Begroting 2015
1/126
2/126
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................. 5 Beleidsbegroting .................................................................................................. 12 Programmaplan .................................................................................................... 13 1: Bestuur en dienstverlening............................................................................... 15 1.1 Regionale samenwerking ........................................................................................16 1.2 Communicatie.......................................................................................................18 1.3 Dienstverlening .....................................................................................................19
2: Openbare orde en veiligheid / Integrale handhaving ....................................... 20 2.1 Integrale handhaving .............................................................................................21 2.2 Integrale veiligheid................................................................................................22 2.3 Veiligheidsregio (Regionalisering van de brandweer)..................................................23
3: Verkeer, vervoer en openbare ruimte ............................................................... 24 3.1 Verkeer en vervoer ................................................................................................25 3.2 Onderhoud wegen .................................................................................................26 3.3 Groen ..................................................................................................................27 3.4 Bossen en terreinen...............................................................................................28
4: Economische zaken en toerisme ....................................................................... 29 4.1 Agrarische ontwikkelingen ......................................................................................30 4.2 Bedrijven (-terreinen) ............................................................................................32 4.3 Detailhandel .........................................................................................................33 4.4 Toerisme ..............................................................................................................34 4.5 Voortgang Lauruscomplex ......................................................................................35
5: Milieu en water ................................................................................................. 36 5.1 Schaliegas ............................................................................................................37 5.2 Afval....................................................................................................................38 5.3 Water ..................................................................................................................39
6: Sport en cultuur................................................................................................ 40 6.1 Sport ...................................................................................................................41 6.2 Toekomst lokale omroep Siris .................................................................................42 6.3 Toekomstige functie bibliotheek in de gemeente Someren ..........................................43 6.4 Verenigingen ........................................................................................................45
3/126
7: Maatschappelijke zorg en jeugd ....................................................................... 46 7.1 Someren Noord / gemeenschapshuis De Weijers .......................................................47 7.2 Maatschappelijke ondersteuning..............................................................................48 7.3 Preventief Jeugdbeleid ...........................................................................................50 7.4 Jeugdhulp.............................................................................................................52
8: Onderwijs ......................................................................................................... 54 8.1 Schoolbegeleiding..................................................................................................55
9: Werk en inkomen ............................................................................................. 56 9.1 Invoering participatiewet........................................................................................57
10: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting ...................................................... 58 10.1 Bestemmingsplannen ............................................................................................59 10.2 Woningen / huisvesting .........................................................................................60 10.3 Herontwikkeling schoollocaties ...............................................................................61
11: Algemene dekkingsmiddelen .......................................................................... 62 11.1 Sluitende begroting...............................................................................................63
Paragrafen............................................................................................................ 64 Weerstandsvermogen...................................................................................................64 Verbonden partijen ......................................................................................................72 Onderhoud kapitaalgoederen.........................................................................................81 Lokale heffingen ..........................................................................................................84 Bedrijfsvoering ............................................................................................................89 Financiering ................................................................................................................93 Grondbeleid ................................................................................................................96
Financiële begroting ........................................................................................... 101 Overzicht baten en lasten per programma..................................................................... 102 Overzicht financiële positie.......................................................................................... 116
4/126
Inleiding Algemene inleiding Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2015 aan.
Financieel perspectief De stagnerende economische groei, het moeizame herstel van de woningmarkt en een verdere uitbreiding van het takenpakket van gemeenten voor wat betreft het sociaal domein zorgen voor veel onzekerheden, waarvan de gevolgen moeilijk zijn in te schatten. Het sociale domein gaat over alles wat mensen in hun directe bestaan raakt. Het heeft primair betrekking op zorg, welzijn, arbeid, onderwijs, gezondheidszorg en vrije tijdsbesteding. Het sociale domein gaat dus om mensen en de wijze waarop zij in staat zijn om deel te nemen aan de samenleving.
Hoewel we er in zijn geslaagd om een sluitende begroting voor 2015 te presenteren zullen, op basis van de huidige inzichten, voor 2016 en volgende jaren extra bezuinigingen noodzakelijk zijn. In het meerjarenperspectief is namelijk sprake van tekorten. De omvang van de te verwachten tekorten zal mede afhangen van de toereikendheid van het van rijkswege toegekende budget voor het sociale domein.
Er worden taken naar de gemeente gedecentraliseerd of er is een wijziging in de taken van de gemeente, waaronder: a. invoering Begeleiding, Dagopvang en Kort verblijf uit de AWBZ naar de Wmo; b. transitie Jeugdzorg; c. sociale zaken: samenvoeging diensten, herstructurering Sociale Werkvoorziening en Participatiewet; d. scheiden van wonen en zorg waardoor er meer zorg thuis geboden gaat worden in plaats van in een instelling; e. passend onderwijs.
Er wordt meer beroep gedaan op de verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid voor alle inwoners waaronder ook de senioren. Ondanks dat een nieuwe generatie senioren gemiddeld genomen zelfstandiger is en meer te besteden heeft, blijft er ook een aantal kwetsbare senioren die moeten kunnen blijven rekenen op ondersteuning, hulp en zorg vanuit hun sociale omgeving alsook vanuit de gemeente.
In de begroting 2015 is ervan uitgegaan dat de taakoverdracht met bijbehorende financiële middelen geen effect zullen hebben op het uiteindelijk resultaat van de begroting. Er wordt uitgegaan van een budgettaire neutraal effect. Het gaat hier om een bedrag van bijna € 5,3 mln. Ongeveer 1/3 van het bedrag wat we aan algemene uitkering van het Rijk ontvangen. Hiervan heeft € 2,1 mln. betrekking op de decentralisatie van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) naar de W.M.O (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). De overige 3,2 mln. betreft de decentralisatie jeugdzorg. De rijksmiddelen voor het participatiebudget maakten al onderdeel uit van de gemeentebegroting.
5/126
Opbouw De programmabegroting 2015 van de gemeente Someren is als volgt opgebouwd: • Inleiding; • Beleidsbegroting; - programmaplan; - paragrafen; • Financiële begroting; - exploitatie; - vermogenspositie. Beleidsbegroting Bij de presentatie van het beleidsmatige gedeelte worden per programma speerpunten/doelstellingen geformuleerd met daaraan gekoppeld de 6 W-vragen: - Wat willen we bereiken? - Wat doen we hiervoor? - Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden ? - Wanneer zijn we tevreden ? - Wie is verantwoordelijk ? - Wat mag het kosten ? Financiële begroting Exploitatie Vanwege de gemeenteraadsverkiezingen is er in tegenstelling tot andere jaren geen Kadernota 2015 gepresenteerd. Wel is er een overdrachtsdocument opgesteld waarin ook een actualisatie van het meerjarenperspectief is opgenomen. Deze vormt de basis voor de analyse van de cijfers. De resultaten ten opzichte van de gepresenteerde begroting 2015 zijn in het volgende overzicht opgenomen.
Meerjarenperspectief exploitatie 2015-2018 (bedragen x € 1000) Jaar
Overdrachtsdocument
begroting
verschil
2015 2015
-603
6
609
2016
-574
-196
378
2017
-595
-207
388
2018
-595*)
-614
-19**)
*) Voor het jaar 2018 is uitgegaan van de cijfers 2017. **) Dat de bezuinigingen in het jaar 2018 niet leiden tot een verbetering van het resultaat heeft te maken met een verdere afname van de hoogte van de algemene uitkering in 2018. Voor de begroting 2015 is uitgegaan van de cijfers van de begroting 2014. Gevolg van deze gehanteerde methodiek is dat voor de hoogte van algemene uitkering voor het jaar 2018 eenzelfde bedrag wordt aangehouden als in het jaar 2017. Volgens de onlangs gepresenteerde mei-circulaire is deze echter € 311.000,-lager als gevolg van doorgevoerde bezuinigingen van het Rijk. 6/126
Resultaten volgens Overdrachtsdocument en Begroting 2015-2018 Een globale analyse van de verschillen is opgenomen in onderstaand overzicht:
bedragen x 1000 2015 Besparingsvoorstellen categorie I
12
Besparingsvoorstellen categorie II
221
Besparing management en directie
200
Verlaging post onvoorzien
100
Verlaging algemene uitkering Volumegroei bouwleges/leges bestemmingsplannen
-311 55
Renteopbrengsten
102
Vervallen storting onderhoud scholen
114
Aanpassingen buitengebied/aanleg parkeervoorzieningen Armoede- en schuldenbeleid Inflatiecorrectie OZB Overige verschillen per saldo Totaal
46 -45 56 59 609
Toelichting
Besparingsvoorstellen categorie I Oorspronkelijk was het bedrag van het voorstel bij categorie I € 214.411,--. In het overdrachtsdocument is rekening gehouden met € 185.000,--. In de begroting is uiteindelijk een bedrag verwerkt van € 197.471,--. Een specificatie is opgenomen in onderstaand overzicht: Besparingen Categorie I Facilitair agv regionalisering Lectuur agv regionalisering
4.415 20.000
Subsidieregeling (voorheen AWBZ)
5.500
Projecten WMO
5.000
Infopunt opvoeding
5.406
Jeugdorganisaties
2.100
Persoonsgebondenbudget
10.000
Eigen bijdrage CAK
25.000
Bijstandsbesluit zelfstandigen
20.000
Minimaverordening Meedoen
10.000
Woningaanpassing gehandicapten
20.000
Vervoersvoorzieningen gehandicapten
5.000
Drukriolen storingen
7.000
Archeologie
5.000
Handhaving materiaal Afvalwater
500 5.000
Bestemmingsplannen
31.000
Wabo software
15.300
Handhaving klein gereedschap Handhaving kleding, uitrusting Totaal
500 750 197.471
7/126
De voorgestelde besparingen die niet in de begroting zijn verwerkt betreffen de volgende posten: Besparingen Categorie I Verkoop wilhelminaplein
7.440
Drukriolen telefonie
6.250
Rioolgemalen telefonie
3.250
Totaal
16.940
De nog niet verwerkte voordelen zijn een gevolg van het feit dat het daadwerkelijk realiseren hiervan gepaard gaat met (mogelijk) extra kosten. Om deze reden hebben we deze voordelen nog niet in de begroting verwerkt.
Besparingsvoorstellen categorie II In het overdrachtsdocument is geen rekening gehouden met deze categorie. Voor de uitvoering van categorie II was in eerste instantie een besparing opgenomen van € 261.353,--. Uiteindelijk is een bedrag van € 216.078,-- in de begroting verwerkt. Een specificatie is in onderstaand overzicht opgenomen. Besparingen Categorie II BIZOB Lokaal gezondheidsbeleid GGD Muziekschool
10.000 5.000 14.008 9.000
Part bijz grpn/versterking verenigingen
25.000
Schoolbegeleiding
24.970
Algemeen maatschappelijk werk
10.000
Aanpassingen openbaar gebied
10.000
Afvalkalender
3.500
Afvalbakken
15.000
Kerstbomen
5.000
Beheer parkeerplaatsen sportaccommodaties
3.500
Riolering en kolken reiniging
12.000
Waterlossingen
10.000
Bermen maaien
10.000
Bosplantsoen sportvelden
pm
SRE
5.000
Gebiedsnetwerk de Peel
6.000
Handhaving externe deskundigheid
23.100
Handhaving overige ontvangsten
15.000
Totaal
216.078
De voorgestelde besparingen die niet in de begroting zijn verwerkt betreffen de volgende posten: Besparingen Categorie II Sportterrein adoptiegroen
5.000
Storten bladafval
15.000
Groenafval vergisting
15.000
Stortplaats Lierop Totaal
10.275 45.275
8/126
Het voordeel van het adoptiegroen verenigingen is niet verwerkt omdat privatisering hiervan te veel risico's met zich meebrengt voor wat betreft kwaliteitsaspecten. Daarnaast is er binnen verenigingen onvoldoende capaciteit beschikbaar om deze werkzaamheden uit te kunnen voeren. De voorgenomen besparing m.b.t. het storten van het bladafval is uiteindelijk niet ingeboekt omdat de voorgestane werkwijze volgens de regelgeving niet is toegestaan. Het idee was om bladafval te verspreiden over de in eigen beheer zijnde gronden. Het vergisten van het groenafval blijkt op dit moment technisch (nog) niet mogelijk. De opgenomen post voor de stortplaats Lierop blijkt niet structureel van aard en is om deze reden niet meerjarig verwerkt.
Besparing management en directie Conform de bestuursopdracht kadernota Personeel en Organisatie wordt de formatie van het management teruggebracht tot 3 afdelingshoofden en 1 directeur.
Post onvoorzien Volgens de regelgeving (Besluit Begroting en Verantwoording) is het verplicht in de begroting een post onvoorzien op te nemen. Het bedrag voor onvoorzien dient in zijn geheel of per programma te worden geraamd. Voor de noodzakelijke hoogte van deze post zijn geen nadere richtlijnen/regels opgenomen. In de paragraaf weerstandsvermogen is aangegeven dat wij over voldoende financiële weerstandscapaciteit beschikken in relatie tot risico's die wij als gemeente lopen. Ook moeten we concluderen dat in de praktijk tot nu toe nauwelijks gebruik wordt gemaakt van deze post. Op basis hiervan hebben we de post "onvoorzien" in de begroting met € 100.000,-- verlaagd.
Algemene uitkering De verlaging van de algemene uitkering van € 311.000,-- houdt met name verband met de herijking van het gemeentefonds (nadeel € 135.000) en de taakoverdracht van het onderhoud van scholen (nadeel € 114.000,--).
Verhoging bouwleges/leges bestemmingsplannen Op basis van ervaringscijfers en bijgestelde verwachtingen zijn de bouwleges (€ 35.000,--) en de leges voor bestemmingsplannen (€ 20.000,--), verhoogd.
Renteopbrengsten Op basis van de bijgestelde liquiditeitsplanning zijn de renteopbrengsten naar boven bijgesteld. Bij de hoogte van het rentepercentage is rekening gehouden met het voor langere tijd vastzetten van liquiditeiten.
Storting onderhoud scholen Door de van rijkswege opgelegde overdracht van het onderhoud kan de jaarlijkse storting in de voorziening komen te vervallen.
9/126
Aanpassingen buitengebied/parkeervoorzieningen De in het investeringsprogramma opgenomen gelden voor aanpassingen in het buitengebied/parkeervoorzieningen worden niet structureel ingevuld maar uit incidentele middelen betaald.
Armoede- schuldenbeleid Van Rijkswege worden extra middelen toegekend in het kader van armoede- en schuldenbeleid. De hiervoor beschikbaar gestelde middelen worden ook daadwerkelijk hiervoor ingezet.
Inflatiecorrectie OZB Ingevolge bestaand financieel beleid is de opbrengst OZB met het inflatiepercentage aangepast.
E-realisatiebudget Bij het vaststellen van het E-realisatieplan is besloten de jaarlijkse voordelen, tot het bedrag van de investering, terug te laten vloeien in de vastgelegde algemene reserve. In tegenstelling tot deze besluitvorming is in het opgenomen meerjarenperspectief het voordeel van € 400.000,- vanaf 2016 ten gunste van de exploitatie gebracht en dus niet teruggestort in de vastgelegde algemene reserve. Gelet op het verwachte meerjarenperspectief is er geen ruimte om uitvoering te geven aan dit besluit. Het voorstel tot deze wijziging is opgenomen bij de besluitvorming tot het vaststellen van deze begroting.
In het financiële gedeelte van deze begroting is eveneens een analyse opgenomen van de verschillen tussen de begroting 2014 en begroting 2015. Autorisatie begroting 2015-2018 De raad dient de begroting als geheel vast te stellen. Uiteraard kan de raad daaraan voorafgaand wijzigingen aanbrengen in het voorliggende voorstel. Met het vaststellen door de raad autoriseert de raad het college tot het doen van de in de programmabegroting opgenomen uitgaven en investeringen respectievelijk tot het realiseren van baten. Tevens geeft de raad met het vaststellen van de begroting opdracht aan het college de opgenomen programma’s, het daaraan ten grondslag liggende beleid en de paragrafen uit te voeren. Over deze uitvoering legt het college verantwoording af aan de raad middels de zomernota en de jaarstukken. De presentatie van deze stukken vindt op programmaniveau plaats. Behandelprocedure Voor de behandeling van de programmabegroting 2015 wordt de volgende procedure voorgesteld. In week 42 wordt de begroting behandeld in de functionele commissies. De inhoudelijke behandeling van de programmabegroting 2015 vindt plaats in de raadsvergadering van donderdag 30 oktober 2014. Tot slot Wij hopen dat deze begroting u in staat stelt uw kaderstellende en controlerende taak zodanig uit te oefenen, dat op een verantwoorde wijze richting kan worden gegeven aan de toekomst van Someren.
10/126
Burgemeester en wethouders van Someren, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. A.P.M. de Kok,
A.P.M. Veltman.
11/126
Beleidsbegroting
12/126
Programmaplan Het programmaplan van de gemeente Someren bestaat uit 11 programma's:
01. Bestuur en dienstverlening 02. Openbare orde en veiligheid / Integrale handhaving 03. Verkeer, vervoer en openbare ruimte 04. Economische zaken en toerisme 05. Milieu en water 06. Sport en cultuur 07. Maatschappelijke zorg en jeugd 08. Onderwijs 09. Werk en inkomen 10. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 11. Algemene dekkingsmiddelen
Bij ieder programma wordt per speerpunt de volgende onderdelen in beeld gebracht:
Wat willen we bereiken? Hieronder wordt de doelstelling opgenomen. Wat doen we hiervoor? Hieronder worden de activiteiten voor 2015 opgenomen. Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Hier staat aan welke eisen moet worden voldoen om tot een goed resultaat te komen. Wanneer zijn we tevreden? Hieronder worden de prestatie-indicatoren opgenomen. Zodat de prestaties gemeten kunnen worden. Wie is verantwoordelijk? Hieronder wordt gemeld wie de bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken zijn. Wat mag het kosten? Hieronder worden de beschikbare budgetten van de doelstelling weer gegeven.
Hieronder volgt de leeswijzer van de tabellen "Wat mag het kosten?".
Leeswijzer "Wat mag het kosten?": 1. Lasten worden met een "+" weergegeven en baten met een "-". 2. In de tabel "Wat mag het kosten" wordt onderscheid gemaakt in de regels zonder en met een *. De regels met * zijn kredieten die eenmalig beschikbaar worden gesteld en waarvan de uitgaven over meerdere jaren lopen. De overige regels betreffen exploitatieposten.
13/126
Toelichting kolommen: •
Werkelijk 2013: hier staan van de kredieten de werkelijke lasten en baten t/m 2013 en van de exploitatieposten de werkelijke lasten in 2013.
•
Begroting 2014 na wijz.: hier staan van de kredieten de beschikbaar gestelde budgetten t/m 2014 en van de exploitatieposten de beschikbaar gestelde budgetten in 2014.
•
Begroting 2015 / 2016 / 2017 / 2018: hier staan zowel voor de kredieten als voor de exploitatieposten de beschikbaar gestelde budgetten in het betreffende jaar.
14/126
1: Bestuur en dienstverlening Dit programma omvat de volgende producten: •
Raad, raadscommissies, rekenkamer
•
College van B&W / MT
•
Voorlichting, publiciteit en website
•
Overige aangelegenheden bestuur
•
Burgerzaken
•
Geografisch InformatieSysteem (GIS) en Kadaster
•
Huisnummering
•
Bestuurlijke samenwerking
•
Dorps- en wijkraden.
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 3 speerpunten.
Bestuurlijk kader •
Kwaliteitshandvest 2009
•
Position paper Someren 2020
•
Stappenplan burgerparticipatie
•
Communicatienota 2015-2018
•
Programma Antwoord©
•
Kadernota Organisatie en Personeel
•
Regionale Agenda MRE
•
Raamovereenkomst samenwerking Asten-Someren
•
Intentieverklaring De Peel
15/126
1.1 Regionale samenwerking Wat willen we bereiken? We willen intensief samenwerken met omliggende gemeenten om invulling te geven aan onze taken. Samen optrekken en delen van verantwoordelijkheden hoort daar bij. De samenwerking vindt plaats op meerdere niveaus: 1.
Lokaal: met buurgemeente Asten
2.
Subregionaal: met de Peelgemeenten (Peel 6.1)
3.
Regionaal: binnen Metropoolregio Eindhoven, de Veiligheidsregio en de Omgevingsdienst
Wat doen we hiervoor? 1.1.1
Asten/Someren
Op het gebied van de Buitendienst, Gebouwenbeheer, Openbare orde en veiligheid, Bezwarencommissie, I&A en Belastingen wordt samengewerkt. 1.1.2
Peel 6.1
Fasegewijze worden de uitvoeringstaken, opgenomen in de intentieverklaring, overgedragen naar de Peel 6.1. In 2015 ligt de nadruk daarbij op de WMO/transitietaken. 1.1.3
Metropoolregio Eindhoven (MRE)
Belangrijkste doel van de Gemeenschappelijke Regeling MRE, die op 1 januari 2015 in werking treedt is een adequate samenwerking op drie regionale hoofdthema’s: economie, ruimte en mobiliteit door het Regionaal Platform. Samen met andere overheden, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke instanties bepaalt het Regionaal Platform de regionale strategie, die wordt vastgelegd in de Regionale Agenda. De overlegorganen worden ingericht middels werkplaatsen en werktafels. De bestuurlijke trekker van een werkplaats formeert een projectteam, bestaande uit personen uit de deelnemende organisaties, om met een door het Regionaal Platform vastgestelde opdracht aan de slag te gaan met ondersteuning van de ambtelijke organisatie van het MRE.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Asten/Someren •
De Raamovereenkomst met vastgestelde DVO’s en detacheringsovereenkomsten
Peel 6.1 •
De vastgestelde intentieovereenkomst Peel 6.1
•
De vastgestelde Gemeenschappelijke regeling 6.1
MRE Belangrijkste randvoorwaarden voor het bereiken van het gestelde doel zijn: •
De Gemeenschappelijke Regeling MRE
•
Regionale agenda
•
Het maken van goede afspraken, bewaking van de continuïteit.
16/126
Wanneer zijn we tevreden? 1.1.1
Asten/Someren
We zijn tevreden wanneer de samenwerking, vastgelegd in de DVO’s en detacheringsovereenkomsten, leidt tot een goede invulling van onze gemeentelijke taken binnen de vastgestelde financiële kaders. 1.1.2
Peel 6.1
We zijn tevreden wanneer de samenwerking Peel 6.1. leidt tot een goede invulling van onze gemeentelijke taken door de Peel 6.1. organisatie en binnen de vastgestelde financiële kaders. 1.1.3
MRE
We zijn tevreden wanneer de nieuwe vorm van samenwerken (flexibele netwerksamenwerking) leidt tot een goede invulling van onze gemeentelijke taken binnen de daarvoor gestelde financiële kaders.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
A. Veltman
Ambtelijk:
J. Verhoeven
Wat mag het kosten? Asten/Someren In de DVO’s en detacheringsovereenkomsten is opgenomen wat de kosten zijn. Deze passen binnen de financiële kaders zoals opgenomen in de begroting. Peel 6.1 In de intentieovereenkomst en gemeenschappelijke regeling zijn de financiële kaders opgenomen. MRE Voor de samenwerking binnen de Metropoolregio Eindhoven is elke deelnemende gemeente een vastgesteld bedrag per inwoner verschuldigd. Voor deze bijdrage is dekking opgenomen in de begroting.
17/126
1.2 Communicatie Wat willen we bereiken? We willen een korte afstand tussen burger en bestuur. De gemeente Someren wil burgers betrekken bij gemeentelijk beleid. Dorps- en wijkraden kunnen bij de invulling van burgerparticipatie een rol spelen. Een moderne gemeente moet meegaan met de tijd, om het contact met de jongere burgers te verbeteren. De actuele ontwikkelingen rond social media worden nadrukkelijk betrokken bij de communicatie van de gemeente.
Wat doen we hiervoor? 1.2.1
Uitvoeren actieprogramma communicatie 2015.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Communicatienota 2015-2018
Wanneer zijn we tevreden? 1.2.1
We zijn tevreden wanneer op 1-1-2016 de actiepunten uit het Actieprogramma Communicatie 2015 uitgevoerd zijn.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
A. Veltman
Ambtelijk:
J. Verhoeven
Wat mag het kosten? De kosten worden gedekt uit reguliere budgetten.
18/126
1.3 Dienstverlening Wat willen we bereiken? Uitgangspunt is een effectieve en efficiënte dienstverlening waarbij vragen van burgers, bedrijven en instellingen zoveel als mogelijk aan de voorkant worden beantwoord. De verdere doorontwikkeling van ons Klant Contact Centrum (KCC) sluit daarbij aan. We willen zoveel mogelijk producten en diensten via internet aanbieden. De gemeentelijke website is dan ook de belangrijkste ingang voor de dienstverlening. Burgers voor wie e-dienstverlening te moeilijk is worden echter niet uit het oog verloren. Andere ingangen voor de dienstverlening (zoals telefoon en post) blijven hiervoor beschikbaar.
Wat doen we hiervoor? Om de doelstelling te bereiken: 1.3.1
Worden e-formulieren en e-diensten ontwikkeld;
1.3.2
Wordt het werken op (telefonische) afspraak verder uitgebreid;
1.3.3
Zal het KCC ingericht worden op de nieuwe rol.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Belangrijkste randvoorwaarden voor het bereiken van het gestelde doel zijn: •
Een adequate automatisering en informatievoorziening;
•
Specifieke regelgeving rond databeveiliging en privacy van persoonsgegevens;
•
De kaders uit de Kadernota Organisatie en Personeel.
Wanneer zijn we tevreden? We zijn tevreden wanneer op 1 januari 2016: 1.3.1
De dienstverlening zoveel als mogelijk via digitale weg kan plaatsvinden, zowel voor wat betreft het indienen van een aanvraag/verzoek als ook wat betreft de afhandeling ervan;
1.3.2
De mogelijkheden voor het werken op afspraak optimaal ingezet worden met als resultaat een zo efficiënt mogelijke dienstverlening waarbij de burger zoveel als mogelijk direct geholpen wordt;
1.3.3
Het KCC volledig ingericht is op de rol als ingang voor de dienstverlening, ongeacht via welk kanaal de dienstverlening plaatsvindt.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
A. Veltman
Ambtelijk:
J. Verhoeven
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
2016
wijz. Klant Contact Centrum (KCC) inhaalslag* Totaal
2017
2018
(x 1.000)
64.432
93.150
0
0
0
0
64.432
93.150
0
0
0
0
19/126
2: Openbare orde en veiligheid / Integrale handhaving Dit programma omvat de volgende producten: •
Brandbestrijding
•
Openbare orde en veiligheid
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 3 speerpunten.
Bestuurlijk kader •
Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2015 - 2018
•
Regionaal Crisisplan
•
Handhavingsbeleidsplan 2015 - 2019
20/126
2.1 Integrale handhaving Wat willen we bereiken? We streven naar een beter naleef gedrag door het stellen van regels, het houden van toezicht en door, daar waar noodzakelijk, te handhaven.
