11. HDC clubkampioenen Ondanks intensieve naspeuringen hebben we de lijst HDC clubkampioenen niet compleet gekregen (zie bijlage 1). Vermoedelijk heeft ooit iemand (een secretaris, een archivaris, een commissaris van materiaal?, in ieder geval een cultuurbarbaar!) allerlei oude HDC papieren en clubbladen weggegooid en zie dan nog maar eens achter de uitslagen van de onderlinge competities te komen. Voor zover ze nog in leven zijn en wij wisten waar ze woonden hebben we oudkampioenen persoonlijk benaderd om wat oude partijen of fragmenten boven water te krijgen.
W. van Daalen Van deze allereerste HDC clubkampioen hebben we weinig kunnen terugvinden, althans wat biografische gegevens betreft. Wel komen we zijn naam tegen in “Het Damspel” van 1923 als redacteur buitenland, een functie die hij een aantal jaren bekleedde. Er is nog een aardige partijstand boven water gekomen met een leuke lokzet waar de sterke P.J. van Dartelen het slachtoffer van werd. Ook was van Daalen in de jaren ’20 een enthousiast problemist, waarvan we vele werkstukken in oude HDC clubbladen hebben teruggevonden. Diagram 2 is zo’n voorbeeld.
2
1
1. Een leuke stand uit de Telegraaf van 13-06-1924. Uit een partij P.J. van Dartelen – W. van Daalen. Wit denkt hier een schijf te gaan winnen via de manoeuvre 27-22 (18x27) 29x18 (13x22) en nu 31-26 maar… zwart laat volgen (22-28) 33x31 (20-24) 26x17 (24-29) 34x23 (19x26) en zwart wint straks schijf 17. 2. W. van Daalen februari 1924 in “De HDC'er” gepubliceerd 30-24 (19x30) 29-24 (18x20) 2823 (16x27) 39-34 (30x39) 48-43 (39x48) 37-31 (48x19) 31x4 en wint. Probleemredacteur H.T. Luif schreef hierbij:”Leuk is de manier, waarop voor de tempozet de weg bereid wordt. De eindstand is gewonnen”
M. ten Brink (1891- ?) In 1915 wint hij op 24-jarige leeftijd de meesterwedstrijd (17 uit 11) en kan zich vanaf dat moment “meester dammer” noemen. “Het Damspel” schrijft dan over hem:”In 1913 deed ten Brink het eerst in den meesterwedstrijd mee en veroverde toen al een hooge plaats. Hij verraste velen door zijn kennis der opening en zijn fijn opbouwen eener stelling. Deze gaven zijn gerijpt en zijn meerdere kennis van het onregelmatige spel deed de rest. Zijn spel heeft wel iets van den beroemden Dr. Molimard, den Franschen kampioen.” Zover we nu weten 2 keer clubkampioen, maar dat kan wel eens hoger uitvallen als alle gegevens ooit boven water komen. In 1916 deelnemer aan het Nederlands Kampioenschap. Dit kampioenschap wordt gewonnen door J.B. de Haas met H. Hoogland op de tweede plaats. Visser en ten Brink worden gedeeld 3/4 (van de 4 deelnemers). Men speelde toen drie keer tegen elkaar en ten Brink kan er wel prat op gaan dat hij zowel de Haas als Hoogland in dit toernooi één keer versloeg. 57
1
2
1. Al in 1913 valt in “Het Damspel te lezen:” Ten Brink is een tegenstelling van Presburg. Het is aan zijn spel duidelijk te zien dat hij veel over het spel heeft gelezen.” En even verder “Hij is het gevaarlijkst als hij nadeelig staat, vooral omdat hij heel goed een slagzet kan zien. In zijn laatste partij met de Jong was zijn stand zeer slecht. Met opoffering van een schijf wist hij door een fraaie combinatie een positievoordeel te verkrijgen, waarmee het verlies was afgewend. (zie diagram 1) Ten Brink - de Jong 1913. “Men ziet, wit’s stand is nadeelig; de wijze waarop wit zich nu van de remise verzekert is prachtig.; hij speelde als volgt 28-23 (19x28) 32x23 (21x41) 36x47 (26x37) 34-30 (25x45) 44-40 (45x34) 39 x17 (37-42) 23-18 (42x33) 18-13. Offert zwart nu schijf 16 dan heeft wit kans later schijf 33 te veroveren; in andere gevallen gaat wit door 17-12 naar dam.” 2. Uit de meesterwedstrijd 1915. S. v.d. Meer – M. ten Brink 0-2 Zwart speelt hier 14-20 (25x23) 24-29 (33x24) 22x31. Dit lijkt een gelijke ruil, maar ten Brink heeft goed gezien dat zwart altijd een schijf gaat winnen. Op 41-36 (21-26) 36x27 (26-31) 27x36 (13-18) 23x21 (16x49) Op 32-28 (31-37) 41x32 (13-18) 23x12 (21-26) enz. Op 48-42 volgt (13-18) en (21-26) Omdat (31-37) dreigt moet wit een schijf geven.
58
P. J. Eype Over deze kampioen is bijna niets bekend, maar in de jaarlijkse wedstrijd om het kampioenschap van Haarlem en Omstreken (begin jaren ’20) komt zijn naam een paar keer voor op de tweede of derde plaats. Waarschijnlijk dus een sterk speler in die tijd. Partijfragmenten hebben we niet gevonden; wel vonden we twee problemen van zijn hand.
2
1
1. Uit “Het Damspel” van september 1918, gepubliceerd onder het motto “Eureka”. 35-30 (19x28) 38-32 (27x49) 29-24 (49x35) 33-29 (36x27) 39-33 (28x39) 37-31 (26x46) 29-23 (46x19) 24x2 (35x24) 2x4 met gewonnen eindstand. Het commentaar hierbij: “De stand is niet zooals het behoort, zeer lelijk in elkaar gedrongen op den linkervleugel van wit. Afwikkeling gewoon, de eindslag echter aardig, maar zeer veranderd. Door wijlen van Vught werd deze o.a. reeds in een klein probleem toegepast.” 2. Uit “Het Damspel van sept.-oct. 1920. 38-32 (27x49) 28-23 (19x39) 34x43 (49x13) 30x6. Dit kun je toch nauwelijks een probleem noemen, maar meer een aangeklede slagzet. Toch schrijft de probleemredacteur P.Kleute “ het is alleszins waard om opgelost te worden te meer, daar zij doen denken aan een partijstand.”
P.G. van Engelen (1904-1939) Een groot talent dat al op 16 jarige leeftijd menig “oude damrot” versloeg en daardoor grote bekendheid kreeg. Jarenlang speelde hij op een van de kopborden van HDC. Eén jaar in 1930/31 (de jongste) voorzitter van de club. In 1934 werd hij gekozen tot lid van de Provinciale Staten van Noord Holland, verder was hij de eerste voorzitter van de nu niet meer bestaande K.D.P. (Katholieke Democratische Partij) afdeling Haarlem. Lid van de gemeenteraad in Haarlem (1935). In 1939 op de jonge leeftijd van 35 jaar overleden; begraven op het kerkhof St. Barbara aan de Schoterweg.
1
2
1. 1938. J. Ottolini – P.G. van Engelen. Wit heeft net 41-37 gespeeld en nu lijkt (21-27) 32x21 (16x27) de goede voortzetting, maar van Engelen doorzag dit lokkertje, want dan volgt er 28-22 59
(17x28) en 24-19!! een verrassende zet (14x23 is dan gedwongen, anders volgt er 37-32 met dam) en vervolgens 37-32 (28x37) 42x22 (18x27) 34-30 (25x34) 40x16 gewonnen! 2. Van Engelen met wit heeft net 42-37 gespeeld hopende op (24-29). Toen dit volgde kwam er 38-33 (29x49) 37-31 (49x16) 31-27 (16x30) 35x2.
