Nederlands foutloos spreken en schrijven
Les 12
Tekstschrijven 1
Inhoudsopgave 12.1
Inleiding ................................................................................................
2
12.2
De voorbereiding ..................................................................................
3
12.2.1
Het doel van de tekst ............................................................................
4
12.2.2
De ontvanger van de tekst....................................................................
5
12.2.3
De inhoud van de tekst .........................................................................
5
12.3
Het uitschrijven .....................................................................................
8
12.3.1
Stijlaspect: persoonlijk of niet? .............................................................
8
12.4
De inleiding ...........................................................................................
9
12.5
Het slot..................................................................................................
10
12.6
Stijl ........................................................................................................
11
12.6.1
De zinslengte ........................................................................................
11
12.6.2
De lijdende vorm ...................................................................................
12
12.6.3
De tangconstructie ................................................................................
13
12.7
De woordkeuze .....................................................................................
13
12.7.1
Moeilijke woorden .................................................................................
13
12.7.2
Betekenis en bijbetekenis .....................................................................
14
12.7.3
Woordherhaling ....................................................................................
14
12.7.4
Voorzetseluitdrukkingen .......................................................................
15
12.8
Samenvatting ........................................................................................
16
12.9
Oefenopgaven ......................................................................................
16
12.10
Huiswerkopgaven .................................................................................
18
12.11
Antwoorden oefenopgaven...................................................................
19
© Copyright Laudius
Tekstschrijven 1
12.1
Les 12
Inleiding
U begint nu met de eerste les over schrijven. Verschillende tekstsoorten komen in de volgende lessen aan de orde, zoals brieven, artikelen, verhalen en gedichten. In deze les gaat het vooral om zakelijke teksten. In deze les leert u om de voorbereiding voor het schrijven van een tekst op een goede manier aan te pakken. U leert te plannen en te structureren. U maakt u een schrijfstrategie eigen die de meeste kans op succes biedt. Ook leert u een aantal stijlfouten te vermijden en leert u een aantal stijlkenmerken die u helpen om helder te schrijven. Veel mensen hebben de overtuiging dat schrijven een kwestie is van talent: je kunt het of je kunt het niet. Dit vooroordeel is wijd verbreid. De praktijk toont echter aan dat schrijven ook te leren valt. Natuurlijk kan niet iedereen zo ver komen dat hij de Nobelprijs voor literatuur wint, maar iedereen kan leren om teksten te schrijven die aan de eisen van de situatie voldoen. Net zo wijdverbreid is het vooroordeel dat goed schrijven afhankelijk is van de inspiratie van het moment. En natuurlijk is het zo dat tekstschrijven de ene keer beter lukt dan de andere. Het speelt een rol of u moe bent, of u andere dingen aan uw hoofd hebt. Maar anderzijds is het zo dat u de inspiratie kunt bevorderen door aan het werk te gaan. Net als bij zoveel andere taken in het leven geldt voor schrijven: het is vaak meer transpiratie dan inspiratie. U kent misschien wel de grapjes of afbeeldingen van iemand die een sollicitatiebrief moet schrijven: na een poosje zit hij of zij temidden van een berg papierproppen tot kniehoogte. Steeds weer begint de arme schrijver opnieuw en steeds weer is hij ontevreden, verfrommelt het papier en begint opnieuw. Met een tekstverwerkingsprogramma op de computer bent u het probleem van de verfrommelde vellen papier kwijt, maar verder herkent u mogelijk dit beeld wel een beetje: u begint een paar keer opnieuw, maar pas na verschillende pogingen lukt het u om daadwerkelijk een tekst te schrijven. Vooral omdat u probeert alles meteen goed te doen, is het schrijven een moeizaam proces: u wilt precies de juiste woorden kiezen, u wilt de spelling goed hebben, u wilt een pakkende tekst maken. Juist omdat u alles in één keer perfect wilt hebben, denkt u aan teveel zaken tegelijk en kunt u zich niet voldoende concentreren op de taak die juist op dit moment aan de orde is. Er bestaat onderzoek naar de aanpak die succesvolle schrijvers toepassen. Uit dat onderzoek leren we dat goede schrijvers vooral goed plannen en in verschillende fasen werken. Zij proberen zeker niet alles tegelijk goed te doen. Een eenvoudig model van communicatie kan helpen om tot de juiste aanpak te komen: Zender
→
boodschap
→
middel
→
ontvanger
Als u een tekst schrijft, bent u de zender. U formuleert een boodschap: wat wil ik zeggen? Daarna kiest u een middel, bijvoorbeeld een brief of een e-mail. Via dit middel komt uw boodschap dan bij de ontvanger. Heel vaak gaat dit goed, maar er zijn verschillende mogelijkheden waardoor de communicatie gestoord kan worden, waardoor ‘ruis’ ontstaat. De zender kan woedend zijn, of de zender kan een onduidelijke boodschap formuleren. Ook het middel kan beperkingen hebben.
2
Tekstschrijven 1
Les 12
Zo kan het gebruik van e-mail bij sterk emotioneel geladen boodschappen soms niet aan te raden zijn. De zender moet dus een duidelijke boodschap formuleren en een geschikt middel kiezen. Dit alles betekent dat een goede voorbereiding noodzakelijk is. In deze les wordt ervan uitgegaan dat u werkt met pen en papier. Dat neemt niet weg dat alle richtlijnen ook gelden wanneer u uitsluitend met de computer werkt. De ervaring leert echter dat veel mensen, zeker in de voorbereidende fase, pen en papier gebruiken.
