander voert zijn paard vitamines B11, een derde beveelt knoflook aan etc. etc. 6
De Verrekijker nr. 5/2012
Zelfs bestrijding met insecticiden is tot nu toe niet erg bevredigend. Ook niet bij die middeltjes die direct op de huid van het slachtoffer worden aangebracht. Als de boosdoeners er al aan sterven, is er nog geen reden om te juichen. Het kwaad is dan meestal al geschied, want een dode knut betekent nog niet dat het paard, de pony of de ezel niet al geprikt is. De tot nu toe beste remedies gaan uit van kennis van de levenswijze en de eigenschappen van de knut. Ik noem enkele methodes die enig soelaas bieden: - Hierboven werd al vermeld dat knutten graag op vochtige plekken verkeren. Daar droppen ze hun eitjes. Tegen droogte kunnen ze slecht. Een goed preventief middel is daarom het aanpakken van broedplaatsen. Dus geen poelen, drinkbakken, autobanden etc. in de buurt. Drassige plekken in weilanden zouden moeten worden gedraineerd. Heel belangrijk is de stal goed en veelvuldig te reinigen met extra aandacht voor putjes en goten. Mest moet niet te lang blijven liggen. - Het is bekend dat knutten slechte vliegers zijn. Tenzij de wind hen een beetje helpt, komen ze niet verder van hun geboorteplek dan zo’n honderd meter. Daarom wordt er wel met ventilatoren gewerkt. Plaats je die op de juiste plek, dan zorgt de luchtstroom ervoor dat knutten hun slachtoffer niet kunnen bereiken. Ze vliegen te slecht om de ‘wind’ te kunnen trotseren. - We weten dat knutten vooral in de schemering actief zijn. Het opstallen van paarden in de ochtend- en avondschemer voorkomt een deel van het kwaad. - Muskietengaas voor de stalopeningen helpt ook. Dat gaas moet dan wel van het allerfijnste soort zijn. Knutten zijn nl. erg klein: 1,5 tot 3 mm. Kortom: het beste wat de paardenliefhebber (voorlopig) kan doen, is proberen ieder contact tussen knut en paard te voorkomen. Dat lukt het beste als je inspeelt op de eigenaardigheden van deze plaaggeest. 7
De Verrekijker nr. 5/2012
door: Carin Holtslag Sinds een paar maanden hebben we op diverse plekken vogeldrinkbakken geïnstalleerd in onze tuin. Ik kan het u aanraden; het is nooit meer saai. Zorg er wel voor dat er in de buurt een struik is. De natte vogels kunnen zich daar snel in terugtrekken in geval van gevaar. Want ja, ook sperwers en katten hebben al gauw door hoe druk het daar kan zijn met potentieel lekkere hapjes. Baden is erg belangrijk voor vogels. Een goed verzorgd verenpak is namelijk minder onderhevig aan slijtage. En voor een vogelliefhebber is het een mooie gelegenheid hun wereld beter te leren kennen; plezier voor twee dus! Een klein voorbeeld: Er zitten twee jonge mussen op de rand van de bak. Oplettend kijken ze om zich heen. Ze kwebbelen wat. Een neemt een snel slokje water. Dan een scherpe blik op de omgeving. De ander hipt in het water. Dan er snel weer uit. Kwebbel. Dan er weer in, de ander volgt. Even een snelle spat en hop weer op de rand. Kwebbel. Weer het water in en dan begint het bad. Het water spat in het rond terwijl ze met hun vleugeltjes flapperen en wapperen. Dan komt er en merel aan. Snel springen ze op de rand. De merel gaat midden in het badje zitten en kijkt wat bozig naar de mussen. Eentje trekt zich terug in de nabijgelegen Steenbeuk. De ander blijft brutaalweg op de rand zitten. De merel begint met zijn badritueel. De mus uit de Steenbeuk gaat weer op de rand zitten. Dit vindt de merel niet goed. Terwijl hij de mus wegjaagt grijpt collega-mus de kans, springt in het water en spettert er lekker op los, tot de merel weer terug komt. Nu maakt-ie zich ook uit de voeten. De merel spat de bak half leeg en gaat dan in een struik toilet zitten maken…. Nu zijn dan eindelijk de mussen aan de beurt. Die spetten en spatten en zien er binnen de kortste keren uit als verzopen katten…. En de bak staat bijna droog. Zo dadelijk maar even vers water erin doen….
8
De Verrekijker nr. 5/2012
door: de natuurfreak We zijn goed bezig en op de goede weg zeggen ze... Met z’n allen hebben we bedacht dat onze lucht en ons water er bar slecht aan toe waren en besloten dat we er hoognodig iets aan moesten doen. Gevolg: de handen werden ineengeslagen en we sloegen een twee drie aan ‘t vergaderen, discuteren en wat allemaal niet meer. De resultaten daarvan waren eigenlijk geen groot nieuws. Want we wisten allang dat onze auto’s, industrie en landbouw de grootste vervuilers waren. Laten we even vooropstellen dat wij, als consumenten, de grootste en bepalende factor zijn. Uiteindelijk bepalen wij wat er afgezet kan worden. Of ik me dan ook schuldig heb gemaakt ? Uiteraard, maar ik ben daardoor later des te bewuster gaan handelen. Maar ik dwaal af, back to the point. Wat is er ondertussen opgelost? In ieder geval is de industrie door het aandraaien van de duimschroeven schoner gaan produceren. Dat wil zeggen dat men bepaalde stoffen uit het productieproces haalde en de hoeveelheid afval verminderde. Met succes dus! Voor auto’s ontwierp men gaaf gestroomlijnde modellen en nam die ook in productie. De motoren werden met groot succes onder de loep genomen. De snelheid op de wegen werd beperkt. De landbouw heeft wel degelijk zijn steentje bijgedragen. De hoeveelheid uitgereden organische meststoffen werd aan banden gelegd en ook de hoeveelheid kunstmest. Het gebruik van pesticiden en andere middelen die in de agrarische industrie werden gebruikt is drastisch beperkt. Neemt u mij niet kwalijk dat ik dit industrie noem. Volgens mij bestaan er geen boeren meer maar alleen agrarische industriëlen. Met hun huidige (voor het rendement noodzakelijke) formaat horen bepaalde bedrijven volgens mij op een agrarisch industrieterrein en niet in een natuurlijk landschap. Daar kan men ook veel betere resultaten bereiken wat het milieu betreft. Intussen zaten ook de natuurliefhebbers niet stil. Ze ontwierpen natuurlijke verbindingszones én richtten die in. Er was op deze manier al ontzettend veel bereikt. 9
De Verrekijker nr. 5/2012
