De Blinker SCHOOLGIDS 2011/2012
Schoolgids 2011-2012
INHOUDSOPGAVE pagina: Voorwoord
4
1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Belangrijke gegevens voor het schooljaar 2011/2012 Waar vindt u de verschillende groepen? Bereikbaarheid medewerkers Schooltijden Vakantierooster Lijst van medewerkers
5 5 5 5 6 6
2. 2.1 2.2
Zakelijke gegevens Algemeen Het ontstaan van de school
8 8 8
3.
Het bestuur van de school
8
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14
De visie van de school De externe omgeving De interne omgeving De missie Het onderwijsconcept Het pedagogisch ontwerp Het didactisch ontwerp De doelen van ons onderwijs De onderwijsorganisatie De ondersteuningsfunctie Opgroeien in een multiculturele samenleving Algemene uitgangspunten en doelstellingen t.a.v. levensbeschouwing De organisatie van het onderwijs Het onderwijs aan het jonge kind De doorstroomgroepen
9 9 10 10 10 11 11 11 13 13 14 14 14 15 16
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
De zorg voor de leerlingen Zorg op groepsniveau Zorgoverleg Het Zorgadviesteam (ZAT) De interne hulp De externe hulp Lesuitval Beleid inzake leerlinggebonden financiering Het toedienen van noodmedicatie
16 17 17 17 18 18 18 19 20
-1-
Schoolgids 2011-2012
6. 6.1 6.2
Kwaliteitszorg Algemeen Werken aan kwaliteitszorg in het komende schooljaar
21 21 22
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
De Blinker en het voortgezet onderwijs Het eindonderzoek Het doel van het onderzoek Het onderwijskundig rapport Contacten met het voortgezet onderwijs Informatie naar de ouders Uitstroomgegevens 2010/2011
25 25 25 25 25 26 26
8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8 8.9
De ouders en de school De kennismakingsavond De rapportbesprekingen Recht op informatie voor gescheiden ouders Informatiebulletin De medezeggenschapsraad De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De oudervereniging Klachten en de klachtenprocedure De ouderbijdrage
27 27 27 28 28 29 29 30 30 31
9.
Regels en afspraken
31
Doel van de regels Gepaste kleding Gevaarlijke voorwerpen Meenemen van apparaten Het meenemen en gebruik van mobiele telefoons Afmelding bij ziekte
32 32 32 32 33 33
9.1 9.2
Leerplicht Extra verlof
33 34
10.
Contacten met andere instellingen
35
11. De schoolpraktijk 11.1 De toelating, schorsing, verwijdering 11.2 Gymnastiek 11.3 Huiswerk 11.4 Overblijven 11.5 Snoepen 11.6 Vieringen 11.7 Foto- en/of videobeelden binnen de school 11.8 Verzekeringen 11.9 Abonnementen jeugdbladen 11.10 Uitwisselen van adressen 11.11 Bereikbaarheid ouders 11.12 Sponsoring
36 36 37 38 37 38 38 39 39 39 40 40 40
-2-
Schoolgids 2011-2012
Bijlagen 1: Plattegronden 2: E-mailadressen medewerkers 3: Richtlijnen verlof buiten schoolvakanties 4: GGD Zuid-Limburg 5: De collectieve verzekeringen voor de leerlingen 6: Centrum voor Jeugd en Gezin
-3-
41 42 43 44 46 48
Schoolgids 2011-2012
Voorwoord Geachte ouders/verzorgers, Voor u ligt de schoolgids voor het schooljaar 2011-2012. In deze gids willen we u informeren over het onderwijs zoals we dat verzorgen binnen onze school op basis van de visie van de school en onze doelstellingen. Daarnaast willen we u een beeld geven van de middelen waarmee we die doelstellingen willen behalen en van de organisatie van de school. In deze gids is tevens praktische informatie opgenomen. U vindt antwoord op de vragen die betrekking hebben op vakanties, vrije dagen, schooltijden, verlofaanvragen e.d. Ook staan er gegevens in over bereikbaarheid van onze medewerkers. Deze informatie kunt u snel terugvinden omdat deze op een afwijkende kleur papier is afgedrukt. We realiseren ons dat niet alle informatie die u wellicht wenst in deze gids is opgenomen. Gedurende het schooljaar zult u dan ook nog op andere manieren geïnformeerd worden. Hierbij zal onze website in ieder geval een steeds grotere rol gaan spelen. Mocht u desondanks niet het antwoord vinden op uw vraag, aarzel dan niet om contact op te nemen met de school. Wij vertrouwen erop dat u ons met al uw vragen en/of suggesties weet te vinden, zodat zaken op een goede manier opgepakt kunnen worden. Er van uitgaande dat we dit met elkaar kunnen bereiken zie ik het komende schooljaar met vertrouwen tegemoet. Namens directie en team
Loe Reinders Algemeen directeur
-4-
Schoolgids 2011-2012
1. Belangrijke gegevens voor het schooljaar 2011/2012 1.1 Waar vindt u de verschillende groepen? Een plattegrondje met de groepsnummers kunt u vinden in bijlage 1. 1.2 Bereikbaarheid medewerkers Al onze medewerkers zijn bereikbaar via het telefoonnummer van de school. Wel hebben wij de strikte afspraak dat tijdens lestijden leerkrachten of andere mensen met lesgevende taken niet aan de telefoon worden geroepen. Een eventuele boodschap kunt u doorgeven aan de administratie. De persoon die u wilt spreken zal dan zelf contact met u opnemen (na schooltijd). Van 12.00 tot 12.30 uur zijn wij in verband met lunchpauze telefonisch niet bereikbaar. Gedurende die tijd maken we gebruik van een antwoordapparaat waarop u uw boodschap kunt achterlaten. Onze medewerkers zijn ruimschoots voor en na schooltijd aanwezig. Zij zullen u dan graag te woord staan. Als school hechten wij veel waarde aan een goede communicatie met ouders. Om teleurstellingen en/of vergissingen, ontstaan door tijdgebrek, te voorkomen verzoeken wij u vriendelijk, doch dringend de gemaakte regels hieromtrent op te volgen. Alleen op deze manier kan er door de betrokkenen voldoende tijd worden vrijgemaakt. Tijd waar iedere ouder recht op heeft. In bijlage 2 vindt u de e-mailadressen van onze medewerkers zodat ook via deze manier contact gelegd kan worden. 1.3 Schooltijden maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag woensdag:
8.30 uur - 14.45 uur 8.30 uur - 12.15 uur
pauze groep 1 t/m 4 elke dag: pauze van: en van:
9.45 uur - 10.00 uur 11.45 uur - 12.15 uur
pauze groep 5 t/m 8 elke dag: pauze van: en van:
10.00 uur - 10.15 uur 12.15 uur - 12.45 uur
In het kader van de vergroting van de effectieve leertijd maken wij gebruik van een inlooptijd. Dit betekent dat om 8.25 uur het signaal gaat dat de leerlingen naar binnen kunnen. Om 8.30 uur gaat dan het tweede signaal als teken dat de lessen beginnen. Dit geeft de mogelijkheid dat eenieder rustig naar binnen kan komen en dat de lessen precies op tijd kunnen beginnen. Vanaf 8.15 uur is er toezicht aanwezig op de speelplaats. Wij verzoeken u dan ook dringend uw kind niet eerder naar school te laten komen. Voor de groepen 1 en 2 geldt dat de leerlingen vanaf die tijd rechtstreeks naar het eigen lokaal kunnen gaan waar ze worden opgevangen.
-5-
Schoolgids 2011-2012
1.4 Vakantierooster Herfstvakantie Kerstvakantie Carnaval Paasmaandag en dinsdag Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
24-10-2011 t/m 28-10-2011 26-12-2011 t/m 06-01-2012 20-02-2012 t/m 24-02-2012 09-04-2012 en 10-04-2012 23-04-2012 t/m 04-05-2012 17-05-2012 en 18-05-2012 28-05-2012 02-07-2012 t/m 10-08-2012
Vrije dagen: vrije dag vrije dag vrije dag vrije dag
14-10-2011 05-12-2011 30-03-2012 18-06-2012
1.5 Lijst van medewerkers Directie: Dhr. L. Reinders Dhr. J. Rademakers Dhr. C. Vullings
directeur adjunct directeur coördinator zorg
-6-
Schoolgids 2011-2012
Onderwijsondersteunend personeel: Mw. F. Berben onderwijsassistente Mw. R. Beumers adm. medewerkster Mw. A. Bouten psychologe/orthopedagoge Mw. Y. Eggels intern begeleider (IB) Mw. L. Geelen psychologisch assistente Mw. A. Hameleers speltherapeute Mw. A. van Maris onderwijsassistente Mw. Y. Niemann logopediste Mw. E. Ouwerkerk onderwijsassistente Mw. S. Pecriaux onderwijsassistente doorstroomgroepen Dhr. W. Paquay ondersteuner Mw. S. Proost onderwijsassistente Mw. M. Stevens onderwijsassistente Mw. H. Strijdonk intern begeleider Mw. S. Verbeet adm. medewerkster Dhr. W. van Wersch logopedist Mw. L. Wulms psychologe/orthopedagoge Groepsleerkrachten: Mw. C. Alfonso Dhr. W. Clabbers Dhr. F. Engelen Mw. I. Geurts Mw. I. Hamers Mw. M. Hellenbrand Mw. L. Janssen Dhr. L. Jaspers Mw. K. Joosten Mw. D. Knops Mw. N. Knops Dhr. A. van den Oever Mw. A. Ostendorf Mw. K. Paradis Dhr. R. Paulissen Mw. J. Polman Dhr. L. Rutten Mw. E. Sieben Mw. L. Sliepen Mw. R. van de Vin Dhr. F. Vossen Mw. J. van der Wal Dhr. R. Wintraecken Mw. L. Wetzels Mw. L. Wintjens Mw. A. Reijnders
Kwadrant onderwijsloket groep 8c groep 6b groep 3 + Kwadrant onderwijsloket groep 6a groep 4 groep 4 ICT groep 4/5a groep 8a groep 8b groep 5b groep 4/5a groep 7b groep 8b groep 3 techniek groep 6c groep 7c groep 1/2 techniek rugzakbegeleiding + Kwadrant onderwijsloket groep 6/7a doorstroomgroep doorstroomgroep doorstroomgroep
Vakleerkracht: Dhr. F. Suyker
bewegingsonderwijs / motorische RT
-7-
Schoolgids 2011-2012
2. Zakelijke gegevens 2.1 Algemeen De Blinker Speciale school voor basisonderwijs Postadres: Postbus 359 6160 AJ Geleen Bezoekadres: Eloystraat 1a 6166 XM Geleen tel.nr.: 046-410 57 36 faxnr.: 046-474 25 79 E-mailadres:
[email protected] Directie: Drs. L. Reinders Dhr. J. Rademakers Dhr. C. Vullings
algemeen directeur adjunct-directeur coördinator zorg
2.2 Het ontstaan van de school In het schooljaar 1953/1954 werd in Geleen gestart met een school voor speciaal onderwijs voor Geleen e.o., namelijk de BLO-school Jan de Doper. Door de grote toeloop van leerlingen met leerproblemen werd in 1962 een school voor kinderen met leer- en opvoedingsproblemen (LOM-school de Dassenkuil) opgericht. Het leerlingaantal groeide explosief, met als gevolg dat de LOM-school in 1971 werd opgesplitst in een onder- en een bovenbouw, die beiden op een andere locatie werden gehuisvest. In 1972 werd een afdeling zeer jeugdigen (later IOBK) opengesteld. In 1977/1978 volgde een gebouwenlijke samenvoeging van de LOM-onderbouw en de LOM-bovenbouw. De beide scholen bleven wel als zelfstandige school voortbestaan. Door de inwerkingtreding van de WPO per 1 augustus 1998 is overgegaan tot de vorming van een SBO. De SBO Geleen werd gevormd door de drie scholen voor Speciaal Onderwijs, te weten de Jan de Doperschool voor MLK en de Dassenkuil I en II scholen voor kinderen met LOM. Vanaf 1 augustus 2004 is er sprake van een formele fusie en wordt de SBO Geleen gezien als 1 school met 1 brinnummer (02RS). In februari 2010 is de naam veranderd in de Blinker speciaal basisonderwijs. Deze naam verwijst ernaar dat iedereen ergens in uitblinkt. Een gedachte die we als scholen willen uitstralen en die u overal in de school ook tegenkomt. De school wordt bezocht door ca. 230 leerlingen uit de regio 53 (Geleen, Beek, Stein en Sittard e.o.).
3. Het bestuur van de school Stichting Kindante Stichting Kindante bestuurt 45 scholen voor basisonderwijs in de gemeenten Beek, EchtSusteren, Sittard-Geleen, Schinnen, Stein en Maasgouw. Verder ressorteren onder het bestuur 3 SBO scholen en 2 WEC scholen (ZMOK – cluster 4 en ZMLK – cluster 3).
-8-
Schoolgids 2011-2012
De scholen van stichting Kindante zijn katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder of openbaar op een manier die bij onze tijd past. Binnen de scholen van Kindante staat het kind voorop. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Kindante is een onderwijskundige organisatie waar alle talenten in onze scholen kansen krijgen, groot kunnen en mogen worden, waar een ieder ongeacht achtergrond of afkomst zich welkom, gekend en erkend weet in authenticiteit en autonomie. We bieden een omgeving die zich kenmerkt door veiligheid, uitdaging, plezier en transparantie en onderwijs dat boeit en uitdaagt en uit kinderen wil halen wat er in zit. Daar waar het moet en waar het ook kan, bieden we onderwijs op maat. Binnen ons onderwijs wordt het kind in staat gesteld zich te ontwikkelen tot een kansrijke medeburger welke zelfbewust en maatschappelijk betrokken deelneemt aan de samenleving”. Leren ‘leren’ en leren ‘leven’ is hierbij het motto. We willen niet alleen de kinderen maar ook hun ouders leren kennen omdat ze onze belangrijkste educatieve partners zijn. Binnen het bestuurlijk concept van Kindante is het belangrijk dat iedere school binnen de wijk waarin de school gelegen is, tezamen met ouders vorm geeft aan het eigen schoolprofiel. Naast dat eigen gezicht van iedere school worden binnen Kindante onderwijskundige ontwikkelingen in gang gezet, waaraan alle scholen op een eigen manier en kijkend naar de schoolpopulatie vormgeven. Kindante-scholen willen kwaliteitsscholen zijn, waar de kinderen geprikkeld worden zich optimaal te ontwikkelen en nadrukkelijk ook de mogelijkheid krijgen zich veelzijdig en harmonisch te ontwikkelen. Over de bereikte resultaten en de mate waarin we hierin succesvol zijn leggen we intern en extern verantwoording af. Het College van Bestuur van Kindante bestaat uit: drs. Y. Prince en dhr. M. van den Eijnden De voorzitter van de Raad van Toezicht is: drs. N. Bollen Het college van bestuur en het bureau Kindante zijn gehuisvest op onderstaand adres: Arendstraat 10 6135 KT Sittard tel. 046 – 4363366 Het postadres is: Stichting Kindante, Postbus 5156, 6130 PD Sittard
4. De visie van de school De SBO formuleert een eigen visie op onderwijs en ondersteuning en werkt deze uit in overleg met het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband geeft aan welke zorg/ondersteuning zij van de SBO verwacht.
