Jip Dolce Con Spirito
° 12/04/2010
2
Na het succesvol volgen van de initiatiecursus voor jonge fokkers ‐ georganiseerd door de KMSH (Koninklijke Maat‐ schappij Sint Hubertus)‐ en in overleg met Wilma Koster, de fokster van Toya, heb ik mijn eerste stappen gezet in de wereld van de hobbyfokker. Graag bedank ik Wilma voor de goede begeleiding.
Toya met broers en zussen
De kennelnaam "Dolce con spirito" werd geregistreerd en de KMSH‐identificeerder kwam langs voor de chipcontro‐ le en de staalafname voor de DNA‐analyse. Enkele weken later kreeg Toya haar DNA‐profiel. 3
De ouderhonden Zowel Toya als Jesse zijn kerngezond en hebben een prettig karakter. Toya of Balmoral's Brooklet White Blush, geboren op 25/04/2007, werd gefokt door Wilma Koster in Zeegse. Ze is een dochter van Duits kampioen Balmoral's Brooklet Button Down (THIJS) en Balmoral's Brooklet Winter Blush (JET).
Gwyndorgy Lunar Lord at Vallange Lucky Star's Wait and See Balmoral's Brooklet Button Down
Fleetwood Fortune Cookie Lucky Star's Moonfire
Lucky Star's Beauty Lady Lucky Star's Kansas Flower Balmoral's Brooklet White Blush
Balmoral's Brooklet Bibi Charlotte Balmoral's Brooklet Benjamin Tweed Tophat’N Tails Balmoral's Brooklet Winter Blush Llasara Laddy Balmoral's Brooklet Bobbin Belle
Toya 3 maanden
Toya 1 jaar 4
Balmoral's Brooklet Bibi Charlotte
Toya 3 jaar
5
De vader is Balmoral's Brooklet Bobbie James (JESSE), geboren op 19/09/2005 Vallange Sailor Jack CH Gwyndorgy Lunar Lord at Vallange Lucky Star's Wind of Change
Bouncing Bonnie Thistle
Ashgate Knockando CH Fleetwood Fortune Cookie Fleetwood Fruitcake
Balmoral's Brooklet Bobbie James
Lucky Star's Fun Fun Fable CH Lucky Star's Moonfire Fleetwood Fortune Cookie Lucky Star's Beauty Lady Trewen Tartan Ranger CH Lucky Star's Kansas Flower Lucky Star's Hell Of A Girl
6
7
Dekking en dracht Er werd een aantal keren bloed genomen om het juiste tijdstip van dekking te laten be‐ palen. Woensdag 8/02/10 had ze een progesteronwaarde van 1.85 en woensdag was die al gestegen naar 11.3. Donderdag zijn we dus halsoverkop naar Zeegse vertrokken om haar te laten dekken. Ze werd 3 keren gedekt. Vol spanning keken we uit naar de eerste echo. 11 maart was het zover. Yes!!! Toya is drachtig. Vrijdag 16 april zou ze uitgeteld moeten zijn, maar zondag 11 april was haar temperatuur al gezakt naar 36,8°C. Wilma op de hoogte gebracht, die me liet weten dat ze haar tele‐ foon mee zou nemen naar bed en dat ik haar dag en nacht mocht bellen.
Stamboom, chip‐nr en DNA‐id Jip is gechipt, zijn stamboom en DNA‐id zijn inmiddels aangevraagd. Zijn chipnummer is: 981100002172974 Dit nummer staat ook vermeld op zijn paspoort en stamboom. Op http://www.europetnet.com/ kunnen de registraties van gechipte dieren gecontro‐ leerd worden.
8
Het nest
3 westies, 3 karakters
12/04/10 2:15 eerste perswee 3:33 teefje geboren van 192g, markering turkoois, begint meteen te drinken
Juka, de ontsnappingsdeskundige: Eigenzinnig, koppig, luidruchtig en energiek. Afspanningen vindt ze maar niets, ”the sky is the limit” is haar motto.
3:55 eerste perswee 4:10 eerste reutje was inmiddels ongemerkt geboren, 162g, markering rood, begint ook snel te drinken 4:49 weer een perswee 5:35 komt het tweede reutje te voorschijn, zeer ongeduldig en actief, hij pakt een tepel vast terwijl hij nog aan de navelstreng hangt. Hij woog 182g en kreeg als mar‐ kering paars.
Ze heeft beslist een harde hand nodig maar kan ook zeer lief zijn.
Dit alles gebeurde in onze living. Oorspronkelijk waren we van plan haar rustig op de bovenverdiep te installeren, maar daar wou Toya niets van weten. De eerste week kwam ze amper uit de werpkist. Vanaf de tweede week was ze meer op haar gemak en ging af en toe op wandel.
Jip, de onverbiddelijke zoener
Vrij snel moesten de nageltjes geknipt worden want ze kwetsten de huid rond de tepels.