Zeker, maar onze heilige koeien(auto-)industrie vindt het maar niks dat de omzet niet wil stijgen. Daarom maken ze voor wie effe gek wil doen en opvallen wil de grootste en onzinnigste modellen die je maar kunt denken, want… de motoren zijn immers toch zuiniger en schoner geworden! Tja, daar ga je dan met die mooie stroomlijn. Nou weet ik wel dat geld de allesbepalende factor is, maar om de ene verbetering met het afwaswater van de andere weg te gooien is klinkklare onzin. Toch kan het nog een tikkie erger. Een auto fabrikant van het merk Bert Moet Werken komt met een reclamespot waarin langzaam rijden als saai wordt voorgesteld. Bert heeft nog nooit goed om zich heen gekeken! Die kent vast geen klaverzuring of speenkruid. Nee, hij heeft een automatische versnellingbak die bij scheurend optrekken het milieu geen schade meer berokkend! Nou moet toch echt niet gekker worden. Welk nut of zin heeft dit nou toch, het slaat toch nergens op? Maar dat is nog niet het ergste want… Dan barst er plotseling een Blekerbom, vol met stinkend bleekwater en zoals u weet zit dat vol chloor en is dat voor iedereen hartstikke ongezond. En was hij nou maar de enige, maar er zijn ook nog heel wat kleine, locale bommetjes. Ze knallen het eruit: “Verbindingszones, wat is dat nou voor onzin? Dat is alleen maar misbruik van kostbare landbouwgrond. En bovendien weten boeren echt zelf wel wat goed is voor hun en de natuur!” Nou heeft men mij altijd wijs gemaakt dat je mensen nooit hun eigen werk moest laten controleren of keuren, dat was de kat op het spek binden. Oh ja, dan zijn er nog die verrekte snelheidsbeperkingen in het verkeer. Klinkklare onzin toch! Het is zo heerlijk om effe je gaspedaal op de plank te drukken om een paar seconden te winnen. Tijd is geld! Aanwonenden zijn absoluut niet belangrijk, zelfs al worden ze er doodziek of gestrest van. Laten we het toch asjeblieft positief bekijken. We voldoen toch helemaal aan de normen. En als die mensen dan last hebben dan zetten we toch gewoon een scherm om hun huizen heen! Neem me nou niet kwalijk, maar zo’n wijk heette volgens mij een aantal jaren geleden een getto. En zo kan ik nog heel wat dingen aanvoeren die ons huidige systeem aardig waardeloos maken. 10
De Verrekijker nr. 5/2012
Crisis! Te duur! En alles wat door weldenkende mensen is opgebouwd wordt zonder pardon, huplekee, overboord gegooid: weg er mee. Of het veel bloed zweet en tranen heeft gekost doet er niet toe. Weg er mee alleen voor het heil van onze economie. Zelfs het voorafgegane financiële plaatje verwaarlozen we voor het gemak maar even. Maar een ding mag je eigenlijk nooit vergeten: zonder mensen bestaat er helemaal geen economie! En als de wereld voor de mens onleefbaar is geworden doet geld er niet meer toe. Ik durf mijn verdere woordenschat er hier verder niet op los te laten want dan krijg op m’n donder van de redactie. Als ik dit alles overpeins denk ik bij mezelf: word ik nou gek of ben ik het al? Na de voorafgaande schaamteloze politieke gedoogvertoning wist u volgens mij ook al met zekerheid op welke partijen u de afgelopen verkiezingen niet zou stemmen. Want gekker moet het toch echt niet worden!
Op www.natuurwerkdag.nl kun je alle gegevens vinden. Daar staan alle (kinder)locaties en activiteiten en kun je je aanmelden. Ook in ons werkgebied zijn Natuurwerkdaglocaties, o.a. bij de Vennebulten in de buurt van Varsseveld. Leerlingen van het voortgezet onderwijs kunnen die dag een maatschappelijke stage lopen. Hun stagecoördinator wordt dan via bovenstaande website automatisch geïnformeerd. Landschapsbeheer Nederland organiseert de Natuurwerkdag in samenwerking met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de 12 Landschappen en Scouting Nederland en wordt ondersteund door IVN vereniging voor natuur- en milieueducatie, Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN), ANWB en KNNV vereniging voor veldbiologie. De Natuurwerkdag wordt mede gefinancierd door de Nationale Postcode Loterij.
11
De Verrekijker nr. 5/2012
Gehoornde klaverzuring (Oxalis corniculata) Door: Janrein van Oostrum Toen ik nog in Nieuw-Vennep woonde kwam ik door onze stedenband vaak in Zuid-Hongarije. Daar groeide op onvoorstelbaar hete plaatsen, zelfs in de scheuren van het asfalt, een prachtig plantje, roodpaars met gele bloempjes. Bewonderenswaardig vond ik het, want het kan me daar toch heet zijn…! En zeker in dat zwarte wegdek! Tot mijn verbazing groeide het hier in Ulft plotseling in de potten van planten die ik in mijn kasje overwinterde. Leuk! Jawel, maar dat was gauw over! Intussen is het overgesprongen naar de warmste delen van de tuin en de voegen tussen de tegels en de straatklinkers daarnaast. Nu is het niet meer te houden. Een prachtige bodembedekker, dat wel natuurlijk, maar mij een beetje te invasief. Help! Wat moet ik nou? Beschrijving De Gehoornde klaverzuring is een eenjarige of overblijvende plant uit de klaverzuringfamilie (Oxalidaceae). Het is een kleine, kruipende plant met groene bladeren die vaak bruin tot paars gekleurd zijn. De gele bloemen hebben vijf kroonbladen en zijn 4-7 mm groot. De bloei duurt van mei tot oktober. Ze gaan alleen bij heldere zonneschijn open. De zaden groeien in een doosvrucht, die op een steel omhoog staat en waarvan er echt talloze ontstaan. Rijpe zaden worden ze bij de minste aanraking door de wind, je vingers of de kat, alle kanten opgeschoten Samen met de grote kiemkracht zorgt dat voor een woekerende werking. Herkomst Waar het plantje oorspronkelijk vandaan komt is niet duidelijk. In NoordAmerika komt de soort in vrijwel alle staten voor, met uitzondering van Alaska en een aantal staten in het midden/noorden. Sommige staten 12
De Verrekijker nr. 5/2012