-9-
Schoolgids 2011-2012
4.1 De externe omgeving De school functioneert binnen een samenwerkingsverband, bestaande uit alle scholen primair onderwijs in de regio Geleen/ Beek/ Stein en de regio Sittard e.o. Het samenwerkingsverband van deze scholen heeft een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor alle leerlingen in de eigen regio. Dit betekent niet dat de scholen allemaal onder hetzelfde bestuur vallen, maar wel dat ze samen de zorg aan de leerlingen bekostigen. Een tweetal belangrijke rollen die de SBO binnen het samenwerkingsverband vervult zijn: • het verzorgen van onderwijs aan leerlingen die binnen het reguliere basisonderwijs zijn vastgelopen; • het ondersteunen van leerkrachten en interne begeleiders van het basisonderwijs bij de begeleiding van leerlingen met ontwikkelings-, leer- en gedragsproblemen, met als doel de eigen expertise over te dragen naar het basisonderwijs. 4.2 De interne omgeving De interne omgeving, de leerlingenpopulatie, de leraren en de schoolorganisatie bepalen deels de veranderingsmogelijkheden van de SBO. Vanuit de visie op ondersteunings- en onderwijsfunctie worden de benodigde competenties in beeld gebracht. Als onderdeel van het personeels- en nascholingsbeleid wordt vastgesteld hoe de benodigde competenties verworven kunnen worden.
4.3 De missie De school wil opvang en ondersteuning bieden aan die leerlingen die het binnen het reguliere basisonderwijs niet redden en aangewezen zijn op speciale hulp. Hierbij streven we ernaar deze leerlingen een ononderbroken ontwikkelingslijn te laten volgen, waarbij recht wordt gedaan aan de verschillen tussen leerlingen, zowel op pedagogisch als op didactisch gebied. Deze ondersteuning dient indien mogelijk gegeven te worden op het moment dat en zolang als de leerling die nodig heeft. 4.4 Het onderwijsconcept De school is een lerende organisatie, waarin op een adaptieve manier onderwijs wordt verzorgd. Uitgangspunt is niet het denken in stoornissen, maar het denken vanuit de mogelijkheden van leerlingen, m.a.w. het perspectief. • het onderwijs binnen de school is adaptief: aangepast aan de behoeften van leerlingen; • het onderwijs is pedagogisch gericht: de basisbehoeften (autonomie, relatie en competentie) van leerlingen staan centraal; • het onderwijsaanbod binnen de school is opbrengstgericht. D.w.z. dat wij m.n. bij de instrumentele vaardigheden (rekenen, taal, lezen, spelling) streven naar maximale opbrengsten. • het onderwijsaanbod binnen de school is functioneel; d.w.z. dat alle aangeleerde vaardigheden met name taal, lezen en rekenen in de dagelijkse praktijk gebruikt kunnen worden.
- 10 -
Schoolgids 2011-2012
4.5 Het pedagogisch ontwerp In het pedagogisch handelen van de leerkrachten staan de basisbehoeften van de leerlingen centraal: • leerlingen worden met respect tegemoet getreden. Ze worden aanvaard zoals ze zijn. Er is sprake van een veilige omgeving waarin de leerlingen welkom zijn; • leerlingen worden uitgedaagd om een stapje verder in hun ontwikkeling te zetten. Ze worden gestimuleerd om zelf initiatieven te ontplooien en hun eigen gedrag te reguleren; • leerlingen krijgen de kans om te groeien zodat ze (weer) trots op zichzelf kunnen zijn en vertrouwen in zichzelf en de ander verwerven; • het pedagogisch klimaat kenmerkt zich door vertrouwen, ondersteuning en uitdaging; • de instrumenten van de leerkracht om te werken aan de basisbehoeften van de leerlingen zijn: interactie, instructie en klassenmanagement.
4.6 Het didactisch ontwerp De school kenmerkt zich als een gevarieerde leeromgeving waarin de leerlingen onderwijs ontvangen dat afgestemd is op hun leermogelijkheden en -moeilijkheden. • de school wil haar leerlingen uitdagen tot actief leren waarbij rekening wordt gehouden met de leerstijlen van leerlingen; • de leerkrachten hebben zicht op de leerlijnen. Van daaruit formuleren zij de korte en lange termijndoelen voor hun leerlingen; • de leerkrachten beschikken over meerdere methodieken om leerlingen te begeleiden (open aanpak, gestructureerde aanpak, orthodidactische aanpak) • de leerkrachten beschikken over een groot aantal werkvormen en activiteiten om de methodieken concreet gestalte te geven; • de ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd zodat het onderwijs voortdurend op maat gesneden kan worden. 4.7 De doelen van ons onderwijs Binnen ons onderwijsaanbod zijn wij erop gericht dat ieder kind zich kan ontwikkelen naar zijn/haar mogelijkheden. Uiteindelijke doel is voldoende basis te leggen voor het goed functioneren binnen het voortgezet onderwijs. Als uitgangspunt hanteert de Blinker de kerndoelen zoals die zijn opgesteld voor het reguliere basisonderwijs. Bovendien wordt er landelijk gewerkt aan de uitwerking van verschillende niveaus die de leerling voor de vakken rekenen/wiskunde, taal, lezen en spelling kan behalen. Dit noemen we referentieniveaus. Aan die verschillende niveaus worden doelen gekoppeld die al naargelang de ontwikkeling van ieder individueel kind gehaald kunnen worden. Bij het nastreven van deze doelen wordt rekening gehouden met de ons ter beschikking staande gegevens, bijvoorbeeld intelligentieonderzoeken, persoonlijkheidsonderzoeken, behaald leerrendement op de school van herkomst en het daaraan gekoppelde perspectief etc. Op basis van deze gegevens ligt er het streven om dit voor alle leerlingen in kaart te brengen. Naast de didactische doelen zijn er uiteraard ook pedagogische doelen. Deze zijn niet voor alle kinderen hetzelfde maar variëren naar de sociaal-emotionele problematiek voor het betreffende kind. Om hier goed op te anticiperen worden schoolbreed gegevens verzameld over m.n. de sociaal-emotionele problematiek van onze leerlingen. Op basis hiervan worden individuele maar ook groepshandelingsplannen opgesteld. Op deze manier differentiëren we ook op dit gebied om te kunnen voldoen aan de hulpvraag van - 11 -
Schoolgids 2011-2012
de leerling. Binnen het didactische aanbod wordt veel nadruk gelegd op het aanleren van vaardigheden in de instrumentele vakgebieden. Uiteindelijk zijn met name de vorderingen op deze vakgebieden voor een groot deel bepalend voor de schoolkeuze van de leerling voor het vervolgonderwijs. Wat we in ieder geval willen bereiken is dat de leerlingen (weer) gaan leren op een manier die bij ze past en die ze voldoende zelfvertrouwen geeft en gevoel van eigenwaarde. Dit levert in het kader van het formuleren van een opdracht voor onze school een constant spanningsveld op tussen de vraag of de nadruk moet liggen op de cognitieve / didactische ontwikkeling dan wel op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het moge duidelijk zijn dat een combinatie van beide , waarbij het ene het andere versterkt, het ideaalbeeld is. Ervaring leert dat er in de praktijk in de meeste gevallen een duidelijke samenhang is. Mede op basis van de maatschappelijke ontwikkelingen wordt ook van de Blinker gevraagd dat er verantwoording wordt afgelegd over de behaalde didactische opbrengsten van ons onderwijs. Dit betekent dat de laatste jaren binnen de schoolontwikkeling veel aandacht is voor een verdere verdieping van een beredeneerd leerstofaanbod. Dit betekent ook dat de andere vakgebieden zoals de zaakvakken en wetenschap en techniek steeds meer in dienst moeten komen te staan van de opbrengsten bij de instrumentele vaardigheden. In feite worden deze vakgebieden gebruikt om de instrumentele vaardigheden te leren toepassen.
Om bovenstaande doelstelling te kunnen realiseren werken we binnen de Blinker bij alle ontwikkelingen vanuit de principes en met de tools van Boeiend Onderwijs. De belangrijkste gereedschappen zijn: mindmap “Boeiend Onderwijs”, mindmap “goede communicatie” en model “hersenwerk”: realiseren van optimale prestaties. Uiteindelijk willen we bereiken dat iedereen binnen de organisatie bekend is met de principes van Boeiend Onderwijs en deze binnen zijn of haar werksituatie bewust kan toepassen zodat het ontwikkelingsproces van kinderen in brede zin geoptimaliseerd wordt.
- 12 -
Schoolgids 2011-2012
4.8 De onderwijsorganisatie Door de grote verschillen tussen leerlingen is differentiatie tussen de leerlingen essentieel. Vanuit de gegevens van leerlingen worden de instructie- en ondersteuningsbehoeften in kaart gebracht. Van hieruit worden de activiteiten gepland in een groepsplan: - doelgericht; - kortdurend; - beschreven wordt wat in de hele groep kan, wat in een kleine groep en wat individueel moet of eventueel in een therapiegroep. Het onderwijs is zodanig ingericht dat zelfstandig werken en samenwerkend leren mogelijk is. De leerkrachten ondersteunen elkaar en dragen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de leerlingen die aan de zorg van de school zijn toevertrouwd.
4.9 De ondersteuningsfunctie De school beschikt over een ruime expertise ten aanzien van de begeleiding van leerlingen met ontwikkelings-, leer- en gedragsproblemen. Zij vormt op dit terrein een vraagbaak voor de scholen van het Samenwerkingsverband. In die zin heeft de Blinker een ondersteunende taak naar de basisscholen van het Samenwerkingsverband. De - 13 -
Schoolgids 2011-2012
ondersteuning van de Blinker levert een duidelijke bijdrage aan het continuüm van zorg binnen het verband. Naast de daadwerkelijke opvang van zorgleerlingen binnen de eigen Blinker wordt deze ondersteuning gerealiseerd door de inzet van een expertisegroep. Samen met de coördinatie van het Samenwerkingsverband ondersteunen zij leerkrachten en interne begeleiders van de basisschool bij het omgaan met zorgleerlingen. Op deze manier wordt een stuk expertise vanuit de SBO overgedragen aan de basisscholen, zodat deze nog beter in staat zijn om zorgleerlingen op te vangen binnen de eigen school. Door de extra ondersteuning kan mogelijk een SBO-plaatsing voorkomen worden. In samenwerking met SBO het Mozaïek te Sittard, Xaveriusschool (rec 4)en de Parkschool (rec 3) hebben we de krachten gebundeld in het onderwijsloket Kwadrant. Bedoeling is om in samenwerking een groter aanbod aan ondersteuning te kunnen bieden. Namens de Blinker zijn mevr. Alfonso, mevr. Vd Wal en mevr. Geurts betrokken bij dit regionale zorgloket. 4.10 Opgroeien in een multiculturele samenleving Het is een gegeven dat onze kinderen zullen opgroeien in een multiculturele samenleving. Ons onderwijs zal hier rekening mee moeten houden. Doordat onze leerlingen afkomstig zijn uit verschillende etnische groeperingen, biedt dit een aantal aanknopingspunten voor ons onderwijs. Naast het aanleren van respect en tolerantie t.a.v. andere leefgewoonten, is het noodzaak de kinderen ook enige kennis omtrent de niet-eigen cultuur bij te brengen. Het bepalen van onze houding in een multiculturele samenleving wordt niet alleen aangeleerd door hier tijdens de lessen aandacht voor te vragen, maar dient tevens tot uitdrukking te komen in onze dagelijkse omgang en houding met en ten opzichte van elkaar. 4.11 Algemene uitgangspunten en doelstellingen t.a.v. levensbeschouwing De signatuur van de school is bijzonder neutraal. Dit betekent dat de school toegankelijk is voor alle leerlingen zonder onderscheid naar godsdienst en/of levensbeschouwing. Binnen ons onderwijsaanbod hebben wij aandacht voor de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die in de Nederlandse samenleving leven en voor de onderkenning van de verscheidenheid aan betekenis van die waarden. Ons onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst en/of levensbeschouwing. Wij streven naar een sfeer van verdraagzaamheid waarbinnen mensen begrip voor elkaar kunnen opbrengen. 4.12 De organisatie van het onderwijs Groepsindeling: Op onze school zijn de leerlingen in principe op grond van hun leeftijd bij elkaar geplaatst in een stamgroep. Door het aantal groepen binnen onze school is het mogelijk om daarnaast bij de groepsindeling rekening te houden met mogelijkheden, capaciteiten, persoonlijkheid, gedrag etc. van de individuele leerling. De nummering van de groepen: De nummering van de groepen loopt parallel aan de nummering zoals die gebruikt wordt binnen het reguliere onderwijs. Dit houdt in dat ook wij werken met de groepen 1 t/m 8. Dit betekent dat een leerling die qua leeftijd in groep 5 van de basisschool zou zitten ook bij ons op school in groep 5 komt (uiteraard zijn er altijd uitzonderingen). Er wordt goed - 14 -
Schoolgids 2011-2012