Een schat van een hondje, superlief, erg gesteld op mensen.
Alle pups dronken goed en wonnen gewicht. 5 weken lang hebben ze niets anders gekregen. Met 5 weken zijn we begonnen met bijvoeren. Geweekte brokken, een papje, een gekookt ei, carnibest of farmfood stonden op het menu.
Een doorzetter in trekspelletjes. Hij durft grote honden uit te dagen. De kleinste van het nest maar beslist niet de zwakste. In tegendeel. Hij kon als eerste lopen, zowel vooruit als achteruit, kreeg als eerste een donker snuitje en zijn oren stonden met 5 weken al recht! Joko , de diplomaat Hij weet als geen ander hoe “tante Sue” ‐ die overigens niet zo blij is met al de aandacht die naar de pups gaat‐ aan te pakken. Hij houdt van balspelletjes en stoeien met zijn broer, maar kan ook genieten van een lekkere knuffel op de schoot. De gulzigste van de drie.
9
Groeicurves 10
week 1 dagen
datum
week 2 gewicht
dagen
datum
week 3 gewicht
dagen
datum
week 4 gewicht
dagen
datum
Gewichtstabellen van Jip gewicht
1
12/04/10
162
8
19/04/10
330
15
26/04/10
550
22
3/05/10
780
weken
2
13/04/10
172
9
20/04/10
354
16
27/04/10
584
23
4/05/10
804
5
10/05/10
972
3
14/04/10
198
10
21/04/10
384
17
28/04/10
624
24
5/05/10
826
6
17/05/10
4
15/04/10
218
11
22/04/10
414
18
29/04/10
668
25
6/05/10
844
5
16/04/10
250
12
23/04/10
454
19
30/04/10
692
26
7/05/10
6
17/04/10
270
13
24/04/10
464
20
1/05/10
728
27
7
18/04/10
298
14
25/04/10
506
21
2/05/10
762
28
11
datum
gewicht
weken
11
datum
gewicht
21/06/10
2320
1140
12 28/06/10
2580
7 24/05/10
1370
13
5/07/10
2850
844
8
31/05/10
1630
14
12/07/10
3150
8/05/10
882
9
7/06/10
1810
15
19/07/10
3440
9/05/10
918
10
14/06/10
2030
23/07/10
3610
12/04/10 4:16
12/04/10 13:49
12/04/10 13:44
12/04/10 14:12 12
16/04/2010 13
18/04/2010
25/04/2010 14
Jip kon al op 27 april (16 dagen oud) in de werpkist rondlopen. In de derde week gingen alle oogjes open en begonnen ze geluiden waar te nemen. 5/05/10 Juka kruipt als eerste uit de werpkist, de rest volgt vrij snel. De ren wordt rond de werpkist gezet zodat ze wat meer beweegruimte hebben. Vanaf de vijfde week mogen ze de living verkennen en een week later zetten we ook een ren in de tuin. 27/05/10 Rond 10u werd Joko geopereerd aan een liesbreuk. De operatie werd uitgevoerd in de dierenkliniek Causus in Oudenburg. Om 13u mocht hij weer naar huis. Om 14:45 stond hij al recht en iets over drie was hij al aan het eten.
15
05/05/2010 Joko en Jip 16
12/05/2010 17
De socialisatie van de pups
Uw pup werd zorgvuldig gesocialiseerd. Ons socialisatie‐ programma houdt onder meer in: • vanaf de leeftijd van 3 weken wennen aan allerlei geluiden door het opzetten van de "clix noises & sounds cd". Op deze cd staan geluiden uit 4 cate‐ gorieën 1. harde knallen: vuurwerk, onweer, schoten, ... 2. verkeer: hst, tram, vliegtuig, bromfietsen, .... 3. in en rond het huis: wasmachine, stofzuiger, ... 4. mensen: spelende kinderen, huilende baby's, feest roemoer • de puppies zijn in onze living geboren en opge‐ groeid en zijn gewend aan allerlei huiselijke gelui‐ den. Af en toe werd er zelfs met opzet met potten en pannen gerammeld • smaakzin ontwikkelen • reukzin
18
• ze zijn veelvuldig in contact gekomen met mensen en af en toe ook met kleine kinderen • contact met andere honden en katten • paarden en koeien • dierenarts • strand • bos • park • ritje in de fietsmand • auto: meer dan 1.500km • verzorging: trimtafel, tondeuse, haardroger • lopen aan de lijn • watergewenning: we hebben geprofiteerd van het mooie weer om hem in een klein badje te laten spe‐ len, maar hij heeft ook al in een heus zwembad ge‐ zwommen! • mee op bezoek
19
20
21
22
23
24
U merkt dat er heel veel aandacht werd besteed aan de socialisatie van uw pup. Op deze wijze hebben we een goede start gemaakt naar de ontwikkeling van een zelfbewuste hond die niet angstig reageert op "vreemde dingen". Jip zit inmiddels in de puberteit. Deze periode duurt ongeveer tot de leeftijd van 12 maanden. 12‐16 weken: Gedurende deze periode zoekt de pup zijn plaats in de roedel. Laat hem goed voelen wie de roedelleider is. 4‐8 maanden: De drang naar onafhankelijkheid. In deze periode komt het vluchtinstinct naar boven en zal hij minder goed willen luisteren. Belangrijk in deze fase is “voor wat, hoort wat”! Ideale periode voor de basiscursus. 6‐12 à 14 maanden: De tweede angstperiode. Schenk niet te veel aandacht aan zaken die hem doen schrikken. Doe gewoon en beloon hem telkens hij zijn angst overwint.
