85
10 Presencing: Meditatie
‘To our amazement, we discover a profound stillness that is always with us, beneath the turbulence of all our thoughts and emotions.’ – Sogyal Rinpoche
Auteur: Gert-Jan van Schaik Gert-Jan van Schaik is werkzaam in zijn eigen bedrijf Kernzaken (www.kernzaken.com) en netwerkpartner in het netwerk Wakkere Zaken. Na vijftien jaar gewerkt te hebben als adviseur bij onder andere Boertien en Partners is hij meer dan drie jaar in boeddhistische retraite geweest. Nu wil hij graag zijn inzicht in zowel Westerse organisatieontwikkeling als Oosterse bewustzijnsontwikkeling beschikbaar maken voor mensen in organisaties. En dat op een manier die aansluit bij professionals. Het boek ‘Excelleren in je werk. Bewustzijn in actie’ (2012) is daarvan een resultaat.
Inleiding Het begrip ‘presencing’ komt van aanwezig zijn, van voelen van de essentie. Sensing brengt ons naar het hele veld van waarneming, naar eenwording met het systeem waar je zelf aan deelneemt. Presencing gaat nog een stap verder, het is het verblijven in de bron van alles. Scharmer beschrijft het als een bewustzijnstoestand, ‘een staat van zijn waarin we zien en handelen vanuit ons diepste zelf, ons authentieke zelf’. Sensing en presencing versterken elkaar en kunnen moeilijk gescheiden worden. Sensing verbreedt ‘zien’ doordat onze aandacht verschuift van ‘ik’ naar ‘de anderen waar ik deel van ben’ (het systeem). Presencing laat de aandacht opgaan in ‘alles’. Een zelftranscenderend, vergroot gevoel van zijn, dat de binnenwereld en de buitenwereld als een geheel waarneemt. Dat is nogal wat. Niet voor niets spreekt Scharmer over ‘opnieuw leren zien’. Het gaat over een spirituele ontwikkeling. De vraag is: hoe doe je dat?
ORGANISATIE ON T WIK K E LIN G ME T T H E ORY U
86
Bij het daadwerkelijk onderlangs door de U-bocht gaan werkt het in het algemeen goed als er minstens één iemand uit de groep in een presenceaanwezigheid is en dit veld van woordeloze aanwezigheid kan dragen gedurende de bijeenkomst. De bron hiervoor is er altijd, maar het is niet makkelijk om daar in de hitte van een bijeenkomst contact mee te leggen en te houden. Het vraagt oefening en training om een zekere mate van stabiliteit daarin te ontwikkelen. ‘De wond’ren werden woorden en dreven verder.’ – Martinus Nijhoff
Achtergrond van meditatie Vanuit mijn eigen meditatietraining reik ik met plezier enkele methoden aan die het mogelijk maken om stap voor stap in ‘de ruimte vóór de ideeën’ van de U-bocht te komen. De oefeningen zijn niet gebonden aan of beperkt tot een bepaalde stroming. De eerste twee oefeningen zijn belangrijke basisoefeningen, eenvoudig en daarom krachtig. Ze werken met ademhaling en lichaamsbewustzijn, alertheid en focus. De oefeningen geven ruimte aan alles wat zich in het bewustzijn voordoet. Dat ontspant en scherpt het gewaarzijn, en helpt om in de staat van sensing en presencing te komen. Het is goed om zo mogelijk elke dag te oefenen. Begin met 5 minuten en breid dat langzaam uit. De effecten zullen snel merkbaar zijn. Het is handig om bij herinnering van de oefening deze direct even te doen, als een ‘een-minuutmeditatie’ of ‘flitsmeditatie’. Dat vraagt het eenvoudigweg rechten van de rug en de methode toepassen, op elke plaats en elk moment. In een vergadering, bij het schrijven van een notitie, tijdens de lunch. Zo wordt meditatie langzaam een praktisch instrument dat altijd inzetbaar is. De eerste twee oefeningen richten zich op individueel gebruik, maar ze zijn prima te gebruiken als groepsoefening als een van de groepsleden de instructie hardop voorleest, met veel rust en pauzes. De laatste drie oefeningen hebben als doel om een veld van presencing neer te zetten in een groep.
