2 April 2010 Universiteit van Tilburg Master Nederlands Recht Departement privaatrecht Begeleiders: Mr. J.A.A.M. Verschure Mr. R.M. Wibier Wouter Metz s508245
[ISLAMITISCH FINANCIEREN] Welke juridische en fiscale belemmeringen moeten worden overwonnen voor de implementatie van de Halal-hypotheek in het Nederlandse recht?
Universiteit van Tilburg
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Islamitisch financieren 2.1 2.2 2.3
2.4 2.5 2.6 2.7
De Islam........................................................................................................... p.5 Geloof en maatschappij.................................................................................... p.6 Bronnen van islamitisch recht.......................................................................... p.6 2.3.1 De Sharia.............................................................................................. p.6 2.3.2 De Koran.............................................................................................. p.7 2.3.3 De Soena en Hadith............................................................................. p.7 2.3.4 Overige bronnen van Islamitisch recht................................................. p.8 Beginselen van islamitisch financieren............................................................. p.9 Globale ontwikkeling van islamitisch financieren.............................................. p.10 Korte introductie van islamitische financieringsvormen................................... p.11 Toezicht door Sharia-raad................................................................................ p.13
3. De Halal-hypotheek in Nederland? 3.1
3.2
3.3 3.4
3.5 3.6
Belangrijkste Nederlandse financieringsvormen……………………………….. p.14 3.1.1. Hypotheek………………………………………………………………….. p.14 3.1.2. Huurkoop…………………………………………………………………… p.15 3.1.3. Groeiend eigendom………………………………………………………… p.15 Islamitische financieringsvormen...................................................................... p.15 3.2.1. Murabaha…………………………………………………………………… p.15 3.2.2. Ijara wa iqtina……………………………………………………………….. p.16 3.2.3. Musharaka (Muntanagiza)………………………………………………… p.17 Huidige stand van zaken…………………………………………………………. p.18 3.3.1. Vraag………………………………………………………………………… p.18 3.3.2. Aanbod……………………………………………………………………… p.19 Islamitische financieringsvormen onder Nederlands privaatrecht................... p.19 3.4.1. Murabaha…………………………………………………………………… p.19 3.4.2. Ijara wa Iqtina………………………………………………………………. p.20 3.4.3. Musharaka (Muntanagiza)……………………………………………… p.22 Toezicht…………………………………………………………………………….. p.22 Islamitische financieringsvormen onder Nederlandse fiscaal recht………….. p.23 3.4.1. Murabaha…………………………………………………………………… p.23 3.4.2. Ijara wa Iqtina……………………………………………………………….. p.25 3.4.3. Musharaka (Muntanaqiza)……………...............………………………… p.27
4. Rechtsvergelijking: de implementatie van de Halal-hypotheek in de V.S 4.1
4.2
4.3
De islamitische hypotheekmarkt in de V.S………………………………………. p.27 4.1.1 Tot 2000: de kennismaking………………………………………………… p.28 4.1.2 Vanaf 2000: de expansie…………………………………………………… p.29 4.1.3 Waarborging van kwaliteit………………………………………………….. p.30 Islamitische financieringsvormen onder Amerikaans privaatrecht.…………… p.31 4.2.1 Murabaha…………………………………………………………………… p.31 4.2.2 Ijara wa Iqtina……………………………………………………………… p.32 4.2.3 Musharakah (Muntanaqiza)………………………………………………… p.34 Islamitische financieringsvormen onder Amerikaans fiscaal recht.…………… p.34 4.3.1 Algemene beginselen van het Amerikaanse belastingrecht…………….. p.35
Wouter Metz
Pagina 2
26-9-2011
Universiteit van Tilburg 4.3.1.1. 'Debt' en 'equity'……………………………………………………… 4.3.1.2. Aftrekbare posten……………………………………………………. 4.3.1.3. Hypotheekrenteaftrek………………………………………………. 4.4 Toegepast op islamitische financieringsvormen………………………………… 4.1. Murabaha……………………………………………………………………… 4.2. Ijara wa Iqtina…………………………………………………………………. 4.3. Musharaka Muntaniqiza……………………………………………………… 4.5 'Substance-over-form' –principe …………………………………………………. 4.6 Toetsing door Internal Revenue Service…………………………………………
p.35 p.35 p.36 p.37 p.37 p.38 p.38 p.39 p.40
5. Conclusie en aanbevelingen...…………………………………………………………… p.42 6. Literatuurlijst……………………………………………………………………………..... p.44
Wouter Metz
Pagina 3
26-9-2011
Universiteit van Tilburg 1.
Inleiding
Een groot deel van de wereld, waaronder Nederland, verkeert momenteel in een economische crisis. Deze economische crisis is het gevolg van een kredietcrisis, waarbij het gehele financiële systeem onder een grote druk is komen te staan. Kijkende naar waar deze kredietcrisis zich voordeed, bevinden de getroffen landen zich vooral in het Westen van de wereld. Wat opvalt is dat voornamelijk de islamitische landen niet of nauwelijks hinder ondervonden van de financiële crisis. Ze hebben daarentegen wel te maken met de achteruitgang van de reële economie. Hoe valt dit te verklaren? De grote hoeveelheid olie die aanwezig is, vormt een stabiele financiële basis, maar de stabiliteit is ook deels toe te schrijven aan het financiële systeem in islamitische landen. Het effect van deze manier van financieren is niet onopgemerkt gebleven en vele banken over de hele wereld hebben het islamitische financieren geïmplementeerd in hun financiële systeem zoals Het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Een onderzoek naar de mogelijkheden van islamitisch bankieren in Nederland is dan ook de moeite waard. Dit stuk heeft als doel te onderzoeken of het in de toekomst mogelijk is om islamitische woningfinancieringsconstructies onder Nederlands recht aan te bieden. Niet alleen is dit voordelig voor moslims die volgens hun geloof willen leven, maar het geeft ook een kans voor de Nederlandse financiële sector om mee te doen op deze groeiende markt. Een onderzoek naar het islamitische financieren in zijn geheel is te omvangrijk en ingewikkeld. Dit werk beperkt zich tot het juridische en fiscale onderzoek naar de mogelijkheid om in Nederland een “Halal- Hypotheek” aan te bieden. Dit is een hypotheek die volledig aan de eisen voldoet van de Sharia, het islamitische goddelijke recht De hoofdvraag die beantwoord zal worden is: welke juridische en fiscale belemmeringen moeten worden overwonnen voor de implementatie van de Halal-hypotheek in het Nederlandse recht? Om een antwoord op deze vraag te krijgen zal eerst in hoofdstuk 2 aandacht worden besteed aan de basisbeginselen van het islamitische financieren. Hierbij zal de religieuze achtergrond, de ontwikkeling, de financieringsvormen van het islamitisch financieren en het toezicht hierop uiteen worden gezet. In hoofdstuk 3 zal de Halalhypotheek juridische en fiscaal worden getoetst aan de Nederlandse wetgeving betreffende woningfinanciering. Hoofdstuk 4 zal een rechtsvergelijkend element bevatten, namelijk de toetsing van de islamitische financieringsvormen aan het civiele en fiscale Amerikaanse recht. Afgesloten zal worden met een conclusie waarin de belangrijkste bevinden uit het Nederlandse en Amerikaanse systeem worden gekoppeld en zullen enige aanbevelingen worden gedaan.
Wouter Metz
Pagina 4
26-9-2011
Universiteit van Tilburg
2. Islamitisch financieren Om een algemeen beeld te krijgen van islamitisch financieren zal in dit hoofdstuk de basis van het islamitisch financieren uiteen worden gezet. Hierbij zal ten eerste in paragraaf 2.1. aandacht worden besteed aan de Islam. De Islam is het geloof van de moslims dat aan de basis staat van islamitisch financieren en verdient daardoor nadere bespreking. In paragraaf 2.2. zal kort worden weergegeven hoe het geloof en de staat zich tot elkaar verhouden. Deze verhouding is namelijk zeer verschillend van de westerse wereld en is belangrijk voor de manier waarop de islamitische maatschappij is ingericht. Dan volgt in paragraaf 2.3 een uiteenzetting van de bronnen van het islamitisch recht, waarna in paragraaf 2.4. de algemene beginselen worden belicht. De ontwikkeling van islamitisch financieren komt in paragraaf 2.5 aan bod, waarbij met name wordt ingegaan op het ontstaan en de groei van de markt van islamitisch financieren. Daarna zullen in paragraaf 2.6 de meest gebruikte islamitische financieringsvormen worden belicht en zal er door middel van paragraaf 2.7 afgesloten worden met een uiteenzetting van het financiële toezicht door de Sharia-raad. 2.1. De Islam Het geloof in de Islam is feitelijk ontstaan in Medina in het jaar 622.1 De oorsprong van deze monotheistische godsdienst ligt in de openbaring van de woorden van Allah door de aardsengel Gabriel aan Mohammed. In 622 emigreerde Mohammed naar Medina om de heilige boodschappen van Allah te verkondigen. Deze reis, genaamd “de Hijra” geldt tevens als beginpunt van de islamitische kalender.2 Mohammed was lid van de Quarysh clan vlakbij Mekka. De stam had veel aanzien bij de verschillende arabische stammen, vanwege het feit dat Mekka in die tijd een belangrijke pelgrims- en handelsstad was.3 Dit leidde in de loop der tijd tot de acceptatie van Mohammed als de enige boodschapper van Allah, waardoor hij officieel profeet werd.4 Er wordt ook wel gezegd dat er eerdere profeten waren en dat Mohammed de laatste en belangrijkste profeet was die de woorden van Allah heeft doorgekregen.5 Sinds de acceptatie van Mohammed als profeet van de almachtige god Allah, heeft het geloof in Allah en Mohammed steeds meer volgelingen gekregen. Het geloof in de Islam heeft zich in de jaren 632-1071 sterk uitgebreid. Dit kwam doordat veel grondgebied en vele stammen werden veroverd door de oorlogen gevoerd door onder andere Abu Bakr en Umar ibn al-Khattab in
1
N.J. Coulson, 1978, p. 10 Z.R. Kassam, 2006, p. xvii (zie tijdlijn) 3 Z.R. Kassam, 2006, p. 1 4 N.J. Coulson, 1978, p. 10 5 T. Sonn, 2004, p.15 2
Wouter Metz
Pagina 5
26-9-2011
Universiteit van Tilburg naam van Mohammed.6 Tot op de dag vandaag heeft de godsdienst zich door de globalisatie over de gehele wereld verspreid. Maar wat betekent het geloof in Allah en Mohammed voor de moslims? De Islam is de godsdienst en de manier van leven van de moslims.7 “Islam” betekent letterlijk “overgave” of “onderwerping” (aan God), wat inhoudt dat iedere moslim zich dient te gedragen naar de woorden van Allah. Daarnaast staat het woord “Islam” voor “vrede”, wat men kan bewerkstelligen door onvoorwaardelijk in Allah te geloven en zich naar zijn woorden te gedragen.8 Zo zijn er 5 belangrijke geboden, die iedere moslim in zijn leven dient na te leven. Er is de geloofsbelijdenis, de dagelijkse gebeden, de Ramadan, het steunen van de armen en de tocht naar Mekka. 2.2
Geloof en maatschappij
In de islamitische wereld bestaat er geen scheiding tussen kerk en staat.9 Het geloof (in de Islam) en de staat worden beiden beheerst door de “Sharia”. De Sharia betekent letterlijk “de weg”, welke niet alleen de weg naar Allah behelst, maar ook de weg die Allah heeft gewezen om een goed leven te leiden.10 Dit betekent dat de Sharia niet alleen dient als gids voor het geloof in de Islam., maar ook betrekking heeft op het dagelijks leven.11 De laatst genoemde functie van de Sharia heeft ervoor gezorgd dat het gehele rechtssysteem valt onder de bepalingen uit de Sharia. Hoe de Sharia het islamitische recht regelt wordt in de volgende paragraven uitdrukkelijk beschreven. 2.3
Bronnen van Islamitisch recht
2.3.1 De Sharia Zoals hierboven beschreven, is de Sharia de basis van het islamitische rechtssysteem. Het bevat de hoogste bron van islamitisch recht en bestaat uit de Heilige Koran en de Soena, het boek van de Profeet Mohammed.12 De autoriteit van de Sharia is niet in ieder islamitisch land hetzelfde. In Saoedi-Arabië en Iran geldt alleen de Sharia als wetgeving. In andere islamitische landen bestaat er naast de Sharia ook traditionele wetgeving. Pakistan, Soedan en Afghanistan hebben een gemengd rechtsstelsel.13 In Turkije kent men zelfs alleen de staatswetgeving.14 Problemen bij de klassieke Sharia- wetgeving zijn dat de Sharia niet alle rechtsgebieden bestrijkt, dat er lacunes in zitten en dat het oproept tot interpretatievragen. Er 6
Z.R. Kassam, 2006, p. 13 A. R.I. Doi, 1984, p. i 8 T. Sonn, 2004, p.5 9 R.P.J.L Tjittes, 2008, p. 1 10 A. R.I. Doi, 1984, p. 2 11 B.S. Chong & M-H. Liu, 2009, p. 128 12 A. R.I. Doi, 1984, p. 7 13 J.M. Otto, 2006, p. 106 14 De Sharia is in Turkije door Ataturk en zijn opvolgers uit het rechtssysteem geschrapt 7
Wouter Metz
Pagina 6
26-9-2011
Universiteit van Tilburg is in deze moderne tijd dan ook veel discussie over de juridische relevantie van de Sharia.15 In het kader van dit werk, waar de nadruk ligt op islamitisch financieren, wordt de Sharia gezien als klassieke, alomvattende rechtsbron. 2.3.2. De Koran De Koran is de eerste primaire bron van de Sharia. Het boek bevat de werkelijke woorden van Allah. Het is de declaratie van de waarheid en het licht die de te volgen weg aangeeft. De Koran geeft de gedragscode voor elke gelovige en geeft de voorschriften om aan deze gedragscode te kunnen voldoen.16 De woorden van Allah zijn goddelijk, oneindig en doorgegeven via de Aartsengel Gabriel aan de profeet Mohammed. De eerste openbaring was op de 15e nacht van de maand van de Ramadan in het 41e levensjaar van Mohammed. Deze openbaring gebeurde op een heuvel in een grot in Hira. Mohammed heeft vanaf dit moment de woorden verder verkondigd aan zijn naasten. Later zijn deze verkondigde openbaringen van Allah op schrift gezet in de woestijn van Arabië. Dit was een prestatie gezien het feit dat er heel weinig was geschreven voordat de codificatie van de Koran een feit was. In totaal heeft de codificatie 22 jaar 2 maanden en 22 dagen geduurd.17 De Koran bestaat uit 114 hoofdstukken, 6666 versen en 86430 woorden. De Koran regelt de verhouding tussen mensen onderling, maar geeft ook voorschriften met betrekking tot de relatie tot Allah. De Koran bestaat uit veel verschillende bepalingen, die zien op concrete gevallen. Het boek geeft geen algemene bepalingen, maar geeft ad hoc bepalingen voor specifieke onderwerpen.18 Dit brengt met zich dat er verschil van mening bestaat over de betekenis van de diverse bepalingen uit de Koran.19 Dit is de reden dat er verschillende scholen zijn binnen de islamitische gemeenschap met elk een andere benadering van de regels uit de Koran. 2.3.3. De Soena en Hadith De Soena is de tweede primaire rechtsbron van de Sharia. De Soena heeft minder aanzien dan de Koran, maar is wel degelijk belangrijk in het stelsel van de islamitische wetgeving. In de Soena zijn de werkelijke daden en woorden van de Profeet Mohammed opgeschreven en uitgelegd. De Soena bestaat uit verschillende “Hadith”. Dit zijn de werkelijk doorvertelde woorden van Mohammed en de bijbehorende tradities. De Hadith zijn de 2e pilaar waarop