25
20/05/2010 26
27
De eerste nacht Jip is gewend aan de bench, maar niet aan eenzaamheid. Als hij begint te pie‐ pen, blaffen of gillen haalt u hem er niet uit. Doet u dit wel dan blaft hij de vol‐ gende nacht gegarandeerd weer tot u hem uithaalt. De eerste nachten kan u eventueel de bench mee nemen naar uw slaapkamer. Na een nacht of twee, is hij het gewoon om alleen te slapen. Geef hem geen water en brokjes in de bench. Laat hem vóór het slapengaan zo laat mogelijk plassen. Hij kan zich al 8 à 9 uren inhouden.
De grote dag Uw puppy verlaat het ouderlijk nest, een belangrijk moment in zijn jong leven. De reis naar het nieuwe thuis: Het nestje van Toya heeft al heel wat autoritten achter de rug, voor een totaal van bijna 1.500 km! Maar deze rit zal hij anders ervaren. Het wordt de eerste rit zonder mama en nestgenootjes en met wildvreemden. Misschien gaat hij zijn ongenoegen laten horen. Troost hem niet! Negeren is de boodschap. Thuiskomen met uw pup Eens in zijn nieuw huis aangekomen gaat hij op verkenning gaan. Geef hem de tijd om dit rustig te doen. U hebt gezorgd dat er een krant of trainingsmat voor zijn behoefte klaar ligt, een bakje water gezet en een bench of een kussen waar hij kan rusten. Laat hem de eerste dagen niet te lang alleen, hij is niet gewend aan eenzaam‐ heid. Zijn er plaatsen waar u liever heeft dat hij niet komt? Maak het hem dan meteen duidelijk en wees consequent. Maak ook afspraken met alle huisgeno‐ ten. Denk ook aan een aantal praktische zaken: • zijn er giftige (kamer)planten waar hij aankan? • is de tuin goed afgesloten? • kan hij aan gevaarlijke voorwerpen knagen, zoals kabels, afstandbedie‐ ning, giftige producten, ... Zet uw pup, wanneer er geen toezicht is, in een veilige afgesloten ruimte.
Zindelijkheidstraining Controle op zijn sluitspieren krijgt een pup rond de leeftijd van 12 weken. Maar dan moet hij ze ook nog eens goed leren gebruiken. Door hem goed te obser‐ veren ziet u wanneer hij zijn behoefte moet doen. Hij gaat dan snuffelen en rondjes draaien. U pakt hem dan op en zet hem buiten neer en prijst hem uit‐ bundig als hij geplast heeft. Uw pup is bijna zindelijk. Hij kan al op commando ‐"pipi doen"‐ plassen. Wan‐ neer hij toegang tot de tuin heeft, dan zal hij meestal zijn behoefte buiten doen. Binnen heeft hij tot voor kort op een trainingsmat geplast. De laatste week doet hij niet meer. Zo een mat kan nuttig zijn in het geval dat hij langer alleen moet blijven. Probeer binnen plassen/poepen te voorkómen. Laat uw pup 's avonds zo laat mogelijk en 's morgens zo vroeg mogelijk uit. Ongelukjes komen tot een leeftijd van ongeveer 5 maanden nog regelmatig voor. Vooral tijdens het spelen vergeet hij het gewoon en plast daar waar het hem het beste uitkomt. Straffen heeft geen zin, u krijgt er alleen maar een ban‐ ge pup door. Even mopperen met een lage stem mag, maar probeer eerder gewenst gedrag te belonen. Meestal moet de pup plassen na een slaapje of direct na het eten. Laat zijn urine controleren op blaasontsteking wanneer uw pup met 16 weken nog erg veel ongelukjes heeft. 28
29
Voeding Een pup groeit het hardst in de eerste 6 maanden en heeft aangepaste voeding nodig. Uw pup is voornamelijk gewend aan natuurdieprvriesvoer van carnibest en farmfood, afgewisseld met brokken voor puppies van Hill's en Royal Canin. Soms kreeg hij in plaats van diepvriesvoer natuurvoer van Renske of Nature diet, handig voor op reis. Af en toe werd een maaltijd vervangen door een gekookt ei of een Petit Suisse . 8 tot 12 à 16 weken: 150 à 250 gram diepvriesvoer per dag verdeeld over 4 maaltijden 3 à 4 tot 6 maanden: 250 à 300 gram diepvriesvoer per dag verdeeld over 3 maaltijden vanaf 6 maanden: 200 gram diepvriesvoer per dag verdeeld over 2 maaltijden De dagportie droog voer bedraagt ongeveer 140 gram. Vanzelfsprekend zorgt u ervoor dat er altijd vers water klaar staat. Sommige etenswaren zijn giftig voor honden: chocolade, druiven en rozijnen, macadamia noten, hop, ...
