Bosstraat 50 - 2011
2 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Inhoudsopgave
Toelichting Hoofdstuk 1
5 Inleiding
7
1.1
Aanleiding en doel
7
1.2
Het plangebied
7
1.3
Geldende bestemmingsplannen
8
Hoofdstuk 2
Beleidskader
11
2.1
Algemeen
11
2.2
Provinciaal beleid
11
2.3
Gemeentelijk beleid
11
Hoofdstuk 3
Planbeschrijving
13
3.1
Bouwgeschiedenis en ruimtelijke structuur
13
3.2
Ontwikkelingen
14
Hoofdstuk 4
Haalbaarheid
21
4.1
Algemeen
21
4.2
Milieuaspecten
21
4.3
Overige aspecten
22
Hoofdstuk 5
Wijze van bestemmen
27
5.1
Toelichting op de verbeelding
27
5.2
Toelichting op de regels
27
Hoofdstuk 6
Economische uitvoerbaarheid
29
Hoofdstuk 7
Inspraak en vooroverleg
31
7.1
Inspraak
31
7.2
Vooroverleg
31
Bijlagen
33
Bijlage 1
Inrichtingsplan
35
Bijlage 2
Bodemonderzoek
51 3
vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Bijlage 3
Natuurtoets
105
Bijlage 4
Archeologisch onderzoek
121
Regels
159
Hoofdstuk 1
Inleidende regels
161
Artikel 1
Begrippen
161
Artikel 2
Wijze van meten
166
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
169
Artikel 3
Groen - 1
169
Artikel 4
Groen - 2
172
Artikel 5
Tuin
174
Artikel 6
Verkeer
176
Artikel 7
Water
178
Artikel 8
Wonen
179
Hoofdstuk 3
Algemene regels
185
Artikel 9
Antidubbeltelregel
185
Artikel 10
Algemene bouwregels
186
Artikel 11
Algemene gebruiksregels
188
Artikel 12
Algemene afwijkingsregels
190
Artikel 13
Algemene wijzigingsregels
191
Artikel 14
Overige regels
192
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
193
Artikel 15
Overgangsrecht
193
Artikel 16
Slotregel
194
Bijlagen
195
Bijlage 1
Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven
196
Bijlage 2
Lijst van vrije beroepsbeoefenaars
198
4 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Toelichting
5 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
6 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Aanleiding en doel
De wijk Dichteren is een grote nieuwbouwwijk in het zuiden van de stad Doetinchem. Het plangebied valt binnen deze wijk. De bebouwing van het plangebied, het perceel Bosstraat 50, is tot nu toe beperkt gebleven tot één woning. De rest is onbebouwd. Bij het ontwerp van de wijk in het begin van de jaren 90 was het de bedoeling om het plangebied ook als woongebied te ontwikkelen en in de wijk op te nemen. Na enkele vertragende ontwikkelingen wordt nu een bestemmingsplan opgesteld ten behoeve van de ontwikkeling van dit plan. De ontwikkeling van het bovengenoemde plan is niet mogelijk op grond van het geldende bestemmingsplan. Een herziening van dat plan is derhalve noodzakelijk. Met het voorliggende plan Bosstraat 50 - 2011 wordt hier inhoud aan gegeven. Met dit bestemmingsplan wordt aangesloten bij de standaard plansystematiek voor bestemmingsplannen van de gemeente Doetinchem. Daarbij zijn bestemmingen en regels afgestemd op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen SVBP2008, behorende bij de RO standaarden 2008.
1.2
Het plangebied
Het plangebied ligt in de zuidwesthoek van het zogenaamde Stadskwartier van Dichteren in Doetinchem en heeft een oppervlakte van ongeveer één hectare. Het plangebied is kadastraal bekend als: gemeente Ambt Doetinchem, sectie A, nr. 3090. Het plangebied wordt begrensd door: de woonstraat Hof van Orleans in het noorden; de woonbebouwing aan het Hof van Parijs aan de oost- en de zuidzijde; de verkeersluwe Bosstraat aan de westzijde. De luchtfoto op de volgende pagina geeft de huidige situatie van het plangebied weer.
7 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Het plangebied
1.3
Geldende bestemmingsplannen
Onderhavig bestemmingsplan Bosstraat 50 - 2011 is een herziening van het in het plangebied geldende bestemmingsplan. Voor het bestemmingsplan 'Bosstraat 50; 2010' gelden op dit moment een tweetal bestemmingsplannen welke na onherroepelijk worden van het onderhavige bestemmingsplan zullen komen te vervallen: 'Dichteren, uitwerkingsplan Omgeving Groene Wig' (vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem op 11 februari 1997 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland op 12 mei 1997). Voor het plandeel waar de 19 woningen worden gebouwd is dit bestemmingsplan rechtsgeldig. Op dit deel rust de bestemming 'Woondoeleinden en groenvoorzieningen'. Binnen het plangebied mag niet meer dan één woning worden gebouwd. 'Dichteren, landelijk wonen' (vastgesteld door de raad van de gemeente op 19 september 2002 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland op 22 april 2003). Dit bestemmingsplan is rechtsgeldig voor het westelijke plandeel waar de watergang wordt aangelegd. Deze strook heeft in dit bestemmingsplan de bestemming 'Woondoeleinden', maar kan niet worden benut voor de bouw van 8 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
woningen en bijgebouwen. Wel zijn hier toegelaten: verhardingen, waaronder parkeerplaatsen, groen- en speelvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen.
9 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
10 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 2 2.1
Beleidskader
Algemeen
Dit hoofdstuk beschrijft het rijks-, provinciaal-, regionaal en gemeentelijk beleid. Naast de belangrijkste algemene uitgangspunten worden de specifiek voor dit plangebied geldende uitgangspunten weergegeven. Het beleid is in dit hoofdstuk verwoord en afgewogen en indien noodzakelijk op de verbeelding en in de regels vertaald. De volgende beleidsstukken zijn wel bekeken voor het plangebied, maar hebben geen invloed op de ontwikkeling. Nota Ruimte, Rijk, d.d. 27 februari 2006; Streekplan Gelderland 2005-2015, Provincie, d.d. 29 juni 2005; Provinciaal beleidskader archeologie, Provincie, d.d. 10 maart 2009; Waterplan Gelderland 2010-2015, Provincie, d.d. 11 november 2009; Regionale Structuurvisie Achterhoek, Regio Achterhoek, d.d. 26 april 2004; Beheersplan Waterschap Rijn en IJssel 2010-2015, Waterschap, d.d. 01 januari 2010; Mobiliteitsplan, Gemeente Doetinchem, d.d. 12 juli 2007; Het besef van Doetinchem, Gemeente Doetinchem, d.d. 06 juli 2000; Nota Cultuurhistorie: Doetinchem, Cultuurhistorierijk!, Gemeente Doetinchem, d.d. 18 november 2010; Waterplan Doetinchem, Gemeente Doetinchem, d.d. december 2003. Deze plannen zijn daarom ook niet verder toegelicht in dit plan.
2.2
Provinciaal beleid
2.2.1 Kwalitatief Woonprogramma Gelderland Het plan past binnen het convenant dat de gemeente Doetinchem met de regio en de provincie in het kader van het KWP heeft getekend.
2.3
Gemeentelijk beleid
2.3.1 Groenstructuurplan Doetinchem De groenstructuur van het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit een groene afscheiding aan de randen. Hierdoor ontstaat er een groene ruimte tussen de nieuwe woningen en de bestaande omliggende bebouwing. Aan de westzijde wordt een waterpartij gerealiseerd die aansluit op de waterpartijen in de omgeving. 2.3.2 Wijken Voor Verkeer Uitgangspunten bij de inrichting van de wegen binnen het plangebied zijn: De functie van de weg conform het wegencategoriseringsplan, dit betekent voor het plangebied erftoegangswegen 30km/h. De inrichting van de weg (het wegbeeld) moet het gewenste rijgedrag en de rijsnelheid 'afdwingen'. Herkenbare inrichting van de verschillende verkeersruimtes door materiaal/kleur. De (kwaliteit van de) leefomgeving staat centraal. De weg dient na realisatie goed te beheren te zijn (beheerbewust ontwerpen). Snelheidsremmende maatregelen worden getroffen in erftoegangsstraten en op 11 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
gebiedstoegangsstraten waar kwetsbare verkeersdeelnemers de weg moeten kruisen. De kwaliteit van de leefomgeving dient centraal te staan. Kunstmatig ingepaste maatregelen, zoals veel borden, bloembakken op de weg hebben vaak wel een kort effect op de rijsnelheid, maar zijn geen duurzame oplossingen. De omgeving en weg als geheel moeten zorgen voor het gewenste rijgedrag zodat deze kunstingrepen overbodig zijn. Een duidelijk onderscheid aanbrengen tussen de verschillende verkeersruimtes zorgt er voor dat de verkeersdeelnemer duidelijk zijn plek en die van andere op de weg weet en zo de verkeersruimte op de juiste wijze gebruikt. Op drukke erftoegangsstraten is het belangrijk dat voetgangers veilig kunnen lopen op een trottoir. Voor rustige erftoegangsstraten kan worden overwogen alle verkeersdeelnemers gebruik te laten maken van dezelfde ruimte. Een smalle weg die gebruikt wordt door iedereen leidt tot een lagere rijsnelheid. Fysieke maatregelen als drempels ondervinden een steeds grotere weerstand bij de gebruikers en omwonenden en hulpdiensten. Ze leiden tot trillingshinder en toename van de geluidsoverlast. Met deze bij-effecten moet al rekening worden gehouden bij het ontwerp. Bij voorkeur wordt gezocht naar maatregelen die een lagere snelheid afdwingen, maar die geen of beperkte bij-effecten hebben voor de leefomgeving en hulpdiensten. 2.3.3 Planologisch Beleid 2011 De uitgangspunten van het Planologisch beleid 2011 zijn verwerkt in het onderhavige bestemmingsplan Bosstraat 50 - 2011.
12 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 3 3.1
Planbeschrijving
Bouwgeschiedenis en ruimtelijke structuur
De wijk Dichteren is een grote nieuwbouwwijk in het zuiden van de stad Doetinchem. Het plangebied valt binnen deze wijk. Het gaat om een restlocatie, die nooit is ingepast in de ontwikkeling van de wijk DIchteren. De bebouwing op het perceel Bosstraat 50 is tot nu toe beperkt gebleven tot één woning. De rest van het terrein is onbebouwd en in gebruik als erf/tuin behorende bij de bestaande woning. De bestaande woning is centraal op het terrein gelegen en gebouwd in een weinig opvallende stijl. De woning is vanaf de Bosstraat te zien en wordt vanaf de noord-, oost- en de zuidzijde afgeschermd door groen in de vorm van opgaand hout. De westzijde van het plangebied is open. De woning heeft een aansluiting op de Bosstraat. De woning staat er op dit moment nog, maar zal voor uitvoering van dit project wel gesloopt worden. Onderstaande luchtfoto geeft de huidige situatie van het plangebied weer.
Het plangebied in haar omgeving
13 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Rondom het perceel bevinden zich meerdere rechthoekige bouwblokken met voor het merendeel geschakelde woningen. Binnen deze bouwblokken zijn binnenhoven aangelegd waaromheen ook woningen staan. Hierdoor is een relatief dichte bebouwing van het gebied mogelijk gemaakt, reden waarom dit deel van Dichteren de naam “Stadskwartier” heeft gekregen. Het gebied juist ten westen van het plangebied behoort tot een deel van de wijk Dichteren met de naam “Landelijk wonen”. Dit deel van de wijk wordt gekenmerkt door veel curve-vormige straten en lanen en een wat lagere bebouwingsdichtheid dan het Stadskwartier. In het gebied "Landelijk wonen" ligt de straat genaamd Ebro. Deze straat ligt pal gericht op het plangebied.
3.2
Ontwikkelingen
3.2.1 Ruimtelijke uitgangspunten De ruimtelijke uitgangspunten die voor het stedenbouwkundige plan van het terrein een rol hebben gespeeld kunnen met een aantal afbeeldingen worden geïllustreerd. De eerste afbeelding is een kaartje uit het beeldkwaliteitsplan van de wijk Dichteren. Het plangebied met de bestaande woning is daar ingetekend. Uit het kaartje blijkt dat aan het plangebied geen aparte functie is toegekend maar dat het gezien wordt als een deel van het omliggende woongebied. Verder vormt de westrand van het plangebied onderdeel van de “groene route” waarin ook water een plaats moet hebben.
Visie op het plangebied in het kader van het beeldkwaliteitsplan Dichteren De tweede afbeelding (zie hieronder) brengt de uitgangspunten in beeld die de basis vormen voor het inrichtings- en verkavelingsplan. Deze afbeelding laat zien dat de hofjes in het Stadskwartier elkaars spiegelbeeld vormen. Om dit te illustreren zijn de hofjes met de 14 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
omliggende bebouwing en de ontsluiting op de tekening van een ononderbroken rode contour voorzien. Het nieuwe hofje met de omliggende bebouwing is van een onderbroken rode lijn voorzien. De contour maakt duidelijk dat het hofje dezelfde omvang en dezelfde lengterichting heeft als de bestaande hofjes in het Stadskwartier.
Uitgangspunten bij de inrichting en verkaveling van het plangebied Bij het ontwerp van het nieuwe hofje en de omringende bebouwing is rekening gehouden met de stedenbouwkundige uitgangspunten die voor de wijk Dichteren in 1993 zijn vastgelegd in het Beeldkwaliteitsplan Dichteren. Deze uitgangspunten zijn de volgende. De pleintjes zijn vaak symmetrisch, wat consequent wordt doorgezet in de architectuur en de inrichting van de openbare ruimte. Bebouwingswanden worden als een compositorische eenheid vormgegeven, de expressie van de individuele woningen is ondergeschikt aan het totaalbeeld. De meeste woningen kunnen eenvoudig zijn, zonder extra's of opsmuk. Bouwblokken zijn vaak gesloten, niet altijd door uitzonderlijke hoekwoningen te maken, maar vaak door aanbouwen, tuinmuren, bergingen en garages zodanig te situeren en vorm te geven dat ze het beeld van de straatwanden completeren. De bebouwing volgt nauwkeurig de van tevoren bepaalde rooilijnen. Bovenstaande uitgangspunten hebben geleid tot de stedenbouwkundige verkavelingsschets. Onderstaande afbeelding geeft een beeld van deze verkaveling van het plangebied.
15 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
De stedenbouwkundige verkavelingsschets Het nieuwe hofje is, zoals de overige hofjes in het Stadskwartier, rechthoekig van vorm. Het hofje ontsluit naar het westen toe. Deze ontsluitingsrichting is een spiegeling van de ontsluitingsrichting van het Hof van Antwerpen dat ten oosten ligt van het Hof van Parijs. De ontsluiting ligt in het verlengde van de Ebro aan de overkant van de (door te trekken) watergang en komt uit op het Hof van Parijs. Aan het Hof van Orleans zal ook een uitgang komen, maar deze zal worden afgezet met een paaltje, zodat er geen doorgaand autoverkeer langs kan rijden. Deze afsluiting zal middels een verkeersbesluit worden vastgelegd. Wel blijft deze noordelijke ontsluiting open voor fietsers en voetgangers en kan de paal bij calamiteiten tijdelijk verwijderd worden. De ontsluiting van het nieuwe hofje zal normaalgesproken via het Hof van Parijs plaatsvinden. 3.2.2 Het stedenbouwkundige plan Het hofje wordt aan de noord-, de oost-, en de zuidzijde bebouwd met 14 woningen. De bebouwing ten noorden en ten zuiden van het hofje vormt elkaars spiegelbeeld. De 12 woningen aan de noord- en zuidzijde van het hofje worden uitgevoerd als twee onder één kapwoningen en zijn middels de garages aan elkaar geschakeld. Deze woningen bestaan uit 2 bouwlagen met kap. De kaprichting van de daken is parallel aan de lengterichting van het hofje. De 2 woningen die het hofje aan de oostzijde afsluiten zijn vrijstaande woningen. Ook zij vormen elkaars spiegelbeeld. Vanuit de rij van twee onder één kap woningen zijn deze 16 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
vrijstaande woningen als het waren naar voren geschoven om het hofje af te ronden en te beëindigen. De tuinen zijn blijven liggen terzijde van de twee onder één kap woningen. Zodoende zijn deze woningen georiënteerd op de ten noorden en ten zuiden van beide woningen gelegen tuin. De kaprichting van beide woningen liggen noord-zuid georiënteerd. De hoofdingang van beide woningen ligt aan de westkant van deze woningen aan de kant van het hofje. De bijgebouwen van deze woningen kunnen in deze tuinen gebouwd worden of tussen beide woningen in. De afstand tussen de woningen rondom het hofje en de bestaande woningen eromheen is ruim voldoende om de vereiste privacy te waarborgen. Toch worden de beide woningen aan de oostzijde van het hofje zó gebouwd dat de privacy van de bewoners van de woningen aan de Hof van Parijs ten oosten van het nieuwe hofje optimaal gewaarborgd kan worden. De reden is dat de afstand tussen beide woningen aan de oostzijde van het nieuwe hofje en de bestaande woningen aan de Hof van Parijs kleiner is dan de afstand tussen de woningen aan de zuid- en noordzijde van het nieuwe hofje en de bestaande woningen aan de Hof van Parijs en de Hof van Orleans. Om de mogelijkheid tot inkijk tot een minimum te kunnen reduceren worden de beide nieuwe woningen aan oostzijde voorzien van één bouwlaag met daarop een grote kap. Via privaatrechtelijke weg zal worden voorkomen dat op het oostelijke kapvlak van beide woningen dakkapellen worden geplaatst. Wel kunnen lichtopeningen worden aangebracht, maar deze mogen niet transparant zijn. Ten westen van het hofje langs de doorgetrokken watergang worden 5 vrijstaande woningen gebouwd. De woningen zijn georiënteerd op de watergang. De woningen bestaan uit 2 bouwlagen met kap. De kaprichting staat loodrecht op de richting van de watergang. De meest noordelijk gelegen woning is voorzien van een ruimtelijk accent in de vorm van een zijbeuk. Deze woning is namelijk de laatste aan een doodlopend insteekstraatje langs het water. Tevens vormt deze zijbeuk een reactie op de ten noorden van de woning gelegen weg langs de bestaande doorgaande watergang. 3.2.3 Inrichting groen en watergang Het bestaande groen aan de noord-, de oost-, en de zuidzijde van het hofje wordt zoveel mogelijk gehandhaafd en, waar nodig na de bouw van de woningen en de inrichting van het gebied, aangevuld en hersteld. De groenstrook langs de noordzijde van het plangebied is eigendom van de gemeente. Op de grens van deze groenstrook en de achtertuinen van de woningen aan de noordzijde van het nieuwe hofje zal een afscheidende beukenhaag worden geplaatst met een hoogte van minimaal 2 meter. De groenstroken langs de oostzijde en de zuidzijde van het plangebied behouden/krijgen een breedte van 6 meter. Waar nodig zullen deze stroken worden verdicht met inheemse beplanting op zodanige wijze dat doorkijk niet (meer) mogelijk is. Ter illustratie wordt verwezen naar het inrichtingsplan, dat als bijlage bij het plan is gevoegd. Dit inrichtingsplan maakt deel uit van afspraken, die gemaakt zijn tussen de initiatiefnemer en de omwonenden.