Verklaring van de symbolen
12.2
Oefenopgaven
Huiswerkopgaven
Samenvatting
Tip
Antwoorden oefenopgaven
Notities
De voorbereiding
Het kan zijn dat u uzelf een taak oplegt, maar het kan ook dat u niets te kiezen hebt, bijvoorbeeld als u moet schrijven voor uw werk, of omdat de omstandigheden het noodzakelijk maken: die brief moet nu eenmaal de deur uit, de deadline van het clubblad nadert, of welke omstandigheid dan ook. Sommigen slagen erin om meteen te beginnen als de taak gesteld is. Anderen gaan die taak uitstellen, omdat ze tegen de taak opzien. Weer anderen stellen het schrijven uit omdat ze de druk van de deadline nodig hebben. Welk systeem ook bij u past, u zult hoe dan ook een planning nodig hebben. Als u de druk van de deadline nodig hebt, dan plant u vanuit die deadline. Als de tekst op vrijdag af moet zijn, wat is dan het laatste moment dat u kunt beginnen? Als u enige ervaring hebt met schrijven, dan kunt u dat redelijk inschatten. Als u die ervaring nog niet hebt, neem dan ruim de tijd. En neemt u altijd een dag extra: er gebeurt zo vaak iets onverwachts! Uw printer doet het niet, de inkt is op, uw kind wordt ziek, noem maar op. Te lang nadenken, alles al in uw hoofd klaar willen hebben, voor er papier of computer aan te pas komt, is ook een oorzaak van vertraging. Kortom: bepaal het geschiktste moment om te beginnen en begin dan ook. Ga aan het werk en dan komt er vast wel resultaat. Bij de werkwijze die nu uiteengezet wordt, doen we de aanbeveling om de stappen van uw voorbereiding op papier te zetten. Voor sommigen lijkt het wat omslachtig om alle stappen van de voorbereiding ook op papier te zetten en ze beschouwen het als tijdverlies. Het tegenovergestelde is echter waar: een goede voorbereiding kost inderdaad wat tijd, maar die tijd verdient u ruimschoots terug in het vervolg van het schrijfproces. Bovendien wordt de kwaliteit van uw tekst beter en geeft het werk u meer voldoening.
3
Tekstschrijven 1
Les 12
De stappen die u neemt bij het schrijven zijn: Plannen –
u formuleert het doel van uw tekst
–
u omschrijft de ontvanger en diens belang
–
u stelt vast wat de inhoud van uw tekst zal zijn
–
zonodig verzamelt u nog meer informatie
–
u bepaalt de structuur van uw tekst
Uitschrijven –
u schrijft de eerste versie van de tekst
Redigeren en reviseren –
u brengt wijzigingen aan die u nodig acht in structuur, zinsbouw en woordkeus
–
u verbetert fouten in spelling en leestekens
–
u controleert of de tekst nog klopt met uw doel en de ontvanger.
–
u bedenkt een titel
Vormgeven
–
u bepaalt lettertype, indeling, opmaak en zo nodig de illustraties of tekeningen
Deze stappen hoeven niet altijd in deze volgorde genomen te worden. Als het stokt bij het formuleren, kunt u best alvast een eerder geschreven stukje tekst gaan controleren en corrigeren. Daarna gaat u weer verder met formuleren. U probeert in elk geval de pen op het papier te houden, te blijven werken. Naar de blauwe lucht gaan zitten staren, helpt vaak niet. Het is zinvol pas aan het eind een titel te bedenken. Dan weet u immers pas wat er precies in de tekst staat en dan kunt u het best bepalen welke titel het best past, welke vlag de lading het meest dekt. De stappen gaan we nu met u doornemen.
12.2.1
Het doel van de tekst
Het proces van schrijven begint er altijd mee dat u een helder beeld hebt van uw doel: wat wilt u bereiken met uw tekst? Als u dat zelf kort en bondig kunt formuleren, helpt het u om doelgericht te werken. U begint dus met het formuleren van uw doelstelling. Als u dat tijdens het schrijven helder voor ogen hebt, zult u doelgerichter schrijven. Doelen kunnen natuurlijk erg uiteenlopen, dat hangt af van de zender en van de situatie, maar er zijn wel een paar belangrijke typen te noemen: –
kennis overdragen, zoals bijvoorbeeld in een leerboek of een informerend artikel
–
overtuigen, zoals in reclame of in opiniestukken of in ingezonden brieven
–
klagen, zoals in een klachtenbrief
–
een oordeel geven zoals in een boordelend stuk of in een recensie enzovoort. 4
Tekstschrijven 1
Les 12
De doelen zijn niet altijd strikt te scheiden. In en sollicitatiebrief bijvoorbeeld, wilt u informatie geven, maar ook overtuigen.
12.2.2
De ontvanger van de tekst
Zeker zo belangrijk is het te weten wie de ontvanger is van de tekst, aan of voor wie u schrijft. Bij een sollicitatiebrief hebt u natuurlijk de advertentie goed bestudeerd. U kunt nog meer informatie krijgen door de website van het bedrijf of de organisatie goed te bekijken. Als u een ingezonden brief schrijft naar een tijdschrift of een krant, is het belangrijk u af te vragen: wie zijn de lezers en waarin zijn ze geïnteresseerd? Bij het nadenken over de ontvanger van de tekst, denkt u dus niet alleen: wie is het? Maar ook: wat is het belang van de ander, wat wil hij? De gegevens over de ontvanger en diens belang zet u op papier.
Voorbeeld: Mijn doel is om de lezers van De Telegraaf te overtuigen dat op de uitgaven voor ontwikkelingshulp niet bezuinigd mag worden door de regering. De lezers die ik wil bereiken, zijn mensen die twijfelen of het besteden van geld aan ontwikkelingshulp wel zinvol is.
Nog een voorbeeld: Mijn doel is om die bepaalde functie te verwerven. De lezer is de personeelsfunctionaris van een klein bedrijf, die uiteraard de beste kandidaat voor de baan wil vinden. U kunt nu oefenopgave 1 en 2 maken.
12.2.3
De inhoud van de tekst
Nu begint u de hoofdpunten van uw onderwerp te noteren. Het is niet aan te bevelen om die onder elkaar te noteren, omdat dat al een volgorde suggereert. Beter is het om het onderwerp midden op het papier te schrijven en de hoofdpunten daaromheen te plaatsen. Als voorbeeld gebruiken we hier: u wilt een tekst schrijven over afval. Doel: informatie geven over wat er met ons afval gebeurt en de lezer oproepen om afval te scheiden. De ontvangers zijn de lezers van de buurtkrant voor de Schilderswijk. Zij weten niet allemaal dat afval scheiden ook hun belang is.