30
31
Verzorging Een westie heeft een goede vachtverzorging nodig! • op de leeftijd van 14 weken moet de puppy vacht er uitgeplukt worden • daarna moet hij minimaal om de 3 maanden getrimd worden; Gebeurt dit niet dan kan hij huidproblemen krijgen • regelmatig kammen en borstelen, ook de buik • oortjes controleren en af en toe schoonmaken • nageltjes controleren • tandjes controleren • wassen is meestal niet nodig, tenzij hij genoten heeft van een rolpartij in koeienpoep of an‐ dere smurrie
Opvoedingsprincipes De hond is een roedeldier, voor de huishond is de familie zijn roedel. Zorg dat u de roedelleider bent! De roedelleider beslist wanneer de hond aangeraakt wordt, gaat eten, spelen, enz, hij bepaalt de huisregels. • Negeer de hond bij thuiskomst of opstaan! • Voor wat, hoort wat! • Negeer de hond als hij aandacht opeist! • Beloon gewenst gedrag! • Wees consequent! Trekspelletjes: u begint en eindigt het spel en u wint altijd! Laat kleine kinderen nooit alleen bij de hond. Neem eens een kijkje op http://www.blauwe‐hond.nl/ Ga met uw hond naar de hondenschool. Trainen met de hond is leuk en garandeert bovendien een harmonischer samenzijn voor vele jaren.
32
Joko, Jip (oren recht!) & Juka 24/05/2010 33
1/06/2010 34
Gebit Met 4 maanden gaan de tanden en kiezen wisselen. Een puppy heeft 28 melk‐ tanden. Het definitieve gebit bestaat uit 42 tanden. Tijdens deze periode is de pup vaak wat gevoeliger, heeft een verhoogde speekselklierwerking en soms doen de traanklieren ook mee met een bruine traanstreep als gevolg. Na het wisselen verdwijnt dit meestal vanzelf. Vaak zijn pupjes gedurende het wisselen weer onzindelijk. Dit gaat vanzelf weer over. Om tandsteenvorming te voorkomen kunt u elke dag tandjes poetsen, maar het geven van een rauw bot (enkel rund!) helpt ook.
Gezondheid Ontwormen Jip werd ontwormd met milbemax op de leeftijd van 2, 4, 6 en 8 weken De volgende wormkuur moet hij krijgen op een leeftijd van 4 en 6 maanden. Daarna is een kuur ieder halfjaar voldoende. Ontworm alle huisdieren gelijktij‐ dig en gebruik een goed ontwormingsmiddel, bv Drontal Dog of Milbemax. Inentingen Op de leeftijd van 6 weken heeft hij de eerste puppy prik gehad. Deze vaccina‐ tie beschermt hem tegen de hondenziekte en parvo. Op 12 /07 heeft hij de coctailprik gekregen (tegen hondenziekte, parvo, hepati‐ tis en leptospirose) Begin augustus moet hij een herhalingsprik krijgen tegen leptospirose. Bespreek met uw dierenarts of hij ook moet gevaccineerd worden tegen Para‐ influenza en kennelhoest. Gaat u met uw pup naar het buitenland dan moet hij ook tegen hondsdolheid ingeënt worden. Ectoparasieten Bij ons werd Jip behandeld met frontline spray. Vraag advies aan uw dierenarts voor de beste bescherming tegen vlooien en teken. Gaat u naar het zuiden met uw hond dan moet die ook beschermd wor‐ den tegen de zandvlieg. Bescherm uw hond goed tegen vlooien, heel wat huidproblemen bij de westie zijn het gevolg van vlooienbeten. 35
02/06/2010 36
10/06/2010 37
10/06/2010 38
Wandelen met de pup Hoelang mag ik met een pup wandelen? Een jonge hond heeft erg veel rust nodig. Hij heeft nog bijna al zijn energie nodig om te groeien. Bovendien heeft hij nog zwakke botten en gewrichten. Deze berei‐ ken pas hun volle stevigheid als de hond volgroeid is. Voor die tijd kunnen te veel of verkeerde beweging(en) problemen veroorzaken waarvan de hond vroeg of laat behoorlijk last krijgt. Laat hem dan ook rustig liggen als hij slaapt. Als hij wakker wordt, begint hij vanzelf weer te spelen. Zeg dit ook tegen kleine kinderen! Tot hij volgroeid is mag hij niet te veel lopen. Een goede vuistregel is: de pup mag niet langer aan de lijn lopen dan 5 min. per le‐ vensmaand dat hij oud is. Denk er goed aan, dat wanneer u uw pup laat rennen, hij in 10 min. veel meer beweging krijgt dan dat hij aan de lijn zou lopen, m.a.w. laat u uw pup los, dan geldt bovenstaande vuistregel natuurlijk niet, dat zou teveel voor de pup zijn. Er zijn nogal wat meer soorten beweging die je bij de pup en de jonge hond moet zien te vermijden: • spelen en rennen op gladde vloeren • spelen met teveel abrupte wendingen (niet frisbeeën met 'n jonge hond!) • traplopen • springen (bijv. in of uit een auto, op en van de bank) • lopen en rennen op los, mul zand (strand!) • mee joggen • mee naast de fiets Overigens weet uw pup zelf beslist niet altijd wanneer hij moet stoppen. Als u ver‐ moedt dat hij doodmoe is, omdat hij al een paar uur flink in de weer is, dan kunt u hem rustig in zijn bench leggen ‐ verplichte rust!