17 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Profiel van de nieuwe watergang met aangrenzende oevers Het bovenstaande profiel geeft een indruk van de wijze waarop de nieuwe watergang en beide oevers worden ingericht. Langs de oostoever loopt de ontsluitingsstraat van het plangebied. 3.2.4 Ontsluiting en parkeren Op boven benoemde straat langs de watergang wordt ook het nieuwe hofje aangesloten. De straat loopt naar het noorden toe voor het autoverkeer dood. Voor fietsers en wandelaars wordt de straat doorgetrokken naar het Hof van Orleans. Deze uitgang kan tevens bij calamiteiten worden gebruikt door het verwijderen van de paal. Naar het zuiden toe sluit dit straatje aan op de Hof van Parijs. Gekozen is voor aansluiting op deze straat omdat de Hof van Parijs voor de auto de meest directe verbinding vormt met de rest van de stad. Zo wordt de rest van de wijk het minst belast met het verkeer van en naar het nieuwe hofje. Het hofje en het straatje langs de watergang worden ingericht als een 30 km-gebied. Het beleid van de gemeente is erop gericht dat parkeren op eigen terrein opgelost moet worden. De parkeernormen die worden gehanteerd zijn ontleend aan de CROW-publicatie, Parkeerkencijfers-Basis voor de parkeernormering (publicatie 182, september 2008). vrije sector (woning duur)
2,0
vrije sector (woning midden)
1,8
sociale sector (woning goedkoop)
1,6
seniorenwoning (aanleunwoning)
0,6
In het openbaar gebied dient tenminste 0,3 pp/woning te worden aangelegd voor bezoekers. Bij nieuwbouw wordt aanbevolen om bij de invulling van de openbare ruimte en in het uitwerkingsplan, ruimte te reserveren voor extra parkeerplaatsen. Deze plaatsen kunnen voorlopig met groen worden ingevuld, maar als de parkeerbehoefte daarvoor aanleiding geeft, is er een mogelijkheid om parkeergelegenheid aan te brengen. 18 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
De benodigde parkeerplaatsen dienen grotendeels op het eigen erf te worden aangelegd. De gemeente Doetinchem heeft daarvoor de volgende normen ontwikkeld (afkorting ”pp” betekent parkeerplaatsen). Woningen met garage
Aantal pp Opmerking op erf
- Geen oprit
0,4
- Enkele oprit
1,0
- Lange oprit
1,3
- Dubbele oprit
1,8
Oprit is minimaal meter diep.
6,0
Oprit is minimaal meter breed.
4,5
Alle woningen in het plangebied zijn voorzien van een oprit die voldoende plaats biedt voor minimaal één auto. In het midden van het hofje worden 20 parkeerplaatsen aangelegd. Dat betekent dat elke woning de beschikking heeft over 2 parkeerplaatsen (1 op het erf en 1 in de openbare ruimte). In de regels is de mogelijkheid opgenomen om op gronden met de bestemming 'Groen' in de toekomst extra parkeerplaatsen aan te leggen. 3.2.5 Het kwalitatieve bouwprogramma Alle woningen zullen zó worden gebouwd dat alle essentiële woonruimten (slaapkamer, badkamer, keuken, woonkamer en wasruimte) in principe op de begane grond kunnen worden gegroepeerd. Deze mogelijkheid maakt de woningen tot levensloopbestendige woningen. Ruimtelijke voorwaarde daarvoor is dat alle woningen minimaal een breedte hebben van 6 meter. De woningen zijn koopwoningen in een hoge en middelhoge prijscategorie. Zij dragen daardoor bij aan de verbreding van het woningaanbod in de wijk. Dit werkt de doorstroming in de hand omdat door de bouw van deze woningen aan de onderkant van de markt goedkope woningen vrijkomen. 3.2.6 Mogelijkheid aan huis gebonden beroep of bedrijf In alle woningen bestaat de planologische mogelijkheid om een aan huis gebonden beroep of bedrijf uit te oefenen. In de bijlage bij de regels is een lijst opgenomen van de aard van de beroepen en bedrijven die in dat verband toegelaten kunnen worden.
19 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
20 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 4 4.1
Haalbaarheid
Algemeen
In Hoofdstuk 2 Beleidskader is aandacht besteed aan het ruimtelijke beleidskader en de plannen die - in aanvulling op de planregeling - bepalend zullen zijn voor de wijze waarop het plangebied in de komende jaren wordt bebouwd en ingericht.
4.2
Milieuaspecten
4.2.1 Bodem Op basis van het bodemonderzoek bestaat er op grond van de miliehygiënische kwaliteit van de bodem geen bezwaar tegen de realisatie van het voorgenomen plan. Eventueel vrijkomende grond kan niet zondermeer in het grondverkeer worden opgenomen. Mocht de grond naar elders worden getransporteerd, dan dient te worden nagegaan in hoeverre de kwaliteit van de af te voeren grond overeenstemt met de verwerkingsmogelijkheden die voor de betreffende stort- c.q. hergebruikslocatie gelden. Deze zijn geformuleerd in het besluit bodemkwaliteit. 4.2.2 Akoestiek Het nieuwe woongebied ligt midden in een woonwijk die in zijn geheel is ingericht als 30 km-gebied. Verder hebben deze straten een lage verkeersintensiteit. De kans dat er in het plangebied een locatie ligt met een geluidsbelasting vanwege het wegverkeerslawaai die de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overstijgt is zeer gering. Een akoestisch onderzoek wordt daarom niet noodzakelijk geacht. 4.2.3 Luchtkwaliteit Het onderhavige project voldoet ruim aan de grens die de Regeling NIBM (niet in betekenende mate) stelt en draagt dus niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Nadere toetsing van het project is volgens het Besluit NIBM niet noodzakelijk. 4.2.4 Externe veiligheid Beoordeling externe veiligheid plangebied In of nabij het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig waarop het Besluit externe veiligheid van toepassing is. In of nabij het plangebied is tevens geen inrichting aanwezig waarop het Vuurwerkbesluit van toepassing is. Nabij het plangebied bevinden zich geen wegen of spoorwegen waarop frequent vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt dat een belemmering kan vormen voor de voorgestelde ruimtelijke ontwikkeling.
21 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
4.2.5 Hinder bedrijven omgeving In en nabij het plangebied liggen geen bedrijven die op basis van de planologisch-juridische situatie en op basis van de vergunde situatie ex Wet milieubeheer een belemmering kunnen vormen voor de bouw van de geplande woningen. Evenmin worden bestaande bedrijven buiten het plangebied ten gevolge van de nieuwe woningen beperkt in de bedrijfsvoering.
4.3
Overige aspecten
4.3.1 Flora en fauna Ten behoeve van het onderhavige bouwplan is in 2005 een ecologisch onderzoek verricht. Dat onderzoek is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd. Aangezien dit onderzoek meer dan 5 jaar oud is, zal voor de ontwerpfase een geactualiseerde quickscan van dit onderzoek worden toegevoegd. De conclusies van het ecologisch onderzoek uit 2005 kunnen als volgt worden samengevat. Er zijn in het gebied geen beschermde soorten aangetroffen die een ontheffing op basis van de Flora- en faunawet noodzakelijk maken. Er zijn wel licht beschermde soorten aangetroffen. Deze vallen echter onder de ontheffingsregeling voor een aantal algemeen voorkomende soorten die in de wet is opgenomen. Wel zijn er een aantal vogelsoorten aangetroffen waarvoor geen ontheffing kan worden verleend. Om verstoring van deze vogels zoveel mogelijk te voorkomen dienen de werkzaamheden buiten het broedseizoen te worden gestart. 4.3.2 Water De watertoets Eind 2000 heeft het kabinet het standpunt “Anders omgaan met water” vastgesteld. Het op een andere manier omgaan met water én ruimte is nodig om in de toekomst bescherming te bieden tegen overstromingen en wateroverlast. De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst aan de mate waarin zij rekening houden met het beleid om het water meer ruimte te geven. De watertoets heeft als doel om in een vroegtijdig stadium alle relevante partijen te betrekken bij het opstellen van een wateradvies. De toets heeft betrekking op alle wateren en alle waterhuishoudkundige aspecten die van betekenis zijn voor het gebruik en de functie van het plangebied en de directe omgeving van het gebied, bijvoorbeeld veiligheid (overstromingsgevaar), wateroverlast en waterkwaliteit. Relevante waterhuishoudkundige aspecten In het stedelijke gebied is de waterhuishouding in eerste instantie gericht op het voorkomen van (grond)wateroverlast. Bij de aanleg van de wegen, het ontwikkelen van de bouwgrond en de aanleg van de groenvoorzieningen moet ervoor worden gezorgd dat de drooglegging van het gebied in relatie met het grondwaterpeil in voldoende mate gezekerd is. De bodem van het plangebied bestaat uit een kalkloze poldervaaggrond in zavel en lichte klei. Het bodemprofiel is als volgt opgebouwd. Onder de humushoudende bovengrond zit een laag roestige kalkloze zware zavel of lichte klei die op een wisselende diepte, maar steeds binnen 70 cm beneden maaiveld overgaat in grijze kalkloze zware tot zeer zware klei met een 22 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
beperkt doorlatendheid. Het plangebied ligt in een gebied met grondwatertrap III. De gemiddelde hoogste grondwaterstand is minder dan 40 cm beneden maaiveld en de laagste grondwaterstand ligt tussen 80 en 120 cm beneden maaiveld. Een en ander betekent dat zó gebouwd moet worden dat drooglegging ten allen tijde gegarandeerd kan worden. Waterhuishoudkundige aspecten Aan de hand van de “Handreiking Watertoets” is het aspect water in onderhavig plan meegenomen. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke waterhuishoudkundige aspecten een rol spelen in de bestaande en de toekomstige waterhuishouding van het plangebied.
Thema
Relevant a
Toetsvraag
Hoofdthema's Veiligheid
1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of regionale Nee waterkering ? 2. Ligt in of nabij het plangebied een kade? Nee
Riolering en Afvalwaterketen
1. Is er toename van het afvalwater (DWA) ? Ja 2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ ? Nee 3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van het Nee waterschap ?
Wateroverlast (oppervlakte water)
1. Is er sprake van toename van het verhard Ja oppervlak? Ja 2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak ? Nee 3. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes ?
Grondwateroverlast
1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond ? 2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van de Rijn of IJssel ? 3. Is in het plangebied sprake van kwel ? 4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren ?
Nee Nee Nee Nee
Oppervlaktewaterkwaliteit
1. Wordt vanuit het plangebied water op Ja oppervlaktewater geloosd ? 2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED Nee water? Nee 3. Ligt het plangebied geheel of gedeeltelijk in een Strategisch actiegebied ?
Grondwaterkwaliteit
1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een Nee drinkwateronttrekking ? 23 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Volksgezondheid
1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstorten Nee uit het gemengde of verbeterde gescheiden stelsel ? 2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het Ja plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water) ?
Verdroging
1. Bevindt het plangebied zich beschermingszones voor natte natuur ?
Natte natuur
1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ Nee ? Nee 2. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur ?
Inrichting en beheer
1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in Ja eigendom of beheer zijn bij het waterschap ? 2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel ? Ja
in
of
nabij Nee
Aandachtsthema's Recreatie
1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of Nee gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt ?
Cultuurhistorie
1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het Nee plangebied aanwezig ?
Nadere toelichting riolering en afvalwaterketen De openbare rioleringsvoorzieningen zoals de buizen en putten in het plangebied zijn in beheer bij de gemeente. De voorwaarden voor aansluiting van het afvalwater op het vuilwaterriool wordt vastgelegd in een rioolvergunning. Het GRP 2010 - 2015 vormt hiervoor het kader. Bij het schatten van de toename van het afvalwater kan worden uitgegaan van een gemiddelde produktie van 120 liter afvalwater per inwoner per dag en van 3 inwonerequivalenten per woning. Bij een programma van 19 woningen maakt dat 285 liter ofwel 0,285 m 3 per uur. Nadere toelichting wateroverlast Het streven is erop gericht om het hemelwater niet af te voeren via het riool en om het water zoveel mogelijk vast te houden in het plangebied. Dit doel kan bereikt worden door het overtollige regenwater ter plaatse te infiltreren en/of (tijdelijk) te bergen in een vijver of een soortgelijke voorziening. De totale oppervlakte aan verharding in het gebied neemt na de bouw van de woningen en de aanleg van de bestrating aanzienlijk toe in vergelijking met de huidige situatie. Deze toename bedraagt circa 2.780 m². Het waterdoorlatende vermogen van de bodem is onvoldoende om het overtollige regenwater op een verantwoorde wijze ter plaatse te infiltreren. Daarom valt de keuze op de tijdelijke berging van dit water in de nieuwe watergang aan de westzijde van het plangebied. Deze watergang heeft binnen het plangebied een totale oppervlakte van circa 200 m 2. Het plangebied ontwatert via infiltratiebuizen op deze watergang. 24 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Bij het realiseren van een retentievoorziening moet rekening gehouden worden met de landelijke afvoernorm voor oppervlaktewater (0,7 l/s/ha voor deze locatie). De opvang van het hemelwater op eigen terrein is een verplichting van de perceelseigenaar. Nadere toelichting oppervlaktewaterkwaliteit Vanuit het plangebied wordt hemelwater via de nieuwe bredere watergang geloost op het oppervlaktewatersysteem. Ter bescherming van de oppervlaktewaterkwaliteit mogen geen uitlogende materialen worden gebruikt. Nadere toelichting volksgezondheid De watergang in het westen van het plangebied maakt deel uit van de centrale watergang door de wijk. De voorgestelde aanpassingen in de watergang verbeteren de doorstroming in het plangebied, waardoor ook in het zomerseizoen het oppervlaktewater voldoende kwaliteit heeft. De watergang is niet bedoeld als zwemwater. Er worden geen maatregelen getroffen die dit mogelijk maken. Nadere toelichting inrichting en beheer Eigendom, beheer en onderhoud van de watergang na herinrichting is een taak van het waterschap. Overleg met het waterschap In het kader van de watertoets is een concept van deze paragraaf voorgelegd aan de het Waterschap Rijn en IJssel (hierna te noemen: WRIJ). De waterbeheerder heeft zich op 10 maart 2009 onder voorwaarden akkoord verklaard met de waterparagraaf. Het waterschap stelt hierbij de volgende voorwaarden: de bestaande "kolk" (perceelsnr. 8887) wordt door het waterschap ingebracht; het eigendom, het beheer en het onderhoud van nieuwe retentie zal komen te liggen bij WRIJ conform de andere retenties in Dichteren; voor uitvoering van de werkzaamheden dient de initiatiefnemer te beschikken over een keurvergunning van het WRIJ; de watergang (perceelsnr 8682) wordt verbreed en wordt de nieuwe retentie waarbij het volgende geldt: de nieuwe waterbreedte bedraagt minimaal 15 m; het talud bedraagt minimaal 1:2; de huidige insteek aan de Bosstraat blijft ongewijzigd; aan beide zijde een 4,0 m brede strook obstakelvrij vanaf de insteek in verband met het onderhoud van de retentie.
25 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
4.3.3 Cultuurhistorie De Archeologische beleidskaart van de gemeente Doetinchem fungeert hierbij als belangrijkste toetsingskader. Een ander toetsingskader is de de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van de provincie Gelderland. Volgens beide kaarten behoort het plangebied tot een gebied met een lage tot middelmatige archeologische verwachting. Voor het aangrenzende terrein geldt echter een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Ten noorden en noordoosten van het plangebied liggen twee archeologische vindplaatsen. Daarom is besloten om voor het plangebied toch een Inventariserend veldonderzoek te doen. Dit onderzoek (Syntegra kenmerk HLE/UIT/SAZ/175245) is in 2005 uitgevoerd en als bijlage aan het bestemmingsplan toegevoegd. Bij dit onderzoek zijn geen archeologische resten aangetroffen. Hierdoor blijft het plangebied een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. Nader archeologisch onderzoek wordt daarom niet noodzakelijk geacht. Op grond van de Monumentenwet 1988 artikel 47 is men wettelijk verplicht, als toch sporen worden aangetroffen, dit te melden aan het bevoegd gezag. Verder zijn in of nabij het plangebied geen gebouwde monumenten of andere cultuurhistorische waarden meer aanwezig die van invloed zouden kunnen zijn op de voorgestelde ruimtelijke ontwikkeling. De bestaande villa op het terrein is van enige architectonische waarde. In het kader van de voorgestane ontwikkeling is besloten het gebouw en opstallen te amoveren. De erfafscheidende beplanting van de villa wordt zoveel mogelijk gehandhaafd als groensingel rondom het nieuwe hofje. 4.3.4 Belemmeringen In en nabij het plangebied bevinden zich geen hoogspanningsleidingen, persleidingen of andere civieltechnische infrastructuur die een belemmering kunnen vormen voor de ruimtelijke ontwikkeling van het plangebied. De bebouwingsmogelijkheden worden evenmin beperkt door de aanwezigheid van straalpaden of laagvliegzones.
26 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 5 5.1
Wijze van bestemmen
Toelichting op de verbeelding
Bij dit plan hoort een verbeelding. De plankaart is eenvoudig van opzet. Dit bevordert de inzichtelijkheid, handhaafbaarheid en de rechtszekerheid bij de beoordeling van bouwplannen.
5.2
Toelichting op de regels
5.2.1 Inleidende regels De inleidende regels omvatten de gebruikte begripsomschrijvingen (art. 1) en de wijze van meten (art. 2). 5.2.2 Bestemmingsregels De bestemmingen ” Groen -1” en ” Groen -2” De gronden met deze bestemmingen dienen met beplanting en/of gras ingevuld te worden waardoor ze groen blijven. De gronden rond de vijver zijn bestemd voor Groen. In de bestemming Groen-1 is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor kleine bouwwerken, niet-zijnde gebouwen, ten behoeve van deze bestemming. Binnen deze bestemming kan middels een omgevingsvergunning worden afgeweken van de bouwregels om nieuwe parkeervoorzieningen en verhardingen aan te kunnen leggen. Voor de bestemming Groen-2 geldt dat geen bebouwing is toegelaten. Voor zover de beplanting binnen deze bestemming gelegen is rondom het nieuwe hofje heeft deze een functie voor de landschappelijke inpassing en de visuele afscherming van het nieuwe woongebied. De bestemming “Tuin” De gronden met de bestemming “Tuin” maken juridisch en feitelijk deel uit van de verschillende bouwpercelen waarop de woningen gesitueerd zijn. Binnen de bestemming “Tuin” is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor bouwwerken. De bestemming “Verkeer” Deze bestemming is gegeven aan openbaar toegankelijke gronden die in de eerste plaats een verkeersfunctie hebben (voor auto's, fietsers, wandelaars enz.). Het hofje en de ontsluitingsstraat worden ingericht als woonerf en hebben ook een belangrijke functie als ontmoetingsruimte en verblijfsgebied. Binnen deze bestemming kunnen ook kleine plantsoenen en groenstroken worden aangelegd. In de regels van deze bestemming is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor gebouwen en bouwwerken, niet-zijnde gebouwen, ten behoeve van deze bestemmingen. De bestemming “Water” Een deel van de gronden is bestemd voor de nieuwe watergang. Binnen deze bestemming worden ook bouwwerken toegelaten die ook functie hebben voor de waterhuishouding, waaronder duikers. 27 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
De bestemming “Wonen” De bestemming “Wonen” betreft alle percelen waar de bouw van woningen en bijbehorende bouwwerken is toegelaten. Door middel van een aanduiding op de plankaart wordt onderscheid gemaakt tussen de twee voorkomende bebouwingsklassen, te weten: 1. bebouwingsklasse twee-aaneen woningen [tae]; 2. bebouwingsklasse vrijstaande woningen [vrij]. De hoofdgebouwen dienen binnen in het bouwvlak te worden gebouwd. Bijgebouwen zijn toegelaten binnen het bestemmingvlak, het bouwvlak inbegrepen. De maximale hoogtematen van hoofdgebouwen is op de verbeelding aangegeven. De maatvoering van de overige bebouwing (gebouwen en andere bouwwerken) is in de regels opgenomen. Afwijken van de regels voor ondermeer de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf is onder voorwaarden toegestaan. Voor de twee aan de oostgrens geplande vrijstaande woningen in het plangebied is een nadere regeling getroffen voor lagere hoogtematen van het hoofdgebouw en voor de bouw van garages. De bouwlocatie van deze garages is op de verbeelding aangegeven met de functieaanduiding (sw-ug) 'Specifieke vorm van wonen uitsluitend garages'. De goot- en de bouwhoogte van de achterzijde van het hoofdgebouw zijn lager dan de goot- en bouwhoogte aan de voorzijde met het oog op de bescherming van de belangen van de bewoners van de bestaande woningen op belendende percelen. 5.2.3 Algemene regels De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die voor alle onderdelen van het plan van toepassing zijn. Deze algemene regels bestaan ondermeer uit de afwijkings- en de wijzigingsregels. De afwijkingsregel ziet in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regels van het bestemmingsplan. De in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid laat meer ingrijpende afwijkingen toe en wordt daarom gekoppeld aan een zwaardere procedure dan bij het verlenen van omgevingsvergunning om af te wijken. De algemene regel uit het gebruiksartikel luidt dat het verboden is om opstallen en gronden te gebruiken in strijd met de bestemming. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten. 5.2.4 Overgangs- en slotregels In de loop van de tijd kan het gebruik van grond of een gebouw gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld tot hoeverre deze afwijkingen zijn toegestaan. De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.
