13 Mei
...en nu verder
Uitgave 5, juni 2004
Mevrouw B. Bijlsma blij met aangepaste woning aan Het Talma ‘Als minister Dekker van VROM op 23 juni naar Roombeek komt om te kijken hoe het er voor staat met de wederopbouw, dan wil ik in mijn nieuwe woning aan Het Talma zitten. Voor mij is dat dan ook een nieuw begin.’ Mevrouw B. Bijlsma kijkt vol verwachting uit naar het moment dat ze haar tijdelijke behuizing aan de Roerstraat kan verruilen voor haar nieuwe, aangepaste woning aan Het Talma. Toen duidelijk werd dat terugkeer mogelijk was, hoefde ze niet lang na te denken. ‘Voor mij roept de plek geen onheilsgevoelens op. En ik had het idee: dit wordt straks in elk geval een veilige wijk.’
‘Voor mij roept de plek geen onheilsgevoelens op’
foto: Johan Ghijssels
1
Terugkijkend op die rampzalige 13e mei, nu ruim vier jaar geleden, zegt mevrouw Bijlsma dat er ‘behoorlijk wat engeltjes’ over haar hebben gewaakt. Eerst besloot ze toch maar niet haar gebruikelijke rondje met de hond te maken, vlak langs SE Fireworks, toen het eerste vuurwerk de lucht in ging. En vervolgens bleek ze bij de allesvernietigende explosies in haar huis toevallig op een veilige plek dekking te hebben gezocht. ‘De koelkast
en vriezer vlogen door de lucht, de vaatwasser waar ik tegenaan zat, bleef staan. Toen ik weer bij kwam, zat ik in het water en er was overal glas. Ik kon niks. Alleen maar roepen. Een brandweerman, die mijn scootmobiel buiten zag staan, heeft me eruit gehaald.’ Mevrouw Bijlsma bleef wonderwel ongedeerd, zoals temidden van de ravage in haar huis sommige dingen op miraculeuze wijze ook intact bleven. Ze vertelt dat
het haar heel erg dwars heeft gezeten dat haar niet werd toegestaan dierbare en niet beschadigde spullen uit haar woning te halen. ‘Ik mocht er aanvankelijk helemaal niet in vanwege asbestvervuiling en zo. En voor de verzekering is het kennelijk ook makkelijker als de hele inboedel als verloren kan worden beschouwd. In het begin vind je alles goed, maar later denk je: waarom mocht ik er nou niet in om spullen als kleren, die nog goed waren, eruit te halen? Het enige wat ik nu heb kunnen redden is m’n computer met alle voor mij belangrijke bestanden en een grote la met allemaal foto’s. En m’n dochter heeft nog alle boeken, die helemaal nat waren, uit het huis meegenomen. Maar een tafeltje dat nog door m’n vader was gemaakt, heb ik nooit teruggekregen.’ Na een half jaar bij wijze van ‘noodoplossing’ in een gelijkvloerse woning in de Ramelerbrink te hebben gebivakkeerd, kon mevrouw Bijlsma net voor de kerst in 2000 naar een appartement op de begane grond van een flat aan de Roerstraat. In de ruimte, voorheen in gebruik als kantoor van de Abva/Kabo, werden onder meer keuken en badkamer zodanig aangepast dat mevrouw Bijlsma zich er in haar rolstoel volledig zelfstandig kon redden. De keuken en badkamer worden overigens opnieuw geïnstalleerd in haar nieuwe woning in Het Talma. Bij oplevering bleek tot haar woede en verbijstering dat
allerlei noodzakelijke aanpassingen, die vooraf ook uitvoerig met de WVG-consulent waren besproken, niet door de aannemer waren uitgevoerd. ‘Als je dan hoort dat de badkamer en keuken er weer uit moeten worden gebroken en stopcontacten niet op de goede hoogte zijn aangebracht, dan word je toch weer emotioneel.’ Inmiddels overheerst bij mevrouw Bijlsma weer de blijdschap over haar terugkeer naar Het Talma. De vertraging en ook ongemak, omdat keuken en badkamer van haar huidige naar haar nieuwe huis moeten worden overgeplaatst, neemt ze voor lief. ‘Vanaf de Lasondersingel heb ik vanaf het begin foto’s gemaakt van de plek van mijn nieuwe woning. In mijn fotoboek zie je het huis langzamerhand groeien. Het begint al van jezelf te worden. Ik krijg een hele grote woning. Er is een traplift naar de verdieping en ook nog een grote zolderruimte. Het zal absoluut niet meer hetzelfde zijn om daar te wonen als voor de ramp. Maar het wordt wel heel mooi. Ze doen echt heel goed hun best om er iets moois van te maken.’