15
Zie: M. Berger, 2006 p. 13 A. R.I. Doi, 1984, p. 21 17 A. R.I. Doi, 1984, p. 21-22 18 N.J. Coulson, 1978, p. 22 19 N.J. Coulson, 1978, p. 12 16
Wouter Metz
Pagina 7
26-9-2011
Universiteit van Tilburg een Moslim zijn geloof en leven baseert. Met andere woorden: de Hadith vormen de toevoegingen aan de woorden van Allah uit de Koran.20 Mohammed heeft de Hadith op de volgende 3 manieren zeer zorgvuldig aan zijn opvolgers doorverteld: •
mondeling: Mohammed vertelde zijn woorden mondeling aan zijn naasten, waarbij hij de belangrijkste zaken 3 keer herhaalde. Daarna luisterde hij naar zijn naasten om er zeker van te zijn dat ze zijn woorden correct overnamen;
•
via brieven: De Profeet schreef zijn woorden naar koningen, heersers en moslimsgouverneurs. In deze brieven gaf Mohammed instructies betreffende de steun aan de armen, belanstingen en manieren op hem te aanbidden;
•
door demonstraties: Mohammed leerde zijn naasten ook door middel van praktische demonstraties. Zo leerde hij ze bijvoorbeeld bidden en keek hij toe bij het vasten.21
De Soena legt via het gebruik van de Hadith de betekenis van de Koran verder uit en geeft voorschriften in het geval dat de Koran zwijgt over een bepaald onderwerp. Bij deze uitleg en voorschriften is het niet mogelijk dat de Soena tegenstrijdigheden vertoont met de Koran. De Koran is namelijk de belangrijkste bron van de Sharia en de bepalingen uit de Soena moeten zo gelezen worden dat het met de Koran overeenstemt.22 Het belang van van de Soena blijkt daarnaast uit het feit dat iedere individuele moslim, en zelfs groepen van moslims, tradities overnemen uit de Soena om voor zichzelf een leefbaar kader te creëren. Dit heeft ervoor gezorgd dat de Profeet steeds meer autoriteit kreeg onder de moslimbevolking.23 2.3.4. Overige bronnen van Islamitisch recht Naast de primaire bronnen van islamitisch recht zijn er ook enkele secundaire bronnen te onderscheiden. Deze secundaire bronnen zijn af te leiden uit de bevelen uit de Koran en de Soena. De belangrijkste secundaire bronnen van islamitisch recht worden hieronder kort uiteengezet: •
Al-Ijma: Deze bron van islamitisch recht kan omschreven worden als de algehele overeenstemming tussen juridisch gezaghebbende groepen. De directe naasten (Sahabah) van de Profeet Mohammed en de latere geleerde juristen (Muftis) na de dood van Mohammed behoren tot dergelijke groepen.24 De groepen van juristen probeerden overeenstemming te bereiken bij het oplossen van verschillende religieuze problemen die zij in de praktijk tegenkwamen. Een voorbeeld is het
20
A. R.I. Doi, 1984, p. 48-49 A. R.I. Doi, 1984, p. 49 22 A. R.I. Doi, 1984, p. 48 23 A. R.I. Doi, 1984, p. 50 24 A. R.I. Doi, 1984, p. 64 21
Wouter Metz
Pagina 8
26-9-2011
Universiteit van Tilburg strafbaar stellen van het drinken van alcohol.25 Hierbij zochten ze naar bepalingen uit de Koran en Soena om hun standpunt te onderbouwen, omdat de Ijma altijd gebaseerd moest zijn op de prediken van Allah of Mohammed. Deze manier van het bereiken van overeenstemming werd gesteund door Allah en Mohammed, zo blijkt uit verschillende versen. Indien overeenstemming werd bereikt, werd dit als geldend aangenomen. •
Al-Qiyas: deze bron van islamitisch recht is te omschrijven als de bron van analoge interpretatie. In het kader van het islamitische recht is het mogelijk een logische conclusie van een bepaalde wet te gebruiken voor een probleem dat te maken heeft met het welzijn van moslims. De oplossing van een probleem mag analogisch worden geinterpreteerd uit een bestaande islamitische wet. De nieuwe regel dient wel gebaseerd te zijn op de Koran, de Soena of Ijma.26
•
Al- Ijtihad: dit is de bron op basis van het redelijke verstand van mensen. Om een nog niet eerder bestaand probleem op te lossen wordt bij deze bron toevlucht genomen naar het menselijke verstand. Het probleem wordt opgelost door een redelijke en rationele uitleg van de bepalingen uit de Sharia. Deze bron lijkt dan ook erg veel op het beginsel van redelijkheid en billijkheid zoals wij dat kennen. Maar om tot een geldende regel te komen dient degene die hem verzint (Al-Mujitahid) aan vele eisen te voldoen. Zo dient hij zeer geleerd zijn in de versen van de Koran, de tradities van Mohammed, de principes van Ijma en de beginselen van de Al-Qiyas. En daarnaast moet hij een voorbeeldig moslim zijn.27
2.4. Beginselen van islamitisch recht Uit de bepalingen van de Sharia en de overige bronnen van islamitische recht vloeit een aantal beginselen voort dat betrekking heeft op islamitisch financieren. Zo is er het verbod van het vragen en betalen van “riba”. Er wordt vaak gezegd dat riba hetzelfde is als rente maar dat is niet geheel juist. Riba heeft namelijk een aantal betekenissen volgens het islamitisch recht, welke niet gelijk lopen aan het begrip rente uit de westerse wereld. Het gaat er in zijn algemeenheid om dat er geen ongerechtvaardigde verrijking plaatsvindt wegens ongelijkheden in de tegenwaarde van een transactie.28 Het vragen van rente is onrechtmatig, omdat er voorafgaande aan de transactie een vergoeding wordt gevraagd voor het gebruik van geld. Het risico van de transactie bestaat dan alleen aan de zijde van de kredietvrager en dit valt niet te rijmen met de islamitische opvatting van risicodeling.29 25
A. R.I. Doi, 1984, p. 65 A. R.I. Doi, 1984, p. 70 27 A. R.I. Doi, 1984, p. 78 -79 28 M. Berger, 2006 p. 53 29 B.Verhoef, S.Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 9 26
Wouter Metz
Pagina 9
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Naast het verbod op riba kent het islamitische recht ook het verbod op “gharar”: Dit verbod houdt in dat alle onzekerheid in een handelstransactie vermeden moet worden. Het is verboden om verzekeringen af te sluiten op de manier die in het westen wordt gehanteerd, omdat er van tevoren niet vaststaat wat er zal gebeuren. Ook is het volgens het uitsluiten van gharar verboden om geld uit te lenen zonder mee te delen in de risico’s. Het is niet mogelijk op voorhand te bepalen wat er in de toekomst met het geld zal gebeuren. Tegenslagen kunnen namelijk nooit uitgesloten worden. Een kenmerkend gezegd dat de essentie van het verbod op gharar verwoordt: men mag de vis niet verkopen voordat deze gevangen is. 30 Ook kent het islamitische recht het verbod op “maysir”. Het is hierbij verboden om een transactie aan te gaan waarbij er sprake is van speculatie of gokken. Dit verbod op maysir is uitdrukkelijk vermeld in de Koran (sura 2:219).31 Daarnaast mag alles wat “haram” is, geen voorwerp zijn in een handelstransactie. Zo verbiedt de Sharia bijvoorbeeld de handel in varkensvlees, alcohol, pornografie e.d..32 2.5
Globale ontwikkeling van islamitisch financieren
Het moderne islamitisch financieren bestaat ongeveer 30 jaar. Dit is nog niet lang geleden, maar wil niet zeggen dat er niet eerder getracht is islamitische financiële producten aan te bieden. In het midden van de jaren 40 van de 20e eeuw heeft een bank in Maleisië geprobeerd om islamitische financieringsproducten aan te bieden. In Pakistan heeft een andere bank het in de jaren 50 geprobeerd, maar beide initiatieven mislukte. De echte institutionalisering van islamitisch financieren kwam op in de jaren 70 van de 20e eeuw. In 1975 werd de eerste intergouvernementele rente-vrije bank opgericht, genaamd de “Islamic Development Bank”. In ditzelfde jaar werd ook de eerste particuliere rente-vrije bank opgericht door een aantal zakenmannen uit verschillende islamitische landen. De oprichting van deze banken was het resultaat van een aantal conferenties betreffende de oprichting van islamitische producten. Zo was er een conferentie van de ministers van financiën van de islamitische
staten
gehouden
in
Karachi
in
1970,
een
egyptische
studie
naar
islamitischefinancieren in 1972, de “First International Conference on Islamic Economics” in Mekka in 1976, en de “International Economic Conference” in London in 1977.33 Islamitisch financieren heeft zich de laatste 2 decennia sterk ontwikkeld als alternatief voor conventioneel bankieren, zowel in moslimlanden als daarbuiten. Het succes uit het feit dat steeds meer divisies, of zelfs hele banken, worden opgericht om zich bezig te houden met islamitisch financieren. Zo zijn banken als Citibank, Bank of America, Commerzbank, 30
M. Renders, 1999, p. 85 H. Visser, 2008, p. 3 32 M. Berger, 2006 p. 53 33 T.S. Zaher & M.K. Hassan, 2001. p. 169 31
Wouter Metz
Pagina 10
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Deutche Bank, Merrill Lynch, ABN AMRO, BNP Paribas, Pictet & Cie, UBS, Standard Chartered, Barclays, HSBC, Royal Bank of Canada, American Express, Goldman Sachs, Kleinwort Benson, ANZ Grindlays en Flemings tegenwoordig bezig met islamitisch financieren. Er zijn ook landen waar het gehele financiële systeem is omgezet naar het systeem van islamitisch financieren. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in Iran, Pakistan en Sudan. In andere landen blijft conventioneel bankieren de boventoon voeren. Maar ook waar conventioneel bankieren de prioriteit geniet, worden steeds meer islamitisch financiële contracten aangeboden. Islamitisch financieren heeft zich ontwikkeld tot een sterke nichemarkt. Er wordt zelfs beweerd dat islamitisch financieren 50% van de gehele islamitische financiële markt kan verzorgen. Hoe groot de markt op dit moment is, is moeilijk te zeggen. In Pakistan beweren de banken alleen islamitische producten te verkopen, maar veel bankieren zeggen dat een groot deel van de Pakistaanse transacties gebaseerd zijn op conventioneel bankieren. Er zijn ook landen, zoals Saudi Arabie, die formeel geen onderscheid kennen tussen het conventioneel bankieren en bankieren via islamitisch recht. In 2008 waren er 300 financiële instellingen in meer dan 75 landen die zich bezighielden met islamitisch financieren voor een totale marktwaarde van US$ 300 miljard met een jaarlijkse groei van 15-20%. Deze groei voornamelijk toe te schrijven aan het feit dat de Islam de snelst groeiende godsdienst is en oriëntatie van de banken op de islamitische wereldmarkt.34 2.6
Islamitische financiële producten
Zoals duidelijk is geworden, zijn er bij islamitische financieringen andere eisen dan bij conventionele financieringsvormen. Tot nu toe zijn in de vorige paragrafen de verschillende grondslagen en eisen van islamitisch financieren aan het licht gekomen. In deze paragraaf zullen de meest voorkomende islamitische financieringsvormen behandeld worden. Deze islamitische financieringsvormen moeten volledig in lijn zijn met de Sharia. Dit impiceert dat de verschillende eisen met betrekking tot riba, gharar en maysir niet geschonden mogen worden. In hoofdstuk 3 van dit werk zullen de belangrijkste vormen van woningfinanciering zoals de Mudaraba-financiering, Ijara wa iqtina en de Musharaka-financiering nadrukkelijker worden
uitgewerkt.
Hieronder
wordt
een
aantal
verschillende
islamitische
financieringsvormen kort ter introductie beschreven. 2.6.1. Murabaha-financiering Een Murabaha- overeenkomst is een koopcontract. waarbij een financiële instelling een goed (woning) koopt voor eigen rekening, maar ten behoeve van een klant. Deze klant is verantwoordelijk voor de onderhandelingen met betrekking tot de aankoop van de goederen
34
H. Khan & K.M.R. Bashar, 2008, p. 1
Wouter Metz
Pagina 11
26-9-2011
Universiteit van Tilburg door de financiële instelling. De klant betaalt uiteindelijk een hogere koopprijs (aankoopprijs + winstopslag) aan de financiële instelling, wegens de dienstverlening van deze instelling. Deze vergoeding kan niet worden gewijzigd tijdens de duur van het contract.35 2.6.2.
Mudarabah- financiering
De Mudarabah wordt vaak vergeleken met de commanditaire vennootschap. Bij deze financieringsvorm treedt de klant op als agent die zijn arbeid inzet, en de financiële instelling louter als financier. De financiële instelling verschaft een x bedrag aan kapitaal aan de klant, waarbij de winst die uit dit bedrag voortvloeit, wordt verdeeld tussen beiden. De winstuitkering geschiedt via een vooraf bepaalde verdeling. Eventuele verliezen komen voor rekening van de financiële instelling, tenzij aantoonbaar is dat de klant mismanagement heeft gepleegd.36 Deze vorm van islamitische financiering wordt niet vaak gebruikt wegens zijn complexiteit. 2.6.3.
Musharaka/ Diminishing Musharaka
Een Musharaka-financiering lijkt veel op dat van de Mudarabah en kan gezien worden als een soort joint-venture (samenwerking). De Musharaka verschilt van de Mudarabah in het feit dat bij een Musharaka-financiering niet alleen de winsten, maar ook de verliezen worden gedeeld tussen de deelnemende partijen. Winsten worden verdeeld door middel van een vooraf bepaalde verdeelsleutel. Het deel dat de klant in het contract meedraagt kan het geheel aan ingebrachte fondsen zijn, maar kan ook het totaal aan arbeidsuren dat in het project is gestoken, bevatten. De verliezen worden bij de Musharaka verdeeld naar aanleiding van het vermogen. Deze vorm van financiering wordt vaak gebruikt bij langlopende contracten.37 Bij de Diminishing Musharaka is er sprake van een samenwerkingsverband volgens het principe van de Musharaka. Het eigendom van het aangekocht goed (woning) gaat geleidelijk over van de financier naar de koper. Deze overgang van eigendom hangt samen met de maandelijkse betalingen van de koper aan de financier. 2.6.4. Ijara en Ijara wa Iqtina Deze financieringsvormen zijn gebaseerd op operational leasing. Bij Ijara leased de lessee een goed (vaak een vervoermiddel) voor een bepaalde termijn met een bepaalde vergoeding. Bij de Ijara is er na het verloop van de leasetermijnen geen optie tot koop. De lessor is verantwoordelijk voor het onderhoud en de verzekering van het goed.