J. W. van Dartelen (1894-1960) Vierendertig (!) jaar voorzitter van de HDC. Tijdens zijn voorzitterschap werd HDC vier keer clubkampioen van Nederland en groeide het aantal leden (mede door de tijdsomstandigheden; de jaren ’30: gezelligheid en verenigingsleven) naar een hoogte die later nooit meer gehaald is. Hij speelde overal in het land simultaan om het dammen te propageren. Jarenlang schrijver van damrubrieken in allerlei kranten en administrateur van het bondsblad. Als propagandist en bestuurder van onschatbare betekenis voor het dammen. Verschillende keren kampioen van Haarlem en omstreken. Eén keer deelnemer aan het kampioenschap van Nederland en drie keer clubkampioen. Naast partijspeler heeft hij zich ook bezig gehouden met de problematiek en het eindspel.
1
2
1. J.W. van Dartelen – J.F. Mooser 2-0 Zwart heeft net (17-22?) gespeeld wit vervolgt met 01. 30-24! Nu zijn er twee slagmogelijkheden A. 29x20 02. 37-32 28x39 03. 40-34 39x30 04. 35x13 18x09 05. 21-17 12x21 06. 26x10 15x04 07. 25x03 B. 19x30 02. 35x33 28x48 03. 21-17 12x21 04. 26x10 15x04 05. 40-34 48x30 06. 25x34 met schijfwinst 2. J. Lycklema – J.W. van Dartelen 0-2 OC HDC jaren ‘40 01…14-20! 02. 25x14 19x10! 03. 28x19 13x24 04. 30x19 29-33 05. 38x29 18-22 06. 27x07 08-12 07. 07x18 09-13 08. 18x09 03x45
Getekend portret van J.W. van Dartelen
60
P.J. van Dartelen (geb. 1898) Van de damenthousiaste gebroeders Van Dartelen veruit de sterkste speler van de twee. Jarenlang schrijver van damrubrieken in regionale kranten. In 1920 werd hij voor het eerst door het bondsbestuur uitgenodigd mee te spelen in het kampioenschap van Nederland. In 1924 (de meesterwedstrijden van 1923) behaalde hij de meestertitel en dit was in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog een toegangsbewijs tot het Nederlands kampioenschap. P.J. van Dartelen heeft daaraan 18(!) keer meegedaan (zie bijlage achterin) met als beste prestaties een 2e plaats in 1933 en een drietal derde plaatsen. Hij is daarmee HDC recordhouder “Nederlandse kampioenschappen”. Een landelijk bekende en gevreesde speler die tegen alle grote damnamen uit zijn tijd heeft gespeeld. Half jaren ’20 tot half jaren ’40 behoorde hij tot de Nederlandse top. Wellicht samen met Sluiter is hij de sterkste dammer die HDC ooit heeft voortgebracht. In 1925 deelnemer aan het WK toernooi in Parijs dat gewonnen werd door S. Bizot. Van Dartelen eindigde op de zevende plaats met 16 uit 18. Verschillende keren kampioen van Haarlem en omstreken (de eerste keer op 18 jarige leeftijd!). Tien keer clubkampioen, maar vermoedelijk meer als de uitslagen van de niet ingevulde jaren ooit boven water komen. Elders in het boek zijn verschillende partijen van P.J. van Dartelen te vinden. Hieronder de uitslag van de wedstrijden om de meestertitel:
Uitslag van de wedstrijd om de meestertitel uit 1923 die door de barrage in 1924 eindigde 61
1
2
1. J.H. Vos – P.J. van Dartelen 26 februari 1933 Zwart heeft net (10-14) gespeeld en ziet dat wit 31-26 niet kan spelen. Toen wit dit toch deed won zwart een schijf via 31-26? (22-28) 33x22 (18x27) 27-22 (18x27) 29x7 (27-31) 36x27 (812) 7x18 (13x44) 43-39 (44x33) 34-30 (25x34) 40x38. 2. Ph.G. Amelung – P.J. van Dartelen (1937). Er is net 37-31? Gespeeld. Zwart haalt verwoestend uit met (24-30) 35x11 (22-28) 32x21 (6x50)
P.J. van Dartelen (links) tegen J.B. Sluiter (rechts) Wedstrijd op het RCH terrein in 1937 “30 jaar HDC”.
H.G. Teunisse (1894-1980) Hij maakte deel uit van de HDC tientallen die vier keer het kampioenschap van Nederland behaalden. Zijn eerste clubkampioenschap stamt uit het seizoen 1927-1928 om het daarna - ruim 50 jaar later - in ‘79/80 en ‘80/81 nog twee maal te herhalen! In 1922 was hij in het kampioenschap van Haarlem gedeeld eerste met P.J. van Dartelen. De daaropvolgende herkamp won hij met 4-2 en dat tegen de man die een jaar later de meestertitel verovert. Tot op hoge leeftijd (dik in de tachtig) een sterk speler en een trouw bezoeker van de clubavonden. Met als vaste ritueel: lopend naar het clubgebouw (ca. 3 km.), koffie, vervolgens een dikke sigaar 62
en 1 flesje bier en dan weer lopend terug. Een vriendelijk en vooral ook sportief mens; hij had altijd een woord van waardering over voor het spel van de tegenstander. Ook verschillende keren kampioen van de Nederlandse Spoorwegen, een allang niet meer bestaand kampioenschap. H.G. Teunisse – J.B. Sluiter OC HDC 19-06-1941 01. 34-30 17-22 02. 40-34 20-25 03. 32-27 19-23 04. 37-32 11-17 05. 31-26 22x31 06. 26x37 07-11 07. 33-29 14-20 08. 45-40 01-07 09. 39-33 10-14 10. 50-45 14-19 11. 4439 05-10 12. 32-27 10-14 13. 37-31 20-24 14. 29x20 15x24 15. 41-37 04-10 16. 49-44 17-21 17. 46-41 21x32 18. 37x28 23x32 19. 38x27 11-17 20. 42-38 07-11 21. 48-42 17-21 22. 42-37 21x32 23. 38x27 12-17 24. 47-42 17-21 25. 37-32 21-26 26. 41-37 10-15 27. 33-29 24x33 28. 39x28 08-12 29. 43-38 14-20 30. 44-39 20-24 31. 39-33 02-08 32. 28-22 12-17 33. 33-29 24x33 34. 38x29 17x28 35. 32x14 09x20 36. 42-38 20-24 37. 29x20 25x14 38. 30-24 08-12 39. 34-29 12-17 40. 40-34 17-22 41. 34-30 11-17 42. 38-32 17-21 43. 30-25 03-09 44. 45-40 0611 45. 35-30 11-17 46. 40-35 22-28 47. 32x12 21x41 48. 36x47 26x37 49. 12x21 16x27 50. 29-23! Zie diagram 15-20 51. 24x15 27-32 52. 23-19 13x24 53. 30x10 09-14 54. 10x19 32-38 55. 15-10 38-43 56. 10-05 43-49 57. 19-14 4938 Een zeer scherp opgezette partij. Aanvankelijk lijkt Teunisse geen schijn van kans te maken, maar op een mysterieuze manier, of door diepzinnig rekenwerk(?) weet hij de kansen te doen keren.