28 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 6
Economische uitvoerbaarheid
De ontwikkeling van het voorliggende plan is een particulier initiatief. De kosten voor de gemeente worden tussen de gemeente en de initiatiefnemer middels een (anterieure) overeenkomst, waaronder een planschade overeenkomst, verhaald. Het vaststellen van een exploitatieplan is dus niet noodzakelijk. Het kostenverhaal voor de gemeente is hiermee zeker gesteld. Op deze wijze heeft het bestemmingsplan voor de gemeente geen negatieve financiële gevolgen. De economische uitvoerbaarheid van het project is vervolgens aangetoond middels een onderzoek uitgevoerd door Rosendaal Makelaars (NVM) te 's-Heerenberg. Rapport d.d. 22 maart 2011, kenmerk LR; "Beoordeling toekomstige woningbouwlocatie "Bosstraat 50; 2010" te Dichteren. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid van het project eveneens voldoende aangetoond.
29 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
30 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 7
Inspraak en vooroverleg
Vanaf de periode 2006 heeft meerdere malen overleg plaatsgevonden met omwonenden. Dit overleg heeft geresulteerd tot aanpassingen in het plan met betrekking tot onder andere de beperking van bebouwingsmogelijkheden aan de oostzijde van het plangebied en de inrichting van de groenstroken tussen de bestaande woningen en de nieuwbouw.
7.1
Inspraak
Vanaf 28 april 2011 heeft het voorontwerpbestemmingsplan Bosstraat 50 - 2011 in het kader van de inspraak zes weken ter visie gelegen. Op de ter visie legging zijn een drietal brieven binnengekomen. Deze reacties vormen ons inziens geen reden tot een wijziging van het plan. De inspraakreacties zijn samengevat en van commentaar voorzien in de Nota van Inspraak. Op basis van de inspraakreacties is er opnieuw gekeken naar de ontsluiting van het nieuwe hofje en heeft er hierover aanvullend overleg met de brandweer plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan is besloten de noordelijke ontsluiting te verbreden zodat bij calamiteiten de brandweer er goed bij kan. Deze ontsluiting wordt echter afgesloten met een paaltje om doorgaand autoverkeer te voorkomen.
7.2
Vooroverleg
De provincie en het Rijk hebben richtlijnen afgegeven wanneer een plan overleg moet worden met deze instanties. Het voorliggende bestemmingsplan is van dien aard, dat vooroverleg met provincie en rijk niet nodig is. In het kader van het vooroverleg art. 3.1 Bro met het Waterschap zijn er geen reacties binnengekomen.
31 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
32 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Bijlagen
33 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
34 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Bijlage 1 Inrichtingsplan
35 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
36 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Stedebouwkundig plan Bosstraat 50 te Dichteren (Doetinchem). Voorstel voor de beplanting rondom de locatie. De locatie van de Bosstraat 50 is een groene plek in Dichteren. De kwaliteit van de bosstroken aan de rand van het perceel is echter slecht. In relatie met de planontwikkeling is het nu een goed moment om groot onderhoud uit te voeren en of de beplanting om te vormen.
De locatie op een luchtfoto van de bestaande situatie. De eigendomsgrens is met een dunne rode lijn aangeven. De serie oranje bolletjes geven de plangrenzen aan.
In een relatief smalle beplantingsstrook is het aan te raden om regelmatig te dunnen. Zo kan vanaf het begin een dichte beplanting gemaakt worden, die later ook nog vitaal is. Het is daarom aan te raden om met het aanvullen/omvormen van deze beplanting ook een plan te maken voor (het beheer) in de toekomst. Dit is voor de beplanting rond Bosstraat nummer 50 niet gedaan. Deze groenzones hebben, door achterblijven van onderhoud, al veel van hun kracht verloren. Alleen de buitenzijden zijn nog groen, binnenin is de conditie van de beplanting slecht. Met dit document doen we een voorstel voor het eindresultaat en/of de eerste stappen ter verbetering van de beplantingsstrook. Het doel van deze beplanting is met name het waarborgen van de privacy van de bewoners, bestaand en nieuw, en het behouden van een groene rand. Onze voorstellen zijn gebaseerd op een eerste verkenning van de beplanting die op de locatie aanwezig is, waarvan enkele foto’s zijn bijgevoegd. Om het doel te bereiken zal een deskundige – bij voorkeur gerelateerd aan de toekomstig beheerder - de waardevolle en te verwijderen bomen en struiken ter plekke moeten aanwijzen. Tevens zal deze persoon dit onderhavig voorstel voor de nieuwe beplantingssituatie uitwerken en de bijbehorende beheerstechniek bepalen.
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
1/12
Nieuwe situatie versus de bestaande situatie: Het wensbeeld voor de beplanting op de locatie is voor alle zijden anders. De beschikbare ruimte varieert, (de staat van) het aanwezige sortiment is verschillend en ook de situatie voor wat betreft de aangrenzende woningen maakt onderscheid in de behandeling van de beplanting noodzakelijk. De behandeling van de beplanting is onderverdeeld in zes zones, A t/m F. Deze zones zijn ingetekend op onderstaande (gewijzigde) plankaart. Op de volgende pagina’s tonen we per zone enkele foto’s van de huidige situatie. Aansluitend wordt de gewenste situatie beschreven en in beeld gebracht met enkele doorsneden.
Het stedebouwkundige plan met daarom aangegeven de verschillende beplantingszones.
De breedte van de beplantingsstrook: Om een mooi gesloten beplantingsstrook tussen de bestaande en nieuwe tuinen te kunnen maken en handhaven, heeft het de voorkeur om de beplantingsstrook uit minimaal drie rijen struiken te laten bestaan. Om uiteindelijk twee of beter drie rijen struiken over te houden is het verstandig om met minimaal vijf rijen te starten. Vijf rijen jonge struiken (bij aanvang en later) en drie rijen volgroeide struiken, zullen samen met enkele bomen voldoende dekking geven om de privacy van de omwonenden te kunnen waarborgen. Afhankelijk van de kwaliteit van de bestaande struiklaag zou deze daar deel van uit kunnen maken. Tussen deze struiken moet wel een grotere plantafstand zijn, omdat ze elkaar eerder zullen raken. Ook bij het aanplanten van nieuwe exemplaren om de strook aan te vullen of te herplanten is het belangrijk om een goede plantafstand te kiezen. Houd er rekening mee dat er nog een (aantal) keer gedund moet worden als de planten elkaar raken. De afstand in de rij en tussen de rijen moet zo
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
2/12
zijn dat de beplanting redelijk snel dicht is, maar dat de struiken die na dunning overblijven wel op de juiste plek staan om uit te groeien tot gezonde exemplaren. Een plantafstand van één meter of 1,25 m voor nieuwe beplanting betekent dan toch al snel een breedte van 5 meter. Wat betreft de verhouding tussen de beplantingsstrook en de privé zones zijn er twee manieren hoe de beplantingstrook kan overgaan of grenzen aan de privé tuinen: 1. Als er voldoende knipbare (vooral kleinbladige) struiken aan de rand van het mengsel geplant worden, zoals meidoorn en veldesdoorn, kunnen deze gesnoeid worden als hagen. Dit zorgt voor een nog dichtere rand. Let dan wel op de beplanting erachter, deze mag niet door lichtgebrek uithollen. Bij het snoeien dient er voor gezorgd te worden dat deze niet te dicht en te hoog wordt, waardoor de achterliggende beplanting zou kunnen uithollen door lichtgebrek. Ook de hoeveelheid bomen (en de soort) die overblijft uit de huidige boomlaag bepaalt de vitaliteit van de struiklaag eronder. Als er minder bomen staan zal de struikbeplanting hoger uit kunnen groeien. Ook de bomen zelf zullen meer takken onder aan de stam behouden, als er niet direct een boom naast staat. Zo worden struiklaag en bomen samen een dicht geheel. 2. De breedte van de beplantingsstrook is bepalend voor de mogelijkheden om een dichte beplanting te creëren en de mate van onderhoud die noodzakelijk is. Algemeen kan gesteld worden dat een smallere zone een meer kunstmatige situatie noodzakelijk maakt. Het planten van een haag of zelfs – op zijn smalst - een scherm met klimop is dan een oplossing voor het behoud van privacy. Met een scherm is de grens van de tuin naar de beplantingsstrook gelijk aan een schutting, maar met behoud van het groene karakter van de strook. Om te voorkomen dat bewoners de nieuw te bouwen woningen zich in de omliggende groenstrook begeven is gekozen voor de tweede optie. Aan de achterste perceelgrens zal een haag en/of een hekwerk met klimop worden geplaatst. 1. aangevuld + 1e rij geknipt
2. scherm / hagen langs randen
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
3/12
Zone A:
Zuidzijde.
Bestaande situatie:
Zicht vanuit het park gezien op de buitenzijde van de bosstrook; bomen als decor voor de hof van parijs nr. 41 tot 49.
Gezien vanaf de locatie: dichte bosrand, maar wel ver uitgegroeid.
Binnenin de zone, veel dood hout en slecht ontwikkelde bomen en struiken.
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
4/12
Voorstellen voor beplanting: Doorsnede:
Bestaand:
Nieuw: gevarieerd, geknipte zijden
Bomen: - Enkele goede populieren handhaven om rugdekking van woningen te handhaven (zicht vanuit het park.) - In bosplantsoen enkele redelijk gevormde bomen handhaven in de binnenste plantrij (als back-up voor de populieren). Struiken: - Verwijderen alle laurierkers uit de plantstrook. - Snoeien of inkorten kansrijke exemplaren van hazelaar en meidoorn, slechte verwijderen - Op de eigendomsgrens van de nieuwe woningen een haag aanplanten en/of een hekwerk plaatsen, daarachter een rijk gevarieerd mengsel van nieuwe meidoorn, hazelaar of andere bloeiende soorten (zoals rode/gele kornoelje, Krent (Amelanchier)) planten. Aan de rand vooral aanvullen met meidoorn of veldesdoorn, zodat deze (eventueel) tot haag gesnoeid kunnen worden door de omwonenden. - Het resultaat is een ondoorzichtige strook begroeiing die de privacy waarborgt in de tuinen van de omliggende woningen.
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
5/12
Zone B:
de oostelijke bosstrook
Bestaande situatie:
De groenstrook is een hoge wand, zoals te zien tussen de woningen door.
De zijde van de bestaande tuinen is op verschillende plaatsen rommelig en geen gesloten dichte rand.
Aan de kant van de locatie neemt een coniferenhaag in slechte staat veel licht weg.
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
6/12
Voorstellen voor de beplanting: Doorsnede:
Bestaand:
Nieuw:
Bomen: - Enkele populieren handhaven (1a 2) om beeld van hoek iets voort te zetten. - In bosplantsoen enkele redelijk gevormde bomen handhaven afwisselend in de voorste en achterste plant rij. Struiken: - Verwijderen coniferenhaag. - Snoeien of inkorten kansrijke exemplaren van hazelaar en meidoorn, slechte verwijderen - Op de eigendomsgrens van de nieuwe woningen een haag aanplanten en/of een hekwerk plaatsen, daarachter een rijk gevarieerd mengsel van nieuwe meidoorn, hazelaar of andere bloeiende soorten (zoals rode/gele kornoelje, Krent (Amelanchier)) planten. Aan de rand vooral aanvullen met meidoorn of veldesdoorn, zodat deze (eventueel) tot haag gesnoeid kunnen worden door de omwonenden. - In beide gevallen is het resultaat een ondoorzichtige strook begroeiing die de privacy waarborgt in de tuinen van de omliggende woningen.
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
7/12
Zone C:
Noordzijde van de locatie, langs speelstrook.
Bestaande situatie:
De strook langs de speelplek bevat vooral veel struiken en enkele bomen die te behouden zijn, maar ook iele oude berken.
Tussen de speelplek en de bosstrook is een greppel, waar onkruid groeit.
Aan de binnenzijde staat er een rode beuken laan voor tot aan het huis (daarachter begint een laurier haag)
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
8/12
Voorstellen voor de beplanting: Doorsnede:
Bestaand:
Nieuw:
Bomen: - In bosplantsoen enkele redelijk gevormde bomen handhaven afwisselend in de voorste en achterste plantrij. Grotere afstand tussen de bomen onderling dan aan andere zijden, zodat deze als solitairen kunnen uitgroeien Struiken: - Verwijderen laurier. - Snoeien of inkorten kansrijke exemplaren van hazelaar en meidoorn, slechte verwijderen. - Aanbrengen beukenhaag met groeihoogte van 200 cm op achterste perceelgrens woningen. - Langs de bestaande greppel aanvullen met nieuwe hazelaar of andere soorten zoals rode/gele kornoelje en veldesdoorn. - Zo nodig tussen haag en greppel aanvullen met meidoorn of veldesdoorn. In overleg met bewoners van de nieuw te bouwen woningen bestaande begroeiing op percelen handhaven of uitdunnen. - Het geheel leidt tot een gesloten begroeiing met privacy voor de bewoners en handhaving van de speelplek langs het Hof van Orleans. - Bestaande inrichting van speelplek verder zoveel mogelijk handhaven maar afgestemd op de eisen t.a.v. beheer voor groen van de gemeente Doetinchem (grond is eigendom gemeente).
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
9/12
Zone D:
Strook langs het water aan de westzijde, voorkant van het hof.
Bestaande situatie:
Oude knotwilgen langs het fietspad aan de westzijde de ‘voorzijde’ van het plangebied aan de oostzijde van het water.
Voorstellen voor de beplanting: Bomen: - Langs het te verbrede water enkele nieuwe (meerstammige) elzen planten om watersfeer te verbeelden. Struiken: - De nieuwe hagen langs de weg bestaan uit rode beuken of groene haagbeuken, in aansluiting op de beplantingshagen in het Stadskwartier van Dichteren. - Verder aan te vullen met een grasweide waarin gespeeld kan worden.
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
10/12
Zone E:
In de zuidwestzijde, grenzend een bestaande poel.
Bestaande situatie:
De bosbeplanting loopt nu ongewijzigd door langs de waterpartij.
Voorstellen voor de beplanting: Bomen: - Geen bestaande bomen handhaven, met uitzondering van een enkele solitair die thans aan de buitenzijde staat en bij de te realiseren waterpartij gehandhaafd kan blijven (aansluitend bij zone D). Struiken: - Verwijderen van de beplanting. - Nieuwe rode beukenhagen aanplanten rond de hoekwoning, in aansluiting op hagen in de wijk.
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
11/12
Zone F:
De nieuwe woonhof uitzicht en entree van een groot deel van de nieuwbouw.
Ontwerpsituatie: Deze aangepaste kaart is ter illustratie van de nieuwe beplantingen voor de nieuwbouw.
Voorstellen voor de beplanting Bomen: - In het hof zoveel mogelijk handhaven grote kansrijke solitairen (platanen, noot, es, kastanje). - Grootbladige soorten als kastanje, esdoorns en platanen voor een stenige hof. Struiken: - Er worden geen struiken voorgesteld in het binnenhof. - Op de zijperceelsgrens van de woningen aan de toegangsweg tot het hof hagen van rode beuk of haagbeuk aanbrengen. - Op de voorzijde van perceelsgrens hagen aanbrengen conform beplantingshagen in het Stadskwartier van Dichteren
Bureau van Droffelaar Arnhem, 1 juli 2008.
Voorstel voor de beplanting rondom de Bosstraat nr. 50
12/12
Stedebouwkundig plan Bosstraat 50 te Dichteren (Doetinchem). Aanvullende notitie t.a.v. inrichting Hof van Orleans – 1 juli 2008
Figuur 1: De huidige situatie aan het Hof van Orleans, gefotografeerd vanuit de lucht. De eigendomsgrens van de Bosstraat is door middel van een rode contourlijn aangegeven.
Figuur 2: Dezelfde luchtfoto, waarop een schets van het stedebouwkundige plan is geprojecteerd. Merk op dat er ter plaatse van de groenstrook aan het Hof van Orleans niets wijzigt. De bestaande situatie blijft behouden. Ten westen van de groenstrook wordt de waterloop doorgetrokken.
Figuur 3: De digitale uitwerking van de toekomstige situatie. De bestaande bomen in de groenstrook en de greppel op gemeentegrond zijn hierin meegenomen.
Aanvullende notitie t.a.v. inrichting Hof van Orleans
1/1
Bijlage 2 Bodemonderzoek
51 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
52 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv Postbus 74 7140 AB Groenlo TEL. 0544-474040
Den Sliem 93 7141 JG Groenlo FAX. 0544-474049
Verkennend bodemonderzoek Bosstraat 50 te Doetinchem
Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode & plaats
: : : :
Rapportnummer
: MT.20199
Groenlo, 19 augustus 2010
H.J. Seesink Beheer B.V. Dhr. H.J. Seesink Postbus 91 7090 AB Dinxperlo
Opgesteld:
Paraaf:
F.H. Broekhuijsen Geautoriseerd:
Paraaf:
N. Looman
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem gebruikt worden voor het doel waarvoor het is vervaardigd. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v.