35
T.S. Zaher & M.K. Hassan, 2001. p. 160 T.S. Zaher & M.K. Hassan, 2001. p. 161 37 T.S.Zaher & M.K. Hassan, 2001. p. 165-166 36
Wouter Metz
Pagina 12
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Bij Ijara wa Iqtina is er wel een optie tot koop nadat de leasetermijnen zijn verlopen. Deze vorm van financiering is gelijk aan de westerse vorm van capital lease. Ook bij deze vorm van leasing dient de lessor de verantwoordelijkheid te dragen met betrekking tot het goed. Alleen als de lessee aantoonbaar heeft tekortgeschoten bij het gebruik van het goed, wordt de lessor bevrijd van zijn verantwoordelijkheid. De termijnen en de leasebedragen dienen vooraf te worden opgesteld. Dit om speculatie te voorkomen.38 2.7. Toezicht en toetsing door de Sharia-raad De Sharia-raad heeft als taak toezicht te houden op de islamitische financieringsvormen.39 Dit doet de raad om ervoor te zorgen dat elk product dat zich “islamitisch” noemt, ook daadwerkelijk voldoet aan alle eisen die de Sharia aan het product stelt. Ook wordt er gekeken of het product correct vorm is gegeven in islamitische contractsvormen. Daarnaast kijkt de Sharia-raad ook naar het gehele bedrijfsproces waarop het financiële product gebaseerd is.40 Een Sharia-raad treedt op als een soort goedkeuringscomite. Bij de goedkeuring van een islamitisch product geeft de raad een goedkeuringsrapport (Fatwa) af aan de instelling. Dit rapport bevat de argumentatie van de goedkeuring en de regels uit de Sharia die daaraan ten grondslag liggen. De Sharia-raden kunnen hun goedkeuring baseren op een tiental verschillende islamitische stromingen. Deze stromingen verschillen veel van elkaar en het het doet zich dan ook voor dat een goedkeuring bij de ene raad wel gegeven wordt, terwijl dit bij een andere raad niet het geval zou zijn. 41 Om tot een goedkeuring van het product te komen moeten de leden van de sharia-raad stemmen. De raad stemt met meerderheid van stemmen. De raden bestaan uit een oneven aantal (minstens drie) geleerden, om te voorkomen dat er een patstelling ontstaat bij tegenstrijdige stemmen. De leden van de raad moeten zeer geleerd zijn in de Sharia, maar ook veel verstand hebben van de islamitische financiële producten.42 3. De Halal-Hypotheek in Nederland? In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de belangrijkste Nederlandse en islamitische woningfinancieringsconstructies. Deze vormen zullen worden getoetst aan het Nederlandse privaat- en belastingrecht. Uit een praktisch oogpunt is gekozen voor de islamitische vormen die zich het best lenen ter implementatie in Nederland, zoals de Murabaha-, Ijara- en Musharaka-financiering. Dit is gebleken uit het feit dat deze
38
T.S.Zaher & M.K. Hassan, 2001. p. 161-164 DNB, kwartaalbericht juni 2007, p. 55 40 B.Verhoef, S.Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 13 41 B.Verhoef, S.Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 13 42 B.Verhoef, S.Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 13 39
Wouter Metz
Pagina 13
26-9-2011
Universiteit van Tilburg financieringsvormen de meeste overeenkomsten vertonen met de in het Nederlandse financiële systeem gebruikte producten. Daarnaast zijn deze financieringsvormen in de Verenigde Staten ook aan onderzoek onderhevig geweest, waarbij werd geconcludeerd dat deze financieringsvormen zich het meest voor implementatie leende. 3.1 Nederlandse financieringsvormen 3.1.1. De hypotheek Er zijn veel verschillende manieren waarop de hypotheek in Nederland aangeboden wordt. De meest voorkomende hypotheekvormen in Nederland zijn: •
Aflossingvrije hypotheek: hierbij wordt alleen de rente terugbetaald, zonder aflossing van de totale som. Deze rente leent zich voor maximale belastingaftrek;
•
Spaarhypotheek: via de investering in een verzekering wordt kapitaal opgebouwd, wat gebruikt wordt voor de aflossing. De rente onder deze hypotheek is maximaal aftrekbaar en aan het einde van de hypotheek is de hypotheekschuld verdwenen.
•
Annuïteitenhypotheek: maandelijkse bruto aflossing blijft gelijk. In het begin wordt er veel weinig afgelost en veel rente betaald. Naarmate de tijd verstrijkt wordt er meer afgelost en minder rente betaald. Op het einde van de afbetaling is er weinig fiscaal voordeel, omdat er minder rente kan worden afgetrokken van de belasting. De hypotheekschuld is aan het einde van de hypotheek geheel verdwenen.
•
Lineaire hypotheek: maandelijkse lasten worden steeds minder. In het begin dient er meer rente betaald te worden dan aan het einde van de hypotheek. Dit komt omdat de hypotheekschuld steeds kleiner wordt. Dit loopt parallel met de fiscale aftrek.
•
Beleggingshypotheek: met deze hypotheek bouwt de woningbezitter kapitaal op door de belegging in aandelen en obligaties. Met dit opgebouwde kapitaal wordt aan het einde van de vastgestelde periode de hypotheekschuld afgelost. Deze hypotheek is niet geheel zonder risico, aangezien het rendement kan tegenvallen.43
Algemene kenmerken van
bovenstaande
hypotheekvormen
is
dat
een
bank of
hypotheekverstrekker optreedt als financier van een woning. De uiteindelijke koper lost zijn hypotheekschuld af waarbij hij een vergoeding betaald aan de bank voor de financiering. In deze vergoeding zit vaak een rentecomponent. De aflossing kan op veel verschillende manieren gebeuren, zoals maandelijkse aflossing (annuïteitenhypotheek en lineaire hypotheek) of door het opbouwen van kapitaal (spaarhypotheek en beleggingshypotheek).44
43 44
http://hypotheekvisie.nl/Producten/Hypotheken/Beleggingshypotheek.aspx M.J. Sinke, 2007, p. 68
Wouter Metz
Pagina 14
26-9-2011
Universiteit van Tilburg 3.1.2. Huurkoop Bij de huurkoop stelt een eigenaar van een woning deze ter beschikking aan de gebruiker. Hierbij wordt van tevoren een huurbedrag vastgesteld, welke maandelijks aan de eigenaar voldaan dient te worden. Aan het einde van de rit, wanneer de waarde van de woning in zijn totaliteit is voldaan, heeft de gebruiker de mogelijkheid de eigendom over de woning te verkrijgen tegen betaling van een vooraf vastgesteld bedrag. Dit wordt ook wel de huurkoop eindigend in koop genoemd. Indien de gebruiker tijdens de looptijd in gebreke blijft, heeft de eigenaar de bevoegdheid om zonder financiële vergoeding het goed in te nemen. Dit is toe te schrijven aan het feit dat de eigenaar tot het einde van de looptijd de eigendom over het goed bezit.45 3.1.3. Groeiend eigendom In het geval van groeiend eigendom betreft het vaak de situatie dat de huurder de helft van het onroerend goed koopt en de andere helft huurt van de verhuurder. Er ontstaat hierdoor een stichting welke het juridische eigendom van de woning bezit. Het eerste gedeelte van de economische eigendom wordt bij de koop overgedragen aan de huurder. De andere helft van gaat geleidelijk over naar de huurder door middel van het voldoen van betalingen aan de verhuurder. Aan het einde van de afbetalingsperiode zal de volledige eigendom zich bij de huurder bevinden.46 3.2. Islamitische financieringsvormen 3.2.1. Murabaha De Murabaha-financiering kan in het algemeen beschouwd worden als een koop/verkoop overeenkomst, waarbij er geen sprake is van rente maar van een winstopslag. Bij een Murabaha-financiering moet aan een aantal eisen worden voldaan: (I) het object moet eigendom van de verkoper zijn, (II) de koop/verkoop moet onvoorwaardelijk zijn, (III) de koopprijs moet vast staan, (IV) de financier moet zijn kostprijs en de eventuele opslag vermelden en (V) de betalingstermijnen dienen vast te staan47. Deze eisen verzekeren partijen dat er geen sprake is van een rente-gebaseerde overeenkomst, maar van een geschikte handelsovereenkomst in het licht van de Sharia48. De koper zal bij de financiering door middel van een Murabaha-transactie zich tot een financier wenden. Na overeenstemming bereikt te hebben over de koopprijs van de woning, sluit de financier een koopovereenkomst met de verkoper. Na voldoening van de koopprijs aan de verkoper krijgt de financier de eigendom van de woning geleverd. Voorts wordt er 45
J. van Dijk & H. Winters, 2007, p. 74 C. Asser & J. Hijma, 2001, p. 144 47 M. El. Idrissi, 2008, p. 39. 48 M.J. Sinke, 2007, p. 35 46
Wouter Metz
Pagina 15
26-9-2011
Universiteit van Tilburg een overeenkomst gesloten tussen de financier en de koper. De koopprijs onder deze tweede koopovereenkomst bestaat uit de kostprijs, plus de overeengekomen opslag, waarin de kosten van de financier worden opgenomen. Deze kosten van de financier wordt de ´winstopslag´ genoemd. Overeengekomen wordt dat de koopprijs in vaste termijnen wordt betaald. Voor het berekenen van de winstopslag (te betalen in de vast te stellen termijnen) wordt veelal een rente index (plus marge) gebruikt. De koper verstrekt een hypotheekrecht op de woning ter zekerheid van zijn verplichtingen jegens de financier. Bij verzuim van de koper kan de financier het hypotheekrecht uitwinnen49. De Murabaha-financiering kan als volgt weergegeven worden: Koopprijs + winstopslag
Koopprijs
Verkoper
Financier
Verkoop 1 woning
Koper
Verkoop 2 woning
3.2.2 Ijara wa-iqtina De Ijara wa-iqtina is een specifieke vorm van de Ijara. De Ijara is in essentie een huurovereenkomst en de Ijara wa-Iqtina een huurovereenkomst eindigend in koop. Deze vorm kan vergeleken worden met de Nederlandse huurkoop. Hierbij komen financier en koper overeen dat de koopprijs in termijnen wordt betaald en dat de eigendomsoverdracht pas zal plaatsvinden na voldoening van deze termijnen. Over deze betalingen moet wel rente worden betaald wat verboden is op grond van de Sharia. Bij de Ijara wa-iqtina eist de Sharia dat de verantwoordelijkheid voor onderhoud, belastingen verbonden aan eigendom en verzekering bij de verhuurder blijft, maar in de praktijk wordt dit vaak vergoed door de huurder.50 De praktijk van Ijara-financiering is gelijk aan de Murabaha-financiering tot en met de koop door de financier. In plaats van een koopovereenkomst, sluit de financier een leaseovereenkomst met de koper waaronder de koper de beschikking krijgt over de woning en zich verplicht periodieke betalingen te verrichten aan de financier. De koper betaalt een voorschot op de woningprijs en de financier vult het resterende deel van de koopprijs aan. Ondanks dat de koper een voorschot heeft betaald, is de financier geregistreerd als eigenaar
49 50
C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 626 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 628
Wouter Metz
Pagina 16
26-9-2011
Universiteit van Tilburg van de woning.51
De periodieke betalingen worden berekend aan de hand van twee
componenten. De eerste component bestaat uit (eventuele) betalingstermijnen met betrekking tot de koopsom. De tweede component is de vergoeding aan de financier. De hoogte hiervan kan (deels) worden geïndexeerd op basis van een (variabele) rente index en kan op bepaalde momenten worden aangepast. Vaak wordt gebruikt gemaakt van de ' London Inter Bank Offering Rate (LIBOR)' om de kosten van de bank te bepalen.52 Van tevoren dient vast te staan op welke basis dit zal geschieden, waarbij vaak een jaar wordt gehanteerd. Veelal zal de financier onder Wa’d (eenzijdige belofte) beloven de woning te leveren tegen betaling van een bepaalde koopprijs. In de praktijk wordt veelal de initiële koopprijs gehanteerd, waardoor de waardevermeerdering aan de koper kan toekomen.53 Voldoen aankoopprijs
Verkoper
Koopovereenkomst m.b.t. woning
Huurbetalingen
Financier
Koper
Leaseovereenkomst m.b.t. woning
3.2.3. Musharaka (Muntanaqisa) De Musharaka-financiering is vergelijkbaar met het systeem van ‘groeiend eigendom’. Bij woningfinanciering door middel van Musharaka-financiering zal de koper, nadat hij overeenstemming heeft bereikt met de verkoper over de prijs van de woning, een samenwerkingsovereenkomst aangaan met zijn financier op basis van 'profit-and-losssharing'. Dit kunnen partijen doen door bijvoorbeeld een commanditaire vennootschap op te richten. Er bestaat feitelijk een co-eigenaarschap waarin één der partijen zich verbindt gaandeweg het aandeel van de andere partij over te nemen, net zolang totdat deze andere partij volledig is ‘uitgekocht’. Ook is het mogelijk dat andere partijen zich aansluiten ter financiering van het onroerend goed54. De winsten die worden behaald door het samenwerkingsverband kunnen worden verdeeld naar rato van een tevoren bepaald percentage. Verliezen dienen naar rato van de inbreng van partijen in het samenwerkingsverband te worden gedeeld. De economische gerechtigdheid tussen de financier en de koper wordt dus verdeeld naar rato van de inbreng. Vervolgens zal de financier optreden als koper van de woning en het eigendom over de woning verkrijgen. De uiteindelijke koper betaalt de financier een vergoeding voor het gebruik van zijn aandeel in de woning pro rata de economische gerechtigdheid van de 51
M.J. Sinke, 2007, p. 53 M.J. Sinke, 2007, p. 54 53 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 629 54 B. Maurer, 2006, p. 51 52
Wouter Metz
Pagina 17
26-9-2011
Universiteit van Tilburg financier in de woning. Daarnaast zal de koper periodieke betalingen doen om de economische participatie met betrekking tot de woning van de financier over te nemen onder het samenwerkingsverband55. Hierbij bestaat mogelijk meer bezwaar dan bij de Ijarafinanciering om deze periodieke betalingen te berekenen aan de hand van de historische koopprijs in plaats van de marktwaarde te hanteren, gezien de mogelijkheid tot waardevermeerdering van de woning. Op het moment dat de koper de financier geheel heeft ‘uitgekocht’, zal de financier de woning juridisch aan de koper leveren. Veelal zal de financier daartoe door middel van een Wa’d (eenzijdige belofte) beloven om de woning te leveren56.
Lease ovk + maandelijkse betalingen Lease ovk. + overdracht eigendom
Financier
Deel van winst/verlies
80% aankoopprijs
Koper
Deel van winst/verlies
Toename aandeel tot 100%
Afname aandeel tot 0%
20% aankoopprijs
Woning
3.3. Huidige stand van zaken 3.3.1. Vraag Zoals de voorbeeld van de Rabobank aangeeft, is de vraag naar islamitische woningfinancieringen in Nederland reeds onderzocht. Uit het onderzoek van de DNB blijkt dat er wel degelijk een grote vraag is naar islamitische financieringsproducten. Met gebruik van cijfers van het CBS is er geconcludeerd dat de moslimpopulatie in ons land zal stijgen van 6% in 2007 naar 7% in 2020. In nominale cijfers betekent dit een groei van 189.000 moslims in 2007 naar 253.000 in 2020.57 De groei van de moslimpopulatie in Nederland wil nog niet direct zeggen dat de vraag naar islamitische producten ook zal bestaan. Deze stelling wordt tegengesproken door het feit dat uit congressen en bijeenkomsten blijkt dat juist de 2e generatie islamitische huishoudens zeer geïnteresseerd is in het afsluiten van een Sharia-vriendelijke hypotheek. Naast de groei van de moslimpopulatie laten sociaaleconomische gegevens ook zien dat de vraag wel degelijk bestaat. Zo zal de stijging van het inkomen van de moslims belangrijk zijn voor de mogelijkheid tot de aanschaf van een woning. Uit cijfers blijkt dat het inkomen van de
55
C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 631 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 631 57 B.Verhoef, S.Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 23 56
Wouter Metz
Pagina 18
26-9-2011
Universiteit van Tilburg moslims met 14% gestegen is in de jaren 2000-2005. Daarbij komt dat de prestaties tijdens de opleiding van de niet-westerse allochtonen steeds meer in lijn komt met die van de autochtonen. Wanneer deze trends zich voortzet zal de potentiële vraag naar islamitische financieringsproducten verder oplopen.58 3.3.2. Aanbod In het verleden zijn er tal van initiatieven ondernomen om het islamitisch financieren in Nederland aan de man te brengen. In 2004 en 2006 heeft de ABN AMRO bank de potentie van islamitisch financieren onderzocht. Deze bank heeft naar aanleiding van dit onderzoek wel een beleggingsproduct ontwikkeld, maar tot het aanbieden van een Halal-hypotheek heeft het niet geleid. De Rabobank heeft in diezelfde periode aan 200.000 huishoudens de vraag voorgelegd of ze geïnteresseerd waren in een islamitische hypotheek. Uiteindelijk heeft ook de Rabobank besloten niet over te gaan tot het aanbieden van een islamitische hypotheek.59 De Bilaa-Riba bank in Leiden was de eerste bank die op het punt stond een halal-hypotheek aan te bieden. De bank ging de discussie aan met verschillende partijen om een hypotheek te ontwikkelen die voldoet aan de eisen van de Sharia en het Nederlandse recht. Deze plannen werden uiteindelijk niet goedgekeurd door de fiscus, waardoor dit initiatief ook de kop werd ingedrukt.60 De problemen die bij deze mislukte invoering van de Halal-hypotheek speelden zullen in het verloop van dit werk duidelijk worden gemaakt.