Wat doen we hiervoor? 2.1.1
Het uitvoeren van het handhavingsprogramma 2015 als onderdeel van het handhavingsbeleidsplan 2015-2019;
2.1.2
Het opstellen van een handhavingsprogramma voor 2016;
2.1.3
Het uitbrengen van het handhavingsverslag 2014;
2.1.4
Zo nodig bijstellen van het handhavingsbeleidsplan 2015-2019.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Het beschikken over voldoende capaciteit en financiële middelen voor het uitvoeren van het toezicht en de handhaving conform het beleidsplan en het jaarlijkse programma. Gelet op de toename van taken voor de gemeente vanwege overheveling vanuit het rijk en het voortschrijdend inzicht over de uitvoering van het toezicht en de handhaving zal voor de uitvoering van het handhavingsprogramma zo nodig aan de gemeenteraad een afzonderlijk voorstel worden voorgelegd.
Wanneer zijn we tevreden? 2.1.1
Als we uitvoering hebben gegeven aan het handhavingsprogramma 2015
2.1.2
Als de raad uiterlijk in december 2015 het handhavingsprogramma 2016 vaststelt.
2.1.3
Als de raad uiterlijk in april 2015 het handhavingsverslag 2014 vaststelt.
2.1.4
Als de raad uiterlijk in december 2015 de bijstellingen, indien nodig, op handhavingsbeleidsplan vaststelt.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
A. Veltman
Ambtelijk:
T. Aerts
Wat mag het kosten? De kosten zijn conform het vast te stellen handhavingsplan 2015.
21/126
2.2 Integrale veiligheid Wat willen we bereiken? Onder regie van een (pro) actief lokaal bestuur wordt op een systematische en samenhangende manier gewerkt aan het behoud en zo mogelijk het verbeteren van de objectieve en de subjectieve veiligheid. Hierbij wordt nauw samengewerkt met interne en externe partners, waaronder de Peelgemeenten. Tevens wordt uitgegaan van een wijkgerichte aanpak waarbij de nadruk ligt op de eigen verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers.
Wat doen we hiervoor? 2.2.1
Het uitvoeren van de actiepunten uit het actieprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2015;
2.2.2
Maken en coördineren van het actieprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2016.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018 is leidend;
•
Samenwerking met interne en externe ketenpartners;
•
Bestuurlijk commitment (lokaal en regionaal).
Wanneer zijn we tevreden? 2.2.1
Alle actiepunten uit het actieprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2015 vóór 31 december 2015 gerealiseerd zijn;
2.2.2
Het actieprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2016 vóór 31 december 2015 vastgesteld is.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
A. Veltman
Ambtelijk:
J. Verhoeven
Wat mag het kosten? De kosten worden gedekt uit reguliere budgetten.
22/126
2.3 Veiligheidsregio (Regionalisering van de brandweer) Wat willen we bereiken? Minimale borging– maar waar mogelijk verhoging- van vakbekwaamheid en kwaliteit op het gebied van crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg door samenwerking binnen de VRBZO (Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost), binnen een geregionaliseerd programma.
Wat doen we hiervoor? 2.3.1
Uitvoeren actiepunten brandweer uit actieprogramma Integraal Veiligheidsbeleid 2015 (IVB 2015) waarbij de trekkersrol bij team Veiligheid en Brandweerzorg Asten en Someren ligt.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Kadernota IVB 2015-2018 is leidend
•
Bestuurlijk commitment (lokaal en regionaal)
•
Een goede samenwerking met interne en externe ketenpartners
•
Blijvende verbondenheid van de brandweervrijwilliger zodat er geen tekort ontstaat bij het korps Someren
•
Realisatie van actiepunten binnen bestaande budgetten
Wanneer zijn we tevreden? 2.3.1
Alle actiepunten voor de brandweer in actieprogramma IVB 2015 zijn uiterlijk 31 december 2015 gerealiseerd.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
A. Veltman
Ambtelijk:
T. de Kok
Wat mag het kosten? De kosten worden gedekt uit reguliere budgetten.
23/126
3: Verkeer, vervoer en openbare ruimte Dit programma omvat de volgende producten: •
Gemeentelijke verkeersveiligheid
•
Wegen, straten en pleinen
•
Aanpassingen openbaar gebied
•
Wegmeubilair
•
Natuurbescherming
•
Plantsoenen en parken
•
Begraafplaatsen.
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 4 speerpunten.
Bestuurlijk kader •
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
•
Strategisch plan Verkeersveiligheid 2008 - 2020
•
Beleidsimpuls Verkeersveiligheid
•
Brabants Verkeersveiligheidsplan 2012 - 2016
•
Regionaal Verkeers- en VervoersPlan (RVVP)
•
Gemeentelijk Verkeersbeleidsplan
•
Landschapsbeleidsplan
•
Landschapsbeheersplan
•
Landschapsontwikkelingsplan
•
Beleids- en beheersplan Openbare Verlichting 2013 Gemeente Someren
•
Reconstructieplan de Peel
•
Beheervisie beschermd natuurmonument Beuven e.o.
•
Bosnota gemeente Someren – geïntegreerd bosbeheer
•
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013
•
Bomenbeleidsplan
•
Onderhoudsprogramma wegen, groen, riolering
•
Ecologische verbindingszones en faunapassages
•
Natuurgebied Sang en Goorkens
•
Natura 2000
24/126
3.1 Verkeer en vervoer Wat willen we bereiken? We willen ervoor zorgen dat bestemmingen in onze gemeente goed bereikbaar zijn en iedereen veilig gebruik kan maken van onze wegen.
Wat doen we hiervoor? 3.1.1
De onderzoeken die in het kader van het Verkeersbeleidsplan worden uitgevoerd zullen resulteren in een aantal maatregelen, die aan de raad worden voorgelegd.
3.1.2
In overleg met belangengroepen bezien in hoeverre aanvulling van allemansroutes of andere toegankelijkheidsbevorderende maatregelen nodig zijn.
3.1.3
Bepalen wat voor verkeersmaatregelen genomen dienen te worden om de verkeersveiligheid en de doorstroming op de Witvrouwenbergweg in de toekomst bij de ontwikkeling van de bedrijventerreinen te kunnen blijven waarborgen.
3.1.4
In het overleg binnen de regio het belang van goed openbaar vervoer voor Someren blijven verdedigen.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? De benodigde financiële middelen.
Wanneer zijn we tevreden? 3.1.1
Als uit de onderzoeken in het kader van het Verkeersbeleidsplan een overzicht van maatregelen is opgesteld op basis waarvan de raad een budget beschikbaar kan stellen.
3.1.2
Als de kenbaar gemaakte knelpunten m.b.t. de toegankelijkheid zoveel als mogelijk opgelost zijn.
3.1.3
Als er duidelijkheid bestaat over de maatregelen, die genomen gaan worden om de verkeersveiligheid en de doorstroming op de Witvrouwenbergweg in de toekomst bij de ontwikkeling van de bedrijventerreinen te kunnen blijven waarborgen.
3.1.4
Als buslijn 20 en het netwerk van buurtbussen met de huidige kwaliteit en dienstverlening behouden blijft.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
G. van der Rijt
Wat mag het kosten? De kosten zijn conform het vastgestelde verkeersbeleidsplan 2013-2018.
25/126
3.2 Onderhoud wegen Wat willen we bereiken? Dat onze wegen zodanig onderhouden zijn dat deze veilig te gebruiken zijn door alle doelgroepen.
Wat doen we hiervoor? 3.2.1
Uitvoering herinrichting Floreffestraat.
3.2.2
Uitvoering herinrichting route Loovebaan, Kerkstraat, Boerenkamplaan.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Belangrijkste randvoorwaarden zijn een deugdelijk bestek en voldoende financiële middelen.
Wanneer zijn we tevreden? 3.2.1
De herinrichting Floreffestraat in 2015 is afgerond.
3.2.2
De herinrichting route Loovebaan, Kerkstraat, Boerenkamplaan in 2015 is afgerond.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
G. van der Rijt
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
2016
wijz. Reconstructie Floreffestraat*
2017
2018
(x 1.000)
0
180.000
0
0
0
0
0
230.000
0
0
0
0
Rehabilitatie Kerkendijk (IP13-40305)*
0
0
0
916
1.772
0
Totaal
0
410.000
0
916
1.772
0
Herinrichting Boerenkamplaan-KerkstraatLoovebaan*
De kosten voor de reconstructie Floreffestraat worden als volgt gedekt: IP14-40301 "Reconstructie Floreffestraat" Voorziening wegen (tussentijds onderhoud) / rehabilitatie licht belaste wegen
€ 130.000 € 50.000 € 180.000
De kosten voor de herinrichting Boerenkamplaan-Kerkstraat-Loovebaan worden als volgt gedekt: IP14-50301 "Verbeteren verkeersveiligheid Loovebaan/Boerenkamplaan Voorziening wegen (tussentijds onderhoud) / rehabilitatie licht belaste wegen Raad28-3-07(B-L) +IP12/50315 "Nieuwe Hooghoefweg incl. rotonde Kerkendijk"
€ 20.000 € 132.000 € 78.000 € 230.000
De rehabilitatie van de Kerkendijk was in de begroting 2014 opgenomen in jaarschijf 2015 en 2017. Dit is in de begroting 2015 doorgeschoven naar 2016 en 2017. 26/126
3.3 Groen Wat willen we bereiken? De gemeente Someren is door de aanwezigheid van groen een aantrekkelijke gemeente om te wonen en/of te recreëren en het aanwezige groen wordt adequaat en tegen de laagst maatschappelijke kosten onderhouden. Voor buiten de kom hebben we reeds een dekkend groenbeleid.
Wat doen we hiervoor? 3.3.1
Met betrekking tot de bebouwde kommen gaan we groenbeleid ontwikkelen in een groenbeleidsplan stedelijk gebied.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? De benodigde financiële middelen voor de duurzame instandhouding van het groen. In het kader van de noodzakelijke bezuinigingen kunnen bepaalde uitgangspunten heroverwogen worden. Draagvlak bij de inwoners van Someren m.b.t. het groen.
Wanneer zijn we tevreden? 3.3.1
Wanneer er, eind 2015, een groenbeleidsplan stedelijk gebied door de Raad is vastgesteld.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
G. van der Rijt
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
2016
wijz.
2017
2018
(x 1.000)
Opstellen groenbeleidsplan*
2.557
68.600
0
0
0
0
Totaal
2.557
68.600
0
0
0
0
27/126
3.4 Bossen en terreinen Wat willen we bereiken? Onze bossen en natuurgebieden hebben een hoge natuurwaarde maar worden daarnaast ook ingezet voor recreatief medegebruik.
Wat doen we hiervoor? 3.4.1
“Someren Natuurlijk” op de kaart zetten, op grond van natuurbeleving en recreatief medegebruik.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Een financieel gezond bos- en natuurbeheer, met voldoende houtopbrengst, waarmee we de natuurdoelstellingen van o.a. Natura 2000 kunnen waarmaken en het cultureel en recreatief medegebruik kunnen bevorderen.
Wanneer zijn we tevreden? 3.4.1. Wanneer er een goede balans is tussen natuurdoelstellingen, recreatie en cultuur die zorgen voor aantrekkelijke natuurgebieden waar het fijn vertoeven is. Het “product Natuur” wordt zo beter bekend in de samenleving.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
G. van der Rijt
Wat mag het kosten? De kosten zijn ontleed aan het beheersplan bossen van de Bosgroep en opgenomen in de reguliere budgetten.
28/126
4: Economische zaken en toerisme Dit programma omvat de volgende producten: •
Handel en ambacht
•
Industrie
•
Overige openbaar groen en openluchtrecreatie
•
Overige recreatieve voorzieningen
•
Startersleningen
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 5 speerpunten.
Bestuurlijk kader •
Streekplan Noord-Brabant (2002)
•
Economisch Actieprogramma Asten-Someren (2009)
•
Visie Bedrijventerreinen Asten-Someren 2009 - 2023 (2009)
•
Reconstructieplan De Peel (2005)
•
Regionaal structuurplan SRE/uitwerkingsplan provincie
•
Notitie aan huis gebonden beroepen
•
Beleidsnotities van provincie en SRE (duurzame locaties buitengebied; intensivering en zuinig ruimtegebruik bedrijventerreinen)
•
Strategische visie gemeente Someren
•
Structuurschets Buitengebied in Ontwikkeling
•
Structuurvisie buitengebied
•
Landbouwontwikkelingsplan
•
Structuurvisie projectgebied De Heihorsten
•
Visie en beleidsnota Toerisme en Recreatie “De Kracht van Toerisme” (2010)
•
Bestemmingsplan Buitengebied (2011) en andere bestemmingsplannen
•
Verordening Ruimte van de Provincie (2010)
•
Visiedocument Ruimtelijke functionele visie Centrum Someren (2011)
29/126
4.1 Agrarische ontwikkelingen Wat willen we bereiken? Doorontwikkeling van een duurzame, toekomstgerichte agrarische sector al dan niet in combinatie met andere economische activiteiten zoals toerisme en recreatie, zorg en dagopvang of kleinschalige bedrijvigheid. Tegelijkertijd stimuleren we de afwaartse beweging van de (intensieve) veehouderij.
Wat doen we hiervoor? 4.1.1
Agrarische bedrijven kunnen alleen uitbreiden indien zij kunnen voldoen aan de gestelde voorwaarden, waaronder de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij. Om dit mogelijk te maken stimuleren we hen, op verzoek, om maatschappelijk bewust te ondernemen en regelmatig het overleg met omwonenden en andere belanghebbenden aan te gaan.
4.1.2
Daarnaast helpen we agrarische bedrijven, op verzoek, die op een ongewenste plek zitten om te verplaatsen en te beëindigen. Dit doen we door het gesprek met de betreffende agrariër en andere belanghebbenden aan te gaan en daar waar nodig maatwerk te leveren.
4.1.3
Heroverweging van het beleid voor het Buitengebied op de onderwerpen plattelandswoning, mantelzorg en bewoning bijgebouwen, terugtredende agrarische sector (toename lege stallen en het gebruik daarvan).
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Iedere ontwikkeling dient gepaard te gaan met ruimtelijke kwaliteitswinst. Het Beeldkwaliteitsplan Buitengebied is hiervoor een belangrijke leidraad.
•
Agrarisch ondernemen dient op een maatschappelijk verantwoorde en duurzame manier te gebeuren.
Wanneer zijn we tevreden? 4.1.1
Als de agrarische bedrijven die willen uitbreiden, voldoen aan de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij en we merken dat bedrijven maatschappelijk bewuster ondernemen.
4.1.2
Als de afwaartse beweging plaatsvindt. Dat wil zeggen dat we er in slagen (intensieve) veehouderijen te beëindigen of te verplaatsen die in beperking veehouderij gebieden zijn gelegen (voorheen extensiveringsgebied genoemd).
4.1.3
Als de raad uiterlijk in december 2015 de heroverweging van het beleid voor het Buitengebied heeft goedgekeurd.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
T. Aerts
30/126
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
2016
wijz. Lasten afwaarste beweging en Bestand Veehouderij Bedrijven (BVB)* Baten afwaarste beweging en Bestand Veehouderij Bedrijven (BVB)* Totaal
2017
2018
(x 1.000)
20.692
29.412
0
0
0
0
-34.020
0
0
0
0
0
-13.328
29.412
0
0
0
0
31/126
4.2 Bedrijven (-terreinen) Wat willen we bereiken? Bieden van voldoende vestigings- en uitbreidingsmogelijkheden op de bedrijventerreinen in SomerenDorp en Someren-Eind voor bedrijven uit Someren en Asten.
Wat doen we hiervoor? 4.2.1
Ontwikkeling en uitgifte van het bedrijventerreinen Witvrouwenbergweg.
4.2.2
Het vaststellen van het nieuwe bestemmingsplan bedrijventerrein Sluis XI/Half Elfje.
4.2.3
Herstructurering van het bedrijventerrein Sluis XI/Half Elfje.
4.2.4
Uitgeven van bedrijventerrein t Vaartje I.
4.2.5
Uitgeven van bedrijventerrein Lage Akkerweg II.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Provinciale medewerking voor de uitbreiding van bedrijventerreinen en uiteraard de interesse van bedrijven.
Wanneer zijn we tevreden? 4.2.1
Als de gronden van het bedrijventerrein Witvrouwenbergweg uitgegeven kunnen worden.
4.2.2
Indien het Bestemmingsplan bedrijventerrein Sluis XI/Half Elfje in 2015 is vastgesteld.
4.2.3
Als de herstructurering van het Lauruscomplex is afgewerkt en gestart wordt met de revitalisering van bedrijventerrein Sluis XI/Half Elfje.
4.2.4
Als bedrijventerreinen in ’t Vaartje I worden verkocht.
4.2.5
Als bedrijventerrein in Lage Akkerweg II worden verkocht.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
T. Aerts
Wat mag het kosten? De kosten voor 't Vaartje I, Lage Akkerweg II, Lauruscomplex en Witvrouwenbergweg zijn opgenomen in de betreffende grondexploitatie. Vanuit de beheersbegroting van wegen, groen en riolering wordt het benodigde bedrag beschikbaar worden gesteld voor de herstructurering van het bedrijventerrein Sluis XI/Half Elfje.
32/126
4.3 Detailhandel Wat willen we bereiken? Behoud van voldoende, kwalitatief hoogwaardige en economisch renderende detailhandelsvoorzieningen in de kerkdorpen en in het kernwinkelgebied van Someren-Dorp.
Wat doen we hiervoor? 4.3.1
Faciliteren van ondernemers, meedenken in gewenste ontwikkelingen en investeren in de openbare ruimte.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Partijen die willen samenwerken en die kunnen blijven investeren in de publieke en private ruimten.
Wanneer zijn we tevreden? 4.3.1
Als we de verhoging van de leegstand in 2015 een halt kunnen toeroepen en dat het aantrekkelijke detailhandelsaanbod blijft voortbestaan.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
T. Aerts
Wat mag het kosten? De verwachte kosten voor detailhandel worden gedekt uit reguliere budgetten.
33/126
4.4 Toerisme Wat willen we bereiken? Verdere doorontwikkeling van de toeristische sector in geheel Someren, met daarin een prominente positie voor Recreatiegebied De Heihorsten en het faciliteren van nieuwe recreatieve initiatieven.
Wat doen we hiervoor? 4.4.1
Faciliteren van, meewerken en meedenken met (grootschalige) initiatieven van ondernemers.
4.4.2
Investeren in toeristische projecten zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma toerisme en recreatie 2015-2018.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Ondernemers met plannen en de kaders om deze plannen te faciliteren. Verder is samenwerking in en met de sector cruciaal om Someren beter te profileren als toeristische bestemming.
•
Er dient voldaan te worden aan het toerisme en recreatiebeleid en aan de provinciale Verordening Ruimte.
Wanneer zijn we tevreden? 4.4.1
Als er in 2015 meerdere nieuwe toeristische dag- en verblijfsrecreatieve voorzieningen worden gerealiseerd.
4.4.2
Als het volledig programma wordt uitgevoerd.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
T. Aerts
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
2016
wijz. Uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme
2017
2018
(x 1.000)
63.521
125.000
20.000
20
20
20
Lasten uitvoering Heihorsten*
374.039
193.162
0
0
0
0
Baten uitvoering Heihorsten*
-383.921
-37.500
0
0
0
0
53.639
280.662
20.000
20
20
20
(15-50400)*
Totaal
De overige verwachte kosten voor toerisme worden gedekt uit regulier budget.
34/126
4.5 Voortgang Lauruscomplex Wat willen we bereiken? Het realiseren van voldoende uitgeefbare bouwgrond, primair voor (uitbreidings)mogelijkheden voor Somerense en Astense bedrijven. Secundair zal door sloop en/of renovatie/nieuwbouw er een revitalisering van het gebied plaatsvinden.
Wat doen we hiervoor? 4.5.1
Het herverkavelen van het terrein en opstallen (al dan niet met sloop) afgestemd op de ruimtebehoefte van de bedrijven met als doel het verkopen van de bouwgrond, al dan niet met opstallen.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Bedrijven die het terrein, al dan niet met opstallen, kopen
Wanneer zijn we tevreden? 4.5.1
Indien bedrijven uit Someren en Asten zich gaan vestigen op de voormalige locatie van het Lauruscomplex en daardoor in hun uitbreidingsmogelijkheden worden voorzien en/of niet gaan verplaatsen naar een locatie buiten Someren.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
T. van Leeuwen
Wat mag het kosten? De kosten voor het Lauruscomplex zijn opgenomen in de exploitatie van het complex.
35/126
5: Milieu en water Dit programma omvat de volgende producten: •
Waterlossingen
•
Afvalverwijdering en -verwerking
•
Riolering en waterzuivering
•
Milieuvergunningen
•
Milieuontwikkeling
•
Handhaving
•
Energiebeleid / asbest.
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 3 speerpunten.
Bestuurlijk kader •
Verordening geurhinder en veehouderij 2010
•
Afwaartse beweging
•
Landelijk AfvalbeheersPlan (LAP II)
•
Afvalbeleidsplan
•
Waterplan
•
(Verbreed)Gemeentelijk Rioleringsplan v-GRP (2012-2017)
•
Nota Industrielawaai
•
Bodemkwaliteitskaart / bodemfunctieklassenkaart
•
Nota bodembeheer
•
Nota archeologiebeleid
•
Beleidsvisie externe veiligheid
•
Inkoopbeleidsplan in het kader van Duurzaam inkopen
•
Slok-klimaatbeleid
36/126
5.1 Schaliegas Wat willen we bereiken? Tegen houden van schaliegasboringen in Someren en omgeving.
Wat doen we hiervoor? 5.1.1
Zienswijze indienen op de procedures om schaliegasboringen mogelijk te maken.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Kritisch zijn op de onderzoeken die vanuit het Rijk worden opgesteld.
Wanneer zijn we tevreden? 5.1.1
Indien het Rijk besluit dat er geen schaliegasboringen in Someren en omgeving plaats gaan vinden.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
T. Aerts
Wat mag het kosten? Indien advies van deskundigen moet worden ingewonnen worden de kosten gedekt uit het reguliere budget “Omgevingsvergunningen inrichting” of “Milieubeleid”.
37/126
5.2 Afval Wat willen we bereiken? Een doelmatige afvalinzameling waarbij zoveel mogelijk afval wordt gescheiden en wij in 2020 kunnen voldoen aan de doelstelling 5% restafval.
Wat doen we hiervoor? 5.2.1
Sturen op verdergaande afvalscheiding door voortzetting van tariefdifferentiatie, wijziging van de inzamelstructuur (meer afvalstromen huis aan huis inzamelen) en inzamelfrequentie.
5.2.2
Milieustraat: onderzoek vernieuwen milieustraat .
5.2.3
Herijken van het afvalbeleid met opstelling van een kostendekkingsplan.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? De realisatie van bovengenoemde actiepunten dient in samenwerking met Asten opgepakt te worden. Bij het nieuwe afvalbeleidsplan gaan we een meerjarig kostendekkingsplan maken, waarbij de verwachting is dat de afvalstoffenheffing kan dalen.
Wanneer zijn we tevreden? 5.2.1
Wanneer we stappen kunnen zetten naar de doelstelling 5% restafval in 2020.
5.2.2
Indien eind 2015 een besluit genomen is door beide gemeenten over de vernieuwde milieustraat.
5.2.3
Wanneer eind 2015 het nieuwe afvalbeleid met meerjarig kostendekkingsplan door de Raad is vastgesteld.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
G. van der Rijt
Wat mag het kosten? De verwachte kosten voor afval zijn opgenomen in het reguliere budget en worden gedekt uit de afvalstoffenheffing.
38/126
5.3 Water Wat willen we bereiken? Een efficiënt beheer en onderhoud van de voorzieningen voor stedelijk waterbeheer binnen de gemeente Someren. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken naar het, zoveel mogelijk, voorkomen van wateroverlast. Daarnaast willen we de samenwerking met ketenpartners en binnen de Peelregio verder vorm geven.
Wat doen we hiervoor? 5.3.1
De jaarschijf riolering 2015 tot uitvoering brengen.
5.3.2
In overleg met de ketenpartners en binnen de Peelregio verder invulling geven aan het wat en hoe van de samenwerking in de regio.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Enkele maatregelen ter vermindering van de wateroverlast dienen afgestemd te worden met het waterschap omdat zij ook een bijdrage in de oplossing van de problematiek moeten doen. Hierbij zijn we qua planning dus deels afhankelijk van het waterschap.
Wanneer zijn we tevreden? 5.3.1
Wanneer de activiteiten uit de jaarschijf 2015 zijn uitgevoerd.
5.3.2
Wanneer in 2015 de ketensamenwerking een verdere verdieping heeft gekregen.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
G. van der Rijt
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
wijz. vGRP: investeringen stedelijk water vGRP: exploitatielasten stedelijk water Totaal
2016
2017
2018
(x 1.000)
1.318.000
759.000
739.000
687
677
510
690.000
769.000
770.000
781
770
725
2.008.000 1.528.000
1.509.000
1.468
1.447 1.235
39/126
6: Sport en cultuur Dit programma omvat de volgende producten: •
Openbaar bibliotheekwerk
•
Vormings- en ontwikkelingswerk
•
Kunst en cultuur
•
Sport
•
Oudheidskunde / musea
•
Lokale omroep.
Dit programma kent verder voor het begrotingsjaar 4 speerpunten.
Bestuurlijk kader •
Strategische visie 2006
•
Cultuurnota Gemeente Someren 2005
•
Sportnota 2008
•
Algemene en specifieke subsidieverordeningen, subsidiecontracten, bestuursovereenkomsten, gemeenschappelijke regelingen 2009
40/126
6.1 Sport Wat willen we bereiken? Sporten is cruciaal voor een gezonde levensstijl. Middels een passend voorwaardenscheppend sportaccommodatie-, sportsubsidie- en gebruiksvergoedingen-/tarievenbeleid willen we zoveel mogelijk inwoners van Someren de mogelijkheid bieden om te bewegen/sporten.
Wat doen we hiervoor? 6.1.1
Het op peil houden van gemeentelijke sportfaciliteiten (inclusief zwembad De Diepsteeckel) en deze faciliteiten aanbieden tegen acceptabele gebruikersvergoedingen en daar waar nodig/wenselijk bereikbaar houden met gerichte subsidies (regulier werk).
6.1.2
In het kader van de Sportimpuls kunnen mogelijk nieuwe projecten worden opgestart die in de combinatie, sport, onderwijs en gezondheid (b.v. Sjors Sportief) een belangrijke bijdrage leveren aan een gezonde levensstijl van onze inwoners.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Het handhaven van het huidige gemeente sportbeleid inclusief de daarvoor benodigde middelen. Waar mogelijk zullen nieuwe (sportstimulerings)activiteiten worden opgestart indien daarvoor voldoende (co)financiering kan worden verkregen.