1
2
1. H.G. Teunisse 1922. Zwart heeft net 21-26 gespeeld nu volgt 01. 38-33 26x37 02. 32x41 23x21 03. 34-29 18x27 04. 29x07 01x12 05. 35x02 2. Een slagzet die H.G. Teunisse uitvoerde in de OC van HDC in 1969. Damslag met vernietigende naslag 24-19! (13x24) 26-21 (17x28) 33x2 (24x33) 39x19 (14x23) 27-21! (16x27) 2x5
B. Dukel (1910-1973) B. Dukel, één keer kampioen van Nederland en vele keren deelnemer aan het Nederlands kampioenschap, tevens jarenlang schrijver van de damrubriek in het Haarlems Dagblad, is aan het begin van zijn damcarrière een paar jaar lid geweest van HDC. In 1928 kwam hij bij de club om zijn talent te ontwikkelen tegen de sterkere spelers van HDC (alle spelers van IJmuiden was hij toen al de baas). In zijn tweede jaar als HDC-lid werd hij al clubkampioen. Kort daarna is hij weer alleen voor DCIJ gaan spelen. Hoewel 1 keer clubkampioen van HDC is B. Dukel nationaal en internationaal bekend geworden als speler van IJmuiden. Als we hun onderlinge partijen bekijken dan is Sluiter voor Dukel altijd een moeilijk te kloppen tegenstander geweest. Hij heeft tegen Sluiter zelfs een negatieve score. Hieronder een van zijn overwinningen op deze “angstgegner”. B. Dukel in 1959 kampioen van Nederland 63
B. Dukel – J.B. Sluiter 2-0
25-09-1957
01. 32-28 18-22 02. 37-32 12-18 03. 31-26 07-12 04. 3631 01-07 05. 41-36 20-25 06. 31-27 22x31 07. 26x37 1621 08. 36-31 21-26 09. 46-41 18-22 10. 34-29 13-18 11. 29-23 18x29 12. 33x13 22x33 13. 39x28 09x18 14. 44-39 03-09 15. 41-36 09-13 16. 39-33 14-19 17. 50-44 10-14 18. 44-39 17-22 19. 28x17 11x22 20. 31-27 22x31 21. 36x27 14-20 22. 32-28 19-24 23. 37-32 05-10 24. 39-34 24-29 25. 33x24 20x29 26. 34x23 18x29 27. 43-39 10-14 28. 42-37 14-20 29. 49-43 04-09 30. 47-42 06-11 31. 3731 26x37 32. 42x31 09-14 33. 48-42 14-19 34. 42-37 1116 35. 31-26 19-24 36. 28-22 13-18 37. 22x13 08x19 38. 39-33 12-18 39. 43-39 19-23 40. 27-21 16x27 41. 32x21 18-22 42. 39-34 07-11 43. 21-17 24-30 44. 17x19 30x28 45. 40-34 29x40 46. 45x34 02-08 47. 26-21 (zie diagram) 20-24 48. 19x30 15-20 49. 3832 28-33 50. 32-28 33x22 51. 21-17 11-16 52. 17x28 08-12 53. 28-22 16-21
J. B. Sluiter (1905-1991) J.B. Sluiter werd in 1921 (op 15 jarige leeftijd) lid van de HDC na een simultaan van Van Dartelen. In 1968 verruilde hij zijn lidmaatschap voor dat van damclub Heemstede. Hij had een gedeeltelijke architectenopleiding en dit kwam hem van pas in zijn aannemersbedrijf. Later heeft hij dit verkocht en is als freelancer gaan werken. De drukte met het werk heeft hem verhinderd aan veel “verre of tijdrovende” toernooien mee te doen. Hij speelde twee keer mee in het HDC team dat kampioen van Nederland werd. In 1930 deelnemer aan het kampioenschap van Nederland met een gemiddelde van 1. Zover we nu hebben kunnen achterhalen 15 keer clubkampioen, 5 keer kampioen van Haarlem en 1 keer kampioen van Kennemerland. Tussen 1944 en 1975 ongeveer 25 maal kampioen van Heemstede. Van de drie individuele Zilveren Dambordtoernooien schreef hij er twee op zijn naam. Zonder enige twijfel een van de allersterkste spelers die HDC ooit voortgebracht heeft. Degenen die hem gekend hebben spreken van een prettige en zeer beminnelijke man, een “echte heer”. Aan het eind van zijn loopbaan heeft hij al zijn bewaard gebleven partijen (honderden) aan het HDC-archief geschonken. Daaruit blijkt dat hij tegen alle grote namen uit de Nederlandse damgeschiedenis (zoals Roozenburg, Keller, Dukel, Wim de Jong, Vos, Rustenburg enz) heeft gespeeld. Zeker 50 jaar is hij een van de sterkste spelers in Kennemerland geweest. Ook elders in het boek zijn partijen en partijfragmenten van Sluiter te vinden.
P.J. van Dartelen – J.B. Sluiter 0-2 OC HDC 21-07-1941 1.32-28 17-21 2.37-32 21-26 3.41-37 20-24 4.31-27 14-20 5.34-30 20-25 6.37-31 25x34 7.40x20 15x24 8.45-40 26x37 9.32x41 18-23 10.38-32 12-18 11.42-38 7-12 12.47-42 10-14 13.41-37 11-17 14.37-31 6-11 15.40-34 17-22 16.28x 6 23-29 17.34x23 19x26 18.36-31 26x37 19.42x31 12-17 20.3832 8-12 21.46-41 5-10 22.41-37 14-19 23.48-42 17-21 24.43-38 21-26 25.33-28 10-14 26.49-43 14-20 27.50-45 20-25 28.44-40 9-14 29.38-33 4-10 30.42-38 10-15 31.40-34 14-20 32.34-29 25-30 33.28-23 (zie diagram) 19x28 34.32x23 20-25 35.29x20 25x14 36.35x24 18x20 37.27-22 16-21 38.22-17 13-18 39.17x 8 3x12 40.33-28 12-17 41.38-32 18-22 42.28-23 2- 7 43.23-18 22x13 44.31-27 13-18 45.27x16 17-22 46.39-34 14-19 47.43-39 20-24 48.45-40 15-20 49.40-35 20-25 50.39-33 19-23 51.34-29 23x34 52.32-28 22-27 53.28-22 27-31 54.22x13 31x42 55.13- 9 42-47 56. 9- 3 47x29 57. 3-17 64
J.B. Sluiter – Wim de Jong 2-0 12-09-1950 1.31-27 18-23 2.35-30 20-25 3.33-28 15-20 4.39-33 12-18 10-15 7.34-29 25x34 8.29x40 5-10 9.44-39 14-20 10.40-34 24-29 11.33x24 20x40 12.35x44 10-14 13.45-40 15-20 14.38-33 7-12 15.42-38 17-22 16.28x17 11x22 17.31-26 22x31 18.36x27 12-17 19.41-36 6-11 20.46-41 1- 6 21.47-42 8-12 22.41-37 4-10 23.37-31 10-15 24.33-28 3- 8 25.40-34 17-22 26.28x17 11x22 27.32-28 23x21 28.26x28 2- 7 29.3933 12-17 30.44-39 8-12 31.34-30 6-11 32.30-25 1621 33.50-45 21-26 34.38-32 26x37 35.42x31 11-16 36.43-38 18-23 37.49-44 17-21 38.48-42 7-11 39.4440 21-26 (zie diagram) 40.40-35 26x48 41.39-34 48x30 42.35x24 20x29 43.33x24 19x30 44.28x 6
5.37-31 20-24 6.40-35
Drs. Jaap C.R Bus (1938) Jaap Bus is naast HDC clubkampioen verschillende keren kampioen van Heemstede en Kennemerland geweest. Tevens heeft hij landelijk in de hoogste klasse gespeeld met Damclub Exelcior en Maas van ’t Hoog (o.a. met Piet Roozenburg en Ton Sijbrands). Het meest bekend is hij als problemist en eindspelcomponist. Op die gebieden heeft hij verschillende internationale wedstrijden gewonnen. Hij draagt de titel Grand Maître International du Problémisme Honoris Causa. Ook is hij lid van het dagelijks bestuur van de FMJD. Hieronder een probleem en een eindspel van zijn hand
1
2
1. 43-38 (36x47) 20-15 (32x43) 15x2 (47x49) 23-19 (14x23) 2-35 (43-49) 50-44 (49x40) 35x34 (48x30) 25x34. 2. 37-48 (27-32 A) 14 x41! (5-10) 41x5 (33-38) 5-32 !! (38x27) 48-43 (27-31) 43-49 steeds gevolgd door 45-40. A (27-31) 48x26 (33-38 B) 26-21!! (38-42) 14-37 (42x31) 21-49 , hetzelfde slot maar nu staat het stuk op 5 er nog en toch is ook deze stand scherp gewonnen. B (33-39) 14-28! (39-43) 26-48 (43-49) 28-44 (49x40) 45x34 (5-10) 48-39 (24-30) 34x25 (3540) 25-20 (40-45) 39-50.