3.4. Islamitische financieringsvormen onder Nederlands privaatrecht 3.4.1. Murabaha Bij het opstellen van een Murabaha-financiering zal goed gekeken moeten worden naar de mogelijke risico’s verbonden met de koop van de woning. Het zal niet mogelijk zijn voor de koper, maar tevens ook voor de financier, om alle risico’s met betrekking tot de koop van de woning
uit
de sluiten middels
de overeenkomst.
De financier zal de (eerste)
koopovereenkomst en de leveringsakte zelfstandig dienen te toetsen, vooral wat betreft de garanties. Verder zal de financier ervoor dienen te zorgen dat al het voorwerk voor de tweede koopovereenkomst en levering gereed is om het risico te beperken dat (onverwachte) praktische belemmeringen ontstaan61. Daarnaast is het zo dat de financier geen excessieve winsten mag vragen ten opzichte van de koper voor zijn aandeel in de Murabaha-financiering. Mocht er achteraf geconcludeerd
58 59
B.Verhoef, S.Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 24 B.Verhoef, S.Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 25
60
Islamitisch bankieren; NL – UK (0-1), 26 juli 2007, te vinden op <www.wijblijvenhier.nl>
61
C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 626
Wouter Metz
Pagina 19
26-9-2011
Universiteit van Tilburg worden dat er excessieve bedragen zijn gevraagd door de financier, dan is de financier gehouden tot terugbetaling van het excessieve deel van zijn winst62. De koper moet ervoor zorgen dat de garanties in beginsel één op één worden overgenomen in beide koopovereenkomsten. Daarbij kan hij zijn positie versterken door middel van een derdenbeding op te nemen in de eerste koopovereenkomst, dat de koper direct een beroep kan doen op de garanties onder de eerste koopovereenkomst. Ook zou de financier aan de koper een pandrecht kunnen verstrekken op eventuele vorderingen onder de garanties in de eerste koopovereenkomst (bijvoorbeeld met een volmacht om namens de financier te handelen) tot zekerheid van de betalingsverplichtingen van de financier onder de garanties in de tweede koopovereenkomst63. Boeterente en vervroegde terugbetaling Bij de Murabaha-financiering is er een belangrijk verschil met de conventionele hypotheek met betrekking tot boeterente en vervroegde (terug)betaling. Bij een conventionele woningfinanciering zal boeterente (of een andere vorm van boete bij niet-tijdige terugbetaling) worden gebruikt als pressiemiddel voor tijdige betaling. De Sharia stelt de boeterente gelijk aan rente, wat verboden is. De oplossing, welke in de praktijk wordt gebruikt, is dat er wel degelijk een boetebeding zal plaatsvinden, maar dat betaling van deze boete
geschied
aan
een
goed
doel.
Bij
een
vervroegde
(terug)betaling
van
betalingstermijnen wordt in het algemeen aanvaard dat onder de Sharia contractueel geen korting overeen gekomen mag worden. De financier zal dit oplossen door het te vroeg betaalde bedrag in mindering te brengen op de winstopslag over de resterende termijnen. Partijen volstaan met deze oplossing, mede door het feit dat het niet toekennen van een korting de positie van de financier op de markt beheerst.64 3.4.2 Ijara wa iqtina Ook bij een Ijara-financiering mag de financier de juridische risico’s, verbonden aan de eigendom van de woning, niet wegcontracteren. Er dient een verdeling van de risico's te worden overeengekomen. Bij een Ijara-financiering is dit een stuk lastiger, aangezien de financier langdurig de eigendom van de woning behoudt. Anderzijds zal de financier in een betere positie verkeren, aangezien hij geen hypotheekrecht hoeft uit te winnen bij een tekortkoming door de koper. Hij kan dan door de overeenkomst te beëindigen of te ontbinden volledig vrije beschikking van de eigendom van de woning verkrijgen65.
62
T. S. Zaher & M. K. Hassan, 2001, p. 6 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 626 64 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 626 65 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 629 63
Wouter Metz
Pagina 20
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Tijdelijke Wet Huurkoop Onroerende Zaken De Ijara-financiering heeft dezelfde strekking als de huurkoop. Het is door deze strekking, gezien art. 1 lid 2 Tijdelijke Wet Huurkoop Onroerende Zaken (de “TWHOZ”), aannemelijk dat de TWHOZ van toepassing is op een Ijara-financiering. De TWHOZ bevat twee vanuit Sharia-optiek mogelijk relevante bepalingen. De eerste is dat art. 2 lid 3 sub a TWHOZ de notaris verplicht in de huurkoopakte op te nemen welk deel van de huurkoopsom strekt tot betaling van de verschuldigde rente. Het lijkt geen belemmering te zijn dat de notaris opneemt dat geen rente verschuldigd is als hij zich ervan vergewist dat de met deze bepaling beoogde duidelijkheid en transparantie tussen partijen bestaat wat betreft de aan de financier te betalen vergoedingen.66 De tweede relevante bepaling is vervat in art. 12 TWHOZ: ‘bij vervroegde betaling van het gehele nog verschuldigde bedrag heeft de huurkoper recht op een aftrek welke berekend wordt aan de hand van de wettelijke rente, tenzij een hogere rente is bedongen’. Deze bepaling is problematisch gezien het feit dat een Ijara-financiering er juist geen sprake is van een bedongen rentevoet. Gelet op het feit dat een contractueel recht op aftrek bij vervroegde terugbetaling onder de Sharia in algemene zin problematisch wordt geacht, is het niet uitgesloten dat dit recht op aftrek de beoordeling door een Sharia board van een Ijarafinanciering kan beïnvloeden. Vanuit een commerciële optiek zal deze bepaling, samen met enkele andere dwingendrechtelijke beschermingsbepalingen onder de TWHOZ, in de weg staan aan alternatieve financieringen, zoals de Ijara-financiering. Totdat de TWHOZ wordt ingetrokken (of op belangrijke punten wordt aangepast) is het daarom niet te verwachten dat een financier een Ijara-financiering in de Nederlandse markt zal aanbieden.67 Huurbescherming Indien de overeenkomst tussen de financier en de koper als huurovereenkomst aangemerkt kan worden, kunnen de regels omtrent huurbescherming een rol spelen bij een Ijarafinanciering.
De financier kan hierdoor worden beperkt in zijn mogelijkheden de
overeenkomst met de koper te beëindigen of te ontbinden.68 In Nederland zou de Ijarafinanciering ook kunnen worden gegoten in de vorm van een erfpachtstructuur. Hierbij zou de financier na de koop van de woning een recht van erfpacht vestigen ten behoeve van de koper. De door de koper hiervoor te betalen vergoeding kan schuldig worden gebleven, tot zekerheid waarvan de koper een hypotheekrecht op zijn recht van erfpacht vestigt. De koper betaalt vervolgens een periodieke vergoeding in de vorm van een (geïndexeerde) canon. De koper heeft daarnaast een optie de bloot eigendom te verkrijgen (bijvoorbeeld wanneer hij
66
C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 629 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 629 68 Rapport van de Commissie Huurkoop Onroerend Goed, 1974, pp. 8-9 67
Wouter Metz
Pagina 21
26-9-2011
Universiteit van Tilburg tussentijds wil verkopen en leveren). Het is echter niet uit te sluiten dat de TWHOZ ook op deze erfpachtstructuur van toepassing is, met alle nadelen van dien.69 Boeterente en vervroegde terugbetaling Bij de Ijara-financiering speelt dezelfde problematiek met betrekking tot de boeterente als bij een Murabaha-financiering. Daarentegen is bij een Ijara-financiering in beginsel geen probleem bij vervroegde terugbetaling (door uitoefening van de koopoptie). Onder Shariageleerden bestaat geen eenduidigheid over vervroegde opeising, in de praktijk wordt echter toegestaan dat de verhuurder/financier een putoptie heeft op de koper in geval van een opeisbaarheidgebeurtenis. Meestal wordt dan wel vereist dat het een gebeurtenis betreft binnen de invloedsfeer van de koper, waaronder bijvoorbeeld niet mag vallen het tenietgaan van de woning buiten de schuld van de koper.70 3.4.3. Musharaka Muntanaqisa Bij de Musharaka-financiering geldt grotendeels hetgeen is opgemerkt bij de Ijara financiering. Ook op de Musharaka-financiering zal de Tijdelijke Wet Huurkoop Onroerende Zaken van toepassing kunnen zijn, met alle eerder besproken nadelen van dien. Bij een Musharaka-financiering komt daarbij dat het relevant kan zijn wat de juridische vorm is van het samenwerkingsverband. Als bijvoorbeeld het samenwerkingsverband als maatschap kan worden aangemerkt, geldt het daarbij toepasselijke aansprakelijkheidsregime, waardoor de maten onder omstandigheden onderling aansprakelijk kunnen zijn.71 3.5 Toezicht op aanbieders Verder is de vraag of deze wijze van financieren tegen regulatoire belemmeringen aanloopt. Nieuwe aanbieders van islamitische financiële producten hebben met toezichtwetgeving zoals neergelegd in de Wet op het financieel toezicht72 (Wft) te maken, ondermeer als zij door hun activiteiten als bank kunnen worden aangemerkt. Een van die voorwaarden om als bank te kwalificeren is dat een dergelijke instelling voor eigen rekening ‘kredietuitzettingen’ verricht. Uit onderzoek van de Nederlandsche Bank naar Sharia-conforme financiering blijkt dat financiering niet als ‘kredietuitzetting’ valt te kwalificeren. Een aanbieder van Shari’aconforme financieringen kwalificeert daarom niet als ‘bank’, hetgeen een leemte betekent ten aanzien van de consumentenbeschermende werking van de Wft73. Het rapport gaat verder in op het prudentieel toezicht, maar neemt hier althans wat betreft de solvabiliteitsvereisten 69
Zie. M. Jansen & Onno Klinken, Groeiend Eigendom, “Juridische problemen rond een nieuw fenomeen op de huizenmarkt”, AA 40 (1991) 1 pp. 18-19 70 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 629 71 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 632 72 Wet van 7 december 2006, Stb. 706. 73 Zie. B.Verhoef, S. Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 28
Wouter Metz
Pagina 22
26-9-2011
Universiteit van Tilburg geen duidelijk standpunt in. Op grond van art. 2:29 en 3:24 Regeling Solvabiliteitseisen voor het kredietrisico, zal de door hypotheek gedekte vordering van de financier onder de tweede koopovereenkomst hetzelfde risicogewicht hebben voor de berekening van de solvabiliteitsvereisten als de vordering onder een conventionele hypotheeklening74. Met betrekking tot de consumentenbescherming in het kader van financiële producten komt de DNB wel tot een regulatoire belemmering. Bij het advies van een ‘goederenkrediet’ dient een financiële instelling de consument goed te informeren door het geven van de relevante productinformatie zoals een offerte, kredietprospectus e.d. Daarnaast dient de verstrekker relevante informatie in te winnen bij de klant ter advisering van het product. Het financiële product dient namelijk wel bij de klant aan te sluiten. Aangezien de islamitische vormgegeven producten niet vallen onder te term goederenkrediet, omdat deze alleen ziet op roerende zaken’ geldt de zorgplicht niet voor de instelling in het kader van een islamitische hypotheek. Zou de term ‘goederenkrediet’ verruimd worden, in de zin dat voortaan ook onroerende zaken onder dit begrip vallen, komen de islamitische kredietovereenkomst ook onder de werking van de Wft terecht.75 Met enige aanpassingen kan Islamitische financiering volledig onder de werking van de Wft worden
gebracht,
met
name
wat
betreft
volledige
toepassing
van
consumentenbeschermende bepalingen. Bijvoorbeeld door de definitie van goederenkrediet onder de Wft te doen uitstrekken over onroerende zaken.76 3.6. Fiscale analyse van islamitische financieringsvormen 3.6.1. Murabaha Winstopslag aftrekbaar als rente? Art. 3.120 lid 1, sub a Wet IB 2001 geeft de volgende omschrijving met betrekking tot de aftrekbare kosten met betrekking tot de eigen woning als: “de renten van schulden, kosten van geldleningen daaronder begrepen, die behoren tot de eigenwoningschuld”.77 Het begrip ‘eigen woning’ kan op 2 manieren gestalte krijgen: 1. indien de belastingplichtige de eigendom van de woning verkrijgt (juridisch eigendom); 2. indien hem de waardeverandering van de woning grotendeels (meer dan 50%) aangaat (economisch eigendom).78 Tijdens de parlementaire behandeling van art. 3.111 Wet IB 2001 is gebleken dat deze eigenwoningregeling niet van toepassing is op huurwoningen.79
74
C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 627 Zie. B.Verhoef, S. Azahaf en W. Bijkerk, 2008, p. 28 76 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 627 77 F.A. Israël, 2006, p. 1142 78 Art. 3.111 Wet IB 2001 75
Wouter Metz
Pagina 23
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Bij een Murabaha-financiering verkrijgt de koper de juridische en economische eigendom van de woning, waardoor aan de vereisten van art. 3:111 Wet IB 2001 is voldaan. Een belangrijke vraagt rijst dan of de winstopslag in een Murabaha-financiering wordt kwalificeert als ‘rente’ in de zin van art. 3:120 lid 1 sub a Wet IB 2001. Ondanks het feit dat door partijen geen rente is overeengekomen, kan in fiscale (economische) zin wel degelijk sprake zijn van ‘rente’. De Wet IB 2001 kent, evenals de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (“Wet IB 1964”), geen definitie van het begrip ‘rente’.80 De Hoge Raad heeft op 15 juli 1980 in een arrest overwogen “dat van rente slechts kan worden gesproken indien en voor zover het ten titel van rente te betalen bedrag ook door partijen is bedoeld als vergoeding van een ‘hoofdsom’. 81 Op 13 maart 1985 heeft de Hoge Raad zijn arrest van 15 juli 1980 nader ingevuld. De Hoge Raad besliste in dit arrest dat, ondanks het feit dat geen geldschuld is aangegaan, de overeengekomen vergoeding voor een vervroegde terbeschikkingstelling van een koopsom moet worden behandeld als ‘rente’. De Hoge Raad kwalificeert in dit arrest de vergoeding voor het vervroegd ter beschikking stellen van de koopsom dus als aftrekbare rente.82 Annotator Hartman concludeert dat deze uitspraak aansluit bij de invulling van het begrip rente in het eerdere arrest HR 15 juli 1980, BNB 1980/315. De terbeschikkingstelling van een “hoofdsom” is niet beperkt tot situaties waar expliciet sprake is van een geldlening en/of ‘rente’. Ook waar partijen niet expliciet een geldleningovereenkomst zijn aangegaan, waar rente op wordt betaald, kan voor fiscale doeleinden wel degelijk sprake zijn van aftrekbare ‘rente’. 83 Ook is het vaste jurisprudentie dat hetgeen strekt tot vergoeding van het gemis van de hoofdsom aangemerkt wordt als rente.84 Gezien deze uitleg van het begrip ‘rente’ in de huidige wet- en regelgeving is er genoeg reden om te concluderen dat de winstopslag, zoals deze betaald wordt in het kader van de Murabaha- financiering wel degelijk aangemerkt kan worden als rente in de zin van art. 3:120 Wet IB 2001. Overdrachtsbelasting Op grond van art. 9 lid 1 Wet op belastingen van rechtsverkeer (“WBR”) is de heffingsmaatstaf voor de overdrachtsbelasting ten minste gelijk aan de tegenprestatie. Dit roept de vraag op wat nu precies de tegenprestatie is in een Murabaha-financiering. In dit verband is de uitspraak van Hof Leeuwarden van 23 september 1974 relevant.85 79
F.A. Israël, 2006, p. 1142 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 627 81 HR 15 juli 1980, BNB 1980/315 (m.nt. Scheltens) 82 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 627 83 Zie: HR 20 juni 1962, BNB 1962/295, HR 3 mei 1967, BNB 1967/138 84 Zie HR 5 december 1990, nr. 26 993, V-N 1991, p. 208 e.v. 85 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 628 80
Wouter Metz
Pagina 24
26-9-2011
Universiteit van Tilburg In dit arrest waren de volgende feiten in het geding: het betreffende onroerend goed werd volgens de notariële transportakte door belanghebbende gekocht voor f145.000,- De koopsom bestond uit twee verschillende componenten, namelijk een betaling van f 70.000 in contanten en een renteloze schuld van f75.000,00 van koper aan de verkoper. Deze renteloze schuld diende in vijf jaarlijkse termijnen afgelost te worden. Het hof van Leeuwarden besliste de waarde van de tegenprestatie op f 131.500,00, namelijk de contante betaling van f70.000,00, plus de contante waarde van de renteloze schuld per transportdatum, welke op f 61.500,- werd gesteld.86 Door deze uitspraak bevestigt het hof dat het ‘rente’- element uit een renteloze schuld buiten beschouwing moet worden gelaten bij de bepaling van de waarde van de tegenprestatie in de zin van de WBR. De winstopslag, die de bank toevoegt aan de koopsom van de woning, vormt zodoende geen onderdeel van de tegenprestatie voor de koop en levering van een onroerende zaak in de zin van de WBR. Over
de winstopslag, met
de kosten van de bank
inbegrepen,
is
dus geen
87
overdrachtsbelasting verschuldigd.