2
Tieti Hoekstra, Mediant
U vraagt, wij antwoorden! Heeft u vragen waar u een antwoord op wilt hebben? Richt uw vraag aan: redactie 13 mei, postbus 775, 7500 AT Enschede of via
[email protected]. Als uw vraag voor het eind van de maand binnen is, dan volgt het antwoord in de volgende uitgave.
Vraag Na de ramp hebben mijn vrouw en ik bijna vier jaar op de Wesselerbrink gewoond en nu zijn we sinds een maand weer terug in een nieuw huis in Roombeek. Het huis is erg mooi en veel ruimer dan het huis dat we hadden maar toch kan ik mijn draai nog niet vinden. Soms ben ik bang dat ik er echt spijt van zal krijgen dat we zijn teruggegaan. Ik slaap er slecht van en kan geen hap door mijn keel krijgen. Deze verhuizing heeft ons bovendien best wel veel geld gekost.
Antwoord Het kost natuurlijk altijd tijd om te wennen aan iets nieuws maar een verandering van leefomgeving is wel heel erg ingrijpend. Het staat niet voor niets hoog op de lijst van stressvolle gebeurtenissen die plaats kunnen vinden in iemands leven. Daarbij komt dat dit voor u geen gewone verhuizing is; u keert terug. Terug naar een plek waar u
jaren heeft gewoond maar die tegelijkertijd heel anders is geworden. En ook uzelf bent niet meer hetzelfde als 4 jaar geleden, u heeft veel meegemaakt. U hebt misschien nog het beeld in uw gedachten van de buurt zoals die was. Hoewel u natuurlijk wel wist dat het niet meer hetzelfde zou zijn, ervaart u nu pas echt hoe anders het is. Het voelt nog niet vertrouwd en niet eigen. Daar is veel meer tijd voor nodig. En u heeft er misschien wel hoge verwachtingen van gehad. U woont er nu nog maar een maand, en de wijk is nog lang niet af. Ook zijn alle andere mensen die terugkeren er nog niet. Het zal denk ik fijn zijn wanneer u op straat weer bekende gezichten tegenkomt en de huizen om u heen u bekend gaan voorkomen. Het kan nog wel een jaar duren voordat de buurt u weer vertrouwd voorkomt. Gun u zelf die tijd en probeer het niet af te dwingen. Ik wens u veel sterkte en geluk in de toekomst.
Vraag Ik ben met mijn gezin teruggekeerd naar Roombeek en omdat er afspraken zijn gemaakt met betrekking tot
huurgarantie, kon wij terugkeren. Nu zie ik dat er tot mijn grote verbazing de jaarlijkse huurverhoging voor ons een stuk hoger liggen dan gemiddeld. Mag dit zomaar, want welke huurgarantie heb je dan?
Antwoord Voor het beantwoorden van deze vraag hebben we contact met een vrijwilliger van de bewonerscommissie van Woonplaats. De huurgarantie staat los van de jaarlijkse huurverhoging. De jaarlijkse verhoging is landelijk bepaald en mag door de woning corporaties vrij worden ingevuld tussen de 2,5 en 5% mag de huur verhoogd worden. Wanneer de woning corporaties binnen deze marge blijft staan ze in hun recht. Tegen deze beslissing kan wel een bezwaar worden gemaakt via de woningcorporatie.
