VRAGEN en ANTWOORDEN Infosessie 2013/1
Inhoud 1
Crosscontrole personeel van onderwijsinstellingen ................................... 3
2
Doelgroepverminderingen: refertekwartaalloon .......................................... 3
3
Doelgroepverminderingen voor jonge werknemers: kwartaalloon hoger dan €9.000 ...................................................................... 3
4
Vrijwillige ambulanciers die geen prestaties leveren als vrijwilige brandweerman, zijn vrijgesteld van de aanvullende pensioenregeling contractanten .............................................. 4
5
Bijzondere aanvullende werkgeversbijdrage van 1,5% op stortingen voor vorming van extralegaal pensioen die €30.000 per jaar per werknemer overschrijden ............................................ 4
6
Operationeel personeel van de brandweerdiensten (statuutcode SP) ............................................................................................. 5
7
Asbestfondsbijdrage ...................................................................................... 5
8
Gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO: transfer van wiskundige reserves ............................................................................... 5
9
Capelo: vrijstelling aangifte gegevens van de tewerkstelling m.b.t. de overheidssector...................................................... 6
10 Capelo: dummy-referenties weddeschalen en weddebijslagen ............................................................................................... 6 11 Capelo: regularisaties .................................................................................... 6 12 Historische gegevens Capelo: toepassingsgebied ..................................... 6 13 Historische gegevens Capelo: inzameling ................................................... 7
Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.rszppo.fgov.be
2/7
1
Crosscontrole personeel van onderwijsinstellingen
VRAAG: Momenteel zijn de vastbenoemden waarvoor uitsluitend een aanvullende vergoeding voor bijkomende prestaties (KB nr. 418 van 16-07-1986) wordt aangegeven in de DmfAPPL ook aangegeven in Dimona. Vanaf het eerste kwartaal 2013 mag, in dit geval, de statuutcode O worden gebruikt en is niet langer een Dimona-aangifte verplicht. Moet er uitdiensttreding worden aangegeven in Dimona gebeuren voor de personeelsleden? ANTWOORD: Ja, er moet een uitdiensttreding met einddatum 31-12-2012 worden aangegeven in Dimona.
VRAAG: Vanaf het eerste kwartaal 2013 mag de statuutcode O worden gebruikt voor vastbenoemde personeelsleden waarvoor uitsluitend een aanvullende vergoeding voor bijkomende prestaties (KB nr. 418 van 16-07-1986) wordt aangegeven in de DmfAPPL. Er moet bijgevolg er niet langer een Dimona-aangifte worden gedaan. Welke personeelsleden worden in dit kader beschouwd als vastbenoemd? ANTWOORD: Alle personeelsleden die zijn aangegeven met een werknemerskengetal 6XX in de DmfAPPL worden beschouwd als vastbenoemd personeel waarvoor niet langer een Dimonaaangifte vereist is.
2
Doelgroepverminderingen: refertekwartaalloon
VRAAG: Welke loonelementen worden in aanmerking genomen voor de vaststelling van het refertekwartaalloon in het kader van de doelgroepverminderingen? ANTWOORD: De loonmassa die in aanmerking genomen wordt voor de berekening van het refertekwartaalloon is gelijk aan het aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen loon van de werknemer, met toevoeging van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld, dat uitbetaald werd door de vroegere werkgever voor de vakantiedagen die opgenomen zullen worden bij de nieuwe werkgever en dat door deze laatste wordt aangegeven met looncode 318 in de DmfAPPL. Het voorgaande houdt ook in dat de eindejaarspremie, die in het vierde kwartaal uitbetaald wordt, wel in aanmerking genomen wordt zowel voor het bepalen van de berekeningsbasis waarop de doelgroepvermindering toegekend wordt, als voor het vaststellen van de kwartaalloongrens van de werknemer in datzelfde kwartaal.
3
Doelgroepverminderingen voor jonge werknemers: kwartaalloon hoger dan €9.000
VRAAG: Als een jonge werknemer meer dan €9.000 verdient per kwartaal, dan verliest hij/zij het recht op de doelgroepvermindering voor (zeer) laaggeschoolde of middengeschoolde jonge werknemers. Verliest hij/zij het recht op vermindering definitief?
Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.rszppo.fgov.be
3/7
ANTWOORD: De werknemer verliest het recht op vermindering slechts tijdelijk, nl. enkel in het kwartaal waarin het kwartaalloon meer dan €9.000 bedraagt. Als de betrokken werknemer in het volgende kwartaal opnieuw aan alle voorwaarden voldoet, dan heeft hij/zij opnieuw recht op de vermindering.