gekeken naar de ontwikkeling van elk kind zodat de leerstof aangepast kan worden aan de mogelijkheden en het niveau van de leerling. Door het aantal groepen hebben we binnen een aantal leerjaren meerdere groepen kunnen vormen. Zo hebben we in leerjaar 8 komend jaar 3 groepen. Deze worden dan als volgt genummerd: 8a, 8b en 8c. Belangrijk om hierbij op te merken is dat deze nummering willekeurig is, met andere woorden 8b is niet hoger dan groep 8a. Dit geldt uiteraard ook voor de andere leerjaren waarin we meer groepen hebben gevormd. Hoe het onderwijs georganiseerd is: Bij de bepaling van het beleid voor de school is duidelijk uitgesproken dat wij spreken van zorgleerlingen, die elk op hun eigen wijze speciale onderwijszorg behoeven. De beschikbare expertise die binnen het team aanwezig is biedt de mogelijkheid om het onderwijs vanuit diverse invalshoeken aan te bieden om zoveel mogelijk tegemoet te kunnen komen aan de vraag van leerlingen. Zo zijn er groepen gevormd, die ondergebracht zijn in clusters, (op basis van factoren als leeftijd, didactisch niveau en sociaal-emotionele ontwikkeling ) waarbij zowel horizontaal als verticaal wisseling mogelijk is. De kleutergroep is bedoeld als observatiemoment voor verdere verwijzing. Binnen de groepen kan de doelstelling van het onderwijsaanbod verschillen. Zo is er een onderwijsaanbod dat gekenmerkt wordt door: • veel herhaling, kleine stappen; • het leggen van accenten op memoriserend leren; • veel aandacht voor redzaamheid (incl. sociale redzaamheid)/ voorbereidende praktische vorming. Daarnaast zijn er groepen waarbij het accent meer ligt op: • het bereiken van een didactisch eindniveau vergelijkbaar met dat van het reguliere basisonderwijs; • specialistische ondersteuning in geval van ernstige leerstoornissen en/of gedragsproblemen; • het terugplaatsen van de leerling naar het reguliere basisonderwijs. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt binnen de eigen stamgroep. Vanuit de individuele leerlingen gezien zijn er meerdere leerwegen en organisatievormen. Uitgangspunt is dat het pedagogisch, didactisch en organisatorisch het meest wenselijk is om leerlingen zo lang mogelijk bij een stamgroep te houden. Slechts in specifieke gevallen is een individuele leerweg geïndiceerd (b.v. bij zeer ernstige, hardnekkige leerstoornissen). In alle andere gevallen is de hulp (binnen dan wel buiten de groep) erop gericht de leerling in de eigen groep te handhaven. Bovendien bevordert dit de omvang van de effectieve lestijd. 4.13 Het onderwijs aan het jonge kind Binnen de school is een bewuste keuze gemaakt om te werken met ontwikkelingsgericht onderwijs. Als basis geldt dat kinderen ontwikkelingskracht bezitten. Voor verdere ontwikkeling zijn kinderen afhankelijk van gerichte hulp. De leerkracht en leerling zijn samen actief. Er wordt uitgegaan van het initiatief van de leerling. De leerkracht werkt bemiddelend. Centraal staat de interactie tussen leerkracht en leerling. Het welbevinden, de betrokkenheid, de onafhankelijkheid, beheersing en relaties hebben grote invloed op het ontwikkelingsproces. Ontwikkelingsbevorderend zijn die activiteiten die zich afspelen - 15 -
Schoolgids 2011-2012
in een zinvolle context. Spelactiviteiten zijn de belangrijkste basis voor ontwikkelings- en leerprocessen. Het belangrijkste doel is de brede ontwikkeling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de basiskenmerken: emotioneel vrij zijn, nieuwsgierig zijn en zelfvertrouwen hebben. Om bovenstaande uitgangspunten te kunnen vertalen naar praktisch handelen is de keuze gemaakt om te werken aan de hand van de thema’s uit de methode Piramide. Hierin is er sprake van een vrij deel en een gericht deel. Bij het vrije deel, het spel, ligt het initiatief bij het kind dat zelf kiest waarmee het wil spelen. De lokalen worden zo ingericht dat de kinderen alle ontwikkelingsgebieden moeten kunnen oefenen. Er is een huishoek, een ontdekhoek, een taalhoek, een bouwhoek etc. Een dergelijke omgeving nodigt het kind uit om te gaan spelen. Bij het gerichte deel wordt er gewerkt aan het project. Per project wordt een periode uitgetrokken van drie weken. De methode richt zich niet alleen op het aanleren van schoolse vaardigheden, maar op de totale ontwikkeling van het kind. Betrokkenheid van ouders is daarom van belang. De ouders krijgen voorafgaande aan het project een briefje met informatie over het project. Er kan dan thuis over gepraat worden maar ook kunnen eventueel benodigde spullen die bij het project horen samen met het kind gezocht worden en worden meegegeven. Al handelend wordt op deze manier geprobeerd de verschillende ontwikkelingsgebieden bij de zeer jonge kinderen te stimuleren. 4.14 De doorstroomgroepen Naast de reguliere sbo-groepen functioneren binnen de Blinker een drietal doorstroomgroepen. Dit is een project dat in het kader van Passend Onderwijs met een tweetal REC-scholen (Xaveriusschool en Parkschool) is opgestart. Steeds vaker wordt bij kinderen vastgesteld dat er sprake is van een aan autisme verwante stoornis (ASS). Dit vraagt een speciale aanpak voor deze kinderen binnen de school. In samenwerking met voornoemde scholen zijn drie groepen ingericht waarin de kinderen begeleid worden door speciaal daarvoor aangetrokken personeel. Deze medewerkers staan formeel op de personeelslijst van de Xaveriusschool (REC-4). De klassen zijn zodanig ingericht dat tegemoet gekomen kan worden aan de vragen van de kinderen. Dit geldt ook voor de begeleiding van deze groepen. Het streven is er op gericht dat de leerlingen van de doorstroomgroepen binnen een maximale termijn van drie schooljaren doorstromen naar het (speciaal) basisonderwijs of het (speciaal) voortgezet onderwijs. De eerste resultaten zijn zeer hoopgevend en tonen naar ons idee duidelijk aan dat daadwerkelijke samenwerking tussen verschillende schooltypen en de bundeling van expertise tot een positief resultaat kan leiden voor de leerlingen. Vanwege de formele eisen die met name gesteld worden aan de bekostiging van dit project mogen alleen leerlingen geplaatst worden die een REC 3 of een REC-4 beschikking hebben. Voor de ouders van de leerlingen uit deze groepen is een aparte schoolgids geschreven. Deze is op verzoek verkrijgbaar. 5. De zorg voor de leerlingen Wij zien het als een opdracht om alle leerlingen die aan onze zorg worden toevertrouwd, zo goed mogelijk te begeleiden en te volgen in hun ontwikkeling, zowel op het gebied van de persoonlijkheidsvorming alsook de cognitieve/didactische ontwikkeling. Uitgangspunt voor ons is dat alle leerlingen die de school bezoeken geplaatst worden op basis van een hulpvraag waar wij een antwoord op moeten proberen te vinden. Dit betekent in de praktijk - 16 -
Schoolgids 2011-2012
dat er veel aandacht wordt besteed aan de leerling-zorg. Belangrijk is dat deze zorg op een systematische en gestructureerde wijze plaatsvindt. Vandaar dat deze zorg verdeeld is in een aantal samenhangende onderdelen. 5.1 Zorg op groepsniveau Zoals gezegd komt iedere leerling binnen met een eigen hulpvraag. De groepsleerkracht is vanuit de gegevens die bij plaatsing aangeleverd worden op de hoogte van de diverse hulpvragen van de verschillende individuele leerlingen. Omdat alle leerlingen binnen een groep worden geplaatst en binnen die groep ook goed moeten kunnen functioneren, is het van belang dat samen met de leerkracht een groepsplan gemaakt wordt. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de verschillende vragen van de kinderen die in de groep geplaatst zijn. De hulpvragen van de individuele leerlingen bepalen dus voor een groot deel de groepsaanpak, dit geldt zowel op leergebied als op het gebied van regels en verdere pedagogische aanpak. Op grond hiervan wordt een groepshandelingsplan opgesteld. 5.2 Zorgoverleg Minimaal vier maal per jaar vindt er per groep een zogenaamde zorgdag plaats. Tijdens zo’n dag bespreekt de groepsleerkracht met een van de IB-ers het functioneren van de groep in zijn geheel en van daaruit het functioneren van individuele leerlingen. Ook de effecten van het handelen van de leerkracht komen duidelijk aan bod. De groepsleerkracht geeft aan welke kinderen weinig of geen baat hebben bij het uitvoeren van het groepshandelingsplan. Tijdens het overleg wordt bekeken of het opgestelde groepshandelingsplan tot een bevredigend resultaat heeft geleid en/of er nadere wijzigingen nodig zijn. 5.3 Het Zorgadviesteam (ZAT) Deze commissie bestaat uit: • een lid van de directie/coördinator zorg • de psycholoog/orthopedagoog • de intern begeleider • de maatschappelijk werker • schoolarts • vertegenwoordiger Bureau Jeugdzorg • ambtenaar Leerplichtzaken Gemeente Sittard/Geleen Het ZAT bestaat gedeeltelijk uit wisselende personen. De commissie komt regelmatig bij elkaar. De taak van de commissie is dat er voorstellen gedaan worden om een individueel handelingsplan op te kunnen stellen voor die leerlingen die te weinig/geen baat hebben bij de zorg die ze geboden krijgen in de groep. Vanuit het zorgoverleg worden de leerlingen gesignaleerd en wordt een duidelijke hulpvraag op papier gezet. Signalering hoeft niet alleen voort te komen uit de groepsbespreking, maar ook tussentijds uit de dagelijkse praktijk. De commissie geeft dan adviezen over een aanpak in een handelingsplan. Deze adviezen kunnen velerlei zijn, o.a.: • verder psychologisch/didactisch onderzoek; • persoonlijkheidsonderzoek; • observaties in de groep; • gesprek met de leerkracht; • gesprek met de ouders; - 17 -
Schoolgids 2011-2012
• inschakelen interne hulp • inschakelen externe hulp Omdat er steeds vaker een beroep gedaan wordt door ouders en/of school op ondersteuning heeft een medewerker vanuit Bureau Jeugdzorg zitting in het ZAT. Dit om de lijnen richting hulpverlening zo kort mogelijk te houden waardoor sneller antwoord op hulpvragen gegeven kan worden. De schoolmaatschappelijk werker is gedetacheerd vanuit de stichting Partners in Welzijn, zodat ook daar korte lijnen liggen. Door te werken met vaste structuren wordt regelmatig geëvalueerd of de voorgestelde handelingsplannen effect hebben. De door de leerkracht opgestelde individuele handelingsplannen worden tijdens de oudergesprekken met de ouders besproken, zodat zij op de hoogte zijn van het hoe en waarom van een bepaalde aanpak. Daarnaast zijn wij van mening dat ouders een waardevolle bijdrage kunnen leveren bij het meedenken over de aanpak van hun kind. 5.4 De interne hulp Binnen het team zijn een aantal disciplines aanwezig die elk hun eigen bijdrage leveren aan de zorg voor leerlingen. Hiermee bedoelen we: - logopedie; - speltherapie; - motorische remedial teaching; - vakleerkracht lichamelijke opvoeding. Deze mensen worden aangestuurd vanuit de commissie van begeleiding om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van individuele handelingsplannen. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders en groepsleerkracht. De hulp kan zowel binnen als buiten de groep geboden worden. De resultaten worden regelmatig teruggekoppeld naar de commissie van begeleiding. 5.5 De externe hulp Indien de interne ondersteuningsmiddelen niet toereikend blijken te zijn, kan de commissie van begeleiding (na samenspraak met de ouders) besluiten externe ondersteuning in te roepen. De bedoeling hiervan is dat we een betere kijk op de hulpvraag van die leerling krijgen om een adequaat antwoord hierop te kunnen geven. Mogelijk worden manieren van aanpak aangedragen waar we zelf nog niet aan gedacht hadden, of waarvoor ons de middelen ontbreken. Verder kan het inschakelen van externe hulp een bijdrage leveren aan de beoordeling of wij die leerling, met die betreffende hulpvraag, wel binnen onze school voldoende kunnen begeleiden, of dat er overgestapt moet worden naar een andere vorm van onderwijs. 5.6 Lesuitval Het beleid van de schoolleiding is erop gericht dat er bij ziekte van leerkrachten alles in het werk gesteld zal worden om lesuitval te voorkomen. Er is echter geen enkele garantie te geven dat dit te allen tijde vermeden kan worden. Om het risico op lesuitval te minimaliseren zijn schoolintern en voor komend schooljaar ook bovenschools een aantal afspraken gemaakt:
- 18 -
Schoolgids 2011-2012
* voor schooljaar 2011 / 2012 worden vanuit de boventallige formatie van Kindante 2 leerkrachten en 1 onderwijsassistent toegevoegd aan het team. Zij krijgen de specifieke taak om bij gevallen van ziekte de groep cq de taken over te nemen. • Blijkt dit niet voldoende te zijn dan wordt bij ziekmelding van een leerkracht op zoek gegaan naar vervanging door parttimers die in dienst zijn van de school; • indien dit niet lukt wordt extern vervanging gezocht bij mensen die normaal niet voor onze school werken; • in andere gevallen worden de leerlingen verdeeld over de resterende groepen. Mocht ook dit niet lukken, dan ontvangt u het schriftelijke verzoek om uw kind de volgende dag niet naar school te laten komen. Dit gebeurt een dag voorafgaande aan het verlof. 5.7 Beleid inzake Leerlinggebonden Financiering De Rugzak. De regeling Leerlinggebonden Financiering (LGF – de Rugzak) geeft ouders van kinderen met een handicap of stoornis de mogelijkheid om voor hun kind te kiezen tussen speciaal en regulier onderwijs. Wanneer ouders denken dat hun kind het meest gebaat is bij speciaal onderwijs kunnen zij hun kind hier aanmelden. Maar wanneer zij kiezen voor de gewone reguliere school (b.v. de basisschool in de buurt), dan kan dit ook. Ouders kunnen dan een rugzak met middelen aanvragen. Omdat ook de sbo-scholen vallen onder de wet op het primair onderwijs kan het voor komen dat ook leerlingen die bij ons geplaatst worden gebruik maken van een rugzakfinanciering die dan (geheel of gedeeltelijk) binnen school ingezet kan worden. Kinderen die in aanmerking komen voor een leerlinggebonden financiering zijn kinderen met een zintuigelijke, verstandelijke of lichamelijke handicap; kinderen met psychiatrische problemen en/of ernstige leer- en gedragsproblemen, kinderen met een meervoudige handicap of langdurig zieke kinderen. Vanuit het Ministerie van Onderwijs zijn er plannen om de wet op de leerlinggebonden financiering (lgf-wet of ook wel Rugzak genoemd) met ingang van 1 augustus 2013 in de huidige vorm te beëindigen. Hiervoor komt in de plaats het beleid rond Passend Onderwijs. De afgegeven indicaties en indicatietermijnen kunnen mogelijk na die datum niet meer doorgezet worden. Toelatingsprocedure. Het is uiteraard belangrijk dat het leerlinggebonden budget terechtkomt bij die kinderen die het werkelijk nodig hebben. Daarom wordt er een speciale indicatieprocedure gehouden. Zogenoemde commissies voor indicatiestelling (CVI’s) zullen op basis van landelijk geldende, objectieve criteria bepalen of gehandicapte kinderen recht hebben op een plaats in een speciale school of, wanneer ouders dat liever willen, een leerlinggebonden budget krijgen. Uit de Rugzak kan extra begeleiding (bijvoorbeeld remedial teaching) voor uw kind worden betaald en aanpassing van lesmateriaal. Ook zit er in de Rugzak een beperkt geldbedrag voor begeleiding vanuit het speciaal onderwijs. Dit heet ambulante begeleiding.