beschouwen het als inheems en andere als invasieve soort. MiddenAmerika en Europa worden ook wel als gebied van oorsprong genoemd. Voorkomen Behalve in Noord-Amerika en Europa groeit Gehoornde klaverzuring ook in Azië en verder. Vanaf Rusland is de soort in India, China, Japan en zelfs Nieuw-Zeeland te vinden. Tot de klimaatsopwarming begon stond het plantje hier te boek als ‘zeldzaam akkeronkruid’. Het blijkt de laatste jaren echter aan een onstuitbare opmars in stedelijke gebieden begonnen te zijn. ‘Vanuit tuincentra verspreid (‘prachtige bodembedekker’, meneer!) kun je het nu overal in Nederland vinden. Vooral in dorpen en steden, want kennelijk is het gek op extreme omstandigheden zoals die in voegen van het plaveisel heersen. Net als de Vlinderstruik overigens. Daarvan vind je de kiemplanten op dezelfde plaatsen! Woekeraar Omdat de plant zich in hoog tempo groeit en zich uitbundig uitzaait heeft hij een sterk woekerend karakter. Over de bestrijding is niet veel bekend. Verwijder de planten vooral voordat ze doosvruchten met wegspringende zaden gevormd hebben. Zou dit wel het geval zijn doe dat dan met een dichtgeknepen hand zodat de zaadjes niet kunnen ontsnappen. Graaf hierna met een lang voorwerp de plant helemaal uit, met alle worteltjes, want elk stukje dat achter blijft gaat weer groeien. Als afgraven van de grond geen optie is zul je dit heel vaak moeten herhalen en in ieder geval steeds voordat de plant zaden heeft! Bestrijden En dan komt vanzelf de vraag ‘Kan dat ook anders?’ Dan ga je verder zoeken op internet en kom je wel wat tips tegen. Op allerlei fora blijken mensen oplossingen voor problemen van andere mensen aan te dragen. Daar gaat ie: “Ik heb in mijn borders enkele jaren terug antiworteldoek gelegd en daarbovenop kiezelsteentjes. Hier en daar is onze dikke vriend de klaverzuring zonder de minste moeite erin geslaagd om zich door de worteldoek te wringen.” Dat werkt dus niet. “Het plantje houdt van een laag stikstofgehalte. Bijmesten met een stikstofhoudende meststof zorgt er wellicht voor dat de groeiomstandigheden door de gehoornde klaverzuring minder gewaardeerd worden.” Proberen maar. “Ik laat het plantje op bepaalde plekken gewoon zijn gang gaan en op andere plekken schoffel ik ze weg. Met de schoffel gaat het erg makkelijk en je moet toch 2x per week een schoffel door je tuin halen. Als je de 13
De Verrekijker nr. 5/2012
plant elke keer weer stuk schoffelt, zullen de wortels uiteindelijk uitgeput raken.” Ook een optie natuurlijk, maar niet voor mij. Ik ben niet zo’n schoffelaar. “Je kunt ze tussen de tegels bestrijden met schoonmaakazijn. De zuurgraad is 10% en niet geschikt om te consumeren. Het is niet schadelijk voor het milieu en de meeste dieren krijgen er niks van (weekdieren en amfibieën kunnen er minder goed tegen, net als vissen). Het is een goed alternatief voor gif.” Interessant, ga ik proberen! ‘Wil je het toch met gif bestrijden, neem dan Round-Up. Dit zorgt ervoor dat de plant explosief gaat groeien en daarna doodgaat. De wortels zijn ook gelijk uitgeput en dood.” Over glyfosaat hebben we het al eerder gehad! Liever niet. “Hij groeit niet in het gras, want dat wordt regelmatig gemaaid. Iets waar het plantje niet tegen kan”. Ik heb geen gras en maai niet… “Met onkruid moet je eigenlijk ook vrede sluiten. Vele soorten zijn eetbaar en zelfs geneeskrachtig.” Kan ook, maar dan moet je wel de goede ziekte hebben…. Ik heb even voor je gezocht: Medicinale toepassingen: Gehoornde klaverzuring kan gebruikt worden ter bestrijding van wormen of als een vochtafdrijvend middel. Het werkt ook ontstekingsremmend, samentrekkend, zuiverend, koortsverlagend en bloedstelpend, stimuleert de doorbloeding in het bekkengebied en de baarmoeder en kan stenen in de blaas of de nieren vergruizen. Ook bij de behandeling van griep, koorts, infecties van de urinewegen, darmontsteking, diarree, traumatische verwondingen, verstuikingen en beten van gifslangen kan Klaverzuring gebruikt worden. Een aftreksel van de bladeren kan kinderen van haakwormen af helpen en wordt ook wel gebruikt om de doorzichtigheid van het hoornvlies te verbeteren. Een afkooksel van de bladeren wordt gebruikt als gorgeldrank bij keelpijn. De plant bevat veel vitamine C en werd gebruikt bij de behandeling van scheurbuik en vergiftigingen. Als je bijv. een vergiftiging door de zaden van Datura (Doornappel), arseen of kwik opgelopen hebt kunnen de bladeren als tegengif worden gebruikt. Het sap van het blad wordt toegepast op insectenbeten, brandwonden en huiduitslag en het werkt een antibacterieel. Dat klinkt allemaal wel heel goed, maar… planten uit de 14
De Verrekijker nr. 5/2012
Oxalisgroep worden medicinaal toch slechts heel beperkt toegepast en alleen maar voor kleine klachten vanwege hun hoge oxaalzuurgehalte. Teveel oxaalzuur maakt andere voedingsstoffen slecht opneembaar en het kan irritatie van lichaamsweefsels veroorzaken. Je kunt er problemen met de spijsvertering en de nieren door krijgen en in extreem hoge doses kan het zelfs dodelijk zijn. Kleine hoeveelheden zijn wel veilig maar mensen met een nierziekte of -stenen, jicht of reumatoïde artritis, moeten er niet aan beginnen. Ten slotte Uit de bloemen worden gele, oranje en rood tot bruine kleurstoffen gewonnen en als je de hele plant kookt krijg je een gele kleurstof. Omdat de plant in onze streken tamelijk nieuw is zijn er geen verhalen of anekdotes over in omloop. De Duitsers noemen hem Hornsauerklee, de Engelsen (Procumbent yellow) woodsorrel en de Fransen Oxalis cornu. Bronnen: internet (o.a. Wikipedia, encyclo.nl en diverse fora)
Vogelwerkgroep IVN ‘de Oude IJsselstreek’ is verheugd u op donderdagavond 29 november te mogen uitnodigen voor de lezing ‘Verrassend vogels kijken dicht bij huis’ door de bekende natuur- en vogelfotograaf Koos Dansen uit Arnhem. Deze fotopresentatie is een verslag van zijn natuuravonturen in en rond Arnhem, met daarbinnen veel aandacht voor vogels. Iedereen die dit aanspreekt is van 20.00 tot 22.00 van harte welkom in het Streekhuus, Dr. Grashuisstraat 8 in Zelhem. De toegang is gratis. Er is die avond gelegenheid om het Birdpix boek 8 ‘Praktijkboek Vogelfotografie’ te kopen, met daarin alles over voorbereiding, techniek en dichtbij komen. Met handige tips en prachtige foto’s. Het kost €24,90. Koos Dansen is één van de auteurs. De vogelwerkgroep is al vele jaren actief en verzorgt voor leden en belangstellenden excursies en lezingen. Voor meer informatie kunt u een kijkje nemen op http://home.kpn.nl/gjc1/vwgoudeijsselstreek.htm.