39
25/06/2010 40
28/06/2010 41
6/07/2010 42
12/07/2010 43
20/07/2010 44
22/07/2010 45
Jip mocht 3 weken langer bij de mama blijven! 46
47
48
49
50
51
...en bij Sue! 52
Westie club De rasvereninging brengt een clubblad uit en organiseert verschillende activiteiten. Raadpleeg de website voor meer informatie. http://www.westie‐club.be/ http://www.whwt‐club‐nederland.nl/
Ten slotte We wensen u veel plezier met Jip Dolce Con Spirito. We hebben er in ieder geval enorm van genoten en we zouden het superleuk vinden om af en toe nieuws te krijgen over hem. Mocht u nog vragen hebben, aarzel dan niet contact op te nemen. Dolce Con Spirito Alexia Monachou Ten Doorn 16 1852 Beigem België M +32 495 23 05 21 T +32 2 269 01 56
[email protected]
53
goed aanwezig, naast de reuk. Motorisch kan het diertje alleen maar kruipen, zuigen en piepen (bij ontevredenheid). Eetgedrag is beperkt tot zuigen. Plas‐ sen en poepen gebeurt alleen maar na stimulatie door de teef (likken aan buik en anogenitaalstreek). Bij een pup in de neonatale periode zien we een eerste ‘onderzoeks’‐ of ‘exploratie’gedrag in de vorm van langzame kruipbewegingen en het heen en weer bewegen van de kop. Dit gedrag zie je vooral als de pup op zoek is naar de tepel. Alle andere sociale contacten van de pup worden be‐ reikt door zorgzoekend gedrag. Als een pup hongerig is, pijn heeft of het koud heeft, geeft hij snelle piepgeluiden totdat hij door de moeder of een menselij‐ ke verzorger gerustgesteld wordt.
Bijlage Met deze informatieve tekst van dierenkliniek Den Heuvel krijgt u beter inzicht in de verschillende periodes van de ontwikkeling van uw pup.
Socialisatie van pups Bron: © Dierenkliniek Den Heuvel www.dierenkliniekdenheuvel.nl Een belangrijk facet van de gedragsontwikkeling is het socialisatieproces. Ken‐ nis van dit proces is belangrijk om verschillende redenen. Socialisatie van jonge dieren heeft een opmerkelijke invloed op latere gedragspatronen bij het vol‐ wassen dier. Daarnaast geeft een goed begrip van de socialisatie ons een beter inzicht in de normale volwassen gedragspatronen die we verderop zullen be‐ spreken. Kennis van het socialisatieproces geeft een beter inzicht in het ont‐ staan van afwijkend gedrag. En tenslotte geeft kennis van de socialisatie een aantal handvaten om pups op een gezonde manier op te voeden, en zo later gedragsproblemen te voorkomen.
De overgangsperiode Tussen de 15e en de 21e dag van z’n leven verandert er veel in het gedrag van de pup; opvallend hierbij is dat de eerste zintuiglijke, motorische en fysiologi‐ sche vaardigheden van volwassen dieren nu voor het eerst bij de pup zichtbaar worden. De pup gaat a.h.w. over van een complete afhankelijkheid van de teef naar veel meer onafhankelijkheid. In deze periode beginnen ogen en oren te werken, waardoor hij in staat is te reageren op visuele prikkels en geluiden, terwijl z’n motorische ontwikkeling hem nu in staat stelt om te staan, te lopen en te kauwen. Verder verandert het leervermogen. Aan het einde van de over‐ gangsperiode zien we de eerste volwassen sociale gedragspatronen ontstaan: de pup kwispelt als hij mensen ziet en begint actief te spelen met de andere pups. Verder ontwikkelt de pup een controle over plassen en poepen, en be‐ gint dit buiten het nest te doen. Samenvattend: in deze periode gaat de pup vrij snel over van totale afhankelijkheid naar herkenbare volwassen gedragin‐ gen.