- 19 -
Schoolgids 2011-2012
Regulier of speciaal onderwijs. Veel ouders van kinderen met een handicap staan voor deze keuze: regulier of speciaal onderwijs. U kiest zelf naar welke school uw zoon of dochter gaat. Om een goede keuze te maken, is het handig de plussen en minnen van de verschillende soorten onderwijs op een rij te zetten. Beide vormen van onderwijs hebben voordelen. Regulier onderwijs is vaak dichtbij, het kind komt in aanraking met niet-gehandicapte leeftijdgenootjes. Speciaal onderwijs heeft als voordeel dat het is afgestemd op de specifieke behoeften van kinderen met een handicap. Ook is het vaak mogelijk therapie onder schooltijd te volgen. Nadeel is weer de soms wat langere reistijd. De wet is bedoeld om de keuze tussen regulier en speciaal onderwijs beter mogelijk te maken. Regulier onderwijs U dient er rekening mee te houden dat niet alle reguliere scholen in staat zijn om voor leerlingen met een handicap een goed (onderwijskundig) aanbod aan te bieden. Vaak heeft elke school wel een bepaald specialisme in huis maar lang niet alles. Kiest u voor een reguliere school, dan kan deze school toch uw kind weigeren als ze onvoldoende zorg kunnen bieden. Wanneer u kiest voor een school voor speciaal basisonderwijs (sbo-school) dan geldt een aparte toelatingsprocedure met andere toelatingscriteria. Speciaal Onderwijs Kiest u voor speciaal onderwijs, dan komt er geen aparte Rugzak vrij voor uw zoon of dochter. De financiering voor extra ondersteuning loopt dan immers gewoon via de school. In het speciaal onderwijs zijn de klassen kleiner en is meer gespecialiseerd personeel aanwezig. Ook is het mogelijk om therapieën onder schooltijd te volgen, wat in het regulier onderwijs vaak lastig is. Speciaal onderwijs is bedoeld voor kinderen met een handicap of chronische ziekte, die zonder extra hulpmiddelen geen onderwijs kunnen volgen. Er zijn in Nederland verschillende scholen voor Speciaal Onderwijs. Welke school geschikt is voor uw kind, hangt af van zijn of haar handicap of ziekte. Handelingsplan. Zowel de speciale als de reguliere scholen moeten een handelingsplan opstellen. In dit plan spreken de school en de ouders samen af welke extra ondersteuning vanuit de ontvangen LGF gelden aan het kind zal worden gegeven. De school bekijkt of aparte materialen of middelen aangeschaft moeten worden. In het handelingsplan wordt ook vermeld waarvoor school, ouders en het REC verantwoordelijk zijn. Meer informatie over de Rugzak Er is nog veel meer te vertellen over de Rugzak en over de mogelijkheden die deze wetgeving u en uw kind kan bieden. Op de website www.oudersenrugzak.nl vindt u alle informatie die u zoekt over dit onderwerp. U kunt voor REC- 3 ook informatie inwinnen bij de Parkschool te Sittard (tel. 0464512861) en voor REC- 4 bij de Xaveriusschool te Sittard (tel. 046-4748254). 5.8 Het toedienen van noodmedicatie Zo nu en dan krijgen wij van ouders het verzoek om noodmedicatie toe te dienen. Het - 20 -
Schoolgids 2011-2012
gaat hier dan om kinderen die gezien hun ziekte in bepaalde situaties direct (nood)medicijnen moeten krijgen. Na overleg met de schoolarts blijkt echter dat het hier gaat om een gedelegeerde medische handeling. Dit wil zeggen dat het toedienen van medicatie alleen mag op verzoek van een arts. De persoon die de medicatie geeft (bijvoorbeeld een spuitje of bepaalde tabletten) moet bevoegd zijn (dit wil zeggen opgeleid zijn voor deze taak) en bekwaam zijn (dit wil zeggen dit ook regelmatig doen). U zult begrijpen dat wij deze mensen niet in huis hebben. In een noodsituatie zal de school daarom altijd het alarmnummer 112 bellen. N.B. Voor de duidelijkheid willen we nog even vermelden dat het hier gaat om noodmedicatie. Als uw kind medicijnen mee naar school krijgt in verband met een verkoudheid, ADHD etc. dan is dat geen noodmedicatie. 6. Kwaliteitszorg 6.1 Algemeen Naast allerlei organisatorische ontwikkelingen moet de school constant op zoek gaan naar manieren en mogelijkheden om kwalitatief goede zorg te kunnen blijven bieden. Dit stelt hoge eisen aan het schoolmanagement, maar zeker ook aan alle andere medewerkers. Onze school is daarom voortdurend in ontwikkeling en probeert zo actueel mogelijk te blijven werken. Dit heeft o.a. geresulteerd in de volgende activiteiten waarvan de meeste in de afgelopen schooljaren in gang zijn gezet en waarvan afronding nog jaren kan duren. Toch vinden we het belangrijk om deze hoofdlijnen ieder jaar opnieuw op te nemen in deze schoolgids. •
•
• •
Voor elke leerling die start op onze school wordt een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld. Hierin wordt de te verwachten ontwikkeling beschreven. Als basis gebruiken we de gegevens die we via de oude school aangeleverd krijgen. Ook de informatie die we van u als ouders krijgen tijdens het intakegesprek is een belangrijke bron van informatie. Er worden heldere doelen gesteld op de korte en de langere termijn. Dit zowel doelen op didactisch- als op sociaal-emotioneel gebied. Voor de jongere kinderen worden de doelen geformuleerd tot en met groep 4. Vanaf groep 5 proberen we een perspectief op te stellen dat gericht is op de uitstroom naar het voortgezet onderwijs. Hierdoor weten zowel leerling als ouders welke richting de ontwikkeling op gaat. Op deze manier is er sprake van een planmatig onderwijsaanbod. Door goed te observeren en door het gebruik van toetsen worden de vorderingen gevolgd. Indien nodig wordt het plan bijgesteld. Dit wordt dan met u als ouders besproken. Om de ontwikkelingen goed te kunnen blijven volgen zullen de medewerkers van onze school voortdurend moeten blijven nascholen. Dit kan zowel op individueel als op teamniveau. De beschikbare gelden worden voor dit doel aangewend. Er wordt jaarlijks een nascholingsplan opgesteld waarin aangegeven wordt wie welke nascholing gaat volgen. De teamnascholing zal m.n. gericht zijn op het aspect communicatie. Om hier goed aan te kunnen werken zijn een aantal studiedagen ingepland; Er wordt binnen onze school veel ruimte geboden aan stagiaires van diverse opleidingen om ervaring op te doen. Dit zorgt er tevens voor dat de medewerkers van de school goed op de hoogte blijven van allerlei nieuwe ontwikkelingen; Het gebruik en verdere invoering van nieuwe methodes. Stapsgewijs worden de diverse vakgebieden onder de loep genomen en wordt bekeken of er overgegaan moet worden naar het gebruik van actuele methodes. Zoals gezegd verloopt dit proces stapsgewijs en is daardoor nooit afgerond. (zie 6.2). - 21 -
Schoolgids 2011-2012
6.2 Werken aan kwaliteitszorg in het komende schooljaar Ook gedurende het komende schooljaar 2011/2012 zal veel aandacht besteed worden aan de verbetering van de kwaliteitszorg binnen de school: *
Coaching en begeleiding MT
Om leiding te kunnen geven aan de totale schoolontwikkeling is het noodzakelijk dat de leden van het MT overzicht behouden en de samenhangen tussen de ontwikkelingen kunnen blijven zien en aangeven. Bovendien vraagt het managen hiervan een duidelijke planmatige aanpak, hetgeen terug te vinden moet zijn in duidelijke, helder geformuleerde plannen. *
Boeiend onderwijs
Binnen de Blinker werken we bij alle ontwikkelingen vanuit de principes van Boeiend Onderwijs. We hanteren hiervoor de instrumenten (tools) die vanuit boeiend onderwijs worden aangereikt. De belangrijkste gereedschappen zijn: mindmap “Boeiend Onderwijs”, mindmap “goede communicatie” en model “hersenwerk”: realiseren van optimale prestaties. Het toepassen van de genoemde principes vormt de basis voor ons dagelijkse handelen. Op deze manier willen we bereiken dat de gestelde doelen zoals beschreven in de individuele ontwikkelplannen behaald worden. *
Effectief zorgteam / 1-zorgroute
De kerntaak van onze (en eigenlijk iedere school) is het bieden van goede (onderwijs)zorg aan de ons toevertrouwde leerlingen. In de praktijk merken we dat het bieden van de vereiste zorg een steeds complexer geheel aan het worden is. De hulpvragen van kinderen worden steeds specifieker en vragen daardoor ook een specifiekere aanpak. Dit vraagt veel van de medewerkers van onze school. Om structuur te kunnen geven aan onze zorgverlening willen we werken volgens de uitgangspunten van de 1-zorgroute. De onderwijsbehoefte van de leerlingen staat hierbij centraal. *
Educatief partnerschap
Een van de speerpunten van de Stichting Kindante is educatief partnerschap. Hierover is een beleidsnotitie verschenen waarin aangegeven wordt dat alle Kindantescholen aandacht moeten hebben voor educatief partnerschap. Naast de beleidsmatige initiatieven past educatief partnerschap goed binnen de totale schoolontwikkeling van de Blinker. Ook wij vinden het een goede ontwikkeling om ouders meer bij de begeleiding van hun kind en bij de totale schoolontwikkeling te betrekken. Om hier vorm aan te kunnen geven is een werkgroep in het leven geroepen bestaande uit drie teamleden en 2 ouders. Deze werkgroep zal ook in schooljaar 2011 / 2012 actief zijn. *
Speelplaats
Dit is de voortzetting van een reeds gestart traject waarbij het belang van praten met kinderen en vooral het luisteren naar kinderen en intervisie over een gedeeld onderwerp centraal staan. - 22 -
Schoolgids 2011-2012
Naast het verder fysiek realiseren van de speelplaats gebaseerd op het toepassen van de onderdelen van de cirkel van meervoudige intelligentie staat het leren denken en handelen vanuit 6 waarden centraal. Zowel in de klas, op de speelplaats als bij informele schoolactiviteiten. Pauw: trots zijn op jezelf Kameleon:goed zijn voor je omgeving Lieveheersbeestje: goed zijn voor de ander Apen: samen spelen, samen leren, samen delen Hond: eerlijk en duidelijk communiceren Leeuw: verantwoordelijk zijn en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gedrag
Wereldoriëntatie Breed (WOB) In de meerjarenplanning is opgenomen dat de huidige methode vervangen moet worden omdat deze mogelijk niet meer actueel genoeg is. In de voorbereiding hierop is duidelijk geworden dat de thema’s wellicht nog actueel genoeg zijn, maar de daarbij behorende informatie niet. Richting toekomst betekent dit dat we met een traditioneel gebruik van welke methode dan ook wellicht constant achter de actualiteit aanlopen. Daarnaast is in het kader rondom de ontwikkelingen binnen wetenschap en techniek de overtuiging ontstaan dat we moeten werken aan een integratie van dit vakgebied binnen het bestaande curriculum. Vanuit deze gedachten is vanuit het team gewerkt aan het omvormen van de traditionele vakken wereldoriëntatie in een aanbod dat we wereldoriëntatie breed (WOB) noemen. Bovendien past deze ontwikkeling prima binnen het streven om te komen tot boeiend onderwijs. Basis van het project is dat er een keuze gemaakt wordt in de thema’s die per leerjaar worden aangeboden. Hierbij wordt goed in de gaten gehouden dat het aanbod blijft voldoen aan de kerndoelen. Basisgedachte is verder dat WOB moet staan voor het verbinden en in samenhang brengen van verschillende vakgebieden. Hierbij denken we aan aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuurkunde, muziek, handenarbeid, tekenen en techniek en wetenschap. Doel is dat de leerlingen een actieve en onderzoekende houding ontwikkelen en zelf actief met de aangeboden thema’s aan de slag gaan. De thema’s worden vanuit verschillende - 23 -
Schoolgids 2011-2012
invalshoeken belicht waardoor de leerlingen actief betrokken worden bij hun eigen leerproces. Het lesprogramma wordt op clusterniveau ontwikkeld. Bedoeling is dat voor de diverse thema’s lessen worden ontworpen. Deze worden samengevoegd in een zogenaamde leskist rondom een bepaald thema. Deze leskisten worden gebruikt binnen de lessen. *
De website
De school dient de beschikking te hebben over een attractieve website die gevuld is met actuele informatie. Het format waarover we nu beschikken biedt de mogelijkheid om er een interactieve website van te maken waar zowel leerkrachten, leerlingen als ouders hun reacties kwijt kunnen. Omdat een dergelijke open omgeving ook risico’s met zich meebrengt zal eerst in kaart gebracht worden welke risico’s dit zijn en hoe deze voorkomen kunnen worden. Er wordt een werkwijze en daarbij behorend protocol ontwikkeld zodat de website in de toekomst zo optimaal mogelijk maar ook veilig gebruikt kan worden. *
Deelname aan activiteiten van het Samenwerkingsverband.
Samen met de basisscholen uit onze regio zullen aan de hand van allerlei activiteiten die beschreven staan in het zorgplan van het Samenwerkingsverband 53 verdere stappen gezet worden om de zorg aan de zorgleerlingen verder uit te bouwen: a. gezamenlijke studiedagen voor directie en interne begeleiders; b. deelname aan het netwerk interne begeleiders; c. verbeteren en uitbouwen van de ambulante begeleiding voor leerlingen die teruggeplaatst worden naar het reguliere onderwijs; d. inrichting regionaal zorgloket (zie punt 4.9); •
Dyslexie:
Er zijn leerlingen waarbij is vastgesteld dat zij dyslectisch zijn. Deze kinderen ervaren veel problemen bij het verwerken van de geschreven taal. Dit belemmert in veel gevallen de totale schoolontwikkeling van deze kinderen. Om tegemoet te kunnen komen aan de hulpvraag van deze kinderen gaan we verder met de invoering van het landelijk protocol dyslexie. Dit protocol maakt het mogelijk om eerder te signaleren, maar ook om gerichte acties in gang te zetten om kinderen hier op een goede manier mee om te leren gaan. De school beschikt over hulpmiddelen die door de kinderen worden ingezet , zoals de readingpen en het computerprogramma Kurzweil. Dit wordt voor de betreffende kinderen beschreven in een individueel handelingsplan dat ingebed wordt in het groepshandelingsplan. •
Burgerschap
Alle scholen in Nederland worden geacht expliciet aandacht te besteden aan burgerschap. Uitgangspunt is dat betrokkenheid tussen burgers onderling en burgers en overheid dient toeneemt. Als school hanteren we geen aparte methode burgerschapszin, maar vindt u voornoemde aspecten terug in de dagelijkse schoolpraktijk. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de opgestelde schoolregels, de themakeuze bij wereldoriëntatie, projecten, het opgestelde veiligheidsbeleid, de vertrouwenspersonen, de omgang met ouders en natuurlijk in de eerste plaats in de onderlinge omgang tussen leerlingen en leerkrachten. Specifieke aandacht voor het onderdeel burgerschap is er in een aantal projecten die zich m.n. richten op de bovenbouw: - 24 -
Schoolgids 2011-2012
-
gastlessen verzorgd door bureau Halt; gastlessen verzorgd door de NS en Veolia; gezamenlijke activiteiten met de cliënten van de dagopvang van Pergamijn.