5
Tekstschrijven 1
Les 12
vervoer
Soorten en sorteren
afval
inzamelen
Kosten en baten
Hierna controleert u of volledig bent geweest. Hebt u alle hoofdzaken genoemd die u wilt behandelen? In het voor beeld hierboven kunt u beslissen ook het punt ‘verwerken’ toe te voegen:
vervoer
verwerken
inzamelen
afval
Soorten en sorteren
Kosten en baten
6
Tekstschrijven 1
Les 12
Nu gaat u de punten in de gewenste volgorde plaatsen en u voegt de kopjes ‘inleiding’ en ‘slot’ toe: –
inleiding
–
soorten en sorteren
–
inzamelen
–
vervoer
–
verwerking
–
kosten en baten
–
slot
Nu noteert u achter elk hoofdpunt de trefwoorden die u wilt behandelen. Bijvoorbeeld: inleiding –
voorbeeld om de aandacht te trekken
–
waarover gaat deze tekst
soorten en sorteren –
‘groen’ afval
–
oud papier
–
glas
–
plastic verpakkingen
–
restafval
inzamelen –
eigen containers en bakken
–
containers en bakken per wijk
vervoer –
door bedrijven
–
door gemeentelijke diensten
verwerking –
glas wordt glas
–
papier wordt papier
–
plastic wordt plastic
–
groen afval wordt compost of biogas
–
restafval levert warmte
slot –
conclusie
–
oproep om afval te scheiden
7
Tekstschrijven 1
Les 12
U kunt nu beslissen of u vindt dat u voldoende punten hebt. Als u vindt dat u nog iets wilt toevoegen, dan kunt u dat doen. Als u denkt dat u over een punt te weinig weet, dan kunt u nog informatie verzamelen. Meent u dat het stuk te lang wordt, dan kunt u punten schrappen, maar wel zodanig dat een logisch samenhangend geheel overblijft. In elk geval hebt u nu het raamwerk, de structuur van de tekst. Als u elk trefwoord uitschrijft tot één alinea of meer, hebt u uw tekst geschreven. Ga verder met oefenopgave 3.
12.3
Het uitschrijven
U gaat nu op basis van uw schema de tekst uitschrijven. In deze fase zijn er verschillende valkuilen die het schrijven kunnen belemmeren of vertragen. Daarom krijgt u een paar aanwijzingen voor deze fase van het proces: 1.
(nogmaals) Probeer niet alles in één keer perfect te doen. Bij het uitschrijven gaat het in de eerste plaats om de inhoud. Zorg er dan ook voor dat u juist die inhoud formuleert. Allerlei zaken komen in een latere fase aan de orde, zoals de woordkeuze, de zinsbouw, de kopjes en de spelling.
2.
Laat u niet afleiden door uw eigen (goede) ideeën! Het komt vaak voor dat u tijdens het schrijven een inval hebt: ‘O ja, daar wil het ook over hebben’ of: ‘Dat zou een mooie slotzin zijn’. Als u op dat moment die inval gaat uitwerken, raakt u de draad kwijt van waarmee u bezig was en kost het u straks weer tijd om die draad weer op te pakken, Noteer een goede inval snel op een kladje en ga door met waar u mee bezig was.
3.
Maak het niet te mooi of te ingewikkeld. Schrijftaal is anders dan spreektaal. Als u spreekt, valt niemand over een verkeerd woord, Niemand neemt het u kwalijk als u uzelf in de rede valt, uzelf verbetert of een zin opnieuw begint. Spreektaal is vluchtiger. In schrijftaal ligt dat anders. Daar moet de woordkeuze en de zinsbouw verzorgder zijn. Bijna iedereen voelt dat zo aan. Maar ‘verzorgder’ wil zeker niet zeggen, dat alles even formeel, of plechtig moet zijn. Als u te veel afstand neemt van uw eigen taalgebruik, gaat u ongetwijfeld fouten maken, met name in zinsbouw en woordkeuze. Het Nederlandse gezegde: ‘Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ is hier zeker van toepassing.
12.3.1
Stijlaspect: persoonlijk of niet?
Voor veel teksten geldt dat het nuttig is om van tevoren even na te denken over hoe de zender, de schrijver, zichzelf laat kennen. Dat kan in de ik-vorm, maar dat hoeft niet altijd. In een persoonlijke brief verwijst u naar uzelf met ‘ik’.
8
Tekstschrijven 1
Les 12
Voorbeeld: Beste vriend, Natuurlijk kom ik graag naar je feest! Het is in dit verband volstrekt duidelijk wie ‘ik’ is. In teksten die geen duidelijke ‘ik’ als afzender hebben, maar die wel enigszins persoonlijk zijn, wordt vaak ‘wij’ gebruikt. In deze lessen gebeurt dat soms.
Een ander voorbeeld: Geachte abonnee, Nu al tien jaar leest u ons blad. Wij zijn daar erg blij mee. In deze brief van een krant of tijdschrift aan een abonnee, is het niet helemaal duidelijk wie ‘wij’ zijn. Alle personeelsleden? De directieleden? Uit de ondertekening blijkt soms wat meer, maar ook niet altijd. Hier is ‘wij’ tamelijk vaag, maar het geeft wel een persoonlijke sfeer aan de brief. Op dezelfde manier moet u er van tevoren over nadenken of u de lezer gaat aanspreken of niet. Als u ‘u’ of ‘jij’ gebruikt, maakt u de tekst persoonlijker. U verkleint de afstand tussen zender en ontvanger, schrijver en lezer. Als u op een bepaald moment schrijft: ‘Dit zult u zelf ook wel eens meegemaakt hebben’, dan maakt u de boodschap directer en persoonlijker. Zorg er daarbij voor dat u de lezer geen negatieve dingen in de schoenen schuift. Bijvoorbeeld: ‘Zelf kunt u natuurlijk ook domme dingen doen’. In heel formele, wetenschappelijke of ambtelijke teksten is het gebruikelijk om geen ‘ik’ ,‘wij’, ‘jij’ of ‘u’ te gebruiken, omdat het niet gaat om de persoon die de tekst of brief geschreven heeft, maar om de hele organisatie.
Voorbeeld: Geachte bewoner van de Herenstraat, Binnenkort wordt uw straat gerenoveerd. Korte tijd is dan parkeren in de straat onmogelijk. De werkzaamheden worden uitgevoerd van 16 september tot 19 september. Zo’n soort brief wordt gewoonlijk wel ondertekend door iemand van de gemeente. Maar het is niet zo belangrijk wie precies de straat gaat opbreken. Het is nuttig om van tevoren te bedenken hoe persoonlijk uw tekst moet zijn. Meestal gaat het om de keuze tussen een tekst waarin u gewoon ‘ik’ gebruikt en een tekst die u onpersoonlijk houdt.