4
Vrijwillige ambulanciers die geen prestaties leveren als vrijwilige brandweerman, zijn vrijgesteld van de aanvullende pensioenregeling contractanten
VRAAG: Wat zijn vrijwillige ambulanciers die geen prestaties leveren als vrijwillige brandweerman? ANTWOORD: Het betreft de vrijwillige ambulanciers van een dienst 100 die niet de hoedanigheid hebben van vrijwillig brandweerman. In tegenstelling tot de (meeste) vrijwillige ambulanciers die de specifieke opleiding als brandweerman in een erkend opleidingscentrum gevolgd hebben, kunnen de ambulanciers die deze opleiding niet gevolgd hebben niet beschouwd worden als een vrijwillige brandweerman. In de DmfAPPL worden zij bijgevolg niet aangegeven met de werknemerskengetallen 731 en 732, maar met de werknemerskengetallen 101 of 201 (contractuele hand- of hoofdarbeider). Zij zijn niet opgenomen in het toepassingsgebied van de tweede pensioenpijler contractanten, en moeten in de DmfAPPL met de waarde “1” vermeld worden in de zone “vrijstelling van aanvullende pensioenregeling contractanten”.
VRAAG: Valt een vrijwillige ambulancier die prestaties levert als vrijwillige brandweerman, onder het toepassingsgebied van de aanvullende pensioenregeling contractanten? ANTWOORD: Neen. Een vrijwillige brandweerman is geen contractant, en kan in die hoedanigheid nooit een aanvullend pensioen als contractant opbouwen. Hij wordt automatisch uitgesloten van de inning van de bijdrage tweede pensioenpijler contractanten op basis van de werknemerskengetallen 731 en 732.
5 Bijzondere aanvullende werkgeversbijdrage van 1,5% op stortingen voor vorming van extralegaal pensioen die €30.000 per jaar per werknemer overschrijden VRAAG: Als de som van de stortingen ter vorming van een extralegaal pensioen voor eenzelfde werknemer meer dan €30.000 per jaar bedraagt, dan is een bijzondere aanvullende bijdrage van 1,5% verschuldigd. Welke stortingen worden in aanmerking genomen om te bepalen of het bedrag van €30.000 per jaar al dan niet overschreden is? ANTWOORD: De som van alle patronale en alle persoonlijke stortingen wordt vergeleken met het drempelbedrag. De bijzondere aanvullende bijdrage wordt enkel geïnd op het gedeelte dat €30.000 overschrijdt. Deze bijdrage is te betalen door de werkgever. Voorbeeld: gedurende het jaar 2012 stort de werkgever €28.000 en de werknemer €5.000 voor de opbouw van een extralegaal pensioen. De totale storting bedraagt €32.000 (= €27.000 + €5.000). De totale storting bedraagt meer dan het drempelbedrag (€32.000 > €30.000) dus de bijdrage van 1,5% is verschuldigd. Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.rszppo.fgov.be
4/7
6
De berekeningsbasis van de bijdrage bedraagt €2.000 (= €32.000 - €30.000). Deze €2.000 maken deel uit van de €27.000 die de werkgever heeft gestort. De bijdrage bedraagt €30 (= €2.000 x 1,5%). Deze bijdrage is te betalen door de werkgever.
Operationeel personeel van de brandweerdiensten (statuutcode SP)
VRAAG: Moet het operationeel personeel van de brandweerdienst tijdens de periode van verlof voorafgaand aan pensioen nog steeds worden aangegeven met de statuutcode SP? Hij/zij is niet langer actief op het terrein. ANTWOORD: De leden van het operationeel personeel van de brandweerdienst moeten tijdens de periode voorafgaand aan het pensioen inderdaad nog steeds worden aangegeven met de statuutcode SP. Zij behouden immers dit statuut tijdens dit verlof.
7
Asbestfondsbijdrage
VRAAG: zal de asbestfondsbijdrage worden geïnd gedurende het volledige jaar 2013? ANTWOORD: De bijdrage voor het Asbestfonds zal normalerwijze gedurende het volledige jaar 2013 worden geïnd. De RSZPPO heeft er geen kennis van dat de Minister van Sociale Zaken de eenmalige regeling voor het jaar 2012 zou vernieuwen.