15
De Verrekijker nr. 5/2012
Zondag 21 oktober, 14:00 uur: Paddenstoelenwandeling in het Idinkbos.Een schitterende wandeling! Vertrekpunt: koffieboerderij Groot Nibbelink, Nibbelinklaan 12, Sinderen Meer informatie bij: Kitty Janssen. Tel: 0315 – 68 59 59 Zondag 21 oktober, 14:00 uur: Wat heeft de herfst voor verrassingen? Een wandeling door de Kruisbergse bossen, waarbij we ons laten verrassen door wat we tegen komen. We zien vast paddenstoelen, neem daarvoor een spiegletje mee. Vertrekpunt: parkeerplaats De Veldhoen in Langerak, Keppelseweg 420, Doetinchem Meer informatie bij: Gerrie Til. Tel: 0314 – 62 55 36 Vrijdag 27 oktober 19:30 uur: Nacht van de Nacht Wie of wat zien en horen we als het donker is? Waarom en voor wie is de duisternis belangrijk? U wordt uitgenodigd voor een wandeling om de Nacht van de Nacht mee te beleven. Vertrekpunt: op de brug bij kasteel Slangenburg, Kasteellaan 6, Doetinchem Meer informatie bij: Gerrie Til. Tel: 0314 – 62 55 36 Zondag 11 november 10:30 uur: Fietsexcursie Oude IJssel We zien bijzondere bomen in de buurt van de Oude IJssel. De fietsexcursie is ca. 35 km lang. Zelf een lunchpakket meenemen. Vertrekpunt: parkeerplaats NS-station, Doetinchem Meer informatie bij: Gerrie Til. Tel: 0314 – 62 55 36 Zondag 2 december: Midwinterwandeling Met medewerking van 'Midwinterhoorngroep Bergh'. De startplaats en het tijdstip volgen nog. Zie ook de regionale bladen! Meer informatie bij: Henk ten Brink. Tel: 0315 - 84 34 34 Zaterdag 29 december, 14:00 uur: Een maaltijd voor de vogels maken Een activiteit voor (klein)kinderen en (groot)ouders Locatie: de Ontmoetingskerk, Meestersstraat 2, Doetinchem Meer informatie bij: Gerrie Til. Tel: 0314 – 62 55 36
16
De Verrekijker nr. 5/2012
Door: Geert Lammers Binnen de Foto-&VideoWerkGroep gonst het van de activiteit. WE GAAN DIGITAAL!! Even bijpraten voor die IVN-leden, die niet meer exact weten wat onze werkgroep doet. Analoge diavoorstellingen We zijn ruim 30 jaar geleden gestart met een aantal enthousiaste amateurfotografen (met een meer dan groen hart) die mooie dia’s van de natuur maakten. Dia’s met een samenhangend thema werden tot een serie samengesteld. Daarvan werd een presentatie gemaakt met toelichtende tekst en achtergrondmuziek op een geluisband. Tenslotte werd er “gepulst”: er werden stuursignalen aan de band toegevoegd, die automatisch afspelen van band en diapresentatie mogelijk maakten. Daarvoor werd toen de benodigde apparatuur aangeschaft. Hiermee gingen de foto-enthousiasten “de boer” op. Ze bezochten groepen van personen die zelf niet zo gemakkelijk de natuur in konden omdat ze niet meer zo mobiel waren of nooit geleerd hadden van de natuur te genieten. We maakten steeds meer diaseries en er kwamen meer klanten bij. Momenteel geeft de werkgroep ongeveer 40 (inderdaad veertig, het is geen typefout!) presentaties per jaar met in totaal 1500 bezoekers. Voorwaar een dankbare, maar ook intensieve taak voor een groep IVN-ers Diavoorstellingen raken uit de tijd De technische ontwikkelingen op het gebied van foto en film gaan razendsnel. De beamer (om digitale plaatjes te laten zien) heeft zijn intrede gedaan. Bovendien is vervangende analoge dia-apparatuur, geschikt voor zaalprojectie, niet meer te koop. Dit is een groot probleem. Bovendien is een aantal diaseries behoorlijk gedateerd. De kleur van de dia’s loopt erg terug. Onze presentaties moeten dus vernieuwd worden. Er zijn trouwens nog maar weinig fotografen die dia’s maken.
17
De Verrekijker nr. 5/2012
En, als klap op de vuurpijl : als afstudeerproject van de gidsencursus, ontstond er een eerste digitale presentatie: “Nieuwe Natuur Rond De Heidenhoekschevloed”, die een verpletterende indruk maakte. High Definitionkwaliteit Daarom hebben we onderzocht of ook de Foto &Video WerkGroep digitaal zou kunnen gaan. De eerste test met een beamer was bepaald geen succes. De kwaliteit van de digitale beelden haalde het niet bij de kwaliteit van de dia’s. Gelukkig gingen de digitale ontwikkelingen op dit gebied ook heel snel. Er kwamen beamers met HD-kwaliteit op de markt. Kort geleden kregen we, mede dankzij een vorstelijke subsidie van de Rabobank, de mogelijkheid zo’n (bijna professionele!) beamer aan te schaffen. De kwaliteit daarvan is zo hoog dat alle aarzelingen bij de leden van de fotowerkgroep (inmiddels omgedoopt tot Foto-&VideoWerkGroep) echt als sneeuw voor de zon verdwenen. We hebben zelfs een tweede HD-set gekocht met steun van het Prins Bernard Fonds. Digitale presentaties Er zijn intussen al meerdere digitale presentaties gemaakt. Uitgangspunt hierbij is dat ze kunnen worden afgespeeld zonder dat de bij de presentatie aanwezige IVN-ers een voordracht hoeven te houden. De toelichtende tekst en achtergrondmuziek staan al op de DVD of de geheugenstick. We hebben nu besloten onze gehele collectie te digitaliseren. Een gigaklus. We kunnen daarom extra menskracht heel goed gebruiken. OPROEP De Foto-&VideoWerkGroep kan versterking gebruiken. Voel je je aangetrokken tot de natuur (dit is natuurlijk bij alle IVN-ers het geval!) en heb je iets met digitale foto’s en video, neem dan contact op met Geert Lammers (0314-345028). Ook familie, buren, vrienden en kennissen met interesse voor natuur en vaardigheden op het gebied van digitale media zijn van harte welkom om eens nader kennis te maken. 18
De Verrekijker nr. 5/2012
per september 2012: Overleden: * dhr/mw B.H. Bloemendaal, Schoolstraat 8, 6997 AK Hoog-Keppel, donateur Opgezegd: * An Bentvelsen, De Plataan 42, 6942 TT Didam, lid Ze ontvangt de Verrekijker nog tot het eind van het jaar. * Ellen Overbeek, Karel Doormanstr. 13, 7002 EB Doetinchem Ze ontvangt de Verrekijker tot het eind van het jaar. Nieuwe leden/donateurs: * dhr A.C. Ende, Windmolenstraat 33, 6981 AX Doesburg heeft zich aangemeld als lid. * Dennis Rensen, Ellegoorsestr. 28A, 7004 HH Doetinchem heeft zich aangemeld als donateur.