Een verhaal van een terugkeerder Met het verstrijken van de tijd komen we steeds dichter bij de dag, dat de bouw van ons huis begint. Zoals jullie de afgelopen maanden hebben kunnen lezen, neemt het bouwen van een huis veel tijd in beslag en is het soms emotioneel zwaar. We hebben veel tegenslagen gehad maar ook heel veel geleerd de afgelopen tijd. De maand April was voor ons een relatief rustige maand, dit betekende dat we sinds lange tijd iets anders konden doen, dan bezig zijn met het huis. Wij hebben verloren tijd ingehaald zoals we dat zelf zeggen, op bezoek geweest bij vrienden en genoten van onze vrij dagen. Alles loopt op rolletjes en we hebben energie opgedaan omdat de komende maand (juni) de start van de bouw is.
we genieten dat het nu echt gaat gebeuren, onbewust valt er veel van onze schouders af. Imre en Reginald gaan ’s avonds naar het stadhuis om de stukken die benodigd zijn voor de aanvraag/vergunning naar de gemeente te brengen. Ik moest er eerlijk gezegd een beetje om lachen. Hoeveel mensen zijn zo ongeduldig en brengen de papieren gelijk na de bekendmaking naar de gemeente? Volgens mij zijn het er weinig. Het doet ons goed dat Rees en Imre dit wel doen. Geweldig.
24-03-04 De eerste fase van de bouwaanvraag is afgerond, goed nieuws. We spreken af met de aannemer om direct de 2de fase in te dienen. Tegenslag. We hebben een probleem met de Energie Prestatie Normering (EPN), en onze aanvraag loopt hierdoor vertraging op. Wederom kan ik achter de gemeente aanbellen en kijken of er al duidelijkheid is. Het is zwaar om van het beroemde kastje naar de muur gestuurd te worden, maar het lukt ons. Dit mede door onze buren Rees en Claudia en de aannemer; zij hebben zich vastgebeten in de EPN en na 3 weken is er helderheid en kan de 2de fase worden ingediend.
21-04-2004 Onze aanvraag voor de 2de fase voor het bouwen van een huis staat gemeld in de huis aan huis. Goed nieuws. Het is eindelijk in behandeling genomen en kunnen
Nu is het wederom wachten op de gemeente en de goedkeuring en in de tussentijd moeten wij een notaris zoeken die de akte’s gaat opstellen. Na veel gebeld en het opvragen van offerte’s kiezen wij voor Suwijn en Ledeboer. Alles staat klaar om de revue te passeren.
22-04-2004 Dit is de dag van het goede nieuws, na een gesprek te hebben gehad met de aannemer, weten we dat de bouw gaat beginnen op 07-06-2004. Absoluut een mooie dag; we zijn allemaal erg blij met dit nieuws en kunnen nu niet meer wachten tot het gaat beginnen. Tegen de tijd dat dit blad in de bus valt, zitten we heel dicht bij de werkelijke uitvoer datum. Het is spannend, want de komende tijd zal ons droomhuis gebouwd gaan worden.
3
A. Bargeman (50) geeft met pijn in het hart voorrang aan zijn verstand ‘Je hart kan wel zeggen: ik wil terug. Maar je hebt ook nog verstand.’ Hoewel hij er zijn jeugd en een groot deel van de rest van zijn leven doorbracht, zal de heer A. Bargeman (50) niet terugkeren in de wijk die nu letterlijk uit de as herrijst.
‘Ik heb er wel vrede mee dat ik ergens anders woon’
foto: Johan Ghijssels
4
Het was een puur praktische beslissing, vertelt hij, om zo’n drie jaar geleden toch maar een woning aan de Van Musschenbroekstraat te kopen. ‘Je komt op een leeftijd dat het heel moeilijk wordt om nog een hypotheek af te sluiten. En toen op een gegeven moment duidelijk werd dat we niet mochten herbouwen op de plek van ons huis aan de Beekstraat totdat Grolsch verhuisd was, hebben we de knoop maar doorgehakt. Bij mij heeft het wel behoorlijk zeer gedaan. Maar intussen ben ik hier aardig gewend.’ Bargeman bewaart dierbare herinneringen aan de wijk, die door de vuurwerkramp grotendeels werd weggevaagd. Zijn grootouders en ouders hadden er een groente- en fruitwinkel op de hoek Deurningerstraat-Renbaanstraat. Toen hij trouwde, woonde hij een aantal jaren aan de Vlierstraat. Maar begin ’80 keerde hij terug op plek, waar hij als kind speelde, het Talmaplein. Na tien jaar verhuisde Bargeman met zijn vrouw en twee kinderen nog een keer, ditmaal naar de Beekstraat. Tot die rampzalige 13 mei 2000 woonden ze daar tot hun volle tevredenheid.