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING----------------------------------------------------------------------------------------------------- 3
2
VOORINFORMATIE ---------------------------------------------------------------------------------------- 4 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
LOCATIESPECIFIEKE INFORMATIE -------------------------------------------------------------------------------------------4 OMGEVINGSGEGEVENS ------------------------------------------------------------------------------------------------------4 GEOHYDROLOGISCHE GEGEVENS ------------------------------------------------------------------------------------------4 VOORGAANDE BODEMONDERZOEKEN--------------------------------------------------------------------------------------5 AFBAKENING LOCATIE VOOR BODEMONDERZOEK ------------------------------------------------------------------------5
VERWACHTINGSPATROON ---------------------------------------------------------------------------- 6 3.1 3.2
4
BODEMONDERZOEK ----------------------------------------------------------------------------------------------------------6 ASBEST ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6
ONDERZOEKSOPZET------------------------------------------------------------------------------------- 7 4.1 4.2
5
ALGEMEEN---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------7 BOOR- EN ANALYSEFREQUENTIE -------------------------------------------------------------------------------------------7
RESULTATEN ------------------------------------------------------------------------------------------------ 8 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
6
TOETSINGSKADER ------------------------------------------------------------------------------------------------------------8 VERRICHTE WERKZAAMHEDEN ----------------------------------------------------------------------------------------------8 LOCALE BODEMOPBOUW ----------------------------------------------------------------------------------------------------8 ZINTUIGLIJKE WAARGENOMEN BIJZONDERHEDEN ------------------------------------------------------------------------9 METINGEN WATERMONSTERNAME------------------------------------------------------------------------------------------9 SAMENSTELLING (MENG)MONSTERS EN CHEMISCHE ANALYSES--------------------------------------------------------9 ANALYSERESULTATEN -------------------------------------------------------------------------------------------------------9 INTERPRETATIE ANALYSERESULTATEN----------------------------------------------------------------------------------- 13
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN --------------------------------------------------------------- 14 6.1 6.2 6.3 6.4
BIJLAGEN a BIJLAGE 1 BIJLAGE 1b BIJLAGE 1c BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6
ALGEMEEN------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 14 VERWACHTINGSPATROON ------------------------------------------------------------------------------------------------- 14 RESULTATEN ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 14 SLOTCONCLUSIE EN AANBEVELINGEN------------------------------------------------------------------------------------ 15
Topografische kaart Kadastrale kaart met gegevens Situatietekening met monsternamepunten Boorbeschrijvingen Analysecertificaten grond en puin Analysecertificaten grondwater Toetsingstabellen Toegepaste normen
Rapportnummer: MT.20199
pagina 2 van 15
1
INLEIDING
In opdracht van H.J. Seesink Beheer B.V. heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 6 juli en 12 augustus 2010 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van het perceel aan de Bosstraat 50 te Doetinchem (gemeente Doetinchem). De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 10.190 m2. In bijlage 1 zijn de topgrafische en de kadastrale kaart met de ligging en het overzicht van de locatie opgenomen. Aanleiding voor het bodemonderzoek zijn een eigendomsoverdracht en voorgenomen bouwactiviteiten. Doel van dit onderzoek is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5740 (NEN 5740). Het vooronderzoek, dat parallel loopt aan deze norm, is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5725 (NEN 5725). De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2000, veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. Milieutechniek Rouwmaat B.V. is gecertificeerd en erkend onder het procescertificaat met het kenmerk VB-031/2 voor het uitvoeren van milieuhygiënisch bodemonderzoek conform deze beoordelingsrichtlijn. Het toepassingsgebied van dit certificaat betreft de VKB-protocollen 2001, 2002 en 2018. De grond- en/of grondwateranalyses zijn uitgevoerd door een RVA-gecertificeerd en door de overheid erkend laboratorium. Tussen Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v. en de opdrachtgever is geen sprake van een relatie, die de onafhankelijkheid en de integriteit van Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v. zou beïnvloeden en/of haar werkzaamheden zou kunnen belemmeren. In het voorliggende rapport wordt verslag gedaan van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek. In hoofdstuk 2 is de locatie beschreven. Aan de hand van deze gegevens is in hoofdstuk 3 het verwachtingspatroon gedefinieerd omtrent de verontreinigingssituatie. Hoofdstuk 4 behandelt de onderzoeksopzet, terwijl in hoofdstuk 5 de veldwaarnemingen en de analyseresultaten kort samengevat zijn weergegeven. Ten slotte zijn in hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen gedefinieerd.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 3 van 15
2
VOORINFORMATIE
Voor aanvang van het bodemonderzoek zijn de (historische) gegevens, die relevant zijn voor het onderzoek, verzameld op basisniveau. Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden op het onderhavige perceel en de aangrenzende terreinen (maximaal tot 50 meter afstand). Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd: informatie van de opdrachtgever eerder uitgevoerd onderzoek informatie van de gemeente locatie inspectie 2.1 Locatiespecifieke informatie De onderzoekslocatie is gelegen aan de Bosstraat 50 te Doetinchem (gemeente Doetinchem). De locatie is kadastraal bekend als gemeente Ambt-Doetinchem, sectie A, nummer 3090. Omschrijving van de onderzoekslocatie Momenteel is de locatie in gebruik ten behoeve van een woonbestemming. Op de locatie zijn aanwezig: - woning incl. garage en paardenstallen - tuinhuisje - berging In het verleden heeft op de locatie een zeecontainer gestaan die werd gebruikt voor de opslag van materialen. De overige bebouwingen zijn als zodanig in gebruik. Op het achterterrein is een bezinkput en een septictank aanwezig. Het is niet bekend of het huishoudelijk afvalwater hier nog steeds op wordt geloosd. Aan de voorzijde van de woning is een weiland aanwezig. Het terrein is gedeeltelijk verhard met klinkers (oprit en rondom de woning). Onder de klinkers bevindt zich volgens de opdrachtgever (brokken beton/metselpuin), afkomstig van een voormalige boerderij die op de locatie aanwezig is geweest. De onverharde delen zijn in gebruik als tuin, gazon en bos. Het is onbekend of het terrein opgehoogd is. Op de locatie hebben zich in het verleden, voor zover bekend, geen calamiteiten voorgedaan. In het verre verleden is het perceel voor zover bekend altijd in gebruik geweest voor agrarische doeleinden dan wel natuurdoeleinden. Zoals vermeld zal het perceel in eigendom overgaan. Voor zover bekend zal de onderzoekslocatie herontwikkeld worden waarbij nieuwbouw zal worden gerealiseerd. 2.2 Omgevingsgegevens De locatie wordt omgeven door woningbouw en bevindt zich op het "plan Dichteren". 2.3 Geohydrologische gegevens Voor de bodemgegevens en de geohydrologische informatie is gebruik gemaakt van de grondwaterkaart van Nederland (Dienst grondwaterverkenning, TNO, Delft 1985), Bodemkaart Nederland (Sitboka, Wageningen, 1975).In de onderstaande tabel staat de (hydro)geologische gegevens weergegeven. diepte (m-mv) 0-2 2 - 22 22 - 45
omschrijving deklaag: slibhoudend middel fijn t/m uiterst fijn zand. (form. van Twente en Betuwe) 1e WVP: Grove grindhoudende zanden (form. van Kreftenheye) 1e scheidende laag: zandige klei
De onderzoekslocatie is gesitueerd in het stroomgebied van de Oude IJssel. Het ondiepe grondwater stroomt, indien het niet wordt beinvloed door locale factoren zoals ligging van sloten, putten, de aanwezigheid van zandlichamen voor kabels en leidingen of funderingen e.d., in zuidwestelijke richting. Het grondwater onder de onderzoekslocatie is onderhevig aan invloeden van buitenaf. Ten noorden van de locatie is het Kanaal langs de Bosweg gesitueerd.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 4 van 15
2.4 Voorgaande bodemonderzoeken Op of in de nabije omgeving van de onderzoekslocatie heeft reeds eerder onderzoek plaatsgevonden. In het kader van de herontwikkeling van het toekomstig woongebied "plan Dichteren"is door Heidemij Advies een indicatief bodemonderzoek uitgevoerd (kenmerk: 634-EA91-D430-27491; 1991). In het algemeen zijn behoudends enkele licht verhoogde gehalten geen noemenswaardige verontreinigingen aangetoond. In de bovengrond en het grondwater zijn wel sterk verhoogde gehalten aangetroffen, welke als natuurlijke achtergrondwaarden (arseen) beschouwd kunnen worden. Op het onderhavige perceel is t.p.v. de septictank zintuiglijk een gierlucht waargenomen. In een peilbuis is een licht verhoogd gehalte aan minerale olie en tolueen waargenomen. Middels nader onderzoek zijn rondom de septic tank een drietal peilbuizen geplaatst. Er is een water-mengmonster samengesteld van twee peilbuizen. Er is een ten opzichte van de detectielimiet lichte verhoging aan xylenen waargenomen. Het minerale olie en tolueen gehalte is niet meer aangetroffen. In opdracht van Bijvank Vastgoed BV heeft de Rouwmaat Groep, divisie Advies & Bodem op 14 oktober 2004 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van het perceel aan Bosstraat 50 te Doetinchem. Uit de analyseresultaten met betrekking tot de grond blijkt dat in de bovengrond plaatselijk een licht verhoogt PAK gehalte en in ondergrond plaatselijk lichte verhoogd kwik, PAK en minerale olie is aangetoond. Uit de analyseresultaten met betrekking tot het grondwater blijkt dat het grondwater plaatselijk matig verontreinigd is met arseen en licht verontreinigd is met chroom. Formeel gezien dient een nader onderzoek plaats te vinden op basis van het aangetroffen matig verhoogde arseengehalte. De gegevens uit het voorgaande onderzoek weerspiegelen nagenoeg dezelfde waarden. Het is bekend dat er sterk verhoogde waarden aan arseen in de bodem aangetroffen kunnen worden (vastgelegd in de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Doetinchem). Het licht verhoogde gehalte aan minerale olie en PAK in de ondergrond en bovengrond wordt naar aller waarschijnlijkheid veroorzaakt door de aangetroffen bijmengingen aan antropogene bestandsdelen (kool- en puindeeltjes) en/of door microscopisch kleine deeltjes (bijv. roet). Het betreffen dan diffuus verspreide verontreinigingen. De onder de klinkerverharding aanwezige puinlaag dient in eerste instantie als asbestverdacht beschouwd te worden (tenzij het materiaal geleverd is onder KOMO-keur). 2.5 Afbakening locatie voor bodemonderzoek Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden op het onderhavige perceel en de aangrenzende terreinen (maximaal tot 50 meter afstand). De geografische afbakening van het besluitvormingsgebied betreft het terrein of terreindeel dat in eigendom overgaat. Het bodemonderzoek heeft plaatsgevonden op het gehele perceel. De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 10.190 m2.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 5 van 15
3
VERWACHTINGSPATROON
3.1 Bodemonderzoek Op basis van de in hoofdstuk 2 verstrekte (historische) informatie is vooraf bekeken in hoeverre de bodem op de onderzoekslocatie verontreinigd kan zijn. Volgens de NEN 5740 dient dan een aanname te worden gemaakt omtrent de kans op bodemverontreiniging. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt in verdachte en niet verdachte locaties. Op basis van de (historische) informatie worden de volgende deellocaties ten behoeve van het bodemonderzoek onderscheidden: Fundatiemateriaal onder klinkerverharding: Overig terrein:
Mogelijk is het puin verontreinigd met asbest. Verdachte stoffen zijn asbest De rest van de locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd.
Voor deze deellocaties kunnen vervolgens onderstaande hypotheses gesteld worden. Tevens is aangegeven welke onderzoeksstrategie conform NEN 5740 voorzien wordt. De septictank en bezinkput zijn opgenomen in het onderzoek van het overige terrein. Fundatiemateriaal onder klinkerverharding: Voor de deellocatie is de bodembelasting onbekend. Verdachte stof is asbest. Ten behoeve van de deellocatie wordt de Onderzoeksstrategie conform de NEN 5897 gehanteerd. Overig terrein De rest van de locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. De hypothese luidt dan ook: De rest van de locatie is onverdacht. Ten behoeve van de rest van de locatie wordt de "Onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (ONV)" gehanteerd. Wel is rekening met de verdeling van de boringen gehouden m.b.t. de bezinkput en septictank. Indien in geen van de monsters één der onderzochte stoffen aanwezig is in een concentratie boven de streefwaarde van de toetsingstabel uit de circulaire "Circulaire bodemsanering 2009, Staatscourant nr. 67 7 april 2009", wordt de hypothese aangenomen. 3.2 Asbest Op de locatie is een puin fundatie onder de klinkerverharding aanwezig. Puin in de bodem leidt in principe tot de strategie asbestverdacht, tenzij het puin afkomstig is van evident niet asbestverdacht materiaal zoals asfalt, klinkers of kolengruis. Zolang het gehalte aan puin beneden de 20 volumeprocent blijft kan de onderzoekstrategie van de NEN 5707 worden gevolgd. Wanneer er meer dan 20 volumeprocent puin aanwezig is, zal de onderzoekstrategie volgens de (ontwerp) NEN 5879 moeten zijn. Overigens geldt genoemde 20 volumeprocent niet alleen voor puin(granulaat) maar ook voor andersoortig bouw en sloopafval. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). De puinfundatie wordt onderzocht op het voorkomen van asbest verdachte materialen conform de NEN 5897. Tevens wordt tijdens de veldwerkzaamheden gelet op het voorkomen van asbestverdachte materialen, in het opgeboorde materiaal en op de bodem van de onderzoekslocatie.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 6 van 15
4
ONDERZOEKSOPZET
4.1 Algemeen De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 10.190 m2. Het aantal boringen per laag, het aantal peilbuizen en het aantal te analyseren grond- en grondwatermonsters is omschreven in de NEN 5740 en is afhankelijk van de oppervlakte en eventuele verdachte (deel)locaties. 4.2 Boor- en analysefrequentie De veldwerkzaamheden zijn door Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv (Dhr. T. Huls) uitgevoerd op 6 juli en 12 augustus 2010. In de onderstaande tabel is de onderzoeksopzet weergegeven. Locatie
Aantal boringen (excl. peilbuizen) Fundatiemateriaal 2 sleuven tot ± 50 cm-mv onder klinkerverharding 15 tot ± 50 cm-mv Overig terrein 3 tot ± 200 cm-mv
Aantal peilbuizen geen
2
Analyses grond
Analyses water
1 asbest
n.v.t.
5 AS3000-pakketten grond
2 AS3000-pakketten grondwater
Standaardpakket grondmonsters: • Lutum en organische stof (volgens AS3010) Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn) (volgens AS3010) • PCB's (volgens AS3010 en AS3020) • Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (10 PAK uit Leidraad Bodembescherming, volgens AS3010) • Minerale olie (C10-40) )(volgens AS3010) • Standaardpakket grondwatermonsters: • Zuurgraad (pH) en Geleidbaarheid (EC) Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn)(volgens AS3110) • Vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen, naftaleen) (volgens AS3110 en AS3130) • Vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (vinylchloride, chloorethenen, chloormethaan, chloroform, chloorethanen, • chloorpropanen en bromoform) (volgens AS3110) Minerale olie (C10-40), (volgens AS3110) •
De boringen worden in trajecten van maximaal 50 cm bemonsterd, of anders afhankelijk van de veldwaarnemingen. De analyses voor milieuhygiënisch bodemonderzoek zullen worden uitgevoerd volgens het accreditatieschema AS3000. De AS3000 is een richtlijn waarin de kwaliteitseisen voor laboratoria zijn vastgelegd voor al het milieuhygiënisch bodemonderzoek. AS3000 vormt één van de centrale instrumenten voor bodemonderzoek in het kader van de nieuwe Regeling Bodemkwaliteit van het ministerie voor Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Alleen analysecertificaten van AS3000 erkende laboratoria worden dan nog geaccepteerd. Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv besteedt haar analyses uit aan een RVA-gecertificeerd laboratorium, welke de AS3000 erkenning in haar bezit heeft. Een week na plaatsing wordt uit de geplaatste peilbuis met behulp van een slangenpomp een grondwatermonster genomen. Ten behoeve van de bepaling van de zware metalen wordt het grondwater in het veld gefiltreerd door een filter met een poriëngrootte van 0,45 micron.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 7 van 15
5
RESULTATEN
5.1 Toetsingskader De analyseresultaten van de onderzochte monsters worden vergeleken met de waarden van de toetsingstabel uit de "Circulaire bodemsanering 2009, Staatscourant nr. 67 7 april 2009". De in deze tabel genoemde toetsingswaarden hebben de volgende betekenis: achtergrond-/streefwaarde = referentiewaarde toetsingswaarde = toetsingswaarde voor nader onderzoek (½(S- + I- waarde)) interventiewaarde = toetsingswaarde voor sanering of saneringsonderzoek De streef-, toetsings- en interventiewaarden voor een aantal stoffen in de grond zijn afhankelijk van het gehalte aan organische stof en lutum. De referentiewaarden voor grond zijn daar waar mogelijk berekend met een door het laboratorium bepaald percentage lutum en organische stof. De bepaling van het gehalte aan lutum en organische stof kan achterwege blijven als voor toepassing van de bodemtypecorrectie wordt gerekend met de laagste percentages aan lutum en organische stof (voor beide 2%). Voor de beoordeling van de verontreinigingssituatie wordt behalve met de toetsingstabel, ook rekening gehouden met de zintuiglijke waarnemingen en eventueel met het gebruik van de bodem. Bij de beoordeling worden de volgende termen toegepast: kleiner dan de achtergrond-/streefwaarde tussen achtergrond-/streefwaarde en toetsingswaarde tussen toetsingswaarde en interventiewaarde groter dan de interventiewaarde
= = = =
niet verontreinigd licht verontreinigd matig verontreinigd sterk verontreinigd
De locatie wordt als verontreinigd beschouwd, indien in een (meng)monster stoffen aanwezig zijn in een concentratie hoger dan de streefwaarde. Overschrijding van de toetsingswaarde houdt in dat er een vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat en dat een nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Als voor tenminste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 25 m3 grond of 100 m3 grondwater hoger is dan de interventiewaarde is het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bevestigd. 5.2 Verrichte werkzaamheden De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2000 veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, Milieutechniek Rouwmaat Groenlo B.V. is hiervoor gecertificeerd. Het veldwerk is uitgevoerd volgens de van toepassing zijnde normen die in bijlage 6 staan vermeld. In de volgende tabel zijn de verrichte werkzaamheden weergegeven: Locatie Fundatiemateriaal onder klinkerverharding Overig terrein
Aantal boringen (excl. peilbuizen) Aantal peilbuizen 2 boringen (SLEUF1, SLEUF2) tot ± 50 cm-mv geen 15 boringen (2, 3, 5, 6, 7, 9, 10, 11, 12, 13, 16, 17, 18, 19, 20) tot ± 50 cm-mv 3 boringen (1, 4, 15) tot ± 200 cm-mv
2 peilbuizen (8, 14) filterstelling 220-320 en 220-320 cm-mv
Op de tekening in bijlage 1c staan de diverse boringen weergegeven. De boorbeschrijvingen staan beschreven in bijlage 2. Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op korrelgrootte (=textuur), kleur, geur en andere bijzonderheden. De eventuele aanwezigheid van olie is aan de hand van een afwijkende bodemkleur (veelal blauwgrijs) en oliegeur beoordeeld. Bovendien is de grond ondergedompeld in water. Indien er een oliefilm op het water ontstaat, kan aan de hand van de dikte en de kleurschakering van de oliefilm het olieproduct indicatief beoordeeld worden. Deze test wordt een oliewaterreaktie genoemd. De geur, kleur en de oliewaterreaktie geven samen een indruk van de mate en soort olieverontreiniging. 5.3 Locale bodemopbouw De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand houdende klei. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit klei met daar onder een zandlaag en plaatselijk een veenlaag. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 90 cm-mv voor peilbuis 8 en 160 cm-mv voor peilbuis 14. De complete omschrijvingen van de boorprofielen staan vermeld in bijlage 2.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 8 van 15
5.4 Zintuiglijke waargenomen bijzonderheden In onderstaande tabel zijn de zintuiglijk waargenomen bijzonderheden weergegeven: Locatie
Boring
Fundatiemateriaal onder klinkerverharding
Overig terrein
Zintuiglijke afwijking
SLEUF1
Traject (cm-mv) 6-50
SLEUF2 9 11 17 19
50-100 30-100 0-50 0-50 0-50 0-50
puin (sterk), asfalt puin (sterk) puin (licht) puin (licht) puin (matig) puin (matig)
puin (sterk)
Tevens is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). 5.5 Metingen watermonstername Tijdens bemonstering van het grondwater, zijn de volgende metingen uitgevoerd: Code
Plaatsingsdatum
Bemonsteringsdatum
Filterstelling (cm-mv)
8 14
6-7-2010 6-7-2010
12-8-2010 12-8-2010
220-320 220-320
Grondwaterstand (cm-mv) 90 160
Zuurgraad pH
Geleidbaarheid EGV (µS/cm)
6,97 6,7
762 703
Geen van de gemeten waarden wijkt duidelijk af van de waarde, welke gezien de natuurlijke omstandigheden verwacht kan worden. 5.6 Samenstelling (meng)monsters en chemische analyses Op basis van de zintuiglijke waarnemingen zijn (meng)monsters samengesteld van de grond. Bij het samenstellen van mengmonsters bedraagt de laagdikte waarover wordt gemengd in principe 0,5 meter; alleen bij een gelijke bodemkarakteristiek kunnen monsters worden gemengd over een grotere laagdikte. Verschillende grondsoorten (bijvoorbeeld klei, zand en veen) mogen niet worden vermengd. In onderstaande tabel zijn de verschillende (meng)monsters en de uitgevoerde analyses weergegeven. Locatie
Monster
Samenstelling
Fundatiemateriaal onder klinkerverharding Overig terrein
SLEUF1 EN 2
Sleuf 1 en 2
M1 M2
1-1, 3-1, 4-1, 6-1, 8-1 12-1, 13-1, 14-1, 16-1, 18-1, 20-1 10-1, 11-1, 15-1, 17-1, 19-1, 5-1, 7-1, 9-1 1-2, 1-3, 14-2, 15-2, 15-3, 4-2, 4-3, 8-2, 8-3 14-3, 14-4, 15-4 Grondwater Grondwater
M3 M4 M5 8 14
Traject (cm-mv) 10-50
Analyse
0-50 0-50
AS3000-pakket grond AS3000-pakket grond
0-50
AS3000-pakket grond
50-150
AS3000-pakket grond
120-200 220-320 220-320
AS3000-pakket grond AS3000-pakket grondwater AS3000-pakket grondwater
asbest
Motivatie: Sleuf 1 en 2 is samengesteld uit de fijne puinfractie van sleuf 1 en 2. M1 t/m M3 zijn samengesteld uit de individuele grondmonsters van de bovengrond. M4 is samengesteld uit de individuele grondmonsters van de kleiige ondergrond. M5 is samengesteld uit de individuele grondmonsters van de zandige ondergrond. 5.7 Analyseresultaten In bijlage 3 zijn de analyserapporten van de grond opgenomen en in bijlage 4 van het grondwater. De toetsingstabellen van de analyseresultaten zijn weergegeven in bijlage 5. Indien een "kleiner dan (< en
Rapportnummer: MT.20199
pagina 9 van 15
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De achtergrond-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondmonsters M2 M3 (mg/kg.ds) (mg/kg.ds)
M1 (mg/kg.ds)
M4 (mg/kg.ds)
M5 (mg/kg.ds)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.)
5,7 25,7
3,8 16
2,2 7,4
6 7,8
0,8 8,2
Droge stof Droge stof (% d.s.)