Wanneer zijn we tevreden? 6.1.1
We zijn tevreden als alle sportfaciliteiten op peil blijven
6.1.2
We zijn tevreden als in het kader van een gezonde levensstijl bestaande activiteiten worden gecontinueerd en zo mogelijk worden uitgebreid.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
2016
wijz. Bijdrage Asten renovatie / uitbreiding kleedaccommodatie HCAS* Aanleg kunstgras voetbalveld S-Dorp* Bijdrage Aanleg kunstgras voetbalveld S-Dorp* Aanleg kunstgras voetbalveld S-Eind* Aanleg kunstgras voetbalveld Lierop* Totaal
2017
2018
(x 1.000)
0
17.000
0
0
0
0
313.597
432.000
0
0
0
0
0
-293.760
0
0
0
0
317.116
432.000
0
0
0
0
315.367
432.000
0
0
0
0
946.080 1.019.240
0
0
0
0
De verwachte exploitatiekosten voor sport worden gedekt uit regulier budget.
41/126
6.2 Toekomst lokale omroep Siris Wat willen we bereiken? Het weer gezond maken van de financiële positie van Siris. De huurprijs die Siris betaalt voor gebruik van een ruimte in De Ruchte, is binnen de exploitatie van deze instelling één van de grootste kostenposten. Nu de reclame-inkomsten en de bijdrage van Siris Business Club teruglopen, heeft Siris binnen de huidige exploitatie onvoldoende financiële ruimte om de core business (verzorgen van uitzendingen) fatsoenlijk te kunnen uitvoeren.
Wat doen we hiervoor? 6.2.1
Een onderzoek naar de mogelijkheden voor de structurele instandhouding van Siris in Someren c.a.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
De gemeenten Asten en Someren handhaven het subsidie voor Siris. De subsidiegrondslag en het subsidieniveau worden opnieuw beoordeeld.
•
De gemeente Someren blijft Siris benutten als één van de communicatie middelen.
•
De exploitatie van De Ruchte wordt niet onevenredig belast.
Wanneer zijn we tevreden? 6.2.1
Wanneer de financiële situatie van Siris gezond is, zodat weer de noodzakelijke investeringen gedaan kunnen worden en een buffer kan worden gevormd om financiële tegenvallers op te kunnen vangen.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
wijz. Subsidie Siris Totaal
2016
2017
2018
(x 1.000)
20.995
20.995
20.995
21
21
21
20.995
20.995
20.995
21
21
21
De kosten voor het weer gezond maken van de financiële positie van Siris zijn afhankelijk van de te treffen maatregelen. Hiermee is in de begroting nog geen rekening gehouden.
42/126
6.3 Toekomstige functie bibliotheek in de gemeente Someren Wat willen we bereiken? Het op een toekomstbestendige en doelmatige wijze invullen van de toekomstige functie(s) van de bibliotheek in de gemeente Someren. De invulling van de toekomstige bibliotheekfunctie richt zich primair op het stimuleren van taalontwikkeling, leesbevordering en mediawijsheid bij de jeugd tot 18 jaar. De nieuwe invulling van de bibliotheek dient doelmatig te zijn en ruimte te bieden tot flexibiliteit in de toekomst. Verder dient zorg gedragen te worden voor een sterk sociaal-educatief klimaat voor onze inwoners. Binnen de doelgroep jeugd wordt het accent gelegd op de leeftijdsgroep 0 tot 4 jaar, 4 tot 12 jaar (einde basisschool) en 12 tot 18 jaar. Ook is aandacht voor kinderen met een (dreigende) achterstand op het gebied van taalontwikkeling en leesvaardigheid. Binnen de doelgroep volwassenen wordt prioriteit gegeven aan laaggeletterden, inburgeraars, mensen met een beperking en ouderen die moeite hebben digitalisering. De herziening van de toekomstige functie(s) van de bibliotheek is mede noodzakelijk als gevolg van de maatschappelijke en technologische ontwikkelingen.
Wat doen we hiervoor? 6.3.1
Verdere invulling van de toekomstige functie(s) van de bibliotheek op basis van de keuze die de gemeenteraad heeft gemaakt uit de ontvangen visies van diverse externe partijen, waaronder Bibliotheek Helmond-Peel.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Het beschikbare subsidiebudget voor het bibliotheekwerk.
•
Landelijke wetgeving voor het bibliotheekwerk
Wanneer zijn we tevreden? 6.3.1
Er besluitvorming is over de wijze waarop we uitvoering gaan geven aan een toekomst bestendige bibliotheekfunctie (voorjaar 2015) en een start is gemaakt met de invulling van deze nieuwe bibliotheekfunctie (per 2016)
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
T. Maas
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
wijz. Subsidie bibliotheek Totaal
2016
2017
2018
(x 1.000)
298.756
298.756
290.000
290
290
290
298.756
298.756
290.000
290
290
290
43/126
Het begrote bedrag van 2015 valt lager uit door het vervallen van de rijksbijdrage die werd doorbetaald aan de bibliotheek (€ 8.000,--). Het maximale budget ad. € 290.000,-- kan worden verlaagd wanneer bij de nadere invulling blijkt dat de exploitatie van de toekomstige taken van de bibliotheek efficiënter / goedkoper kan worden uitgevoerd.
44/126
6.4 Verenigingen Wat willen we bereiken? Het behouden van een bloeiend verenigingsleven. Someren is uniek als het gaat om verenigingen en vrijwilligers. Zij vormen de kern van onze samenleving en zorgen voor verbinding en kwaliteit van leefbaarheid. Verenigingen verdienen de ruimte, ze verdienen een prima accommodatie.
Wat doen we hiervoor? 6.4.1
Het op peil houden van de gemeentelijke accommodaties waarvan de verenigingen gebruik maken en deze aanbieden tegen acceptabele gebruikersvergoedingen en daar waar nodig/wenselijk bereikbaar houden met gerichte subsidies (regulier werk).
6.4.2
Faciliteren van de verenigingen door het op peil houden van de subsidiëring (ontzien bij toekomstige bezuinigingen) en het verminderen van de regels (regulier werk).
6.4.3
Ondersteunen van het kader en vrijwilligers bij de verenigingen (regulier werk).
6.4.4
Het stimuleren van samenwerkingsverbanden tussen de diverse verenigingen.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Voldoende financiële middelen om de accommodaties en de subsidies op peil te houden.
•
Voldoende kader en vrijwilligers om het verenigingsleven overeind te houden
Wanneer zijn we tevreden? 6.4.1
Als we de kwaliteit van leefbaarheid in onze gemeente kunnen behouden mede met inzet van onze verenigingen, waarbij de accommodaties op peil zijn gehouden.
6.4.2
Als we de kwaliteit van leefbaarheid in onze gemeente kunnen behouden mede met inzet van onze verenigingen, waarbij de subsidies op peil zijn gehouden.
6.4.3
Als de verenigingen blijvend beschikken over voldoende kader en vrijwilligers.
6.4.4
Als de verenigingen elkaar goed weten te vinden en een natuurlijke vorm van samenwerking aan zijn gegaan.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? De kosten worden gedekt uit reguliere budgetten.
45/126
7: Maatschappelijke zorg en jeugd Dit programma omvat de volgende producten: •
Aanvullend openbaar vervoer
•
Emancipatie vormings- en ontwikkelingswerk
•
Tehuizen
•
WMO-voorzieningen
•
Sociaal cultureel werk
•
Maatschappelijke begeleiding en advies
•
Huishoudelijke zorg
•
GGD
•
Jeugd- en jongerenwerk
•
Jeugdgezondheidszorg
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 4 speerpunten.
Bestuurlijk kader •
Strategische visie
•
Kadervisie Beleidsplan WMO 2012 - 2015
•
Wmo beleidsplan 2012–2015 (december 2011, incl. Lokaal Gezondheidsbeleid)
•
Verordening Maatschappelijke Ondersteuning (september 2012)
•
Besluit Maatschappelijke Ondersteuning (juni 2012)
•
Algemene en specifieke subsidieverordeningen, subsidiecontracten, bestuursovereenkomsten en gemeenschappelijke regelingen
•
Nota integraal jeugdbeleid “Investeren in de jeugd, is investeren in Someren” (2005)
•
Beleidsvisie Centrum Jeugd en Gezin (CJG) Asten-Someren 2009
46/126
7.1 Someren Noord / gemeenschapshuis De Weijers Wat willen we bereiken? De participatiesamenleving en leefbaarheid vragen onder andere om goede voorzieningen voor met name kwetsbare groepen. Het is van belang deze voorzieningen op peil te houden dan wel geschikt te maken.
Wat doen we hiervoor? In de afgelopen jaren is nadrukkelijk ingezet op het opwaarderen van de gemeenschapshuizen in de dorpen en wijken. Daarmee kunnen de voorzieningen optimaal worden ingezet voor het bereiken van de leefbaarheids- en zorgdoelstellingen. Het recent opgeleverde rapport over de buurtkracht en de verdere inventarisatie van noodzakelijke voorzieningen voor met name verenigingen en ouderenvoorzieningen (zorg) in Someren-Noord vraagt om specifieke aandacht voor de rol van gemeenschapshuis De Weijers.
7.1.1
In het komende jaar dient onderzocht te worden of De Weijers voldoet als voorziening.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Onderzoek naar de kwalitatieve en kwantitatieve capaciteit van gemeenschapshuis De Weijers.
•
Voldoende middelen om het onderzoek te kunnen uitvoeren.
Wanneer zijn we tevreden? 7.1.1
We zijn tevreden als het gemeenschapshuis De Weijers zodanig wordt ingericht dat ze goede rol kan vervullen in het realiseren van leefbaarheids- en zorgdoelstellingen.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
wijz.
2016
2017
2018
(x 1.000)
De Weijers (15-50701)*
0
0
15.000
P.M.
0
0
Totaal
0
0
15.000
P.M.
0
0
47/126
7.2 Maatschappelijke ondersteuning Wat willen we bereiken? 1. Het vergroten van de (maatschappelijke) participatie en zelfredzaamheid van mensen (met een beperking): 1. Binnen de kernen kunnen de burgers terecht met hun eerste vragen rondom ondersteuning (en zorg). 2. Er wordt ondersteuning en waardering gegeven aan verenigingen en vrijwilligers . 3. Someren is een Allemansdorp. 4. Het lokaal netwerk is versterkt door inzet op algemene en collectieve voorzieningen, in samenspraak met dorps- en wijkraden. Er wordt aangesloten bij initiatieven die er al zijn of komen. 5. Techniek wordt slim ingezet ter ondersteuning van onze burgers. 6. Burgers maken gezondere leefstijlkeuzes, waaronder op het gebied van middelengebruik, beweging en een gezond gewicht.
2. Het verminderen van (de groei van de) vraag naar (individuele) maatwerkvoorzieningen, door eerder en steviger in te zetten op het versterken van die factoren die de draagkracht van burgers en hun omgeving vergroten. 1. De kernboodschap ‘Eigen Kracht, Samen Sterk, Gewoon Doen!’ is uitgedragen middels communicatie binnen het sociale domein. 2. Realisatie van nieuwe algemene en collectieve voorzieningen die aansluiten bij een behoefte, zoals dagopvang en –besteding en respijtzorg, onder andere in bestaande gemeenschapshuizen en met ondersteuning van vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties. . 3. De ondersteuning aan mantelzorgers is versterkt door onder andere makkelijk toegankelijke informatie, advies, begeleiding, educatie, praktische hulp en beschikbaarheid van respijtzorg. 4. Clientondersteuning is vormgegeven met de uitgangspunten: (a) Aansluiting bij lokale mogelijkheden, vragen en wensen (b) Zoveel mogelijk gebruik maken van vrijwilligers en ervaringsdeskundigen (c) Stimuleren van zelfhulpnetwerken (d) Onafhankelijkheid borgen (e) Daar waar wenselijk samenwerken met de andere Peelgemeenten (f) Zo nodig verbanden leggen met regionale en/of landelijke organisaties
Wat doen we hiervoor? Het uitvoeren van het Beleidsplan Wmo 2015-2017. 7.2.1
Het opstellen van een actieprogramma Wmo 2015.
7.2.2
Het uitvoeren van het actieprogramma Wmo 2015.
48/126
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Inzet/actieve deelname van professionele en vrijwilligersorganisaties op het terrein van welzijn en zorg en daarbij de bereidheid om samen te werken.
•
Goede afstemming met de overige beleidsonderdelen binnen het Sociaal Domein.
•
Goede afstemming met de afdeling VROM en RBO in verband met de inclusieve samenleving.
•
Aansluiting van, goede afstemming en samenwerking met de unit Zorg en Ondersteuning vanuit Peel 6.1 op de lokale werkwijze.
•
Concrete (en realiseerbare) beleids- en financiële kaders vanuit VWS.
•
Samenwerking en afstemming met huisartsen.
Wanneer zijn we tevreden? Als we uitvoering hebben gegeven aan het Beleidsplan Wmo 2015-2017 7.2.1
Als het college het actieprogramma Wmo 2015 uiterlijk in april heeft vastgesteld.
7.2.2
Als we uitvoering hebben gegeven aan het actieprogramma Wmo 2015.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
T. Maas
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? De verwachte kosten voor maatschappelijke ondersteuning worden gedekt uit regulier budget. Vanaf 2015 is het sociaal domein WMO toegevoegd ad. € 2 miljoen. Mogelijk zijn er nog extra middelen nodig in verband met de doorontwikkeling gebiedsgericht werken.
49/126
7.3 Preventief Jeugdbeleid Wat willen we bereiken? •
Het vergroten van de (maatschappelijke) participatie en zelfredzaamheid van jeugdigen en/of hun ouders/verzorgers wanneer er vragen/problemen zijn rondom opvoeden en opgroeien.
•
Het verminderen van (de groei van de) vraag naar (individuele) maatwerkvoorzieningen, door eerder en steviger in te zetten op het versterken van die factoren die de draagkracht van jeugdigen, hun ouders/verzorgers en hun omgeving vergroten.
Wat doen we hiervoor? 7.3.1
Doorontwikkeling van gebiedsgericht werken in samenhang met Wmo en Participatie. Daarmee versterken van de samenwerking tussen vindplaatsen en professionele organisaties die werkzaam zijn op het terrein van preventie jeugd en jeugdhulp en de organisaties onderling.
7.3.2
Blijvend inzetten op het versterken eigen kracht en inzet algemene (voor jeugdigen met en zonder beperking) en collectieve voorzieningen.
7.3.3
Investeren in taal- en talentontwikkeling
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Uitvoering van de jeugdhulp vindt plaats binnen de budgetten die het Rijk daarvoor beschikbaar heeft gesteld.
•
Inzet/actieve deelname van professionele en vrijwilligersorganisaties op het terrein van preventie jeugd en jeugdhulp en daarbij de bereidheid om samen te werken.
•
Goede afstemming met de overige beleidsonderdelen binnen het Sociaal Domein.
•
Aansluiting van, goede afstemming en samenwerking met de Jeugdhulp die vanuit Peel 6.1 georganiseerd wordt, op de lokale werkwijze.
•
Goede afstemming met onder andere huisartsen
•
Versterken sociale weerbaarheid, versterken ontwikkeling op het terrein van o.a. taal en cultuur, techniek en sport.
Wanneer zijn we tevreden? 7.3.1
Binnen de kernen kunnen de jeugdigen en hun ouders terecht met hun eerste vragen rondom ondersteuning (en zorg), waarbij een integrale benadering vanuit de drie transities is.
7.3.2
Er duidelijk is welke algemene en collectieve voorzieningen uitbreiding behoeven.
7.3.3
Een kind zich, zonder blokkades, zich breed kan ontwikkelen op niet alleen de cognitieve vakken, maar ook op het terrein van cultuur, techniek en sport.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
T. Maas
Ambtelijk:
G. Laeven
50/126
Wat mag het kosten? De verwachte kosten voor jeugdhulp worden gedekt uit regulier budget. Vanaf 2015 is het sociaal domein Jeugd toegevoegd ad. € 3,2 miljoen.
51/126
7.4 Jeugdhulp Wat willen we bereiken? Gemeenten worden per 1-1-2015 bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp, het Algemeen Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK), jeugdbescherming en jeugdreclassering. We willen bereiken dat: •
Opgroei- en opvoedproblemen, psychische problemen en stoornissen zijn voorkomen of door vroegsignalering en/of vroege interventie zijn opgepakt;
•
Het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen is versterkt;
•
De opvoedvaardigheden van de ouders zijn versterkt, opdat zij in staat zijn hun verantwoordelijkheid te dragen voor de opvoeding en het opgroeien van jeugdigen;
•
De eigen kracht van de jeugdige, zijn ouders en de personen die tot hun sociale omgeving behoren, waarbij voor zover mogelijk wordt uitgegaan van de eigen inbreng, is versterkt;
•
De jeugdige opgroeit in een veilige opvoedsituatie;
•
Er sprake is van integrale hulp aan de jeugdige en zijn ouders bij multiproblematiek.
Op 1-1-2015 is de transitie Jeugdzorg een feit, in de jaren 2015/2018 staat de transformatie-opdracht centraal.
Wat doen we hiervoor? 7.4.1
We willen de eigen kracht van jeugdigen versterken en inzetten op preventie (m.b.t. alcohol, drugs, pesten, bestrijden overgewicht). Weerbaarheid is daarbij van groot belang. Daarvoor zullen we een verbeterplan opstellen.
7.4.2
We willen de eigen opvoedkracht van ouders en hun sociale omgeving versterken. Daarvoor zullen we een verbeterplan opstellen.
7.4.3
De voorbereidingen voor de samenvoeging van de drie onderdelen van het Algemeen Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (steunpunten Huiselijk geweld van LEV en Lumens, AMK) per 1-1-2016.
7.4.4
De voorbereidingen voor het organiseren van één brede regionale crisisdienst voor alle doelgroepen en alle leeftijden vanaf 1-1-2016.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Uitvoering van de jeugdhulp vindt plaats binnen de budgetten die het Rijk daarvoor beschikbaar heeft gesteld.
•
Na het voldoen aan de afspraken die met het Regionaal Transitie Arrangement moeten er binnen het budget jeugdhulp financiële middelen resteren voor versterken lokale aanpak.
•
Actieve inbreng van vindplaatsen bij het inventariseren activiteiten benodigd voor opstellen verbeterplannen.
52/126
Wanneer zijn we tevreden? 7.4.1
Op 31 december 2015 is het verbeterplan voor activiteiten op het gebied van weerbaarheid gereed.
7.4.2
Op 31 december 2016 is het verbeterplan voor activiteiten op het gebied van opvoedkracht van ouders gereed.
7.4.3
Op 31 december 2015 zijn de voorbereidingen voor de samenvoeging tot 1 AMHK voor de regio Zuidoost-Brabant afgerond, zodat dit AMHK per 1-1-2016 operationeel is.
7.4.4
Op 31 december 2015 zijn de voorbereidingen voor één integrale crisisdienst afgerond, zodat deze per 1-1-2016 operationeel is.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
T. Maas
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? De verwachte kosten voor jeugdhulp worden gedekt uit regulier budget. Vanaf 2015 is het sociaal domein Jeugd toegevoegd ad. € 3,2 miljoen.
53/126
8: Onderwijs Dit programma omvat de volgende producten: •
Huisvesting onderwijs
•
Gemeenschappelijke baten / lasten onderwijs
•
Kinderopvang
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 1 speerpunt.
Bestuurlijk kader •
Strategische visie
•
Wet Oké 2010
•
Integraal Huisvestingsplan 2008-2017
•
Verordening onderwijshuisvesting 2011
•
Onderwijs huisvestingsprogramma
•
Verordening leerlingenvervoer
•
Algemene subsidieverordeningen, subsidiecontracten, bestuursovereenkomsten.
54/126
8.1 Schoolbegeleiding Wat willen we bereiken? Afstemming subsidie schoolbegeleiding op Jeugdbeleid. De huidige regeling subsidiëring schoolbegeleiding wordt gedeeltelijk aangewend voor zaken die direct met het lokale jeugdbeleid te maken hebben. Om de activiteiten die met het jeugdbeleid te maken hebben direct inzichtelijk te hebben, wordt een re-allocatie van de subsidie voorgesteld.
Wat doen we hiervoor? 8.1.1
Inventariseren van de activiteiten die met de subsidie uitgevoerd worden en deze rangschikken naar de betreffende doelen. Daarbij zal ook een herverdeling/gewijzigde bestemming van middelen aan de orde komen.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Samenhang tussen de verschillende doelen, communicatie met scholen en/of schoolbesturen.
Wanneer zijn we tevreden? 8.1.1
Indien voor het einde van het schooljaar 2014-2015 de subsidiestromen aan de betreffende doelen gekoppeld zijn.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
T. Maas
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
wijz. Subsidie schoolbegeleiding Totaal
2016
2017
2018
(x 1.000)
69.426
68.590
43.620
43
43
43
69.426
68.590
43.620
43
43
43
Het begrote bedrag van 2015 valt lager uit door de overheveling van € 25.000,-- naar Centra voor Jeugd en Gezin.
55/126
9: Werk en inkomen Dit programma omvat de volgende producten: •
Adviezen
•
Werkgelegenheid
•
Gemeentelijk minimabeleid
•
Vreemdelingen
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 1 speerpunt.
Bestuurlijk kader •
Verordening toeslagen en verlagingen WWB (Wet Werk en Bijstand) 2013
•
Afstemmingsverordening Wet Werk en Bijstand / Bbz 2013
•
Afstemmingsverordening Ioaw en Ioaz 2013
•
Re-integratieverordening Wet Werk en Bijstand 2013
•
Verordening hoogwaardige handhaving Wet Werk en Bijstand
•
Verordening boete Wet Inburgering Nieuwkomers
•
Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand
•
Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2013
•
Verordening cliëntenparticipatie Wsw Someren 2008
•
verordening persoonsgebonden budget Someren 2008
•
verordening volgorde plaatsing wachtlijst Someren 2008.
•
Handhavingsverordening Werk en Inkomen 2010
•
Reglement participatiecommissie werk en inkomen 2010.
•
Minimaverordening Meedoen 2012
•
Uitvoeringsregels re-integratie
•
Heronderzoekplannen: -
periodieke uitkeringen WWB
-
periodieke uitkeringen IOAW en IOAZ
-
debiteuren WWB
-
debiteuren IOAW, IOAZ
•
Uitvoeringsregels vermogen in onroerend goed WWB
•
Uitvoeringsregels categoriale bijzondere bijstand chronisch zieken en gehandicapten
•
Uitvoeringsregels terugvordering Wwb, Ioaz, Ioaw en verhaal Wwb
•
Handboek WWB (in dit digitale handboek is de uitvoering van het gemeentelijke beleid vastgelegd)
•
Armoedebeleidsplan 2007
•
Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2012-2015
•
Nadere regels uitvoering Wsw Someren 2011
56/126
9.1 Invoering participatiewet Wat willen we bereiken? Ingaande 1-1-2015 zal de Participatiewet van kracht zijn. Het doel van deze wet is het meedoen en de participatie van kwetsbare groepen te bewerkstelligen door: •
zoveel mogelijk mensen met een beperking te plaatsen bij reguliere werkgevers ( al dan niet met loonkostensubsidie).
•
voor wie, op basis van beperkingen, niet kan werken bij reguliere werkgevers in aanmerking te laten komen voor beschut werk.
Verder willen we bereiken dat de Participatiewet in samenhang met de transitie Wmo/Awbz en Jeugdzorg wordt uitgevoerd.
Wat doen we hiervoor? 9.1.1
Werkgeversvraag centraal stellen met als doel het versterken van de arbeidsmarkt en de kansen voor werkzoekenden te vergroten.
9.1.2
Samenwerken met de WMO/ AWBZ en Jeugdzorg voor een integrale aanpak bij meervoudige problematiek ( client ondersteuning, armoedebestrijding, schulddienstverlening)
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Invoering van een regionale uitvoeringsorganisatie participatiewet ( Werkplein Helmond, lokale sociale diensten en Atlant groep)
•
Inrichten van een ‘Werkbedrijf”.
•
Realiseren van een integrale aanpak en samenhang met de andere transities.
•
Afspraken over samenwerking met werkgevers, werknemers en UWV over inrichting "Werkbedrijf".
Wanneer zijn we tevreden? 9.1.1
a) Iedereen die op de reguliere arbeidsmarkt terecht kan, vindt daar daadwerkelijk zijn weg en plek b) Iedereen voor wie geen plek is op de reguliere arbeidsmarkt, levert via additioneel werk en vrijwilligerswerk een bijdrage aan onze samenleving c) Iedereen die geen plek weet te vinden op de additionele arbeidsmarkt en de onbetaalde arbeidsmarkt, neemt op een andere wijze deel aan onze samenleving
9.1.2
Belangrijk vinden we vooral ook dat kinderen, die in een achterstandssituatie opgroeien, een beter toekomstperspectief krijgen. Wij willen bereiken dat het niet meer vanzelfsprekend is dat werkloosheid en armoede van generatie op generatie worden doorgegeven.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
T. Maas
Ambtelijk:
G. Laeven
Wat mag het kosten? De verwachte kosten voor invoering Participatiewet worden gedekt uit regulier budget.
57/126
10: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Dit programma omvat de volgende producten: •
Ruimtelijke ordening
•
Volkshuisvesting
•
Bouwvergunningen
•
Overige huisvesting
•
Grondexploitatie.
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 3 speerpunten.
Bestuurlijk kader •
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
•
Verordening Ruimte Provincie Noord-Brabant
•
Structuurvisie Ruimtelijke ordening van Provincie Noord-Brabant
•
Regionaal woningbouwprogramma 2010-2015
•
Algemene Structuurvisie Someren 2018
•
Woonvisie Gemeente Someren 2012 - 2021
•
Nota Grondbeleid 2011
•
Visie bedrijventerreinen Asten en Someren 2009-2023
•
Beleidsnota Toerisme en Recreatie “De kracht van toerisme”, december 2010.
•
Ruimtelijk-functionele visie Someren-centrum, juni 2011
•
Gebiedsvisie en structuurschets projectgebied De Heihorsten.
•
Notitie wonen, welzijn en zorg in Someren.
•
Structuurvisie Arbeidsmigranten.
58/126
10.1 Bestemmingsplannen Wat willen we bereiken? De gemeente dient te beschikken over actuele en uniforme bestemmingsplannen.
Wat doen we hiervoor? 10.1.1 Het vaststellen van de (partiële) herziening bestemmingsplan Someren Heide. 10.1.2 De algehele herziening van bestemmingsplan Buitengebied.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? •
Uniforme en eenduidige regels.
•
Digitaal raadpleegbaar.
Wanneer zijn we tevreden? 10.1.1 Indien het Bestemmingsplan (partiële herziening) Someren Heide in 2015 is vastgesteld. 10.1.2 Als in 2015 de inventarisatie ten behoeve van het opstellen van het (voorontwerp)bestemmingsplan Buitengebied is uitgevoerd.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk / W. Hanssen
Ambtelijk:
T. Aerts
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
2016
wijz. Lasten herziening bestemmingsplannen* Baten herziening bestemmingsplannen* Lasten bestemmingsplan buitengebied (IP1511000)* Baten bestemmingsplan buitengebied (IP1511000)* Totaal
2017
2018
(x 1.000)
96.642
162.000
0
0
0
0
-62
0
0
0
0
0
343.421
391.010
100.000
0
0
0
-720
0
0
0
0
0
439.281
553.010
100.000
0
0
0
59/126
10.2 Woningen / huisvesting Wat willen we bereiken? In de woonvisie 2012-2021 heeft de gemeenteraad vier beleidsdoelen vastgesteld: voorzien in de behoefte van de lokale bevolking, huisvesting van bijzondere doelgroepen, behoud en versterken van de vitaliteit van de kernen en het verhogen van de kwaliteit. Deze algemene beleidsdoelen zijn geconcretiseerd in een actieprogramma.