Socialisatie is het proces waarbij de pup z’n eerste sociale contacten legt met andere individuen, waaronder mensen. Deze sociale contacten veranderen telkens naarmate de pup ouder wordt, en houden verband met vier duidelijk te onderscheiden periodes van ontwikkeling: de neonatale periode, de over‐ gangsperiode, de eigenlijke socialisatieperiode en de puberteit. Ieder van deze periodes is nauw verbonden met anatomische en functionele veranderingen die in de hersenen en het zenuwstelsel ontstaan terwijl de pup opgroeit. De neonatale periode Bij de meeste hondenrassen beslaat deze periode de eerste twee weken van het puppyleven. Tijdens deze weken heeft de pup contact met z’n nestgeno‐ ten. Het moeder‐pup contact bestaat vooral uit het voeden en zorgen voor warmte (letterlijk); de pup is compleet afhankelijk van de teef, omdat een pup nog geen enkele motorische en zintuiglijke vaardigheid bezit om zichzelf te kunnen redden. Een pasgeboren pup is volslagen doof en blind, maar kan wel goed ruiken. Zintuiglijk is alleen het gevoel voor aanraking en voor warmte 54
De socialisatieperiode
mate de pup verder komt in z’n socialisatie, gebeurt dit verder weg, en op be‐ paalde plaatsen.
Alhoewel sommige sociale verbanden al in de eerste 3 weken van het puppyle‐ ven worden gelegd, ontwikkelen de meeste en belangrijkste sociale contacten en hechtprocessen zich later. De echte socialisatieperiode begint in de 4e le‐ vensweek, dus vanaf 3 weken, en duurt ongeveer tot de 12‐14e week. In deze periode krijgt de pup bijna al z’n volwassen capaciteiten op gebied van zintui‐ gen, motoriek en leervermogen.
In de 4e levensweek heeft de pup dus vooral met z’n moeder contact, en ver‐ der met de nestgenoten. De jonge pup leert nu van de moeder bepaalde zaken over verzorgend gedrag, ook al duurt het nog maanden voordat ze dit aange‐ leerde gedrag zelf gaan vertonen. Het is bv van belang voor de teefjes onder de pups, omdat ze nu een aantal gedragspatronen leren die van belang zijn voor een goed, normaal moedergedrag. Deze periode is in zoverre belangrijk dat zware emotionele en sociale stress op deze leeftijd een levenslang effect op de pup hebben. De manier waarop de moeder of verzorger reageert op angstig piepen van een pup bepaalt voor een belangrijk deel de manier waarop een pup later met stresssituaties omgaat. Het bij z’n moeder weghalen op de‐ ze leeftijd is vragen om problemen, gezien de slechte socialisatie.
De ervaringen van de jonge pup tijdens de socialisatieperiode hebben een zéér vergaande invloed op het latere gedrag. Vroeg in de socialisatieperiode be‐ staat de activiteit van de pup vooral nog uit ‘zorgzoekend’ gedrag, dus uit het zoeken naar warmte, voedsel en troost. De pup hecht zich sterk aan de teef en volgt haar overal in de ren, voor zover mogelijk. Heftig gepiep/gejank zien we als de pup eventjes opgesloten wordt op een vreemde plaats. Daar‐ naast zien we vaak angstreacties op vreemde voorwerpen of vreemde mensen, waarbij ze dan kunnen janken, grommen of weglopen.
In de vroege socialisatieperiode beginnen de pups te likken en water te drin‐ ken, en ook op vast voedsel te kauwen. Het doorbreken van de tanden stimu‐ leert de kauwactiviteiten, en heeft ook invloed op het gedrag tegenover ande‐ re individuen. Pups bijten tijdens hun spel op elkaar, waarbij ze vaak ook grom‐ men. Verder vechten ze om het voedsel en om speeltjes, maar nu nog op een speelse manier. Deze manier van spelen speelt wel een belangrijke rol bij het vestigen van een sociale rangorde. De fokker kan nu vaak al zien welke pups later dominant en/of agressief worden, en welke timide en onderdanig. Andere sociale activiteiten zien we in de vorm van een beginnend roedelge‐ drag. Als één pup het nest verlaat, gaan de anderen er in de regel achteraan. De pups beginnen hun omgeving te onderzoeken. Eerst benaderen ze vreem‐ de voorwerpen nog voorzichtig en vaak ‘verbaasd’. Zachtjes aan wennen ze aan de nieuwe omgeving, waarna ze weer verder op onderzoek uit gaan. Dit proces zien we ook bij het plas‐ en poepgedrag. In het begin van de socialisa‐ tieperiode gebeurt het plassen en poepen vlak bij het nest (de werpkist). Naar‐
55
Het spelenderwijs instellen van een rangorde binnen het nest, door vechtspel‐ letjes, zien we globaal ontstaan tussen de 5e en 7e levensweek. Deze tijd is een kritieke periode. In deze tijd moet de pup als het ware leren om een hond te zijn. Jonge pups die op deze leeftijd gescheiden van hun nestgenoten worden gehouden, hebben later problemen als het gaat om sociale contacten met an‐ dere honden. In de praktijk komen wij dit soort gevallen tegen in de vorm van teefjes die door geen enkele reu gedekt willen worden, en reuen die niet we‐ ten wat ze met een loopse teef moeten aanvangen.