Verder geldt dat op grond van art. 13, eerste lid, WBR bij een doorverkoop binnen zes maanden het bedrag van de verschuldigde overdrachtsbelasting (tweede verkoop), verminderd wordt met het bedrag aan overdrachtsbelasting dat al voldaan is (eerste verkoop). In de praktijk zullen de eerste en tweede verkoop in een Murabaha-financiering op dezelfde dag plaatsvinden. Daarom zal zich bij een Murabaha-financiering geen dubbele heffing van overdrachtsbelasting voordoen.88 3.6.2. Ijara wa Iqtina Bij de Ijara-financiering zal allereerst ook bekeken dienen te worden of de koper de juridisch, dan wel economisch, eigendom verkrijgt over de woning. In tegenstelling tot de Murabahafinanciering verkrijgt de koper onder een Ijara-financiering de (juridische) eigendom niet direct. Eerst zal de koper de maandelijkse betalingen in het kader van de lease moeten voldoen, waarna hij de eigendom in handen krijgt. De vraag is of de koper de economisch eigendom toekomt in de zin van art. 3:120 Wet IB 2001. Volgens de staatssecretaris van financiën moet het begrip economisch eigendom in dit verband ruim worden opgevat en dient de belastingplichtige het “volledige gebruiksrecht” toe te komen.89 Het is gezien deze ruime uitleg zeer goed verdedigbaar dat de koper, die door middel van een Ijara-financiering een eigen woning financiert, als economisch eigenaar kan worden aangemerkt in de zin van art. 3:120 Wet IB 2001.90
86
Hof Leeuwarden, 23 september 1974, BNB 1975/108 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 628 88 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 628 89 Besluit van 27 januari 2006, nr. CPP2005/2574M, VN 2006/11.11, BNB 2006/160, paragraaf 1.1. 90 F.A. Israël, 2006, p. 1142 87
Wouter Metz
Pagina 25
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Voorts dient de vraag gesteld te worden of de aan de financier te betalen vergoeding aftrekbaar is onder art. 3:120 Wet IB 2001. In een besluit van de Minister van Financiën is bepaald dat de rentecomponent in een leasecontract of koop op afbetaling aftrekbaar is als sprake
is
van
een
eigenwoningschuld.91
Een
voorbeeld
van
een
dergelijke
eigenwoningschuld, is een belastingplichtige die in zijn eigen woning nieuwe deuren laat plaatsen op basis van een leasecontract. Volgens de minister is de rentecomponent in deze leasetermijnen aftrekbaar, voor zover sprake is van een eigenwoningschuld. Het gedeelte wat de rente betreft bij de betalingen in een Ijara-financiering zouden op deze wijze gekwalificeerd kunnen worden.92 Overdrachtsbelasting De parlementaire geschiedenis van art. 2 WBR leert ons dat een huurkoper op het moment van het aangaan van een huurkoopovereenkomst wordt geacht de economisch eigendom te verkrijgen. De koper bij een Ijara-financiering is in economische zin in een vergelijkbare positie als een huurkoper. Aangezien men onder bij de huurkoop als economisch eigenaar wordt gekwalificeerd zal dit onder de Ijara-financiering ook het geval moeten zijn. Hierdoor zal aan het bovengenoemd vereist uit art. 2 WBR worden voldaan. Op het moment van het aangaan van de Ijara-financiering is de koper daarom overdrachtsbelasting verschuldigd over de waarde van de woning. 93 Indien de koper zijn termijnen niet voldoet, en daardoor de Ijara-financiering wordt ontbonden, is art. 19 WBR van toepassing. Volgens deze bepaling zal in dit geval een verzoek tot teruggaaf van overdrachtsbelasting wordt verleend. Op grond van art. 9 lid 4 WBR wordt bij de levering van de eigendom vervolgens de waarde waarover overdrachtsbelasting is verschuldigd verminderd met het bedrag waarover ter zake van de verkrijging van het economisch eigendom overdrachtsbelasting was verschuldigd. Dit impliceert dat over een eventuele waardestijging van de eigen woning tijdens de looptijd van de Ijara-financiering eveneens overdrachtsbelasting is verschuldigd.94 Een goedkeurend besluit of toepassing van de hardheidsclausule van art. 63 Algemene wet inzake rijksbelastingen kan een einde maken aan de additionele heffing in het geval de Ijarafinanciering wordt beëindigd. Een dergelijke maatregel is ook genomen in de Verenigde Staten door de bevoegde autoriteit.95
91
Besluit Minister van Financiën 13 november 2006, nr. CPP2006/412M, BNB 2007/23 (V-N 2006/60.10, p. 3738) 92 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 630 93 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 631 94 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 631 95 In de V.S. is dit de 'Comptroller of the Currency (OCC)'
Wouter Metz
Pagina 26
26-9-2011
Universiteit van Tilburg 3.6.3 Musharaka Muntanaqiza Bij de Musharaka-financiering is er ook een praktische belemmering met betrekking tot het eigendom over de woning. De staatssecretaris besloot op 27 januari 200696, mede op basis van art 3.111 Wet IB dat er pas sprake is van een eigen woning als een belastingplichtige grotendeels de economisch eigendom van de woning heeft. De grens voor het bepalen of er sprake is van een eigen woning is gesteld op 50% van de economisch eigendom. Het is dus belangrijk dat de koper bij de Musharaka-financiering een belang van 50% of meer direct bij het aangaan van de financiering wordt verkregen. Dit betekent dat de helft van het aankoopbedrag direct betaald dient te worden wil de koper het economisch eigendom verkrijgen, wat in de meeste gevallen praktisch onmogelijk is. De huidige vormgeving van de eigenwoningregeling maakt de introductie van Musharaka-financiering in Nederland dus lastig.97 Overdrachtsbelasting Iedere (gedeeltelijke) overdracht van economisch eigendom is een belaste rechtshandeling voor de overdrachtsbelasting. Indien de koper direct als economisch eigenaar kan worden aangemerkt, dan is op het moment van het aangaan van de Musharaka-financiering overdrachtsbelasting verschuldigd. De overdracht van de juridische eigendom aan het einde van de Musharaka-financiering is overigens op dezelfde wijze belast als uiteengezet bij de Ijara-financiering. De huidige wijze van heffing van overdrachtsbelasting maakt het aanbieden van een Musharaka-financiering in Nederland dus ook praktisch onmogelijk. Ook hier heeft de staatssecretaris de bevoegdheid deze belemmering op te heffen via een goedkeuringsbesluit of de hardheidsclausule ex. art. 63 Wet inzake de rijksbelastingen.98 4. Rechtsvergelijking: de implementatie van de Halal-hypotheek in de V.S. 4.1. De islamitische hypotheekmarkt in de Verenigde Staten De ‘American Dream’ kan aangemerkt worden als de drijvende kracht achter de opkomst van de islamitische hypotheekmarkt in de Verenigde Staten. Dit idee, waarbij iedere inwoner van de Verenigde Staten een dak boven zijn hoofd dient te hebben, heeft geleid tot een reeks initiatieven die ervoor zorgde dat de islamitische hypotheekmarkt zich kon ontplooien. Maar voordat er sprake was van een georganiseerde markt van islamitische hypotheekproducten waren er nogal wat hobbels die genomen moesten worden. Hieronder zullen de belangrijkste
96
Besluit Staatsecretaris van Financiën van 27 januari 2006, nr. CPP2005/2547M, BNB 2006/160, V-N 2006/11.11 97 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 632 98 C.P. Hooft & N.E. Muller, 2008, p. 632
Wouter Metz
Pagina 27
26-9-2011
Universiteit van Tilburg ontwikkelingen, welke tot de expansie van de islamitische hypotheekmarkt hebben geleid, uiteen worden gezet. 4.1.1. Tot 2000: de kennismaking Een eerste belangrijke ontwikkeling deed zich voor de in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. In deze tijd kwamen er veel immigranten uit het Midden-Oosten naar de Verenigde Staten waaronder veel studenten en proffesionals op het gebied van islamitic banking. Mede hierdoor werden er in deze tijd vele islamitische organisaties opgericht zoals ‘the Islamic Society of North and Middel East’ en ‘the Islamic Circle of North America. Zo werd ook de instelling opgericht genaamd ‘American Finance House – LARIBA’. Deze instantie begon met de ontwikkeling Sharia-conforme hypotheken, omdat ze geinteresseerd waren in het beschermen van religieuze beginselen. LARIBA is de instantie die in 1987 voor het eerst een islamitische hypotheek ontwikkelde in de Verenigde Staten.99 Daarnaast was er in de jaren ’70 sprake van de grote overvloed aan olie in het MiddenOosten, waardoor islamitisch financieren opnieuw onder de aandacht kwam van de landen met een meerderheid aan moslims. De belangrijke zakenmannen uit deze landen gingen zich verdiepen in de Westere regelgeving en bedrijfsomgeving. Ze creeërden een zakelijk netwerk wat zich voor een belangrijk deel in het westen van Europa en in de Verenigde Staten bevond.100 Na de in 1987 eerst verkochte islamitische hypotheek in Madisan (Wisconsin), verliep de verkoop van de islamitische hypotheken de eerste jaren gestaag, maar nog vooral op kleine schaal. Zo werden er in verschillende moslimgemeenten speciale coöperaties opgericht voor het verstrekken van leningen aan huiseigenaren. De leden van deze coöperatie kochten van het gezamelijk ingelegde geld woningen samen met de uiteindelijke huiseigenaar. Deze diende de koopprijs met een opslag maandelijks terug te betalen aan de investeerders. Al gauw werd duidelijk dat deze manier van financieren niet voldeed aan de vraag vanuit de markt. De reden hiervoor was dat de coöperaties geen stabiele geldstroom hadden, zoals een bank dat wel heeft. De coöperaties moesten namelijk wachten totdat de leningen van de huizen waren terugbetaald, voordat ze weer konden investeren in andere woningen. Gevolg was dat vele geinteresseerde moslims op wachtlijsten kwamen te staan.101 Deze vraag werd versterkt toen in 1992 de ‘Federal Housing Enterprises Financial Safety and Soundness Act (FHEFSSA)’
werd
aangenomen
ter
bevordering
van
de
toegankelijkheid
tot
de
102
hypotheekmarkt voor mensen met een lager inkomen
.