Bargeman, ruim vier jaar later: ‘Dan zou je zeggen, dan ga je ook weer terug. Ik wilde ook wel, maar minister Pronk wilde het niet hebben. Binnen een straal van 90 meter rond Grolsch mocht niets hersteld of herbouwd worden. Ik zag het probleem niet. Er hadden toch altijd woningen gestaan! Maar ook de secretaris van Pronk zei dat het beslist niet door zou gaan, zolang Grolsch er nog was. Nou, ga dan maar vijf jaar hypotheek betalen voor iets dat je niet hebt…’ Het gezin Bargeman verhuisde na de vuurwerkramp een paar keer. Een volledig gemeubileerde woning aan de Varviksingel, die in eerste instantie kon worden gehuurd, werd na een paar maanden verkocht. ‘Dat huis kon ik wel kopen, maar daar had ik de zak met geld niet voor.’ Vervolgens werd een huurwoning in Zuid betrokken. Het kostte volgens Bargeman steeds meer moeite om te wennen in de nieuwe omgeving, contacten te leggen met buren. ‘Ik wilde eigenlijk wel terug. Maar ja, wat te doen? Nieuwbouw in Roombeek? Dat duurde nog lang en was financieel ook geen kleinigheid.’ Uiteindelijk heeft Bargeman er geen spijt van, drie jaar geleden de knoop te hebben doorgehakt door een huis
aan de Van Musschenbroekstraat te kopen. ‘De wijk, zoals die was, komt nooit meer terug. Het wordt een gewone nieuwbouwwijk, heel strak en heel modern. Ik was op 13 mei, voor het eerst, bij de herdenking en ik kende er helemaal niets terug. Een paar bomen, een stuk muur, Grolsch. Dan denk je: ja, zo was het. Nee, ik heb er wel vrede mee dat ik nu ergens anders woon.’ Psychisch is Bargeman – en in sterkere mate zijn dochter – de traumatische ervaringen tijdens de vuurwerkramp nog altijd niet helemaal te boven. Zelf gaat hij eens in de vijf weken nog naar Mediant en zijn dochter heeft de zaak volgens hem nu ‘redelijk onder controle’, na behandeling door een gespecialiseerde psychiater in Amsterdam. ‘Maar zo gauw 13 mei nadert, dan komt alles weer boven.’ Dochter Bargeman was bij kennissen van de familie in de Tollensstraat, toen de eerste explosie zich voordeed. Met een van de twee kleine kinderen rende ze voor haar leven. Halverwege de Roomweg richting Deurningerstraat kwam de tweede, allesvernietigende, klap. Daarbij raakte ze gewond door rondvliegende dakpannen. Nadat vader – die met een agent de nodige traumatische ervaringen beleefde - en dochter elkaar op een gegeven moment troffen in het Ariënshuis, reden ze samen geruime tijd verdwaasd op een fiets in het rond voordat ze met de rest van het gezin verenigd werden. Bargeman: ‘Mijn dochter lag psychisch helemaal in de vernieling. Een hele tijd sliep ze met haar kleren aan. Dan had ze het idee zo weg te kunnen als er iets zou gebeuren. Nu hebben we nog wel dat als we bijvoorbeeld in de bioscoop zitten, we eerst goed kijken waar we er uit kunnen.’