H. de Groot (1948) Han(s) ontwikkelde zich heel snel tot een van de sterkste spelers die HDC ooit gehad heeft. Namens de Noord Hollandse Dambond was hij jeugdtrainer van talenten als Rob Clerc, Wim Winter, Pieter Hildering, Cock van Leeuwen, Kees IJsbrandy, Pieter Hollenberg, Paul Boerrigter, Jeroen Sterel, Hein Meijer en Eran Binnenbaum.
65
Daarnaast was hij trainer van de pas opgerichte damclub DVS, die met jonge spelers als Chiel en Frans Herben, Cees Teeuwen, Leo Hablous, Ton de Boer, zo snel mogelijk de top in Noord Holland wilde halen. Een mislukt avontuur overigens. Hoe gedreven de dammer H. de Groot was, merk je als je de oude clubbladen doorneemt. Tijdens zijn lidmaatschap van HDC schrijft hij eindeloze (en goede) artikelen over de damtechnische prestaties van HDC’ers, maar ook over de theorie van het dammen. Zijn partijanalyses zijn nog steeds leesbaar, scherp en van een hoog niveau. Het grootste deel van “De HDC’er” wordt in die tijd volgeschreven door H. de Groot. Naast een zeer sterk dammer was H. de Groot een bijzonder goed damleraar. In 1975, vrij plotseling, gestopt met dammen. Naar de reden kan men slechts gissen, maar het had te maken met zijn carrière bij de belastingdienst (extra studie). Momenteel woont hij in Suriname, een paar kilometer ten noordoosten van Paramaribo in Mariënburg en runt daar, merkwaardigerwijs voor een typische “kantoorman” als Hans, een varkensfokkerij.
2
1
1. H. de Groot – D. Gerritsen 2-0 OC HDC seizoen 1967/68 Een prachtige combinatie die de grote kracht van een toen nog vrij jonge Hans de Groot laat zien. 01. 25-20 24x15 02. 32-27 23x43 03. 33-29 21x32 04. 29-24 19x30 05. 34x25 43x34 06. 25-20 15x24 07. 42-38 32x43 08. 48x06 2. Een schitterende, snelle overwinning behaalde hij op Bert van Domselaar in het kampioenschap van Kennemerland 1974. Het duidelijkst bewijs van het grote combinatievermogen van Hans de Groot. Bert van Domselaar – Hans de Groot 0-2 01. 34-29 17-22 02. 40-34 11-17 03. 45-40 06-11 04. 50-45 20-25 05. 31-26 16-21 06. 32-28 21-27 07. 38-32 27x38 08. 43x32 01-06 09. 42-38 zie diagram 2 Hier viel Hans oog op een diepe, nooit eerder vertoonde combinatie die bijna alle kranten zou halen. Moeilijk, omdat alle slagkeuzes doorgerekend moeten worden. 25-30!!! 10. 34x25 (op 35x24 (19x30) 34x25 (22-27) 32x21 (18-23) 28x19 A (14x32) 37x28 (11-16+ of A 35x24 (19x30) 34x25 (22-27) 32x21 (18-23) 29x18 (12x34) 21x1 (11-16) 40x29 (13-18) 1x23 (14-20) 25x14 (10x50)+ 22-27 11. 32x21 1823 12. 29x18 12x34 13. 21x01 11-16 14. 40x29 13-18 15. 01x23 19x50
Cartoon van G. Stoop uit de jaren ‘70 66
Theo van Wort (1948) Theo heeft het damspel van zijn vader geleerd die ook lid was van HDC. Op jonge leeftijd al zeer talentvol en rond zijn twintigste jaar kampioen van Haarlem. In 1977 kreeg hij tijdens zijn werk een ernstig auto-ongeluk, waarvan hij lang heeft moeten revalideren. Na die tijd heeft hij het oude, hoge damniveau nooit meer helemaal gehaald. Theo was niet erg honkvast, want hij is lid geweest van bijna elke damvereniging die Kennemerland toen telde. Bij iedere club schreef hij minstens één keer het clubkampioenschap op zijn naam. Toch wel een teken van zijn grote damkracht. De laatste jaren niet meer actief als dammer. T. v. Wort (HDC) – Grooteman (Andijk) 2-0 (1973) 01. 32-28 18-23 02. 33-29 23x32 03. 37x28 17-22 04. 28x17 11x22 05. 41-37 13-18 06. 46-41 19-23 07. 35-30 14-19 08. 30-25 08-13 09. 25x14 09x20 10. 37-32 10-14 11. 41-37 04-09 12. 38-33 02-08 13. 43-38 06-11 14. 2924 20x29 15. 33x24 19x30 16. 34x25 14-19 17. 39-33 0510 18. 44-39 10-14 19. 50-44 01-06 20. 48-43 14-20 21. 25x14 19x10 22. 31-26 23-29 23. 33x24 22-28 24. 32x23 18x20 25. 39-33 10-14 26. 44-39 12-18 27. 37-31 07-12 28. 38-32 14-19 29. 42-38 09-14 30. 40-34 11-17 31. 4742 03-09 32. 45-40 17-21 33. 26x17 12x21 34. 42-37 2126 35. 40-35 06-11 36. 31-27 19-23 37. 35-30 20-25 38. 30-24 14-19 39. 34-30 25x34 40. 39x30 09-14 41. 33-28 14-20? (zie diagram) 42. 38-33 20x38 43. 30-24 19x30 44. 28x19 13x24 45. 37-31 26x28 46. 43x03
J.H. Meure (1913) De langst zittende voorzitter van HDC: 36 jaar. Vanaf maart 1936 lid van HDC! Zeven keer clubkampioen en vele malen deelnemer aan allerlei damtoernooien (hoofdklasse) in Haarlem en Kennemerland. Hoewel zelf een sterk speler ligt zijn grootste kracht op het bestuurlijke vlak als voorzitter van de HDC (1954-1990), de PNHDB en de KNDB (1977-1983). Daarnaast heeft hij talloze commissies op damgebied geleid. Verschillende malen onderscheiden, waarvan een koninklijke onderscheiding en het erevoorzitterschap van HDC, de PNHDB en de KNDB wel de belangrijkste zijn. Oud-jeugdtrainer van HDC, oud- hoofdredacteur van de “HDC’er” en jarenlang medeorganisator van het schooldamkampioenschap van Haarlem. Als persoon een uiterst beminnelijk en vriendelijk mens met aandacht voor iedereen. Elders in dit boek is een apart hoofdstuk aan hem gewijd. J.H. Meure – J.B. Sluiter 2-0 OC HDC 14-04-1958. Een mooie overwinning op een van de sterkste HDC'ers ooit. 01. 