In deze periode leert de pup om in hondentaal te spreken. Dit betekent dat hij leert begroeten, dat hij lichaamstaal leert, en dat hij leert hoe hij zicht moet gedragen ten opzichte van andere honden. Zonder deze ontwikkeling is een hond later bang en agressief t.o.v. andere honden. We zien dit bijvoorbeeld bij een hond die tegen alle andere honden blaft, en die z’n baas op zoekt als er een ander dier aan komt, in tegenstelling tot het normale gedrag van begroe‐ ten en besnuffelen. Honden gebruiken een vrij ingewikkelde serie gedragingen om te zeggen: ‘Ik ben dominant’ of ‘Dit is mijn territorium’ of ‘Ik ben onderd‐ anig’ of ‘Ik ben loops’ of ‘Laten we spelen’ enz. enz. Zonder een normale perio‐ de 2 is een hond een analfabeet in de hondentaal.
De periode van de 5e tot de 7e week wordt ook gekenmerkt door een sterk toenemende respons op mensen. Het duidelijk contact zoeken met mensen begint zo rond de 6 weken leeftijd. Rond deze tijd worden de pups meestal gespeend, en worden dus onafhankelijker. Bovendien bereikt het zenuwstelsel van de pups rond deze leeftijd het niveau van een volwassen hond. Met andere woorden: de pup is ‘klaar’ om te leren, en doet dat dan ook graag. Acht weken is een ideale leeftijd om pups in hun nieuwe thuis te plaatsen, zodat verdere socialisatie met mensen, gecombineerd met zindelijkheidstraining en opvoe‐ ding kan plaats vinden. Helaas realiseren sommige fokkers en kopers zich het belang van dit tijdstip niet. Pups worden nogal eens te vroeg verkocht. Zulke honden zijn later vaak teveel op mensen georiënteerd. Aan de andere kant vertrekken pups soms veel te laat, vooral uit nestjes die eigenlijk net voor de grote vakantie 8 weken oud zijn. Zulke honden zijn later teveel op honden geo‐ riënteerd. Samenvattend kunnen we de eigenlijke socialisatieperiode dus on‐ derverdelen in 3 tijdvakken:
3. Socialisatie ten opzichte van mensen In deze periode leert de pup mensentaal te spreken. Ze leren om niet bang te zijn voor aanraking en optillen, en voor de menselijke stem. Als ze niet met mensen opgevoed worden in deze periode, zullen ze mensen nooit voor 100% vertrouwen. Ze zijn ‘wild’, hondgericht
1. Socialisatie ten opzichte van de moeder In deze periode leert de pup het zorgende en verzorgende gedrag van de moe‐ der. Als er in deze periode iets fout gaat, zal het dier later problemen hebben met het verzorgen van z’n eigen jongen, of zich agressief tonen tegenover vreemde pups. Daarnaast bekommeren zulke honden zich later niet om hun menselijke huisgenoten, als het gaat om bescherming. 2. Socialisatie ten opzichte van de nestgenoten
56
De puberteit
Effecten van isolatie op de socialisatie
De tijd vanaf de 12e levensweek tot de leeftijd dat het dier (seksueel) volwas‐ sen is noemt men de puberteit. De lengte van deze periode hangt van het ras af. De gedragspatronen en verdere socialisatie hangen sterk van de omgeving af. Een pup die deze periode in een kennel doorbrengt ontwikkelt zich heel anders als een pup die in een huisgezin opgroeit. In beide soorten omgeving is het belangrijkste proces: het bereiken van sociale onafhankelijkheid. De jonge hond moet leren hoe hij zichzelf kan redden. Tijdens deze periode zal de pup proberen om de baas te worden. Hij probeert alle familieleden uit, totdat hij z’n plaats weet. Nieuwe eigenaren, vooral zij die nog nooit een hond hebben gehad, moeten dit weten, want dit is het moment waarop veel gedragsproble‐ men ontstaan. De ongetrainde pup, die niet weet dat hij het laagst in de rang‐ orde is, kan op deze leeftijd agressief worden, of zaken gaan slopen. In zulke gevallen worden vloerkleden verscheurd, stoelen kapot gebeten, deurposten gesloopt enz. enz. Dit leidt dan vaak weer tot het terugbrengen naar de fokker of naar een asiel, dan wel tot het aan een boom knopen van de hond. De band tussen mens en dier lijdt zwaar onder onbegrip en verkeerde communicatie in deze periode. Dit is de periode waarin de pup moet leren zich aan z’n meerde‐ ren te onderwerpen.