19
De Verrekijker nr. 5/2012
Het wordt al gauw weer Halloween. Kom die avond goed voor de dag met een zelfgemaakt
Leeuwenmasker Dit heb je nodig: * Een grote of middelgrote pompoen. * Rietpluimen en/of droge grassen met pluimen. * een mes * 4 Knopspelden - Snijd de pompoen doormidden en hol hem uit. De ene helft wordt het masker, uit de andere helft snijd je twee puntige oren. - Snijd de ogen, mond en neus uit om een masker te maken. - Maak de oren vast met de spelden. - Prik gaatjes en steek de rietpluimen en de grassen rond het gezicht om de leeuwenmanen te maken. Zet het masker buiten of hang het op. Met een waxinelichtje erachter gaan de ogen mooi oplichten!
20
De Verrekijker nr. 5/2012
door: Doortje Vreman
Voor de lezers die niet zo bekend zijn in dit gebied een korte beschrijving: Het natuurgebied de Vennebulten en het Zwarte Venne is rechts van de N 18 Varsseveld richting Lichtenvoorde te vinden. Ter hoogte van de Radstake (horeca en een TOP) bij de verkeerslichten rechtsaf. Het is een mooi afwisselend bijzonder natuurgebied met heide, bos en holle wegen en de Hessenweg. Met name de overgang van het Oost Nederlands plateau, via de plateaurand naar het lage deel van de Achterhoek levert unieke landschapsbeelden en mooie vergezichten. In dit gebied dwaalde in het verleden de herder met zijn kudde rond. Nu komt er een paar keer per jaar een kudde schapen op de heide die er voor moeten zorgen dat de jonge boompjes geen kans krijgen groot te worden. De ruwe berk is daar een plaag: die staat niet op het schapenmenu. Het bleek dat de oude schaapskooi zo slecht was, dat er een nieuwe moest komen. Die staat op de zelfde plek en heeft ook hetzelfde model als de oude, met het verschil dat de nieuwe iets hoger is. 21
De Verrekijker nr. 5/2012
Op zaterdagmiddag 9 september was de opening van de nieuwe schaapskooi. Het IVN had daar een uitnodiging voor ontvangen. In overleg met de werkgroep “Strang en Iessel” is besloten dat er iemand van het bestuur naar toe zou gaan. De actieve leden van Strang en Iessel waren die dag bezet in verband met open monumentendag. Ik ben geboren op enkele kilometers van de Vennebulten. Daarom was het voor mij wel leuk om bij die opening te zijn. Ik voelde me weer een beetje kind en dacht eraan hoe ik daar zo’n 60 jaar geleden, samen met mijn ouders en broers naar toe fietste. Je kon daar heerlijk spelen, graven in het zand en bij de schaapskooi de heuvel af rennen. In mijn kinderbeleving was de schaapherder er pas sinds enkele jaren niet meer. Bij de opening hoorde ik dat de schaapherder, Hendrik Wisselink, in februari 1945 op 85 jarige leeftijd overleden was. Ik ben pas in maart 1945 geboren en zo viel het beeld van mijn romantische kinderdroom helemaal in duigen. Bij de opening vertelde Pim Leemreise dat o.a. IVN, NME en de vakantiekinderkampen van de schaapskooi gebruik maken. Na alle toespraken, zagen we de herder met schaapskudde en twee honden over de Schapendijk aan komen. Het was een mooi plaatje, de schapen zorgden voor een grote stofwolk. Eenmaal op de heide zochten ze snel de schaduw op. De herder riep één van de honden, die bracht een blok hout met daaraan de sleutel van de schaapskooi. Daarna konden alle aanwezigen binnen een kijkje nemen en werd het glas geheven. Tot slot: een echte aanrader om in de omgeving een wandeling of fietstocht te maken.