31-27 17-21 02. 37-31 21-26 03. 32-28 26x37 04. 41x32 11-17 05. 46-41 17-21 06. 41-37 21-26 07. 34-30 20-25 08. 30-24 19x30 09. 35x24 18-23 10. 28x19 14x23 11. 3934 13-18 12. 33-29 06-11 13. 43-39 11-17 14. 38-33 17-21 15. 33-28 09-14 16. 28x19 14x23 17. 39-33 03-09 18. 44-39 12-17 19. 49-44 07-11 20. 33-28 09-14 21. 28x19 14x23 22. 39-33 01-06 23. 44-39 08-13 24. 36-31 17-22 25. 50-44 13-19 26. 24x13 18x09 27. 27x18 23x12 28. 32-28 09-13 29. 37-32 26x37 30. 32x41 15-20 31. 42-38 2024 32. 29x20 25x14 33. 34-29 11-17 34. 40-34 06-11 35. 45-40 02-08 36. 40-35 12-18 37. 44-40 08-12 38. 41-37 21-26 39. 48-42 17-21 40. 35-30 14-19 41. 30-24 19x30 42. 34x25 21-27 43. 40-35 16-21 44. 37-31 26x48 45. 38-32 48x23 46. 28x06 27x29 47. 0601 01. 31-27 17-21 02. 37-31 21-26 03. 32-28 26x37 04. 41x32 11-17 05. 46-41 17-21 06. 41-37 21-26 07. 34-30 20-25 08. 30-24 19x30 09. 35x24 18-23 10. 28x19 14x23 11. 39-34 13-18 12. 33-29 06-11 13. 43-39 11-17 14. 38-33 17-21 15. 33-28 09-14 16. 28x19 14x23 17. 39-33 03-09 18. 44-39 12-17 19. 49-44 07-11 20. 33-28 09-14 21. 28x19 14x23 22. 39-33 01-06 23. 44-39 08-13 24. 36-31 17-22 25. 50-44 13-19 26. 24x13 18x09 27. 27x18 23x12 28. 32-28 09-13 29. 37-32 26x37 30. 32x41 15-20 31. 42-38 20-24 32. 29x20 25x14 33. 34-29 11-17 34. 40-34 06-11 35. 45-40 02-08 36. 4035 12-18 37. 44-40 08-12 38. 41-37 21-26 39. 48-42 17-21 40. 35-30 14-19 41. 30-24 19x30 42. 34x25 21-27 43. 4035 16-21 zie diagram 44. 37-31 26x48 45. 38-32 48x23 46. 28x06 27x29 47. 06-01 18-23 48. 35-30 23-28 49. 01x40 28-33 50. 40-44 33-38 51. 44-49 38-42 52. 47x38 21-26 67
53. 38-32 26-31 54. 32-27 31x22 55. 49-38 22-28 56. 30-24 10-14 57. 24-20 14-19 58. 38-16 28-33 59. 16-02 19-23 60. 20-14 23-29 61. 25-20 04-10 62. 02-11 10x19 63. 11x39 18-23 48. 35-30 23-28 49. 01x40 28-33 50. 40-44 33-38 51. 44-49 38-42 52. 47x38 21-26 53. 38-32 26-31 54. 32-27 31x22 55. 49-38 22-28 56. 30-24 10-14 57. 2420 14-19 58. 38-16 28-33 59. 16-02 19-23 60. 20-14 23-29 61. 25-20 04-10 62. 02-11 10x19 63. 11x39 en zwart geeft het op.
1
2
1. J.H. Meure – H. Hoddenbach 2-0 OC HDC 1946 01. 31-27 een lokzet en zwart hapt toe met 17-22 maar hij verslikte zich, want er volgt fraai 02. 37-31 26x48 03. 15-10 48x23 04. 10x06 2 J.H. Meure – Chr. Gerritsen 2-0 OC HDC 1951 01. 37-31 26x37 02. 30-24 17x26 03. 28x17 12x21 04. 34-30 25x34 05. 29x40 20x18 06. 38-32 37x28 07. 33x04
J. Stoop (1952) Jan kwam eind jaren ’60 als jeugdspeler naar de HDC (de tijd van talentvolle jeugdspelers als Hanco Elenbaas en Ron Souverein). Daar werd hij o.a. getraind door de sterke Han(s) de Groot. Zijn talent ontwikkelde zich snel en al spoedig had hij zijn vaste plaats in HDC 1. Vanaf 1972 heeft hij een tijdlang in het bestuur gezeten als secretaris. In het seizoen 1975-1976 clubkampioen voor sterke spelers als T. van Wort, G. Zeeuwe, H. Teunisse en P. Hollenberg sr. Door zijn verhuizing naar Hoofddorp moest hij HDC verlaten. Na die tijd niet meer actief als dammer. H. Teunisse – J. Stoop 0-2 23-12-1974 01. 33-28 18-23 02. 39-33 12-18 03. 44-39 07-12 04. 34-30 20-24 05. 40-34 14-20 06. 30-25 24-29 07. 25x14 09x20 08. 33x24 20x40 09. 45x34 10-14 10. 34-30 15-20 11. 3933 20-24 12. 50-44 05-10 13. 44-39 10-15 14. 39-34 04-09 15. 43-39 17-22 16. 28x17 11x22 17. 32-27 01-07 18. 31-26 22x31 19. 36x27 07-11 20. 48-43 11-17 21. 37-31 02-07 22. 41-36 07-11 23. 4741 23-29 24. 34x23 18x29 25. 42-37 29-34 26. 30-25 2430 27. 35x24 19x30 28. 33-29 34x23 29. 25x34 12-18 30. 37-32 14-19 31. 27-21 16x27 32. 32x12 18x07 33. 38-33 07-12 34. 41-37 13-18 35. 37-32 09-13 36. 34-30 15-20 37. 31-27 (zie diagram) 20-24 38. 30-25 24-29 39. 33x24 19x30 40. 25x34 23-28 41. 32x23 18x40 42. 3934 40x29 43. 46-41 12-17 44. 41-37 13-18 45. 27-21 1823 46. 21x12 08x17 47. 37-32 17-21 48. 26x17 11x22 49. 32-27 22x31 50. 36x27 23-28 51. 43-38 29-34 52. 27-21 06-11
68
Piet Hollenberg sr. (1908-1980) Al op 17-jarige leeftijd sluit Pet Hollenberg zich aan bij de damvereniging TEP (Theorie en Praktijk). Hij is de exponent van de toen bestaande Rooms Katholieke Dambond. In de loop der jaren heeft TEP nogal wat naamsveranderingen ondergaan, maar Piet Hollenberg bleef trouw aan zijn clubmakkers en volgde hen in “De Spaarnestad”, HRKD (Haarlemse R.K. Dammers), VKD (Verenigde Katholieke Dammers), Damvereniging Kennemerland om tenslotte, na een fusie, terecht te komen in de HDC. Piet was naast een sterk partijspeler vooral een liefhebber en groot kenner van het eindspel. Zijn zoon Pieter Hollenberg (of P. Hollenberg jr., ook jaren lid van HDC) had vaders aanleg voor het damspel en mede door de gedegen training van senior deed junior in 1976 mee aan het kampioenschap van Nederland voor junioren. De bekende appel valt ook hier niet ver van de (dam)boom.