Wat doen we hiervoor? 10.2.1 Het initiëren en faciliteren van bouwprojecten in alle kernen waarbij prioriteit wordt gegeven aan betaalbare woningen (starters/huur) primair op gronden in gemeentelijke eigendom. 10.2.2 Specifiek voor 2015 willen we met de lokaal opererende woningstichting een onderzoek doen naar en vervolgens afspraken maken over het behoud en vernieuwen van de sociale kernvoorraad, inclusief inzicht in de woningen die geschikt zijn voor ‘wonen en zorg’.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? De woningmarkt beleeft momenteel zware tijden. Het is gewenst dat wij ons werk op orde hebben en houden; dat wil zeggen dat er voldoende planologische capaciteit aanwezig is en dat (uitleg)locaties op het juiste tijdstip bouwrijp zijn. Met deze twee voorwaarden kunnen we snel inspringen als de vraag gaat aantrekken.
Wanneer zijn we tevreden? 10.2.1 Indien we op 31-12-2015 de lokale behoefte naar nieuwbouw hebben gefaciliteerd. 10.2.2 Indien op 31-12-2015 opgewaardeerde prestatieafspraken zijn gemaakt met WoCom en Wonen Limburg over het behoud en vernieuwen van de sociale kernvoorraad.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
T. Aerts
Wat mag het kosten? Werkelijk
Begroting
Begroting
2013
2014 na
2015
wijz.
2016
2017
2018
(x 1.000)
Onderzoek sociale kernvoorraad
0
0
4.000
0
0
0
Totaal
0
0
4.000
0
0
0
Vanuit het volkshuisvestingsfonds (reserve ex artikel 22) is € 4.000,-- beschikbaar gesteld voor het doen van onderzoek naar de sociale kernvoorraad. De overige kosten worden vooral gedekt door de grondexploitaties.
60/126
10.3 Herontwikkeling schoollocaties Wat willen we bereiken? In de wijk Someren-Noord zijn drie voormalige schoollocaties beschikbaar voor woningbouw. Deze locaties willen we via het principe "Dorps bouwen", passend binnen de bebouwingstypologie in de omgeving invullen. De locatie van de Petrusschool willen we bebouwen met vrijesectorwoningen. De locatie Paulusschool met vrijesectorwoningen met als optie senior/zorg in de koop. Voor de locatie aan de Sijlkensstraat opteren we voor seniorwoningen in de sociale huur. De opbrengsten worden voorzien in 2019-2021.
Wat doen we hiervoor? 10.3.1 Een partij zoeken die risicodragend wil participeren bij de ontwikkeling van de voormalige Petrusschoollocatie. 10.3.2 Een partij zoeken die risicodragend wil participeren bij de ontwikkeling van de voormalige Paulusschoollocatie. 10.3.3 Een partij zoeken die risicodragend wil participeren bij de ontwikkeling van de voormalige schoollocatie Sijlkensstraat.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? Een partij die risicodragend wil gaan participeren, alsmede het voorspoedig doorlopen van de benodigde procedure.
Wanneer zijn we tevreden? 10.3.1 Als eind 2015 de Petrusschoollocatie bouwrijp is. 10.3.2 Indien in 2015 met een partij een overeenkomst kan worden gesloten voor de ontwikkeling, al dan niet op termijn, van de locatie Paulusschool. 10.3.3 Als eind 2015 de Sijlkensstraat locatie bouwrijp is.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
L. van de Moosdijk
Ambtelijk:
T. Aerts
Wat mag het kosten? De kosten voor herontwikkeling schoollocaties zijn opgenomen in de exploitatieberekening Brede School Diamant (inbreidingslocaties Someren-Noord).
61/126
11: Algemene dekkingsmiddelen Dit programma omvat de volgende producten: •
Geldleningen
•
Overige financiële middelen
•
Algemene uitkering
•
Algemene baten en lasten
•
Uitvoering WOZ
•
Gemeenschappelijke belastingen
•
Begrotingssaldo
De bekostiging van het voorzieningenniveau in de gemeente wordt onder meer gevonden in algemene dekkingsmiddelen. Deze betreffen de inkomsten van de gemeente, die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen. Het gaat met name om de onroerende zaakbelastingen (OZB) en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Deze middelen hebben in tegenstelling tot de hondenbelasting, de niet-ingezetenen belasting, het rioolrecht en de afvalstoffenheffing geen vooraf bestemd bestedingsdoel (ze zijn dus niet geoormerkt). Daarnaast heeft de gemeente inkomsten uit bespaarde rente van het eigen vermogen en uit dividend en beleggingen.
Het programma kent verder voor het begrotingsjaar 1 speerpunt.
Bestuurlijk kader •
Nota reserves en voorzieningen 2011
•
Nota activabeleid 2011
•
Nota herijking financieel beleid 1998
•
Treasurystatuut 2010
•
Financiële verordeningen
•
Raadsinfo toekomstige bezuinigingsvoorstellen van december 2013
62/126
11.1 Sluitende begroting Wat willen we bereiken? Het bereiken van een gezonde financiële positie van de gemeente, waarbij sprake is van een sluitende begroting en een sluitend meerjarenperspectief met inbegrip van een verantwoorde belastingdruk en een afgewogen prioriteitenstelling van meerjarige investeringen en nieuw beleid.
Wat doen we hiervoor? 11.1.1 Het uitbrengen van de Kadernota 2016. 11.1.2 Het uitbrengen van de Programmabegroting 2016-2019.
Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden? - Tijdig beschikbaar komen van alle benodigde informatie om de financiële effecten te kunnen berekenen; - Richtinggevende uitspraken van de raad over de te maken keuzes.
Wanneer zijn we tevreden? 11.1.1
Aanbieden Kadernota 2016-2019 in de raadsvergadering van juni 2015.
11.1.2
Als er sprake is van een meerjarig sluitende programmabegroting 2016-2019.
Wie is verantwoordelijk? Bestuurlijk:
W. Hanssen
Ambtelijk:
B. Messing
Wat mag het kosten? De kosten worden gedekt uit de reguliere budgetten in de begroting 2015.
63/126
Paragrafen Weerstandsvermogen Informatie over het weerstandsvermogen is van belang om te weten of en in hoeverre financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Deze tegenvallers kunnen incidenteel en structureel van aard zijn, maar hebben altijd invloed op de financiële positie van de gemeente. Hoe hoog het weerstandsvermogen zou moeten zijn is niet exact aan te geven. De omvang is afhankelijk van de (financiële) risico’s die de gemeente loopt en de kans dat de risico’s daadwerkelijk effectief worden. De definitie van een risico = kans x effect.
Om inzicht te krijgen in de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen is het noodzakelijk om risico's te benoemen en te kwantificeren (benodigde weerstandscapaciteit) en deze vervolgens af te zetten tegen de beschikbare financiële middelen (beschikbare weerstandscapaciteit).
Beschikbare weerstandscapaciteit (buffer)
Weerstandsvermogen
=
/
Benodigde weerstandscapaciteit (risico's) Om een uitspraak te kunnen doen over de mate waarin de gemeente Someren financiële tegenvallers kan opvangen is inzicht nodig in: 1. De risico’s: met welke (materiële) risico’s hebben we te maken? 2. De buffer: hoe groot is onze “spaarpot” om deze risico’s op te kunnen vangen? Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente wordt berekend uit: 1. Algemene reserve 2. Begrotingsruimte 3. Post onvoorzien 4. Stille reserves 5. Onbenutte belastingcapaciteit Ad 1. Algemene reserve Stand 31-12-2015 Algemene risicoreserve
1.500.000
Algemene reserve vrij aanwendbaar
1.193.000
Algemene reserve grondbedrijf
6.468.000
Reserve bijzondere werken Reserve artikel 22 Totaal
934.000 15.000 10.110.000
64/126
•
De algemene risicoreserve is ter afdekking van financiële tegenvallers.
•
De algemene reserve vrij aanwendbaar wordt ingezet voor onvoorziene investeringen.
•
De algemene reserve grondbedrijf is om financiële tegenvallers binnen het grondbedrijf af te dekken. Toepassing van het gehanteerde uitgangspunt betekent voor de gemeente Someren een aan te houden buffer van € 4,7 mln. De stand van de reserve bedraagt ultimo 2015 6,5 mln. Dit betekent dat wordt voldaan aan het gewenste niveau van de aan te houden buffer.
•
De reserve bijzondere werken is bedoeld voor de aanleg van bovenwijkse voorzieningen. Vanuit de grondexploitatie wordt een vast bedrag per m² uitgegeven grond in deze reserve gestort. Een uitgewerkte financiële onderbouwing van deze reserve ontbreekt. Om deze reden wordt deze als algemeen dekkingsmiddel (reserve) aangemerkt.
•
De reserve artikel 22 is bedoeld voor investeringen in het kader van de volkshuisvesting. Een uitgewerkte financiële onderbouwing van deze reserve ontbreekt. Om deze reden wordt deze als algemeen dekkingsmiddel (reserve) aangemerkt.
Ad 2. Begrotingsruimte Als de begroting sluit met een positief saldo, is sprake van begrotingsruimte. Deze kan ingezet worden voor financiële tegenvallers. Begroting 2015 Resultaat
6.000
Totaal
6.000
Ad 3. Post onvoorzien Onvoorzien begroting 2015
Incidenteel
Onvoorzien Totaal
Structureel 40.000 40.000
De post onvoorzien is ter dekking van niet voorziene uitgaven in 2015.
Ad 4. Stille reserve Stille reserves zijn niet-bedrijfsgebonden eigendommen van een gemeente met een hogere waarde in het economisch verkeer dan de boekwaarde. Stille reserves dragen bij aan de weerstandscapaciteit, omdat een deel van de eigendommen kan worden verkocht boven de boekwaarde waardoor winst ontstaat. Deze winst kan worden ingezet ter afdekking van financiële tegenvallers. De stille reserves zijn vooralsnog niet inzichtelijk gemaakt omdat de mogelijk in aanmerking komende bezittingen tot de normale bedrijfsvoering worden gerekend en er geen voornemen bestaat om deze verkopen. Het betreft hier met de name de overwaarde op het onroerend goed van de gemeente bestaande uit gebouwen en grond (inclusief ongeveer 1.400 ha bos en natuurterreinen). bosexploitatgeiggggAsten
65/126
Ad. 5 Onbenutte belastingcapaciteit De gemeente kan haar belastingen verhogen om financiële tegenvallers op te vangen. Het verschil tussen de opbrengsten bij maximale tarieven en de geraamde opbrengsten is de onbenutte belastingcapaciteit.
Voor het jaar 2015 bedraagt het maximale tarief 0,1651% van de Woz-waarde. Dit is 20% hoger dan het landelijk gewogen percentage van de gecorrigeerde Woz-waarde. Genoemd tarief wordt ook gehanteerd voor toelating tot artikel 12-status. In het geval de artikel 12-status de gemeente valt te verwijten, blijft het altijd mogelijk om lopende het artikel 12-traject belastingvoorschriften op te leggen. In de regel tot de huidige grens van 140% van het gemiddelde tarief, maar in uitzonderingsgevallen wordt een hogere opslag niet op voorhand uitgesloten.
Wanneer het berekende gemiddelde OZB-tarief voor de gemeente lager is dan het percentage voor toelating tot artikel 12 is er in principe sprake van een onbenutte belastingcapaciteit, immers een verhoging van het OZB-percentage zal nodig zijn om voor een aanvullende uitkering in aanmerking te komen. In onderstaande tabel is bij benadering aangegeven welke opbrengst deze verhoging genereert. In dit rapport is ervoor gekozen het verschil in percentage te vermenigvuldigen met de woz-waarde van de woningen + de woz-waarde van de niet-woningen. Bij een daadwerkelijke aanvraag zal een meer nauwkeurige berekening aan de orde zijn.
Onbenutte belastingcapaciteit t.o.v. “artikel-12 norm” OZB-percentage van de Woz-waarde voor toelating art.12
0,1651%
Werkelijk gewogen % Woz-waarde gemeente
0,1317%
Verschil
0,0334%
Onbenutte belastingcapaciteit
974.000
Overzicht beschikbare weerstandscapaciteit In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de geprognosticeerde beschikbare weerstandscapaciteit per 31-12-2015. Stand 31-12-2015 Algemene reserve Begrotingsruimte Post onvoorzien Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit Totaal
10.110.000 6.000 40.000 p.m. 974.000 11.130.000
66/126
Benodigde weerstandscapaciteit
Risico's
Alvorens tot identificatie van de risico’s over te gaan zullen deze eerst geïnventariseerd worden. Op basis van deze inventarisatie wordt een lijst samengesteld met onderkende risico’s. Deze risico’s zullen geanalyseerd en beoordeeld worden.
1.1 Analyse en beoordeling Voor de analyse en beoordeling van de risico’s is er een indeling gemaakt op basis van kansklassen en financiële gevolgen. Dit betekent dat we elk risico vertalen in geld. Kansklassen: Klasse
Risicopercentage
hoog
75
midden
50
laag
25
zeer gering
10
De indeling in de klassen is door de organisatie bepaald op basis van ervaring en verwachtingen. De klasse geeft aan hoe groot de kans is dat het risico zich voordoet. De klasse "zeer gering" is voorbehouden aan het specifieke risico bij de gegarandeerde leningen. Hoewel hier een zeker risico gelopen wordt, is dat risico door de gelaagdheid van de waarborgen, voor de gemeente Someren uiteindelijk uiterst miniem.
1.2 Beheersing risico's / monitoring Vooruitlopend op een inventarisatie van alle bestaande risico's zijn de belangrijkste hiervan in beeld gebracht en nader gekwantificeerd op basis van genoemde uitgangspunten. Daarnaast zijn de beheersmaatregelen voor de diverse risico's nader omschreven. Een en ander is samengevat in onderstaande tabel.
Risico
Omschrijving
Beheersmaatregel
Risico-
Financieel effect
score
(kans x maximaal gevolg
Grondexploitatie
Uitvoeren risico-analyse
Jaarlijks toetsen
n.v.t.
4.700.000
hoog
375.000
grondexploitatie en beoordelen hoogte algemene reserve grondbedrijf. Buffer conform vastgestelde norm. Economische
Het risico bestaat dat door de
Actuele
Ontwikkelingen/
economische crisis de
informatieverstrek- king
onzekerheid financiële
inkomsten afnemen terwijl
via P&C-cyclus,tijdig
67/126
positie gemeenten.
andere uitgaven toenemen.
opstarten project
Enkele specifieke
bezuinigingen, actuele
risico's(grondexploitatie en
ontwikkelingen
bijstandsuitgaven zijn
nauwlettend volgen
afzonderlijk benoemd. Open einde
Risico dat aantal aanvragen
Eventuele aanspraak bij
financiering WWB
het beschikbare budget in
WWB op aanvullende
enig jaar overschrijdt. Het
uitkering.
hoog
225.000
midden
100.000
midden
250.000
midden
500.000
betreft zowel een positief als negatief risico Kosten externe inhuur
Het risico dat door extra
Bewaking via P&C
(o.a. door
werkzaamheden of
cyclus. Onderuitputting
ziekteverzuim)
vervanging wegens
personele kosten versus
langdurige ziekte de kosten
inhuur.
van externe inhuur niet opgevangen kunnen worden binnen de lopende begroting. Verloop Algemene
Verdere bezuinigingen op
Nauwlettend volgen
uitkering
rijksniveau zullen gepaard
berichtgeving rijk.
gaan met een verdere korting op de algemene uitkering. De omvang hiervan is nog niet bekend. Juridisering
Burger is mondiger,
Formaliseren en
samenleving
claimcultuur. Met juridische
bewaken interne
procedures zijn hoge kosten
procedures.
gemoeid. Leningen u/g en
De gemeente staat garant
Interne procedures
Zeer
garantieverstrekkingen
voor circa 40 mln aan
m.b.t. verstrekken van
gering
leningen. Bij een eventueel
geldleningen, jaarlijkse
faillissement van een van de
controle op saldo
partijen bestaat het risico dat
geldleningen en
de instelling het opgenomen
garantieverstrekkingen
geld niet kan terugbetalen of
met de diverse partijen,
dat de gemeente als
Waarborgfonds Sociale
garantsteller het
Woningbouw (2e
restantbedrag van de lening
achtervang)
1.000.000
inclusief rente en kosten moet betalen. Verruit de grootste deel van de leningen (90%) heeft betrekking op de achtervangpositie WSW die wij als gemeente innemen. Een achtervang is een andere rol dan een directe garantstelling met een substantieel lager risicoprofiel. Voor de
68/126
berekening van risicoprofiel wordt om deze reden uitgegaan van 25% van het totale bedrag (In de begroting 2013 is nog uitgegaan van een percentage van 100). De zekerheidsstructuur van het WSW bestaat uit drie lagen: - primair: de geldmiddelen van de corporatie (inclusief eventuele saneringssteun van het CFV); - secundair: het garantievermogen van het WSW (= borgstellingreserve WSW en de obligo’s van de andere corporaties), - en tot slot tertiair de achtervangpositie van Rijk en de gemeenten. Calamiteiten
Calamiteiten , rampen met
Het actueel houden van
een grote impact en schade
het beschikbare
op de Somerense bevolking
rampenplan. Regelmatig
laag
125.000
laag
125.000
hoog
300.000
overleg met ketenpartners (politie, brandweer, deelname aan vaccinatieprogramma's Regionale
Risico dat taakstellingen niet
In tussentijdse
samenwerking
of niet tijdig worden
rapportages inzicht
gerealiseerd
geven in stand van
worden.
zaken/ontwikkelingen
In het contract voor de
In tussentijdse
verbranding van restafval zijn
rapportages inzicht
minimum afvalhoeveelheden
geven in stand van
zijn afgesproken..
zaken/ ontwikkelingen
Afvalverwerking
Doordat er veel meer ingezet op het scheiden van restafval wordt aanzienlijk minder afval aangeboden. De vuilverwerker heeft nu een claim neer legt bij de “leveranciers” van afval. Deze claim kan tussen €70.000 en €300.000 bedragen (voor de periode 2011 t/m 2013), afhankelijk
69/126
van de toe te passen berekeningswijze. Voor de jaren 2014 t/m 2016 zal ook nog een claim ingediend worden.
Transities sociaal
Als gevolg van de overdracht
In tussentijdse
domein
van taken in het kader van
rapportages inzicht
het sociaal domein zijn
geven
gemeenten verantwoordelijk
in stand van zaken/
voor de toereikendheid van
ontwikkelingen
midden
500.000
midden
700.000
de van rijkswege toegekende budgetten en zijn ze ook verantwoordelijk voor de financiële risico's.In het huidige financiële beleid is een afzonderlijke reserve gevormd voor deze risico's. Hierbij is voor de uitgegaan van 10% van de hoogte van de algemene uitkering.Toepassing van eenzelfde gedragslijn voor het sociaal domein resulteert in een financieel risico van € 1.000.000. Sociaal beleid
Uitwerking van de in de
Tijdig inzicht geven in
kadernota "organisatie en
ontwikkelingen
personeel" opgenomen voornemens zal een verdere reductie van de personele omvang tot gevolg zullen hebben. Voor de mogelijke financiële gevolgen van sociaal beleid zijn nog geen (incidentele) middelen beschikbaar gesteld. Totaal
8.900.0000
70/126
Weerstandsvermogen Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit (buffer) / benodigde weerstandscapaciteit (risico’s).
Aan de ratio kan een waardering worden gegeven. Waardering
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
A
Meer dan 2,0
Uitstekend
B
Tussen 1,4 en 2,0
Ruim voldoende
C
Tussen 1,0 en 1,4
Voldoende
D
Tussen 0,8 en 1,0
Matig
E
Tussen 0,6 en 0,8
Onvoldoende
F
Minder dan 0,6
Ruim onvoldoende
Er is geen norm bekend waaraan het weerstandsvermogen moet voldoen. Bij een ratio van 1,0 is de beschikbare weerstandscapaciteit gelijk aan de benodigde weerstandscapaciteit. Daarom is een ratio van minimaal 1,0 wenselijk. De ratio komt voor de gemeente uit op 1,25. Dit is volgens het overzicht voldoende.
71/126
Verbonden partijen Vanwege bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijk dito risico’s is het gewenst dat in de begroting en jaarstukken meer aandacht wordt besteed aan derde rechtspersonen, waarmee de gemeente Someren een bestuurlijke en financiële band heeft. Dat zijn deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van een stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente Someren.
Het inzichtelijk maken van de verbonden partijen is om twee redenen van belang. De eerste reden is dat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. De tweede reden betreft de kosten/het budgettaire beslag en de financiële risico’s, die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen.
Hieronder is een overzicht gegeven van publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de gemeente Someren participeert, die onder de noemer van verbonden partijen kunnen worden gerangschikt.
Publiekrechtelijke personen Hierna zijn 6 gemeenschappelijke regelingen vermeld waarin de gemeente Someren participeert. De uitgaven die voortvloeien uit deelname aan gemeenschappelijke regelingen zijn verplichte uitgaven die in de begroting opgenomen dienen te worden. Op grond van het bepaalde in de Wet gemeenschappelijke regelingen heeft de gemeenteraad de mogelijkheid opmerkingen over de begroting kenbaar te maken aan het algemeen bestuur van de betreffende gemeenschappelijke regeling.
Naam verbonden partij
1. G.G.D. Brabant Zuid-Oost
Vestigingsplaats
Eindhoven, Helmond
Programma
Maatschappelijke zorg
Doel en openbaar belang
Gemeenschappelijke behartiging van de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de gezondheid(szorg). Kosten worden betaald uit bijdragen deelnemende gemeenten, rijksbijdragen, bijdragen ziektekostenverzekeraars, ambulancehulpverlening en bijdragen particulieren.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, HeezeLeende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre.
72/126
Bestuurlijk belang
De gemeenteraad wijst een lid en plaatsvervangend lid aan voor het algemeen bestuur. Het dagelijks bestuur wordt door en uit het algemeen bestuur gekozen. De voorzitter wordt door en uit het algemeen bestuur gekozen.
Eigen vermogen
Per 31-12-2013 € 2.076.000,--
Vreemd vermogen
Per 31-12-2013 € 13.668.000,-
Financieel resultaat
Over het jaar 2013 € 65.000,-- voordelig.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 285.000,--
Risico’s
In het voorjaar 2014 is een is een risico-inventarisatie uitgevoerd. De weerstandscapaciteit kwam hierbij uit op een bedrag van € 2.150.000,-- om alle eventuele toekomstige risico’s af te dekken. Voor het afdekken van deze risico’s is een reserve gevormd. Mochten er zich de komende jaren voor een hoger bedrag tekorten voordoen terwijl de weerstandscapaciteit/ algemene reserve niet is aangevuld, dan dragen de deelnemende gemeenten daarvan het financiële risico.
Ontwikkelingen
Zie onderdeel risico’s
Rapportages
Jaarrekening 2013
Naam verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
Vestigingsplaats
Eindhoven
Programma
Openbare Orde en Veiligheid
Doel en openbaar belang
Taken: -Adequaat reageren op spoedeisende hulpaanvragen van burgers, instellingen en bedrijven. -Het organiseren en coördineren van geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen. -Het voorkomen en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en/of ongevallen bij brand en alles wat hiermee verband houdt. Ook de coördinatie van de werkzaamheden op dit gebied behoort tot deze taak. -Het organiseren, coördineren en uitvoeren van ambulancezorg, de bijbehorende procesregistratie en het bevorderen van adequate opname van zieken en ongevalslachtoffers in ziekenhuizen of andere instellingen voor intramurale zorg. -Het ondersteunen van de hulpverlening door gemeenten.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, HeezeLeende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel,
73/126
Valkenswaard, Veldhoven, Waalre. Bestuurlijk belang
De gemeenteraad wijst een lid aan voor het algemeen bestuur. Dit lidmaatschap is gekoppeld aan de functie van burgemeester.
Eigen vermogen
Per 31-12-2013 € 5.486.000,--
Vreemd vermogen
Per 31-12-2013 € 28.649.000,--
Financieel resultaat
Over het jaar 2013 € 1.921.000,-- voordelig.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 794.000,--.
Risico’s
Financiële gevolgen van overdracht van taken aan veiligheidsregio zijn nog niet volledig in beeld. Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten op basis van aantal inwoners.
Ontwikkelingen
Werkzaamheden als gevolg van overdracht van taken aan regio zijn nog niet afgerond. Als gevolg daarvan is nog niet duidelijk wat de definitieve jaarlijkse bijdrage van de gemeente zal worden.
Rapportages
Jaarrekening 2013
Naam verbonden partij
Regeling hypotheekfonds Noord-Brabantse gemeenten
Vestigingsplaats
Eindhoven
Programma
Algemene dekkingsmiddelen
Doel en openbaar belang
Oorspronkelijk bevorderen eigen woningbezit in gemeenten in Noord-Brabant. Thans in te staan voor de verplichtingen, die zijn overgegaan op NV Bouwfonds Nederlandse gemeenten en toezien op tijdige uitbetalingen door NV Bouwfonds Nederlandse Gemeenten aan de deelnemende gemeenten.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn: Aalburg, Alphen-Chaam, Asten, Baarle Nassau, Bergen op Zoom, Bergeyk, Bernheze, Best, Bladel, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Breda, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Dongen, Eersel, Eindhoven, Etten-Leur, Geertruidenberg, Geldrop, Gemert-Bakel, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, HeezeLeende, Helmond, ’s Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Laarbeek, Landerd, Lith, Loon op Zand, Maasdonk, Made, Mierlo, Mill en St. Hubert, Moerdijk, Nuenen c.a., Oirschot, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Ravenstein, Reusel-de Mierden, Roosendaal, Rucphen. Schijndel, Sint Anthonis, SintMichielsgestel, Sint Oedenrode, Someren, Son en Breugel, Steenbergen, Tilburg, Uden, Valkenswaard, Veghel, Veldhoven, Vught, Waalre, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert, Ammerzoden, Hedel en Maasdriel.
Bestuurlijk belang
Algemeen bestuur telt 1 lid per Brabantse gemeente.
74/126
De leden worden benoemd door en uit de gemeenteraden, de voorzitter inbegrepen. Eigen vermogen
H.N.G. is in Liquidatie. Aandelen zijn overgedragen aan N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten.
Vreemd vermogen
idem
Financieel resultaat
n.v.t.
Financieel belang
Er is geen jaarlijkse bijdrage verschuldigd.
Risico’s
Met de verkoop aan N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten is het doel van de gemeenschappelijke regeling gewijzigd en beperkt tot het instaan voor de gevolgen ingeval N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten niet aan zijn verplichtingen voldoet. Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten. Het betreft hier een slapende regeling. In artikel 1, lid 3 van de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat de regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de regeling wordt opgeheven zodra de N.V. Bouwfonds Nederlandse Gemeenten de totale koopsom krachtens de overname-overeenkomst heeft afgelost (2020). Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten op basis van aantal inwoners.