Werkvorm 1: Het kalmeren van een drukke geest Doel Basisoefening om een wilde, drukke geest naar een staat van aandachtig gewaarzijn te brengen.
Resultaat Het resultaat van deze oefening is dat je geest langzaam aandachtig en alert wordt. Als het lijkt alsof je geest door de oefening heel druk wordt, alsof je meer bent gaan denken in plaats van minder, is dat een heel normaal verschijnsel. Toch is dat waarschijnlijk niet zo. In feite merk je nu pas op hoe druk je geest eigenlijk is. Je geest is niet drukker, je bent je bewust geworden van wat er gaande is in je geest, en dat is een onmisbare eerste stap naar een stille, kalme geest.
Werkvorm 2: Zijn met je adem De bekendste oefening in ‘zijn’ is het leren aanwezig te zijn bij of met je adem. Het is een variant op oefening 1, nu met een object dat niet buiten je is, maar in je. Doel De geest naar een staat van aandachtig gewaarzijn te brengen.
87 P RE SE N CIN G : ME DITAT IE
Beschrijving In deze oefening is het de bedoeling om je aandacht op een object te richten dat je van zichzelf niet bijster interesseert, om te proberen je aandacht bij dat object te houden. Begin door een voorwerp te kiezen. Dat kan een notitieboek, pen of bloem zijn of iets anders wat in je blikveld ligt. Het beste zijn objecten die geen verhalen bij je oproepen. Het gaat er tenslotte om je geest rustiger te maken; het is niet nodig om na te denken over het voorwerp. Ga er lekker en ontspannen voor zitten. Vervolgens richt je je blik op het voorwerp, rustig en aandachtig. Verder hoef je niets te doen. Je kijkt gewoon, zonder het voorwerp te analyseren of te beoordelen (‘goh, wat een mooie/rare kleur’). Dat is slechts je ‘Voice of Judgement’. Van deze oordelende stem hoef je je niets aan te trekken, laat hem maar zijn, wegduwen helpt ook niet. Je weet dat je je aandacht verloren hebt op het moment dat je het object niet meer bewust waarneemt. Dan ben je waarschijnlijk in je gedachten verzonken. Dat is geen probleem, dat gebeurt iedereen. Keur het vooral niet af. Het enige wat je nu doet, is je geest weer opmerkzaam maken op het voorwerp. Dat is alles. Doe dit een paar minuten.
ORGANISATIE ON T WIK K E LIN G ME T T H E ORY U
88
Adem Je adem is een ideaal object van aandacht. Hij is er altijd, je hoeft er nooit naar te zoeken, je hebt hem altijd bij je en hij is altijd in het hier en nu. Of je nu loopt, zit of staat. En anders dan een materieel voorwerp is je adem levend, bewegend, altijd anders, steeds fris. Hij is dus leuker om naar te kijken. Wel wat lastiger, omdat je zult meemaken dat het heel makkelijk is om iets te vinden van je ademhaling: te oppervlakkig, te onrustig of welke oordelen je over het in en uit gaan van lucht ook kunt hebben. Welk oordeel ook opkomt, je hoeft er niet in mee te gaan. Kijk er gewoon naar. Het is mogelijk om zonder oordeel naar je oordelen te kijken.
Beschrijving Ga ook nu weer ontspannen zitten, rechtop, zodat je tegelijkertijd alert bent. De oefening is dat je aandachtig je adem volgt. Je observeert rustig, losjes geconcentreerd, je in- en uitademing. Je kunt kiezen voor het rijzen en dalen van je buik of borst, of voor het ten volle ervaren van de lucht die door je neusgaten stroomt. Als je wat geoefend bent, kun je het hele gebied in aanschouw nemen, van je inademen door je neus, via je borst naar je buik en weer naar buiten. Het kan zijn dat je buik tijdelijk niet meedoet, wat gebeurt als je wat gespannen bent. Prima, laat dat maar even. Aangezien je ademhaling altijd verandert, zal dat op den duur ook anders worden. Maar ga er niet op zitten wachten! Het is een gemeenschappelijke gewoonte van ons allemaal om een idee te hebben van hoe onze ideale ademhaling zou moeten zijn om daar vervolgens naartoe te gaan zitten werken. Dan ben je niet aan het zijn, maar aan het werk en dat is niet de oefening hier. Ook bij deze oefening zul je, net als bij iedere meditatieoefening, je aandacht kwijtraken. Je weet dat je afgeleid bent als je niet meer bewust aan het ademen bent, oftewel als je niet meer weet of je aan het in- of uitademen bent. Nogmaals, dat is heel normaal, het enige wat je hoeft te doen, is je aandacht terug te brengen naar je adem, zonder verder commentaar. Houd je aandacht heel lichtjes gericht op de adem, probeer niet te forceren of je te concentreren, en probeer jezelf niet af te sluiten van de rest van je ervaring. Alles mag er zijn, alle geluiden en gedachten. Doe dit een minuut of vijf en rust dan even. Resultaat Door deze oefening te doen kom je in een staat van alerte aandacht, aanwezigheid en gevoeligheid die je presencing en sensing kunt noemen.