8
Gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO: transfer van wiskundige reserves
VRAAG: Wanneer worden de wiskundige reserves getransfereerd? ANTWOORD: Binnen een tweetal jaar zullen de wiskundige reserves worden getransfereerd naar het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO op het moment van de vaste benoeming. De RVP zal deze transfer uitvoeren op vraag van de RSZPPO. Dit proces vereist een aantal technische en administratieve aanpassingen. Teneinde het ogenblik van de benoeming eenduidig te bepalen zullen één of twee nieuwe zones (datum van de vaste benoeming, fractie van de vaste benoeming) worden toegevoegd aan de DmfAPPL in de loop van 2013. Op basis van dit gegeven zal een gegevensstroom tussen de RSZPPO en de RVP worden gecreëerd. Verwacht wordt dat deze ontwikkelingen een tweetal jaar in beslag zullen nemen. In afwachting van deze definitieve oplossing, is de volgende procedure van toepassing: Als de PDOS verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de rust- en overlevingspensioenen, dan zal de PDOS een transfer vragen op het moment van pensionering.
Als een voorzorgsinstelling verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de rust- en overlevingspensioenen, dan zal de voorzorgsinstelling of de werkgever een transfer vragen op het moment van de pensionering (of eerder).
Meer info vindt u in mededeling 2012/09, gepubliceerd op de RSZPPO-website op 18-12-2012.
Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.rszppo.fgov.be
5/7
9 Capelo: vrijstelling aangifte gegevens van de tewerkstelling m.b.t. de overheidssector VRAAG: De anomalie 90411-001 (ontbrekende Capelo-gegevens) zal in sommige gevallen worden verbeterd door de aangifte van de waarde “1” in de “vrijstelling aangifte gegevens van de tewerkstelling m.b.t. de overheidssector”. Zal de RSZPPO een massacorrectie uitvoeren voor het eerste kwartaal 2011 om deze zone in te vullen op basis van de aangifte van deze zone in een andere kwartaal? ANTWOORD: Nee, zoals afgesproken tijdens de infosessie zal de RSZPPO een dergelijke massacorrectie niet uitvoeren. De verzenders zullen deze correctie uitvoeren.
10 Capelo: dummy-referenties weddeschalen en weddebijslagen VRAAG: In afwachting van de validatie van de nieuwe referenties van de weddeschalen en – bijslagen, kan een zogenaamde dummy-referenties worden ingevuld in de zone “referentie van de weddeschaal” en “referentie van de weddebijslag”. Moet een aangifte waarin deze dummyreferenties zijn gebruikt worden geregulariseerd? Moeten de dummy-referenties worden vervangen door de definitieve referenties? ANTWOORD: Het volgende principe is reeds vermeld op de eerdere infosessies: het is niet vereist om een regularisatie uit te voeren om de dummy-referenties te vervangen door de definitieve referenties voor zover deze slechts gebruikt worden in afwachting van de validatie van echte referenties. Dummy codes moeten wel, op vraag van de PDOS, worden aangepast bij personeelsleden die bijna gepensioneerd zijn, m.a.w. personeelsleden waarvan de baremieke wedden in de betrokken kwartalen in aanmerking zullen worden genomen voor de berekening van het pensioen.
11 Capelo: regularisaties VRAAG: Moeten de ontbrekende Capelo-gegevens in alle kwartalen worden geregulariseerd? ANTWOORD: Ja, alle ontbrekende Capelo-gegevens moeten worden geregulariseerd. Indien dit niet gebeurt zal de loopbaan van het betrokken personeelslid hiaten bevatten en zal zijn/haar pensioen niet correct worden berekend. Bij de regularisatie moet steeds voorrang aan het eerste kwartaal van 2011 gegeven worden.
12 Historische gegevens Capelo: toepassingsgebied VRAAG: Moeten werkgevers, waarbij de PDOS niet verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de rust- en overlevingspensioenen, historische gegevens aangeven? ANTWOORD: Tot nu toe niet. De wet van 29 december 2010 voorziet uitstel voor deze werkgevers. Het is mogelijk dat voor eenzelfde werkgever zowel de PDOS als een voorzorgsinstelling verantwoordelijk zijn voor de uitbetaling van de rust- en overlevingspensioenen.
Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.rszppo.fgov.be
6/7
13 Historische gegevens Capelo: inzameling OPMERKING: Het is moeilijk om de vereiste historische gegevens in te zamelen. Er zijn gegevens die enkel in de papieren dossiers beschikbaar zijn. ANTWOORD: Deze gegevens werden in het verleden ook verzameld bij de creatie van het papieren pensioendossier in het jaar voor de pensionering. Om de aangifte van de historische gegevens te vereenvoudigen, is het mogelijk om de reeds geïnformatiseerde gegevens aan te geven via een batchkanaal en deze gegevens vervolgens op basis van het papieren dossier te vervolledigen via een webtoepassing.
Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten Jozef II-straat 47, 1000 BRUSSEL www.rszppo.fgov.be
7/7