99
C. Wu, 2007, p. 4 B. Maurer, 2006, p. 51 101 C. Wu, 2007, p. 3 102 B. Maurer, 2006, p. 11 100
Wouter Metz
Pagina 28
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Een van de meest belangrijke ontwikkelingen op de islamitische hypotheekmarkt was de goedkeuring van verschillende islamitische financieringsvormen door de toezichthouder op de Amerikaanse bankenstelsel, de ‘Comptroller of the Currency’. In zijn ‘Interpretative Letters 806103 en 867104 keurde zij het gebruik van de Ijara- en Murabaha- overeenkomst in overeenstemming met de geldende wettelijke bepalingen omtrent bancaire producten105. Het feit dat het aanbieden van deze islamitische producten officieel legitiem werd verklaard, zorgde voor het besef dat de handel in deze producten nu geheel open lag. 4.1.2. Na 2000: de expansie Ondanks dat deze zelf-opgezette islamitische woningfinancieringsconstructies niet voldeden aan de eisen van de markt, groeide de vraag naar islamitische woningproducten in Verenigde Staten sterk. Deze groeiende vraag werd mede gesteund door het feit dat de moslimpopulatie in deze tijd sterk toenam. Een exact cijfer van deze groei is moeilijk te geven, maar de schatting lag tussen de 5 en 8 miljoen moslims in 2000. De moslimsgemeenschap ging met de problemen omtrent de aanschaf van een sharia-conforme hypotheek naar locale maar ook nationale huisadviseurs. Aan deze adviseurs werd informatie gevraagd omtrent alternatieve hypotheken. Een groot deel van de vragen kwam onder ogen van de Federal Reserve Bank of Minneapolis, die samenwerkte met de U.S. Department of Housing and Urban Development en daarnaast met een aantal organisaties die zich bezighield met onderzoek naar en de ontwikkeling van alternatieve hypotheken voor moslims.106 Doordat de vraag uit de markt serieuze vormen aannam en terecht kwam bij grotere banken in de Verenigde Staten, werd duidelijk dat een opkomende islamitische hypotheekmarkt niet van de grond kwam, zonder de hulp van de overheid en de toonaangevende hypotheekverstrekkers. De grote nationale en internationale hypotheekverstrekkers zagen dat er een enorme wereldwijde markt aan het onstaan was en werden steeds enthousiaster. Naast het nobele idee van de bescherming van de religieuze beginselen bestond er nu ook de mogelijkheid om deze markt aan te boren voor economische doeleinden.107 De participatie van de grote hypotheekverstrekkers zoals Fannie Mae en Freddie Mac was cruciaal voor de groei van de markt. Ten eerste zorgden ze er gezamenlijk met andere grote banken voor dat het nodige kapitaal beschikbaar werd. Dit deden de banken mede door de islamitische producten op de secundaire markt te verkopen. Deze handel was essentieel 103
OCC Interpretive Letter No. 806 (Oct. 17, 1997), [1997-1998 Transfer Binder] Fed. Banking L. Rep. (CCH) 81253 (Islamic Home Finance Leases) 104 OCC Interpretive Letter No. 867 (June 1, 1999), [1999-2000 Transfer Binder] Fed. Banking L. Rep. (CCH) 81361 (Murabaha Financing Products) 105 B. Maurer, 2006, p. 39 106 C. Wu, 2007, p. 4 107 C. Wu, 2007, p. 5
Wouter Metz
Pagina 29
26-9-2011
Universiteit van Tilburg voor banken zoals LARIBA, omdat ze door deze groeiende liquiditeit fondsen vrij konden maken om weer meer hypotheken verstrekken. Daarnaast zorgen de het grote aantal spelers op de markt voor stabiliteit en zorgde het voor de ontwikkeling van betaalbare Shariaconforme producten die aansloten bij de wensen van de consument. Zelfs standaardiseerde Freddie Mac en LARIBA de contracten om duidelijkheid te scheppen in de voorwaarden en dit trok ook weer veel investeerders. Deze standaardcontracten werden later overgenomen door Fannie Mae en de andere aanbieders. Uiteindelijk bracht de inbreng van de banken en de groeiende verkoop van alternatieve hypotheken een enorme schaalvergroting teweeg.108 4.1.3. De waarborging van de kwaliteit Ondanks de snelle groei van de islamitische hypotheekmarkt diende de kwaliteit van de islamitische producten gewaarborgd te blijven. Een belangrijke eerste stap was ervoor te zorgen dat de islamitische producten hun geloofwaardigheid niet verloren. Dit werd gedaan door duidelijk te maken dat de islamitische hypotheken niet anders behandeld moeten worden met betrekking tot het stelsel van de wetgeving. Als deze islamitische hypotheken geharmoniseerd worden met de conventionele hypotheken is het een serieus alternatief voor potentiele verstrekkers, investeerders en klanten. Dit gebeurde door het overtuigen van de toezichthouder op de islamitische hypotheekmarkt109. De islamitische juristen onderstreepten dat
de
islamitische
hypotheek
dezelfe
eisen
stelt
met
betrekking
tot
de
consumentenbescherming en de formaliteiten van de contracten. Doordat de algemeen toezichthouder deze discussie aanging en uiteindelijk de islamitische hypotheek goedkeurde, wisten de banken in de VS dat de islamitische hypotheken veilig waren en gebruikt konden worden in de handel.110 Ook was het belangrijk dat de islamitische hypotheken Sharia-conform moesten zijn voor de aantrekkingskracht van potentiele klanten. Dit deden de hypotheekverstrekkers door het formeren van Sharia-raden, die de alternatieve hypotheken beoordeelden op hun religieuze aspecten. De leden van deze Sharia-raden werden zorgvuldig uitgekozen en werden geacht verstand te hebben van de klassieke en juridische Arabische taal en de moderne economie. Daarnaast was het belangrijk dat ze werkzaam waren geweest bij een vooraanstaande universiteit of dat ze academische publicaties hadden geschreven. Duidelijk was dat er geen compromis
werd
gesloten
tussen
de
religieuze
legitimiteit
en
de
economische
aantrekkingskracht voor de consumenten.111 4.2. Islamitische financieringsvormen onder het Amerikaanse privaatrecht 108
C. Wu, 2007, p. 5 In de Verenigde Staten is dit “the Comptroller of the Currency (OCC)” 110 C. Wu, 2007, p. 6 111 C. Wu, 2007, p. 6 109
Wouter Metz
Pagina 30
26-9-2011
Universiteit van Tilburg 4.2.1. Murabaha Bancaire stelsel Wil een nieuwe bankactiviteit zoals de Murabaha- overeenkomst toegelaten worden tot de Amerikaanse hypotheekmarkt, is het van belang te toetsen of dit nieuwe product valt onder de bevoegdheden van een bank binnen het Amerikaanse bancaire stelsel. 12 U.S.C. §24 (Seventh) bepaalt dat een bank zich mag roeren op de Amerikaanse Markt “by discounting and negotiating promissory notes, drafts, bills of exchange, and other evidences of debt; by receiving deposits; by buying and selling exchange, coin, and bullion; by loaning money on personal security; and by obtaining, issuing, and circulating notes..”. Zoals hierboven onderstreept mag een bank een lening verstrekken aan haar klanten. Op basis van 12 U.S.C. § 371 is de bank bevoegd een hypothecaire lening af te sluiten ten behoeve van een klant, waarbij het te financieren onroerend goed als zekerheid dient112. De Murabahaovereenkomst voldoet aan beide bovengenoemde vereisten, wegens het feit dat het een (alternatieve) hypothecaire lening ten behoeve van een klant betreft, waarbij het te financieren onroerend goed als zekerheid dient.113 Eigendom Sectie 29 van de ‘National Bank Act’ bepaalt dat een bank onroerend goed mag kopen, houden en verkopen onder de volgende voorwaarden: 1. het verkrijgen van het eigendom moet noodzakelijk zijn voor de transactie; 2. vooraf dient vastgelegd te worden dat het eigendom valt onder een hypotheek, waarbij er te goeder trouw gehandeld dient te worden; 3. het onroerend goed zal naar de vooraf vastgelegde overeengekomen bepalingen worden afgeleverd door de bank; 4. de aankoop van het onroerend goed dient te geschieden wegens een gerechterlijke uitspraak, een verordering, hypotheek of in het geval waarbij er verzekerd wordt dat er een schuld tegenover staat. Als aanvullende eis is bepaald dat de maximale duur van het eigendom van de bank 5 jaar mag bedragen. Beslist werd ook dat de Murabaha-financiering niet in strijd is met de bovengenoemde vereisten.114 Als de concrete vereisten uit van 12 U.S.C. § 29 zijn nagelopen, dienen ook de hiermee samenhangende doelen getoetst te worden. De doelen die met bovenstaande vereisten samenhangen zijn:
112
Losse vertaling van 12 C.F.R. §32.2 (1998): “bank’s direct or indirect advance of funds to or on behalf of a borrower based on an obligation of the borrower to repay the funds or repayable from a specific property pledged by or on behalf of the borrower.” 113 OCC Interpretative Letter 867, November 1999, p. 6 114 OCC Interpretative Letter 867, November 1999, p. 7
Wouter Metz
Pagina 31
26-9-2011
Universiteit van Tilburg 1. ervoor zorgen dat de banken het kapitaal in de markt zullen houden; 2. de banken zich niet terugtrekken uit de markt bij een ongunstig vooruitzicht; 3. het voorkomen dat de banken hun huizenbezit te ver laten oplopen zonder een verkoop in het vooruitzicht.115 De bank heeft voor een korte periode, tussen de aankoop van de verkoper en de doorverkoop aan de klant, het eigendom over het onroerend goed in handen, maar zal feitelijk niet de eigenaar blijven van het onroerend goed. De uiteindelijke koper is feitelijk eigenaar onder de duur van het contract wat blijkt uit zijn verantwoordelijkheid voor schade aan het onroerend goed, het feit dat hij de belastingen en verzekeringen betaald en het recht om het onroerend goed op zijn wijze te gebruiken. Gezien deze kenmerken van de Murabaha- financiering werd geconcludeerd dat er niet in strijd met deze doelen wordt gehandeld.116 Ook dient bekeken te worden of de risico’s met betrekking tot de activiteit in lijn liggen met de risico's bij de al aangeboden bancaire activiteiten. Met betrekking tot het betalingsverzuim aan de kant van de klant zijn de risico’s van tevoren vaak goed geregeld en komen ze overeen met die onder een conventionele hypotheek. Zo zal er bij de Murabaha-financiering, in het geval van verzuim door de koper de mogelijkheid zijn tot uitwinning van het onroerend goed. Ook bestaat er de mogelijkheid tot het ‘Other Real Estate Owned (OREO)’ verklaren van de woning.117 Dit betekent dat de bank eigenaar wordt van het huis, maar dit niet ziet als bedrijfsactiviteit en ook niet als activa op de balans zal zetten. Het verkrijgen van het eigendom over de woning voor eigen bedrijfsdoeleinden is in strijd met de eerder besproken wetgeving. 4.2.2 Ijara wa Iqtina Bancaire stelsel Evenals bij de Murabaha-financiering dient bij de Ijara-financiering gekeken te worden of het aanbieden van een Ijara-overeenkomst wel onder het Amerikaanse bancaire stelsel valt. Als beginpunt dient dat banken bevoegd zijn op basis van art. 12 U.S.C. §24 leningen te verstrekken. Op grond van art. 12 U.S.C. §371 mogen zijn dit ook doen voor hypotheken, waarbij onroerend goed als zekerheid dient.118 Verder moet er getoetst worden aan de 3 algemene vereisten met betrekking tot het aanbieden van nieuwe producten onder het Amerikaanse bancaire stelsel. Ten eerste moet gekeken worden of de activiteit een functioneel equivalent of logischerwijze voorvloeit uit een reeds bestaande activiteit. In de ‘M&M Leasing’- uitspraak werd deze vraag bevestigend 115
OCC Interpretative Letter 867, November 1999, p. 8 OCC Interpretative Letter 867, November 1999, p. 8 117 OCC Interpretative Letter 867, November 1999, p. 8 118 OCC Interpretative Letter 806, December 1997, p. 4 116
Wouter Metz
Pagina 32
26-9-2011
Universiteit van Tilburg beantwoord. Het feit dat de Ijara-overeenkomst “functioneel uitwisselbaar” is met de reeds bestaande en legitieme vormen van leasen maakt dit tot een legitiem product. Daarbij werd opgemerkt dat de 'substance' bepalend was en niet de ‘form’ van de overeenkomst. Een tweede vereiste was dat de bancaire activiteit voldoet aan de vraag van de klanten of op een andere manier voordelig is voor de bank. In ´Interpretative Letter 806´ werd geoordeeld dat het aanbieden van een Ijara-financiering voldoet aan de vraag van islamitische klanten om onroerend goed aan te schaffen in de vorm van een lease- overeenkomst, waarbij er niet in strijd werd gehandeld met hun religieuze overtuigingen.119 Ten derde dient bekeken te worden of de activiteit dezelfde risico´s behelst als bij activiteiten die al gebruikt worden door de bank120. Geconcludeerd werd dat het aanbieden van de Ijara-overeenkomst dezelfde risico´s bevatten als een conventionele hypotheek. Zo was er in beide gevallen sprake van een kredietwaardigheidtoets en wordt er dezelfde ´foreclosure´ procedure gestart in het geval de lener niet aan zijn betalingsverplichting voldoet.121 Eigendom Het is in de Verenigde Staten op grond van 12 U.S.C. § 29 voor banken verboden de eigendom over onroerend goed te behouden voor ten hoogste 5 jaar.122 De achterliggende gedachte was dat de banken het kapitaal in de markt zal houden, de banken zich niet ineens zal terugtrekken uit de markt bij een ongunstig vooruitzicht en het voorkomen dat de banken hun huizenbezit te ver op laten lopen zonder toekomstige verkoop.123 Bij de Ijara-financiering blijft de bank gedurende de afkoopperiode eigenaar van het onroerend goed, totdat de lening is terugbetaald. In 1997 discussieerde de OCC in Interpretive Letter 806 over deze kwestie. Uiteindelijk oordeelde de OCC dat de Ijara-financiering, welke door de Bank van Koeweit werd aangeboden, zich niet tegen de ‘National Bank Act’ uit 1864 verzette. De reden hiervan was dat bij een te nauwe kijk op de overeenkomst de vorm zou prefaleren boven het doel van de transactie. Het dragen van het eigendomsrecht door de bank is grotendeels kunstmatig, omdat duidelijk is dat het eigendomsrecht zich uiteindelijk bij de ‘lessee’ (uiteindelijke koper) zal bevinden124. Ook hier wordt het ´substance-over-form´-principe toegepast om tot een werkbaar resultaat te komen. De ‘Interpretative Letter 806’ heeft de weg vrij gemaakt voor de implementatie van de Ijara-financiering in de Verenigde Staten. 4.2.3
Musharaka
119
OCC Interpretative Letter 806, December 1997 R. Mann, 2009, p. 1150 121 OCC Interpretative Letter 806, December 1997, p. 9 122 12 USC § 29 (2006) 123 OCC Interpretative Letter 806, December 1997, p. 15 124 R. Mann, 2009, p. 1150 120
Wouter Metz
Pagina 33
26-9-2011
Universiteit van Tilburg In tegenstelling tot de Murabaha- en Ijara-financieringen is er bij de Musharaka-financiering geen besluit genomen door de OCC, waardoor er geen algemeen omschreven legitieme voorwaarden worden gegeven. Het is algemeen aanvaard/bekend dat het aanbieden van een Musharaka-financiering in de Verenigde Staten is toegestaan, met daarbij opgemerkt dat aan verscheidene voorwaarden dient te worden voldaan. Een belangrijke eis, welke ook in de beslissing van de OCC is terug te vinden, is dat de samenwerking een vorm dient te zijn welke logischerwijs voortvloeit uit reeds bestaande samenwerkingsvormen. Zo dient het samenwerkingsverband onder de Musharakafinanciering onder de statutaire samenwerkingsvormen van de regering te vallen. Met betrekking tot de inleg in het samenwerkingsverband is het toegestaan dat partners een ongelijk deel inleggen. De inleg van beide partners wordt geacht in geld te zijn en niet in goederen en dient dezelfde valuta of eenheden te bevatten. Na de uitkoop van de ene partner door de andere dient er een koopovereenkomst gesloten te worden voor de overdracht van de woning. Het is in het kader van de Sharia niet toegestaan een overeenkomst te sluiten waarin een andere overeenkomst is verwerkt. De legitimiteit van deze financiering wordt door islamitische rechtsgeleerden aangenomen als 'Urf', de islamitische term voor een feit van algemene bekendheid. 125 De partners in de samenwerkingsovereenkomst ontvangen rechten op alle goederen en winsten voor zover hun inleg strekt. De winsten en verliezen dienen dan ook naar rato van de inbreng te worden verdeeld. Het uitsluiten van verliezen van een enkele partner in de samenwerking is tegen het principe van 'profit-and-loss-sharing' in het kader van de Sharia. 4.3 Islamitische financieringsvormen onder het Amerikaanse fiscale recht Het Amerikaanse belastingstelsel is een zeer ingewikkeld geheel aan regels. Zo is er de federale belastingwetgeving, opgenomen in de Internal Revenu Code, maar zijn er tal van statelijke en plaatselijke belastingwetten. In de Verenigde Staten geld het stelsel van wetgeving als uitgangspunt, waarna gekeken wordt naar de vraag of een specifiek product aan de vereisten voldoet. In dit hoofdstuk zullen eerste algemene fiscale aftrekposten beschreven worden (paragraaf 4.3.1). Daarna zullen in paragraaf 4.3.2. deze fiscale aspecten per verschillende islamitisch financieringsvorm behandeld worden. De oplossingen van de gevonden fiscale knelpunten zullen in 4.3.4. uiteen worden gezet, waarna in 4.3.5. afgesloten wordt met een aantal concluderende opmerkingen. 4.3.1. Algemene beginselen van Amerikaanse belastingsstelsel 4.3.1.1. 'Debt' en 'equity'- hypotheek
125
M. Ahmed, 2008, p. 17
Wouter Metz
Pagina 34
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Bij de hypotheekvormen in de Verenigde Staten wordt grof gezegd onderscheid gemaakt tussen een ‘debt’- en ‘equity hypotheek’. Met de ‘debt' hypotheek’ wordt de koper 100% eigenaar en lost hij via maandelijkse betalingen zijn schuld af aan de financier. Hierbij wordt de rente verwerkt in de maandelijkse termijnen, zodat de schuld inclusief rente is voldaan aan het einde van de afgesproken leenperiode. Bij een ‘equity-hypotheek’ wordt het onroerende goed gekocht door de financier, welke een aandeel in het onroerend goed verkrijgt. De financier ontvangt bij deze 'equity'-hypotheek geen maandelijkse betalingen, maar een evenredig deel van de winsten of verliezen welke door het onroerend goed worden behaald. Ook al zijn er vormen van 'hybride'- hypotheken te vinden, waarbij er kenmerken van 'debt' en 'equity' zijn, hanteert de Amerikaanse belastingwet een alles of niets benaderen met betrekking tot deze twee fiscale hypotheekvormen.126 4.3.1.2. Aftrekbare posten Het Amerikaanse belastingstelsel kent voor huiseigenaren verschillende voordelen. Zo geeft de Amerikaanse federale belastingwet, genaamd de ‘Internal Revenue Code (IRC)’, een viertal belastingtechnische voordelen aan huiseigenaren. Ten eerste bestaat er via IRC §163(h)(3) de mogelijkheid de rentekosten van de financiering van het onroerend goed af te trekken van de belasting127. Het gaat hierbij om de rente van een hypothecaire lening, waarbij het geleende geld wordt gebruikt voor de aanschaf, verbouwing of restauratie van de woning, de zogenaamde ‘home acquisition debt’. De huiseigenaar mag de rente aftrekken van de lening tot een bedrag van US$ 1.000.000,00 per huishouden. Mocht het gaan om alleenstaanden of worden de belastingformulieren niet als getrouwd stel gezamenlijk ingevuld, dan is de rente aftrekbaar voor een lening met een totaalbedrag van de helft, dus US$ 500.000,00 per persoon128. Daarnaast bestaat er via § 163(h)(3)(c) IRC de mogelijkheid om de rente af te trekken van een hypothecaire lening welke niet bestemd is voor de woning, maar voor andere doeleinden zoals studiekosten. Deze lening wordt de ‘home equity debt’ genoemd.129 De rente op de lening is aftrekbaar, tot een totale lening van US$ 100.000,00. Ook hier geldt dat het als het gaat om een alleenstaande of niet gezamenlijke belastingaangifte dat de totale lening de helft mag bedragen, hier dus US$ 50.000,00130. Vervolgens is op basis van §121 IRC een bedrag van US$ 500.000,00 winst bij de verkoop van het onroerend goed vrijgesteld van belastingheffing. Dit geld voor een getrouwd stel die als fiscale eenheid hun belastingpapieren verwerken. Anderszins bedraagt de voor belastingheffing afgeschermde winst US$ 250.000,00. Een aanvullende eis hierbij is dat het 126
N.C. Jensen, 2008, p. 5 R. Mann, 2009, p. 1145 128 E. Perez, Limitations on Interest Dedcution, te vinden op
129 R. Mann, 2009, p. 1145 130 M. Myers & D.D. Descherer, 2009, p. 219-220 127
Wouter Metz
Pagina 35
26-9-2011
Universiteit van Tilburg onroerend goed ten minste 2 van de laatste 5 jaar als primaire woning heeft gediend. Ten slotte zijn alle locale en nationale overheidsbelastingen aftrekbaar, inclusief de belastingen die worden geheven over de woning van de belastingbetaler131. In dit stuk zal hierna alleen nog in worden gegaan op de hypotheekrenteaftrek, ofwel de ‘home acquisition debt’. Dit omdat de andere vormen van belastingvoordeel toegankelijk zijn voor alle huiseigenaren en geen relatie hebben tot de aanschaf van een woning. 4.3.1.3.