Ontwikkelingen
n.v.t.
Rapportages
n.v.t.
Naam verbonden partij
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven
Vestigingsplaats
Eindhoven
Programma
Diversen
Doel en openbaar belang
Aard activiteit en financiële middelen De regio moet voorzien in de behoefte aan werken, wonen, recreëren, maatschappelijke participatie en een veilige leefomgeving zonder dat daarmee kansen voor toekomstige generaties verloren gaan. Het SRE wil een organisatie zijn die op een flexibele wijze kan inspelen op de behoeften van de gemeenten en op doelmatige wijze mede inhoud kan geven aan de regionale vraagstukken. Takenpakket is deels wettelijk verankerd, deels vrijwillig overgedragen (milieu, streekarchief, volwasseneneducatie). Financiering op basis van rijks- en provinciale bijdragen, middelen EU, derden en gemeentelijke bijdragen.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, HeezeLeende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel,
75/126
Valkenswaard, Veldhoven, Waalre. Bestuurlijk belang
Door de gemeente Someren is 1 lid in de regioraad afgevaardigd.
Eigen vermogen
Per 31-12-2013 € 7.277.000,--
Vreemd vermogen
Per 31-12-2013 € 38.872.000,--
Financieel resultaat
Over het jaar 2013 € 2.988.000,-- nadelig.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 202.000--
Risico’s
Beleidsverantwoordelijk openbaar vervoer, adequate besteding EU-middelen (Stimulus), wegvallende of tekortschietende derde geldstromen, mogelijkheden om opgedragen bezuinigingstaakstellingen te realiseren binnen aangegeven tijdsbestek, ontvlechtingskosten Milieudienst SRE.
Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten.
Ontwikkelingen
Transformatie SRE naar Metropool Regio Eindhoven is nog niet voltooid.
Rapportages
Jaarrekening 2013
Naam verbonden partij
Regeling voor het openbaar lichaam Atlantgroep
Vestigingsplaats
Helmond
Programma
Werk en Inkomen
Doel en openbaar belang
Integrale uitvoering Wet Sociale Werkvoorziening, alsmede activiteiten op het vlak van arbeidsreïntegratie en aangepaste arbeid aan personen uit de deelnemende gemeenten, die op afstand staan van de reguliere arbeidsmarkt.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Deurne, , Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek, , Someren,.
Bestuurlijk belang
De gemeente Someren heeft het recht uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, 1 lid aan te wijzen voor het algemeen bestuur. Het lid van het algemeen bestuur is tevens lid van het dagelijks bestuur.
Eigen vermogen
Per 31-12-2013 € 13.161.000,--
Vreemd vermogen
Per 31-12-2013 € 8.800.000,-
Financieel resultaat
Over het jaar 2013 € 2.389.000,-- voordelig.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 2.291.000,-- (bruto)
Risico’s
Sterke afhankelijkheid van rijksbeleid met betrekking tot de financiering. Omzet is afhankelijk van economische ontwikkelingen. Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten.
Ontwikkelingen
Uit de opgestelde notitie weerstandsvermogen d.d. 16 mei 2013 blijkt dat voldoende weerstandsvermogen aanwezig is. Hierbij is wel uitdrukkelijk gesteld dat nog geen volledig inzicht bestaat in de gevolgen van
76/126
de nieuwe Participatiewet. Rapportages
Jaarrekening 2013
Naam verbonden partij
Blink
Vestigingsplaats
Helmond
Programma
Milieu en water
Doel en openbaar belang
De regeling heeft tot doel een zo doelmatig mogelijke uitvoering van de afvalinzameling en reinigingstaken.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn: Asten, Helmond, Gemert-Bakel, Laarbeek, Nuenen en Someren.
Bestuurlijk belang
Het algemeen bestuur bestaat uit één lid per deelnemende gemeente. De leden worden door de raden van de deelnemende gemeenten uit hun midden, de voorzitter van de raad inbegrepen, op aanbeveling van burgemeester en wethouders aangewezen.
Eigen vermogen
-
Vreemd vermogen
-
Financieel resultaat
-
Financieel belang
€ 37.000,--
Risico’s
Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten.
Ontwikkelingen
Geen
Rapportages
jaarrekening 2013
Naam verbonden partij
Omgevingsdienst Zuidoost-brabant
Vestigingsplaats
Eindhoven
Programma
Milieu en water
Doel en openbaar belang
Draagt zorg voor kwaliteit en continuïteit voor de uitvoering van de door de lokale overheden opgedragen taken op het gebied van de fysieke leefomgeving.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, HeezeLeende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-de Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre. Daarnaast neemt de provincie Noord Brabant deel aan het samenwerkingsverband.
Bestuurlijk belang
Door de gemeente Someren is 1 lid in de regioraad afgevaardigd.
Eigen vermogen
Per 31-12-2013 € 402.000,--
Vreemd vermogen
Per 31-12-2013 € 3.210.000,--
Financieel resultaat
Over het jaar 2013 € 402.000,-- voordelig.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage € 619.000,--
77/126
Risico’s
Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten.
Ontwikkelingen
Het is niet bekend of de overdracht van alle overige Wabo-taken een begaanbare weg is.
Rapportages
Jaarrekening 2013
Naam verbonden partij
Gemeenschappelijke regeling “De Peel 6.1”
Vestigingsplaats
Helmond
Programma
Diverse
Doel en openbaar belang
Draagt zorg voor kwaliteit en continuïteit voor de uitvoering van de door de lokale overheden opgedragen taken op het gebied van jeugd, WMO en participatiebudget.
Partners
De deelnemende gemeenten zijn Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren
Bestuurlijk belang
De gemeente Someren is met 1 lid vertegenwoordigd in het dagelijkse bestuur, en met 2 leden in het algemeen bestuur.
Eigen vermogen
Nog niet bekend
Vreemd vermogen
Nog niet bekend
Financieel resultaat
Opgericht in 2014
Financieel belang
Nog niet bekend
Risico’s
Aangesloten gemeenten zijn aansprakelijk voor tekorten.
Ontwikkelingen
Organisatie moet nog worden doorontwikkeld.
Rapportages
(nog) Geen
Privaatrechtelijke personen Hierbij gaat het om deelnemingen in stichtingen, naamloze of besloten vennootschappen en verenigingen voor de behartiging van in oorsprong gemeentelijke taken. Buiten beschouwing zijn gebleven de lidmaatschappen van de verenigingen van Nederlandse gemeenten (VNG) en Brabantse gemeenten (VBG). Genoemde lidmaatschappen zijn gericht op gezamenlijke belangenbehartiging en/of kennisoverdracht.
De gemeente participeert in de navolgende privaatrechtelijke rechtspersonen. Naam deelneming
Stichting Bureau Inkoop en aanbestedingen Zuid-Oost brabant (BIZOB)
Vestigingsplaats
Oirschot
Programma
Algemene dekkingsmiddelen
Aard van de activiteiten
Verzorgen inkoopfunctie voor deelnemende gemeenten
Bestuurlijke betrokkenheid
In het bestuur is elke deelnemende gemeente, ongeacht de fysieke grootte of het inwoneraantal, met twee personen vertegenwoordigd.
Risico’s
De termijn van een individuele, bilaterale
78/126
samenwerkingsovereenkomst is 4 jaar, waarna er de mogelijkheid van uittreding of continuering (al dan niet onder gewijzigde voorwaarden) bestaat.
Naam deelneming
Stichting Streekontwikkeling “de Peel”
Vestigingsplaats
Gemert-Bakel
Programma
Economische zaken, recreatie en toerisme
Aard van de activiteiten
Verbeteren organiserend vermogen alle deelnemende partijen met het oog op het creëren van een structurele basis voor de soc.-econ. ontwikkeling. Financiering middels subsidies.
Bestuurlijke betrokkenheid
De gemeente Someren is in het algemeen bestuur vertegenwoordigd met 1 zetel.
Risico’s
Financiële betrokkenheid is afhankelijk van te ontplooien activiteiten en juridische vormgeving daarvan.
Naam deelneming
Brabant Water NV
Vestigingsplaats
Den Bosch
Programma
Economische zaken, recreatie en toerisme
Aard van de activiteiten
Verzorgen watervoorziening
Bestuurlijke betrokkenheid
Jaarlijkse aandeelhoudersvergadering
Risico’s
Geen
Naam deelneming
NV Bank Nederlandse Gemeenten
Vestigingsplaats
Den Haag
Programma
Algemene dekkingsmiddelen
Aard van de activiteiten
Voorzien in financieringsbehoefte van publiekrechtelijke rechtspersonen.
Bestuurlijke betrokkenheid
Jaarlijkse aandeelhoudersvergadering
Risico’s
Geen
Naam verbonden partij
Coöperatieve Bosgroep Zuid-Nederland U.A.
Vestigingsplaats
Heeze
Programma
Openbare ruimte en natuur
Aard van de activiteiten
Bos- en natuurbeheer. De Bosgroep ondersteunt de leden op diverse manieren bij de ontwikkeling, inrichting en beheer van hun bos- en natuurterreinen.
Bestuurlijke betrokkenheid
Gemeente Someren is lid van bosgroep.
Risico’s
De leden zijn slechts aansprakelijk tot het bedrag van hun contributie en hoeven niet mee te betalen en tekorten.
79/126
Jaar-
begroting
rekening
2014 na
2013
wijziging
meerjaren
2015
2016
2017
2018
Lasten - Diensten SRE
256.274
216.641
202.261
189.891
189.891
189.891
79.592
73.979
73.979
73.979
73.979
73.979
Brabant - Zuidoost
163.419
776.764
793.958
804.234
805.729
788.330
- GGD
292.562
298.748
284.740
284.740
284.740
284.740
- BIZOB
90.738
88.200
78.200
78.200
78.200
78.200
- Atlant
2.405.201
2.291.193
2.291.193
2.291.193
2.291.193
2.291.193
- Regionaal Historisch Centrum (SRE)
- Veiligheidsregio
- Bosgroep - Blink - ODZOB - Peel 6.1
1.158
1.000
1.000
1.000
1.000
1.000
65.000
65.000
37.000
37.000
37.000
37.000
348.090
613.878
619.368
619.368
619.368
619.368
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
3.702.034
4.425.403
4.381.699
4.379.605
4.381.100
4.363.701
- BNG
-23.012
-18.000
-18.000
-18.000
-18.000
-18.000
- HNG
-87.272
-87.272
-87.272
-87.272
-87.272
-87.272
-110.283
-105.272
-105.272
-105.272
-105.272
-105.272
3.591.751
4.320.131
4.276.427
4.274.333
4.275.828
4.258.429
Totaal lasten Baten
Totaal baten Totaal
80/126
Onderhoud kapitaalgoederen De paragraaf kapitaalgoederen geeft een dwarsdoorsnede van de begroting. Met het onderhoud van kapitaalgoederen zijn vaak grote bedragen gemoeid. Met name de onderhoudskosten voor de volgende kapitaalgoederen vormen een substantieel deel van de begroting:
- Onderhoud Wegen - Onderhoud Riolering - Onderhoud Groen - Onderhoud Gebouwen
De uitgaven aan kapitaalgoederen bedragen per gemeente gemiddeld 15% van de begroting. Daarom is het belangrijk om kritisch te kijken naar het onderhoud van deze kapitaalgoederen.
Onderhoud wegen Actueel beleidskader Sinds 1988 heeft de gemeente een meerjarenonderhoudsplan voor haar verharding. Dit plan wordt elke twee jaar geactualiseerd. Het onderhoudsplan is gebaseerd op de landelijk aanvaarde handleiding ’Rationeel wegbeheer’, opgesteld door de CROW (stichting Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de grond-, Water- en wegenbouw en de verkeerstechniek). Het op orde houden van de wegen conform onze doelstellingen en de CROW-normen is de basis voor de prioriteitskeuze van het wegenonderhoud. De onderhoudstoestand wordt tweejaarlijks bepaald aan de hand van globale visuele inspecties waarbij gebruik wordt gemaakt van de landelijk vastgestelde beoordelingsystematiek. Gekeken wordt naar vier schadegroepen, te weten textuur, vlakheid, samenhang en kantstrook. De aldus verkregen cijfermatige beoordeling wordt ingevoerd in een computerprogramma waarin gedragsmodellen zitten. Op basis van factoren als leeftijd, ondergrond, wegconstructie en dergelijke en de actuele inventarisatiecijfers stelt het programma onderhoudsverwachtingen vast voor de komende vijf jaar. Met name de eerste jaren zijn hierbij redelijk betrouwbaar, daarna neemt de betrouwbaarheid af. Wanneer werkzaamheden als het aanbrengen van een deklaag of het reconstrueren van een weg in het programma wordt voorgesteld, wordt via een nader technisch onderzoek vastgesteld, welke werkzaamheden concreet moeten worden uitgevoerd. Bij het vaststellen van het noodzakelijke onderhoud is anders dan bij andere kapitaalgoederen (gebouwen, riolering) het weer (vorst) een onzekere factor. Deze onzekerheid maakt het mede noodzakelijk het programma regelmatig te toetsen op realiteit, waarbij de storting eventueel dient te worden aangepast. Deze redenen zijn aanleiding om bij het onderhoudsplan uit te gaan van een periode van drie jaar.
Kwaliteitsniveau De wegenonderhoudsplanning wordt opgesteld op basis van de kwaliteitsgegevens van de verharding. Deze kwaliteitsgegevens worden getoetst aan de CROW-normen.
81/126
Financieel kader De in de begroting opgenomen cijfers zijn ontleend aan het onderhoudsplan ‘Verhardingsbeheer 20142016’ wat in het tweede kwartaal van 2014 is opgesteld. Het saldo van de voorziening onderhoud wegen was per 1 januari 2014 ongeveer € 700.000,--. Hierbij dient opgemerkt te worden dat er in de eerste helft van 2014 nog het nodige (uitgestelde) onderhoud is uitgevoerd wat in de planning van 2013 was opgenomen. Voor de periode 2014-2016 zijn voldoende middelen binnen de voorziening aanwezig om het geplande onderhoud uit te voeren. Uit het kostendekkingsplan 2012-2014 bleek dat er middelen vrij gemaakt moesten worden voor het vervangen van de verharding op het moment dat deze aan het einde van de levensduur is. Besloten is om een nieuwe reserve en voorziening te vormen voor de rehabilitatie van licht belaste wegen. Het saldo van de reserve was per 1 januari 2014 € 400.000,-- en het saldo van de voorziening €484.000,--. Jaarlijks wordt een bedrag van € 86.000,-- gestort in de reserve rehabilitatie licht belaste wegen en in 2014 wordt incidenteel € 400.000,-- gestort vanuit het jaarrekeningresultaat 2013. Beleidsregel is dat dit bedrag, op voorwaarde dat het jaarrekeningresultaat hiervoor voldoende ruimte biedt, jaarlijks wordt toegevoegd aan de reserve. De kosten voor vervanging van zwaar belaste wegen worden opgevoerd via de jaarlijkse IP’s. Hiervoor is in 2016 en 2017 in het investeringsprogramma 2015-2018 de gefaseerde rehabilitatie van de Kerkendijk voorzien. De totale kosten hiervan bedragen afgerond € 2,7 miljoen.
Onderhoud riolering Actueel beleidskader Het gemeentelijk rioleringsbeleid is vastgelegd in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Het GRP is wettelijk voorgeschreven en is vastgelegd in de Wet Milieubeheer. Het beleid is gericht op een efficiënt beheer en onderhoud van de voorzieningen binnen de gemeente Someren. Voorts is het streven erop gericht de samenwerking met ketenpartners en gemeenten binnen de Peelregio te intensiveren.
Kwaliteitsniveau Met het huidig GRP hebben we voldoende basis om de waterhuishouding goed te kunnen beheren. Daarnaast zijn in het GRP maatregelen opgenomen om de waterhuishouding naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen. Daar waar zich kansen voordoen om hemelwater af te koppelen van het gemengde rioolstelsel worden deze aangegrepen. Dit doen we echter alleen als er werk-met-werk gemaakt kan worden. We werken ook met nieuwe kostenbesparende technieken waarbij riolen sleufloos gerenoveerd kunnen worden. In projecten waar nieuwe riolering wordt aangelegd mag niet worden aangekoppeld tenzij het niet anders kan. De kwaliteit van het hemelwater en de mogelijkheden om deze vast te houden spelen hierbij een centrale rol.
Financieel kader Aan de voorziening onderhoud riolering ligt het kostendekkingsplan van het nieuwe verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP) ten grondslag. Het kostendekkingsplan van de riolering is in augustus 2012 geactualiseerd en betreft de periode 2013 tot en met 2017. Bij de jaarrekening 2012 is een reserve riolering ingesteld waarin eventuele overschotten in de exploitatie worden gestort en waaruit eventuele tekorten worden onttrokken.
82/126
Conform het vGRP is de stand van de voorziening onderhoud riolering per 31 december 2015 € 816.000. In de begroting 2015 is deze stand € 1.010.000. Het verschil is € 194.000. Hiervan is € 183.000 verklaard in de jaarstukken 2013 en het resterende verschil wordt veroorzaakt door de hogere rentetoevoeging als gevolg van de hogere stand van de voorziening.
Onderhoud groen Kwaliteitsniveau/actueel beleidskader Momenteel wordt gewerkt aan het groenbeleidsplan. De resultaten zullen medio 2015 worden gepresenteerd. In 2012 is gestart met de verkoop van groen en het omvormen van groen. Deze actie heeft inmiddels het geleid tot de structurele bezuiniging € 50.000,-- in het groenbeheer (met als peiljaar begroting 2011). De omvorming is nagenoeg afgerond, de verkoop van groen loopt nog door.
Financieel kader Bij de structurele bezuiniging van € 50.000,-- zijn er voor het dagelijkse, jaarlijkse en incidentele onderhoud van groen voldoende middelen beschikbaar. Hierbij is geen rekening gehouden met rehabilitatie van het openbaar groen. Omdat het tijdelijk niet vervangen van groen niet leidt tot veiligheidsrisico’s is vooralsnog besloten om geen structurele last op te nemen. De kosten voor vervanging worden opgevoerd via de jaarlijkse IP’s. Voorlopig wordt volstaan met de al jaren gehanteerde storting van € 46.629,-- in de reserve groenbeheer. Ook eventuele meevallers in de begroting van Plantsoenen en Parken komen ten goede van deze reserve. Per 1 januari 2014 bedraagt de stand van deze reserve € 399.000,--. Hiermee kunnen de grootste/urgentste problemen opgepakt worden.
Onderhoud gebouwen Actueel beleidskader Het Beleidsplan Onderhoud Gebouwen is erop gericht het gebouw in stand te houden voor de functie waarvoor het is ingericht.
Kwaliteitsniveau De onderhoudsplanning wordt opgesteld op basis van actuele onderhoudstoestanden alsmede de geldende regelgeving op dit gebied.
Financieel kader Na bijstelling van de onderhoudsbegroting is gebleken dat de jaarlijkse storting zou moeten worden verhoogd. Dit als gevolg van uitbreiding diverse gemeenschapshuizen, alsmede de toevoeging van bijvoorbeeld de woning aan de Boerenkamplaan. Ook de onderhoudskosten voor de zonnepanelen op de Postel zijn mede oorzaak van de berekende verhoging van de storting. Desondanks wordt geadviseerd om de storting voor de onderhoudsbegroting in 2015 te handhaven op het huidige niveau. Het meerjarenperspectief laat zien dat we met deze storting interen op de voorziening onderhoud gebouwen. Echter, voor de komende jaren is de voorziening toereikend om dit op te vangen. Door verdere bezuiniging op de uitgaven en het nog meer toepassen van onderhoudsarme materialen, zijn wij ervan overtuigd dat een tekort binnen het meerjarenperspectief kunnen voorkomen.
83/126
Lokale heffingen Deze paragraaf heeft betrekking op de gemeentelijke belastingen en heffingen. Belastingen en heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten. Deze paragraaf bevat een verantwoording van de beleidsvoornemens en geeft een overzicht op hoofdlijnen van de diverse belastingen en heffingen. De lokale lasten zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid; ze raken namelijk de burger direct in de portemonnee en daarbij wil de burger waar voor zijn geld. Lokale belastingen en heffingen staan momenteel sterk in de (politieke) belangstelling.
Ingegaan wordt op de ontwikkelingen in de lokale heffingen in 2015. Om meer inzicht te geven in de positie van de gemeente Someren is een overzicht opgenomen op regionaal niveau. Hierbij moet worden aangetekend dat de verschillen in lastenpotentie tussen de gemeenten in belangrijke mate worden gecompenseerd door het verdeelsysteem van het gemeentefonds. Daardoor zijn de verschillen in tarieven tussen de gemeenten in belangrijke mate het gevolg van het verschil in kwantiteit en kwaliteit van de lokale voorzieningen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van de beleidsuitvoering. Hierbij is een normerende, sturende en controlerende functie voor het bestuur weggelegd. Dit laatste niet alleen om de lastendruk te beheersen maar evenzeer om na te gaan of de burger waar voor zijn geld krijgt.
Onderstaand is een overzicht van de opbrengsten weergegeven. Programma
werkelijk
begroting 2014
begroting
2013
na wijziging
2015
Onroerende-zaakbelastingen
3.566.943
3.776.675
3.846.250
Reinigingsheffingen
1.280.190
1.173.299
1.171.551
Rioolheffing en rioolaansluitrecht
1.150.291
1.220.690
1.268.012
Hondenbelasting
64.844
63.750
74.632
Niet-ingezetenenbelasting
74.838
126.500
120.000
Leges publiekszaken
160.493
176.300
166.300
Leges VROM / RBO
518.365
535.000
594.000
6.815.964
7.072.214
7.240.745
Totaal
Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De OZB is een algemeen dekkingsmiddel. Deze belasting wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak (WOZ-waarde).
Onder de naam “onroerende-zaakbelastingen” (OZB) worden van binnen de gemeente gelegen onroerende zaken twee belastingen geheven: 1. Een gebruikersbelasting van degene die op 1 januari van het kalenderjaar een niet-woning in gebruik heeft. 2. Een eigenarenbelasting van degene die op 1 januari het eigendom heeft van een woning of nietwoning.
84/126
De VNG is momenteel bezig de systematiek van de macronorm voor 2015 te wijzigen. In Someren stijgt, op grond van het bestaand beleid, de totale opbrengst OZB voor 2015 met 1,8%.
Op basis van eerdere besluitvorming wordt voor 2015 uitgegaan van: -
Een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld (1,5%);
-
Een jaarlijkse vermeerdering van de totale waarde met € 10 miljoen als gevolg van bouw, verbouw etc. (€ 5 miljoen voor de woningen en € 5 miljoen voor de niet-woningen).
Aangezien nog niet duidelijk is wat de waardeontwikkelingen zijn van de woningen en niet-woningen, kan nog geen prognose worden gemaakt van de tarieven. Pas na afronding van de herwaardering is de daadwerkelijke waardeontwikkeling inzichtelijk. Bij de vaststelling van de Verordening onroerendezaakbelastingen 2015 worden de tarieven definitief vastgesteld.
Wet waardering onroerende zaken De WOZ-waarde van onroerende zaken wordt jaarlijks vastgesteld. De herwaardering 2015 wordt gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2014. De woningen worden geautomatiseerd gewaardeerd met behulp van het pakket GeoTax en de courante niet-woningen met het pakket van SENS IT. De incourante en agrarische objecten worden getaxeerd met behulp van landelijke taxatiewijzers. De landelijke cijfers laten zien dat de marktprijzen in 2013 een daling vertonen van ongeveer 4% voor woningen en voor niet-woningen van 1,2%.
De vergoeding van de kosten voor de uitvoering van de Wet WOZ vindt plaats door een specifieke uitkering aan elke gemeente via het gemeentefonds. Deze vergoeding is berekend naar rato van het aantal woningen, het aantal niet-woningen en het aantal adressen in het buitengebied.
Hondenbelasting De hondenbelasting is vormgegeven als een bestemmingsheffing, waarbij de opbrengst is gerelateerd aan de kosten. Hondenbelasting wordt geheven van houders van honden die binnen de bebouwde kom woonachtig zijn. De honden in het buitengebied zijn vrijgesteld van hondenbelasting; deze honden veroorzaken geen overlast waarvoor maatregelen moeten worden getroffen c.q. kosten worden gemaakt. Als criterium voor de "bebouwde kom" wordt de verkeerstechnische grens (komborden) toegepast.
Bij de opbrengst hondenbelasting 2015 wordt uitgegaan van 100% kostendekking. Voor het belastingjaar 2014 bedroegen de kosten iets lager dan het jaar er voor en kwamen de inkomsten door een lager aantal honden eveneens lager uit. Voor 2015 is de verwachting dat er geen substantiële wijzigingen ten opzichte van 2014 zullen voordoen. Op basis van het huidige aantal honden wijzigen de tarieven naar verwachting derhalve niet: Tarieven hondenbelasting 2015, per jaar: Tarief Eerste hond Tweede en volgende hond Kennel
€ 42,60 € 64,80 € 114,00
85/126
Afvalstoffen en reinigingsrechten De opbrengst is bestemd voor de inzameling en verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen en is maximaal 100% kostendekkend op begrotingsbasis. Uitgangspunt bij de berekening van de tarieven is dat de vaste kosten verwerkt zijn in het vaste tarief en de variabele kosten verwerkt zijn in het variabel tarief. De tarieventabel behorende bij de verordening Afvalstoffenheffing wordt jaarlijks in december definitief vastgesteld.
De afvalstoffenheffing/reinigingsrechten wordt geheven door middel van een vast recht in combinatie met een bedrag per lediging van een afvalcontainer (DIFTAR).
Rioolheffing Met de rioolheffing worden de kosten die de gemeente maakt voor de uitvoering van de zorgplichten voor afvalwater en voor hemel- en grondwater verhaald. Deze heffing mag hooguit kostendekkend zijn. Het nieuwe “Verbreed gemeentelijk rioleringsplan” (v-GRP) met bijbehorend kostendekkingsplan is in de raadsvergadering van augustus 2012 behandeld. Hierin is de hoogte van de heffing in 2013 en de ontwikkeling van de heffing voor de daarop volgende jaren aangegeven.
Hieruit volgt dat de tarieven voor 2015 bedragen: Tarief Woningen
€ 140,10
Niet-woningen
€ 209,90
Kwart-tarief
€ 35,00
De rioolheffing wordt geheven van de eigenaar van een perceel dat op 1 januari direct of indirect is aangesloten de gemeentelijke riolering. De tarieven zijn gedifferentieerd naar woning, niet-woning en een “kwart”-tarief voor objecten met een vloeroppervlak dat kleiner is dan 40 m².
Rioolaansluitrecht De aansluitkosten voor aansluiting op een gemengd stelsel en voor aansluiting op een gescheiden stelsel worden conform bestaand beleid verhoogd met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld, zijnde 1,5%.