Nu we gezien hebben hoe een pup zich via normale sociale contacten ontwik‐ kelt, is het ook van belang om stil te staan bij afwijkingen van het normale soci‐ alisatieproces, en de gevolgen hiervan op het latere gedrag. De term ‘kritieke periode’ is in dit opzicht zinvol: vooral tussen de 5e en 8e week zijn alle ge‐ dragspatronen te beïnvloeden op een manier die de rest van het leven door‐ werkt. Pups die tussen de 6 en 8 weken oud goed socialiseren met mensen, gedragen zich als volwassen hond veel prettiger tegenover mensen dan wan‐ neer ze veel eerder of veel later met mensen socialiseren. Pups die in deze kri‐ tieke periode niet met mensen in contact komen, zijn stuk voor stuk onop‐ voedbaar en vaak zelfs niet te benaderen als volwassen hond. Pups die met de fles zijn groot gebracht, zijn sociaal gezien volkomen geïsoleerd van hun nest‐ genoten. Deze pups tonen later vaak grote tekortkomingen in het contact met andere honden. Het zijn vaak “Einzelgängers”, vaak agressief t.o.v. andere honden, wel aan mensen verknocht, maar meestal toch niet zo als een normaal opgevoede hond. Vroege socialisatie is uitermate belangrijk voor pups die bedoeld zijn om een speciale opleiding te krijgen. Onderzoekers hebben het effect van vertraagde, uitgestelde, socialisatie bestudeerd bij pups die geleidehond moesten worden. Alle pups kwamen gedurende de eerste twaalf weken van hun leven in contact met mensen; niet te veel, maar wel regelmatig, zoals het bij een normale fok‐ ker thuis gaat. Daarna werden de pups op verschillende leeftijden in gezinnen geplaatst. Sommigen meteen op 12 weken leeftijd, en anderen werden resp. 1, 2 en 3 weken later in gezinnen geplaatst. De pups die op 12 weken werden ge‐ plaatst, werden voor 90% later afgeleverd als geleidehond. Pups die twee we‐ ken langer werden geïsoleerd werden in 57% van de gevallen geleidehond. Bij 3 weken of langer extra isolatie werd slechts 30% uiteindelijk afgeleverd als gelei‐ dehond. Hieruit kun je afleiden dat een tekort aan sociaal contact in de kritieke periode leidt tot minder sociale honden. Dit zien we soms in grote fokkennels, waar men honden soms veel te oud laat worden voordat er met training be‐
Als u, als nieuwbakken eigenaar, begrijpt dat een pup u steeds opnieuw uitpro‐ beert, kunnen veel van deze gedragsproblemen voorkomen worden. U moet ook begrijpen dat een pup veel tijd steekt in het verkennen en ontdekken van z’n omgeving, en dat dat soms ten koste gaat van wat huisraad. Men moet de pup iets geven waarop gekauwd kan worden, en verder moet de pup leren waar hij wel en waar hij niet mag komen. Verder moet u beseffen dat een pup angstig kan worden als u weg gaat, en dan dingen kan gaan slopen. Het beste kun je een pup opsluiten op een plaats waar hij niets kapot kan maken; de flightkennels, benches, voldoen in zulke gevallen goed. Zij zijn bovendien een belangrijke hulp bij het zindelijk maken. Zo moet een nieuwe eigenaar het zijn pup duidelijk maken dat er regels zijn waaraan hij zich moet houden. Iedere andere manier van opvoeden geeft in de regel later problemen. 57
gonnen wordt. Zulke honden worden bv wel goede jachthonden, maar zij ja‐ gen meer voor zichzelf dan dat ze naar de geleider luisteren en voor hém wer‐ ken. Sommige van deze honden ontwikkelen het ‘kennelsyndroom’. Zij zijn erg onderdanig, en lopen weg voor vreemden. Ze vertonen vaak angstreacties als iemand ze wil pakken. Overigens is de leeftijd van twaalf weken m.i. al rijkelijk laat om een pup te plaatsen. Liefst al met 8 weken! Er is een kritieke periode van socialisatie van jonge pups. Het onthouden van deze periode aan een pup heeft blijvend effecten, die in ernstige mate het vol‐ wassen gedrag kunnen veranderen. De dieren zijn dan niet in staat om een nor‐ male band met mensen of andere honden te vormen. Het is te hopen dat fok‐ kers dit (nog) beter in gaan zien, zodat het aantal gedragsgestoorde honden af zal nemen.
58
59
60