door: Janrein van Oostrum Het valt mij steeds weer op hoe weinig natuurliefhebbers een loep gebruiken. En dat terwijl postzegelverzamelaars dat altijd doen! En als die liefhebbers er dan een in handen krijgen weten ze vaak niet eens hoe ze hem moeten gebruiken! Je begrijpt trouwens vast wel dat ik niet die grote steelpandingen bedoel, maar die kleintjes die je pal voor je oog moet houden. Daarmee gaat er echt een hele nieuwe wereld voor je open! Het IVN-winkeltje heeft zulke loepjes voor betrekkelijk weinig geld te koop. 22
De Verrekijker nr. 5/2012
Vasthouden Als je door een loep iets scherp en lekker groot wilt zien moet je hem pal voor je oog houden en bovenkant van je duim tegen je neus drukken. Het voorwerp dat je wilt bekijken beweeg je met je andere hand naar de loep toe (en eventueel er weer vanaf) om het beeld scherp te krijgen. Gewoon maar eens proberen! De herfst is de tijd van de gallen. Er zijn honderden soorten. Het bekendst zijn wel de knikkers die op eikenbladeren groeien, galappels. Het zijn eigenlijk een soort ’zweertjes’ op plantenbladeren met een beestje in het midden. Snijd er maar eens een met een vlijmscherp mesje middendoor. Als je dat zo doet dat je ook de onderkant – de plek waarmee het kogeltje aan het blad vast zit – doorsnijdt dan zie je dat het er innig mee vergroeid is. En je ziet een holte in het midden. Meestal zit er nog een beestje in, een soort made, wit met een donkere voor- en achterkant (als je hem tenminste niet doormidden gesneden hebt…). Dat kun je met een loep allemaal fantastisch goed zien! Hoe komt zo’n beest daar nou in? Kortweg gezegd: een galwesp legde zijn eitje in het jonge blad. Wat er daarna gebeurt is te vergelijken met de reactie van je lichaam als je een splinter in je vinger krijgt. In dit geval vormt het eikenblad aan de buitenkant een kogeltje om de indringer. Het zit vol met vlezig, voedselrijk merg met een hoog looistofgehalte. De larve vreet aan de binnenkant dit weefsel weg en dat groeit steeds weer aan. De piepkleine bruine bolletjes in de holte zijn poepjes die –naarmate de larve groeit - steeds groter worden. Aan het eind van het groeiproces staat een verpopping, waarna de uitgekomen galwesp zich een weg naar buiten vreet en door een gaatje de gal verlaat. Niet alle gallen die je tegenkomt zijn op deze manier ontstaan. Sommige worden veroorzaakt door luizen, andere door schimmels of bacteriën. In het Gallenboek van de KNNV-uitgeverij kun je vinden hoe ze heten en door welke oorzaak ze gevormd zijn. Voor de liefhebber een aanrader! De tekeningen zijn duidelijk en je kunt meteen gaan zoeken bij de (Latijnse) naam van de plant waar ze op groeien. Ik wens je een aangename verkenningstocht! 23
De Verrekijker nr. 5/2012
Door: Herman Nijhof (secretaris stichting Buur maakt Natuur, BmM)
25 augustus 2012: de Stichting ‘Buur maakt Natuur’ is een feit. Zes mensen, waaronder drie IVN-leden, hebben zich ingezet om deze stichting van de grond te krijgen. Ook heeft een jong(!) IVN-lid zitting genomen in de gemeentelijke commissie de Wehlse Broeklanden namens de nieuwe stichting BmN. Deze heeft tot doel een betere leefomgeving te bewerkstellingen voor mens, dier en plant tussen de plaatsen Wehl en Doetinchem. De IVN-leden hebben een inrichtingsschets gemaakt voor Knapperslag en door het werven van donateurs/buren hopen ze hun ideaal te verwezenlijken. Een vierkante meter kost 6 euro en daarvoor wordt het terrein aangekocht, ingericht en onderhouden. Nu (midden september) zijn, er al 1000 m² gedoneerd. Niets blijft ‘aan de strijkstok hangen’. Op de website www.buurmaaktnatuur.nl kun je alle informatie over de 24
De Verrekijker nr. 5/2012
bijzondere en laagdrempelige aanpak lezen. Mogelijk wil je zelf ook een steentje bijdragen. Een aantal leden van de vogelwerkgroep gingen je al voor! Waarom de naam ‘Buur maakt Natuur‘? Bij oprichting van de stichting hadden we ‘Trees for Travel’ als voorbeeld. De beide tr’s liggen door de alliteratie gemakkelijk in het gehoor. Maar vertaald in het Nederlands loopt het voor geen meter: ‘bomen voor reizen’. Dus moesten we op zoek naar een betere naam. “Buurtmaken” is een begrip in de Achterhoek en Twente. Zo kwamen we op “Buur maakt Natuur”, met het mooie eindrijm ‘uur’. Deze slagzin dekt prima onze lading, we willen immers opkomen voor een kwalitatief goede natuur. Maar waarom dan het woord Buur? Lang geleden betekende ‘bur’ woning! In de Middeleeuwen waren de begrippen boer en buur zelfs aan elkaar gelijk. Het betekende buurman, boer maar ook ingezetene of burger. Met andere woorden: of je nu boer of stadsbewoner was, je voelde je in die tijd verantwoordelijk voor je omgeving en dat was dus de natuur. Nu leven we in een andere tijd. Maar onze voorouders kwamen in deze streken wel hoofdzakelijk van het platteland en daarom voelen velen van ons zich nog steeds zo betrokken bij het cultuurlandschap en de woeste natuur. Samen met (andere) plattelanders en burgers willen we (dus) gaan voor “Buur maakt Natuur”. Een stukje geschiedenis en iets over de betekenis van de gebruikte trefwoorden Boer In het etymologisch standaardwerk van Franck, Van Wijk en Van Haeringen staat: 25
De Verrekijker nr. 5/2012
Het lemma boer en buur hebben de zelfde Indo-Germaanse wortels. In de Middeleeuwen heeft het woord ‘boer’ de volgende betekenissen: plattelandbewoner, buurman, ingezetene, medeburger, landman en boer. Voor al deze betekenissen gebruikte men ook wel de woorden ‘ ghebuur ‘ en ‘gheboer‘. Het woord boer komt van het Oud-Germaans ‘bur’, woning. Wie naast je woonde was buur of buurman ofwel je naaste of gelijke. Hij bezat een woning en was in die tijd meestal boer. In de boerenhofstede woonde een huisgezin en in de buurschap woonde een familiegeslacht. Huisgezinnen waren toen groter dan alleen maar ouders en kinderen en omvatten bijv. ook inwonende grootouders, ooms en tantes. Noaber duidde meer op bloedverwantschap en aanverwanten. Zo’n familiegroep leefde in een buurschap, waarin mensen die niet boerden, zoals handwerkslieden, als volwaardige leden van de sociale gemeenschap waren opgenomen. Een familiegroep noemde men ook