Hypotheekrenteaftrek
Rente Als de islamitische varianten gelijkgesteld kunnen worden met hun conventionele tegenhanger wil dit nog niet zeggen dat ze dezelfde rechten toekomen. Zo is er de hypotheekrenteaftrek, de ‘home acquisition debt’, die een apart hoofdstuk vormt in de implementatie van de Halal-hypotheek in de Verenigde Staten. Het is niet altijd zo dat belastingbetalers recht hebben op belastingaftrek. Het is geen constitutioneel recht. Zoals eerder aangegeven bestaat er in de Verenigde Staten via §163(h)(3) IRC de mogelijkheid voor huiseigenaren om de betaalde rente op de lening voor de aanschaf, de reconstructie over het aanbouwen van de woning van de belasting af te trekken. Hierbij dient de woning als zekerheid te gelden voor de lening. Voor potentiële islamitische huiseigenaren is het een groot probleem als de betalingen niet worden gekwalificeerd als rente zoals bedoeld in §163(h)(3) IRC. Het hoogste rechtsorgaan in de Verenigde Staten, ‘the Supreme Court’ heeft rente gedefinieerd als ‘compensatie voor het gebruik van geld’. De betalingen die een huiseigenaar betaald voor specifieke service, zoals bemiddeling of andere uitgaven in verband met de aanschaf van een islamitische hypotheek, worden niet gekwalificeerd als rente132. In dit verband zijn de betalingen in het kader van een Ijara- of Musharaka-overeenkomst dus niet aan te merken als rente, en dus niet aftrekbaar. Het feit dat de toezichthouders bij de OCC de islamitische alternatieven economisch vergelijkbaar achten met de conventionele varianten doet niets af aan de manier waarop de belasting wordt geheven.133 Structuur van financieringsvormen Naast de vraag of de betalingen niet aangemerkt kunnen worden als rente, kan de structuur van de islamitische alternatieven ook zorgen voor knelpunten met betrekking tot de mogelijkheid tot belastingaftrek. Ten eerste is er het feit dat de kopers onder een Murabaha-, Ijara- of Musharaka-financiering pas na een aantal jaar eigenaar worden van de woning. De
131
R. Mann, 2009, p. 1145 R. Mann, 2009, p. 1152 133 R. Mann, 2009, p. 1153 132
Wouter Metz
Pagina 36
26-9-2011
Universiteit van Tilburg IRS kan hieruit opmaken dat de uiteindelijke koper de woning niet beheert en dat deze niet aansprakelijk is voor de hypotheek. Het is wel toegestaan om de rente af te trekken in het geval dat de belastingbetaler wel de woning in eigendom heeft, maar niet direct aansprakelijk is. Het blijft wisselvallig hoe verschillende situaties door de ‘Tax Court’ worden behandeld. Zo was het niet toegestaan rente af te trekken van de belasting in het geval dat de belastingbetaler in een woning leefde en rente betaalde maar zijn broer het eigendom bezat van de woning134. Daarnaast was er wel ruimte voor renteaftrek in de situatie dat de belastingbetaler de begunstigde inwoner was van de woning, maar deze woning op naam stond van de schoonbroer135. Het blijft moeilijk om dergelijke gevallen te standaardiseren. Verzuim van terugbetaling Ook is er een verschil in de mate waarop huiseigenaren, die gebruik hebben gemaakt van een islamitische hypotheek, worden bestraft in het geval dat ze niet aan hun betalingsverplichtingen voldoen. Huiseigenaren met een islamitische financiering zijn beter beschermd dan de huiseigenaren met een conventionele hypotheek. Het geleende bedrag onder een hypotheek wordt niet aangemerkt als loon wegens het feit dat er een verplichting bestaat om dit bedrag terug te betalen. Wanneer de financier de lener van zijn terugbetalingsverplichting ontheft, ontstaat er inkomen voor de lener, tenzij er een bedongen voorwaarde intreedt. In de ‘Mortgage Foregiveness Debt Relief Act’ uit 2007 mag men tot US$ 1.000.000,00 uitsluiten met betrekking tot het risico van niet terugbetaling. Als een moslimse lener geen geld geleend heeft, zal het overige geld uit de deal geen inkomen betreffen. Bij een mislukte leaseovereenkomst zal er een einde komen aan de lease, maar zonder belastingtechnische consequenties.136 4.4 Toepassing op islamitische financieringsvormen 4.4.1 Murabaha De fiscale behandeling van de Murabaha-financiering wordt in de Verenigde Staten gelijkgesteld met die van de koop op afbetaling. Aan de kant van de verkoper is §453 IRS het uitgangspunt. Aan de kant van de koper is het een lastiger verhaal. Het doel is de aftrekbaarheid van de winstopslag bij de maandelijkse afbetalingen van de hypotheekschuld. Aangezien bij de Murabaha- financiering geen rente wordt overeenkomen maakt de koper geen aanspraak op de aftrekbaarheid van de winstopslag.137 Daarnaast hebben verschillende rechtbanken in Amerika opgemerkt dat het betalen van een hogere maandelijks aflossing dan de nominale maandelijkse waarde van de totale som niet 134
Loria v. Commissioner, 70 T.C.M. (CCH) 553 (1995) Uslu v. Commissioner, 74 T.C.M. (CCH) 1376 (1997) 136 R. Mann, 2009, p. 1156 137 N.C. Jensen, 2008, p. 6 135
Wouter Metz
Pagina 37
26-9-2011
Universiteit van Tilburg aangemerkt kan worden als rente.138 Geconcludeerd kan worden dat de betaalde winstopslag niet in aanmerking komt voor aftrekbaarheid van de belasting. Overdrachtsbelasting De ‘Commissioner of Taxation and Finance State of New York’ heeft in reactie op een ‘petition’ van HSBC Mortgage Corporation (USA) bepaalt dat er geen ‘ Real Estate Transfer Tax’ zal worden geheven met betrekking tot Murabaha- financieringen.139 4.4.2 Ijara In de 'Interpretative Letter 806' van de OCC werd er door de United bank of Kuwait (UBK) vragen gesteld omtrent de fiscale belasting van de Ijara-financiering. Hierbij voorzag de UBK dat de IRS deze leaseovereenkomst zou behandelen als een financiering en dat de rentecomponent van de maandelijkse aflossingen in aanmerking zou komen voor de aftrekbaarheid. Hierbij werd aansluiting gezocht met de manier waarop dit wordt toegepast bij conventionele hypotheken. De IRS heeft toentertijd besloten dat de kosten voor de lening, in de vorm van de rente op de aflossingsbetalingen, in aanmerking komt voor de aftrekbaarheid van de belasting. Hierbij werd het principe van 'substance-over-form' gehanteerd.140 Dit principe van 'substance-over-form' zal verderop in dit hoofdstuk nader uiteengezet worden. 4.4.3 Musharaka De Musharaka-financiering is in beginsel in een slechtere fiscale positie dan de Murabahafinanciering. Dit komt door het feit dat de Musharaka-financiering aangemerkt kan worden als een Westerse 'partnership', waarbij er in beginsel geen hypotheekschuld wordt aangegaan. Daarentegen betreft het de inleg van kapitaal in de samenwerking, waarbij door maandelijkse betalingen aan de partner een verschuiving van eigendomsrechten plaatsvindt. Het is mogelijk voor de partner om binnen deze samenwerking een woning de huren van de 'partnership' door maandelijkse huurtermijnen te voldoen. In dit geval zullen de maandelijkse huurbetalingen aangemerkt worden als huuropbrengsten. Deze bron van inkomsten (huuropbrengsten) komt volgens § 707(a) IRC niet voor belastingheffing in aanmerking wegens het feit dat het niet een persoonlijke inkomstenbron van de belastingbetaler is.141 De opbrengsten via de verkoop van de woning worden in het kader van een partnership niet gekwalificeerd als winst bij de verkoop van een woning. Dit wegens het feit dat er door het gedeelde eigendom niet gesproken kan worden van een primaire woning van de 138
Elliot Paint & Varnish Co. v. Commissioner, 44 B.T.A. 241, 47 (1941) TSB-A-02(4)R, juli 26, 2002, Petition No. M010821A 140 M.J. Sinke, 2007, p. 65 141 N.C. Jensen, 2008, p. 7 139
Wouter Metz
Pagina 38
26-9-2011
Universiteit van Tilburg belastingbetaler.142 Voorts bestaat er de mogelijkheid de verkoop te zien als een 'passive activity' in de zin van §469(c)(2), (c)(4) IRC, waarbij gebruik wordt gemaakt van een hoger belastingtarief.143 De Musharaka-financiering bevindt zich in een zeer ongunstige positie in vergelijking met de conventionele hypotheek. 4.5 'Substance-over-form'-principe Een fundamenteel kenmerk van het belastingstelsel in de Verenigde Staten is het ‘substance-over-form’ principe. Deze manier van belastingheffing maakt onderscheid tussen de vorm en de inhoud van de financiering, waarbij de inhoud bepalend is. Economisch gezien zijn de conventionele financieringsconstructies qua inhoud niet wezenlijk verschillend van de islamitische varianten. Bij een conventionele hypotheek bestaat er een belastingaftrek indien de lening gebruikt wordt voor de financiering van de primaire woning van de belastingbetaler. Bij de islamitische varianten, zoals de Murabaha, Ijara en Musharaka-financering is dit ook het geval indien er sprake is van de financiering van een primaire woning.144 Een belangrijke overweging die hierbij speelt is, dat het verschil tussen de
conventionele
en
islamitische
financieringsconstructies
niet
gebaseerd
is
op
belastingontduiking maar op fundamentele geloofsovertuigingen. Ondanks dat de regering van de Verenigde Staten zich niet uitdrukkelijk heeft uitgesproken over de aftrekbaarheid van de belasting in het kader van een islamitische hypotheek, is deze manier van belastingheffing nadrukkelijk betoogd door de pers en ten minste door één financiële instelling geïmplementeerd145. Er is zelfs een artikel dat stelt dat de mensen die zich via een islamitische variant wenden tot de woningmarkt de belastingtechnische voordelen krijgen door het feit dat de IRS deze alternatieven aanmerkt als traditionele hypotheken. Het ‘substance-over-form’-principe kan er dus voor zorgen dat de islamitische alternatieven gelijkgesteld worden met de conventionele hypotheken. 4.6 Toetsing door IRS Een mogelijke oplossing voor de aftrekbaarheid van de rente is een beroep op de Internal Revenu Service. Moslimse huiseigenaren kunnen met betrekking tot hun financiële situatie bij de IRS aankloppen voor een ‘private letter ruling’. Deze ‘private letter ruling’ is een beslissing van een ‘Associate Office’, of de IRS zelf, in antwoord op een navraag van een belastingbetaler. Bij deze beslissing worden de belastingwetten toegepast op de individuele omstandigheden van de aanvrager. Het ligt voor de hand dat de financiële instelling zich wendt tot de IRS om een beslissing af te dwingen omtrent de behandeling van de door hen 142
§121 Internal Revenue Code N.C. Jensen, 2008, p. 7 144 N.C. Jensen, 2008, p. 7 145 R. Mann, 2009, p. 1151 143
Wouter Metz
Pagina 39
26-9-2011
Universiteit van Tilburg aangeboden producten, maar het betreft een beslissing omtrent een individuele zaak van een specifieke belastingbetaler. Voor iedere islamitische huiseigenaar zal dus een aanvraag ingediend moeten worden wat een ondragelijke taak zal zijn voor de IRS. Deze ‘private letter rulings’ hebben geen algemene bindende werking, zodat de aanvragers niet af kunnen gaan op eerdere uitspraken bij andere klanten. Daarnaast zal er een vergoeding betaald moeten worden bij iedere aanvraag door de klant, zodat deze met hogere kosten wordt geconfronteerd. Aangezien de IRS een discretionaire bevoegdheid heeft is het allerminst zeker of de aanvraag bevestigend zal worden beantwoord. Het ligt voor de hand dat de klanten dit risico liever uit de weg gaan.146 De IRS kan ook een algemene beslissing geven omtrent de behandelwijze van de islamitische financieringsvormen in de vorm van een ‘revenue ruling’. Een ‘revenue ruling’ is een officiële interpretatie door de IRS welke wordt gepubliceerd in het ‘Internal Revenue Bulletin’147. De interpretatie heeft geen bindende kracht, maar geeft het standpunt van de IRS met betrekking tot het voorgelegde onderwerp. Dit standpunt zal worden onderbouwd middels een beschrijving/analyse van het toepasselijke recht in relatie tot de concrete omstandigheden. Een rechtbank mag de interpretatie van de IRS naast zich neerleggen gelet op de feiten, de consistentie van de eerdere uitspraken, de formaliteiten en expertise, maar zal vaak oordelen in lijn met eerdere uitspraken in gelijke gevallen. Zo kan de IRS als voorbeeld in een ‘revenue ruling’ oordelen dat de betalingen onder een Ijara-financiering aangemerkt kunnen worden voor belastingaftrek, omdat de betalingen ‘in substance’ gelijk zijn met de rentebetalingen onder een conventionele hypotheek. Het is dan niet mogelijk voor een huiseigenaar onder een Musharaka-financiering om zich te beroepen op deze voorgenoemde ruling.148 Een voorbeeld: de SAM-hypotheek In 1983 stelde de IRS een revenu ruling op met betrekking tot een alternatieve hypotheek genaamd ‘the shared appreciation mortgage (SAM)’. De bedoeling van deze SAM-hypotheek was ervoor te zorgen dan toekomstige huiseigenaren een betaalbare hypotheek konden afsluiten in een tijd waarin er sprake was van een hoog rentepercentage. Onder deze hypotheek sluiten de lener en de financier een hypotheek af, waarbij er gebruik wordt gemaakt van een vooraf bepaalde kunstmatige rente. Deze afgesproken rente is gelijk aan het percentage van de waarde van de woning gedurende de periode van de hypotheek. De IRS oordeelde dat de afgesproken rente, welke parallel liep met de waarde van de woning aftrekbaar was van de belasting. Verder werden er een 149
aantal specifieke eisen toegevoegd zodat deze ruling geen groter bereik kreeg dan in dit concrete geval.