1
2
1. P. Hollenberg sr – J. Kramers 2-0 1938. Een bijzonder aardige eindspelwinst door 47-41 (36x47) 46-41 (47x9) 41-36 (50x22) 36x4 2. P. Hollenberg clubblad juli1973 Een niet te moeilijk probleem met een leuk eindspelletje (zijn specialiteit) 26-21 (16x36) 32-27 (24x35) 27-22 (28x17) 37-31 (36x27) 38-33 (29x38) 43x5 (35-40) 39-34 (40x29) 5-10 (29-34) 49-44 (19-24) 10x32 (24-30) 44-39 (34x43) 32x49
Piet Karregat Midden jaren ’80 wordt de beroepsmilitair Piet Karregat voor een paar jaar gestationeerd op de Ripperdakazerne in Haarlem. Als enthousiast en sterk dammer meldt hij zich aan bij de HDC, terwijl hij in die tijd ook lid is van Damclub Volendam en Purmerend. Piet is een typische leraar: hij wil zijn kennis van het damspel overdragen. Daarom neemt hij bij HDC direct de jeugd onder zijn hoede en organiseert hij trainingsavonden voor de spelers van HDC 1; een in die tijd onbekend fenomeen bij HDC. Na zo’n 3, 4 jaar wordt hij overgeplaatst naar het zuiden van ons land. In de korte tijd dat hij lid was van HDC heeft hij veel nieuwe dingen op poten gezet; bij zijn afscheid wordt hij dan ook lid van verdienste. Paul v.d. Lem – P. Karregat 0-2 07-07-1987 01. 33-29 17-22 02. 39-33 11-17 03. 44-39 06-11 04. 50-44 01-06 05. 31-26 16-21 06. 32-28 19-23 07. 28x19 14x23 08. 35-30 10-14 09. 30-24 21-27 10. 37-31 14-19 11. 4035 19x30 12. 34x14 23x34 13. 39x30 09x20 14. 44-39 18-23 15. 30-25 04-10 16. 25x14 10x19 17. 42-37 05-10 18. 37-32 11-16 19. 32x21 16x27 20. 39-34 07-11 21. 43-39 10-14 22. 33-29 13-18 23. 29-24 19x30 24. 34x25 08-13 25. 35-30 15-20 26. 38-33 27-32 27. 45-40 22-28 28. 33x22 18x27 29. 31x22 17x28 30. 40-35 11-17 31. 47-42 03-08 32. 48-43 06-11 33. 41-37 32x41 34. 46x37 11-16 35. 42-38 13-19 36. 38-33 17-22 37. 43-38 20-24 38. 38-32 16-21 39. 26x17 12x21 40. 49-43 08-12 41. 43-38 02-07 42. 36-31 07-11 43. 31-26 11-17 44. 39-34 28x39 45. 34x43 22-27 46. 43-39 12-18 47. 39-34 18-22 zie diagram, wit is overspeeld 48. 37-31 27x36 49. 38-33 69
36-41 50. 33-28 22x33 51. 32-27 21x32 52. 34-29 23x34 53. 30x46 24-29 A. den Doop – P. Karregat 0-2 Top Tien toernooi 19-01-1988 01. 32-28 17-22 02. 28x17 11x22 03. 35-30 20-25 04. 40-35 19-23 05. 31-27 22x31 06. 36x27 14-19 07. 37-32 06-11 08. 33-28 15-20 09. 39-33 11-17 10. 41-37 17-21 11. 46-41 21-26 12. 41-36 10-15 13. 34-29 25x34 14. 29x40 20-24 15. 44-39 05-10 16. 40-34 10-14 17. 34-30 12-17 18. 49-44 08-12 19. 30-25 17-21 20. 44-40 12-17 21. 40-34 17-22 22. 28x17 21x12 23. 33-28 07-11 24. 37-31 26x37 25. 42x31 02-07 26. 47-42 12-17 27. 34-30 17-21 28. 50-44 21-26 29. 44-40 26x37 30. 42x31 07-12 31. 39-33 14-20 32. 25x14 09x20 33. 30-25 04-09 34. 25x14 09x20 35. 43-39 01-06 36. 39-34 20-25 37. 34-30 25x34 38. 40x20 15x24 39. 48-43 03-09 40. 27-21 16x27 41. 31x22 18x27 42. 32x21 23x32 43. 38x27 1923 44. 45-40 11-16 45. 40-34 06-11 46. 43-38 09-14 47. 38-32 14-19 48. 34-30 11-17 49. 30-25 17x26 50. 35-30 24x35 51. 25-20 35-40 52. 2015 40-44 53. 15-10 44-49 54. 10-05 13-18 55. 05-10? (zie diagram) 23-29 56. 33x22 1621 57. 27x16 49x15
Richard Mooser (1971) Richard komt uit wat men noemt de “eigen kweek”. In 1980 wordt hij lid van de jeugdafdeling van HDC die toen nog onder leiding stond van de heer J. Meure, geassisteerd door Cor Verdel. Daar ontwikkelt hij zich heel snel en Meure heeft al gauw in de gaten dat hij hier een groot talent in handen heeft. Richards verdere damontwikkeling wordt begeleid door Wim de Jong (provinciale jeugdtraining), Nikhila (landelijke jeugdtraining) en H. Wiersma (subtoptraining). Zijn belangrijkste damprestaties zijn: Tweemaal deelnemer juniorenfinale van het kampioenschap van Nederland (1989 een 6e plaats en 1990 een 7e plaats). Driemaal deelnemer aan de halve finale van het NK senioren. Tweemaal finalist NK-sneldammen (2003 een 3/4e plaats en in 2004 een 5/6e plaats). Beste tweede bordspeler tijdens de jeugdolympiade in Velsen (1987) “Mijn meest memorabele partij speelde ik in mijn eerste halve finale van Nederland. Net te oud voor de junioren moest het gaan gebeuren bij de senioren. Het was de eerste ronde en ik wist na een mooi gevecht mijn eerste grootmeesterscalp te bewerkstelligen. Ik kan me nog herinneren dat ik trillend verslag deed aan de telefoon, trots op wat ik bereikt had, voor Radio Haarlem waar Cees Teeuwen toen de damverslagen voor zijn rekening nam. Ik kwam ver in dit toernooi, maar door twee onnodige nederlagen uiteindelijk net niet ver genoeg. Met mijn gedeelde derde plaats kon ik het jaar daarop wel weer meedoen aan de halve finale.”
J. Krajenbrink – R. Mooser 0-2, Halve Finale Kamp.van Nederland, 12-01-1991 1.32-28 17-22 2.28x17 11x22 3.37-32 12-17 4.31-26 6-11 5.36-31 8-12 6.32-27 16-21 7.27x16 22-28 8.33x22 18x36 9.41-37 20-25 10.39-33 15-20 11.44-39 10-15 12.46-41 5-10 13.38-32 13-18 14.42-38 9-13 15.48-42 4-9 16.32-28 2-8 17.37-32 20-24 18.41-37 15-20 19.50-44 10-15 20.34-29 18-23 21.29x18 12x23 22.28-22 17x28 23.33x22 8-12 24.32-27 12-18 25.26-21 3-8 26.37-31 8-12 (zie diagram) 27.31-26? 23-29!! Een prachtige stille zet. Er dreigt niets maar op iedere zet van wit volgt een (lichte) combinatie. Wit offert een schijf maar krijgt geen kans meer op herstel. 28.21-17 12x32 29.38x27 19-23 30.43-38 14-19 31.3934 9-14 32.49-43 1-6 33.26-21 24-30 34.35x33 23-28 35.22-17 28x37 36.17-12 18-23 37.12x1 19-24 38.16x7 6-11 39.7x16 37-41 40.1x29 24x42 41.47x38 41-47 42.38-33 47x24 43.16-11 24-30 44.34-29 30-24 45.11-6 24x50 46.21-17 50x11 47.6x17 36-41 De tweede dam is beslissend. 48.17-11 41-47 49.11-7 47-33 50.7-2 14-19 51.40-34 33-6 52.45-40 20-24 en Johan gaf het teleurgesteld op.