Elke meditatiemethode raadt een andere manier van zitten aan. De fysieke houding is zeker in het begin belangrijk, omdat geest en lichaam met elkaar verbonden zijn. Als het lichaam in een oplettende houding zit, zal de geest volgen. Wat is een alerte en tegelijkertijd ontspannen houding? Het belangrijkste punt is een rechte rug. Rug recht, de nek rust in het verlengde daarvan, de kin is licht naar binnen gebogen. Dat is de basis, met een rechte rug is het makkelijker om aandachtig aanwezig te zijn. De schouders los maar ook gespreid, zodat de borst geopend is. De handen gevouwen in de schoot of plat op de bovenbenen. De mond mag een klein beetje open zakken, zodat het ademen door de mond mogelijk is. De ogen zijn bij voorkeur open. Het is tenslotte de bedoeling dat er meer wordt waargenomen. Er zijn meerdere mogelijkheden: zitten op een stoel of op een kussentje op de grond in kleermakerszit of in lotushouding. Iedereen kiest wat het prettigst is. Het is niet de bedoeling om een zithouding te forceren. Ontspanning is belangrijk en gaan verzitten is prima. Op een stoel zitten heeft als voordeel dat er een gewenning optreedt om op élke stoel alert en ontspannen te zijn, of het nu een bureaustoel is of aan een dinertafel. Het vraagt slechts rechtop gaan zitten en het zich herinneren van de oefening, en er is een andere vorm van aandacht: aandachtig, waakzaam, wakker, present.
Werkvorm 3: Versterken van de afstemming in een team Doel Een oefening in gezamenlijk aanwezig zijn en het intuïtieve woordeloze contact verdiepen. Beschrijving Ga met het team in een kring zitten, liefst zonder tafels. Doe een oefening om stil te worden, bijvoorbeeld oefening 1 of 2. Als het druk blijft in het hoofd, zou je kunnen rusten in de drukte. Door te accepteren dat er een hoop drukte is, creëer je een punt van rust, van stilstand, in alle dwalende gedachten. Rust met elkaar in de stilte die ontstaat. Kijk elkaar aan. Kalm, één voor één, serieus, met aandacht. Oog in oog. Een paar minuten als dat kan. Ervaar wat het met je doet om je collega zo aan te kijken. Registreer, oordeel niet, en als je oordeelt, registreer dat dan, zonder daar weer een oordeel over te hebben. Het is goed mogelijk dat er een palet aan innerlijke reacties bij je loskomt. Of misschien blijft er een stabiel gevoel aanwezig bij ieder die je aankijkt. Het gaat erom dat je precies waarneemt wat er innerlijk gebeurt.
89 P RE SE N CIN G : ME DITAT IE
De lichaamshouding: alert en ontspannen
ORGANISATIE ON T WIK K E LIN G ME T T H E ORY U
90
Als de begeleider van de groepsoefening aanvoelt dat het voldoende is, sluit hij de oefening af (bijvoorbeeld door op een gong te slaan of een bel te laten klinken). Napraten is mogelijk, maar niet altijd nodig. Resultaat Door deze oefening serieus maar ook speels te doen, wordt er met elkaar een sterk veld van verbondenheid en aanwezigheid gecreëerd. Een prima basis van waaruit elk noodzakelijk werk kan worden aangepakt.