Het kost een vermogen Als je de lijstjes ziet van de gevolgen van de ramp, gaat het over: ongeveer 950 gewonden, van wie 100 ernstig, 23 mensen die zijn omgekomen, 1100 woningen beschadigd, 500 woningen onherstelbaar, 1200 mensen opnieuw gehuisvest, 5500 mensen geëvacueerd, 500 miljoen euro schade, ongeveer 400 ondernemers gedupeerd, 60 bedrijven verdwenen. Om de gevolgen van de ramp te beperken heeft de gemeente een enorme inspanning geleverd. Er is ingezet op herstel of compensatie van de schade, op ondersteuning van getroffenen, op hulpverlening en zorg en op wederopbouw van de wijk. Er zijn bergen werk verzet door wijkwelzijn, door het onderwijs, door woningbouwcoöperaties en noem maar op. Nu alles terug moet naar normaal vind ik het een mooi moment om eens te kijken hoe de vlag erbij staat. Want ‘terug naar normaal’ betekent dat de klus toch enigszins geklaard moet zijn. De wijk schiet al mooi op, en hoewel lang alle gedupeerden nog niet tevreden zijn, zijn veel schades geregeld. In het vorige bevolkingsonderzoek werd duidelijk dat zo’n 40% van de mensen met psychische klachten passende hulp heeft gekregen. Dit lijkt misschien weinig, maar als je het vergelijkt met wat in Nederland gebruikelijk is, zijn in Enschede erg veel mensen bereikt. Misschien kan er, als het gaat over regelingen of hulp, nog wel het een en ander beter, toch lijkt het in de buurt te komen van wat maximaal kan. Veel mensen, heel veel mensen zijn door hun ervaringen met de ramp verder gekomen. Ze hebben geleerd wat ze echt belangrijk vinden en wat niet, ze hebben forse problemen overwonnen. Veel mensen worden door de ramp nog steeds geplaagd; sommigen functioneren goed, maar zijn kwetsbaarder, anderen kunnen duidelijk minder dan voor de ramp en een aantal functioneert slecht. De ramp heeft Enschede draagkracht gekost. We zijn geneigd om vooral naar individuen te kijken. Maar de ramp is ook een probleem voor de gezamenlijkheid. Juist ook als er individuele problemen blijven. Leerlingen die verdrietig zijn presteren slechter, ondernemers met psychische klachten ondernemen niet, als ouders problemen hebben valt het opvoeden zwaarder. Alle inspanning en alle hulpverlening kunnen dit niet ongedaan maken. Als we het over de kosten van de ramp hebben, gaat het vaak over het rijtje bovenaan in dit stukje. Of soms zelfs vooral over het geld. Maar misschien is de verminderde draagkracht wel het echte vermogen dat de ramp ons heeft gekost. Henk Bakker Preventiemedewerker Mediant
5
Veel deelname aan Gezondheidsonderzoek In januari is het derde gezondheidsonderzoek onder getroffenen van start gegaan. Aan ruim 3500 getroffenen en reddingswerkers is een vragenlijst gestuurd om diverse gezondheidsklachten en het gebruik van de zorg bijna vier jaar na de ramp te onderzoeken. Evenals bij eerdere onderzoeken was de bereidheid tot deelname opnieuw groot. Nu de vragenlijsten zijn ingevuld wordt er hard gewerkt aan het verwerken van de gegevens tot de resultaten. Doordat veel deelnemers hebben meegedaan verwachten de onderzoekers dat ze een goed beeld kunnen geven van de gezondheid van getroffenen.
Vervolg op eerder onderzoek
6
Het gezondheidsonderzoek wordt gehouden onder deelnemers die aan eerdere gezondheidsonderzoeken hebben deelgenomen. Het eerste gezondheidsonderzoek heeft drie weken na de ramp plaatsgevonden op de vliegbasis “Twenthe”. Ruim 4000 getroffen bewoners en reddingswerkers hebben aan dit onderzoek meegedaan door onder meer een uitgebreide vragenlijst in te vullen. Deze deelnemers zijn eind 2001 (anderhalf jaar na de ramp) opnieuw ondervraagd. Toen heeft ruim 75 % opnieuw een vragenlijst ingevuld. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat het gemiddeld een stuk beter ging met de gezondheid, maar dat de getroffenen meer psychische of andere gezondheidsproblemen hadden dan vergelijkbare groepen die de ramp niet mee hadden gemaakt. Op basis van het tweede onderzoek heeft de zorgverlening haar activiteiten verder toegespitst op de wensen en problemen van getroffenen. Het is belangrijk om nu bijna vier jaar na de ramp opnieuw te onderzoeken hoe het met de gezondheid gesteld is. Belangrijke vragen die er mee beantwoord worden zijn onder meer op welke wijze moet de nazorg voor getroffenen verder worden ingevuld. Welke groepen van getroffenen hebben nog extra zorg nodig.