Dit standpunt van het IRS is te omschrijven als een ‘substance-over-form’ -analyse van de vraag of de betalingen zijn aan te merken als rente. Gezien het gebruik van deze analyse ligt 146
R. Mann, 2009, p. 1161 Zie: Treasury Regulation §601.601(d)(2)(i)(a) uit 1987. 148 R. Mann, 2009, p. 1161 149 R. Mann, 2009, p. 1162
147
Wouter Metz
Pagina 40
26-9-2011
Universiteit van Tilburg het voor de hand om de betalingen onder een islamitische hypotheek, waar er ook gebruik wordt gemaakt van kunstmatige ‘cost-plus’ betalingen aan te merken als aftrekbare rente. Creëren van een raamwerk aan ‘rulings’ Gezien de verschillen tussen de islamitische financieringsvormen is het moeilijk voor de IRS om een beslissing te vormen welke algemeen toepasbaar is. Een mogelijke oplossing is om een aantal verschillende subvragen aan het IRS voor te leggen, waardoor er een raamwerk wordt gecreëerd van verschillende ‘rulings’, waarbij duidelijk wordt welke eisen er gelden voor de aftrekbaarheid van de hypotheekrente in het geval van een islamitische hypotheekkwesties. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat de IRS een ‘ruling’ uitbrengt welke toepasbaar is op de Ijara-financiering en een andere ruling welke gebruikt kan worden voor de Musharaka-financiering. Een probleem hierbij kan zijn dat een Fatwa van een rechtsgeleerde in contrast staat met een dergelijk ruling van de IRS. De religieuze legitimiteit van de 'ruling' staat dan onder druk.150 Een voorbeeld: ondernemingsvormen in de jaren 1980-1990 De situatie zoals hierboven beschreven heeft zich in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw afgespeeld op het terrein van de fiscale ondernemingsvormen. Voordat de verschillende staten een nieuwe classificatie ontwikkelden voor bedrijven met beperkte aansprakelijkheid, bestond er een scheve verhouding met betrekking tot de classificatie en de belastingheffing bij verschillende ondernemingsvormen. Het belastingtechnische probleem was dat er sprake was van een dubbele heffing in het geval van een ’corporation’, namelijk op het niveau van de onderneming en op het niveau van de individuele eigenaren. Daarnaast werd er gekeken naar de feiten en omstandigheden of een onderneming viel aan te merken als een ‘corporation’ of een ‘partnership’. Wyoming was de eerste staat die een wet aannam die een einde maakte aan deze dubbelde heffing en waarbij men kon kiezen welke ondernemingsvorm ze wilden aanhouden. Dit voorbeeld werd gevolgd door vele andere staten. Het gevolg was dat de IRS de wetten in deze staten ging analyseren en een groot aantal ‘rulings’ ontwikkelde met betrekking tot dit onderwerp. Na veel van deze ‘rulings’ en diverse voorstellen zwichtte de ‘ Treasury Department’ en kwam het met de ‘check-the-box’ –principe. Hierbij werd aan de ondernemers de keuze gegeven welke ondernemingsvorm ze wilde aanhouden en zodoende welke belastingheffing daarbij hoorde. Zo konden de ondernemers de belastingvoordelen toepassen op de organisatie van hun onderneming. Dit ‘checkthe-box’ – principe geldt nog steeds als een van de meest verhelderende ontwikkelingen van het Amerikaanse 151
belastingstelsel.
Dit voorbeeld geeft aan dat door druk te zetten via de rulings van de IRS, er voor gezorgd kan worden dat er op hoog niveau beslissingen worden genomen. Dit kan uitermate bruikbaar zijn voor zaken betreffende de wijze van belastingheffing in het kader van een islamitische hypotheek. Ook zal hier gekeken moeten worden naar de vereisten uit de Sharia. 150
151
R. Mann, 2009, p. 1162
R. Mann, 2009, p. 1164
Wouter Metz
Pagina 41
26-9-2011
Universiteit van Tilburg 5
Conclusie en aanbeveling
Er bestaat in Nederland een goede basis voor het implementeren van de Halal-hypotheek in de nationale wetgeving. Met betrekking tot de Murabaha-financiering zijn er weinig tot geen obstakels die overwonnen dienen te worden. Het is mogelijk de financiële risico's te beperken/of zelfs uit te sluiten door deze duidelijk overeen te komen voordat de overeenkomsten worden getekend. In geval van de boeterente wordt een schenking aan een goed doel gedaan in het geval de koper verzuimd te betalen. Zoals eerder beschreven kunnen de belastingtechnische belemmeringen met betrekking tot de Wet IB 2001 worden opgelost. De winstopslag kan met behulp van de jurisprudentie wel degelijk aangemerkt worden als 'rente', zodat deze betalingen aftrekbaar zijn van de belasting. Daarnaast is geen overdrachtsbelasting verschuldigd, wegens het feit dat de winstopslag niet onder de bepalingen van de WBR valt. Daarnaast is de tijd tussen de twee koopovereenkomsten te kort om voor de betaling van overdrachtsbelasting in aanmerking te komen. Ook is de Ijara-financiering te implementeren in het Nederlands rechtssysteem. Tot nu toe maakt de TWHOZ een commercieel aantrekkelijke Ijara-financiering lastig. Bij vervroegde terugbetaling is er geen kans op vermindering van de rente, aangezien er geen rente is bedongen. Een aanpassing van de TWHOZ of een gehele afschaffing van deze wet kan hier een einde aan maken. De rentecomponent van de betalingen onder een Ijara-financiering is aftrekbaar van de belasting. Er is namelijk voldaan aan de eigendomsvereisten in het kader van het begrip 'eigen woning' in verband met de eigenwoningschuld. In het kader van de overdrachtsbelasting is het belangrijk dat de dubbele heffing vermeden zal worden. Een beroep op de Staatssecretaris van Financiën voor wijziging van de WBR is hierbij geboden om niet alleen de economisch eigendom maar ook de juridisch eigendom in één levering over te laten gaan op de lessee. Zo wordt een dubbele overdrachtsbelastingheffing vermeden. Bij de implementatie van de Musharaka-financiering in het Nederlandse systeem zullen dezelfde belemmeringen optreden als bij de Ijara-financiering met betrekking tot de TWHOZ en overdrachtsbelasting. Deze belemmeringen kunnen op dezelfde manier als bij de Ijarafinanciering geschetste manier worden opgelost. Met betrekking tot het toezicht zou de term 'goederenkrediet' onder de Wft uitgebreid dienen te worden zodat het onroerend goed ook onder deze noemer valt. In dit geval zal islamitisch financieren onder het bereik van de Wft vallen wat qua consumentenbescherming erg veel voordelen oplevert. Ondanks de grote verschillen tussen het Amerikaanse rechtssysteem en het systeem dat wij in ons land kennen, kunnen we van de implementatie van de Halal-hypotheek in de V.S. veel overnemen. Niet alleen met betrekking tot de ontwikkeling van de islamitische
Wouter Metz
Pagina 42
26-9-2011
Universiteit van Tilburg hypotheekmarkt, maar zeker ook de manier waarop de islamitische financieringsvormen in het nationale recht zijn opgenomen. Met name de 'Interpretative Letters #806 en #867' van de Comptroller of the Currency zullen een goed voorbeeld zijn. Via deze beslissingen werd het mogelijk gemaakt de Mudaraba- en de Ijara-financiering te verenigen met zijn conventionele tegenhanger. Het 'substance-overform' -principe, waarbij de inhoud van de transactie bepalend is boven de vorm, speelde hier een beslissende rol. Zo werd geoordeeld dat de additionele maandelijkse kosten onder de verschillende financieringsvormen aftrekbaar is van de belasting. Daarnaast heeft het de juridische vereisten opgesteld waarbij voldaan werd aan de vereisten van de Sharia als aan de eisen van het Amerikaanse recht. Mocht een concrete situatie toch anders wordt beoordeeld, kunnen particulieren dit 'substance-over-form'- principe gebruiken bij een aanvraag bij de Internal Revenu Service. Deze instantie is bevoegd een concrete situatie te boordelen naar de wettelijke maatstaven, waarbij ruimte is voor een 'substance-over-form'toetsing, wat zeer voordelige gevolgen kan hebben voor de aanvrager. Dit beginsel van "het doel moet prevaleren boven de vorm" zou in Nederland een grote verandering teweeg kunnen brengen met betrekking tot de behandeling van de islamitische financieringsvormen. Zo zouden de eerder in deze conclusie beschreven fiscale en juridische nadelen kunnen worden opgelost. Daarnaast
bestaat
het
idee
om
het
gehele
systeem
met
betrekking
tot
de
hypotheekrenteaftrek te wijzigen. De bespreking van deze laatste mogelijkheid bevindt zich buiten het bereik van dit werk. Maar mocht het er ooit van komen, is er via deze weg ook de mogelijkheid om de islamitische financieringsconstructies onder het nieuwe systeem te brengen. Waar een wil is, is een weg!
Wouter Metz
Pagina 43
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Literatuurlijst Boeken Asser & Hijma 2001 C. Asser & J. Hijma, "Handleiding tot de beoefening van het Nederlandse burgerlijk recht: bijzondere overeenkomsten: koop en ruil", Deventer: Tjeenk Willink, 2001 Berger, 2006 M. Berger, “Klassieke Sharia en vernieuwing”, Wetenschappelijke raad voor regeringsbeleid: Amsterdam University Press, 2006 Coulson, 1978 N.J. Coulson, “A History of Islamic Law”, Edinburgh University Press, 1978 Van Dijk & Winters 2007 J. van Dijk & H. Winters, "De overwaarde van de eigen woning: van lust tot last", 2007, Deventer: Kluwer, 2007 Doi, 1984 A.R.I. Doi, “Shariah: The Islamic Law”, Londen, 1984 Geest, Wieringa & Vliegen, 2008 T. Van Geest, G. Wieringa & R. Vliegen, “De Hypotheekprofessional: de Nederlandse hypotheekmarkt”, Deventer: Kluwer, 2008 Kassam. 2006 Z.R. Kassam, Indroduction to the world’s major religions: Islam, Greenwood press, 2006 Maurer, 2006 B. Maurer, “Pious Property: Islamic mortgages in the United States”, New York: Russel Sage Foundation, 2006 Otto, 2006 J.M. Otto, “Sharia en nationaal recht: rechtssystemen in moslimlanden tussen traditie, politiek en rechtsstaat”, Amsterdam University Press, 2006
Wouter Metz
Pagina 44
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Renders, 1999 M. Renders, “De schaduwkant van de maan, Islamisme in politiek, economie, maatschappij, en het wereldsysteem”, Academia Press, 1999 Sinke, 2007 M.J. Sinke, “Halal mortgage: Islamic banking and finance”, Tilburg, Celsus, 2007 Sonn, 2004 T. Sonn, “A brief history of Islam”, Blackwell publishing, 2004 Artikelen Ahmed M. Ahmed, "Practice of mudarabah and musharaka in Islamic banking", Research Department of Islami Bank Training and Research Academy, Dhaka, Chong & Liu, 2009 B.S.Chong & M-H. Liu, “Islamic Banking: interest-free or interest-bases?”, Pacific-Basin Finance Journal, 2009 vol. 17 nr. 1 p.125-144 Hooft & Muller, 2008 C.P. Hooft & N.E. Muller, “Sharia-conforme woningfinanciering ontsluierd”, WPNR, 2008/6765 Idrissi, 2008 M. El. Idrissi, “De islamitische financieringsvorm Murabaha”, V&O, 2008 Israël, 2006 F.A. Israël, Wettelijke belemmeringen bij het sluiten van een fiscaal vriendelijke ‘halalhypotheek’, Weekblad Fiscaal Recht, nr. 6688, 2006 Jensen, 2008 N.C. Jensen, “Avoiding another subprime mortgage bust trough greater risk and profit sharing and social equity in home financing: an analysis of Islamic and its potential as a successful alternative to traditional mortgages in the United States”, Arizona journal of international and comparative law, 2008
Wouter Metz
Pagina 45
26-9-2011
Universiteit van Tilburg Khan & Bashar, 2008 H. Khan & K.M.R. Bashar, "Islamic Finance: growth and prospects in Singapore", U21Global Working Paper Series, No. 001/2008 Mann, 2009 R. Mann, “Is Sharif’s Castle Deductable?: Islam and the tax treatment of mortgage debt”. SSRN, 2009 Tjittes, 2008 R.P.J.L Tjittes, “Islamitisch Financieren in Nederland”, Rechtsgeleerd Magazijn Themis, aflevering 2008-4 (augustus) Verhoef, Azahaf & Bijkerk, 2008 B. Verhoef, S. Azahaf en W. Bijkerk: “Islamitisch financieren en toezicht: een verkennende analyse”, Occasional Studies, vol 6, nr. 3, 2008 Visser, 2008 H. Visser, “Islamitisch Financieren”, 2008 Zaher, 2001 T. S. Zaher & M. K. Hassan: “A Comparative Literature Survey of Islamic Finance and Banking”, 2001 Financiële berichten De Nederlandse Bank, 2007 DNB, “Islamitisch financieren en toezicht”, kwartaalbericht juni 2007 Rapporten Commissie Huurkoop Onroerend goed, 1974 Rapport van de Commissie Huurkoop Onroerend Goed, Staatsuitgeverij, ’s Gravenhage mei 1974 Uitspraken/ besluiten (Nederland) HR 20 juni 1962, BNB 1962/295, HR 3 mei 1967, BNB 1967/138 HR 15 juli 1980, BNB 1980/315 (m.nt. Scheltens)
Wouter Metz
Pagina 46
26-9-2011
Universiteit van Tilburg HR 5 december 1990, nr. 26 993, V-N 1991 Hof Leeuwarden, 23 september 1974, BNB 1975/108 Staatssecretaris van Financiën Besluit Staatsecretaris van Financiën van 27 januari 2006, nr. CPP2005/2547M, BNB 2006/160, V-N 2006/11.11 Minister van Financiën Besluit Minister van Financiën 13 november 2006, nr. CPP2006/412M, BNB 2007/23 (V-N 2006/60.10 Uitspraken/besluiten (Verenigde Staten) Comptroller of the Currency Comptroller of the Currency, “Interpretative Letter 806”, december 1997 Comptroller of the Currency, “Interpretative Letter 867”, november 1999 Amerikaanse gerechterlijke uitspraken Elliot Paint & Varnish Co. v. Commissioner, 44 B.T.A. 241, 47 (1941) Loria v. Commissioner, 70 T.C.M. (CCH) 553 (1995) Uslu v. Commissioner, 74 T.C.M. (CCH) 1376 (1997) Petitie TSB-A-02(4)R, juli 26, 2002, Petition No. M010821A Internetsites <www.wijblijvenhier.nl>
Wouter Metz
Pagina 47
26-9-2011