77,9
88,2
93,1
77,1
81,6
Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
150 0,22 9,5 18 0,061 21 <1,5 30 63
-
2,6 0,11 0,46 0,24 0,061 0,11 <0,05 0,053 <0,05 0,084 3,8 +
110 0,43 8,5 22 0,088 62 <1,5 19 75
+ -
<0,05 0,28 0,72 1,6 0,73 0,53 0,57 0,17 0,27 0,22 5,1 +
90 0,41 5 26 0,092 37 <1,5 13 79
+ + + +
170 0,53 13 18 0,059 25 <1,5 32 68
<0,05 0,054 0,65 1,2 0,65 0,53 0,62 0,49 0,12 0,38 4,7 +
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,051 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,37
-
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0012 <0,001 0,0054
-
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
<3 <5 <6 15 39 6,2 59
-
-
-
-*
-
35 <0,17 8,4 9,2 <0,05 <13 <1,5 23 23
+ + -
-
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,35
-
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-*
-
+ + + -
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M1: 1-1,1-4,3-1,6-1,8-1 (0-50 cm-mv) M2: 12-1,13-1,14-1,16-1,18-1,20-1 (0-50 cm-mv) M3: 10-1,11-1,15-1,17-1,19-1,5-1,7-1,9-1 (0-50 cm-mv) M4: 1-2,1-3,14-2,15-2,15-3,4-2,4-3,8-2,8-3 (50-150 cm-mv) M5: 14-3,14-4,15-4 (120-200 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder achtergrondwaarde of detectiegrens, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 10 van 15
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Puinmonster Verbinding
SLEUF1EN2 (mg/kg.ds)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Asbest in puin (gewogen NEN 5897) Asbest in puin (NEN 5897) bovengrens Asbest in puin (NEN 5897) ondergrens Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens) Concentratie chrysotiel (ondergrens) Concentratie crocidoliet (bovengrens) Concentratie crocidoliet (ondergrens) Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie crocidoliet Totaal asbest hechtgebonden Asbest onderzoek Gemeten asbestconcentratie Niet-hechtgebonden asbest
2 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
<1 0
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ SLEUF1EN2: Sleuf 1 en 2 (10-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder achtergrondwaarde of detectiegrens, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
Rapportnummer: MT.20199
pagina 11 van 15
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondwatermonsters 8 (µg/liter)
14 (µg/liter)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
210 <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60
+ -
180 <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60
+ -
Vluchtige aromaten Benzeen Tolueen Ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen Naftaleen (BTEXN) Xylenen (som, 0.7 factor) BTEX (som) Styreen (Vinylbenzeen)
<0,2 <0,3 <0,3 <0,1 <0,2 <0,05 0,21 <1,1 <0,3
-* -
<0,2 <0,3 <0,3 <0,1 <0,2 <0,05 0,21 <1,1 <0,3
-* -
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,2 0,14
-*
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,2 0,14
-*
<0,25 <0,25 <0,25 0,52
-
<0,25 <0,25 <0,25 0,52
-
<0,1 <3,2 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,1 <2
-
<0,1 <3,2 <0,1 <0,1 0,13 0,61 <0,6 <0,1 <2
+ -
-
-
Gehalogeneerde koolwaterstoffen 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-Dichlooretheen Dichloormethaan 1.2-Dichloorethenen (som, 0.7 factor) 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+1,3) Tetrachlooretheen (Per) CKW (som) Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) Vinylchloride Tribroommethaan (bromoform) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 8: (220-320 cm-mv) 14: (220-320 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder streefwaarde of detectiegrens, -: onder streefwaarde of detectiegrens, +: tussen streefwaarde en ½(S+I), ++: tussen ½(S+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
Rapportnummer: MT.20199
pagina 12 van 15
5.8 Interpretatie analyseresultaten Uit de analyseresultaten met betrekking tot de grond blijkt dat: • Grondmengmonster M1 licht verontreinigd is met PAK; • Grondmengmonster M2 licht verontreinigd is met Lood [Pb] en PAK; • Grondmengmonster M3 licht verontreinigd is met Cadmium [Cd], Koper [Cu], Lood [Pb], Zink [Zn] en PAK; • Grondmengmonster M4 licht verontreinigd is met Cadmium [Cd], Kobalt [Co] en Nikkel [Ni]; • Grondmengmonster M5 licht verontreinigd is met Kobalt [Co] en Nikkel [Ni]. In het puinmengmonster SLEUF 1 EN 2 is geen asbest. Uit de analyseresultaten met betrekking tot het grondwater blijkt dat: • Het grondwatermonster 8 licht verontreinigd is met Barium [Ba]; • Het grondwatermonster 14 licht verontreinigd is met Barium [Ba] en 1,1,2-Trichloorethaan.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 13 van 15
6
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
6.1 Algemeen In opdracht van H.J. Seesink Beheer B.V. heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 6 juli en 12 augustus 2010 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van het perceel aan de Bosstraat 50 te Doetinchem (gemeente Doetinchem). Aanleiding voor het bodemonderzoek zijn een eigendomsoverdracht en voorgenomen bouwactiviteiten. Doel van dit onderzoek is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. 6.2 Verwachtingspatroon Dit onderzoek is gebaseerd op de NEN 5740, die onderscheid maakt in verdachte en niet verdachte locaties. De volgende deellocaties zijn onderscheidden: Fundatiemateriaal onder klinkerverharding: Overig terrein:
Mogelijk is het puin verontreinigd met asbest. Verdachte stoffen zijn asbest De rest van de locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd.
Bij het vooronderzoek zijn geen gegevens naar voren gekomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest op of in de bodem van de onderzoekslocatie. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. 6.3 Resultaten De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand houdende klei. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit klei met daar onder een zandlaag en plaatselijk een veenlaag. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 90 cm-mv voor peilbuis 8 en 160 cm-mv voor peilbuis 14. Tijdens de veldwerkzaamheden is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Fundatiemateriaal onder klinkerverharding Op zintuiglijke wijze zijn de navolgende afwijkingen waargenomen: (a) boring SLEUF1 (van 6-50 cm-mv) 'puin (sterk)'; (b) boring SLEUF1 (van 50-100 cm-mv) 'puin (sterk) en asfalt'; (c) boring SLEUF2 (van 30-100 cm-mv) 'puin (sterk)'. Visueel en analytisch is geen asbest (verdacht materiaal) aangetroffen. De hypothese "Voor de deellocatie is de asbest verdacht". Verdachte stof is asbest" dient verworpen te worden. Op basis van de onderzoeksresultaten is een nader onderzoek niet noodzakelijk. Overig terrein Op zintuiglijke wijze zijn de navolgende afwijkingen waargenomen: (a) boring 9 (van 0-50 cm-mv) 'puin (licht)'; (b) boring 11 (van 0-50 cm-mv) 'puin (licht)'; (c) boring 17 (van 0-50 cm-mv) 'puin (matig)'; (d) boring 19 (van 0-50 cm-mv) 'puin (matig)'. Op basis van de analyseresultaten kan geconcludeerd worden dat: (a) de bovengrond licht verontreinigd is met PAK, en plaatselijk eveneens licht verontreinigd met Lood [Pb], Cadmium [Cd], Koper [Cu], Zink [Zn], Kobalt [Co] en Nikkel [Ni]; (b) Het grondwater plaatselijk licht verontreinigd is met Barium [Ba] en 1,1,2-Trichloorethaan. Het is bekend dat in de bodem zware metalen in fluctuerende gehalten kunnen voorkomen, zowel door natuurlijke bronnen als door menselijke activiteiten veroorzaakt (vermesting). De gehalten betreffen dan (natuurlijke) achtergrondwaarden.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 14 van 15
De verhoogde gehalten PAK in de grond worden (deels) waarschijnlijk veroorzaakt door de waargenomen antropogene bestandsdelen (puin-/kooldeeltjes) en/of door microscopisch kleine deeltjes (bijv. roet). Het betreffen dan diffuus verspreide verontreinigingen. Voor zover bekend is op de onderzoekslocatie geen bronlocatie aanwezig of aanwezig geweest, die een 1,1,2Trichloorethaan verontreiniging veroorzaakt kan hebben. Mogelijk is de verontreiniging afkomstig van een bron elders. De hypothese "De rest van de locatie is onverdacht" dient grotendeels aangenomen te worden. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er ons inziens op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen bezwaar het onderzochte terreindeel voor de geplande bouwdoeleinden te gebruiken. 6.4 Slotconclusie en aanbevelingen De resultaten van het onderhavige onderzoek vormen ons inziens geen belemmering voor de voorgenomen aan/verkooptransactie en de mogelijke toekomstige nieuwbouw. Dit laatste dient echter door het bevoegd gezag (de gemeente) bepaald te worden. Eventueel vrijkomende grond kan niet zondermeer in het grondverkeer worden opgenomen. Mocht de grond naar elders worden getransporteerd, dient te worden nagegaan in hoeverre de kwaliteit van de af te voeren grond overeenstemt met de verwerkingsmogelijkheden die voor de betreffende stort- c.q. hergebruikslocatie gelden. Deze zijn geformuleerd in het Besluit bodemkwaliteit. Aanbevolen wordt dan ook de eindverwerkingslocatie in overleg met het bevoegd gezag vast te stellen. Mocht grondwater onttrokken worden t.b.v. bemaling, dient bekeken te worden in hoeverre de grondwaterkwaliteit de lozingsnormen overschrijdt. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd, is het altijd mogelijk dat eventueel lokaal voorkomende verontreinigingen niet zijn ontdekt.
Rapportnummer: MT.20199
pagina 15 van 15
BIJLAGE 1A
TOPOGRAFISCHE KAART
Omgevingskaart
0m
125 m
Deze kaart is noordgericht.
625 m
Schaal 1: 12500
Hier bevindt zich Kadastraal object AMBT-DOETINCHEM A 3090 Bosstraat 50, 7007 GG DOETINCHEM © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.
BIJLAGE 1B
KADASTRALE KAART MET GEGEVENS
Uittreksel Kadastrale Kaart 7239
5
6043
72
7
6044
6047
16
7238
6045 6046
6054 7235
6053
6048
7 5 649 649 6 9 64 44 70
7237 67
6052
14
2
6051 6049
7236
68
4 6
12
66
8
Hof
6050
van
O
7520
ns rlea
63
6434
10
61
Hof van
7521
s Parij
920
59
0
7522 57
9199 7523 37
9198
55
9197 7524
24
9196
53
9195 7525
9194 27
3090
9193
51
7526
7529
7528
8882
47
7530
39
45
9184
43
9183
7531
9182
41
45
van Hof
ijs
Par
9181
8248 35
8887
7550
at
8883
a Bosstr
7552
0m
12345 25
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Voorlopige grens Bebouwing Overige topografie
Voor een eensluidend uittreksel, ARNHEM, 18 augustus 2010 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
10 m
50 m
Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
AMBT-DOETINCHEM A 3090
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
BIJLAGE 1C
SITUATIETEKENING MET MONSTERNAMEPUNTEN
BIJLAGE 2
BOORBESCHRIJVINGEN Betekenis van afkortingen G/g
: grind/grindig
O/o
: Olie
Blinde buis
:
Z/z
: zand/zandig
P/p
: Puin
Klei-afdichting
:
L/s
: leem/siltig
T/t
: Stoeptegels
Filter
:
K/k
: klei/kleiig
V/h
: veen/humeus
Grondwaterst.
:
m
: mineraal arm
Geroerd monster
:
Overig Ongeroerd monster
:
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 1
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.134; 440.904 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 2
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.154; 440.944 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 2-1
1-1 50-80; Klei, licht zandig; Sterk ijzeroerhoudende zandsporen; kleur: donkerbruin 1-2 80-100; Klei, matig siltig; kleur: grijs 1 m
1 m
100-150; Klei, matig siltig; kleur: grijs 1-3 150-170; Veen, matig kleiig; kleur: donkerbruin/zwart 1-4
170-200; Veen; kleur: donkerbruin/zwart
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 3
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.154; 440.928 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 4
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.150; 440.942 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-40; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin
0 m
3-1
Bodemonderzoek
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 4-1
40-50; Klei, matig siltig; Sterk ijzeroerhoudende zandsporen; kleur: donkerbruin
50-80; Klei, licht zandig; Sterk ijzeroerhoudende zandsporen; kleur: donkerbruin 4-2 80-100; Klei, matig siltig; kleur: grijs
1 m
1 m
100-150; Klei, matig siltig; kleur: grijs 4-3 150-200; Veen, licht kleiig; kleur: donkerbruin/zwart 4-4
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 5
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.108; 440.955 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 6
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.139; 440.939 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-50; Matig grof zand, licht humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
5-1
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 6-1
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 7
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.101; 440.977 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 8
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.138; 440.979 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 7-1
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Fltr. Bodembuis monster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m
Bodemonderzoek
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 8-1 50-100; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 8-2
1 m
1 m G.W.
100-140; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 8-3 140-150; Veen, sterk kleiig; kleur: donkerbruin/zwart 150-200; Veen, sterk kleiig; kleur: donkerbruin/zwart 8-4
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m pH 6,97
EGV 762 µS/cm
Grondwaterbemonstering: 12-8-2010 Temperatuur Grondwaterstand 12,9 °C 90 cm-mv
Diepte 320 cm-mv
Monsternemingsfilter Perforatie 220-320 cm-mv
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 9
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.173; 440.963 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 10
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.165; 440.961 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-50; Matig grof zand, matig humeus, matig siltig; Puin (licht); kleur: donkerbruin
9-1
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig grof zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
10-1
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 11
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.151; 440.931 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 12
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.141; 440.908 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 11-1
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-50; Matig grof zand, matig humeus, matig siltig; Puin (licht); kleur: donkerbruin
0 m
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 12-1
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 13
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.207; 440.943 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 14
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.211; 440.966 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor, zuigerboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 180 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Fltr. Bodembuis monster
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin
13-1
14-1 50-60; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 60-80; Klei, matig zandig; kleur: donkerbruin
14-2 1 m
80-100; Klei, licht siltig; Sterk ijzeroerhoudende zandsporen; kleur: grijs 100-120; Klei, licht siltig; Sterk ijzeroerhoudende zandsporen; kleur: grijs 120-150; Matig grof zand, matig siltig; kleur: donkergrijs
1 m
14-3
150-200; Matig grof zand, matig siltig; kleur: donkergrijs G.W. 14-4 2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
200-350; Matig grof zand, matig siltig; kleur: donkergrijs
5 m pH 6,7
Grondwaterbemonstering: 12-8-2010 Temperatuur Grondwaterstand 13,7 °C 160 cm-mv
EGV 703 µS/cm
Diepte 320 cm-mv
Monsternemingsfilter Perforatie 220-320 cm-mv
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 15
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.211; 440.951 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 16
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.226; 440.953 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 190 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 15-1
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m
50-90; Klei, matig zandig; kleur: grijsbruin
90-100; Klei, matig siltig; kleur: donkergrijs 100-140; Klei, matig siltig; kleur: donkergrijs
1 m
1 m
15-3
15-4
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 16-1
15-2
140-150; Veen, licht kleiig; kleur: donkerbruin/zwart 150-160; Veen, licht kleiig; kleur: donkerbruin/zwart 160-200; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijs
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 17
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.195; 440.992 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 18
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.202; 440.998 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; Puin (matig); kleur: donkerbruin
17-1
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 18-1
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 19
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.173; 440.988 m
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer 20
Locatie Overig terrein
Datum x; y 6-7-2010 215.217; 441.015 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 19-1
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; Puin (matig); kleur: donkerbruin
0 m
0-50; Klei, sterk zandig; kleur: donkerbruin 20-1
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
Projectcode 20199
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer SLEUF1
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode
Locatie
Datum
Fundatiemateriaal onder12-8-201 klinkerverharding 0
Maaiveldhoogte
x; y 215.162; 440.981 m
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m
Projectnaam Bosstraat 50 Doetinchem
Boornummer SLEUF2
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode
Locatie
Datum
Fundatiemateriaal onder12-8-201 klinkerverharding 0
Maaiveldhoogte
x; y 215.124; 440.974 m
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-6; Betonklinkers 6-50; Matig fijn zand, licht humeus, licht siltig; Puin (sterk); kleur: licht-/donkerbruin SLEUF1 -2
Projectcode 20199
0 m
Bodemonderzoek
0-6; Betonklinkers 6-30; Matig fijn zand, licht siltig; Ophoogzand; kleur: lichtbruin 30-100; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; Sleuf 100x30x70, Puin (sterk); kleur: licht-/donkerbruin
50-100; Matig fijn zand, matig humeus, sterk siltig; Leembrokken,sleuf 100x30x100, asfalt, Puin (sterk); kleur: donkerbruin/zwart
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
BIJLAGE 3
ANALYSERAPPORTEN GROND EN PUIN
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
20199 Bosstraat 50 Doetinchem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
06-07-2010
Analyse
2010105267 07-07-2010 15-07-2010/14:15 A,B,C 1/2
1
2
3
4
5
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd 81.6
Eenheid
S
Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000
S
Bodemkundige analyses Droge stof
% (m/m)
77.9
88.2
93.1
77.1
S
Organische stof
% (m/m) ds
5.7
3.8
2.2
6.0
0.8
S
Gloeirest
% (m/m) ds
92.5
95.0
97.3
93.4
98.6
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
25.7
16.0
7.4
7.8
8.2
S
Metalen Barium (Ba)
mg/kg ds
150
110
90
170
35
S
Cadmium (Cd)
mg/kg ds
0.22
0.43
0.41
0.53
<0.17
S
Kobalt (Co)
mg/kg ds
9.5
8.5
5.0
13
8.4
S
Koper (Cu)
mg/kg ds
18
22
26
18
9.2
S
Kwik (Hg)
mg/kg ds
0.061
0.088
0.092
0.059
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
mg/kg ds
<1.5
<1.5
<1.5
<1.5
<1.5
S
Nikkel (Ni)
mg/kg ds
30
19
13
32
23
S
Lood (Pb)
mg/kg ds
21
62
37
25
<13
S
Zink (Zn)
mg/kg ds
63
75
79
68
23
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
<3.0
--
--
--
--
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
<5.0
--
--
--
--
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
<6.0
--
--
--
--
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
15
--
--
--
--
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
39
--
--
--
--
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
6.2
--
--
--
--
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
59
<38
<38
<38
<38
S
Chromatogram olie (GC)
Zie bijl.
S
Polychloorbifenylen, PCB PCB 28
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 52
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 101
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 118
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 138
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 153
mg/kg ds
<0.0010
0.0012
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB 180
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
<0.0010
S
PCB (som 7) (factor 0,7)
mg/kg ds
Nr. 1 2 3 4 5
Monsteromschrijving 1-1, 1-4, 3-1, 4-1, 6-1, 8-1>M1 12-1, 13-1, 14-1, 16-1, 18-1, 20-1>M2 5-1, 7-1, 9-1, 10-1, 11-1, 15-1, 17-1, 19-1>M3 1-2, 1-3, 4-2, 4-3, 8-2, 8-3, 14-2, 15-2, 15-3>M4 14-3, 14-4, 15-4>M5
0.0049 1)
0.0054
0.0049 1)
0.0049 1)
0.0049
1)
Analytico-nr. 5514159 5514160 5514161 5514162 5514163 Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
20199 Bosstraat 50 Doetinchem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
06-07-2010
Analyse
Eenheid
1
2
3
2010105267 07-07-2010 15-07-2010/14:15 A,B,C 2/2
4
5
<0.050
<0.050
<0.050 2)
<0.050
S
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK mg/kg ds Naftaleen
2.6
<0.050
S
Fenanthreen
mg/kg ds
0.46
0.72
0.65
S
Anthraceen
mg/kg ds
0.11
0.28
0.054 2)
<0.050
<0.050
S
Fluorantheen
mg/kg ds
0.24 2)
1.6
1.2
<0.050
<0.050
S
Benzo(a)anthraceen
mg/kg ds
0.061 2)
0.73
0.65
0.051 2)
<0.050
S
Chryseen
mg/kg ds
0.11
0.53
0.53
<0.050 2)
<0.050
S
Benzo(k)fluorantheen
mg/kg ds
<0.050
0.27
0.12 2)
<0.050
<0.050
S
Benzo(a)pyreen
mg/kg ds
<0.050 2)
0.57
0.62
<0.050 2)
<0.050
S
Benzo(ghi)peryleen
mg/kg ds
0.053 2)
0.17
2)
0.49
<0.050
<0.050
S
Indeno(123-cd)pyreen
mg/kg ds
0.084 2)
0.22
2)
0.38
<0.050
<0.050
S
PAK VROM (10) (factor 0,7)
mg/kg ds
3.8
4.7
0.37
0.35
Nr. 1 2 3 4 5
Monsteromschrijving 1-1, 1-4, 3-1, 4-1, 6-1, 8-1>M1 12-1, 13-1, 14-1, 16-1, 18-1, 20-1>M2 5-1, 7-1, 9-1, 10-1, 11-1, 15-1, 17-1, 19-1>M3 1-2, 1-3, 4-2, 4-3, 8-2, 8-3, 14-2, 15-2, 15-3>M4 14-3, 14-4, 15-4>M5
<0.050 2)
2)
5.1
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
Analytico-nr. 5514159 5514160 5514161 5514162 5514163 Akkoord Pr.coörd.