70
1
2
1. Dit noemt Richard zijn mooiste combinatie, uitgevoerd in de onderlinge competitie van DCIJ. De partij: R. Mooser, - A. van Roode 2-0, onderlinge competitie DCIJ, 26-02-1999 44. … 3-8(?) ligt voor de hand maar nu volgde een ware orkaan: 45.35-30 24x35 46.34-30 35x24 47.27-21 16x29 48.39-34 23x41 49.34x3 26x37 50.3x47 2. Uit de onderlinge van SNA de partij K. van Straaten – R. Mooser. 0-2, 06-04-2006. Na 29.4137? volgde een fraaie forcing: 29.20-24 dreigt met 30.13-18 terwijl 30.43-39 is verhinderd door 31.07-11 en 32.14-20 dus 30.40-34 anders volgt alsnog 13-18 met schijfwinst en nu 30.24-29! 31.33x24 19x39 32.43x34 13-18 33.34-29 14-19 34.23x14 18-23 35.28x19 7-11 36. 6x8 02x22
Cees Teeuwen (1947) Cees is in het verleden lid geweest van de niet meer bestaande Haarlemse damverenigingen DVS (1 keer clubkampioen) en Damiate (2 keer clubkampioen) om in 1986 lid te worden van HDC (3 keer clubkampioen). Aan regionale, of provinciale toernooien deed hij zelden mee (door drukke werkzaamheden), maar wel heeft hij, voor de opmars van de computer, een aantal jaren enthousiast meegespeeld in wedstrijden van de correspondentie dambond. Sinds 1990 voorzitter van HDC als opvolger van de legendarische J. Meure. Naast het voorzitterschap is hij al jarenlang hoofdredacteur van het clubblad en organisator van het jaarlijkse schooldamkampioenschap van Haarlem. Meer nog dan als dammer heeft hij zich altijd schrijvend beziggehouden met het damspel. Zo schreef hij ooit artikelenreeksen als “Het offer in de dampartij” en “Randspel, mijmeren in de marge van het dammen”. Zijn nieuwe artikelenreeksen “Dam(war)taal” en “De partijen van J.B. Sluiter” verschenen de laatste jaren in het clubblad van HDC en zijn ook op de website te volgen. Op verzoek van een KNDB bestuurslid is “Dam(war)taal” ook in het bondsblad “Het Damspel” te volgen. G. Zeeuwe (HDC) – C. Teeuwen (DVS) 0-2 Oefenwedstrijd uit 1974 tussen HDC en DVS. G. Zeeuwe was toentertijd hoofdredacteur van de “HDC'er” en geeft in dit blad commentaar bij de partij. 01. 33-29 17-22 02. 39-33 11-17 03. 44-39 06-11 04. 50-44 01-06 05. 31-26 19-23 06. 32-28 23x32 07. 37x28 16-21 08. 41-37 11-16 09. 37-32 zwart mag de uitruil naar 27 niet nemen, vanwege de dam naar 1 via 36-31 (27x36) 26-21 (17x26) 28x17 (12x21) 29-24 (20x29) 34x1. 20-25 10. 29-24 14-20 11. 46-41 20x29 12. 33x24 22x33 13. 39x28 10-14 14. 4439 05-10 15. 41-37 21-27 16. 32x21 16x27 omdat 37-32 niet mag vanwege 18-22 en 37-31 en na 7-11 weinig aan de situatie verander, besluit wit de zwarte voorpost direct weg te ruilen 17. 38-32 27x38 18. 43x32 07-11 nu blijkt de zwakte van schijf 26, want door dreigingen met 17-21 krijgt wit gedwongen spel 19. 39-33 14-20 na 14-19 krijgt wit met 34-29 of 34-30 een hanteerbaarder stelling dan in de partij 20. 34-29 nu natuurlijk niet 25-30 vanwege 42-38, 28-22, 38-33 en 32x5 09-14 dreigt nu wel 25-30 21. 40-34 14-19 22. 35-30 en de “Partie Bonnard” is ontstaan 02-07 23. 42-38 04-09 24. 45-40 nu gaat 18-23x23 niet, omdat na 33-29 (17-22) wit een dam op 5 krijgt en een ander antwoord van zwart levert wit ook een dam op. Vandaar …10-14 25. 47-42 18-23 26. 29x18 12x23 27. 33-29? (zie diagram) Maar andere zetten leveren m.i. zwart schijfwinst op, of ook een doorbraak 71
naar 45 17-22 28. 29x27 20x29 29. 34x23 25x45 30. 49-44 07-12 31. 38-33 12-17 dreigt 17-22 32. 27-22 11-16 33. 22x11 06x17! En tegen de dubbele dreiging 13-18 en 17-22 is niets te doen. Wit geeft het op. C. Teeuwen – R. Sijm 2-0 (bondscompetitie in de landelijke 2e klasse HDC 1 – Zaanstreek 2 1402-2004) 01. 32-28 18-22 02. 37-32 12-18 03. 41-37 07-12 04. 46-41 01-07 05. 34-29 20-25 06. 39-34 19-23 07. 28x19 14x23 08. 44-39 10-14 09. 50-44 14-19 10. 32-28 23x32 11. 37x28 19-24 12. 29x20 25x14 13. 41-37 16-21 14. 37-32 11-16 15. 34-29 07-11 16. 40-34 05-10 17. 34-30 21-27 18. 32x21 17x37 19. 28x17 12x21 20. 42x31 21-26 21. 4742 26x37 22. 42x31 08-12 23. 30-25 03-08 24. 38-32 1621 25. 31-26 02-07 26. 26x17 11x22 27. 43-38 06-11 28. 48-42 11-16 29. 35-30 16-21 30. 30-24 22-27 31. 33-28 21-26 32. 32x21 26x17 33. 28-23 18-22 34. 42-37 13-18 35. 39-33 08-13 36. 44-39 07-11 37. 45-40 17-21 38. 4035 11-17 39. 49-44 21-26 40. 38-32 17-21 41. 33-28 22x33 42. 39x28 21-27 43. 32x21 26x17 44. 44-39 17-21 45. 37-32 12-17 46. 23x12 17x08 (zie diagram) 47. 29-23! 21-27 48. 32x21 08-12 49. 24-19 13x24 50. 28-22 09-13 51. 22-17 24-29 52. 17x19 29x18 53. 19-13 18x09 54. 2117 14-19 55. 17-11 19-23 56. 39-33 10-14 57. 11-07
Marcel Kosters (1977) Als jeugdspeler behaalde Marcel enkele successen in Kennemerland en Noord Holland. In 1996 bereikte hij de halve finale junioren en werd vijfde. In 2002 nam hij deel aan het Paastoernooi in Amsterdam dat tevens fungeert als officieus studentenkampioenschap van Nederland. Op spectaculaire wijze werd hij Nederlands studentenkampioen met negen punten uit zeven wedstrijden. Spectaculair was vooral het collectieve onvermogen van een vijftal op papier sterkere concurrenten om hun voordelige of zelfs gewonnen standen in winst om te zetten teneinde hem te achterhalen. Marcels kracht ligt vooral op het strategische en positionele vlak. Vanzelfsprekend is hij een groot liefhebber van combinaties, maar hij kan zich niet herinneren een origineel stukje vuurwerk in dit genre op het bord te hebben gebracht. Het met machtsvertoon wegschuiven van de tegenstander is voor hem het ideale product van een strategisch gespeelde partij, zeker als deze tegenstander van een zelfde of zwaarder kaliber is. Hieronder een tweetal HDC partijtjes waar hij met plezier aan terug denkt. De eerste wedstrijd werd in IJmuiden gespeeld, maar zowel Richard als hij waren in die tijd lid van de HDC. Onderlinge competitie Damclub IJmuiden Richard Mooser – Marcel Kosters 0-2 1:56 – 1:35 vrijdag 18 september 1998 Na een aarzelend begin weet ik nog hoe ik na 19. 31-27 meende wel eens op meer dan een puntendeling aanspraak te mogen maken en die overtuiging groeide met iedere zet. Of het een goede of sterke partij van beide kanten was weet ik niet meer, eventueel kritische kanttekeningen die tijdens analyse zijn gemaakt heb ik natuurlijk allang verdrongen. Het was de slotstand waar ik al geruime tijd naartoe speelde die mij een zeer maar dan ook zeer gelukkig gevoel gaf en nog steeds kan geven. 01. 32-28 19-23 02. 28x19 14x23 03. 34-30 10-14 04. 30-25 14-19 05. 25x14 09x20 06. 35-30 05-10 07. 30-25 10-14 08. 40-34 17-21 09. 44-40 21-26 10. 40-35 04-09 11. 50-44 11-17 12. 44-40 06-11 13. 34-30 17-21 14. 39-34 12-17 15. 38-32 08-12 16. 34-29 23x34 17. 30x39 02-08 18. 40-34 18-23 19. 31-27 12-18 20. 34-29 23x34 21. 39x30 18-23 22. 42-38 20-24 23. 47-42 07-12 24. 33-29 23x34 25. 30x39 12-18 26. 38-33 18-23 27. 33-28 08-12 28. 43-38 12-18 29. 39-33 01-06 30. 49-44 17-22 31. 28x17 11x31 32. 36x27 0611 33. 33-28 11-17 34. 44-39 24-29 35. 39-33 14-20 36. 25x14 09x20 37. 33x24 20x29 38. 48-43 17-22 39. 28x17 21x12 40. 43-39 03-09 41. 39-33 09-14 42. 33x24 19x30 43. 35x24 14-20 en wit gaf het op (zie
diagram) 72
Onderlinge competitie Haarlemse Damclub Stijn Tuytel – Marcel Kosters 0-2 1:15 1:22 Haarlem, maandag 25 april 2005 Ik wilde in 2005 beslist nog een keer clubkampioen worden en daarvoor moest ik naar mijn idee in ieder geval in het rechtstreekse duel met regerend clubkampioen Stijn winnen. Aan de andere kant wist ik natuurlijk ook wel dat Stijn op veel fronten al sterker was dan ik. Dus proberen voordeel te verkrijgen en indien mogelijk een tactisch risico nemen want anders krijg ik geen winstkansen tegen Stijn. 01. 32-28 17-22 02. 28x17 11x22 03. 37-32 06-11 04. 41-37 12-17 05. 46-41 01-06 06. 34-29 08-12 07. 40-34 19-23 08. 45-40 14-19 09. 3228 23x32 10. 37x28 10-14 11. 38-32 05-10 12. 43-38 02-08 13. 49-43 19-23 14. 28x19 14x23 15. 42-37 2228 16. 33x22 17x28 17. 47-42 16-21 18. 31-26 11-17 19. 36-31 17-22 20. 26x17 22x11 21. 35-30 20-24 22. 30x19 13x33 23. 38x29 15-20 24. 40-35 10-15 25. 3530 09-13 26. 43-38 04-09 27. 32-27 13-19 (zie diagram) De nu volgende damzet had ik voor de verandering eens onderkend. Na bijvoorbeeld 38-33 zou na 8-13 20-24 en de opbouw met 9-14 eveneens bankroet zijn gevolgd. 28. 29-24 20x49 29. 38-33 49x16 30. 33x04 08-13 31. 04x40 19-23 32. 40x18 12x23 33. 39-34 07-12 34. 4136 11-17 35. 30-25 17-21 36. 50-45 16-02 37. 37-32 02-16 38. 31-27 21-26 en wit geeft het op.
