BRALCAFÉ 7/12/11 – MicroMarché – open discussie-avond “Brussel aan de Rand” – ruw verslag
Op 7/12 organiseerde BRAL een BralCafé, een open discussieavond, over “Brussel en de Rand”. Een 40-tal mensen kwam opdagen. Dat Brussel niet stopt aan de gewestgrenzen, is een besef en een realiteit waar we de laatste jaren steeds meer mee worden geconfronteerd. De nieuwe federale regering wijdt een artikel in het regeerakkoord aan de ‘hoofdstedelijke gemeenschap’ en gewestministers stellen samenwerkingsakkoorden op rond ruimtelijke ordening en mobiliteit. Bral wordt dagelijks geconfronteerd met gewestoverschrijdende dossiers en wil haar steentje bijdragen om de samenwerking en het overleg in de goeie richting te duwen. Ons vertrekpunt hierbij is natuurlijk onze achterban (mensen uit Brussel én uit de rand rond Brussel). We startten de avond met een voorstelling van ons project “Brussel aan de Rand”, waarmee we in samenwerking met BBL en vzw De Rand, op zoek gaan naar concrete intergewestelijke (probleem)dossiers. Dossiers waar we op het terrein concrete stappen willen of kunnen zetten. De dag voordien organiseerde Bral in dit kader in Wemmel een Ronde Tafel met 22 mensen van verschillende Vlaamse en Brusselse organisaties, instellingen en groepen. Met die groep kwamen we tot een eerste oplijsting van mogelijk aan te pakken problemen. Heel concrete cases, van intergewestelijke fietsroutes over ideeën rond randparkings, van de mogelijkheden met de as JetteZellik tot ideeën over samenwerking rond een wandelpad langs de Zenne, ... etc. Het spectrum is vandaag nog heel breed, maar naarmate het project vordert, gaat alles concreter worden. De focus ligt uiteraard op de Bralthema’s milieu, mobiliteit en ruimtelijke ordening. En de bedoeling blijft om er zoveel mogelijk bewoners bij te betrekken. Van communautaire dossiers blijven we zo veel mogelijk af. Na de uiteenzetting over het project kwam Eva Fonteyn aan het woord, projectcoördinator Watersite, Stad Vilvoorde. Zij kwam de toekomstige ontwikkelingen in het reconversiegebied Vilvoorde Machelen uitleggen aan de hand van enkele slides (Geïnteresseerd in de slides? contacteer
[email protected]). In het kort: Watersite is een gebied van 250 hectare verouderde en vervuilde industriegronden, gelegen tussen Kanaal, Vilvoorde, Woluwelaan en grens Brussel. De stad Vilvoorde wil dit gebied ontwikkelen als een gemengde site, waarvan 45 ha voorzien is voor wonen en 50 ha voor economische ontwikkeling. Eva gaf ons genoeg input om de discussie over grensoverschrijdende problemen mee op gang te trekken.
1
Als startpunt van de discussie stelde Bral een aantal cijfers en feiten voor die in grote lijnen de verwachtte demografische evolutie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest schetsen. Volgens de cijfers van het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse van mei 2010, telt Brussel op 1 januari 2011 1.108.158 inwoners. Sinds het midden van de jaren 90 blijft de demografische groei zich doorzetten. Er is sprake van een bevolkingsexplosie. Sinds 2000 nam die groei nog toe tot 14.000 inwoners per jaar. De officieel geregistreerde bevolking van Brussel bij onveranderde evolutie wordt in 2020-2025 op 1.230.000 geschat. Bij dat cijfer moet je nog eens een de niet geregistreerde burgers tellen, waarvan er in 2011 naar schatting 100.000 zijn in Brussel. Het groeicijfer van 14.000/jaar ligt dus eigenlijk nog een stuk hoger. Anderzijds wordt Brussel ook geconfronteerd met een blijvende stadsvlucht. En zal het Gewest een stijgende dualisering van haar bevolking kennen. Een vraag die we ons stellen over de bevolkingstoename én anderzijds de beperkte ruimte die in Brussel overblijft om die bevolking op te vangen in degelijke huisvesting is: Kan de Rand een deel van de Brusselse bevolkingsgroei opvangen? Hierna geven we puntsgewijs enkele vragen en standpunten die in de discussie aan bod kwamen. De eerste vragen hielden nog verband met Watersite. Naarmate de avond vorderde, werd de discussie algemener. •