12.4
De inleiding
Bij het lezen en samenvatten van teksten hebt u in les 2.4 en 3.5 al geleerd dat een inleiding verschillende vormen en functies kan hebben. Van die kennis kunt u bij het schrijven van teksten gebruik maken. Zeer korte teksten hebben nauwelijks een inleiding nodig: u kunt met de deur in huis vallen. Maar vooral wat langere zakelijke teksten hebben een inleiding nodig.
9
Tekstschrijven 1
Les 12
In het algemeen zal een inleiding de lezer een beeld geven van wat hij kan verwachten. Daarnaast probeert een inleiding de lezer aan te zetten tot verder lezen. Welk van beide aspecten de nadruk krijgt, hangt van de tekst af. Een volledig zakelijke tekst van wat grotere lengte zal een aanduiding bevatten van het onderwerp en de hoofdpunten die aan de orde komen. De inleiding doet dan dienst als leeswijzer. Als het accent ligt op ‘stimuleren tot doorlezen’, komt een inleiding in aanmerking die werkt als smaakmaker. In dat geval kunt u aansluiten bij de actualiteit of iets anekdotisch schrijven.
Voorbeeld 1: In dit artikel krijgt u een overzicht van de mogelijkheden om afval zo goed mogelijk te verwerken. Ook de kosten en de baten van de afvalverwerking komen aan de orde. Door deze korte inleiding krijgt de lezer een beeld van de inhoud. Ook kan de lezer op basis van deze inleiding besluiten of hij verder leest of niet.
Voorbeeld 2: ‘Mam, waar laat ik het klokhuis?’ ‘Gooi maar in de prullenbak’. Deze alledaagse gebeurtenis laat zien hoe wij vaak weinig nadenken over de bestemming van ons afval. Deze inleiding probeert met een kleine gebeurtenis de lezer te boeien en hem door te laten lezen over het onderwerp ‘afval’. Merk ook op dat het eerste voorbeeld onpersoonlijk is geformuleerd en het tweede persoonlijker door het gebruik van ‘wij’. De toon van het eerste artikel zal zakelijker zijn. Wat u in een inleiding in elk geval niet moet doen: 1.
Ingaan op uw persoonlijke omstandigheden. In brieven kan dit wel, maar in een artikel niet. In een (ingezonden) brief mag u best beginnen met: ‘Over twee jaar ga ik met pensioen.’ In een zakelijk artikel hoort dit niet thuis.
2.
Mensen bedanken die geholpen hebben bij het schrijven, door het geven van informatie of door reacties te geven op de concepttekst. Als u dat wilt, kunt u dat in een noot aan het einde van de tekst doen.
3.
Ingaan op de tijd en moeite die het schrijven u gekost heeft.
U kunt nu verder gaan met oefenopgave 4.
12.5
Het slot
Een tekst dient ook goed afgesloten te worden. In les 2.4 en in 3.2.6 hebt u al geleerd wat de functies van een slot kunnen zijn. Daar kan nog het volgende aan toegevoegd worden. Een samenvatting van de tekst geeft u alleen bij langere, lastiger artikelen. Bij eenvoudiger, korte teksten zou u alleen maar in herhaling vallen. Een slot maakt de tekst rond. Het kan dus heel goed zijn om weer aan te sluiten bij de inleiding. Maar u kunt de afsluiting ook gebruiken om een conclusie te formuleren, om een blik in de toekomst te werpen, om een oproep te doen, om een toepassing te geven of u schrijft een mooie ‘uitsmijter’. Als u in de inleiding een vraag hebt gesteld, geeft u in het slot natuurlijk een antwoord op die vraag.
10
Tekstschrijven 1
Les 12
Voorbeeld 1 (aansluitend bij voorbeeld 1 in 12.4): Een slot met een conclusie: Zo blijkt dat het gescheiden verwerken van afval voor het milieu en de maatschappij veel voordelen heeft.
Voorbeeld 2 (aansluitend bij voorbeeld 2 in 12.4): Een slot dat aansluit bij de inleiding: Afval scheiden moet dus. ‘Mam, waar laat ik het klokhuis?’ ‘In de groene bak voor GFT, lieverd!’
Voorbeeld 3: Een slot met een oproep: Daarom zou het heel goed zijn als wij allemaal ons afval zouden scheiden. Of: Daarom doe ik een klemmend beroep op u om uw afval te scheiden. U kunt nu oefenopgave 5 maken.
12.6
Stijl
Om goede en correcte teksten te schrijven, hebt u niet alleen de grammatica, de spelling en de vaardigheid in het schrijven van inleidingen en afsluitingen nodig, maar ook inzicht in kwesties van stijl. In deze en de komende lessen komen daarom alle nodige stijlonderwerpen aan de orde.
12.6.1
De zinslengte
Een goede regel is: maak uw zinnen niet te lang. Wie dat wel doet, loopt meer risico fouten te maken, te ontsporen. Bovendien zijn zeer lange zinnen een drempel voor de lezer. Maak ook niet alle zinnen even lang, dat wordt eentonig. Varieer dus de lengte van uw zinnen en maak ze vooral niet te lang. Een zin van meer dan zo’n 35 woorden is vaak lastig te lezen en moeilijk in één keer te verwerken.
Voorbeeld: We willen eerst iets uiteenzetten over het schrijven van teksten en daartoe zullen we, meer dan op andere plaatsen gebruikelijk is, een beroep doen op de uitgebreide kennis van verschillende deskundigen, waarbij we ons vooral, maar niet uitsluitend, richten op meer recente onderzoeken, om niet de schijn te wekken dat we, om welke reden dan ook, ons uitsluitend baseren op inmiddels achterhaalde bronnen.
11
Tekstschrijven 1
Les 12
Gemakkelijker te vatten is: We willen eerst iets uiteenzetten over het schrijven van teksten. Daartoe zullen we, meer dan op andere plaatsen gebruikelijk is, een beroep doen op de uitgebreide kennis van verschillende deskundigen. We richten ons daarbij vooral, maar niet uitsluitend, op meer recente onderzoeken. We willen niet de schijn wekken dat we, om welke reden dan ook, ons baseren op inmiddels achterhaalde bronnen.