VA
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
1)
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2010105267 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Barcode
Monsteromschrijving
5514159 5514159 5514159 5514159 5514159 5514159
1 1 3 4 6 8
1-1 1-4 3-1 4-1 6-1 8-1
Deelmonster Omschrijving Van
1-1 1-4 3-1 4-1 6-1 8-1
0 150 0 0 0 0
Tot
50 200 50 50 50 50
0505334293 0505334279 0505334288 0505334289 0505334291 0505334281
1-1, 1-4, 3-1, 4-1, 6-1, 8-1>M
5514160 5514160 5514160 5514160 5514160 5514160
12 13 14 16 18 20
12-1 13-1 14-1 16-1 18-1 20-1
12-1 13-1 14-1 16-1 18-1 20-1
0 0 0 0 0 0
50 50 50 50 50 50
0505334025 0505334039 0505334026 0505334041 0505334040 0505334029
12-1, 13-1, 14-1, 16-1, 18-1, 2
5514161 5514161 5514161 5514161 5514161 5514161 5514161 5514161
5 7 9 10 11 15 17 19
5-1 7-1 9-1 10-1 11-1 15-1 17-1 19-1
5-1 7-1 9-1 10-1 11-1 15-1 17-1 19-1
0 0 0 0 0 0 0 0
50 50 50 50 50 50 50 50
0505334285 0505334280 0505334278 0505334028 0505334031 0505334035 0505334033 0505334036
5-1, 7-1, 9-1, 10-1, 11-1, 15-
5514162 5514162 5514162 5514162 5514162 5514162 5514162 5514162 5514162
1 1 4 4 8 8 14 15 15
1-2 1-3 4-2 4-3 8-2 8-3 14-2 15-2 15-3
1-2 1-3 4-2 4-3 8-2 8-3 14-2 15-2 15-3
50 100 50 100 50 100 50 50 100
100 150 100 150 100 140 100 100 150
0505334292 0505334282 0505334290 0505334283 0505334284 0505334286 0505334037 0505334032 0505334038
1-2, 1-3, 4-2, 4-3, 8-2, 8-3, 1
5514163 5514163 5514163
14 14 15
14-3 14-4 15-4
14-3 14-4 15-4
120 150 160
150 200 200
0505334027 0505334030 0505334034
14-3, 14-4, 15-4>M5
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2010105267 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG Opmerking 2) De confirmatie valt door matrix invloed niet binnen de kwaliteitseisen volgens NEN6977. De gerapporteerde gehaltes zijn op basis van een golflengte(combinatie) bepaald.
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2010105267
. Pagina 1/1
Analyse Methode Cryogeen malen AS3000 W0106 Droge stof W0104 Organische stof W0109 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) DMA rob W0173 AES/ICP Barium (Ba) W0423 AES/ICP Cadmium (Cd) W0423 AES/ICP Cobalt (Co) W0423 AES/ICP Koper (Cu) W0423 AES/ICP Kwik (Hg) W0423 AES/ICP Molybdeen (Mo) W0423 AES/ICP Nikkel (Ni) W0423 AES/ICP Lood (Pb) W0423 AES/ICP Zink (Zn) W0423 Minerale Olie (GC) W0202 Chromatogram MO (GC) W0202 Polychloorbifenylen (PCB) W0266 PAK som AS3000 W0301 PAK (VROM) W0301
Techniek Voorbehandeling Gravimetrie Gravimetrie Sedimentatie ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS GC-FID GC-FID GC-MS HPLC HPLC
Referentiemethode Cf. AS3000 Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465 Cf. NEN 5754 Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978 Eigen methode Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980 Cf. pb 3010-6 en cf. NEN 6977 Cf. pb 3010-6 en cf. NEN 6977
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
0.00
0.00
20.00
40.00
60.00
80.00
100.00
120.00
140.00
160.00
180.00
200.00
0.00
0.00
0.50
0.50
1.00
1.00
C10_Interne_standaard
C10_Interne_standaard
500.00
1.50
C12
1.50
C12
1000.00
2.00
2.00
2.50
2.50
C16
C16
Sample description.: 1-1, 1-4, 3-1, 4-1, 6-1, 8-1>M1
3.00
3.00
C21 C21
Certificate no.: 2010105267
3.50
3.50
4.00
4.00
C30 C30
Sample id.: 5514159
4.50
4.50
C35 C35
Chromatogram TPH/Mineral Oil
5.00
5.00
C40_Interne_standaard C40_Interne_standaard 5.50
5.50
6.00
6.00
6.50
6.50
7.00
7.00
7.50
7.50
8.00
8.00
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
20199 Bosstraat 50 Doetinchem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
12-08-2010
2010124454 12-08-2010 17-08-2010/17:19 A,C 1/1
Grond; Asbesthoudende grond Eenheid
1
Uitbesteed onderzoek In behandeling genomen hoeveelheid
kg
22.383
Asbest fractie <0.5mm
mg
0
Asbest fractie 0,5-1mm
mg
0
Asbest fractie 1-2mm
mg
0
Asbest fractie 2-4mm
mg
0
Asbest fractie 4-8mm
mg
0
Asbest fractie 8-16mm
mg
0
Asbest fractie >16mm
mg
0
Asbest (som)
mg
0
Gemeten Asbestconcentratie
mg/kg ds
<1.0
Asbest in puin (gewogen NEN 5897)
mg/kg ds
0
Gemeten concentratie puin (OG)
mg/kg ds
0
Gemeten concentratie puin (BG)
mg/kg ds
0
Gemeten concentratie Crocidoliet
mg/kg ds
0
Concentratie Crocidoliet (OG)
mg/kg ds
0
Concentratie Crocidoliet (BG)
mg/kg ds
0
Gemeten concentratie Amosiet
mg/kg ds
0
Concentratie Amosiet (OG)
mg/kg ds
0
Concentratie Amosiet (BG)
mg/kg ds
0
Gemeten concentratie Chrysotiel
mg/kg ds
0
Concentratie Chrysotiel (OG)
mg/kg ds
0
Concentratie Chrysotiel (BG)
mg/kg ds
0
Totaal asbest hechtgebonden
mg/kg ds
0
Totaal asbest niet hechtgebonden
mg/kg ds
0
Analyse
Nr. Monsteromschrijving 1 sleuf 1-2>Sleuf 1 en 2
Analytico-nr. 5576356
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Akkoord Pr.coörd.
VA
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2010124454 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
5576356 5576356
sleuf sleuf
Deelmonster Omschrijving Van
sleuf sleuf
sleuf 1-2 sleuf 1-2-1
6 6
Tot
100 100
Barcode
Monsteromschrijving
0901093788 0901093789
sleuf 1-2>Sleuf 1 en 2
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2010124454
. Pagina 1/1
Analyse Asbest in puin (NEN5897) (uitb.)
Methode EXT.
Techniek Q: onder accr. RvA L192
Referentiemethode Asbest in puin (cfr. NEN 5897)
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
BIJLAGE 4
ANALYSERAPPORTEN GRONDWATER
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
20199 Bosstraat 50 Doetinchem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
12-08-2010
Water; AS3000 Eenheid
Analyse
1
2
S
Metalen Barium (Ba)
µg/L
210
180
S
Cadmium (Cd)
µg/L
<0.80
<0.80
S
Kobalt (Co)
µg/L
<5.0
<5.0
S
Koper (Cu)
µg/L
<15
<15
S
Kwik (Hg)
µg/L
<0.050
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
µg/L
<3.6
<3.6
S
Nikkel (Ni)
µg/L
<15
<15
S
Lood (Pb)
µg/L
<15
<15
S
Zink (Zn)
µg/L
<60
<60
S
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen
µg/L
<0.20
<0.20
S
Tolueen
µg/L
<0.30
<0.30
S
Ethylbenzeen
µg/L
<0.30
<0.30
S
o-Xyleen
µg/L
<0.10
<0.10
S
m,p-Xyleen
µg/L
<0.20
<0.20
S
Xylenen (som) factor 0,7
µg/L
0.21
0.21
BTEX (som)
µg/L
<1.1
<1.1
S
Naftaleen
µg/L
<0.050
<0.050
S
Styreen
µg/L
<0.30
<0.30
S
Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen µg/L Dichloormethaan
<0.20
<0.20
S
Trichloormethaan
µg/L
<0.60
<0.60
S
Tetrachloormethaan
µg/L
<0.10
<0.10
S
Trichlooretheen
µg/L
<0.60
0.61
S
Tetrachlooretheen
µg/L
<0.10
<0.10
S
1,1-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
<0.60
S
1,2-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
<0.60
S
1,1,1-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
<0.10
S
1,1,2-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
0.13
S
cis 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
<0.10
S
trans 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
<0.10
CKW (som)
µg/L
<3.2
<3.2
1,1-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
<0.10
S
2010124456 12-08-2010 17-08-2010/11:49 A,C 1/2
Nr. Monsteromschrijving 1 8 2 14
Analytico-nr. 5576357 5576359
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix
20199 Bosstraat 50 Doetinchem
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
12-08-2010
Water; AS3000 Eenheid
Analyse
1
2
S
1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7
µg/L
0.14
0.14
S
Vinylchloride
µg/L
<0.10
<0.10
S
1,1-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
<0.25
S
1,2-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
<0.25
S
1,3-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
<0.25
S
Dichloorpropanen som factor 0.7
µg/L
0.52
0.52
S
Tribroommethaan
µg/L
<2.0
<2.0
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
µg/L
--
--
Minerale olie (C12-C16)
µg/L
--
--
Minerale olie (C16-C21)
µg/L
--
--
Minerale olie (C21-C30)
µg/L
--
--
Minerale olie (C30-C35)
µg/L
--
--
Minerale olie (C35-C40)
µg/L
--
--
Minerale olie totaal (C10-C40)
µg/L
<100
<100
S
2010124456 12-08-2010 17-08-2010/11:49 A,C 2/2
Nr. Monsteromschrijving 1 8 2 14
Analytico-nr. 5576357 5576359
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
VA
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2010124456 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Barcode
Monsteromschrijving
5576357 5576357
8 8
8 8-1
Deelmonster Omschrijving Van
8 8-1
220 220
Tot
320 320
0690979961 0700534013
8
5576359 5576359
14 14
14 14-1
14 14-1
220 220
320 320
0690979951 0700534004
14
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2010124456
. Pagina 1/1
Analyse ICP-MS Cadmium ICP-MS Kobalt (Co) ICP-MS Koper ICP-MS Kwik ICP-MS Molybdeen (Mo) ICP-MS Nikkel ICP-MS Lood ICP-MS Zink Xylenen som AS3000 Aromaten (BTEXN) Styreen VOCL (11) CKW : 1,1-Dichlooretheen DiClEtheen som AS3000 CKW : Vinylchloride 1,1-dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan DiChlprop. som AS300 tribroommethaan Minerale Olie (GC) ICP-MS Barium
H
Methode W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0215 W0420
Techniek ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS LVI-GC-FID ICP-MS
Referentiemethode Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3110-5 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
BIJLAGE 5
TOETSINGSTABELLEN
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De achtergrond-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M1 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.)
5,7 25,7
Droge stof Droge stof (% d.s.)
77,9
Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
150 0,22 9,5 18 0,061 21 <1,5 30 63
-
0,53 15,3 37,6 0,15 47,9
6,06 105 108 278 95,0 68,9 417
11,6 194 179 508 190 102 698
2,6 0,11 0,46 0,24 0,061 0,11 <0,05 0,053 <0,05 0,084 3,8 +
1,50
20,8
40,0
0,011
0,29
0,57
108
1479
2850
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-
<3 <5 <6 15 39 6,2 59
-
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M1: 1-1,1-4,3-1,6-1,8-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder achtergrondwaarde of detectiegrens, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M2 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
3,8 16
88,2
110 0,43 8,5 22 0,088 62 <1,5 19 75
+ -
0,45 10,8 29,9 0,13 41,1
5,13 73,8 85,9 238 95,0 50,1 319
9,80 137 142 435 190 74,3 533
<0,05 0,28 0,72 1,6 0,73 0,53 0,57 0,17 0,27 0,22 5,1 +
1,50
20,8
40,0
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0012 <0,001 0,0054
-
0,0076
0,19
0,38
-
72,2
986
1900
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M2: 12-1,13-1,14-1,16-1,18-1,20-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder achtergrondwaarde of detectiegrens, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M3 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
2,2 7,4
93,1
90 0,41 5 26 0,092 37 <1,5 13 79
+ + + +
0,38 6,79 23,1 0,11 35,1
4,31 46,4 66,3 203 95,0 33,6 232
8,25 86,0 110 372 190 49,7 388
1,50
20,8
40,0
0,0044
0,11
0,22
41,8
571
1100
<0,05 0,054 0,65 1,2 0,65 0,53 0,62 0,49 0,12 0,38 4,7 +
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-*
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M3: 10-1,11-1,15-1,17-1,19-1,5-1,7-1,9-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder achtergrondwaarde of detectiegrens, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M4 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
6 7,8
77,1
170 0,53 13 18 0,059 25 <1,5 32 68
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,051 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05
+ + + -
0,44 6,97 25,9 0,12 37,5
5,03 47,7 74,4 218 95,0 34,3 253
9,62 88,3 123 398 190 50,9 424
1,50
20,8
40,0
-
0,37 -
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-
0,012
0,31
0,60
-
114
1557
3000
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M4: 1-2,1-3,14-2,15-2,15-3,4-2,4-3,8-2,8-3 (50-150 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder achtergrondwaarde of detectiegrens, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M5 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
0,8 8,2
81,6
35 <0,17 8,4 9,2 <0,05 <13 <1,5 23 23
+ + -
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05
-
0,35 -
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-*
-
0,38 7,16 23,5 0,11 35,4
4,33 48,9 67,5 205 95,0 35,1 238
8,27 90,7 111 375 190 52,0 399
1,50
20,8
40,0
0,0040
0,10
0,20
38,0
519
1000
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M5: 14-3,14-4,15-4 (120-200 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder achtergrondwaarde of detectiegrens, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
SLEUF1EN2 (mg/kg.ds)
AW
½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Asbest in puin (gewogen NEN 5897) Asbest in puin (NEN 5897) bovengrens Asbest in puin (NEN 5897) ondergrens Concentratie amosiet (bovengrens) Concentratie amosiet (ondergrens) Concentratie chrysotiel (bovengrens) Concentratie chrysotiel (ondergrens) Concentratie crocidoliet (bovengrens) Concentratie crocidoliet (ondergrens) Gemeten concentratie amosiet Gemeten concentratie chrysotiel Gemeten concentratie crocidoliet Totaal asbest hechtgebonden Asbest onderzoek Gemeten asbestconcentratie Niet-hechtgebonden asbest
2 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-
50,0
100,0
-
50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0 50,0
100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
<1 0
-
50,0 50,0
100,0 100,0
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ SLEUF1EN2: Sleuf 1 en 2 (10-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder achtergrondwaarde of detectiegrens, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondwatermonsters 14 (µg/liter)
8 (µg/liter)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
210 <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60
+ -
180 <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60
+ -
50,0 0,40 20,0 15,0 0,050 15,0 5,00 15,0 65,0
338 3,20 60,0 45,0 0,18 45,0 153 45,0 433
625 6,00 100,0 75,0 0,30 75,0 300 75,0 800
Vluchtige aromaten Benzeen Tolueen Ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen Naftaleen (BTEXN) Xylenen (som, 0.7 factor) BTEX (som) Styreen (Vinylbenzeen)
<0,2 <0,3 <0,3 <0,1 <0,2 <0,05 0,21 <1,1 <0,3
-* -
<0,2 <0,3 <0,3 <0,1 <0,2 <0,05 0,21 <1,1 <0,3
-* -
0,20 7,00 4,00
15,1 504 77,0
30,0 1000 150
0,0100 0,20
35,0 35,1
70,0 70,0
6,00
153
300
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,2 0,14 <0,25 <0,25 <0,25 0,52
-* -
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,2 0,14 <0,25 <0,25 <0,25 0,52
-* -
7,00 7,00 0,0100
454 204 5,01
900 400 10,00
0,0100 0,0100
500 10,0
1000 20,0
0,80
40,4
80,0
<0,1 <3,2 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,1 <2
-
<0,1 <3,2 <0,1 <0,1 0,13 0,61 <0,6 <0,1 <2
+ -
0,0100
20,0
40,0
0,0100 0,0100 0,0100 24,0 6,00 0,0100 -
5,01 150 65,0 262 203 2,51 315
10,00 300 130 500 400 5,00 630
-
-
50,0
325
600
Gehalogeneerde koolwaterstoffen 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-Dichlooretheen Dichloormethaan 1.2-Dichloorethenen (som) 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+1,3) Tetrachlooretheen (Per) CKW (som) Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan Vinylchloride Tribroommethaan Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 8: (220-320 cm-mv) 14: (220-320 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -*: separate gehalten zijn onder streefwaarde of detectiegrens, -: onder streefwaarde of detectiegrens, +: tussen streefwaarde en ½(S+I), ++: tussen ½(S+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
BIJLAGE 6 Toegepaste normen (behalve voor laboratoriumonderzoek) NEN 5104 NVN 5707 NVN 5709
Geotechniek Asbest Bodem
NEN 5725
Bodem
NEN 5740 NPR 5741
Bodem Bodem
NPR 6616 NEN 5742
Water en slib Bodem
NEN 5743 NEN 5744
Bodem Bodem
NEN 5745 NEN 5120 NEN 5751 NEN 5733 NEN 5766 NEN 5861 NEN-EN-ISO 5667-3 NEN 5897
Bodem Geotechniek Bodem Bodem Bodem Milieu Water Asbest
NEN-ISO 7888 SIKB protocol 2001
Water Milieu
SIKB protocol 2002 SIKB protocol 2018
Water Asbest
Classificatie van onverharde grondmonsters Bodem- Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem Monstervoorbehandeling voor de bepaling van organische en anorganische parameters in grond Richtlijn voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, orienterend en nader onderzoek Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek Boorsystemen en monsternemingstoestellen voor grond, sediment en grondwater, die worden toegepast bij bodemverontreinigingsonderzoek Routinebepaling van de pH Monsterneming van grond en sediment t.b.v. de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matig vluchtige organische verbindingen en fysisch/chemische bodemkenmerken. Monsterneming van grond en sediment t.b.v. de bepaling van vluchtige verbindingen. Monsterneming van grondwater t.b.v. de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matig vluchtige organische verbindingen en fysisch/chemische eigenschappen. Monsterneming van grondwater t.b.v. de bepaling van vluchtige verbindingen. Bepaling van stijghoogten van grondwater door middel van peilbuizen . Voorbereiding van het monster voor fysisch-chemische analyses Bepaling van de korrelgrootte m.b.v. zeef en pipet Plaatsing van peilbuizen ten behoeve van milieukundig bodemonderzoek Procedures voor monsteroverdracht Bemonstering - Deel 3: Richtlijnen voor de conservering en behandeling van watermonsters Monsterneming en analyse van asbest in onbewerkt bouw- en sloopafval en recyclinggranulaat Bepaling van het elektrisch geleidingsvermogen Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen Het nemen van grondwatermonsters Locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem
Bijlage 3 Natuurtoets
105 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
106 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Bijlage 4 Archeologisch onderzoek
121 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
122 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
157 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
158 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Regels
159 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
160 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan Bosstraat 50 - 2011 van de gemeente Doetinchem; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0222.R39B075A-0002 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen. 1.3 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 aan huis gebonden bedrijf: het beroepsmatig verlenen van diensten en het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de daarbij behorende aangebouwde bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend; 1.6 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.7 bebouwingspercentages: een percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd met gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouw zijnde; 1.8 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.9 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.10 bijbehorend bouwwerk (bijgebouw): uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; 161 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
1.11 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.12 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.13 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 1.14 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.15 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel; 1.16 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.17 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.18 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ter verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt; 1.19 eengezinshuis: een gebouw, dat bestaat uit één woning; 1.20 escortbedrijf: de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend; 162 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
1.21 gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.22 hoofdgebouw: gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkste is; 1.23 kantoor- of praktijk/bedrijfsruimte: een beroepswerkruimte die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf; 1.24 naar de weg gekeerde bouwgrens (voorgevelrooilijn): een lijn van een bouwvlak, gekeerd naar de weg, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten; 1.25 overkapping: een bouwwerk met een open constructie; 1.26 peil: a. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang vermeerderd met 0,30 m; b. voor bouwwerken op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: het gemiddeld waterpeil ter plaatse; d. voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: het hoogste punt van het aansluitende afgewerkte bouwperceel (incidentele verhogingen niet meegerekend). 1.27 prostituee: degene die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.28 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.29 raamprostitutie: een vorm van prostitutie, waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostituee, die door houding, gebaren, kleding of anderszins vanuit een vitrine de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden;
163 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
1.30 ruimtelijke uitwerking: de aard, de omvang, de intensiteit alsmede de ruimtelijke uitstraling van het gebruik en/of de functie van gronden en/of bouwwerken; 1.31 rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden; 1.32 (rij)wegen alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin gelegen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten; 1.33 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop; een seksautomatenhal; een sekstheater;een parenclub; een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon; al dan niet in combinatie met elkaar of in combinatie met een sekswinkel, zulks met uitzondering van woningen waarin niet meer dan één prostituee werkzaam is (thuisprostitutie); 1.34 straatmeubilair: bij of op de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, verkeersgeleiders, zitbanken, reclamezuilen, bloembakken en cocons van vuilniscontainers; 1.35 straatprostitutie: een vorm van prostitutie, waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostituee, die door houding, gebaren, kleding of anderszins op straat de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden; 1.36 thuisprositutie: een vorm van prostitutie, waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituee en waarbij ook alleen door deze prostituee op dit adres wordt gewerkt als prostituee; 1.37 van de weg afgekeerde bouwgrens (achtergevelrooilijn): een lijn van een bouwvlak, evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bouwgrens, die niet door hoofdgebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze regels toegelaten;
164 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
1.38 voorgevel: de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw, of indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt; 1.39 vrij beroep: een professionele dienstverlening, voornamelijk bestaande uit hoofdarbeid, waarbij gebruik wordt gemaakt van verworvenheden verkregen door een academische of een hogere beroepsopleiding; 1.40 woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, woonwagens niet inbegrepen; 1.41 woonfunctie: wonen in enge zin.