Niet-ingezetenenbelasting Niet-ingezetenenbelasting wordt op grond van artikel 224 van de Gemeentewet geheven van nietingezetenen. Bij de heffing geldt geen restrictie dat het om toeristische of recreatieve overnachtingen moet gaan. De niet-ingezetenenbelasting van een belastingjaar wordt opgelegd en ingevorderd in het daarop volgende jaar.
Het tarief wordt jaarlijks verhoogd met het CBS-indexcijfer over het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld. In verband met een tijdige communicatie richting de ondernemers wordt bij de vaststelling van de verordening voor het nieuwe jaar in december tevens het tarief voor het daarop volgend jaar bepaald. Voor het tarief van 2015 dient daarom het indexcijfer 2012, zijnde 2,5% toegepast te worden en voor 2006 het indexcijfer van 2013 van 1,5%.
86/126
Het tarief per overnachting was voor 2015 berekend op € 1,22. Voor 2016 bedraagt het berekende tarief €1,24. In het verleden is afgesproken dat het tarief pas wordt verhoogd, wanneer de verhoging afgerond 5 cent bedraagt. Het voorgaande houdt in dat voor het belastingjaar 2015 het tarief wordt vastgesteld op € 1,20 en voor het belastingjaar 2016 op € 1,25. .
In onderstaande raming van de opbrengst 2015 wordt, rekeninghoudend met de vrijstelling van de niet-ingezetenenbelasting voor jongeren tot de leeftijd van 16 jaar die onder verantwoordelijkheid van een georganiseerde jeugdbeweging in een groepsaccommodatie verblijven, inclusief de leiding, uitgegaan van 60.000 toeristische overnachtingen en 40.000 overnachtingen door arbeidsmigranten. Er is een dalende tendens in het aantal overnachtingen waar te nemen. De oorzaken hiervan zijn met name economische crisis, de vrijstellingen van jeugdgroepen en de inschrijvingen van de arbeidsmigranten in het BRP, het voormalige GBA, (door deze inschrijvingen ontvangt de gemeente wel bijdrage uit het gemeentefonds). Daarnaast is het nog niet duidelijk hoeveel toeristische overnachtingen erbij komen door nieuwe ontwikkelingen.
Raming opbrengst 2015 Toeristen Overnachtingen Opbrengst
Arbeidsmigranten
Totaal
60.000
40.000
100.000
€ 72.000
€ 48.000
€ 120.000
Leges De legesopbrengsten worden grotendeels opgebracht door de opbrengsten van bouwgerelateerde leges (omgevingsvergunningen) en de leges voor de producten van publiekszaken.
Woonlasten regionaal In onderstaande tabel zijn de woonlasten voor meerpersoonshuishouden 2014 in de regio gemeenten weergegeven. Deze gegevens zijn afkomstig van de “Atlas van de lokale lasten 2014” die is uitgegeven door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). De woonlast is het totaal dat een meerpersoonshuishouden in een woning met een gemiddelde waarde betaalt aan onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Tabel belastingdruk 2014 per woonruimte in % hoger
in de regio-gemeenten
dan Someren Someren
€ 738,00
0%
Asten
€ 696,00
-5,69%
Geldrop/Mierlo
€ 591,00
-19,92%
Laarbeek
€ 641,00
-13,14%
Gemert-Bakel
€ 858,00
16,26%
Cranendonck
€ 759,00
2,85%
Helmond
€ 703,00
-4,74%
Deurne
€ 914,00
23,85%
Heeze-Leende
€ 953,00
29,13%
87/126
Kwijtschelding Op grond van de belastingverordeningen in Someren kan kwijtschelding worden verleend voor de betaling van afvalstoffenheffing. Of een belastingplichtige in aanmerking komt voor kwijtschelding, wordt beoordeeld aan de hand van een inkomens- en vermogenstoets op grond van door het Rijk vastgestelde normen. De daarbij te hanteren kosten van bestaan worden vastgesteld op 100% van de inkomsten van de belastingplichtige. Beleid in Someren is dat aan bijstandsgerechtigden automatisch kwijtschelding wordt verleend als voldaan wordt aan de inkomenstoets. Jaarlijks wordt in Someren aan ongeveer 150 belastingplichtigen kwijtschelding verleend.
88/126
Bedrijfsvoering Inleiding In 2014 is een nieuwe coalitie aangetreden. De ontwikkeling van de organisatie en bedrijfsvoering voor de komende jaren is nog door het vorige college in gang gezet. De basis en uitgangspunten zoals die in de nota “Organisatie en personeel” zijn verwoord zullen ook door ons college uitgangspunt van beleid blijven. Dat betekent dat we zullen inzetten op een organisatie die een zelfstandige gemeente Someren op adequate wijze kan faciliteren en ondersteunen, met accenten op regionale samenwerking, vertrouwen in onze burgers en het waarschijnlijk in regie plaatsen van taken en werkzaamheden.
Bezuinigingen Voor de bezuinigingen voor de komende jaren zijn afspraken gemaakt. Een belangrijk onderdeel daarvan is de bezuiniging op de organisatie. De uitvoering van de nota “organisatie en personeel” moet deze bezuiniging van € 600.000,- mogelijk maken. Wij zetten krachtig in op de in deze nota benoemde onderdelen.
Regionale samenwerking in Peelverband en met de gemeente Asten In 2014 is de regionale uitvoering van de bestaande Wmo-zorg gestart. Per 1 januari komen daarbij: de nieuwe taken in het kader van de transities Awbz, de jeugdzorg en de Participatiewet. Dat betekent dat opnieuw medewerkers van onze organisatie de stap naar de Peel zullen maken. Naast de regionale samenwerking binnen het sociaal domein, zal ook in 2015 verder uitvoering worden gegeven aan de overige taken die binnen de GR De Peel zullen worden gebracht. Ook dat willen we weer zo veel mogelijk met eigen medewerkers doen. De samenwerking sociaal domein heeft ons overigens wel geleerd dat we een goed evenwicht moeten blijven houden tussen de werkzaamheden die voor De Peel worden verricht en de werkzaamheden in huis. Het tot stand brengen van een adequate regionale samenwerking vraagt veel energie en inzet. Dat zal onze onverdeelde aandacht blijven vragen. Zoals afgesproken zullen wij u via de commissies op de hoogte blijven houden van de vorderingen die we op het gebied van de samenwerking maken zowel procedureel als inhoudelijk.
In 2014 is conform afspraak uitvoering gegeven aan de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Asten en zijn zogenaamde dienstverleningsovereenkomsten gesloten op een aantal werkgebieden (buitendienst, maatschappelijke ontwikkeling, belastingen, I&A en integrale veiligheid & openbare orde). Hoewel het uitgangspunt blijft dat de samenwerking in de Peel onze eerste prioriteit is en blijft, willen we ook de samenwerking met onze buurgemeente blijven koesteren. Daar waar we win-win-situaties zien voor onze beide gemeenten, zullen we ook op dit niveau elkaar op blijven zoeken.
Regie We hebben ons een beeld gevormd van de taken en werkzaamheden waarvan het aantrekkelijk is om de uitvoering door derden te laten plaats vinden. Dat kan zijn via regionale organisaties als Odzob en Veiligheidsregio, maar eventueel ook via marktpartijen. Dit proces is inmiddels al in gang gezet. 89/126
Vanzelfsprekend zullen we daarbij alle zorgvuldigheid in acht nemen, zeker waar sprake is van personele gevolgen. Doorontwikkeling organisatie Alle ontwikkelingen die in de nota “organisatie en personeel” zijn aangegeven zullen hun weerslag hebben op de organisatie. Te voorzien is dat een aanzienlijk deel van de huidige medewerkers door verdere regionalisering en regiebewegingen elders hun werk zullen vinden. Daarnaast verwachten we dat door een voortzettende digitalisering en het “lean maken” van processen de organisatie niet alleen qua structuur, maar ook in omvang zal veranderen. Een afgeslankte, maar daadkrachtige organisatie is het doel dat ons voor ogen staat. Dat betekent dat we voor een goed sociaal vangnet moeten zorgen waarmee we deze hele transformatie ook vanuit sociaal perspectief kunnen begeleiden. Op het moment dat we deze tekst schrijven liggen de onderhandelingen met het georganiseerd overleg en de vakbonden nog steeds stil. Een sociaal statuut is er dus nog niet, maar ons streven is erop gericht dat zo snel als mogelijk wel te sluiten. Het spreekt voor zich dat afspraken in een sociaal statuut gepaard zullen moeten gaan met de benodigde financiële middelen om deze afspraken waar te maken. Daarover zullen wij u verdere voorstellen voorleggen.
Stand van zaken E-budget
Inleiding Bij vaststellen van de programmabegroting 2011 heeft de raad ingestemd met een IP-post van € 1.545.525. Het was de bedoeling dat met dit bedrag vorm werd gegeven aan het concept “Gemeente heeft Antwoord” (ook bekend als de zgn E-gemeente). Doel van dit concept is om de dienstverlening kwalitatief en qua efficiency op een hoger plan te brengen. Dit gebeurt door de invoering van een aantal wettelijk verplichte basisregistraties, het creëren van één ingang tot de gehele overheid middels een Klant Contact Centrum (KCC) en een sterke digitalisering van de processen. In de IP-post is opgenomen dat de realisatie vanaf 2015 tot een structureel efficiencyvoordeel voor Someren zou leiden van € 400.000 per jaar. Tevens was opgenomen dat dit project in nauwe samenwerking met gemeente Asten zou worden uitgevoerd om de kosten en inspanningen tijdens de realisatiefase, zoveel mogelijk te beperken. Tot zover de tekst uit de programmabegroting 2011.
Stand van zaken medio 2014 Inmiddels zijn we 3 ½ jaar verder en kunnen we constateren dat er een flink aantal zaken gerealiseerd zijn maar dat er ook een aantal uitgangspunten veranderd zijn: -
landelijk is de aandacht voor het concept “Gemeente heeft Antwoord” afgenomen. Vooral het idee dat de gemeente als “de” ingang voor de gehele overheid moet functioneren staat niet meer prominent op de agenda. Wel heeft het kabinet in de “Visiebrief digitale overheid 2017” van minister Plasterk, aangegeven te blijven streven naar een overheid waarmee zaken zoveel mogelijk digitaal af te handelen zijn. De datum 2017 is echter niet (meer) hard.
-
De samenwerking met Asten is de afgelopen jaren fors veranderd. Daardoor is begin 2013 de gezamenlijke realisatie van de E-gemeente beeindigd. Alleen de inspanningen op het gebied van de wettelijke verplichte basisregistraties worden gezamenlijk uitgevoerd. 90/126
-
Er is sprake van een groot aantal zaken (waaronder ICT) die tzt in de Peel zullen worden ondergebracht. Voor vergaande digitalisering zal daarom het nodige afgestemd dienen te worden.
Dit alles heeft geleid tot een heroriëntatie die uiteindelijk zijn beslag weet te krijgen in de kadernota Organisatie en Personeel met bijbehorende bestuursopdracht. Hierin is opgenomen dat de gemeente Someren: -
gaat voor een zelfstandig gemeente die eigen koers bepaalt
-
vertrouwen heeft in burgers en medewerkers
-
uitgaat van een procesgerichte organisatie
-
uitvoerende werkzaamheden zoveel mogelijk in regie zet
-
een effectieve dienstverlening aan de burger centraal stelt
-
streeft naar samenwerken in regionaal verband
De ontwikkeling steunt nu naast digitalisering op het inrichten van de organisatie met Lean-gemaakte processen waarmee de structurele besparing toch gerealiseerd kan worden, zij het 1 jaar later.
Wat is er tot nu toe gerealiseerd:
-
Europese dienstenrichtlijn is ingevoerd
-
Centrale voorziening decentrale regelgeving is ingevoerd
-
Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) is geïmplementeerd
-
Burgerservice nummer (BSN) is geïmplementeerd
-
Registratie niet-ingezetenen is gerealiseerd als module binnen de GBA
-
Er is een start gemaakt met modernisering Gemeentelijke Basis Administratie (GBA)
-
Er is start gemaakt met basisregistratie waardering onroerende zaken (WOZ)
-
Er is een start gemaakt met basisregistratie Grootschalige basiskaart (GBKT/Topografie)
Op het gebied van KCC / dienstverlening: -
website is vernieuwd waarbij ondermeer: o internetbetaling mogelijk is gemaakt o producten / dienstencatalogus is ingericht o web richtlijnen zijn vastgesteld o DigiD wordt toegepast o Samenwerkende catalogi zijn ingevoerd
-
klantenbalies zijn ingericht en afsprakensysteem is geïntroduceerd
-
telefooncentrale is vernieuwd
-
noodstroom-aggregaat is aangeschaft voor de borging van de continuïteit omdat de organisatie snel afhankelijk wordt van de beschikbaarheid van elektrische en elektronische systemen
-
er zijn e-formulieren ontwikkeld.
Op het gebied van digitaliseren van processen: -
Document Management Systeem (DMS Verseon) is operationeel
-
er is start gemaakt met Geo-informatie / GIVAS 91/126
-
plan van aanpak opgesteld om de organisatie van taak- naar zaakgericht werken om te vormen.
Wat staat er op de planning voor 2015: Wettelijke basisregistraties: op dit moment zijn onderhanden de GBK (Grootschalige BasisKaart Topografie, de koppeling van de BAG met de WOZ, en de BRP (Basisregistratie Personen, de voormalige GBA of Bevolkingsadministratie). Het betreft de technische voorzieningen en het opbouwen van die registraties, en de elektronische koppelingen voor het binnengemeentelijk gebruik ervan.
Dienstverlening: door het vervangen van de website kan nu gestart worden met e-formulieren, die in de loop van het Verandertraject geautomatiseerd zaken zullen starten in Verseon.
Digitaliseren processen: er wordt nu de omslag gemaakt van taak- naar zaak-/procesgericht werken. Daarvoor is projectleider aangetrokken die een plan van aanpak heeft opgesteld: De Verandering Realiseren. Er is budget beschikbaar voor de capaciteit die dit plan vraagt. Met de uitvoering van dit plan wordt de omslag voor 1-1-2016 gemaakt en de doelstellingen uit kadernota en bestuursopdracht gerealiseerd.
92/126
Financiering Per 1 januari 2001 is de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) in werking getreden. In samenhang met deze wet zijn in de comptabiliteitsvoorschriften bepalingen opgenomen ter bevordering van de transparantie van de financiële verslaglegging door openbare lichamen. Meer concreet houdt dit in dat openbare lichamen financieringsparagrafen in hun jaarverslag moeten opnemen. Deze paragraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie.
Situatie gemeente Someren In januari 2010 werd een nieuw treasurystatuut vastgesteld. Aanpassing was noodzakelijk vanwege gewijzigde uitvoeringsregelingen alsmede ontwikkelingen op de internationale geld- en kredietmarkten. Door deze aanpassingen wordt weer voldaan aan bestaande regelgeving en beschikken we weer over een adequaat beleidskader.
Treasurybeheer Omschrijving
Boekwaarde
Mutaties
Boekwaarde
01-01-2015
2015
31-12-2015
Investeringen: Materiële vaste activa (gewone dienst) Immateriële vaste activa Financiële vaste activa Grondexploitatie Totaal (a)
36.397.000
-1.144.000
35.253.000
0
0
0
9.915.000
-2.627.000
7.288.000
11.852.000
-8.920.000
2.932.000
58.164.000
-12.691.000
45.473.000
54.026.000
-811.000
53.215.000
5.708.000
-1.762.000
3.946.000
Financieringsmiddelen: Reserves Voorzieningen Langlopende geldleningen
13.500.000
13.500.000
Totaal (b)
73.234.000
-2.573.000
70.661.000
Financieringsoverschot (b-a)
15.070.000
10.118.000
25.188.000
Er bestaat op dit moment geen specifieke financieringsbehoefte. Uit de opstelling blijkt dat er aan het eind van 2015 sprake is van een financieringsoverschot van € 25 miljoen. Ten opzichte van het begin van het jaar neemt het overschot toe met 10 miljoen. Deze stijging is met name het gevolg van geraamde grondverkopen (13,5 miljoen) en aflossingen van belegde obligatieleningen. In 2015 worden 2 obligatieleningen afgelost met een nominale waarde van in totaal € 2.650.000,--.
Opgenomen geldleningen In de loop van 2012 werd een lening aangetrokken van € 13.500.000,-- met een looptijd van 5 jaar en een rentepercentage van 2,28. De lening werd name aangetrokken voor financiering van de grondaankoop van het Lauruscomplex. Het financieringsoverschot zal t.z.t. worden aangewend voor aflossing van deze geldlening. 93/126
Gemeentefinanciering De gemeente voert, gelet op haar publiekrechtelijke taak om maatschappelijk kapitaal te beheren, een risicomijdend treasury beleid. Binnen dit risicomijdend beleid stelt de gemeente zich ten doel een zo hoog mogelijk rendement over het belegd vermogen en/of zo laag mogelijke kosten over leningen te realiseren, binnen duidelijk geformuleerde randvoorwaarden ter beperking van risico’s.
Eind 2013 is de regeling schatkistbankieren ingevoerd. Ingevolge deze regelgeving is de gemeente Someren verplicht overtollige gelden aan te houden bij het Rijk. Hiertoe is een rekening courant geopend bij het Rijk.
De nominale waarde van de belegde gelden bedraagt € 9.050.000,--. Dit bedrag is belegd in het Klassiek Obligatiemandaat. De betreffende beleggingsportefeuille is opgebouwd uit obligaties (schuldbewijzen) van een aantal nationale en internationale banken.
De portefeuille ziet er medio september 2014 als volgt uit: Product
Nominaal
%
Jaar van
Jaarlijkse
aflossing
Rente opbrengst
Den Danske bank 05/18
1.250.000,00
4,100
2018
51.250,00
UBS Jersey 04/19
1.250.000,00
4,500
2019
56.250,00
ING bank 04/19
1.250.000,00
4,625
2019
57.812,50
Banco Bilbao Vizcaya Arg 04/19
1.000.000,00
4,375
2019
43.750,00
Royal Bank of Scotland 04/21
1.300.000,00
4,625
2021
60.125,00
Landesbank Berlin 15
1.400.000,00
4,375
2015
61.250,00
Nord L/B Lux 15
1.250.000,00
3,625
2015
45.312,50
350.000,00
4,750
2017
16.625,00
Intesa Sanpaolo 07/17 Totalen
9.050.000,00
392.375,00
Nadere toelichting De leningen van de Landesbank Berlin en Nord L/B Lux 15 vallen in de loop van 2015 vrij. Voor herbelegging van de leningen is uitgegaan van een percentage van 0,6.
Risicobeheer De belangrijkste algemene financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn koersrisico’s, renterisico’s en kredietrisico’s. Hieronder wordt weergegeven in welke mate deze risico’s zich bij onze gemeente voordoen en op welke wijze de gemeente deze risico’s beheerst.
1. Koersrisicobeheer
De koersrisico’s van de gemeente zijn zeer beperkt omdat uitsluitend middelen worden uitgezet in vastrentende waarden, zoals deposito’s en obligaties. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op de einddatum is dus geen sprake van koersrisico’s.
94/126
2. Renterisicobeheer
Door schommelingen in de rentevoet loopt een gemeente renterisico. Het renterisico kan worden gemeten door middel van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
Algemeen De kasgeldlimiet begrenst de omvang van de korte financiering (korter dan een jaar). De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar.
Situatie Someren Bij toepassing van deze norm bedraagt de kasgeldlimiet voor de gemeente Someren € 3,8 miljoen. Momenteel zijn er geen leningen aangegaan met een looptijd van maximaal een jaar. Dat betekent dat het renterisico onder de kasgeldlimiet uitkomt.
Renterisiconorm
Algemeen De renterisiconorm heeft tot doel om het renterisico bij het opnemen van leningen te beheersen/beperken. Het effect van de renterisiconorm op de financieringswijze is dat de herfinanciering van vaste leningen niet ineens plaatsvindt, maar over een periode van minimaal vijf jaar wordt gespreid. Dit betekent dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen voor gemeenten niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.
Situatie Someren Voor 2015 bedraagt de renterisiconorm voor de gemeente Someren € 9 miljoen. De gemeente Someren kent slechts één lening. In 2012 is een geldlening van € 13,5 miljoen aangegaan met een looptijd van 5 jaar tegen een vast rentepercentage. Een belangrijk deel hiervan werd gebruikt voor de financiering van een grondaankoop. Er wordt van uitgegaan dat deze lening op het einde van de looptijd volledig wordt afgelost en dat geen sprake is van herfinanciering. Voorwaarde hierbij is wel dat de gronduitgifte weer op gang zal komen. Aangezien voor de berekening van de renterisiconorm alleen dat gedeelte van het vreemd vermogen in aanmerking wordt genomen dat onderhevig is aan herfinanciering of renteherziening wordt deze lening niet in aanmerking genomen bij de berekening van de norm. Dit houdt in dat de gemeente Someren uitkomt onder de gestelde norm.
95/126
Grondbeleid Grondbeleid is een beleidsterrein dat continue in beweging is. De doelstellingen, zoals opgenomen in de programmabegroting en de Nota Grondbeleid, vormen de kaders waarbinnen gewerkt moet worden. In deze paragraaf wordt het doen en laten op grondzakengebied verantwoord. Daarbij is transparantie voor de raad het sleutelwoord én het uitgangspunt. Waarom is die doorzichtigheid zo belangrijk? Uiteraard vanwege het grote financiële belang en de daarbij horende risico’s. In feite treden we op als een maatschappelijk bedrijf dat grond ontwikkelt en aan de man brengt. Daarbij kunnen winsten worden gemaakt maar ook verliezen worden geleden. Duidelijkheid daarin heeft bovendien een directe relatie met de doelstellingen in de voornoemde beleidsstukken.
Bestuurlijke doelstelling Om een verantwoord grondbeleid tot uitvoer te brengen moet de gemeente een effectief en strategisch beleid voeren op alle deelterreinen. Jarenlang heeft het accent op een actieve grondpolitiek gelegen. Verwerven impliceerde min of meer automatisch een gegarandeerde afzetmogelijkheid. De afgelopen jaren zijn voor de woningbouwlocaties nagenoeg alle gronden aangekocht. Voor bedrijventerreinen heeft dit waar mogelijk plaatsgevonden. De woningbouw/bedrijvenmarkt is echter in diverse opzichten veranderd: hoewel de grondverkopen blijven lopen, worden eerder geprognosticeerde opbrengsten niet gehaald. Een ontwikkeling die weliswaar algemeen waarneembaar is, maar daarom niet minder zorgwekkend is. De bestuurlijke doelstelling kan bij deze tendens niet achterblijven: maatwerk en flexibiliteit zijn de nieuwe sleutelwoorden. Anno 2015 dient het grondbeleid actief richting te geven aan vastgestelde of nader vast te stellen bestuurlijke doelen, daarbij maximaal inspelend op de meest wenselijke ontwikkeling van volkshuisvestelijke, economische, maatschappelijke, sociale, culturele of financiële doelstellingen. Met de vaststelling van uw recentste nota grondbeleid in november 2011 heeft u uitgesproken dat ook voor de komende jaren het grondbeleid gericht blijft op een actief beleid, waarbij vooraf per project of planontwikkelingsgebied een haalbaarheidsstudie of quick-scan wordt verricht met betrekking tot de risico’s en kosten. Per nieuwe situatie wordt dus bezien of actief dan wel faciliterend grondbeleid wordt toegepast. Daarbij worden voorwaarden gesteld over soort woningen, grondprijzen en dergelijke.
Consequentie nieuw grondbeleid Het nieuwe grondbeleid houdt in dat gekozen is voor een enigszins terughoudender actief grondbeleid. Dit is gebaseerd op de economische situatie, waarin met name de woningmarkt verkeert. Duidelijk is dat aan de lopende grondexploitaties niets meer te veranderen valt omdat de gronden reeds zijn verworven en investeringen zijn gedaan in aankopen, onderzoeken en bouwrijp maken. Het is nu zaak om de exploitaties binnen de aangehouden looptijden en/of noodgedwongen mogelijk nog te verlengen looptijden en met een positief resultaat af te ronden. Daarvoor zijn het afgelopen jaar de nodige inspanningen verricht. Onder andere hebben verschillende bouwplanontwikkelingen plaatsgevonden in samenwerking met woningstichtingen en projectontwikkelaars. Echter de omstandigheden in de woningmarkt zijn dusdanig verslechterd dat verschillende geplande woningbouwprojecten (bijvoorbeeld Grouwels Daelmans, van Bergen, Ballast Nedam) niet zijn gestart door de slechte verkoopresultaten. 96/126
Samen met de ontwikkelaars zijn we aan het bezien in hoeverre een herontwikkeling van kavels en in bepaalde gevallen een andere locatie binnen Waterdael III soulaas kan bieden. Inzet is de bouw van verkoopbare woningen zonder ook maar enigszins afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit. Ook de verkoop van individuele kavels is tamelijk moeizaam verlopen, hoewel het laatste half jaar een licht stijgende vraag naar bouwkavels waarneembaar is. We moeten afwachten of en hoe deze zich gaat voortzetten. We hebben veel energie gestoken in het ‘warm’ maken/houden van mogelijke gegadigden voor een bouwkavel, bijvoorbeeld door een gemakkelijke zoekingang op de gemeentelijke website te realiseren, het samenstellen van een aansprekend informatiepakket, het aangaan van persoonlijke informatiegesprekken en het telefonisch benaderen van gegadigden die (nog) niet concreet gereageerd hebben. Verder zijn erfpacht en de starterslening geïntroduceerd als verkoopstimulerende maatregelen. Wonderen moeten hier echter niet van verwacht worden. Gevolg van het niet volledig realiseren van geprognosticeerde grondverkopen is dat plannen in de tijd opschuiven naar 2015 en volgende jaren. Het probleem is dat we te maken hebben met een macroeconomisch probleem dat niet zo maar door de gemeente kan worden opgelost, hoewel voor onze gemeente wel grote financiële belangen spelen. Wij stellen dan ook alles in het werk om daar waar mogelijk de woningbouw weer op gang te krijgen. Daarbij blijven we uitdrukkelijk wel vasthouden aan de door uw raad vastgestelde grondprijzen. Wij blijven alert op ontwikkelingen in de markt en daarop eventueel te nemen maatregelen. Aan de hand van de stand van zaken per 31 december 2013 hebben wij de grondexploitaties opnieuw op actualiteit en looptijd bezien. Wij hebben tevens een worst case scenario doorgerekend waarbij de looptijden van de exploitaties zijn verlengd met vijf jaar. De resultaten worden in de passage ‘Resultaat grondexploitaties in de gemeente Someren’ beschreven.
In de grondnota 2011 is het volgende financiële beleid vastgesteld:
Winstnemingen grondbedrijf In de praktijk kan de ontwikkeling van resultaten gedurende de looptijd van het plan sterk fluctueren. Gezien deze omstandigheid hanteren wij een systematiek die rekening houdt met de daadwerkelijk gerealiseerde winst. Dit wordt bereikt door afroming van de winst naar rato van het aantal verkochte m² in relatie tot het totaal. Voorwaarde voor het afromen van de winst is echter dat de gerealiseerde opbrengsten hoger zijn dan de gerealiseerde kosten.