* Veiligheid In het kader van het realiseren van een veilige school heeft de school een veiligheidscoördinator in de persoon van onze adjunct-directeur dhr. Rademakers. Hij is het aanspreekpunt in de school voor leerlingen, teamleden, ouders en externe partijen. In het komende schooljaar zullen de reeds bestaande plannen inzake veiligheid verder uitgewerkt worden; Alle deelontwikkelingen worden beschreven in aparte operationele jaarplannen, die op hun beurt weer gebundeld worden tot een jaarplan dat sturing geeft aan de totale schoolontwikkeling. Belangrijk hierbij is het om de samenhang goed in het oog te houden zodat er sprake is van een goede afstemming. Deze operationele jaarplannen vindt u na afronding en goedkeuring terug op onze website. 7. De Blinker en het voortgezet onderwijs 7.1 Het eindonderzoek De leerlingen die daarvoor in aanmerking komen, nemen deel aan het eindonderzoek. Het onderzoek vindt plaats in de maanden november/december. Dit onderzoek omvat twee onderdelen: 1. het rapport van de groepsleerkracht m.b.t. de schoolvorderingen en het functioneren op sociaal-emotioneel gebied; 2. psychologisch onderzoek dat onder de verantwoordelijkheid van het Voortgezet Onderwijs wordt afgenomen. 7.2 Het doel van het onderzoek Op grond van dit onderzoek en in samenhang met de ontwikkeling die de leerling gedurende zijn hele schoolloopbaan bij ons heeft doorgemaakt, wordt er in overleg met het Voortgezet Onderwijs een advies opgesteld. Dit advies wordt in de maanden januari/februari met de ouders besproken. Uiteindelijk bepalen echter de ouders de schoolkeuze van hun kind. 7.3 Het onderwijskundig rapport Het hierboven genoemde advies, alsmede gegevens betreffende het niveau van het didactisch en sociaal functioneren van de leerling worden in het onderwijskundig rapport vastgelegd. Dit rapport wordt met de ouders besproken. De ouders ontvangen een kopie van het onderwijskundig rapport. De school is wettelijk verplicht de school voor voortgezet onderwijs waar het kind wordt aangemeld, ook een exemplaar te doen toekomen. 7.4 Contacten met het voortgezet onderwijs Naast informatieoverdracht via het onderwijskundig rapport wordt elke leerling zo mogelijk ook nog in een persoonlijk contact met de groepsleerkracht en een vertegenwoordiger van het voorgezet onderwijs, besproken. - 25 -
Schoolgids 2011-2012
7.5 Informatie naar de ouders Voorafgaand aan de hele procedure inzake schoolverlating wordt er voor de ouders een informatieavond belegd. Naast informatie over de procedure ontvangen de ouders ook korte informatie over de diverse vormen van voortgezet onderwijs en de mogelijkheden hiervan. 7.6 Uitstroomgegevens schooljaar 2010/2011 Onderwijssoort:
Aantal:
VMBO - basisberoepsgerichte leerweg (BB)
2 leerlingen
- basisberoepsgerichte leerweg met leerwegondersteuning (BBLWOO) - kaderberoepsgerichte leerweg (KB)
19 leerlingen 4 Leerlingen
- kaderberoepsgerichte leerweg met leerwegondersteuning (KB-LWOO) - gemengde theoretische leerweg
4 leerlingen 0 leerlingen
Praktijkonderwijs (PrO)
9 leerlingen
Speciaal basisonderwijs (SBO) Speciaal onderwijs REC 3 Speciaal onderwijs REC 4 Buitenland o.a. België Basisonderwijs
0 0 4 7 0
leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen
Van de 7 leerlingen die naar België op school zijn gegaan hebben 2 leerlingen een VMBO KB-advies gekregen, 2 leerlingen een VMBO-BB-advies en 3 leerlingen een PRO-advies. In percentages uitgedrukt betekent dit dat 73% van onze schoolverlaters (uit groep 8) een VMBO-advies hebben gekregen en 27% een PRO-advies. In mei 2011 heeft de Inspectie van het Onderwijs een kwaliteitsonderzoek gehouden op de Blinker. Hierbij werd voor wat betreft de opbrengsten van ons onderwijs met name gekeken naar de resultaten van onze schoolverlaters. Uit dit onderzoek werd het volgende geconcludeerd: -
-
84% van de schoolverlaters voldoet qua uitstroomniveau aan de in het perspectief opgenomen verwachting. In de berekening zijn 46 leerlingen meegenomen waarvan 34 leerlingen het uitstroomniveau overeenkomstig hun capaciteitenniveau halen, 7 leerlingen een hoger niveau halen dan verwacht zou mogen worden en 5 leerlingen op een lager niveau uitstromen dan verwacht zou mogen worden. Voor het vakgebied rekenen ligt het percentage leerlingen dat een score overeenkomstig het verwachtingsniveau haalt op 91 %. Voor spelling ligt dit niveau op 90 %. Voor technisch lezen (obv de DMT-toets) op 85%. Voor begrijpend lezen op 83 %.
- 26 -
Schoolgids 2011-2012
8. De ouders en de school De school hecht veel belang aan een goed contact tussen ouders en school. Enerzijds omdat het belangrijk is dat de ouders op de hoogte zijn van de gang van zaken op school en regelmatig geïnformeerd worden over het functioneren en de vorderingen van hun kind, anderzijds heeft een stuk (daadwerkelijke) betrokkenheid van de ouders bij de school een positieve invloed op het functioneren van het kind op school en thuis. De eerste contacten tussen de school en de ouders worden gelegd door een lid van het zorgteam. Dit gebeurt bij de aanmelding van het kind. Tijdens dit contact wordt de school/locatie bezichtigd en wordt uitvoerig met elkaar gesproken over het kind en allerlei zaken die te maken hebben met de toelating en de school. Tevens wordt de schoolgids meegegeven. Afgelopen schooljaar heeft met name het management van de school deelgenomen aan bestuursbrede activiteiten rondom het educatief partnerschap. Een werkgroep zal komend jaar starten met schoolspecifieke activiteiten rondom dit thema. Deze werkgroep zal op zoek gaan naar manieren om de samenwerking tussen school en ouders verder vorm te geven en te verstevigen De werkgroep bestaat uit een vertegenwoordiging van de oudergeleding van de MR, het bestuur van de oudervereniging, teamleden en een vertegenwoordiger vanuit het MT. Er zijn regelmatig contacten tussen ouders en leerkracht: • algemene ouderavonden, m.n. voor de groepen van de onderbouw en voor de schoolverlatersgroepen; • rapportbesprekingen (2x per jaar); • kennismakingsgesprekken op school; • huisbezoeken (op verzoek van ouders en/of leerkracht); • tweemaal per jaar worden alle groepen getoetst op didactische vorderingen. De resultaten worden vastgelegd in een rapport, opgenomen in een leerlingvolgsysteem en besproken met de ouders; • incidentele gesprekken die plaatsvinden op verzoek van ouders of school. 8.1 De kennismakingsavond Voor de herfstvakantie wordt u uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de groepsleerkracht van uw kind. Tijdens dit gesprek wordt het functioneren van uw kind tijdens de eerste schoolweken geëvalueerd. Indien nodig worden afspraken bijgesteld en ook wordt u in de gelegenheid gesteld uw ervaringen door te spreken. Daarnaast is er in het begin van het nieuwe schooljaar een algemene kennismakingsavond voor de groepen 1 t/m 4 (onderbouw). Tijdens deze avond geeft de leerkracht voorlichting over de gang van zaken in de groep. 8.2 De rapportbesprekingen Tweemaal per jaar worden de vorderingen van de leerlingen weergegeven in een rapport. Voor komend schooljaar is dit gepland in de maanden februari en juni. Tijdens een persoonlijk gesprek wordt dit rapport met de ouders besproken. Als leidraad voor dit gesprek wordt het persoonlijk ontwikkelingsplan gebruikt. Op basis van de gegevens worden de gestelde doelen geëvalueerd.
- 27 -
Schoolgids 2011-2012
8.3 Recht op informatie voor gescheiden ouders Informatieplicht van school aan ouders.
Onze school wil graag alle ouders goed informeren over hun kind(eren). Ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind op school; dat is ook het uitgangspunt van onze school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Bij gescheiden ouders zijn er wel verschillen met betrekking tot de informatieplicht. De ene ouder heeft recht op meer informatie dan de andere. Een enkeling heeft zelfs helemaal geen recht op informatie. Dat heeft te maken met de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. − Voor ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben, is de situatie het makkelijkst. Zij krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind. − Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. Voorwaarde is wel dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directeur. Aan beide ouders wordt dan de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud aan het kind meegegeven. Als één van de ouders dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Alle overige informatie wordt aan het kind in enkelvoud meegegeven. Op verzoek wordt de overige informatie ook aan de ouder verstrekt waar het kind op dat moment niet woont. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden wordt altijd aan beide ouders gedaan. − Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. Als het gaat om de vader, moet deze bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij helemaal geen recht op informatie, ook niet als hij erom vraagt. De ouder die geen gezag meer heeft over het kind heeft een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaal-pedagogische ontwikkelingen op school. En als het belang van het kind zich tegen informatieverstrekking verzet, dan hebben deze ouders ook geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden. 8.4 Informatiebulletin Regelmatig ontvangen de ouders een informatiebulletin (Da’s Nieuws genaamd) met informatie omtrent activiteiten binnen de school. Hierbij kan gedacht worden aan - 28 -
Schoolgids 2011-2012
vieringen, directie-mededelingen, de aanschaf van nieuwe methodes, deelname aan bepaalde projecten of andere informatie die actueel is. Da’s Nieuws wordt zoveel mogelijk digitaal (via de e-mail) verstuurd. Daar waar dat niet kan ontvangt u een papieren versie. Wilt u eerdere edities van Da’s Nieuws nog eens rustig doorlezen, dan kan dat via onze website. 8.5 De medezeggenschapsraad Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad (mr) invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. In de scholen van Kindante bestaat de medezeggenschapsraad alleen uit ouders en personeel. De omvang van de raad is afhankelijk van het aantal leerlingen op een school. Verkiezingen bepalen wie er mag meepraten en meebeslissen in de medezeggenschapsraad. Het bevoegd gezag stelt een medezeggenschapsreglement op. Hierin staat hoe de verkiezingen plaatsvinden. Taken medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad praat mee over alles wat met de school te maken heeft. Het schoolbestuur moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de raad. De medezeggenschapsraad kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het bestuur van de school. Alle rechten van de medezeggenschapsraad staan in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). De medezeggenschapsraad heeft zowel instemmingsrecht als adviesrecht. Instemmingsrecht onderwijs Zowel de vertegenwoordigers van de ouders als de vertegenwoordigers van het personeel hebben instemmingsrecht over zaken die voor hen van wezenlijk belang zijn. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met het schoolplan, de schoolgids en het schoolreglement.
• Adviesrecht onderwijs In een aantal gevallen moeten het schoolbestuur en de directie advies vragen aan de medezeggenschapsraad over hun plannen met de school. Bijvoorbeeld over fusieplannen en het aanstellingsbeleid en het ontslagbeleid van het personeel. Het schoolbestuur moet serieus reageren op ieder advies dat de medezeggenschapsraad geeft, maar hoeft de adviezen niet over te nemen. 8.6
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en GMR-platform.
Omdat een aantal zaken voor alle scholen van toepassing zijn hebben de afzonderlijke MR-en een aantal taken en bevoegdheden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De leden van de GMR worden gekozen door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en zijn als personeelslid in dienst van Kindante of ouders die een kind hebben op één van onze Kindantescholen. Het aantal ouders en personeelsleden binnen de GMR is gelijk. Naast de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad bestaat er binnen Kindante ook - 29 -
Schoolgids 2011-2012
een GMR-platform. De GMR voert overleg met het GMR-platform om zodoende de betrokkenheid en inspraakmogelijkheid vanuit alle MR-en te vergroten. Het GMR-platform bestaat uit afgevaardigden van de MR-en van de afzonderlijke scholen. In het GMR-platform zitten van elke school twee personen waarvan één namens de ouders en één namens het personeel. De GMR is het formele overlegorgaan met het College van Bestuur. 8.7 De oudervereniging De school ondervindt veel steun van de actieve oudervereniging m.n. op het gebied van de organisatie van allerlei activiteiten. De oudervereniging stelt zich tot doel de samenwerking tussen ouders en school te bevorderen. Dit trachten zij te bereiken door het houden van ouderavonden, de ouders te vertegenwoordigen in diverse overlegsituaties, b.v. met het schoolbestuur, directie, medezeggenschapsraad en onderwijzend personeel. Aan het begin van het schooljaar vindt de jaarlijkse ledenvergadering van de oudervereniging plaats. Tijdens deze vergadering wordt een overzicht gegeven van de financiën, de activiteiten tijdens het afgelopen schooljaar en van de activiteiten die gepland staan voor het komende schooljaar. U zult nog nader geïnformeerd worden door de oudervereniging over de bestuurssamenstelling en over de geplande activiteiten. 8.8
Klachten en klachtenprocedure
In het kader van de Kwaliteitswet heeft stichting Kindante een klachtenregeling vastgesteld, die op iedere school ter inzage ligt. Hiermee kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen – of het nalaten daarvan – van bijvoorbeeld het bestuur en het personeel. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, inclusief de randvoorwaarden. Door de klachtenregeling ontvangt het College van Bestuur van Kindante en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Over het algemeen is het wenselijk dat men een probleem eerst bespreekt met de eigen leerkracht. Als dit niet mogelijk is of onvoldoende oplossing heeft gegeven, is een gesprek met de directie bij voorkeur de volgende stap. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan met een beroep doen op de klachtenregeling. Dit houdt in dat men de klacht in eerste instantie ter sprake kan brengen bij de interne vertrouwenspersoon van de school en als dit niet lukt bij de externe vertrouwenspersonen die door Kindante zijn aangesteld. De interne vertrouwenspersonen zijn op de hoogte van de mogelijke stappen die ondernomen kunnen worden om de ouder of leerling met een klacht te ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing. Zij beschikken over contactadressen en kunnen desgewenst begeleiding bieden of doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. De klachten worden vertrouwelijk en zorgvuldig behandeld. Indien de klager dit wenst, begeleidt de externe vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van de op schrift gestelde klacht bij het College van Bestuur van Kindante of bij de Landelijke Klachtencommissie. Wordt een klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie dan ontvangt Kindante hiervan altijd een kopie. - 30 -
Schoolgids 2011-2012
De interne vertrouwenspersonen van onze school zijn: Mevrouw Hettie Strijdonk en mevrouw Steffany Proost. De externe vertrouwenspersonen voor onze school zijn: Mevr. J. Gommers Synagogeplantsoen 19, 6231 KH Meerssen tel. 043 - 3643743 e-mail:
[email protected] Dhr. M. Muris Aan de Maas 36, 6243 NB Geulle tel. 043 – 3645183 tel. 06 - 51155403 e-mail:
[email protected]
Bereikbaarheid externe vertrouwenspersonen Indien een vertrouwenspersoon gedurende meerdere dagen telefonisch niet bereikbaar is, verzoeken wij u contact op te nemen met het bureau van Kindante (dhr. J. Janssen), tel. 046-4363366, waar u wordt doorverwezen naar een van de andere vertrouwenspersonen, die de waarneming op zich heeft genomen.