165 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de afstand van een bouwwerk tot een perceelsgrens: de kortste afstand tussen enig punt van een bouwwerk en een perceelsgrens; 2.2 de bebouwde oppervlakte van een perceel of ander terrein: de som van de oppervlakten van alle op een perceel of een ander terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, 1m boven peil neerwaarts geprojecteerd en buitenwerks gemeten; 2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4 breedte van een bouwwerk: van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte; 2.5 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; Bij een 'half-ronde' of anderszins gebogen kapvorm, wordt de dakhelling berekend als de hoek tussen lijn welke de goothoogte en het hoogste punt van het bouwwerk verbindt ten opzichte van het horizontale vlak; 2.6 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.7 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.8 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
166 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
de vloeroppervlakte van een woning: 2.9 de som van de horizontale vloeroppervlakten van de voor bewoning bestemde vertrekken van een woning, waaronder mede moeten worden verstaan keukens, slaapvertrekken, gangen, toiletten, bad- en doucheruimten, zolders en vlieringen welke gebruikt worden als berging, alsmede inpandige of aangebouwde bergingen die op grond van het bestemmingsplan verbouwd mogen worden tot woonruimte, binnenwerks gemeten;
167 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
168 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 2 Artikel 3
Bestemmingsregels
Groen - 1
3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. structurele groenvoorzieningen; b. het behoud en de bevordering van de beeldkwaliteit van de in sub a genoemde voorzieningen; c. dagrecreatieve mogelijkheden in de openlucht; d. fietspaden, wandelpaden zonder een direct verbindend karakter en verhardingen, niet zijnde parkeervoorzieningen; e. waterlopen, waterberging en waterinfiltratievoorzieningen; f. nutsvoorzieningen, met daarbij behorende andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3.2 Bouwregels a. Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Groen - 1' worden gebouwd, waarbij de de navolgende regels in acht genomen moeten worden. 3.2.1 andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend toegelaten in de bestemming 'Groen - 1' mag maximaal 2 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde lid 3.2.1, sub a, mag de bouwhoogte van: 1. vlaggenmasten, lantaarnpalen en vergelijkbare bouwwerken, alsmede speeltoestellen maximaal 10 m bedragen; 2. antennes maximaal 15 m bedragen; c. de oppervlakte per bouwwerk geen gebouw zijnde mag maximaal 20m² bedragen. 3.3 Nadere eisen a. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot: 1. dakvormen, dakhellingen en nokinrichtingen van de bebouwing; 2. de (goot)hoogte van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 3. de afmetingen van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 4. de oriëntering van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 5. de wijze van afdekking van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 6. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het eigen terrein. b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.
169 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
3.4
Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Parkeervoorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub d, voor de aanleg van parkeervoorzieningen onder voorwaarden dat: a. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem die verantwoordelijk is voor het groenbeleid; b. geen onevenredige hinder ontstaat voor de omgeving; c. er geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen plaatsvindt; d. de oppervlakte maximaal 100m² per 2500m² bestemmingsvlak mag bedragen. 3.5
Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Algemeen Onverminderd het bepaalde in Artikel 11 Algemene gebruiksregels is het verboden de gronden met de bestemming 'Artikel 3 Groen - 1' te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van: a. verblijfsrecreatie; b. intensieve dagrecreatie; c. het racen of crossen met gemotoriseerde voertuigen en fietsen; d. staanplaats voor wagens en/of onderkomens. 3.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 3.6.1 Algemeen Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op de gronden met de bestemming 'Artikel 3 Groen - 1' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren: a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het aanleggen van en/of het vellen of rooien van beplantingen; c. het aanleggen en/of het dempen van watergangen en waterpartijen; d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden; e. het verlagen van het (grond)waterpeil; f. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem; g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur. 3.6.2 Uitzonderingen Geen omgevingsvergunning is vereist indien: a. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden aan en vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen; b. het werken en werkzaamheden betreft die: 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan; 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende: 170 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden omgevingsvergunning voor het kappen of ontgrondingsvergunning. 3.6.3 Voorwaarden Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij een terzake deskundige op het gebied van groenbeleid en de inrichting van de openbare ruimte, omtrent de vraag of het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden tot aantasting van de groenstructuur leidt en past in het beeld van de openbare ruimte, en welke voorwaarden aan de vergunning moeten worden verbonden.
171 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 4
Groen - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. structurele groenvoorzieningen; b. het behoud en de bevordering van de beeldkwaliteit van de in sub a genoemde voorzieningen; c. waterlopen, waterberging en waterinfiltratievoorzieningen; d. nutsvoorzieningen. 4.2 Bouwregels Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd. 4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.3.1 Algemeen Het is verboden, behoudens het bepaalde in lid 4.3.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders op en in de aangewezen gronden 'Groen - 2', de hierna aangegeven andere werken en werkzaamheden uit te voeren: a. vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en handelingen die de dood of beschadigingen tengevolge kunnen hebben; b. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding en/of ophoging; c. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; d. het aanleggen en/of dempen van watergangen en waterpartijen; e. het verlagen van het (grond)waterpeil; f. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem; g. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur. 4.3.2 Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht Het in lid 4.3 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden: a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud; b. werken en werkzaamheden betreft die: 1. mogen worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan. 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende: omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden omgevingsvergunning voor het kappen of ontgrondingsvergunning.
172 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
4.3.3 Voorwaarden Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij een terzake deskundige op het gebied van groenbeleid en de inrichting van de openbare ruimte, omtrent de vraag of het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden tot aantasting van de groenstructuur leidt en past in het beeld van de openbare ruimte, en welke voorwaarden aan de vergunning moeten worden verbonden.
173 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 5
Tuin
5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen en erven; b. nutsvoorzieningen; c. en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen, behorende bij de op hetzelfde bouwperceel gelegen woning. 5.2 Bouwregels Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Tuin' worden gebouwd. 5.2.1 Bijbehorende bouwwerken (erkers, toegangspartijen en overkappingen) Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers, toegangspartijen en overkappingen op gronden met de bestemming 'Tuin' gelden de navolgende regels: a. Aan het hoofdgebouw mag een erker en/of een toegangspartij worden gebouwd, onder voorwaarden dat: 1. de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet hoger mag worden dan de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van de woning, vermeerderd met 30 cm; 2. de breedte maximaal 50 % van de breedte van de voorgevel van de woning mag bedragen; 3. de diepte maximaal 1,5 m mag bedragen. b. Voor het bouwen van een overkapping, gelden de navolgende regels: 1. de oppervlakte mag maximaal 30 m 2 bedragen; 2. het bouwperceelsgedeelte met de bestemming 'Tuin' mag voor maximaal 50 % worden bebouwd; 3. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen, uitgezonderd: indien wordt aangebouwd aan een woning, geldt als maximum de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van die woning, vermeerderd met 30 cm; indien wordt aangebouwd aan een bijbehorend bouwwerk, geldt als maximum de goothoogte van dat bouwwerk; 4. de bouwhoogte mag maximaal 3,50 m bedragen, uitgezonderd: indien wordt aangebouwd aan een bijbehorend bouwwerk, geldt een bouwhoogte die 50 cm hoger is dan de goothoogte van dat bijbehorend bouwwerk; 5. de overkapping is aan maximaal drie zijden gesloten met wanden van een bestaand gebouw of een bestaand ander bouwwerk geen gebouw zijnde, zoals een erfafscheiding. 5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwenvan bouwwerken geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Tuin' gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 1 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde lid 5.2.2, sub a, mag de bouwhoogte van: 174 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
1. speeltoestellen maximaal 3m bedragen. 2. antennes, (tuin)verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen; 5.3 Nadere eisen a. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot: 1. de goot- en bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 2. de afmetingen van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 3. de oriëntering/situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 4. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het eigen terrein. b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten. 5.4
Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Bouwhoogte bijbehorend bouwwerk (overkapping) Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 sub b4 tot een bouwhoogte van maximaal 6 m, indien de stedenbouwkundige situatie ter plaatse zich er voor leent. 5.5
Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Wonen Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Tuin' wijzigen in de bestemming 'Wonen', onder voorwaarden dat: a. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is; b. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moet zijn gewaarborgd.
175 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 6
Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verkeer, verblijf en mogelijkheden voor ontmoeting; b. waterlopen, waterberging en waterinfiltratievoorzieningen; c. geluidswerende voorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. straatmeubilair, speeltoestellen en (fiets)parkeervoorzieningen; f. nutsvoorzieningen, met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen. 6.2 Bouwregels Op de in 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Verkeer' worden gebouwd, waarbij de op de verbeelding weergegeven aanduidingen in acht genomen moeten worden en de navolgende vermelde regels. 6.2.1 Gebouwen Voor het bouwen op de gronden met de bestemming 'Verkeer' gelden de navolgende regels: a. de gebouwen dienen zodanig gesitueerd te worden dat zij de stroomfunctie, respectievelijk de ontsluitingsfunctie, niet onevenredig benadelen; b. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer dan 4 m bedragen; c. de oppervlakte per gebouw mag maximaal 20 m 2 bedragen; 6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen op de gronden met de bestemming 'Verkeer' gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 4 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde lid 6.2.2 mag de bouwhoogte van: 1. straatmeubilair, speeltoestellen en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen; 2. antennes, verlichting en vergelijkbare bouwwerken maximaal 15m bedragen; 3. de oppervlakte per bouwwerk geen gebouw zijnde mag maximaal 20m² bedragen. 6.3 Nadere eisen a. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot: 1. dakvormen, dakhellingen en nokinrichtingen van de bebouwing; 2. de bouw- en goothoogte van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 3. de afmetingen van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 4. de oriëntering van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 5. de wijze van afdekking van de gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 6. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het eigen terrein. 176 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten. 6.4 Afwijken van de bouwregels a. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: 1. lid 6.2.1, sub b, ten behoeve van de bouwhoogte van gebouwen tot maximaal 5 m; 2. lid 6.2.2, sub c, ten behoeve van de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 30 m; b. De omgevingsvergunning om af te wijken kan worden verleend onder de volgende voorwaarden: 1. vooraf advies is ingewonnen bij de afdeling van de gemeente Doetinchem de verantwoordelijk is voor het verkeersbeleid; 2. geen onevenredige hinder ontstaat voor de stroomfunctie en de ontsluitingsfunctie van de gronden met de bestemming 'Verkeer'.
177 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 7
Water
7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het ontvangen, bergen en/of afvoeren van water zoals waterlopen en andere watergangen met de daarbij behorende oeverstroken; b. extensieve dagrecreatie; c. de ontwikkeling en de instandhouding van de natuurlijke en visueel landschappelijke waarden; d. infrastructurele voorzieningen; e. nuts- en groenvoorzieningen, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen. De waterpartij moet worden aangelegd conform het dwarsprofiel zoals aangegeven op de verbeelding. 7.2 Bouwregels Op de in 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Water' worden gebouwd, waarbij de op de verbeelding weergegeven aanduidingen in acht genomen moeten worden en de navolgende vermelde regels. 7.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen op de gronden met de bestemming 'Water' gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde sub a, mag de bouwhoogte van: 1. bruggen, dammen en/of duikers maximaal 4 m bedragen; 2. verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 10 m bedragen; 3. antennes maximaal 15 m bedragen. 7.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 4.2 Bouwregels, op gronden met de bestemming 'Water' nadere eisen stellen met betrekking tot: a. de bouwhoogte van bouwwerken; b. de afmetingen van bouwwerken; c. het aantal en de situering van bouwwerken; onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
178 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 8
Wonen
8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in de vorm van twee-aaneen woningen ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen'; b. wonen in de vorm van vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand'; c. tuinen en erven; d. nutsvoorzieningen; en de bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen. 8.2 Bouwregels Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Wonen' worden gebouwd, waarbij de op de verbeelding weergegeven aanduidingen in acht genomen moeten worden en de navolgende regels. 8.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen op de gronden met de bestemming 'Wonen' in de bovengenoemde bebouwingsklassen gelden de navolgende regels: a. het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak te worden geplaatst; b. de maximale goothoogte en/of de maximale bouwhoogte voor de hoofdgebouwen is ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangegeven. c. de afstand van hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' bedraagt minimaal 3 meter aan beide zijden; d. bij (vervangende) nieuwbouw van woningen moet de voorgevelbreedte van een woning minimaal 6 m bedragen; e. het aantal woningen bedraagt maximaal 19. 8.2.2 Bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen inclusief overkappingen) Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen inclusief overkappingen) gelden de navolgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak mag maximaal 100 m² per woning bedragen, mits niet meer dan 50% van het bouwperceelsgedeelte buiten het bouwvlak wordt bebouwd; b. indien de bouwmogelijkheden voor het hoofdgebouw in het bouwvlak niet volledig zijn benut, mogen deze worden gebruikt voor de realisatie van bijbehorende bouwwerken, zonder dat dit ten koste gaat van de onder sub a genoemde oppervlaktenorm; c. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend vanaf 1 m achter (het verlengde van) de voorkant van de woning worden gebouwd; d. bijbehorende bouwwerken mogen tot op de perceelsgrenzen worden gebouwd; e. de goothoogte mag maximaal 3 m bedragen; indien wordt aangebouwd aan een woning, geldt als maximum de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van die woning, vermeerderd met 30 cm; f. de bouwhoogte mag maximaal 6 m bedragen; g. in geval van een bijbehorende bouwwerk met een lessenaarsdak, waarvan de bouwhoogte meer dan 3 meter bedraagt, moet de afstand, van de zijde waar de 179 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
bouwhoogte wordt gemeten, tot de perceelsgrens minimaal de breedte van het bijbehorende bouwwerk bedragen. h. ter plaatse van de aanduiding (sw-ug) mogen uitsluitend garages worden gebouwd en dus geen andere bijbehorende bouwwerken. 8.2.3 Bijbehorende bouwwerken (erkers en toegangspartijen) In afwijking van het bepaalde in 8.2.2 sub c mogen bijbehorende bouwwerken in de vorm van erkers en toegangspartijen worden gebouwd, onder voorwaarden dat: a. de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte niet hoger mag worden dan de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van de woning, vermeerderd met 30 cm; b. de breedte maximaal 50 % van de breedte van de voorgevel van de woning mag bedragen; c. de diepte maximaal 1,50 m mag bedragen. 8.2.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde (overkappingen) In afwijking van het bepaalde in 8.2.2 sub c mogen bijbehorende bouwwerken in de vorm van overkappingen worden gebouwd, onder voorwaarden dat: a. de goothoogte maximaal 3 m mag bedragen, uitgezonderd: 1. indien wordt aangebouwd aan een woning, geldt als maximum de hoogte van de bovenkant van de eerste verdiepingsvloer van die woning, vermeerderd met 30 cm; 2. indien wordt aangebouwd aan een bijbehorend bouwwerk, geldt als maximum de goothoogte van dat bouwwerk; b. de bouwhoogte maximaal 3,5 m mag bedragen, uitgezonderd: 1. indien wordt aangebouwd aan een bijbehorend bouwwerk, geldt een bouwhoogte die maximaal 50 cm hoger is dan de goothoogte van dat bijbehorend bouwwerk; c. de overkapping maximaal aan drie zijden gesloten is met wanden van een bestaand gebouw of een bestaand ander bouwwerk geen gebouw zijnde, zoals een erfafscheiding; d. in artikel 8.2.2 sub a opgenomen oppervlaktenorm (100 m2) en bebouwingspercentage (50%) onverminderd van kracht blijven. 8.2.5 Bouwwerken geen gebouwen zijnde (overige bouwwerken) Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels: a. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen; b. in afwijking van het bepaalde in sub a, mag de bouwhoogte van 1. speeltoestellen en tuinmeubilair maximaal 3,5 m bedragen; 2. verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 6 m bedragen; 3. antennes maximaal 15 m bedragen; 8.3 Nadere eisen a. Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het elders in deze regels bepaalde, nadere eisen stellen met betrekking tot: 1. dakvormen, dakhellingen en nokinrichtingen van bouwwerken; 2. de bouw- en goothoogte van bouwwerken; 3. de afmetingen van bouwwerken; 4. de oriëntering van bouwwerken; 5. het aantal en de situering van bouwwerken; 6. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op het eigen terrein. b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten. 180 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
8.4
Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Bouwen buiten het bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1, sub d, voor het bouwen van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak, tot minimaal 2 m afstand uit de zijdelingse perceelsgrens, onder voorwaarden dat: a. het bouwperceel in kwestie aan die zijde en ter hoogte van het hoofdgebouw, grenst aan openbaar gebied, waarop een groen-, natuur-, water-, verkeer- of daarmee vergelijkbare bestemming rust; b. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is; c. het parkeren door gebruikers en bezoekers op eigen terrein gewaarborgd is; d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en eventuele bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; e. de weergegeven aanduidingen in acht worden genomen. 8.4.2 Voorgevelbreedte Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.1 sub c voor het versmallen van de voorgevel tot minimaal 5,4 m, onder voorwaarden dat de bouwkundige situatie daar aanleiding toe geeft en de in lid 8.2.1 sub c voorgeschreven regel onredelijk is. 8.4.3 Bijbehorende bouwwerken voor het stallen van auto's In afwijking van het vermelde onder lid 8.2.2, sub h, zijn aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor het stallen van auto's ook toegelaten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - uitsluitend garages'. 8.4.4 Bouwhoogte bijbehorend bouwwerk (overkapping) Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2.4 sub b tot een bouwhoogte van maximaal 6 m, indien de stedenbouwkundige situatie ter plaatste zich er voor leent. 8.4.5 Mantelzorg a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.1 sub a en 8.5.3 voor het plaatsen en gebruiken van een tijdelijke woonunit als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, waarbij de volgende regels gelden: 1. er bestaat aantoonbaar behoefte aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden door middel van een onafhankelijke doktersverklaring; 2. er bestaat tussen de zorggever en de zorgbehoevende een familiair relatie; 3. totale oppervlakte die voor mantelzorg in gebruik wordt genomen maakt onderdeel uit van de in artikel 8.2.2 sub a genoemde oppervlaktenorm (100 m²) en de woonunit strekt zich niet uit tot meer dan één bouwlaag; 4. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; 5. de afstand tussen de woonunit en de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 8 m; deze afstand kan worden teruggebracht naar 3 m indien de aangrenzende (openbare) grond ter hoogte van de geplande woonunit een groen-, natuur-, water-, 181 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