12.6.2
De lijdende vorm
In 11.3.4 leerde u het verschil tussen de lijdende en de bedrijvende vorm. Bij tekstschrijven hebt u daar ook mee te maken. De lijdende vorm gebruikt u in teksten die wat afstandelijker moeten zijn: ambtelijk of wetenschappelijk.
Voorbeeld: Op grond van de gemeentelijke wetgeving wordt het inrichten van terrassen niet toegestaan. In dit voorbeeld misstaat de lijdende vorm niet. Maar vergelijkt u eens: Komende maand wordt door de vereniging het jaarlijkse uitstapje georganiseerd. En: De vereniging organiseert komende maand het jaarlijkse uitstapje. Dan is de eerste zin omslachtiger dan nodig en klinkt die minder actief. De tweede zin klinkt actiever en is bondiger en verdient daarom de voorkeur. In de lijdende vorm heeft een zin geen onderwerp, maar een bijwoordelijke bepaling met ‘door’.
Voorbeeld: Binnenkort worden er maatregelen genomen door de gemeenteraad. De bijwoordelijke bepaling met ‘door’ kan maar al te gemakkelijk worden weggelaten en dan is het niet duidelijk wie de handeling verricht of moet verrichten. In notulen of verslagen kan dat problemen opleveren.
Voorbeeld: De vergadering besluit dat volgende maand een ledenwerfactie wordt georganiseerd. Uit deze zin blijkt niet WIE er iets moet organiseren. Nu kan dat in het vervolg wel genoemd worden, maar deze alleenstaande zin is op dit punt niet duidelijk en heeft het risico dat alle deelnemers ervan uitgaan dat iemand het wel doet. Uiteindelijk gebeurt er niets. Samenvattend: Wees spaarzaam met de lijdende vorm. Schrijf alleen een tekst in de lijdende vorm als daar heel goede redenen voor zijn.
12
Tekstschrijven 1
12.6.3
Les 12
De tangconstructie
Als twee bij elkaar horende woorden of woordgroepen te ver uit elkaar staan, noemen we dat een tangconstructie.
Voorbeeld: Wij sprongen van het muurtje dat pas was opgebouwd en ons in de weg stond, af. Het woord ‘af’ staat veel te ver weg van het woord waar het bij hoort en veroorzaakt daardoor dat de zin lastiger te lezen is. Veel beter is: Wij sprongen van het muurtje af dat pas was opgebouwd en ons in de weg stond. De oorzaak is meestal dat de schrijver al schrijvend nog informatie wil invoegen in een zin die hij al begonnen is. Daardoor ontstaat de ‘tang’.
Voorbeeld: Wij hebben al dagen lang met een geweldig doorzettingsvermogen over allerlei moeilijk begaanbare paden, die modderig waren, gelopen. Dit voorbeeld is misschien wat overdreven, maar het maakt goed duidelijk welk effect de tangconstructie op de lezer heeft. De lezer leest: Wij hebben al dagenlang met een geweldig doorzettingsvermogen… en denkt: ‘Ja nou, wat hebben jullie?’En pas na lange omwegen volgt het verlossende woord: ‘gelopen’. Veel eenvoudiger te volgen, is: Wij hebben al dagen lang met een geweldig doorzettingsvermogen gelopen over allerlei moeilijk begaanbare paden, die modderig waren. Of: Wij hebben al dagen lang gelopen met een geweldig doorzettingsvermogen, over allerlei moeilijk begaanbare paden, die modderig waren. Ga nu verder met oefenopgave 6.
12.7
De woordkeuze
De woordkeuze van een tekst of een brief kiest u zo dat het past bij de situatie en de ontvanger. Zoals u vrijuit schrijft aan een vriend of vriendin, zo overdacht is uw woordkeuze bij een klacht, een verzoek of een sollicitatie. Nu volgen enkele punten met betrekking tot de woordkeuze die u daarbij helpen.
12.7.1
Moeilijke woorden
In geen enkele omstandigheid is het aan te raden om moeilijker te doen dan nodig is. In heel wat teksten is het een belemmering voor de communicatie als u (te) moeilijke woorden gebruikt. In een stukje voor het blad van de sportvereniging of de buurtvereniging houdt u er rekening mee, dat mensen met verschillende achtergronden uw tekst moeten begrijpen.
13
Tekstschrijven 1
Les 12
Vaak zijn er eenvoudige woorden te vinden die zeker zo goed aangeven wat u bedoelt. Een journalist die het heeft over ‘een complexe materie’ had ook kunnen kiezen voor: ‘een moeilijke zaak’. En het woord ‘transparant’ dat tegenwoordig veel gebruikt wordt als het over beleid gaat, kan eenvoudig vervangen worden door ‘doorzichtig’. Het onnodig gebruiken van moeilijke woorden streelt misschien de ijdelheid van de schrijver, maar bevordert de communicatie meestal niet. Een enkele keer zult u mogelijk een vakterm moeten gebruiken. Zo kan een stukadoor heel vanzelfsprekend het woord ‘hoeknaald’ gebruiken. Als hij niet meteen uitlegt wat dat is, kunnen veel mensen hem mogelijk niet volgen. Een hoeknaald is overigens een metalen strip die op een hoek gebruikt wordt, waardoor het stucwerk minder kwetsbaar is. Als u dus niet om het moeilijke woord of de vakterm heen kunt, dan geeft u er uitleg bij.
12.7.2
Betekenis en bijbetekenis
Als u iemand een ‘handlanger’ noemt, dan heeft dat een ongunstige klank. We gebruiken het woord alleen als het gaat om iemand die een ander helpt bij onwettige zaken. Een ‘helper’ is een veel neutraler woord. ‘Handlanger’ en ‘helper’ betekenen ongeveer hetzelfde, maar de woorden hebben een verschillende kleur, een verschillende bijbetekenis. Zo betekenen ‘huilen’, ‘wenen’ en ‘janken’ ongeveer hetzelfde: tranen vergieten. Maar toch is er ook verschil. ‘Wenen’ is wat ouderwets. ‘Huilen’ is het meest neutrale woord en ‘janken’ klinkt niet alleen wat heftiger, maar is ook minder formeel en zal in schrijftaal minder gauw gebruikt worden. Als iemand ‘kletst’ heeft dat een andere bijbetekenis dan als iemand ‘praat’. Bij het schrijven van teksten is het dus van belang niet alleen op de betekenis van woorden te letten, maar ook op de bijbetekenis. U kunt nu oefenopgave 7 maken.