Algemene opmerking: Wat met de expansiemogelijkheden van industrie in de noordelijke kanaalzone? Brussel en Vlaanderen moeten dit gemeenschappelijk aanpakken. Nu dreigt Neder-Over-Heembeek (NOH) tussen de expansiedrift van beide gewesten geprangd te zitten. Door het gebrek aan een gemeenschappelijke visie dreigt de woonfunctie/de leefbaarheid van NOH onder druk te staan. 2
• •
•
•
•
Vraag: Welke parkeernorm voor de appartementen op Watersite? Antwoord: 1,2 per woonentiteit. Het hele project krijgt ook ondergrondse parkeergarages. Opmerking: Het is onaanvaardbaar dat voor een project als Watersite plannen worden gemaakt zonder dat er eerst een degelijke ontsluiting is met het openbaar vervoer. Antwoord: De (commerciële) logica van De Lijn is dat er eerst vraag moet zijn voor er een aanbod wordt gecreëerd. Dit probleem (“eerst het kip of eerst het ei”?) doet zich wel vaker voor bij de ontwikkeling van grote zones (bvb. de ontsluiting van Thurn & Taxis in Brussel). Opmerking: We mogen de doelstelling achter het grond- en pandendecreet niet vergeten: voorrang aan ‘eigen’ (lees: Vlaamse) bevolking eerst; bevorderen van ‘wonen in eigen streek’. Als er dus woningen bijkomen in Vilvoorde, moeten die naar Vlamingen gaan? Het huidige beleid van Vilvoorde is in ieder geval gericht op het aantrekken van rijkere middenklasse, waar nu in Vilvoorde een gebrek aan zou zijn. Het aantal sociale woningen in Vilvoorde (11%) ligt ruim boven het Vlaamse (verplichte) gemiddelde en is zelfs de hoogste van Vlaanderen. Iemand anders vindt dan weer dat het Vlaamse gemiddelde sowieso veel te laag ligt. Het grond- en pandendecreet biedt geen reëel antwoord op de sociale huisvestingscrisis. Een crisis die dus niet alleen een Brussels, maar ook een Vlaams probleem is. Opmerking: probleem in Neder-Over-Heembeek: de nieuwe woningen die er nu bijkomen zijn allemaal huurwoningen. Er is hierdoor weinig ‘verbondenheid’ met de plaats waar nieuwe inwoners gaan wonen, met alle problemen van dien (geen respect voor leefomgeving, weinig gemeenschapsgevoel, ...). Waarom worden er niet meer koopwoningen gebouwd? In Watersite bijvoorbeeld gaat het wel om koopwoningen. De Rand is vandaag niet meer zomaar de plaats waar mensen gaan wonen in villawijken. De stadsvlucht blijft, maar verlegt zich steeds verder. Hoe dichter bij Brussel, hoe duurder. Privéinvesteerders spelen hierop in door wel voor hogere dichtheden te kiezen op openbaar
3
•
•
• • •
•
•
vervoersknooppunten in de rand: gebouwen van 5 verdiepingen zijn geen taboe meer in stationsbuurten bijvoorbeeld. Bevolkingsexplosie Brussel betreft vooral een aangroei van de allochtone bevolking. Die kiezen niet (altijd) voor villawijken in de Rand... Cfr. ook: de defensieve houding van het GRUP Vlaams Strategische Gebied rond Brussel (VSGB) dat de Rand niet ‘een overloopgebied van Brussel’ mag worden. Dit gezegd zijn: ook de rand raakt verstedelijkt. Ook in de rand worden nu veel appartementen gebouwd. We mogen niet vergeten dat ook in Vlaanderen het percentage armen hoog ligt (14% tgov 20% in Brussel) en dat mensen betaalbaar moet kunnen wonen. En die stedelijke functies hebben per definitie een aanzuigeffect op nieuwkomers. Vaststelling: Op dit moment worden er in de Rand meer appartementen gebouwd dan grondgebonden woningen (i.e. villa’s en verkavelingen) Vaststelling: Het beleid in elke gemeente is gericht op de rijkere bevolking. Vergelijking met andere steden als Gent en Antwerpen: vergelijkbare centrum-stad/randproblemen? Nieuwkomers gaan na 1 à 2 generaties ook in de rand wonen. In Brussel wordt dit blijkbaar niet aanvaard, vanwege de communautaire connotatie. Dus, we