wel ‘sibbe’. Meerdere samenwerkende sibben vormden een stam. Marke De begrippen buurschap en marke waren niet gelijk aan elkaar. Alleen zij die daadwerkelijk boerden konden lid zijn van deze oorspronkelijke vakvereniging van boeren, de marke. Zij stelden hun verworven rechten door de beperkte hoeveelheid landbouwgronden veilig. Het was een economische samenwerking. Gronden waarop men met de ploeg, zeis of zicht werkte, akkerland, tuinen en boomgaarden en bij de huizen liggende weidegronden, waren privé gronden en behoorden niet tot de marke. Deze essen of enken, waren oorspronkelijk kleine akkers die aan elkaar groeiden door ontginningen. Ze lagen hoger in het natte landschap. De afwatering was toen lang niet zo goed als nu. Esgronden waren privébezit en men hielp elkaar met werkzaamheden volgens een vast patroon. De onverdeelde weidegronden, de onontgonnen gronden (woeste grond), bossen, moerassen, venen, heidevelden, wegen en ook wateren behoorden alle tot de zogenaamde ‘marke’. In de Middeleeuwen, ten tijde van de invoering van het Romeins recht werden alle woeste gronden en wateren het eigendom van de landsheer. Tegen een jaarlijkse ‘tijns‘(tegen 10% belasting een eeuwigdurende erfpacht) stond hij vaak zijn bezit af. Dit waren de ‘landsheerlijke’ marken. Daaronder viel Wehl. In dit gebied heette een marke trouwens ‘weem’. Vandaar de Weemstraat die we hier tegenkomen. Daarnaast waren er vrije marken en mengvormen van beide. De marke Angerlo is een mixvorm van beide typen. De vergroting van de hoeveelheid geld in de omloop, de toename van de macht van de landheren en de betekenisvermindering van het hofstelsel 26
De Verrekijker nr. 5/2012
zorgden er in de 13de eeuw voor dat er ‘markegenootschappen’ opkwamen, wat een flinke reorganisatie van de plattelandssamenleving betekende. De marken ontstonden door de natuurlijke toename van de bevolking en de vermindering van de hoeveelheid beschikbare woeste grond. Kampen en meenten In de Karolingische tijd veranderde men bossen als het even kon in kampen, ontwaterde in de eeuwen daarna de moerassen en maakte beide geschikt voor de landbouw- en weidegrond. Een kamp is in principe niets anders dan een eenmanses. Als woeste grond bleven nu alleen de onbruikbare heidevelden en hoogvenen over. De gemeenschappelijke gronden heetten ook wel ‘gemeenten’ of ‘meenten’. Een buurgemeenschap omvatte alle buren dus ook de pachters en niet-agrariërs. De eigenaren van de toen gevestigde hoeven of boerderijen sloten zich aaneen om hun uit gewoonterecht ontstane gebruiken op de ongecultiveerde gronden te handhaven en voor nieuwkomers af te schermen. De organisatie van de marke bestond uit eigenaren van de hoeven, de z.g. ‘markegenoten’. De pachtheer, landheer, was in de marke slechts één van de vele markegenoten. Hij kon ‘lid’ zijn van meerdere marken tegelijk. De marke beheerde de weiden, hooilanden, heiden, venen, bossen, wateren en wegen. In het noorden van Nederland waren de termen anders. Men sprak daar van ‘hemmerk’ of ‘hemrik’ en elders van ‘ maalschap’. De leden heten daar dan ‘malen’. Waar Iedere meetellende hoeve was ‘gewaard’ in de marke en bezat een ‘waardeel’, ‘waar’ of ‘waarschap’. Dit gaf het recht om een aantal stuks vee te mogen weiden op de gemeenschappelijke (‘gemene’) weiden, een deel van het hooi te mogen winnen op de gemene hooilanden, een bepaald deel te mogen plaggen, turf te steken, hout te halen enz. Er werden regels (of keuren) vastgelegd. Later kon het voorkomen dat het waardeel niet meer gekoppeld was aan een hoeve, maar aan een persoon. Het huidige woord ‘gemeente’ komt van deze “gemene” gronden
27
De Verrekijker nr. 5/2012
door: Vogelwerkgroep, foto’s Ilse Versteeg
Vrijdag onderweg hebben we heel wat regen over ons heen gekregen, maar gelukkig was het de rest van het weekend mooi vogelweer. ’s Middags zijn we met z’n drieën even naar het Jaap Deensgat geweest. Daar zaten opvallend grote groep lepelaars en casarca’s. Verder hebben we er de reuzenstern gezien. Daarna was het tijd om boodschappen te doen. ’s Avonds toen iedereen van de partij was besproken wat we de komende dagen gaan doen en gezellig wat bijgekletst. Zaterdag vroeg uit de veren, na een lekker ontbijt hebben we een rondje Lauwersmeer gedaan. Zo zijn we naar het Jaap Deensgat geweest. Daar zaten o.a. smienten, krak-, slob-, bergeend, groenpootruiter, kemphaan, kluut, bonte strandloper en de waterral. Vlinderbalg Daarna bij de Vlinderbalg gepicknickt en doorgereden naar de haven van Lauwersoog. Daar hebben we waargenomen: steenloper, kuifeend, grote mantelmeeuw, visdief, grote stern en drie generaties zilvermeeuw. We zijn ook nog de Zeedijk opgereden waar we een vrouwtje blauwe kiekendief en twee torenvalken hebben gezien. Helaas behalve zilver- en kokmeeuwen geen andere bijzondere soorten op zee kunnen ontdekken. Weer terug in Lauwersoog zijn we nog bij de sluis gaan kijken na de eidereenden en zagen we één verdwaalde scholekster. Tegenover bij het 28
De Verrekijker nr. 5/2012
Lauwersmeer zat een grote kolonie blauwe reigers, verder aalscholvers, tafeleenden, kuifeenden en de kleine mantelmeeuw. Helaas had de visarend onze afspraak vergeten. Die hebben we vorig jaar op deze plek heel mooi kunnen volgen tijdens zijn visvangst. Ezumakeeg We vervolgden onze route naar Ezumakeeg Noord. Daar hebben we een hele poos twee zeearenden kunnen volgen in hun vlucht. Mooi gezicht, die imposante roofvogels. Op het meer waren veel kieviten, goudplevieren, smienten en kluten. Verder de kleine en bonte strandloper, kemphaan, grutto en tureluur. Heel mooi was te zien hoe een reuzestern jong bij een van de ouders aan het bedelen was. Zo af en toe kreeg die wat. Bij Ezumakeeg Zuid konden we onze hart ophalen. De watersnippen, kemphanen en kluten liepen vlakbij de hut, waardoor de amateur fotografen onder ons menig plaatje heeft geschoten. Later kwamen ook de rietzangers heel mooi poseren voor een foto. Helaas hebben we de porseleinhoen en de blonde ruiter niet gezien. Maar ja, we kunnen ook niet alles hebben. Drie soorten zwaluwen scheerden her en der rond om insecten te vangen. Na het eten in