De derde ronde In januari zijn ruim 3500 getroffenen en reddingswerkers opnieuw benaderd door de GGD Regio Twente. Ook dit keer was er een enorme bereidheid om aan het onderzoek mee te werken. Van hen heeft 77% de aan hen toegestuurde vragenlijst ingevuld en teruggestuurd. Voor een vragenlijstonderzoek is dit zeer hoog. Ruim 200 deelnemers aan het onderzoek zijn tevens benaderd voor een interview over hun klachten. Ook hiervoor was de bereidheid tot medewerking groot. De onderzoekers zijn zeer tevreden over de deelname. “Doordat zoveel mensen hebben meegewerkt aan het onderzoek, kunnen we goede informatie leveren over hoe het nu met de
gezondheid van getroffenen gaat”, aldus onderzoeker Linda Grievink.
Hoe nu verder? Om een goed beeld van de gevolgen van de ramp te kunnen geven, worden de resultaten van het onderzoek vergeleken met een groep deelnemers uit Tilburg die een zelfde vragenlijst hebben ingevuld. De gegevens van deelnemers uit Enschede en Tilburg zijn nu in de computers ingevoerd en worden anoniem verwerkt door de onderzoekers. “Dit is een enorme klus, vooral omdat we de resultaten snel willen doorgeven aan de getroffenen en beleidsmakers”, aldus Linda Grievink. In juli worden de eerste –voorlopige– resultaten al besproken met de zorgverleners; het officiële rapport zal in het najaar van 2004 beschikbaar zijn. Alle deelnemers van het onderzoek ontvangen dan een samenvatting van de resultaten. Het rapport en de samenvatting zullen ook via de website van de GGVE beschikbaar komen.
Door wie wordt het gezondheidsonderzoek georganiseerd? Het gezondheidsonderzoek is één van de onderzoeken van de Gezondheidsmonitoring Getroffenen Vuurwerkramp Enschede (GGVE) en wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Aan de Gezondheidsmonitoring werken verschillende (onderzoeks)instituten mee: het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, het Instituut voor Psychotrauma, het Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) en de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Regio Twente. De GGD Regio Twente coördineert alle onderzoeken die horen bij de GGVE. Op www.ggve.nl vindt u meer informatie.
Kievitstraat
Roombeek april 2004
7
Roomweg
Stroinksbleekweg
Het verhaal van de muur Tijdens de laatste redactie vergadering kwam het volgende onderwerp naar voren. In het voormalige Roombeek staat nog een muur, waar de omwonende mensen niet blij mee zijn. De gemeente schijnt hen niet te kunen vertellen wat de bestemming is van deze muur en intussen staat hij er maar. Het was voor ons als redactie niet direct duidelijk om welke muur het ging; er staan nog meer muren overeind, dus zijn we opzoek gegaan naar opheldering. In eerste instantie dachten we dat het ging om de muur van het Roosendaal complex, maar bij nader telefonisch contact met de gemeente werd onze verwarring alleen maar groter. Want er was een informatie bijeenkomst geweest waarin de plannen met het complex zijn besproken en de omwonenden bleken zich hierin wel te kunnen vinden. Dus deze muur kon het niet zijn.