12.7.3
Woordherhaling
‘Het programma Word spreekt mij erg aan. Word ondersteunt het tekstschrijven op prettige wijze. Toen ik voor het eerst kennis maakte met Word vertelden vrienden mij al dat Word goed beviel. Nadat ik zelf met Word ben gaan werken, heb ik ervaren dat Word inderdaad uitstekende mogelijkheden biedt.’ De herhaling van “Word’ in bovenstaande alinea maakt geen prettige indruk. De storende herhaling kan vermeden worden: ‘Het programma Word spreekt mij erg aan. Het ondersteunt het tekstschrijven op prettige wijze. Toen ik voor het eerst kennis maakte met dit programma vertelden vrienden mij al dat het goed beviel. Nadat ik zelf ermee ben gaan werken, heb ik ervaren dat Word inderdaad uitstekende mogelijkheden biedt.’ Hanteer als vuistregel dat u zeker niet een woord herhaalt in dezelfde zin. Maar ook in opeenvolgende zinnen, zeker als ze niet al te lang zijn, wordt herhaling van een woord vaak hinderlijk.
14
Tekstschrijven 1
Les 12
Oplossingen hiervoor zijn: –
verwijswoorden gebruiken. In dit voorbeeld verwijst de tekst tweemaal naar Word met ‘het’. Ook ‘ermee’ is een verwijswoord.
–
woordkeuze variëren. In dit voorbeeld wordt het programma aangeduid met ‘het programma Word’, ‘dit programma’ en met ‘Word’.
Ga verder met oefenopgave 8.
12.7.4
Voorzetseluitdrukkingen
Een aantal voorzetseluitdrukkingen is de afgelopen jaren in zwang geraakt. Die uitdrukkingen bevorderen niet altijd de leesbaarheid van de tekst.
Voorbeeld: ‘Met betrekking tot het aanvragen van een paspoort, moet gewezen worden op het belang van een pasfoto die aan de eisen voldoet.’ Deze zin is onnodig ingewikkeld gemaakt. Allereerst door het gebruik van de lijdende vorm’’moet gewezen worden’ . Maar ook de voorzetseluitdrukking ‘Met betrekking tot’ maakt de zin onnodig ingewikkeld. Twee mogelijkheden om deze zin directer en leesbaarder te maken: “Als u een paspoort aanvraagt, is het belangrijk dat u een pasfoto meebrengt die aan de eisen voldoet.’ ‘Bij het aanvragen van een paspoort is het van belang dat u een pasfoto hebt die aan de eisen voldoet.’ De voorzetseluitdrukkingen zijn niet fout, maar maken een zin vaak omslachtiger dan nodig is.
Nog een voorbeeld: ‘De berichtgeving ten aanzien van de besluiten van de gemeenteraad kan veel beter.’ Zeker zo duidelijk en in ieder geval leesbaarder is: ‘De berichtgeving over de besluiten van de gemeenteraad kan veel beter.’ Het lijkt erop dat sommige mensen het gebruik van voorzetseluitdrukkingen in plaats van een eenvoudig voorzetsel interessanter’ of ‘duurder’ vinden. Let u er eens op hoe vaak een voorzetseluitdrukking door een voorzetsel zonder enig probleem vervangen kan worden: Ten aanzien van over, op, tegen, van, voor Naar aanleiding van omdat Ten behoeve van voor Met betrekking tot over, voor Op het gebied van op, over Uit hoofde van door, vanwege Als gevolg van door Door middel van door In het kader van bij, om, binnen Met het oog op om In de sfeer van bij In verband met omdat, door, vanwege U kunt nu verder gaan met oefenopgave 9.
15
Tekstschrijven 1
12.8
Les 12
Samenvatting
In deze les hebt u aanwijzingen gekregen om een goede schrijfstrategie te ontwikkelen: –
schrijf in rondes; probeer niet alles tegelijk perfect te doen: plannen, uitschrijven, redigeren, vormgeven
–
formuleer bij de voorbereiding helder uw doel
–
formuleer wie u wilt bereiken en wat het belang van de ontvanger kan zijn
–
maak een schema van de inhoud en bepaal op basis hiervan de structuur van uw tekst
–
probeer bij het uitschrijven u niet te laten afleiden door zaken uit een latere fase
–
kies overwogen voor een persoonlijke of een meer onpersoonlijke aanpak
–
besteed apart aandacht aan de inleiding en het slot
–
maak uw zinnen leesbaar en overzichtelijk: niet te lang, zonder onnodige lijdende vorm en zonder tangconstructies
–
gebruik niet onnodig moeilijke woorden
–
let op eventuele bijbetekenissen en de gevoelswaarde van woorden
–
vermijd woordherhalingen
–
wees spaarzaam met voorzetseluitdrukkingen
12.9 1.
2.
3.
Oefenopgaven
U wilt of moet een tekst schrijven over de voordelen van op vakantie gaan in eigen land voor een plaatselijke krant die tweemaal per week verschijnt. 1.
Bedenk een doel voor dit artikel en schrijf dat op.
2.
Noteer wat u kunt weten over de ontvangers (de lezers van dit krantje) en hun belang.
U wilt een ingezonden brief schrijven naar een landelijke krant om uw mening te ste geven over het langer moeten werken na uw 65 jaar. 1.
Noteer voor welke krant u schrijft.
2.
Formuleer het doel van uw brief.
3.
Noteer wat u kunt weten over de ontvangers.
Maak voor allebei de onderwerpen uit de oefenopgaven 1 en 2 een schema, met hoofdpunten en trefwoorden, zoals in het voorbeeld hierboven. Als u bij een hoofdpunt geen of te weinig trefwoorden kunt bedenken, dan zoekt u in kranten, tijdschriften of op het internet naar meer informatie die u aan ideeën helpt voor meer trefwoorden.
16
Tekstschrijven 1
Les 12
4.