V. Morseld (1942) Varno Morseld begon zijn dammersloopbaan bij een kleine damclub in Haarlem Noord. Hij werd later lid van DCIJ (IJmuiden) en kon zich daar optrekken aan sterke spelers als B. Dukel en T. Tielrooij. Als talentvol jeugdspeler deed hij in 1958 mee aan het kampioenschap van Nederland voor junioren. Een groot deel van zijn damleven heeft hij in Gelderland doorgebracht en ook bekleedde hij daar verschillende bestuursfuncties (o.a. voorzitter van de provinciale bond). T. van Wort – Varno Morseld 0-2 01. 32-28 18-23 02. 33-29 23x32 03. 37x28 19-24 04. 39-33 14-19 05. 44-39 17-22 06. 28x17 11x22 07. 5044 06-11 08. 34-30 01-06 09. 30-25 (zie diagram rechts) 24-30 10. 25x23 30-34 11. 39x30 22-27 12. 31x22 1318 13. 22x13 08x50
V. Morseld (IJmuiden) – G. Wever (Almelo) hoofdklassecompetitie 1961 01. 32-28 19-23 02. 28x19 14x23 03. 37-32 10-14 04. 41-37 05-10 05. 33-28 13-19 06. 39-33 08-13 07. 34-30 02-08 08. 30-25 17-21 09. 31-27 2024 (hier verdiende overweging tot open spel over te gaan door 2329 en later 19-23 10. 37-31 21-26? Fraai toont wit aan dat dit fou is; beter was 15-20 en 10-15 11. 42-37! Zwarts bewegingsvrijheid is nu beperkt. Op 12-17 volgt 25-20 en 27-21 met dam. Op 23-29 kan 25-20, 27-21 en 28-22 met dam. Gedwongen is dus 15-20 12. 40-34 10-15 (op 12-17 dan 34-29 en 27-21)13. 34-30! 04-10 gedwongen op 12-17 is 27-21 winnend. Op 23-29 dan 28-23 enz. Op 24-29 en 20x29 volgt 3833 en 30-24. 14. 44-39 12-17? zie diagram. Als zwarts devies was geweest “wanhoop nooit”, had hij hier wel 24-29 en 20x29 gespeeld. Dan kan 39-33 niet wegens 12-17 en 17-22, gevolgd door 8-12 en zwart wint de schijf terug. Wit had 47-41 kunnen spelen wat wel schijfwinst zal opleveren. Maar wit had het dan heel wat moeilijker gehad.15. 27-21 16x27 16. 32x12 23x41 17. 12x23 26x37 18. 47-42 19x28 19. 36x47 07-12 20. 42x31 12-18 21. 30x19 en zwart gaf op, want wit krijgt steeds dam. Commentaar van R.C. Keller 73
S. Tuytel (1987) Stijn komt met dammen in aanraking via de damlessen van de heer Meure op de Willem van Oranjeschool. Wat goed is komt snel: twee keer kampioen van Noord Holland bij de pupillen en de aspiranten en 1 keer bij de junioren. Van jongs af aan uitgenodigd voor de Centrale Jeugdtraining. Zeven maal deelnemer aan het Nederlands kampioenschap: in 1999 en 2000 bij de pupillen, in 2002 en 2003 bij de aspiranten en in 2004, 2005 en 2006 bij de junioren. De beste klassering is een derde plaats in 2000. Om zijn talent verder te ontwikkelen is hij voor de bondscompetitie gaan spelen voor het eerste team van DCIJ (landelijke hoofdklasse). Op zo jonge leeftijd al 2 keer clubkampioen van HDC. Bescheidenheid siert de mens: zie de onderstaande ingestuurde fragmenten met commentaar van Stijn.
1
2
Stijn Tuytel – René Wijpkema. Wit ziet de schijfwinst na 19.29-23!!? 18x27 20.37-31 22x33 21.31x22 17x28 22.26x10 15x4 23.40-35 alles verloopt volgens plan. Zwart hoeft enkel braaf te sluiten, waarna René na 43-38 een schijfje minder heeft. Echter, in plaats van het geplande 20-24 speelt zwart vernietigend 23…28-32!! 24.35x15 25-30! 25.39x37 30x50, en ik kon het opgeven. Een fraaie lokzet waar ik met open ogen inliep. Mijn tegenstander had de lokzet alleen niet gezien… 2. Friso Fennema – Stijn Tuytel Wit vervolgde met 33-28. Een negenklapper (!!) kon volgen na 21.39-34 11-17 22.34-29! 23x34 23.40x29 2-7?? Vernietiging met 24.29-23!! 19x39 25.30x19 13x24 of? 26.38-33 39x28 27.32x23 18x29 28.35-30 24x35 29.27-21 16x27 30.37-31 26x37 31.42x33! Friso gaf deze variant na afloop van de partij aan. Hij vond 33-28 sterker. Onterecht, daar het zeer snel bergafwaarts ging met de witte stelling. Het klassieke spel is niet het plan voor wit, na 39-34 en 23-29 (gedwongen) heeft zwart een schijf meer, maar staat wit zeker niet verloren.
3
4
3. Na Stijns eigen keuze nog een tweetal standen die wij vonden in oude clubbladen. S. Tuytel – M. van Genderen (bondscompetitie KNDB 22 februari 2003). Stijn speelde hier (3-8). Wit begreep deze zet vermoedelijk niet, want hij antwoordde met 39-34? en daarop volgde (16-21) 27x16 (18-22) 28x17 (12x21) 16x27 (34-30) 35x24 (19x26). 4. Gerard van Velzen – Stijn Tuytel 0-2 (OC HDC 12-09-2005). Stijn neemt hier een leuke slagzet via (23-28) 32x25 (11-17) 30x08 (17x48) 08x17 (48x11) 74