Het adres van de Landelijke Klachtencommissie voor onze school is: Landelijke klachtencommissie Katholiek onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: (070) 392 55 08 Fax: (070) 392 08 36 Email:
[email protected] 8.9 De ouderbijdrage De school vraagt van de ouders geen ouderbijdrage. 9. Regels en afspraken Overal waar mensen samenwerken en samenleven zijn regels nodig om zaken naar tevredenheid te kunnen laten verlopen. Zo zijn er regels op groeps- en op schoolniveau die met de leerlingen besproken worden. Er zijn een aantal regels die algemeen geaccepteerd worden binnen de school. We streven ernaar het aantal regels zo beperkt mogelijk te houden, zodat zowel leerlingen, ouders en leerkrachten niet te zeer overvoerd worden met allerlei regelgeving.
Doel van de regels: • •
garantie in te bouwen van een stuk veiligheid voor het kind zelf en voor anderen; kinderen een zodanige structuur te bieden dat ze weten wat wel en niet kan; - 31 -
Schoolgids 2011-2012
• •
bijbrengen van een stuk respect voor de ander; een rustig werkklimaat te bewerkstelligen waarin elk kind zich op zijn gemak kan voelen en bezig kan zijn met de gestelde opdrachten; • de gang van zaken zo ordelijk mogelijk te laten verlopen; • (in)direct een appèl te doen op de ontwikkeling van kinderen op weg naar zelfstandigheid c.q. verantwoordelijkheid. Indien bepaalde regels worden overtreden zal dit altijd met de leerling besproken dienen te worden. Als consequenties moeten volgen op bepaald gedrag zal er steeds gezocht worden naar zinvolle consequenties die in redelijke verhouding staan tot de overtreding. Tevens zullen de teamleden bekijken of individuele leerlingen aangesproken moeten worden of dat er meerdere leerlingen bij betrokken waren. Om bovenstaande te kunnen realiseren hebben wij de hulp van de ouders nodig. Wij vragen u dan ook medewerking te verlenen in die gevallen waarin bepaalde sancties t.o.v. uw kind genomen moeten worden. In de meeste gevallen gaat het immers om pedagogische maatregelen met als doelstelling herhaling te voorkomen. Gepaste kleding. Tevens vragen wij u als ouders er op toe te zien dat uw kind op gepaste wijze gekleed de school bezoekt. Wij realiseren ons dat dit een zeer rekbaar begrip is. Het is veelal een kwestie van aanvoelen wat wel en wat niet kan. Het is in ieder geval zo dat wij het niet accepteren als bepaalde kleding kwetsend is voor bepaalde groepen of anderszins aanstootgevend is. Het gaat hier met name om agressieve of onzedelijke kleding, “zwaardere” vormen van het uitdragen van een geloofsovertuiging, of kleding of schoeisel die gevaar kan opleveren voor andere leerlingen. Ook willen wij voorkomen dat de betreffende leerling door het dragen van ongepaste kleding (vaak ongewild) in de problemen komt. Uiteraard gaan wij er ook vanuit dat bepaalde fatsoensnormen in acht worden genomen. Gevaarlijke voorwerpen: Eveneens verwachten wij dat u als ouders erop toe ziet dat kinderen geen voorwerpen mee naar school nemen die gevaar voor zichzelf of voor anderen kunnen opleveren. Bekend voorbeeld in deze is het zakmes. Het kan gebeuren dat wij kinderen tegen zichzelf moeten beschermen en dat dergelijke voorwerpen “ in beslag” moeten worden genomen. Als dit onverhoopt mocht gebeuren, dan wordt u door de leerkracht van uw kind in kennis gesteld en wordt het eigendom na overleg aan u als ouders geretourneerd. Meenemen van apparaten: Als school staan wij niet afwijzend ten opzichte van het meenemen en het correct gebruiken van apparatuur als gameboys en MP-3 spelers. Inmiddels behoren deze zaken immers bijna tot de standaarduitrusting van de jeugd. Het verbieden hiervan lijkt ons dan ook weinig zinvol. Wel is het zaak dat de leerlingen leren hier op een goede manier mee om te gaan. We denken hierbij met name aan gebruik tijdens de pauzemomenten. De school kan in geval van beschadiging echter niet verantwoordelijk gesteld worden. Het meenemen en gebruiken van mobiele telefoons: Steeds meer worden wij binnen de school geconfronteerd met het gegeven dat leerlingen een GSM bij zich dragen, omdat zij zelf en/of de ouders vinden dat ze te allen tijde bereikbaar moeten zijn. Gebruik van deze apparaten tijdens de schooltijd is echter zeer storend en hinderlijk zowel voor de leerkracht als voor de medeleerlingen. Het bij zich dragen van een GSM is moeilijk te verbieden en eigenlijk willen we dat ook niet. Wel hanteren wij strikt de regel dat binnen schooltijd de GSM uitgeschakeld moet zijn. Bij - 32 -
Schoolgids 2011-2012
herhaald overtreden van deze regel behouden wij ons als school het recht voor het apparaat tijdelijk “in beslag te nemen” en in een persoonlijk gesprek aan de ouders te retourneren. Tijdens de schooluren is uw kind in dringende gevallen bereikbaar via de normale telefoonlijnen van de school. Afmelding bij ziekte: Indien uw kind bijvoorbeeld door ziekte niet in staat is de school te bezoeken dient u dit tijdig (liefst voor 8.45 uur) te melden aan de school. Indien wij geen melding ontvangen zoekt de school tijdig contact met de ouders om naar de reden van afwezigheid te vragen. Als er echter geen contact te krijgen is, gaan wij ervan uit dat de leerling ongeoorloofd de school verzuimt. Indien dit voorkomt zijn wij als school verplicht hiervan melding te maken bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente waarin u woont. Indien nodig zal deze verdere stappen ondernemen. 9.1 Leerplicht Het doel van de leerplicht is om zoveel mogelijk kinderen gebruik te laten maken van hun recht op onderwijs. Omdat deze leerplicht zo belangrijk wordt gevonden is dat in een wet vastgelegd namelijk de leerplichtwet. In de leerplichtwet zijn regels opgenomen waaraan ouders, leerlingen maar ook scholen aan moeten voldoen. De leerplichtwet kent dus een aantal verplichtingen. In de eerste plaats richt de wet zich tot de ouders/ verzorgers en legt aan iedere ouder/ verzorger twee verplichtingen op : 1. De verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school is ingeschreven, begint op de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin de jongere de leeftijd van vijf jaar bereikt. 2. De verplichting, er na inschrijving voor te zorgen dat de leerling de school ook geregeld bezoekt, deze begint op de dag waarop de leerling op die school kan plaats nemen. Volledige leerplicht Het kind is volledig leerplichtig tot aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan het kind ten minste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht. Indien dit niet kan worden vastgesteld dan geldt als regel dat het kind geen leerplicht meer heeft aan het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Voor een leerling die een groep op de basisschool overslaat telt zijn basisschooltijd voor de berekening van de leerplichtperiode toch voor acht jaar. Kwalificatieplicht Na de volledige leerplicht geldt de kwalificatieplicht. Dit betekent, dat het kind naar school moet tot zijn/haar 18e verjaardag. Het kind hoeft dan niet meer alle dagen naar school, maar kan ook gedeeltelijk werken en gedeeltelijk naar school gaan. Als het kind eerder dan zijn 18e verjaardag een diploma HAVO, VWO of MBO niveau 2 haalt, heeft hij/zij een startkwalificatie en is hij/zij niet meer verplicht om naar school te gaan. Het mag natuurlijk nog wel. Het kan voorkomen dat een kind de school niet kan bezoeken, dat is b.v. het geval bij ziekte, schoolsluiting, vervullen van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging. Ook kent de wet vrijstelling wegens gewichtige omstandigheden en bestaan er duidelijke regels voor extra vakantieverlof. - 33 -
Schoolgids 2011-2012
− Extra vakantieverlof (tot maximaal 10 schooldagen) is alleen mogelijk als ouders ten gevolge van de specifieke aard van hun beroep alleen buiten alle schoolvakanties op vakantie kunnen gaan. Met uitzondering van de eerste 2 lesweken van het nieuwe schooljaar. − Van gewichtige omstandigheden is alleen sprake als deze buiten iemands eigen wil zijn gelegen. Ouders/ verzorgers kunnen hun vierjarig kind op een basisschool laten inschrijven, zij zijn dan vervolgens verplicht ervoor te zorgen dat het kind de school regelmatig bezoekt zodra het op de basisschool kan plaats nemen. M.a.w. ze zijn niet verplicht het kind te laten inschrijven maar als het kind voor het vijfde jaar is ingeschreven is het wel de bedoeling dat ze ervoor zorgen dat het de school ook regelmatig bezoekt De directeur van de school is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Ook als een kind de school voortijdig verlaat dient de leerplichtambtenaar daarvan in kennis gesteld te worden. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet is opgedragen aan Burgemeesters en Wethouders. Zij wijzen één of meerdere leerplichtambtenaren aan die dit toezicht uitvoeren. Wanneer ouders/ verzorgers, jongeren vanaf 12 jaar én scholen, de leerplichtwet niet naleven, kan de leerplichtambtenaar vanuit zijn bevoegdheid als buitengewoon opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Het niet nakomen van de verplichtingen is strafbaar gesteld. Deze verplichtingen zijn in de wet opgesomd. 9.2 Extra verlof Regelmatig worden we als school (en dat geldt zeker niet alleen voor onze school) geconfronteerd met aanvragen voor extra verlof voor leerlingen. Veelal betreft het hier een aanvraag voor extra vakantieverlof. De regelgeving hieromtrent is echter heel duidelijk. In principe mag er geen extra vakantieverlof door de school worden toegekend. Tijdens overleg met de leerplichtambtenaren is duidelijk geworden dat zowel regionaal als landelijk scholen streng gecontroleerd worden op de naleving van deze regels, omdat er in veel van deze gevallen sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim. Dit is volgens de wet strafbaar. Het mag dan ook duidelijk zijn dat wij als school geen extra vakantieverlof toe zullen kennen. Dan nog dit: Vaak wordt de extra verlofaanvraag ondersteund door een verklaring van de werkgever dat het niet anders te regelen is. Volgens de regelgeving is dit echter geen argument en geldt dit slechts voor enkele hele specifieke beroepen (bijvoorbeeld strandtenthouder). Voor alle andere beroepsgroepen wordt ervan uitgegaan dat er voldoende mogelijkheden zijn om vakanties samen met de kinderen te regelen tijdens de schoolvakanties. Naast de regelgeving hebben we er als team moeite mee als er door ouders makkelijk mee wordt omgegaan, bijvoorbeeld in een laatste week voor een vakantie. Vaak horen we dan “Er wordt dan toch niet meer geleerd, alleen maar wat spelletjes gedaan”. Toch zijn het met name deze activiteiten die bewust gedaan worden om kinderen ook eens op een andere manier met elkaar bezig te laten zijn. Ook hiervan kunnen kinderen ontzettend veel leren. Wij vinden het dan ook jammer en eigenlijk onacceptabel als dit door ouders/verzorgers als argument gebruikt wordt. - 34 -
Schoolgids 2011-2012
In alle andere gevallen van extra verlof (niet zijnde vakantieverlof) gelden de daarvoor geldende regels. Deze staan in het kort beschreven in het volgende stukje. Voor een meer uitgebreidere tekst verwijzen we naar bijlage 3. Als u verlof wilt aanvragen voor uw kind dient dit te gebeuren bij de directeur of bij diens afwezigheid bij een ander lid van de directie. Dit kan niet via de leerkracht! Indien u extra verlof wilt aanvragen kunt u dat doen door het invullen van een apart formulier dat op school verkrijgbaar is (zie bijlage 3). Verlof wordt alleen verleend in uitzonderingsgevallen. De wetgeving is dusdanig duidelijk in deze gevallen dat slechts in een beperkt aantal gevallen de schoolleiding toestemming kan verlenen. Aanvragen voor een verlof van maximaal 10 dagen dienen bij de schoolleiding te worden ingediend. Alle andere aanvragen dienen te worden ingediend bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente waarin u woont. De schoolleiding dient van alle verloven melding te maken aan de leerplichtambtenaar. 10. Contacten met andere instellingen In het belang van een goede hulpverlening onderhoudt de school contacten met een groot aantal instellingen en instanties buiten de school. In veel gevallen kunnen ook de ouders een beroep hierop doen. In dit kader willen we volstaan met een kleine greep: • Rijksinspectiekantoor voor het onderwijs. Deze instantie houdt toezicht op het onderwijs en de naleving van de wettelijke verplichtingen die we als school hebben. Op gezette tijden wordt het onderwijs binnen de school door de Inspectie doorgelicht en kritisch bekeken. Als u als ouder vragen heeft richting Onderwijsinspectie dan zijn de volgende gegevens van belang: Inspectie van het Onderwijs www.onderwijsinspectie.nl, e-mail:
[email protected] Vragen over onderwijs: 0800 - 8051 (gratis). Klachtenmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld, discriminatie en extremisme: Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-111 31 11 (lokaal tarief). • Samenwerkingsverband voor de regio 53. Aan dit verband nemen alle basisscholen uit de regio Beek-Stein-Geleen en Sittard e.o. deel; • Jeugdgezondheidszorg: zie bijlage 4. Ter ondersteuning bij problematische opvoedingssituaties zijn er contacten met o.a.: • Bureau Jeugdzorg; • De Raad voor de Kinderbescherming; • Orbis GGZ • Wickraederheem; • Jeugdbescherming; • Bureau Vertrouwensarts. • GGD (zie bijlage 4) •
Centrum voor Jeugd en Gezin (zie bijlage 6)
Zoals reeds vermeld is dit slechts een greep uit de diverse externe contacten die we als school onderhouden. In de praktijk is het zo dat de hulpvraag bepaalt welke instelling/instantie mogelijk benaderd moet worden. - 35 -
Schoolgids 2011-2012