mogen de taalproblematiek niet onderschatten > De Brusselaars die verhuizen naar de Rand zijn Franstaligen, en die worden moeilijk aanvaard in de Rand. We moeten breder kijken dan de smalle rand van bvb. Dilbeek en Sint-Genesius-Rode. Aalst (ook Liedekerke, nvdr) heeft bijvoorbeeld een heel belangrijk aandeel zwarte (en Franstalige) bevolking. Voor de opvang van de bevolkingsgroei moeten we meer denken aan het netwerk van steden dan aan de relatie met Brussel en de rand. Hierop doorgaand: introductie van de term: “bassin de vie” – bruikbaar voor de Rand? – een concept om onze gemeente te organiseren
Définition •
Le découpage de la France « en bassins de vie » a été réalisé pour faciliter la compréhension de la structuration du territoire de la France métropolitaine et mieux qualifier l'espace à dominante rurale. Le bassin de vie est le plus petit territoire sur lequel les habitants ont accès à la fois aux équipements de la vie courante et à l'emploi. Les services et équipements de la vie courante servant à définir les bassins de vie comportent quatre catégories : - Équipements concurrentiels : Hypermarché et supermarché, grande surface non alimentaire, magasins (vêtements, chaussures, électroménager, meubles), librairie, droguerie, marché de détail, banque, vétérinaire ; - Équipements non concurrentiels : gendarmerie, perception, notaire, Pôle Emploi, maison de retraite, bureau de poste, crèche ou halte-garderie, installation sportive, piscine, école de musique, cinéma ; - Équipements de santé : médecin, infirmier, pharmacie, masseur-kinésithérapeute, dentiste, ambulance, maternité, urgences, hôpital de court, moyen et long séjour ; - Équipements d'éducation : collège, lycée général et/ou technologique, lycée professionnel.
•
Discussie over waarom de middenklasse Brussel nog altijd verlaat (immobiliënprijzen, netheid, leefkwaliteit, .... ) >> Brussel moet investeren in haar eigen bevolking, en ervoor zorgen dat ze ook haar eigen middenklasse produceert. Onderwijs is daarvoor het middel bij uitstek. We moeten er dus niet alleen naar streven om middenklasse ‘aan te trekken’, te 4
•
•
•
importeren. Brussel moet van haar eigen sterktes vertrekken. Ja maar: we moeten toch ook zorgen dat de middenklasse in Brussel blijft wonen. Opmerking: Praten over de rand gebeurt in een verkeerd denkkader. Het gaat over de ‘Brusselse rand’ en niet over de ‘Vlaamse rand’. Dit is een belangrijk verschil in de perceptie. Bral moet zich niets aantrekken van de bestuurlijke grenzen en kan misschien leden zoeken in de Brusselse Rand. Brussel zoekt vandaag naar oplossingen voor problemen waar Vlaanderen (i.c. de Rand) later ook mee zal geconfronteerd worden. Die boodschap moet Brussel aan Vlaanderen geven: leer uit onze ervaringen met de armoedeproblematiek. Kijk maar naar bijvoorbeeld de verloedering van de stationsbuurt in Vilvoorde, of naar Lokeren en Sint-Niklaas, waar armen uit Brussel naar toe trekken. Welke beleidsvisie is hier nodig? Inspiratie kan uit Brussel komen. Voorstel: we moeten de (bredere) gemeenschappelijke behoeftes van Brussel en de Rand naar voren schuiven: open ruimte beschermen, performant openbaar vervoer, ... etc.
Deze vragen en opmerkingen vormen een interessante input voor de voortzetting van het project “Brussel aan de Rand”. We nemen ze mee in de selectie van intergewestelijke cases waar we tot oktober 2012 mee aan de slag gaan. In de twee helft van mei 2012 plannen een eerste publieksweek (wandelingen, fietstochten, debatten, ...) waarin we gewestoverschrijdende dossiers onder de aandacht gaan brengen. Laat het duidelijk zijn dat de bevolkingsexplosie een rode draad zal vormen... Verslag: Joost Vandenbroele (stafmedewerker stedenbouw + projectverantwoordelijke Brussel aan de Rand), Hilde Geens (stafmedewerker stedenbouw), An Descheemaeker (coördinatrice)
5