In oefenopgave 3 hebt u voor twee onderwerpen een schema gemaakt. Kies één van die onderwerpen en schrijf daarvoor twee duidelijk verschillende inleidingen. Gebruik niet meer dan ongeveer 60 woorden.
5.
Schrijf twee duidelijk verschillende afsluitingen bij het onderwerp dat u gekozen hebt bij oefenopgave 4. Gebruik niet meer dan ongeveer 60 woorden.
6.
Verbeter de volgende zinnen die een tangconstructie hebben:
7.
8.
1.
Het door de later gestelde vragen van veel kamerleden enigszins uit het zicht geraakte kernprobleem kwam eindelijk weer op de agenda.
2.
Ten slotte hebben we lof voor de buurtkrant, die elke maand maar weer door vrijwilligers wordt verzorgd, en voor de jaarlijkse buurtfeesten mogen ontvangen.
3.
Op 7 januari heb ik voor de eerste maal om een schriftelijke specificatie van de door de afdeling Service gemaakte kosten verzocht.
4.
Het vorig jaar door de juridische afdeling opgestelde en door de voltallige directie in januari goedgekeurde contract, blijkt te voldoen.
5.
Zelfs specialisten, zoals vooraanstaande cardiologen van het Universitair Medisch Centrum, dat financieel en organisatorisch nauw bij het onlangs gestarte project betrokken is, twijfelen aan de resultaten.
Verander de bijbetekenis van de volgende zinnen. Een ongunstig klinkende zin wordt dan neutraal of gunstig, enzovoort. 1.
Het regime in Noord-Korea heeft niet gereageerd.
2.
De vrijheidsstrijders in Sri Lanka hebben een staakt-het-vuren afgekondigd.
3.
De burgemeester weigerde te antwoorden.
4.
Je hebt volgens mij de zaak niet correct weergegeven.
5.
Hij kan wat mij betreft vertrekken.
Herschrijf onderstaande teksten zonder de (hinderlijke) woordherhalingen: 1.
Tekstschrijven is voor veel mensen een moeilijke opgave. Voor velen bestond tekstschrijven dan ook uit het maken van opstellen op school. Veel mensen menen dat je het kunt of niet. Tekstschrijven zou dan alleen een kwestie van aangeboren talent zijn. De praktijk bewijst echter dat tekstschrijven ook te leren is. Enige basiskennis en voldoende oefening kunnen iedereen leren een redelijke tekst te schrijven.
2.
Het lijkt erop dat veel mensen de politieke ontwikkelingen op de voet volgen. Of dat betekent dat velen vertrouwen hebben in de politiek is nog maar de vraag. De politiek constateert zelf dat er een kloof is tussen kiezers en gekozenen, maar dat de politiek daar zelf aan bijdraagt, lijkt niet door te dringen. Het aantal mensen dat werkelijk de politiek nog geloofwaardig vindt, wordt kleiner, zoals uit enquêtes blijkt. Velen beschouwen politiek als iets dat weinig met hun eigen leven te maken heeft. Politiek is een soort noodlot, waarop men geen invloed heeft.
17
Tekstschrijven 1
9.
Vereenvoudig de volgende zinnen door een voorzetseluitdrukking te vervangen door een enkel voorzetsel. Soms moet u dan nog een kleine wijziging aanbrengen om de zin correct te laten zijn. 1.
De landbouw lijdt aanzienlijke schade als gevolg van de vele neerslag van de afgelopen tijd.
2.
Hij ontving de onderscheiding uit hoofde van zijn functie.
3.
Hij kon de afspraak niet nakomen in verband met zijn vertrek.
4.
De maatregelen werden genomen met het oog op het bereiken van de doelstellingen voor dit jaar.
5.
Onder invloed van de politieke ontwikkelingen lijken de kranten nu vooral oog te hebben voor binnenlands nieuws.
12.10 1.
Les 12
Huiswerkopgaven
1.
Kies één van de hieronder genoemde drie onderwerpen.
2.
Formuleer een doel en omschrijf de ontvanger
3.
Maak een schema van hoofdpunten en trefwoorden, zoals in 12.2.3
4.
Schrijf dan op basis van dit schema een tekst van ongeveer 900 woorden.
a.
Hoe leren we kinderen met geld om te gaan?
b.
Nederland importeert rozen uit Kenia. Vindt u dat acceptabel of niet? Bent u voor of tegen?
c.
Jongeren worden gediscrimineerd op de arbeidsmarkt.
Stuur niet alleen de tekst van 4 in maar ook uw resultaten van 2 en 3/ 2.
1.
Kies één van de hieronder genoemde drie onderwerpen.
2.
Formuleer een doel en omschrijf de ontvanger
3.
Maak een schema van hoofdpunten en trefwoorden, zoals in 12.2.3
4.
Schrijf dan op basis van dit schema een tekst van ongeveer 900 woorden.
a.
Draagt Nederland teveel bij aan de Europese Unie?
b.
Moet het verboden worden op dieren te jagen?
c.
Een hobby verrijkt je leven.
18
Tekstschrijven 1
12.11 1.
Les 12
Antwoorden oefenopgaven
Doel: uitleggen dat vakantie in eigen land heel erg leuk is. Ontvanger: lezers van de plaatselijke krant die mogelijk wel eens overwegen om in eigen land op vakantie te gaan. Uw uitwerking kan best anders zijn, maar belangrijk is dat u zo precies mogelijk opschrijft wat u wilt bereiken en voor welke ontvanger(s) u schrijft.
2.
Doel: argumenten geven om verplicht doorwerken na de 65 te voeren.
ste
verjaardag niet in
Ontvanger: lezers te overtuigen die (nog) geen mening hebben over dit onderwerp of een andere mening hebben. Natuurlijk hangt het af van uw opvatting over dit onderwerp, wat uw doel zal zijn. Als u maar concreet aangeeft wat u wilt en wie u wilt bereiken. Bij ‘ontvanger’ is minder goed: de lezers van de krant. Dat is niet realistisch en te algemeen. Uw doel kan dus ook zijn: Argumenten geven om het doorwerken na je 65 3.
ste
verplicht te stellen.