Reservepositie Voor de financiële risico’s in de bouwgrondexploitatie is een algemene reserve grondbedrijf gevormd. Deze reserve dient om schommelingen binnen de grondexploitaties op te vangen. Bij financiële afwikkeling van complexen worden de voordelige of nadelige exploitatiesaldi verrekend met deze reserve. Ook kunnen aankopen, waarvan het niet verantwoord is de kosten volledig ten laste van het exploitatiegebied te brengen, ten laste van deze reserve worden gebracht. Rekening houdend met bestaande claims heeft de algemene reserve grondbedrijf enkel nog de functie van weerstandsvermogen. Daarnaast wordt de reserve ingezet als tijdelijk dekkingsmiddel voor gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen en/of waarvoor nog geen exploitatieberekening voor handen is. De financiële ruimte hiervoor is echter beperkt. Daarom is besloten om voorzichtig om te gaan met het oormerken van gelden uit deze reserve.
97/126
Het beleid van de gemeente Someren is erop gericht dat jaarlijks een prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie wordt opgesteld. Indien hieruit verliezen blijken, dan worden hiervoor voorzieningen gevormd. De berekening van de resultaten geschiedt op basis van contante waarde. Voor de resultaatbepaling wordt de grondexploitatie als één geheel gezien. Met andere woorden, verwachte verliezen en winsten mogen worden gesaldeerd. Voor een eventueel nadelig saldo dient dekking te worden gevonden. Echter, in die gevallen dat verliesgevende complexen in de tijd gezien eerder worden afgesloten dan complexen waarvan de winsten nodig zijn voor dekking van de geprognosticeerde verliezen, kan compensatie van verliezen en winsten uit het oogpunt van voorzichtig beleid niet onverkort plaatsvinden.
In het kader van het inzichtelijk maken van risico’s van de exploitatie wordt een onderscheid gemaakt in twee soorten risico’s. Dat zijn: a. Voorzienbare risico’s (risico’s op planniveau). Voorzienbare risico’s worden jaarlijks bij de actualisatie van de exploitatieopzetten berekend. Voor verwachte verliezen wordt een voorziening getroffen of dient de getroffen voorziening te worden aangepast. In de jaarrekening 2013 werd voor het Lauruscomplex een negatief exploitatieresultaat verwacht. Voor dit bedrag is een verliesvoorziening gevormd. In de begroting 2015 wordt ervan uitgegaan dat dit complex in 2015 wordt afgewikkeld. Het negatieve resultaat wordt gecompenseerd door de resultaten van het ontwikkelen van de bedrijventerreinen aan de Lage Akkerweg en Witvrouwenbergweg. b. Onvoorzienbare of algemene risico’s (conjuncturele of marktrisico’s). Onder onvoorzienbare of algemene risico’s zijn te verstaan risico’s die samenhangen met conjuncturele ontwikkelingen waardoor de gronduitgifte over de hele linie stagneert. Ook komt de toerekening van interne apparaatskosten in gevaar. In de grondnota is bepaald dat de minimale hoogte van de algemene reserve grondbedrijf dient te voldoen aan een door Gedeputeerde Staten geaccepteerde norm. Als norm wordt een combinatie van de IFLO-norm en de scenario-analyse gehanteerd. De IFLO-norm is gebaseerd op het totaalbedrag van de volgende twee componenten: •
10% van de boekwaarde van de gronden in exploitatie;
•
10% van de nog te maken kosten van de gronden in exploitatie.
Daarnaast wordt per plan aangegeven wat het risico is bij de meest negatieve optie van scenarioontwikkeling. Voor de berekening van de noodzakelijke omvang van de reserve wordt per plan uitgegaan van het hoogste berekende geldelijke risico. Hierbij is als worst case scenario vijf jaar uitstel van grondverkopen gehanteerd. De minimale omvang van de algemene reserve grondbedrijf is gelijk aan de som van de hoogste risico’s per plan. Op begrotingsbasis is de minimale buffer hiermee berekend op € 4,7 miljoen. De laagst begrote stand van de algemene reserve grondbedrijf in de periode 2015-2018 is € 6,5 miljoen. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de norm zoals deze in de grondnota is vastgesteld.
Resultaat grondexploitaties in de gemeente Someren Hierna wordt een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie gegeven. Deze resultaten zijn exclusief de stortingen in de reserve bijzondere werken en buitengebied in ontwikkeling (beiden € 5,-- per uitgegeven m2).
98/126
Bedragen x € 1.000,--
*) Tijdens de jaarrekening 2013 is voor de laatste keer gerapporteerd ten aanzien van de verwachte resultaten van de grondexploitaties. **) Dit betreffen verwachte resultaten ten tijde van het opstellen van deze begroting, deze zijn dus nog niet gerealiseerd!
Tussen de jaarrekening 2013 en de begroting 2015 is alleen een verschil in het verwachte resultaat van Brede School Diamant (inbreidingslocaties Someren-Noord) ad. € 390.000,--. Dit verschil is het gevolg van het toevoegen van de locatie Sijlkensstraat aan dit complex.
Lauruscomplex / bedrijfsontwikkeling Witvrouwenbergweg en Lage Akkerweg II In april 2012 is het Lauruscomplex aangekocht. Het betreft een zogenaamde locatie die voor herstructurering in aanmerking komt. In het provinciaal ruimtelijk beleid dient hieraan namelijk voorrang te worden gegeven alvorens tot ontwikkeling van nieuwe locaties voor bedrijven kan worden overgegaan. Voor het Lauruscomplex is een grondexploitatie geopend. Op basis van een globale toetsing van de economische haalbaarheid werd aanvankelijk voor het Lauruscomplex een verlies verwacht. Echter deze ontwikkeling samen met de bedrijfsontwikkeling aan de Witvrouwenbergweg en het gemeentelijk deel van het plangebied Lage Akkerweg II zou door verevening toch tot een positief resultaat leiden. Onmiddellijk na eigendomsverwerving zijn actief verkooponderhandelingen met diverse belangstellenden gestart. Deze hebben in december 2012 geleid tot de ondertekening van de eerste verkoopovereenkomst met betrekking tot een gedeelte van het complex ter grootte van 1,7 ha. Ook de onderhandelingen voor de rest van het complex lijken succesvol te kunnen worden afgesloten en hebben in 2013 en 2014 tot enkele concrete verkopen geleid. Inmiddels heeft het voorontwerp bestemmingsplan voor de bedrijfsontwikkeling Witvrouwenbergweg ter inzage gelegen. De bestemmingsplanprocedure wordt naar verwachting in 2014 afgerond. Ook de voorbereiding van de afronding van Lage Akkerweg vordert en ook hier wordt de bestemmingsplanprocedure naar verwachting in 2014 afgerond.
99/126
Grondverkoopprijzen
De voorgestelde grondverkoopprijzen voor 2015 zijn als volgt: Verkoopprijs per m²
Prijs in € in 2015
Sociale huurwoningen
186,--
Sociale koopwoningen
186,--
Vrije sector
265,--
Wonen+
265,--
Bedrijventerrein (basistarief)
145,--
Bedrijventerrein (zichtlocatie)
165,--
Kantoren c.a. Witvrouwenbergweg
172,--
Alle prijzen zijn exclusief BTW. Gelet op de huidige financieel-economische situatie waardoor de woningmarkt stagneert en ook de investeringen door bedrijven achter blijven, vinden wij het niet gewenst om de grondprijzen te verhogen. Dit zou ons inziens een verkeerd signaal zijn en de verkoop van gronden niet bevorderen. Wij stellen dan ook voor om geen verhoging van de grondprijzen door te voeren en de prijzen van 2014 voor 2015 te handhaven.
100/126
Financiële begroting
101/126
Overzicht baten en lasten per programma Baten en lasten per programma In dit hoofdstuk is een samenvattend overzicht opgenomen van de baten en lasten van de programma's.
Het overzicht van baten en lasten bevat de volgende onderdelen: 1. Meerjarenperspectief 2. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 3. Resultaat voor en na bestemming 4. Toelichting op het overzicht baten en lasten. a. Gerealiseerde bedragen 2013, begroting 2014 na wijziging en begroting 2015 (inclusief verschillenanalyse) b. Incidentele baten en lasten per programma c. Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
Lasten worden weergegeven met een "-" en baten met een "+". Resultaat (voor en na bestemming) en saldo met een "-" betekent een negatief resultaat of saldo (lasten zijn groter dan baten).
Meerjarenperspectief Onderstaand overzicht bevat per programma de raming van de baten en lasten en het resultaat. Meerjarenperspectief Programma
2015
2016
2017
2018
Bestuur en Dienstverlening
-2.750.662
-2.752.254
-2.755.142
-2.748.915
Openbare Orde en Veiligh./Integr. handh.
-1.548.083
-1.551.392
-1.550.477
-1.528.908
Verkeer, Vervoer en Openbare ruimte
-4.270.175
-4.063.861
-3.893.161
-3.983.939
-689.296
-685.215
-674.630
-666.298
-3.461.817
-3.515.050
-3.577.220
-3.662.459
lasten
Economische Zaken en Toerisme Milieu en Water Sport en Cultuur
-3.226.947
-3.110.892
-3.041.478
-3.044.132
-11.088.125
-11.073.380
-10.841.969
-10.830.871
Onderwijs
-1.918.647
-1.909.823
-1.900.425
-1.891.026
Werk en Inkomen
-6.669.702
-6.668.958
-6.667.761
-6.663.397
-16.696.953
-11.020.881
-5.830.176
-7.868.435
-1.756.296
-1.137.897
-1.052.423
-1.040.907
-54.076.704
-47.489.603
-41.784.862
-43.929.286
282.025
282.025
282.025
282.025
85.206
85.111
85.015
84.920
Verkeer, Vervoer en Openbare ruimte
706.470
420.361
269.598
294.828
Economische Zaken en Toerisme
214.618
209.255
200.518
191.780
3.109.361
3.164.674
3.240.204
3.310.509
Sport en Cultuur
576.675
559.716
557.909
554.660
Maatschappelijke zorg en Jeugd
924.527
890.527
886.536
882.539
Maatschappelijke zorg en Jeugd
Ruimtelijke ordening en volkshuisv. Algemene dekkingsmiddelen Totaal lasten baten Bestuur en Dienstverlening Openbare Orde en Veiligh./Integr. handh.
Milieu en Water
102/126
Onderwijs Werk en Inkomen
356.385
352.540
348.700
344.857
5.598.912
5.538.698
5.538.698
5.538.698
Ruimtelijke ordening en volkshuisv.
15.702.889
10.034.034
4.828.391
6.871.333
Algemene dekkingsmiddelen
26.525.618
25.756.494
25.339.775
24.959.282
54.082.687
47.293.436
41.577.370
43.315.432
5.982
-196.167
-207.492
-613.854
Totaal baten Resultaat
In de meerjarenraming 2016 t/m 2018 zijn alle structurele inkomsten en uitgaven conform de bedragen in de begroting 2015 opgenomen. Er wordt in de meerjarenraming uitgegaan van constante prijzen, er is dus zowel aan de inkomstenals aan de uitgavenkant geen rekening gehouden met indexering.
103/126
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen, het betreft met name de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij besteedbare heffingen evenals de specifieke uitkeringen worden in de programma’s, waarvan ze voor een deel de kosten dekken, onder de baten verantwoord.
Overzicht vrij besteedbare dekkingsmiddelen. Algemene dekkingsmiddelen
a.
Jaarrekening
Begroting 2014
2013
na wijziging
Begroting 2015
Lokale middelen, waarvan de besteding niet gebonden is: * OZB gebruikers * OZB eigenaren * Niet-ingezetenenbelasting
b. c.
Algemene uitkering Dividend:
584.298
625.000
637.500
2.982.016
3.151.675
3.208.750
74.838
126.500
120.000
15.062.065
15.390.066
19.029.283
23.012
18.000
18.000
162.740
132.139
-150.790
18.888.969
19.443.380
22.862.743
Bank Nederlandse Gemeenten
d.
Saldo van de financieringsfunctie
Totaal
Dit betekent dat er voor 2015 € 22.862.743,-- aan algemene dekkingsmiddelen beschikbaar is.
Saldo financieringsfunctie Het saldo van de financieringsfunctie is gedefinieerd als het saldo van de rentelasten en de aan de exploitatie doorberekende rente (rentebaten).
Post onvoorzien Er is, conform wettelijk voorschriften een bedrag opgenomen voor onvoorziene uitgaven. De post onvoorzien is ter dekking van niet voorziene uitgaven in 2015 en bedraagt € 40.000,--.
104/126
Resultaat voor en na bestemming In onderstaand overzicht wordt onderscheid gemaakt tussen het resultaat voor bestemming (exclusief mutaties reserves) en het resultaat na bestemming (inclusief mutaties reserves). 2015 Programma
Lasten
Baten
Saldo
Bestuur en Dienstverlening
-2.750.662
282.025
-2.468.637
Openbare Orde en Veiligh./Integr. handh.
-1.546.363
80.300
-1.466.063
Verkeer, Vervoer en Openbare ruimte
-3.983.354
237.859
-3.745.495
-669.296
174.618
-494.678
-3.441.254
3.109.359
-331.894
Economische Zaken en Toerisme Milieu en Water Sport en Cultuur
-3.216.552
498.722
-2.717.830
-10.993.112
560.038
-10.433.074
Onderwijs
-1.913.803
140.374
-1.773.429
Werk en Inkomen
-6.669.702
5.538.698
-1.131.004
-15.460.923
14.832.419
-628.504
-1.250.423
25.636.348
24.385.925
-51.895.445
51.090.761
-804.684
Maatschappelijke zorg en Jeugd
Ruimtelijke ordening en volkshuisv. Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming Bestuur en Dienstverlening
0
0
0
-1.720
4.906
3.186
-286.821
468.611
181.790
Economische Zaken en Toerisme
-20.000
40.000
20.000
Milieu en Water
-20.563
2
-20.561
Sport en Cultuur
-10.395
77.953
67.558
Maatschappelijke zorg en Jeugd
-95.013
364.489
269.476
-4.844
216.011
211.167
0
60.214
60.214
-1.236.030
870.470
-365.560
-505.873
889.270
383.397
-2.181.259
2.991.925
810.666
-54.076.704
54.082.687
5.982
Openbare Orde en Veiligh./Integr. handh. Verkeer, Vervoer en Openbare ruimte
Onderwijs Werk en Inkomen Ruimtelijke ordening en volkshuisv. Algemene dekkingsmiddelen Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Een saldo van € 810.666,-- op mutaties reserves betekent dat er per saldo voor € 810.666,-- uit de reserves wordt gehaald en als opbrengst wordt toegevoegd aan de programma's waaronder de desbetreffende reserves vallen.
Voor de onderbouwing van het saldo mutaties reserves wordt verwezen naar de tabel "Verloop van de reserves en voorzieningen" in het onderdeel "Overzicht financiële positie".
105/126
Toelichting op het overzicht baten en lasten
Omschrijving
Jaar rekening
Begroting
Begroting
Verschil 2014
2014 na
2015
/ 2015
2013
wijzigingen Bestuur en Dienstverlening
-2.926.760
-2.709.242
-2.468.637
240.605
Openbare Orde en Veiligh./Integr. handh.
-1.296.609
-1.284.912
-1.462.877
-177.965
Verkeer, Vervoer en Openbare ruimte
-3.778.257
-3.477.100
-3.563.705
-86.605
Economische Zaken en Toerisme
-240.415
-283.737
-474.678
-190.941
Milieu en Water
-289.908
-423.853
-352.455
71.398
Sport en Cultuur
-2.377.566
-2.661.560
-2.650.272
11.287
Maatschappelijke zorg en Jeugd
-4.962.040
-5.283.406
-10.163.598
-4.880.192
Onderwijs
-1.959.613
-1.687.517
-1.562.262
125.256
-678.190
-989.106
-1.070.790
-81.684
Werk en Inkomen Ruimtelijke ordening en volkshuisv.
-1.019.821
-1.056.901
-994.064
62.837
Algemene dekkingsmiddelen
21.543.524
20.397.670
24.769.322
4.371.652
2.014.345
540.335
5.983
-534.352
Resultaat
Voor wat betreft de verschillenanalyse zijn we als volgt te werk gegaan. In de totalen per programma zijn ook de bedragen van het investeringsprogramma opgenomen. Om een juiste vergelijking met de exploitatiecijfers van vorig jaar mogelijk te maken, zijn de totaalbedragen per programma gezuiverd van investeringen.
Verder is in de analyse het verschil in de kostenplaatsen en de kapitaallasten in één bedrag per programma opgenomen. Voor alle programma's samen is het verschil in de kostenplaatsen bijna € 29.000,-- voordelig. Het totale verschil in kapitaallasten is ruim € 10.000,-- nadelig. Gelet op de geringe hoogte van de verschillen zijn deze verder niet nader toegelicht.
Programmawijziging Zoals reeds aangegeven is de indeling in voorgeschreven functies onlangs aangepast. Hierbij worden de kosten voor Algemene voorzieningen WMO en Jeugd onder eenzelfde functie verantwoord. Deze indeling komt niet overeen met de programma-indeling zoals wij die tot nu toe hanteerden. Hierbij worden de kosten van maatschappelijke dienstverlening en jeugd namelijk in twee aparte programma’s opgenomen. Om onnodige administratieve werkzaamheden te vermijden en om de transities beter te kunnen monitoren hebben wij het onderdeel Jeugd van het programma Jeugd en Onderwijs overgeheveld naar het programma Maatschappelijke Zorg.
106/126
Verschillenanalyse begroting t.o.v. begroting voorgaand jaar na wijziging (per per programma) Verschillenanalyse Programma 1 Saldo begroting 2015
-2.468.637
Saldo begroting 2014
-2.709.242
Totaal verschil
240.605
Investeringsprogramma 2015
0
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten)
0
Verschil bestaand beleid
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen Verschil kapitaallasten
240.605
80.702 0
College van B&W / MT: - lagere salariskosten ivm vermindering formatie wethouders
32.000
- lagere lasten voormalig wethouders ivm werkzaamheden elders
23.000
Overige aangelegenheden bestuur: - hogere legesopbrengsten bijzondere wetten ivm aanpassing legesverodening
8.000
- lagere lasten geraamd voor juridisch advies, contractenbeheer en behandeling bezwaarschriften op basis van werkelijke kosten voorgaande jaren
17.000
Burgerzaken: - lagere verkiezingskosten doordat er één verkiezingsronde minder is
11.000
Bestuurlijke samenwerking: - lagere bijdrage aan het SRE door overheveling van taken (zie ook programma 4) Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
63.000 5.903 240.605
Verschillenanalyse Programma 2 Saldo begroting 2015
-1.462.877
Saldo begroting 2014
-1.284.912
Totaal verschil
-177.965
Investeringsprogramma 2015
0
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten)
0
Verschil bestaand beleid
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen Verschil kapitaallasten
-177.965
-81.202 58.317
Brandbestrijding: - huurinkomsten door verhuur van de brandweerkazerne aan de Veiligheidsregio
50.000
- hogere bijdrage aan de Veiligheidsregio (VRBZO) ivm overdracht van de brandweertaken Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
-196.000 -9.080 -177.965
107/126
Verschillenanalyse Programma 3 Saldo begroting 2015
-3.563.705
Saldo begroting 2014
-3.477.100
Totaal verschil
-86.605
Investeringsprogramma 2015
-282.400
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten) Verschil bestaand beleid
-61.040 134.755
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-26.222
Verschil kapitaallasten agv. hogere boekwaarde per 1-1-2015
-34.584
Wegen, straten en pleinen: - verhoging waterschapslasten verhardingen vanaf 2015
-17.500
- lagere kosten bermen door geen ecologisch beheer toe te passen op smalle bermen
10.000
- in 2014 hogere kosten bermen geraamd ivm achterstand
25.700
Aanpassingen openbaar gebied: - verlaging budget aanpassingen openbaar gebied vanaf 2015
10.000
Natuurbescherming: - éénmalige uitkering ivm opheffing Onderlinge Gemeentelijke Bosverzekering in 2014
-55.000
Mutatie reserves: - hogere onttrekking reserves investeringsprogramma Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
221.360 1.001 134.755
Verschillenanalyse Programma 4 Saldo begroting 2015
-474.678
Saldo begroting 2014
-283.737
Totaal verschil Investeringsprogramma 2015 Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten) Verschil bestaand beleid
-190.941 -20.000 0 -170.941
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-44.965
Verschil kapitaallasten ivm rentelasten grondverkopen via erfpachtconstructie
-97.518
Industrie: - in 2015 lagere rente inkomsten ivm minder verkopen via erfpachtconstructie
-12.400
Overig openbaar groen en openluchtrecreatie: - overheveling kosten GEO/VTE/Routestructuren van product Bestuurlijke samenwerking naar Overige openbaar groen en openluchtrecreatie (zie programma 1)
-35.900
Mutatie reserves: - hogere onttrekking reserves investeringsprogramma Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
20.000 -158 -170.941
108/126
Verschillenanalyse Programma 5 Saldo begroting 2015
-352.455
Saldo begroting 2014
-423.853
Totaal verschil Investeringsprogramma 2015
71.398 0
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten)
-163.540
Verschil bestaand beleid
-92.142
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen Verschil kapitaallasten
24.356 3.439
Riolering en waterzuivering: - lagere bespaarde rente (compensatie: rente nadeel programma 11)
66.000
- voordeel doorberekening van kostenplaatsen riolering heeft lagere rioolheffing tot gevolg
-23.000
Milieuvergunningen: - hogere kosten ODZOB agv indexering en overdracht Vvgb-gelden vanuit provincie (compensatie: hogere algemene uitkering programma 11)
-22.000
Handhaving: - verlaging budget extern deskundigen handhaving
23.100
Mutatie reserves: - lagere onttrekking reserves investeringsprogramma Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
-163.540 -497 -92.142
Verschillenanalyse Programma 6
Saldo begroting 2015
-2.650.272
Saldo begroting 2014
-2.661.560
Totaal verschil
11.288
Investeringsprogramma 2015
0
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten)
0
Verschil bestaand beleid
11.288
Verschil doorberekening kostenplaatsen
-70.390
Verschil kapitaallasten
24.977
Sport: - hogere huuropbrengsten sportterreinen ivm aanleg kunstgrasvelden - lagere salarislasten zwembad ivm vermindering formatie
12.000 9.000
Kunst en cultuur: - lagere lasten afbouw subsidie muziekschool - lagere structurele lasten kunstbevordering ivm vorming van een krediet Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
9.000 14.000 12.701 11.288
109/126
Verschillenanalyse Programma 7 Saldo begroting 2015
-10.163.598
Saldo begroting 2014
-5.283.406
Totaal verschil
-4.880.192
Investeringsprogramma 2015
-68.700
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten)
-95.000
Verschil bestaand beleid
-4.906.492
Verschil doorberekening kostenplaatsen
28.901
Verschil kapitaallasten
36.265
WMO voorzieningen: - vanaf 2015 lasten opvang en beschermd wonen (tegenhanger: uitkering sociaal domein
-2.069.500
programma 11) Sociaal cultureel werk: - lagere lasten gemeenschapshuizen: per saldo door minder subsidiekosten, meer
15.000
huuropbrengsten en een hogere storting in de onderhoudsvoorziening voor de Einder - lagere lasten participatie bijzondere groepen / versterking verenigingen ivm bezuinigingen
30.000
Maatschappelijke begeleiding en advies: - lagere lasten Implementatiebudget AWBZ
120.400
- besparing huisvestingskosten Kansplus Den Dissel
15.000
- lagere lasten Algemeen maatschappelijk werk ivm bezuinigingen
10.000
- lagere lasten woningaanpassingen gehandicapten ivm bezuinigingen
20.000
Huishoudelijke zorg: - lagere lasten Huishoudelijke verzorging door bezuinigingen
35.000
Jeugd- en jongerenwerk: - verlaging subsidie aan de Comeet
23.000
Jeugdgezondheidszorg: - hogere kosten door programma Video Home Training en stijging aantal kinderen
-17.000
- lagere lasten ivm implementatiebudget Jeugdzorg - vanaf 2015 lasten voorzieningen Natura Jeugd (tegenhanger: uitkering sociaal domein
31.000 -3.201.800
programma 11) Mutatie reserves: - hogere onttrekking reserves investeringsprogramma
68.700
- lagere onttrekking reserve decentralisatie AWBZ
-66.400
Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
14.942 -4.906.492
Verschillenanalyse Programma 8
Saldo begroting 2015
-1.562.262
Saldo begroting 2014
-1.687.517
Totaal verschil
125.255
Investeringsprogramma 2015
0
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten)
0
Verschil bestaand beleid
125.255
110/126
Verschil doorberekening kostenplaatsen
34.815
Verschil kapitaallasten
34.893
Huisvesting onderwijs: - lagere lasten schoolgebouwen ivm overheveling onderhoud naar scholen
143.000
Gemeenschappelijke baten / lasten onderwijs: - lagere lasten schoolbegeleiding ivm bezuinigingen
25.000
Kinderdagopvang: - minder huuropbrengsten door opzegging huur Korein
-13.000
Mutatie reserves: - lagere onttrekking reserves investeringsprogramma
-95.000
- lagere onttrekking reserve transitie jeugdzorg
-14.400
Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
9.947 125.255
Verschillenanalyse Programma 9 Saldo begroting 2015
-1.070.790
Saldo begroting 2014
-989.106
Totaal verschil
-81.684
Investeringsprogramma 2015
0
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten)
0
Verschil bestaand beleid
Verschil doorberekening kostenplaatsen
-81.684
-8.328
Bijstandsverlening en inkomensvoorzieningen: - hogere lasten (bijstand)uitkeringen WWB-Inkomensdeel ivm toename aantal cliënten
-200.000
- hogere lasten IOAZ-uitkering ivm nieuwe aanvraag
-18.000
- hogere rijksbijdrage gebundelde uitkering
325.000
Gemeentelijk minimabeleid: - hogere lasten bijzondere bijstand ivm de crisis - lager geraamde lasten minimaverordening Meedoen ivm bezuinigingen - hogere lasten voor intensivering armoede en schuldenbeleid
-10.000 10.000 -45.000
Mutatie reserves: - lagere onttrekking reserve frictiekosten Wet werken naar vermogen
-129.000
- lagere onttrekking reserve asielzoekers
-4.000
Overige verschillen per saldo
-2.356
Totaal verschil bestaand beleid
-81.684
Verschillenanalyse Programma 10
Saldo begroting 2015
-994.064
Saldo begroting 2014
-1.056.901
Totaal verschil Investeringsprogramma 2015 Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten) Verschil bestaand beleid
62.837 -108.400 -8.400 162.837
111/126
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
-4.470
Verschil kapitaallasten exclusief grondbedrijf
48.603
Ruimtelijke ordening: - verhoging leges bestemmingsplannen
54.000
- verlaging lasten planschades
27.700
Bouwvergunningen: - lagere onderhoudskosten software
15.300
- hogere bouwleges
35.000
Grondexploitatie: - lagere huuropbrengst gebruiksovereenkomst grond
-27.000
Mutatie reserves: - hogere rente toevoeging algemene reserve grondbedrijf
-90.000
- hogere onttrekking reserves investeringsprogramma
100.000
Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
3.704 162.837
Verschillenanalyse Programma 11 Saldo begroting 2015
24.769.322
Saldo begroting 2014
20.397.670
Totaal verschil
4.371.652
Investeringsprogramma 2015
-201.000
Investeringsprogramma 2014 (excl. structurele posten)
-403.608
Verschil bestaand beleid
Verschil doorberekeningen van kostenplaatsen
4.169.044
95.646
Tegenhanger voordeel kapitaallasten programma 1 t/m 10
-84.472
Lagere afschrijvingslasten
149.000
Geldleningen: - hogere rentebaten geldleningen < 1 jr (gebaseerd op 0,06% rente) - lagere beheerskosten uitgezette gelden ivm afname beheerd vermogen - lagere rente-opbrengsten ivm herziening rente obligatieportefeuille
107.000 26.000 -64.000
Algemene uitkeringen: - lagere algemene uitkering conform meicirculaire 2014 - vanaf 2015 hogere uitkering sociaal domein (lasten bijgeraamd in programma 7)
-1.487.000 5.271.300
Algemene baten en lasten: - verlaging stelpost onvoorziene lasten
100.000
Gemeenschappelijke belastingen: - hogere opbrengsten OZB op basis van de werkelijke ontvangsten over 2014
117.000
Kostenplaatsen: - lagere lectuurlasten door overgang van personeel naar ODZOB/Peel 6.1 etc. - lagere inkoopkosten
20.000 10.000
- vervallen bijdragen in salarislasten ivm beëindigen samenwerking gemeente Asten
-53.000
- besparing ivm bezuiniging 2 fte directie en managementteam
194.000
- hogere besparing DVO RBO Buitendienst met Asten (2015 tov 2014) - hogere salarislasten agv CAO akkoord - hogere doorberekening in tarieven agv CAO akkoord
46.300 -71.200 31.200
112/126
Mutaties reserves: - minder onttrekkingen reserves programma 11 Overige verschillen per saldo Totaal verschil bestaand beleid
-228.800 -9.930 4.169.044
113/126
Incidentele baten en lasten per programma Door de opsomming van de incidentele baten en lasten wordt informatie gegeven die relevant is voor het beoordelen van de financiële positie en de meerjarenraming. Pr. Omschrijving 03
2016
-12.700
-25.000
03
Maatregelen civiele kunstwerken (IP15/50303)
03
Uitbreiding carpoolplaats (IP15/50307)
-26.200
03
Torenplein en Lambertusstraat (IP15/50306)
-98.400
03
Verlagen bermen buitengebied (IP12/50308)
-25.000
03
Subsidie stimuleringskader groen/blauwe
-25.000 -10.000
diensten (IP13/50310)
-41.000
03
Herstel vijver Julianapark (IP15/50301)
-24.100
03
Kleine aanpassingen openbaar gebied
-21.400
-21.400
-20.000
-20.000
-113.000
-56.000
06
Muziekschool
07
De Weijers (IP15/50701)
10
Lasten actieprogramma woonvisie
10
Bestemmingsplan buitengebied (IP15/11000)
10
Uitvoering peelagenda (IP13/51001)
11
Kosten verandertraject (IP15/21101)
-200.000
11
Kosten realisatie besparing Peelsamenwerking
-200.000
-20.000
-20.000
-15.000 -5.000
-5.000
-100.000 -8.400
-8.400
Hogere salariskosten RBO buitendienst tlv reserve sociaal beleid
-84.436
11
Extra kosten OR
-30.000
11
Lasten 3 jaarlijkse personele verplichting
Subtotaal incidentele lasten 11
-41.000
Opstellen uitvoeringsprogramma recreatie en toerisme (IP15/50400)
11
2018
Aanpassing parkeervoorzieningen woongebieden (IP15/50300)
04
2017
Herinrichten gedeelte van Heesvenstraat (IP15/40300)
03
2015
Onderuitputting investeringen
Subtotaal incidentele baten
Incidenteel resultaat voor bestemming Incidentele toevoeging aan reserves Incidentele onttrekkingen aan reserve Incidenteel resultaat na bestemming
-72.338
-25.000 -1.049.636
-274.138
-20.000
-30.000
5.975
44.139
101.720
8.806
5.975
44.139
101.720
8.806
-1.043.661
-229.999
81.720
-21.194
-1.133.670
-470.868
-212.650
-296.161
2.083.519
707.219
297.263
390.769
-93.812
6.352
166.333
73.414
Dit betekent dat in het resultaat een bedrag van € 93.812,-- is opgenomen als incidenteel nadeel.