In het merendeel van de gevallen wordt eerst contact opgenomen met ouders om tot een constructieve samenwerking in deze te komen. 11. De schoolpraktijk 11.1 De toelating, schorsing en verwijdering De toelating Leerlingen die onze school bezoeken dienen in het bezit te zijn van een toelaatbaarheidsverklaring. Dit is een verklaring waarin staat aangegeven dat het kind is aangewezen op begeleiding van een Speciale School voor Basisonderwijs. Een dergelijke toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Landelijk zijn er 3 instroommomenten gedurende een kalenderjaar vastgesteld: 1 augustus, 1 januari en 1 april. Afhankelijk van de aanmelding bij de PCL en de uiteindelijke afgiftedatum van een toelaatbaarheidsverklaring kan een kind op een van deze momenten geplaatst worden. De commissie bestaat uit minimaal drie personen, te weten één afgevaardigde van de Speciale School voor Basisonderwijs en twee afgevaardigden van het basisonderwijs. De leden van de Commissie zijn door het bestuur van het Samenwerkingsverband benoemd voor de periode van twee jaar. Indien deze Commissie oordeelt dat speciale begeleiding noodzakelijk is, kunnen ouders hun kind op onze school aanmelden. De gegevens die de commissie ter beschikking staan worden in de regel doorgegeven aan onze school, zodat de beginsituatie van de leerling duidelijk in kaart gebracht kan worden. Ouders die hun kind rechtstreeks bij de SBO willen aanmelden, worden door de directie verwezen naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg. De signatuur van onze school is Bijzonder Neutraal; de school behoort onder het bestuur van Kindante. Bij de toelating van leerlingen zal geen onderscheid worden gemaakt op grond van godsdienst of levensbeschouwing. Uitgangspunt van de scholen van Kindante is de keuzevrijheid van de ouders. Zij zoeken de school die het beste aansluit bij hun kind en bij hun eigen opvattingen. De school zal de toelating van leerlingen kunnen weigeren, wanneer dat in het belang van de school, van de andere leerlingen en het personeel is. Dit is bijvoorbeeld het geval als bij toelating blijkt dat de school onvoldoende zorg kan bieden op basis van de hulpvragen van het kind. Het niet toelaten van leerlingen zal tot een minimum beperkt worden. Voorkomen moet worden, dat de leerling nergens terecht kan. De school zal alles in het werk stellen om de leerling elders onder te brengen. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders. De school dient het besluit om een leerling niet toe te laten schriftelijk met redenen omkleed aan de ouders mee te delen. De ouders kunnen tegen dat besluit bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar indienen, binnen zes weken na de beslissing. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen en moet binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslissen. Daarna zouden de ouders nog een beroep kunnen doen op de burgerlijke rechter. Een besluit over toelating van een leerling met een persoonsgebonden budget moet uiterlijk drie maanden na ontvangst van het verzoek worden genomen. - 36 -
Schoolgids 2011-2012
Schorsing Schorsing valt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, het schoolbestuur Kindante. De volgende zorgvuldigheidseisen zijn belangrijk: 1. Het bevoegd gezag kan de leerling voor een beperkte periode schorsen, nooit voor onbepaalde tijd. 2. De schorsing vindt eerst plaats na overleg met de leerling, ouders en groepsleerkracht. 3. Het bevoegd gezag deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen 4. De school stelt de leerling in staat, door het opgeven van huiswerk, de leerstof bij te houden en zo te voorkomen dat deze achterstand oploopt. 5. Het bevoegd gezag stelt de inspectie in kennis van de schorsing en de redenen daarvoor. Verwijdering De beslissing over verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Voordat tot verwijdering wordt besloten hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht. De school heeft de plicht gedurende acht weken te zoeken naar een andere school die bereid is de leerling toe te laten. De volgende procedureregels zijn hierbij van toepassing: 1. De ouders worden gehoord over het voornemen tot verwijdering 2. Er moet een gemotiveerd schriftelijk besluit zijn waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bezwaar in te dienen bij het bevoegd gezag. 3. De ouders kunnen binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen. 4. Het bevoegd gezag is verplicht om de ouders te horen over het bezwaarschrift. 5. Het bevoegd gezag moet binnen 4 weken na de ontvangst van het bezwaarschrift beslissen. 6. Het bevoegd gezag meldt het besluit tot verwijdering van de leerling terstond aan de inspectie en de leerplichtambtenaar. 11.2 Gymnastiek We hebben de beschikking over twee gymnastiekzalen. Afhankelijk van de mogelijkheden die beide zalen bieden maken de leerlingen van de school gebruik van beide zalen. Tijdens de lessen worden de kinderen geacht geschikte gymkleding te dragen.
11.3 Huiswerk In een aantal van de hoogste groepen krijgen de leerlingen huiswerk mee. Zo leren ze om te gaan met een agenda, hun werk te plannen enz. In dit kader willen wij u vragen er op toe te zien dat de kinderen zorgvuldig met de schoolspullen omgaan. Beschadigde of zoekgeraakte spullen dienen vergoed te worden.
11.4 Overblijven Gezien het regionale karakter van de school komt een groot deel van de leerlingen met aangepast vervoer naar school. Dit houdt in dat de leerlingen tijdens de middagpauze op school overblijven. De leerlingen kunnen hun eten en drinken onder toezicht van de eigen leerkracht in de klas nuttigen. - 37 -
Schoolgids 2011-2012
De leerkrachten zien er op toe dat de leerlingen de meegebrachte etenswaren zoveel mogelijk opeten en -drinken. Mocht u (of de leerkracht) merken dat dit problemen geeft, dan is het zinvol om met elkaar hieromtrent contact op te nemen om samen naar een oplossing te zoeken. Het is niet vanzelfsprekend dat de leerkracht verantwoordelijk gemaakt wordt voor het eetgedrag van uw kind. De school beschouwt het als een van haar verantwoordelijkheden om te zorgen voor een verantwoorde wijze waarop kinderen tijdens de middagpauze overblijven. Het toezicht wordt dan ook gerealiseerd door de diverse teamleden die bij toerbeurt de kinderen begeleiden. Van de ouders wordt geen financiële bijdrage gevraagd voor het overblijven. De school is wettelijk aansprakelijk voor de gebeurtenissen die tijdens de pauzes gedurende schooltijd plaatsvinden. 11.5 Snoepen Samen met de ouders proberen wij al vele jaren het snoepen op school tot een minimum te beperken. Tijdens schooltijd is snoepen niet toegestaan. 11.6 Vieringen Verjaardagen Aan de viering van de verjaardag van uw kind en die van de leerkracht wordt uitgebreid aandacht geschonken. Uw kind mag de klas trakteren. Sinterklaas In de groepen 1 t/m 4 komen Sint en Piet op bezoek. Rond dit bezoek wordt een heel feestprogramma georganiseerd. Voor de hogere groepen wordt een feestelijke activiteit georganiseerd. Kerst Direct na Sinterklaas wordt begonnen met voorbereidingen voor de kerstviering. De school en de klassen worden in kerstsfeer gebracht. Gezamenlijk wordt er een viering gehouden in de aula waar het kerstverhaal wordt verteld, toneelstukjes worden opgevoerd en liedjes worden gezongen. Daarna wordt de kerstviering voortgezet in de eigen groep. Jaarlijks kunnen er wijzigingen optreden in het programma, maar de grote lijn is dezelfde. Carnaval Binnen de school wordt aandacht besteed aan de viering van het Carnaval. Voor de leerlingen wordt een feestprogramma op touw gezet in de aula van de school. Hier krijgen kinderen de ruimte om een optreden te verzorgen en te hossen en te springen.
Communieviering/vormsel Er is geen gelegenheid om binnen de school de communie of het vormsel te doen. Ook de voorbereiding voor deze vieringen vindt niet binnen onze school plaats. De leerlingen van onze school krijgen de gelegenheid deel te nemen aan de vieringen binnen de eigen parochie.
11.7 Foto- en/of videobeelden binnen de school In het verleden is de school regelmatig geconfronteerd met verschillende visies m.b.t. het maken van foto’s en/of videobeelden binnen de school. Dit heeft ertoe geleid dat hiervoor de volgende regels zijn opgesteld: - 38 -
Schoolgids 2011-2012
•
in de regel kan toestemming verleend worden als vanuit een privé- of een schoolbehoefte gevraagd wordt om opnames te maken. Ouders worden hierover vooraf niet in kennis gesteld.
Voorbeelden: • ouders willen tijdens het verjaardagsfeest van hun kind op school enkele foto’s maken; • de leerkracht wil ter afsluiting van een project/schoolreisje enkele opnames maken; • een stagiaire maakt een foto ter illustratie van een intern verslag. Ouders worden vooraf wel in kennis gesteld als: • de school voor intern gebruik videobeelden en/of foto’s binnen een groep wil maken, bijvoorbeeld in het kader van de zorgverlening. • de school benaderd wordt door de pers voor een bepaalde reportage. In de regel kan geen toestemming verleend worden als foto- en/of videobeelden gebruikt worden door derden (dit wordt door de directie bepaald). Voorbeelden: • opnames worden gebruikt t.b.v. bepaalde reclameactiviteiten; • stagiaire maakt opnames voor een presentatie buiten de eigen schoolmuren. Omdat bovenstaande in de praktijk tot problemen kan leiden is er een formulier opgesteld waarop u schriftelijk kunt aangeven in hoeverre u problemen heeft met het maken van opnames. Wij vragen de ouders/verzorgers van elke nieuwe leerling dit formulier te tekenen aan het begin van het schooljaar. Het formulier treft u aan bij andere wettelijk vereiste papieren, die ook door u getekend moeten worden in het zakelijk dossier van uw kind. Uw wensen in deze zullen dan gerespecteerd worden. Bij twijfelgevallen beslist de directie. De school kan bezocht worden door de schoolfotograaf. U krijgt hierover vooraf bericht. Er is geen verplichting om de foto’s te kopen. De betaling loopt via de school. 11.8 Verzekeringen Focus heeft op stichtingsniveau een aantal collectieve verzekeringen, die in bijlage 5 zijn opgenomen.
11.9 Abonnementen jeugdbladen Via de school ontvangen de kinderen informatie m.b.t. de jeugdbladen: • Bobo voor de allerkleinsten; • Okki voor de onder- en middenbouw; • Taptoe voor de bovenbouw. Het afsluiten van abonnementen en de verdere afhandeling daarvan geschiedt alleen via de ouders en dus niet via school. 11.10 Uitwisselen van adressen Regelmatig horen wij van kinderen en van ouders dat het leuk zou zijn als de kinderen na schooltijd bij elkaar konden gaan spelen. Omdat onze school een streekschool is, levert dit extra problemen op. Met name jongere kinderen kunnen vaak niet vertellen hoe hun - 39 -
Schoolgids 2011-2012
vriendje of vriendinnetje heet. Een adres onthouden is nog moeilijker. Ook het maken van goede afspraken is dan best nog wel moeilijk. In het kader van de Wet op de Privacy kunnen wij als school echter zonder toestemming van de ouders geen gegevens zoals naam, adres en telefoonnummers doorgeven aan andere ouders. Om toch tegemoet te kunnen komen aan de wens van veel kinderen en hun ouders bieden wij u de mogelijkheid om per groep een lijst met naam, adres en eventueel telefoonnummer samen te stellen. Uw kind wordt echter alleen op deze lijst geplaatst als wij schriftelijke toestemming van de ouders hebben ontvangen. Dit om eventuele problemen te voorkomen. Aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt u via de groepsleerkracht van uw kind benaderd om uw mening hieromtrent kenbaar te maken. 11.11 Bereikbaarheid van ouders Ondanks de snelle groei van communicatiemiddelen worden wij als school geconfronteerd met het probleem dat ouders steeds moeilijker bereikbaar worden in die gevallen dat dit echt nodig is. Steeds meer mensen stappen over op allerlei mogelijke manieren van telefoneren met daarbij steeds wisselende nummers. Op zich hoeft dit geen probleem te zijn, ware het niet dat veel van deze mensen vergeten gewijzigde nummers aan school door te geven. Dit betekent dat in geval van nood (bijvoorbeeld bij ziekte of ongeval) veel ouders voor ons niet meer bereikbaar zijn. Wij willen dan ook het dringende verzoek tot u richten om verandering van telefoonnummer(s) direct door te geven aan onze administratie. Daarnaast vinden wij het als school prettig te kunnen beschikken over een tweede telefoonnummer (bijvoorbeeld van grootouders, oppas, buren etc.) waar, in noodgevallen, berichten kunnen worden achtergelaten.
11.12 Sponsoring De school maakt geen gebruik van de mogelijkheden tot sponsoring van bedrijven en/of particulieren. De school is van mening dat er zo min mogelijk afhankelijkheid dient te zijn t.a.v. derden. Door het aangaan van sponsorovereenkomsten bestaat het gevaar dat bedoelde onafhankelijkheid in gevaar komt.
- 40 -
Schoolgids 2011-2012
BIJLAGE 1: Plattegrond
Begane grond
e 1 verdieping
- 41 -
Schoolgids 2011-2012
BIJLAGE 2: E-mailadressen medewerkers Naam Mw. C. Alfonso Mw. F. Berben Mw. R. Beumers Mw. A. Bouten Dhr. W. Clabbers Mw. Y. Eggels Dhr. F. Engelen Mw. L. Geelen Mw. I. Geurts Mw. I. Hamers Mw. A. Hameleers Mw. M. Hellenbrand Mw. L. Janssen Dhr. L. Jaspers Mw. K. Joosten Mw. D. Knops Mw. N. Knops Mw. A. van Maris Mw. Y. Niemann Dhr. A. van den Oever Mw. A. Ostendorf Mw. E. Ouwerkerk Mw. K. Paradis Dhr. R. Paulissen Mw. S. Pecriaux Mw. J. Polman Mw. S. Proost Dhr. J. Rademakers Mw. A. Reijnders Dhr. L. Reinders Dhr. L. Rutten Mw. E. Sieben Mw. L. Sliepen Mw. M. Stevens Mw. H. Strijdonk Dhr. F. Suyker Mw. S. Verbeet Mw. R. van de Vin Dhr. F. Vossen Dhr. C. Vullings Mw. J. van der Wal Dhr. W. van Wersch Mw. L. Wetzels Mw. L. Wintjens Dhr. R. Wintraecken Mw. L. Wulms
e-mailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
- 42 -
Schoolgids 2011-2012
BIJLAGE 3: Richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties Gewichtige omstandigheden: tien schooldagen per schooljaar of minder Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden voor tien schooldagen per schooljaar of minder dient vooraf of uiterlijk binnen twee weken na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd. Opmerking: gewichtige omstandigheden betekent dat het gaat om omstandigheden die niet onder artikel 11 onder a t/m f vallen. Hiervoor gelden de volgende richtlijnen: • voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; • voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag; • voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de vierde graad voor één of ten hoogste twee dagen, afhankelijk of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; • bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de vierde graad, duur in overleg met de directeur van de school; • bij bevalling van moeder, verzorgster, voogdes, duur in overleg met de directeur van de school; • bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste graad voor ten hoogste vier dagen; van aanverwanten in de derde of vierde graad ten hoogste één dag; • bij 25-, 40- en 50-jarige ambtsjubileum en het 12,5-, 25-, 40-, 50- en 60-jarige huwelijksjubileum van bloed- of aanverwanten t/m de vierde graad voor één dag; • voor andere calamiteiten en naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. Gewichtige omstandigheden: meer dan tien schooldagen per schooljaar Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van artikel 14, lid 3 van de Leerplichtwet 1969 voor meer dan tien schooldagen per schooljaar dient minimaal zes weken van tevoren, via de directeur van de school, aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling te worden voorgelegd. Verlof kan bijvoorbeeld voor verlening in aanmerking komen indien: de ouders van de leerling een verklaring van een arts of een maatschappelijk werk(st)er kunnen overleggen waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van medische of sociale indicatie betreffende één van de gezinsleden. Waarschuwing De directeur van de school is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen die ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, zal proces-verbaal worden opgemaakt.