Een mogelijke uitwerking kan zijn: Vakantie in eigen land Inleiding Voordelen Mogelijk nadeel Slot -
bijvoorbeeld een eigen ervaring geen lange reis goedkopere reis geen taalproblemen genieten van het eigen land milieuvriendelijker het weer conclusie en oproep
ste
Werken na je 65 Inleiding – actuele kwestie, veel beroering Argumenten voor doorwerken - pensioenen worden onbetaalbaar AOW wordt onbetaalbaar mensen blijven langer fit voldoening nuttig te zijn financiële voordelen Argumenten tegen zwaarte van het beroep sommigen hebben al zo lang gewerkt Slot samenvatting en conclusie Zeker bij de tweede opgave kan uw schema er heel anders uitzien. Het belangrijkste is dat u geoefend hebt met het opstellen van een schema en het bedenken van een structuur. Mocht u zwaarwegende vragen hebben, leg die dan voor aan uw docent.
19
Tekstschrijven 1
4.
Les 12
Welke keuze u ook maakt, kijk kritisch naar uw uitwerking. Zou u zelf als lezer interesse krijgen in het onderwerp? Krijgt u als lezer een beeld van wat u kunt verwachten? Een voorbeeld ter verduidelijking: ste
Inleiding: de één is faliekant tegen het doorwerken na zijn 65 , de ander wil niets liever. Vakbonden en werkgevers verschillen van mening. Welke argumenten kunnen er zijn tegen het langer doorwerken? Door deze inleiding weet de lezer dat de tekst argumenten gaat geven tegen langer doorwerken. De inleiding geeft ook aan dat over dit onderwerp de meningen nogal uiteenlopen. 5.
Controleer of uw slot voldoende aansluit bij uw inleiding. Kijk ook of het slot daadwerkelijk afsluit en tenslotte: als u de lezer was, welke indruk zou dit slot op u maken?
6.
1.
Bijvoorbeeld: Het kernprobleem kwam eindelijk weer op de agenda, nadat het door de later gestelde vragen van veel kamerleden enigszins uit het zicht was geraakt. Ook ander oplossingen zijn mogelijk, als de te ver uiteen geplaatste woorden ‘Het’ en ‘kernprobleem’ maar dicht bij elkaar komen.
2.
Bijvoorbeeld: Ten slotte hebben we lof mogen ontvangen voor de buurtkrant, die elke maand maar weer door vrijwilligers wordt verzorgd, en voor de jaarlijkse buurtfeesten. De kern van de zin: ‘hebben we mogen ontvangen’ dichter bij elkaar.
3.
Bijvoorbeeld: Op 7 januari heb ik voor de eerste maal verzocht om een schriftelijke specificatie van de door de afdeling Service gemaakte kosten. ‘verzocht’ moet dichter bij het hulpwerkwoord ‘heb’.
4.
Bijvoorbeeld: Het contract blijkt te voldoen. Het is door de juridische afdeling vorig jaar opgesteld en in januari door de voltallige directie goedgekeurd. Hier lijkt het niet goed mogelijk de constructie te verbeteren binnen één zin. Splitsing kan een oplossing bieden.
5.
Bijvoorbeeld: Zelfs specialisten twijfelen aan de resultaten, zoals vooraanstaande cardiologen van het Universitair Medisch Centrum dat financieel en organisatorisch nauw bij het onlangs gestarte project betrokken is. Het onderwerp ‘specialisten’ en de persoonsvorm ‘twijfelen’ moeten dichter bij elkaar.
20
Tekstschrijven 1
7.
1.
Les 12
Het regime in Noord-Korea heeft niet gereageerd. ‘Het regime’ heeft een ongunstige klank. De zin kan ook neutraler worden geformuleerd: De regering van Noord-Korea heeft niet gereageerd. Ook een mogelijkheid is dat u de neutrale uitdrukking ‘heeft niet gereageerd’ een negatieve kleur kunt geven: Het regime in Noord-Korea zweeg in alle talen of: weigerde te reageren.
2.
De vrijheidsstrijders in Sri Lanka hebben een staakt-het-vuren afgekondigd. ‘Vrijheidsstrijders’ klinkt positief. Met een ander woord wordt de zin negatiever: De rebellen in Sri Lanka hebben een staakt-het-vuren afgekondigd.
3.
De burgemeester weigerde te antwoorden. ‘weigerde’ klinkt niet erg positief. Neutraler is: De burgemeester gaf geen antwoord.
4.
Je hebt volgens mij de zaak niet correct weergegeven. Deze tamelijk neutraal geformuleerde zin kan heel wat negatiever worden: Je hebt volgens mij over deze zaak gelogen.
5.
Hij kan wat mij betreft vertrekken. Negatiever is: Hij kan opdonderen.
8.
1.
Tekstschrijven is voor veel mensen een moeilijke opgave. Voor velen bestond het dan ook uit het maken van opstellen op school. Veel mensen menen dat je het kunt of niet. Tekstschrijven zou dan alleen een kwestie van aangeboren talent zijn. De praktijk bewijst echter dat het ook te leren is. Enige basiskennis en voldoende oefening kunnen iedereen leren een redelijke tekst te maken. Hier zijn meer oplossingen mogelijk. Belangrijk is dat u in deze korte tekst niet meer dan twee keer de term ‘tekstschrijven gebruikt.
9.
2.
Het lijkt erop dat veel mensen de politieke ontwikkelingen op de voet volgen. Of dat betekent dat velen er vertrouwen in hebben is nog maar de vraag. Politici constateren zelf dat er een kloof is tussen kiezers en gekozenen, maar dat zij daar zelf aan bijdragen, lijkt niet door te dringen. Het aantal mensen dat werkelijk de politiek nog geloofwaardig vindt, wordt kleiner, zoals uit enquêtes blijkt. Velen beschouwen het als iets dat weinig met hun eigen leven te maken heeft. Het is een soort noodlot, waarop men geen invloed heeft.
1.
De landbouw lijdt aanzienlijke schade door de vele neerslag van de afgelopen tijd.
2.
Hij ontving de onderscheiding vanwege zijn functie.
3.
Hij kon de afspraak niet nakomen door zijn vertrek.
4.
De maatregelen werden genomen om de doelstellingen voor dit jaar te bereiken.
5.
Door de politieke ontwikkelingen lijken de kranten nu vooral oog te hebben voor binnenlands nieuws.
21