114/126
Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Prog
Omschrijving
Div.
Toevoeging rente
03
IP13/40304: storting reserve rehabilitatie licht belaste wegen
03
Storting reserve bossen
05
Storting reserve riolering
10
Resultaat grondbedrijf
11
Rente Algemene risicoreserve wordt t.g.v. VAR gebracht
11
Storting reserve bindingsactiviteiten / bijzonder belonen
11
Storting reserve automatisering
Subtotaal structurele toevoegingen Div.
Onttrekking kapitaallasten herijking
03
Onttrekking kapitaallasten Aankoop vijverpompen Slievenvijver en Reconstructie Floreffestraat
03
Begroting
Meerjaren
2015
2016
2017
2018
381.995
353.635
369.448
370.193
86.000
86.000
86.000
86.000
0
12.350
0
0
20.563
30.620
53.148
0
360.700
1.450.515
502.885
1.065.806
45.000
45.000
45.000
45.000
6.500
6.500
6.500
6.500
146.831
251.877
261.477
301.359
1.047.589 2.236.497 1.324.458 1.874.858 -390.517
-365.457
-357.105
-346.704
0
-7.200
-7.200
-7.200
Onttrekking reserve bossen
-49.630
0
-31.650
-22.900
03
Onttrekking reserve buitengebied in ontwikkeling
-10.000
-10.000
-10.000
-10.000
05
Onttrekking reserve riolering ivm hogere exploitatielasten
0
0
0
-4.315
06
Onttrekking kapitaallasten Zonnecellen de Postel, Aanleg kunstgras voetbalveld Someren Dorp, Aanleg kunstgras voetbal- en korfbalveld Someren-Heide
-16.511
-16.511
-16.511
-16.511
07
Onttrekking reserve basisvoorziening
-63.499
-63.499
-63.499
-63.499
07
Onttrekking kapitaallasten IDOP-SE aanpassen gemeenschapshuis en -plein, Aanpassingen de Weijers
-4.146
-4.146
-4.146
-4.146
08
IP12/40801: onttrekking lasten vervanging speeltoestellen
-53.700
-53.700
-53.700
-53.700
08
Onttrekking kapitaallasten IHP
-201.476
-197.925
-194.374
-190.823
09
Onttrekking reserve asielzoekers
-60.214
0
0
0
11
Rente Algemene risicoreserve wordt t.g.v. VAR gebracht
-45.000
-45.000
-45.000
-45.000
11
Onttrekking reserve bindingsactiviteiten / bijzonder belonen
-1.000
-26.000
-1.000
-1.000
11
Onttrekking kapitaallasten E-gemeente noodaggregaat en telefooncentrale
-12.714
-12.714
-12.714
-12.714
-908.406
-802.152
-796.899
-778.512
Subtotaal structurele onttrekkingen Saldo structurele toevoegingen en onttrekkingen
139.183 1.434.345
527.559 1.096.346
115/126
Overzicht financiële positie
116/126
De jaarlijks terugkerende aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) mogen voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume geen voorzieningen c.q. balansposten meer worden gevormd.
Vakantiegeld wordt opgebouwd van juni t/m mei. Door de gemeente is het vakantiegeld (8%) van een volledig jaar (januari t/m december) opgenomen onder de post salariskosten in de begroting.
Voor de volgende verplichtingen is wel een voorziening gevormd omdat het jaarlijks volume kan fluctueren: •
Voorziening pensioenen wethouders;
•
Voorziening sociaal beleid.
117/126
Investeringen Een investering is een uitgaaf voor een goed of object met een gebruiksduur langer dan een jaar.
In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt onderscheid gemaakt tussen investeringen met economisch nut en investeringen met maatschappelijk nut. Investeringen met economisch nut zijn alle investeringen die bijdragen aan de mogelijkheid middelen te verwerven en/of die verhandelbaar zijn. De gemeente heeft ook investeringen die geen middelen genereren, maar wel duidelijk een publieke taak vervullen. Het gaat hierbij om investeringen in water, wegen, civiele kunstwerken, groen en kunstwerken. Dit zijn investeringen met maatschappelijk nut.
Alle investeringen met economisch nut moeten worden geactiveerd. Dit betekent dat deze investeringen als actief op de balans worden opgenomen en dat daarover wordt afgeschreven gedurende de levensduur. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut kunnen worden geactiveerd. Boekwaarde bestaande activa met economisch nut
Ultimo 2015
Programma 1: Bestuur en dienstverlening
0
Programma 2: Openbare orde en veiligheid/Integrale handhaving
336.578
Programma 3: Verkeer, vervoer en openbare ruimte
637.939
Programma 4: Economische zaken en toerisme Programma 5: Milieu en water
2.524.500 277.592
Programma 6: Sport en cultuur
3.849.873
Programma 7: Maatschappelijke zorg en Jeugd
5.089.095
Programma 8: Onderwijs
13.189.978
Programma 9: Werk en inkomen Programma 10: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Programma 11: Algemene dekkingsmiddelen
Totaal
Boekwaarde bestaande activa met maatschappelijk nut
0 158.122 8.592.308
34.655.985
Ultimo 2015
Programma 1: Bestuur en dienstverlening
0
Programma 2: Openbare orde en veiligheid/Integrale handhaving
0
Programma 3: Verkeer, vervoer en openbare ruimte
7.822.022
Programma 4: Economische zaken en toerisme
0
Programma 5: Milieu en water
0
Programma 6: Sport en cultuur
0
Programma 7: Maatschappelijke zorg en Jeugd
48.105
Programma 8: Onderwijs
14.701
Programma 9: Werk en inkomen
0
Programma 10: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
0
Programma 11: Algemene dekkingsmiddelen
0
Totaal
7.884.828
118/126
Nieuwe investeringen met economisch nut
2015
Programma 11: Algemene dekkingsmiddelen:
38.550
- Vervanging Ford 85-VTR-3 inclusief Hiab kraantje
Totaal
38.550
In 2015 vinden geen nieuwe investeringen met maatschappelijk nut plaats. Financiering De financiering bij de gemeente Someren geschiedt conform het Treasurystatuut. Voor meer informatie wordt verwezen naar paragraaf 6.6 Financiering.
119/126
Verloop van de reserves en voorzieningen Reserves en voorzieningen lijken ogenschijnlijk op elkaar, het zijn beide spaarpotten voor toekomstige uitgaven. Er is wel een wezenlijk verschil. Reserves zijn eigen vermogen. Voorzieningen zijn verplichtingen waar de raad niet onderuit kan, vreemd vermogen dus.
Een reserve is een bedrag dat apart is gezet door de raad, maar waar geen verplichting voor bestaat. Dat geld kan de gemeente vrij aanwenden. De reserves worden onderscheiden in de algemene reserve en de bestemmingsreserves.
Een voorziening is een apart gezet bedrag voor onvermijdelijke toekomstige uitgaven waarvan tijdstip en omvang niet exact bekend zijn (bijvoorbeeld onderhoud wegen). Afhankelijk van allerlei omstandigheden zal dat vroeg of laat aan de orde zijn. De voorzieningen worden onderscheiden in onderhoudsvoorzieningen en voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s. De hoogte van de voorzieningen is gebaseerd op onderhoudsplanningen voor de komende tien jaar of op actuele berekeningen van de verplichting, het verlies of het risico. Saldo begin 2015
Vermeerderingen
Verminderingen
Saldo eind 2015
Algemene reserves 1 Algemene reserve grondbedrijf
6.763.023
495.960
791.117
6.467.866
2 Algemene risicoreserve
1.500.000
45.000
45.000
1.500.000
3 Algemene reserve vrij aanwendbaar
1.834.868
55.046
697.400
1.192.514
33.067.508
45.000
0
33.112.508
43.165.399
641.006
1.533.517
42.272.888
1 Reserve wachtgeldregeling voormalig wethouders
0
0
0
0
2 Reserve rekenkamerfunctie
0
0
0
0
53.474
6.500
1.000
58.974
4 Vastgelegde algemene reserve
Bestemmingsreserves
3 Reserve bindingsactiviteiten / bijzonder belonen 4 Reserve rehabilitatie licht belaste wegen
886.000
86.000
0
972.000
5 Reserve automatisering
551.183
146.831
0
698.014
6 Reserve E-gemeente
123.936
0
12.714
111.222
7 Reserve schoolgebouwen
750.668
0
0
750.668
8 Reserve bossen
118.137
0
49.630
68.507
9 Reserve groenbeheer
389.802
46.629
0
436.431
10 Reserve frictiekosten Wet werken naar vermogen
200.000
0
0
200.000
11 Reserve basisvoorziening
272.324
0
63.499
208.825
12 Reserve decentralisatie AWBZ
32.543
0
0
32.543
13 Reserve asielzoekers
60.214
0
60.214
0
14 Reserve transitie jeugdzorg
92.591
0
0
92.591
88.000
0
0
88.000
224.032
20.563
0
244.595 0
15 Reserve afval 16 Reserve riolering 17 Reserve milieubeheer
0
0
0
18 Reserve dekking niet-structurele lasten 2015/2018
0
497.400
497.400
0
19 Reserve heractivering
4.102.379
123.073
390.517
3.834.935
20 Egalisatiereserve BCF
95.875
0
23.970
71.905
21 Reserve artikel 22
19.329
580
5.000
14.909
767.865
317.856
152.100
933.621
23 Reserve buitengebied in ontwikkeling
685.498
294.821
10.000
970.319
24 Reserve sociaal beleid
359.965
0
84.436
275.529
25 Reserve kapitaallasten
462.669
0
20.657
442.012
22 Reserve bijzondere werken
120/126
26 Reserve HNG-depot
Totaal reserves
523.631
0
87.272
436.359
10.860.115
1.540.253
1.458.409
10.941.959
54.025.514
2.181.259
2.991.926
53.214.847
395.719
0
26.500
369.219
69.526
1.000
0
70.526
274.860
0
117.068
157.792
0
832.645
832.645
0
90.957
0
90.957
0
530.405
20.000
58.095
492.310
Voorzieningen 1 Voorziening wethouders 2 Voorziening spaar-ADV 3 Voorziening wachtgeldregeling voormalig wethouders 4 Voorziening onderhoud wegen 5 Voorziening rehabilitatie licht belaste wegen 6 Voorziening openbare verlichting 7 Voorziening monumenten 8 Voorziening onderhoud riolering 9 Voorziening sociaal beleid
169.189
22.689
22.689
169.189
1.453.579
295.431
738.869
1.010.141
178.986
0
72.485
106.501
10 Voorziening liquidatie SRE Milieudienst
247.500
0
0
247.500
11 Voorziening Lauruscomlex
551.346
0
551.346
0
1.745.497
512.921
935.765
1.322.653
5.707.564
1.684.686
3.446.419
3.945.831
12 Voorziening onderhoud gebouwen Totaal voorzieningen
Toelichting Reserves
Algemene reserve grondbedrijf De vermeerdering van de reserve grondbedrijf betreft met name de afwikkelingen van bouwgrondexploitatie t.w. 't Vaartje € 360.700,--) en de jaarlijkse rentetoevoeging (€ 135.260,--). De vermindering van de reserve grondbedrijf wordt enerzijds veroorzaakt door de overheveling naar de reserve buitengebied in ontwikkeling/reserve bijzondere werken (overheveling van € 589.641,-- naar rato van verkochte aantal m²) en anderzijds een onttrekking van kapitaallasten in het kader van onderwijshuisvesting van € 201.476,--.
Algemene risicoreserve De vermeerdering van de algemene risicoreserve betreft de bijgeschreven rente die uiteindelijk wordt toegevoegd aan de vastgelegde algemene reserve.
Algemene reserve vrij aanwendbaar/Vastgelegde algemene reserve De mutaties in de algemene reserve vrij aanwendbaar bestaan uit de jaarlijkse rentebijschrijving van € 55.046,-- en onttrekkingen in het kader van het investeringsprogramma (jaarschijf 2015 € 497.400,--) en het (nog) niet gerealiseerde deel van samenwerking van € 200.000,--.
Reserve bindingsactiviteiten Conform bestaand beleid wordt jaarlijks € 6.500,-- gestort in deze reserve.
Reserve rehabilitatie wegen Conform bestaand beleid wordt jaarlijks € 86.000,-- gestort in deze reserve.
121/126
Reserve automatisering Conform bestaand beleid is deze reserve bedoeld voor het vervangen van apparatuur voor dataopslag, back en uitwijk. Deze reserve heeft het karakter van een egalisatiereserve. Conform het plan worden jaarlijks bedragen toegevoegd en ontrokken aan deze reserve.
Reserve E-gemeente Conform het E-realisatieplan worden jaarlijks bedragen onttrokken aan deze reserve.
Reserve bossen De reserve is enerzijds ingesteld voor het dekken van toekomstige exploitatietekorten en anderzijds het opstellen van een bosbeheerplan. Daarnaast worden de kosten van de herplant van de voormalige stort in Lierop aan de reserve ontrokken. Hiervoor wordt in 2015 een bedrag van € 30.000,-opgenomen. Het resterende bedrag van de onttrekking betreft het nadelig exploitatieresultaat.
Reserve groenbeheer Conform bestaand beleid wordt jaarlijks € 46.629,-- gestort in deze reserve.
Reserve frictiekosten Werken naar Vermogen Het nadelig saldo op de bijstandsverlening ad € 128.948,-- wordt aan de reserve onttrokken.
Reserve basisvoorziening Het reïntegratietekort (exclusief lasten kostenverdeling) binnen het Participatiebudget wordt ten laste van de reserve basisvoorziening gebracht.
Reserve decentralisatie AWBZ Ten laste van deze reserve worden implementatiekosten gebracht.
Reserve asielzoekers Het inburgeringstekort (exclusief lasten kostenverdeling) binnen het Participatiebudget wordt ten laste van de reserve asielzoekers gebracht.
Reserve transitie Jeugdzorg Ten laste van deze reserve worden implementatiekosten gebracht.
Reserve riolering Voor zover binnen deze reserve ruimte bestaat worden de hogere exploitatielasten (hogere apparaatskosten) aan deze reserve onttrokken.
Reserve milieubeheer De reserve is bedoeld voor investeringen in het kader van het milieuaangelegenheden. Na aftrek van de claims resteert een saldo van € 46.411,--.
Reserve dekking niet-structurele lasten Deze reserve dient ter dekking van het Investeringsprogramma. 122/126
Reserve heractivering Conform bestaand beleid vindt jaarlijks rentebijschrijving plaats en worden de kapitaallasten van de in het verleden geheractiveerde kapitaaluitgaven ten laste van deze reserve gebracht.
Egalisatiereserve BCF Conform bestaand beleid worden jaarlijks bedragen onttrokken aan deze reserve. Deze onttrekkingen zijn meerjarig verwerkt in de begroting. Na verwerking is het saldo nihil.
Reserve artikel 22 De mutaties bestaan uit de jaarlijkse rentebijschrijving en uitgaven in het kader van het actieprogramma woonvisie.
Reserve bijzondere werken Deze reserve worden jaarlijks gevoed vanuit de grondexploitatie op basis van het aantal uitgegeven m2 grond. Daarnaast vindt jaarlijks rentebijschrijving plaats. In 2014 wordt € 53.700,-- onttrokken ten behoeve van speeltoestellen (zie jaarschijf 2015 investeringsprogramma) en wordt een bedrag ontrokken van € 98.400,-- t.b.v. het Torenplein/Lambertusstrtaat.
Reserve buitengebied in ontwikkeling Deze reserve worden jaarlijks gevoed vanuit de grondexploitatie op basis van het aantal uitgegeven m2 grond. In 23015 wordt € 10.000,-- ontrokken voor het creëren van nieuwe natuur in het buitengebied.
Reserve sociaal beleid Deze reserve is bedoeld om de extra kosten voor de samenvoeging van bedrijfsvoering en de niet gerealiseerde bezuinigingen te dekken.
Reserve kapitaallasten Aan deze reserve worden afschrijvingslasten onttrokken die incidenteel afgedekt zijn.
Reserve HNG-depot Jaarlijks wordt een evenredig bedrag van de destijds ontvangen overnamesom ten gunste van de exploitatie gebracht.
Voorzieningen
Het merendeel van de mutaties vloeit voort uit vastgestelde meerjaren-onderhoudsprogramma's van kapitaalgoederen. Een nadere toelichting is opgenomen in paragraaf 6.3 Onderhoud kapitaalgoederen.
123/126
Uitgangspunten begroting Algemeen Loon- en prijsontwikkeling Met betrekking tot de loon- en prijsontwikkeling van diensten van derden hanteren we voor de begroting 2015 e.v. de nullijn. Dit houdt in dat geen rekening is gehouden met loon- en prijsstijgingen. Uitzondering hierbij vormen de situaties waarbij doorberekeningen van stijgingen contractueel zijn bedongen. Voor wat betreft de kosten van eigen personeel is een stelpost opgenomen van € 71.200,-- voor de gevolgen van de lopende CAO onderhandelingen voor gemeenteambtenaren.
Goederen en diensten Uitgangspunt is geen volume-uitbreiding. In geval dat toch sprake is van volume-uitbreiding is dit nader toegelicht.
Huren en pachten De ramingen voor huren en pachten worden aangepast conform overeenkomsten dan wel wettelijke verhogingen.
Gemeenschappelijke regelingen Voor de gemeenschappelijke regelingen geldt, dat deze hun beleid presenteren op basis van ongewijzigd beleid. Nieuw beleid dient apart inzichtelijk te worden gemaakt en goedgekeurd door de deelnemende gemeenten. Door het rijk opgelegde efficiencykortingen voor gedecentraliseerde taken en andere algemeen geldende tegenvallers dienen zoveel mogelijk te worden vertaald richting de gemeenschappelijke regelingen. Rente- en afschrijvingsbeleid Afschrijvingen De investeringen zijn globaal getoetst op resterende nuttigheidsduur, gerelateerd aan de restant afschrijvingstermijn.
Rentebeleid De ontwikkelingen in de rente op lange termijn is aanleiding geweest om voor 2015 de rente op de investeringen, met uitzondering van die activa waarvoor een vast percentage is afgesproken, te bepalen op 3%. Achtergrond hiervan is dat het tot nu toe gehanteerde percentage (4,5%) was gebaseerd op het rendement van de obligatieportefeuille. Nu jaarlijks obligatieleningen vrijvallen is dit percentage niet meer reëel. Herbeleggingen leveren namelijk aanzienlijk minder op door de historisch lage rentestand. Voor de toerekening van rente aan de reserves is eveneens een percentage van 3% gehanteerd. Dit percentage is afgeleid van het toegepaste rentepercentage door de BNG van een verstrekte lening van 30 jaar.
Rente van het Investeringsprogramma 2015-2018 Voor de berekening van de kapitaallasten is uitgegaan van een rente op basis van een heel jaar van 3%.
124/126
Rente bestemmingsreserves Over de saldi van de bestemmingsreserves wordt een rente vergoed van 3%. De algemene reserve Grondbedrijf zal, in het kader van de realisatie van grote werken, op korte termijn betaalbaar dienen te zijn. Hierbij past een rentevergoeding van 2%.
Rente voorzieningen Voorzieningen dienen naar beste schatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan die verplichtingen en risico’s. Het is daarom conform het BBV niet toegestaan rente toe te voegen aan voorzieningen. Toevoegingen zijn gebaseerd op een tijdige opbouw van de noodzakelijke omvang van de voorziening. Voorts zijn rentetoevoegingen aan voorzieningen toegestaan als de voorziening tegen contante waarde is gewaardeerd. Een voorziening is tegen contante waarde gewaardeerd als bij de bepaling van de hoogte van de jaarlijkse toevoeging aan de voorziening wordt uitgegaan van een lagere omvang dan de omvang die de voorziening over enige tijd moet hebben. Dit gaat op voor bijvoorbeeld de voorziening herstel en vervanging riolen en gemalen. Voor de rentetoerekening geldt voor de voorzieningen hetzelfde percentage als bij de bestemmingsreserves (3%). Belastingen en rechten Onroerende-zaakbelasting Ten aanzien van de tarieven OZB is conform bestaand beleid uitgegaan van een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld. Voor 2015 betekent dit een verhoging (op basis van het inflatiepercentage van 2013) met 1,5 volgens opgave van het CBS.
Rioolrechten In het dekkingsplan riolering is het rioolrecht voor de komende jaren “vastgelegd”. De gevolgen hiervan zijn in de begroting verwerkt.
Afvalstoffenheffing Bij de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht geldt als uitgangspunt dat de tarieven volledig kostendekkend zijn.
Niet-ingezetenen belasting Voor het tarief van de niet-ingezetene belasting wordt uitgegaan van een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld. Daarbij wordt opgemerkt dat het tarief eerst wordt aangepast, indien de gecumuleerde verhogingen afgerond 5 eurocent bedragen. Het tarief voor 2015 is niet verhoogd. Overige heffingen De overige heffingen (hondenbelasting, marktgelden en leges) dienen zoveel mogelijk kostendekkend te zijn.
125/126
Berekening EMU-saldo De landen van de Europese Unie hebben in het verdrag van Maastricht afspraken gemaakt over het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van de collectieve sector (Rijk, mede overheden en sociale fondsen), dit verschil wordt uitgedrukt in het EMU-saldo. De referentiewaarde geeft weer wat het EMU-saldo van de gemeente Someren mag zijn.
Jaar
EMU-saldo
Referentiewaarde EMU-saldo
gemeente Someren
(berekening Rijk)*
(x € 1.000,--)
(x € 1.000,--)
2014
-108
-1.700
2015
-1.555
-1.700
2016
2.379
-1.700
Op basis van de begroting 2015 is er een EMU-tekort van € 1.555.000,-. De gemeente Someren mag een EMU-tekort hebben van € 1.700.000,-. Dit betekent dat de gemeente Someren aan de referentiewaarde voldoet.
Berekening referentiewaarde Uitgaande van het maximaal EMU-tekort dat gemeenten, provincies en waterschappen gezamenlijk mogen hebben, wordt voor elke lokale overheid afzonderlijk een referentiewaarde berekend. Voor de gemeenten en provincies gebeurt dit op basis van hun aandeel in de algemene uitkering van het gemeentefonds, respectievelijk de totale uitkering van het provinciefonds. De individuele EMU-referentiewaarden voor de waterschappen worden door de Unie van Waterschappen berekend en aan de waterschappen gecommuniceerd.
* De referentiewaarde 2014 is in oktober 2013 door het Rijk vastgesteld. Voor 2015 en 2016 zijn de waarden nog niet berekend. Deze waarden zijn daarom gelijk gehouden aan 2014.
126/126