verkeer of daarmee vergelijkbare bestemming heeft; 6. er moet sprake zijn van een ruimtelijke eenheid; de woonunit moet binnen een straal van 10 m van het hoofdgebouw worden geplaatst; 7. de woonunit moet voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit en de bouwverordening; 8. het gestelde in 8.2.2 sub c en f is van overeenkomstige toepassing; 9. er is en blijft sprake van een een 'afhankelijke woonruimte'; er mag geen nieuwe, zelfstandige woning ontstaan; b. Burgemeester en wethouders kunnen in uitzonderlijke gevallen, als er geen goede alternatieven zijn, toestaan dat: 1. in afwijking van het bepaalde in sub a5 (minimaal 8 of 3 m uit de achterste perceelsgrens), een woonunit op de perceelsgrens wordt geplaatst; 2. de in sub a3 genoemde oppervlaktenorm (100 m²) wordt overschreden; c. Als de noodzaak van mantelzorg is vervallen, moet de situatie in en om de woning worden teruggebracht in de oude staat, dan wel in overeenstemming met het bestemmingsplan. Dat betekent dat daarna geen sprake meer is van afhankelijke woonruimte en de tijdelijke woonunit is verwijderd. 8.5
Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen Een als zodanig bestemde woning, inclusief eventueel aanwezige aangebouwde bijbehorende bouwwerken, mag mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf of beroep, onder de voorwaarde dat: a. het medegebruik van ondergeschikte betekenis is en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair blijft; b. niet meer dan 40% van de totale vloeroppervlakte van de woning, inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken die voor woondoeleinden mogen worden gebruikt, mag worden gebruikt voor het aan huis gebonden bedrijf of beroep. c. het medegebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken zodanig beperkt blijft dat de afstand tussen de als zodanig gebruikte ruimte en de achterste perceelsgrens minimaal 8 m bedraagt; d. de woning moet blijven voldoen aan het bepaalde in het Bouwbesluit en de bouwverordening van de gemeente Doetinchem; e. degene die het aan huis gebonden bedrijf of beroep uitoefent ook de bewoner van de woning moet zijn; f. slechts bedrijven of beroepen aan huis toelaatbaar zijn, die behoren tot de Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven zoals deze is opgenomen in Bijlage 1 Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven; g. geen onevenredige verstoring van de voorzieningenstructuur mag plaatsvinden; h. geen detailhandel mag plaatsvinden, behoudens een beperkte verkoop (als ondergeschikte nevenactiviteit) van producten die ter plaatse zijn vervaardigd, dan wel direct verband houden met het bedrijf of beroep aan huis; i. het medegebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet onevenredig veel extra verkeer mag worden aangetrokken; j. het medegebruik geen nadelige invloed mag hebben op de parkeerbalans, casu quo primair op eigen terrein moet worden geparkeerd door gebruiker en bezoekers; k. alleen onverlichte reclame-uitingen zijn toegestaan; l. geen sprake mag zijn van werkzaamheden, activiteiten en/of opslag in de open lucht ten behoeve van de uitoefening van het aan huis gebonden bedrijf of beroep; 182 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
m. vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet mogen worden gebruikt voor de uitoefening van het aan huis gebonden bedrijf of beroep. 8.5.2 Wonen in aangebouwde bijbehorende bouwwerken (aangebouwde bijgebouwen) Aan de woning gebouwde bijgebouwen mogen tevens worden gebruikt ten behoeve van de uitbreiding van de woonfunctie, onder voorwaarde dat de afstand tussen het bouwwerk en de achterste preceelgrens minimaal 8 m bedraagt. De laatstgenoemde afstandsnorm geldt niet voor bouwwerken die binnen het bouwvlak liggen. 8.5.3 Strijdig gebruik Onder een gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van een gedeelte van een woning, dan wel een bijbehorend bouwwerk (bijgebouw) als zelfstandige woning of als afhankelijke woonruimte. 8.6
Afwijken van de gebruiksregels
8.6.1 Aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.5.1 sub f: a. voor beroepen of bedrijven, die niet worden genoemd in de aangegeven categorieën van de Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven in bijlage I, doch naar aard, omvang en hinder gelijk te stellen zijn met de in deze categorieën genoemde beroepen en bedrijven; b. voor het gebruik van maximaal 50 m 2 van de totale vloeroppervlakte van de woning, een en ander onder dezelfde voorwaarden als genoemd in lid 8.5.1; 8.6.2 Wonen in aangebouwde bijbehorende bouwwerken (aangebouwde bijgebouwen) Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.2 voor het gebruik van een aangebouwd bijbehorende bouwwerk ten behoeve van de uitbreiding van de woonfunctie tot een afstand tot minimaal 3 m tussen het bouwwerk en de achterste perceelsgrens, onder de voorwaarden dat: a. het bouwperceel aan de achterzijde en ter hoogte van het (geplande) bijbehorend bouwwerk grenst aan (openbaar) gebied waarop een groen-, natuur-, water-, verkeersof daarmee vergelijkbare bestemming rust; b. de ruimtelijke uitwerking van de afwijking aanvaardbaar is; c. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en eventuele bouwwerken niet onevenredig worden aangetast. 8.6.3 Mantelzorg a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.5.3 en toestaan dat een gedeelte van een woning dan wel een al dan niet vrijstaand bijbehorend bouwwerk (bijgebouw) wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, waarbij de volgende regels gelden: 1. er bestaat aantoonbaar behoefte aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden door middel van een onafhankelijke doktersverklaring; 2. er bestaat tussen de aanvrager en de zorgbehoevende een familiaire relatie; 3. de totale oppervlakte die voor mantelzorg in gebruik wordt genomen maakt onderdeel uit van de in artikel 8.2.2 sub a genoemde oppervlaktenorm; 183 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
4. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; 5. de afstand tussen het bijbehorende bouwwerk en de achterste perceelsgrens bedraagt minimaal 8 m bedraagt; deze afstand kan worden teruggebracht naar 3 m indien de aangrenzende grond ter hoogte van de geplande woonruimte een groen-, natuur-, water-, verkeer of daarmee vergelijkbare bestemming heeft; 6. er is en blijft sprake van een afhankelijke woonruimte; er mag geen nieuwe zelfstandige woning ontstaan; 7. de hoogtenorm voor bijbehorende bouwwerken blijft onverminderd van kracht; 8. afhankelijke woonruimte voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit en de bouwverordening; b. Burgemeester en wethouders kunnen in uitzonderlijke gevallen, als er geen goede alternatieven zijn, toestaan dat: 1. de in sub a5 opgenomen afstandsnorm (8 m tot de achterste perceelsgrens) wordt teruggebracht tot 0 m; 2. de in sub a3 genoemde oppervlaktenorm (100 m²) wordt overschreden; c. Als de noodzaak voor mantelzorg is vervallen, moet de situatie in en om de woning worden teruggebracht in de oude staat, dan wel in overeenstemming met het bestemmingsplan. Dat betekent dat daarna geen sprake meer is van afhankelijke woonruimte. 8.7
Wijzigingsbevoegdheid
8.7.1 Verschuiven van het bouwvlak Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bouwvlak van bestaande woningen, inclusief de ter plaatse geldende aanduidingen, verschuiven, onder voorwaarden dat: a. de verschuiving van het bouwvlak ten hoogste 10 m bedraagt ten opzichte van het bestaande bouwvlak, waarbij een minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van 4 m in acht genomen wordt; b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; c. de ruimtelijke uitwerking van de wijziging aanvaardbaar is; d. vaststaat dat de bestaande woning wordt gesloopt binnen drie maanden na gereedmelding van de nieuwe woning; e. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd. 8.7.2 Wijziging bouwaanduiding Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bouwaanduiding als bedoeld in Artikel 8 Wonen wijzigen in een andere in hetzelfde sub genoemde bouwaanduiding, onder de voorwaarde dat er in voldoende mate wordt voorzien in parkeergelegenheid op eigen terrein.
184 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 3 Artikel 9
Algemene regels
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
185 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 10 Algemene bouwregels 10.1 Bouwregels bij overschrijding van de bouwgrenzen Het verbod tot bouwen met overschrijding van de bouwgrenzen is niet van toepassing met betrekking tot: a. stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen, voorzover zij de grens van de weg niet overschrijden; b. plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden voor ventilatiekanalen en schoorstenen, indien de overschrijding van de bouwgrens, waaraan de voorgevel gelegen is, niet meer dan 12 cm bedraagt en daarbij de grens van de weg niet wordt overschreden; c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, overbouwingen, bloemenkozijnen, balkons, galerijen en luifels, mits zij de bouwgrens, waaraan de voorgevel gelegen is, met niet meer dan 50 cm overschrijden en niet lager zijn aangebracht dan: 1. 4,20 m boven een rijbaan of boven een strook ter breedte van 1,50 m langs een rijbaan; 2. 2,20 m boven een voetpad, voor zover dit voetpad geen deel uitmaakt van de onder nummer 1 genoemde strook; d. ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, voorzover deze de bouwgrens met niet meer dan 1 m overschrijden; e. goten en ondergrondse afvoerleidingen en inrichtingen voor de verzameling van water en rioolstoffen; f. hijsinrichtingen aan tot bewoning bestemde gebouwen, voorzover deze hijsinrichtingen in geen enkele stand: 1. de bouwgrens, waaraan de voorgevel gelegen is, met meer dan 1 m overschrijden; 2. de grens van de weg overschrijden; 3. lager zijn geplaatst dan 4,20 m boven de hoogte van de rijbaan. 10.2 Afwijken van de bouwregels bij overschrijding van de bouwgrenzen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van het bepaalde in lid 1 voor het overschrijden van bouwgrenzen met ten hoogste 2m, indien het betreft: a. b. c. d. e. f.
stoepen, stoeptreden, toegangsbruggen en funderingen, die de grens van de weg overschrijden; plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemelwater, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen, die de naar de weg gekeerde bouwgrens met meer dan 12 cm overschrijden, dan wel die de grens van de weg overschrijden; gevels en kroonlijsten en overstekende daken, die de naar de weg gekeerde bouwgrens met meer dan 50 cm overschrijden, met inachtneming van het bepaalde in lid 10.1, sub c, onder 1 en lid 10.1, sub c, onder 2; overbouwingen ten dienste van de verbinding van twee bouwwerken, mits de bouwwerken, voor wat de hoogte boven de weg betreft, voldoen aan het bepaalde in 10.1, sub c, onder 1 en 2; bloemenkozijnen, balkons en galerijen, mits zij bij overschrijding van de weggrens voldoen aan het bepaalde in lid 10.1 sub c, onder 1 en lid 10.1, sub c, onder 2; luifels, reclamezuilen en draagconstructies voor reclame, mits zij bij overschrijding van de weggrens, voor wat de hoogte boven de weg betreft, voldoen aan het bepaalde in lid 186 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
10.1, sub c, onder 1 en lid 10.1, sub c, onder 2; hijsinrichtingen, laadbruggen, stortgoten, stort- en zuigbuizen, die in enige stand de naar de weg gekeerde bouwgrens met ten hoogste 1,50 m overschrijden, mits zij niet lager zijn geplaatst dan 4,20 m boven de hoogte van de rijbaan; h. toegangen van bouwwerken, voor wat de hoogte boven de weg betreft, die de grens van de weg niet overschrijden; i. kelderingangen en kelderkoekoeken; j. bouwwerken waarvan de bovenzijde niet hoger is gelegen dan: 1. de hoogte van de weg, voorzover de werken in de weg zijn gelegen; 2. de terreinhoogte bij voltooiing van de bouw, voorzover de bouwwerken niet in de weg gelegen zijn. g.
10.3 Bestaande maten In die gevallen dat goot- en bouwhoogten, afstanden, oppervlakten, inhoud van legale bouwwerken ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan meer bedragen dan in Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels is voorgeschreven, gelden deze bestaande goot- en bouwhoogten, afstanden, oppervlakten of inhoud als maximum.
187 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 11 Algemene gebruiksregels 11.1 Verboden gebruik a. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan ter plaatse aangegeven bestemming; b. Onder verboden gebruik, als bedoeld in lid 1 sub a, wordt in ieder geval beschouwd een gebruik als: 1. staan- of ligplaats voor onderkomens; 2. opslagplaats voor onklare voer-, vlieg- en vaartuigen of onderdelen daarvan; 3. opslagplaats voor gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen daarvan; 4. stortplaats voor puin, mest- of afvalstoffen; 5. seksinrichting of ten behoeve van prostitutiedoeleinden, tenzij het “thuisprostitutie” betreft. 6. verblijfsrecreatie 7. het racen en/of crossen met gemotoriseerde voertuigen of fietsen; c. Het bepaalde in sub a en b is niet van toepassing op (tijdelijk) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken. 11.2
Afwijken verboden gebruik
11.2.1 Meest doelmatige gebruik Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 sub a en b indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik van gronden en bouwwerken, die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt. 11.2.2 Seksinrichtingen Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid11.1 sub b, nummer 5, genoemde gebruiksverbod ten behoeve van de vestiging van: 1. escortbureaus in een als zodanig bestemde woning, inclusief de eventueel aanwezige aangebouwde bijgebouw(en) mits de woonfunctie in overwegende mate wordt behouden en de ruimtelijke uitwerking van het escortbedrijf in overeenstemming is met de woonfunctie, casu quo geen ernstige hinder voor de omgeving wordt veroorzaakt. Dat betekent dat: het medegebruik van ondergeschikte betekenis moet zijn en maximaal 40% van de totale vloeroppervlakte van de woning mag beslaan; de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven; de woning moet blijven voldoen aan het Bouwbesluit en de Bouwverordening Doetinchem; degene die gebruiker is van de woning, ook degene moet zijn die het escortbedrijf uitoefent; geen detailhandel mag plaatsvinden; het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet evenredig veel extra verkeer wordt aangetrokken; het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de parkeerbalans, in casu quo primair op eigen terrein moet worden geparkeerd; 188 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
alleen onverlichte reclame-uitingen met een gezamenlijke oppervlakte kleiner dan 0,5 m² zijn toegestaan, waarvan de langste zijde minder dan 1 m bedraagt; vrijstaande bijgebouwen mogen niet worden gebruikt voor de uitoefening van het escortbedrijf; 2. seksbioscopen, sekstheaters en seksautomatenhallen in een als zodanig bestemd winkel- ofdienstverleningspand en andere daarmee vergelijkbare bestemmingen.
189 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 12 Algemene afwijkingsregels Burgemeester en wethouders kunnen, in uitzonderlijke gevallen, gemotiveerd bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor: a. het oprichten van bouwwerken voor algemeen nut (zoals abri's, telefooncellen, transformatorhuisjes, gasregel- en drukstations, conmatics), mits de inhoud van elk van deze bouwwerken niet meer bedraagt dan 75 m 3 en de bouwhoogte ervan niet meer bedraagt dan 4 m; b. het overschrijden van de regels inzake goothoogte, bouwhoogte, (verkoop- of bedrijfs)vloeroppervlakte en oppervlakte van gebouwen, met niet meer dan 10%; c. het overschrijden van de regels inzake de bouwhoogte en oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met niet meer dan 10%; d. het in geringe mate aanpassen van het plan, teneinde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens of een bouwgrens, te veranderen, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan gewenst of noodzakelijk is, waarbij de grenzen met niet meer dan 3 m worden verschoven; e. het oprichten van masten ten behoeve van mobiele (beeld)telefonie en zendmasten tot een bouwhoogte van maximaal 15 m;
190 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 13 Algemene wijzigingsregels Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen ten behoeve van: a. het in geringe mate aanpassen van het plan, teneinde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens of een bouwgrens, te veranderen, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan gewenst of noodzakelijk is en de bestemmingsgrens niet meer dan 5 m en de bouwgrens niet meer dan 10 m worden verschoven; b. het oprichten van gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorhuisjes en gemaalgebouwtjes met een inhoud van maximaal 100 m 3 en een goothoogte van maximaal 4 m; c. het enigszins anders situeren en/of begrenzen van bouwvlakken, indien dit ten behoeve van de uitvoering van een bouwplan nodig mocht blijken, een en ander, mits de oppervlakte van het desbetreffende bouwvlak met niet meer dan 20% van het in het plan vastgelegde zal afwijken.
191 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 14 Overige regels Waar in dit plan wordt verwezen naar wettelijke regelingen wordt geduid op die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan.
192 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Artikel 15 Overgangsrecht 15.1 Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan. 15.2 Afwijking Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 15.1 met maximaal 10%. 15.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 15.4 Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 15.5 Persoonsgebonden overgangsregels Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
193 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Artikel 16 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Bosstraat 50 - 2011. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Doetinchem in de openbare raadsvergadering d.d. de griffier,
de voorzitter,
194 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Bijlagen
195 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Bijlage 1 Lijst van aan huis gebonden beroepen en bedrijven bron: Bedrijven en milieuzonering VNG (editie 2009) SBI-code ('hoofdgroep': 'subgroep') Omschrijving 15: 1593 t/m 1595
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
18: 182
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)
20: 205
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkbedrijven
22: 221
Uitgeverijen (kantoren)
22: 2222.6
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
22: 2223
Grafische afwerking
22: 2223
Binderijen
22: 2224
Grafische reproductie en zetten
22: 2225
Overige grafische activiteiten
22: 223
Reproductiebedrijven opgenomen media
33: 33
Vervaardigen van medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie
36: 361
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
36: 362
Vervaardiging van munten, sieraden e.d.
36:363
Vervaardigen van muziekinstrumenten
51: 511
Handelsbemiddeling (kantoren)
52: 527
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's, motors, bromfietsen en scooters)
55: 551,1 5512
Pensions
55: 5552
Cateringbedrijven
61, 62: 61, 62
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
63: 6322, 6323
Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren)
63: 633
Reisorganisaties
63: 634
Expediteurs, cargadoors (kantoren)
64: 641
Post- en koeriersdiensten
65, 66, 67: 65, 66, 67
Banken en verzekeringsbedrijven
70: 70
Verhuur van en handel in onroerend goed
72: 72
Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
73: 731
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk 196 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
73: 732
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
74: 74
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
74: 7481.3
Foto- en filmontwikkelcentrales
85: 8512, 8513
Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven
85: 853
Kinderopvang (gastouderschap)
91: 9111
Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)
92: 921, 922
Studio's (film, TV, radio, geluid)
92: 9251, 9252
Ateliers, e.d.
93: 9301.3
Wasverzendinrichtingen
93: 9301.3
Wasserettes, wassalons
93: 9302
Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten
93: 9305
Persoonlijke dienstverlening niet elders genoemd in de richtafstandenlijst 1 - Activiteiten van Bedrijven en milieuzonering van het VNG (editie 2009)
197 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"
Bijlage 2 Lijst van vrije beroepsbeoefenaars Lijst van vrije beroepen op grond van de Handelsregisterwet Advocaat Accountant-administratieconsulent Alternatieve genezer Belastingconsulent Bouwkundig architect Dierenarts Fysiotherapeut Gerechtsdeurwaarder Huidtherapeut Huisarts Interieurarchictect Juridisch adviseur Kunstenaar Logopedist Medisch specialist Notaris Oefentherapeut Cesar/Mensendieck Organisatie-adviseur Orthopedagoog Psycholoog Raadgevend adviseur Redacteur Registeraccountant Stedenbouwkundige Tandarts Tandartsspecialist Tolk-vertaler (al dan niet beëdigd) Tuin- en landschapsarchitect Verloskundige Een beroep dat hier niet op voorkomt geldt in beginsel niet als 'vrij beroep', tenzij de onderneming/beroepsbeoefenaar anders kan aantonen. In de jurisprudentie is uitgemaakt, dat de uitoefening van vrije beroepen in overeenstemming is met de functie wonen. Dit is rechtstreeks toegestaan. Voor de vestiging van vrije beroepen is geen procedure nodig op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of de Wet ruimtelijke ordening, zolang de beroepsuitoefening plaatsvindt in de woning en de woonfunctie in overwegende mate blijft behouden.
198 vastgesteld "Bosstraat 50 - 2011"