8
Hierna zijn we zelf op onderzoek uitgegaan om te achterhalen welke muren er nog meer overeind staan. Dit bracht ons bij de muur van SE Fireworks aan de Tollensstraat. Er staan daar twee gedeelten; een klein stukje waarop ‘Lasonder’ staat en een groter stuk pal tegenover een aantal nieuwbouw woningen. Om er achter te komen hoe de omwonenden hierover denken zijn wij op zoek gegaan en hebben wij bij de omwonenden aangebeld en naar hun mening gevraagd. Uit de reacties van enkele omwonenden valt op te maken dat er een aantal mensen is die er grote moeite mee heeft indien deze muur als een soort herdenking zou blijven staan. Het voelt alsof daarmee de fabriek van SE Fireworks wordt geëerd. De bestemming van deze muur is voor hen nog een groot raadsel. Waarom zoeken ze dit dan niet uit vroegen wij ons af? Er zijn diverse redenen waarom de omwonenden niet het inititatief nemen om uit te zoeken hoe het zit en wat de plannen zijn. Ze zijn moe, net verhuist en willen eindelijk rust. Ze willen niet langer geconfronteerd worden met de ramp. De omwonenden willen het er niet meer over hebben. Kortom ze hebben geen energie om het zelf uit te zoeken maar willen wel duidelijkheid. Toch is het voor hen wel mogelijk om hun stem te laten horen. Wij hebben bij Jan Bron, stadsdeelmanager Noord, navraag gedaan naar de muur. Hij gaf aan dat mensen die ergens ideëen over hebben vooral niet moeten nalaten om hun mening weer te geven. Dat kunnen ze doen bij het projectbureau in het Informatiecentrum (Schurinksweg). En ook de keuzen die terugkeerders gemaakt hebben voor een van de 5 genomineerde plannen voor herdenkingsmomunenten kunnen medebepalen wat er met de historische overblijfselen zoals de muur of de kraan van Thole gebeurt. Een vraag of het intact laten van een muur, die herinnert aan de plek waar de ramp is ontstaan, nu wel of niet zou
moeten is lastig te beantwoorden. Want herinneren is iets ander dan herdenken. Herinneren is iets dat gebeurt in de gedachten van een persoon. Terwijl herdenken ook vorm kan krijgen door een collectief gebeuren. Zo is het kinderkunstwerk een plek geworden waar herdacht wordt. Het wordt dan eigenlijk vanzelf beleefd als een herdenkingsmonument. Evert-Jan Veltman, lid van het Comite Herdenking Vuurwerkramp, vertelde ons dan ook dat de mensen die het aangaat zelf de specialisten zijn op het gebied van herdenken, maar dat er wel tegelijkertijd een verantwoordelijkheid bij de overheid ligt om het herdenken collectief vorm te geven. Er zou vooral goed geluisterd moeten worden naar wat de mensen zelf willen. Een muur als in de Tollensstraat zal mensen ongetwijfeld herinneren aan de ramp en de vraag of het een onderdeel moet worden van een herdenkingmomunent is een vraag die in belangrijke mate beantwoord moet worden door de mensen die het aangaat.
Colofon Het blad '13 mei ...en nu verder' is een uitgave van het Platform Nazorg Vuurwerkramp en is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de nazorg van de vuurwerkramp. Het blad biedt informatie en achtergrondverhalen voor alle getroffenen en geïnteresseerden en wil een neutraal podium zijn waarop mensen kunnen reageren op gebeurtenissen, vragen kunnen stellen en hun verhaal kwijt kunnen. Ingezonden stukken zijn welkom. Aan de inhoud van dit blad kunnen de lezers geen rechten ontlenen. De redactie bestaat uit Peter Wijntje (SMD-EH), Nicole ter Mors (BSVE) en Tieti Hoekstra (Mediant Nazorg Vuurwerkramp) aangevuld met correspondenten vanuit diverse instellingen zoals IAC, Stichting Stadsherstel, Tactus, Thuiszorg, Wijkwelzijn Noord en het Projectbureau Wederopbouw. Tekstbijdragen:
Ben Siemerink.
Vormgeving:
Digidee Ontwerpstudio BV
Drukwerk:
Drukkerij te Sligte
De redactie is te bereiken op mail adres:
[email protected] of telefoon 053-4829982. Voor toelichting op de inhoud in het Turks of Marokkaans kunt u 482 99 82 bellen.Türkc,e íc,erikle ilgili ac,iklamalar ic,in bu numarayi arayabilirsiniz: 482 99 82! 482 99 82