- 43 -
Schoolgids 2011-2012
BIJLAGE 4: GGD Zuid-Limburg
Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg zet zich in voor een gezonde lichamelijke en psychosociale ontwikkeling van alle vier- tot negentienjarigen in de regio. Het team JGZ bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige en jeugdartsassistente. Op onze website vindt u informatie over het team dat aan de school van uw kind is verbonden. Bij de JGZ kunnen ouders en verzorgers, maar ook de school en de wat grotere kinderen zelf, terecht met de meest uiteenlopende vragen over opvoeden en opgroeien. Hebt u een vraag of maakt u zich zorgen om uw kind, dan kunt u een afspraak maken voor een gesprek met een van onze medewerkers. Als uit het gesprek of onderzoek blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig heeft, dan zoeken wij samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners op het gebied van opvoeden en opgroeien. Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) De Jeugdgezondheidszorg van de GGD Zuid Limburg is een van de kernpartners in de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) die onlangs in de regio zijn geopend. Binnen het CJG wordt nauw samengewerkt met onder andere ORBIS, MEE, Buro Jeugdzorg en Partners in Welzijn. Belangrijk, want hierdoor kunnen we u en uw kind nog beter helpen. Vinger aan de pols Het team JGZ houdt de vinger aan de pols als het gaat om de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind tijdens zijn (of haar) schoolcarrière. We kijken bijvoorbeeld naar zijn groei, motoriek en spraak, maar ook - als uw kind op de middelbare school zit - naar eventueel schoolverzuim en het gebruik van genotmiddelen. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u en (als uw kind al wat groter is) uw kind regelmatig om een vragenlijst in te vullen waarin allerlei gezondheidsaspecten aan bod komen. Daarnaast kijken we natuurlijk in het kinddossier, met informatie over de groei en ontwikkeling van uw kind vanaf zijn eerste bezoek aan het consultatiebureau. Inentingen Als JGZ zorgen we ervoor dat uw kind volledig wordt ingeënt tegen difterie, tetanus en polio (DTP) en tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). De laatste twee inentingen tegen deze ziekten krijgt uw kind in het jaar dat het 9 wordt. U ontvangt van ons een uitnodiging hiervoor. Meisjes van 12 jaar krijgen bovendien de HPVvaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Heeft uw kind door omstandigheden bepaalde inentingen nog niet gekregen, dan kunt u hiervoor bij ons terecht. 44
Schoolgids 2011-2012
De GGD doet meer ▪ In samenwerking met andere organisaties verzorgt de GGD Zuid Limburg cursussen voor ouders over opvoeden , psychosociale weerbaarheid, de puberteit en alcohol en drugs. Meer hierover leest u op onze website. ▪ We kijken of de school of het kinderdagverblijf van uw kind schoon en veilig is en geven waar nodig adviezen om de hygiëne en veiligheid te verbeteren. ▪ We helpen scholen om hoofdluis te voorkomen en/of te bestrijden. ▪ Ook ondersteunen we scholen bij hun lessen en/of projecten over bijvoorbeeld overgewicht, genotmiddelen, pesten en seksuele vorming. ▪ Jongeren t/m 24 jaar kunnen met al hun vragen over seksualiteit en soa gratis terecht bij Sense, het Centrum voor Seksuele Gezondheid van de GGD’en in Limburg. ▪ Elk jaar doet de GGD Zuid Limburg onderzoek naar de gezondheid en het welbevinden van alle kinderen van 12 tot 18 jaar in Zuid-Limburg. Gemeenten en scholen gebruiken de resultaten van dit onderzoek bij het maken van beleid. Vragen? Meer weten? Neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Zuid Limburg. T 046 850 5411 E
[email protected] I www.jeugdgezondheidszorg.ggdzl.nl
45
Schoolgids 2011-2012
BIJLAGE 5: Verzekeringen Stichting Kindante heeft voor alle leerlingen van al haar scholen een aantal Collectieve verzekeringen afgesloten, die we hieronder graag nader toelichten. De Aansprakelijkheidsverzekering: Stichting Kindante heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor die situaties dat zij verantwoordelijk wordt gehouden voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), zolang zij onder toezicht staan van de school. Onder toezicht staan van de school betekent dus, tijdens schooluren, schoolreizen en excursies. Maar bijv. niet op weg van huis naar school en terug. Omdat deze polis dus de aansprakelijkheid van Stichting Kindante dekt in de zin van nalatig handelen dan wel verwijtbaar handelen voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), kan het onder bepaalde omstandigheden voorkomen dat een schade niet onder de schoolpolis thuishoort, maar gemeld moet worden bij de eigen aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren van de leerling c.q. van zijn/haar ouders. In die gevallen zal door de verzekeraar van Stichting Kindante e.e.a. met de ouders verder worden afgestemd. (*) Leerlingen en personeelsleden zijn alle bij Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij werkzaamheden uitvoeren t.b.v. Kindante. De Collectieve Ongevallenverzekering: Alle leerlingen en personeelsleden (*) van de scholen zoals deze vallen onder Stichting Kindante zijn automatisch verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen. Deze Ongevallen polis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten, dus ook tijdens reizen en excursies en ook tijdens het stagelopen, maar ook tijdens het gaan van school naar huis en omgekeerd gedurende ten hoogste één uur vóór en één uur ná het verlaten van de school. Voor zover deze afstand niet binnen één uur af te leggen is, geldt de verzekering gedurende de tijdsduur, waarbinnen de afstand redelijkerwijze wel af te leggen is. De verzekering ziet er verder als volgt uit: 1) Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval € 50.000,== 2) Bij overlijden als gevolg van een ongeval “ 5.000,== 3) Geneeskundige kosten als aanvulling op de eigen ziektekostenpolis of ziekenfondsverzekering “ 2.500,== 4) Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval per element “ 2.500,== 5) Materiële dekking schade aan bril, kleding, eigen studiemateriaal als gevolg van een ongeval “ 125,== max. De rubriek "Ongevallen met blijvende invaliditeit" is voor iedere leerling heel belangrijk omdat jongeren bij een blijvende invaliditeit alleen maar aanspraak kunnen maken op de (beperkte) voorzieningen uit hoofde van de WAJONG regeling (WAO voor Jongeren) Rubriek 3), 4) en 5) Hierbij gaat het om een aanvullende dekking, wat betekent dat geen vergoeding wordt verleend wanneer deze schade op een andere polis verhaald kan worden. Vanzelfsprekend is onze 46
Schoolgids 2011-2012
verzekeringsmakelaar, de WBD Lippmann Groep BV, bereid hierbij de helpende hand te bieden. Essentieel bij alle genoemde elementen is de definitie wanneer er sprake is van een ongeval: “een gebeurtenis waarbij een verzekerde plotseling wordt getroffen door een van buiten af op hem inwerkend geweld, waardoor hem in één ogenblik lichamelijk letsel wordt toegebracht, mits aard en plaats van het letsel geneeskundig zijn vast te stellen.” Ouders die deze verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur geven aan een 24 uurs dekking 7 dagen per week, kunnen tegen een speciaal tarief bij onze schoolverzekeraar een aanvullende verzekering afsluiten. Daarvoor zijn op school speciale aanvraagformulieren te verkrijgen. *) Leerlingen en personeelsleden zijn bij Stichting Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Stichting Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij onder autoriteit resp. verantwoordelijkheid van de directie van Kindante op reis resp. met excursie gaan. Naast deze Collectieve Ongevallen en aansprakelijkheidsverzekering heeft Stichting Kindante ook gezorgd voor een verzekering van de bagage tijdens door school georganiseerde reizen en excursies. Onder die verzekering is de bagage van iedere deelnemer verzekerd, alsmede een extra dekking voor ziektekosten en kosten van repatriëring. Ook terugreiskosten voor de leerling bij een onverhoopt ernstige situatie thuis, zijn eveneens onder deze polis meeverzekerd. Tussenschoolse opvang Scholen die tussenschoolse opvang onder eigen beheer hebben georganiseerd: In die gevallen dat het overblijven wordt verzorgd (toezicht en begeleiding) door de school, berust de verantwoordelijkheid alsdan ook bij de school. De genoemde Kindanteverzekeringen Aansprakelijkheid en collectieve ongevallenverzekering zijn dan van toepassing. Scholen die tussenschoolse opvang hebben uitbesteed aan derden: Bij scholen die het toezicht en de begeleiding bij overblijven hebben uitbesteed aan een andere vereniging of stichting, ligt voor alle gebeurtenissen tijdens dit overblijven de uiteindelijke verantwoordelijkheid bij de betreffende vereniging of stichting. De genoemde Kindante-verzekeringen zijn dan NIET van toepassing. De toelichting in dit schrijven is natuurlijk een uittreksel van de belangrijkste gegevens. Wie precies de voorwaarden en verdere regels wil weten kan daarvoor binnen de school inzage krijgen in de betreffende polisvoorwaarden maar bellen met de schoolverzekeraar kan natuurlijk ook. Dat is de WBD Lippmann Groep BV te Den Haag Het telefoonnummer is 070-3028544. U kunt dan vragen naar de relatiebeheerder Bryan Alvares of de accountmanager Saskia Knegtmans. 47
Schoolgids 2011-2012
Bijlage 6: Centrum voor Jeugd en Gezin Voor meer informatie: CJG, kwartiermaker Marjon Lemmens, t. 06 - 271 160 80 - e.
[email protected] _________________________________________________________________________________
Onzekerheid, pesten, problemen op school of met vriendjes, belonen en straffen… Vragen over opgroeien of opvoeden? Kom naar het Centrum voor Jeugd en Gezin! Je kindertijd is de mooiste tijd van je leven zeggen ze. Dat kan best waar zijn, maar toch is het zelfs voor kinderen niet altijd rozengeur en maneschijn. En ook ouders komen onvermijdelijk te staan voor vragen die te maken hebben met het opgroeien en opvoeden van hun kinderen. Er zijn veel instellingen waar jongeren en ouders terecht kunnen met vragen en problemen. Tegenwoordig zijn veel van die instellingen bereikbaar in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Iedere gemeente in de Westelijke Mijnstreek heeft één of meer CJG’s. Kinderen en jongeren tot en met 23 jaar Volwassenen lijken soms te vergeten dat je als kind onzeker kunt zijn over je uiterlijk, over je gedrag, over verliefdheid of pesten en noem maar op. Dat je met vragen zit die je aan vriendjes, ouders of onderwijzers niet durft stellen. Dat je ook heel praktische vragen kunt hebben, bijvoorbeeld over de regels thuis of over zakgeld. Met al die vragen kun je terecht in het CJG bij jou in de buurt. Er is ook een wisselend programma van trainingen en cursussen waar je iets aan kunt hebben, bijvoorbeeld Weerbaarheid, Realfit, Slimkids of Sociale Vaardigheden. Ouders Als je vragen hebt over het opgroeien en opvoeden van je kind kan het CJG helpen. Denk aan vragen over problemen op school of met vriendjes, pesten, belonen en straffen, zakgeld, pubergedrag en àlle andere onderwerpen waar ouders mee te maken kunnen krijgen. Het is de normaalste zaak van de wereld dat je met zulke vragen naar het CJG gaat. Je wilt immers dat je kind opgroeit tot een gezonde en evenwichtige volwassene en het CJG kan je daarbij ondersteunen. Het CJG is de spil in het uitgebreide netwerk van instellingen die zich bezighouden met de opvoeding, de gezondheid en het welzijn van je kind. Er is bovendien een wisselend programma van activiteiten als ouder-kind-ochtenden, themabijeenkomsten en cursussen als Omgaan met pubers, Omgaan met echtscheiding en Computergebruik door kinderen. \\NT2000\users\l.reinders\Mijn Documenten\Schoolgids\Schoolgids 11-12\Schoolgids versie 280611.doc Goed advies en snelle hulp In het CJG werken verschillende instellingen en zorgverleners nauw samen: de GGD 48
Schoolgids 2011-2012
Zuid-Limburg, Orbis Jeugdgezondheidszorg en Partners in Welzijn. Daarnaast werkt het CJG intensief samen met onder andere Bureau Jeugdzorg Limburg, MEE ZuidLimburg en het onderwijs. Door de intensieve samenwerking is het mogelijk om snel gepaste en samenhangende hulp te bieden. Er is altijd een CJG in de buurt. Ouders, verzorgers, kinderen en jongeren tot en met 23 jaar kunnen zonder afspraak binnen lopen. Daarnaast is het CJG ook een adviescentrum voor alle professionals en vrijwilligers die betrokken zijn bij opvoeden en opgroeien. Voor de adressen en telefoonnummers van alle vestigingen in de Westelijke Mijnstreek zie de website cjg-wm.nl. Je bent welkom zonder afspraak, maar wil je zeker zijn dat er iemand is die je direct te woord kan staan, neem dan eerst even telefonisch of via de mail contact op. Op de website vind je onder ‘Stel je vraag’ het e-mail-contactformulier. • • • • • •
CJG Beek, Van Sonsbeecklaan 3, 6191 JL Beek, tel. (046) 437 39 00 CJG Born, Postweg 12 a, 6121 HN Born, tel. (046) 850 69 10 CJG Geleen, Ruysdaellaan 4, 6165 TZ Geleen, tel. 088 - 458 22 22 CJG Schinnen, Oirsbekerweg 8, 6438 HC Oirsbeek, tel. (046) 850 69 10 CJG Sittard, Valkstraat 69, 6135 GB Sittard, tel. (046) 850 69 10 CJG Stein, Haalbrugskensweg 28C, 6171 JA Stein, tel. (046) 433 48 48
49