de pizzeria hebben de meesten nog een flinke wandeling gemaakt naar de kijkhut Achter de zwarten. Daarna nog lekker even na geborreld in een van de blokhutten op Robersum in Vierhuizen. Zondagmorgen zijn we eerst na Moddergat gereden en over de zeewering die buiten de Zeedijk ligt gelopen. We hebben er heel snel een Smelleken laag over de grond zien scheren. Verder hebben we nog een aantal uren doorgebracht bij Ezumakeeg en volop genoten van de vogels en het weer. De baardmannetjes en rietzangers lieten zich regelmatig horen. Tja, en dan was er nog de discussie of er nu wel of geen twee pijlstaarten tussen de krakeenden zaten. Besloten werd er uiteindelijk van niet. Al zijn ze de volgende dag wel weer gezien. Verder hebben we op de valreep nog een grauwe franjepoot gezien. Voor de meesten van ons een nieuwe soort om op onze soortenlijst toe te voegen. Ook landde een havik (vrouwtje) nog mooi in de buurt van de hut. Sowieso vlogen grote groepen vogels regelmatig de lucht in omdat er een roofvogel in de buurt was. Al zagen wij ze lang niet altijd. Hierna was het voor de meesten weer tijd om richting huis te rijden. Het was een goed vogelweekend, op naar volgend jaar. 29
De Verrekijker nr. 5/2012
Wat doet een NME-centrum zoal? (6) Door: medewerker v/h Regionaal Centrum Natuuren Milieu-Educatie Doetinchem en omstreken De herfst is begonnen en de eekhoorntjes zijn druk bezig met hun wintervoorraad. Niet alleen de dierenwereld is zich aan het voorbereiden op ‘slechtere’ tijden. Ook in ‘NME-land’ pakken donkere wolken zich samen. We zullen toekomstige bezuinigingen niet kunnen ontlopen. Jammer genoeg zullen we ons programma-aanbod moeten versoberen door geen nieuwe lessen en leskisten meer te ontwikkelen. Straks zal er met minder personeel meer werk moeten worden verricht. De bestaande projecten en kisten blijven wel bestaan, maar bij vernieuwing en vervanging van lesmaterialen zal eerst goed gekeken moeten worden naar de kosten ervan. Natuurlijk zullen we proberen de kwaliteit zo goed mogelijk op peil te houden, want dat is toch ons visitekaartje. We willen immers voorkomen dat onze ‘wintervoorraad’ verloren gaat…! NME-medewerkers Momenteel werken er negen betaalde krachten bij ons centrum, waarvan 2 ingehuurd via WEDEO. Het zijn op een na allemaal parttimers (totaal: 3,72 Fte). Daarnaast zijn er negen vrijwilligers die ons helpen met klussen, leskisten bezorgen/ controleren en/of assisteren bij lesactiviteiten. Deze mensen hebben elk vaak een zeer uiteenlopende achtergrond. Het kunnen werkelozen zijn die, in afwachting van een nieuwe baan, zich nuttig willen maken en extra ervaring opdoen die hen later weer van pas komt. Of mensen die geheel of gedeeltelijk in de WAO zitten en daarom geen vaste baan aankunnen. Of VUT’ers en gepensioneerden die een of enkele dagdelen per week/maand nog graag iets om handen willen hebben. Het zijn veelal mensen met een ‘groen’ hart, al is dat geen vereiste! In de praktijk worden ze er toch wel mee ‘besmet’. 30
De Verrekijker nr. 5/2012
Heeft een aankomend vrijwilliger eens meegelopen en gekeken bij enkele van onze activiteiten en daarna besloten om bij ons aan de slag te gaan, krijgt hij/zij een officieel vrijwilligerscontract. Afhankelijk van de werkzaamheden die de vrijwilliger wil gaan doen, krijgt zij/hij een van de vaste medewerkers als een soort mentor toegewezen waarbij men altijd met vragen terecht kan. Daarnaast zijn we een gecertificeerd stagebedrijf voor MBO/HBOstudenten. Maar ook bij de jaarlijks terugkerende maatschappelijke stages vanuit het voortgezet onderwijs krijgen we enkele leerlingen onder onze hoede. Kortom, we dragen zeker ons steentje bij aan mens en maatschappij! Eco de Eekhoorn De eekhoorntjes kwamen al even ter sprake. De herfst is natuurlijk een geweldige tijd om met kinderen het bos in te gaan. Dat gebeurt dan ook met het project ‘Eco de Eekhoorn’ voor de kleuters. In de klas krijgen de kinderen een voorleesverhaal over Eco, met kijkplaten en als extraatje een PowerPoint presentatie met mooie foto’s die ze evt. op het digibord klassikaal kunnen vertonen. Ze leven helemaal mee met de belevenissen van deze eekhoorn en wat zijn favoriete eten is. Daarna komt de klas naar het bos voor de ‘praktijkles’. De NME-medewerker heeft dan tien houten eekhoorns in het bos klaargezet, die de in groepjes verdeelde klas moeten gaan zoeken. Bij elke eekhoorn hoort een mandje met materialen. Ze kunnen o.a. paddenstoelen gaan bekijken met spiegeltjes en loepjes. Is er op locatie even geen paddenstoel te vinden (te droog bijv.) dan ligt er in het mandje wel een takje met elfenbankjes of een afgevallen tonderzwam, die nader bestudeerd kan worden. Tijdens de opdrachten komen allerlei herfstverschijnselen aan bod, met steeds de eekhoorn als rode draad. Ze moeten dus ook zelf op zoek naar eikels, kastanjes, dennenappels etc. Bij enkele opdrachten mogen ze ook iets eten/proeven: een toastje met bosvruchtenjam, een echte hazelnoot die ze zelf mogen kraken en tot slot als beloning allemaal een lekker stukje appel. Een traktatie namens Eco! www.regionaal-nme-centrum.nl
31
De Verrekijker nr. 5/2012
Op zaterdag 15 december 2012 organiseert Stichting Staring Advies weer het jaarlijkse symposium. Wij nodigen u hiervoor alvast van harte uit. Het onderwerp van het symposium is dit jaar:
“ONDERNEMEN en NATUUR” Deze keer zijn we te gast in de “Wildenborchse kapel”, dichtbij kasteel De Wildenborch (Vorden), het “stamslot” van de familie Staring. Onderwerpen die aan de orde komen: * Historisch ondernemen; * Footprint biodiversiteit van bedrijven; * Economisch benutten van organisch materiaal uit natuurgebieden; * Natuurbegraafplaatsen; * Gemeenschappelijke Europees Landbouwbeleid (GLB); Zoals u ziet wordt het weer bijzonder interessant. Gewoon zoals u van ons gewend bent. Noteer de datum dus alvast in uw agenda! Wij zullen u enkele weken voor het symposium de definitieve uitnodiging met daarin het programma en de route doen toekomen. Hopende u hiermee tijdig geïnformeerd te hebben, Met vriendelijke groet, Ben Tragter Voorzitter Stichting Staring Advies www.staringadvies.nl
32