Werkvorm 4: Via lichaamsbewustzijn naar systeembewustzijn Doel Deze oefening beoogt eerst een heldere en krachtige focus in jezelf te vinden, om dan vanuit jezelf naar het totaal te kijken. Lichaamsbewustzijn Het lichaamsbewustzijn is het gewaarzijn van het totaal aan sensaties en percepties die met het lichaam geassocieerd worden: het bewust zijn van alle gevoelens en waarnemingen die tezamen de ervaring van het lichaam vormen. De ervaring van het lichaam is, welbeschouwd, een voortdurende stroom van ervaringen, min of meer met elkaar verbonden, maar zeker niet één sensatie die voortdurend hetzelfde is. Het is een geheel aan percepties in tijd en ruimte. Op dezelfde manier is het mogelijk contact te leggen met het systeem waarmee je werkt en waarvan je dus deel bent. Dat is niet een goed te onderscheiden entiteit, afgebakend in tijd en ruimte. Het is een vloeiend geheel aan ervaringen waarmee het systeem zich laat kennen.
Beschrijving Bedenk allereerst of er een vraag is die de groep wil verkennen: het is mogelijk om een essentiële vraag mee te nemen als intentie in deze oefening. Bepaal zorgvuldig vooraf waar jullie informatie over zouden willen hebben en schrijf deze vraag eventueel op een whiteboard of flip-over. Het is belangrijk dat iedereen zodanig in de ruimte plaatsneemt dat jullie elkaar kunnen zien. Een kring is goed, maar hoeft niet. Wel is het nodig dat je naar elkaar toe gedraaid zit. Begin met het bewust worden van het feit dat je een lichaam hebt. Stel jezelf open voor alle sensaties van prikkeling, warmte, stijfheid, of wat er dan ook is. Je kunt het
Resultaat Intens bewustzijn van het systeemveld. Mogelijk interessante ideeën en inzichten.
91 P RE SE N CIN G : ME DITAT IE
waarnemen zonder dat je voorkeur geeft aan het een en het ander vervelend vindt en niet zou willen voelen. Start een zogenoemde ‘bodyscan’: ga systematisch je lichaam af van beneden naar boven. Beginnend met het heel precies waarnemen van je voeten. Hoe voelen je voeten op dit moment? Is er verschil tussen links en rechts? Voel je je schoenen knellen, de grond onder de zolen, je sokken om je tenen? Ervaar je de tenen als een geheel of kun je ze apart waarnemen, dus het kleine teentje los van de andere? Zo ga je door met heel precies waarnemen terwijl je via je enkels en je kuiten omhoog langzaam je lichaam afgaat. Knieën, bovenbenen, bekkengebied, billen, onderrug, schouders, nek, buik, borst, bovenarmen, elleboog, onderarmen, handen, vingers. Op je vingertoppen is van alles te voelen. Dan weer terug naar je nek. Vaak zit daar wat spanning. Dat is prima, neem het waar, het hoeft niet anders. Dan via je hoofdhuid onder de haargrens naar je gezicht: voorhoofd, spieren rond je ogen, oren, wangen, neus, mond, kin, hals. Rust dan even, terwijl je je heel bewust blijft van je lichaam. Kun je nu je lichaam als totaal waarnemen, tegelijkertijd aanwezig met alle sensaties? In één ‘blik’ je hele lichaam overzien? Je bent nu in vol contact met het systeem dat ‘mijn lichaam’ heet. Vervolgens stel je je open voor het systeem dat om je heen zit, en waarvan je deel uitmaakt. Zonder het contact met je lichaamsbewustzijn te verliezen, neem je het veld waar dat het groepssysteem vormt. Je hoeft er niet over na te denken, je let alleen heel alert op. Hoor alle geluiden, zie alle bewegingen, hoe subtiel ook, voel alle bewegingen in je lichaam. Negeer je gedachten niet, neem ze waar, maar identificeer je er ook niet mee. Laat je bewustzijn zich als het ware ‘uitdijen’ naar het hele systeem. Merk op dat het gewaarzijn van je lichaam en van de groep zich vermengen. Dit is het moment dat de leider van de oefening de vraag kan stellen die vooraf is geformuleerd. De groep laat deze vraag in zichzelf weerklinken en stelt zich open voor antwoorden of informatie. Het kan zijn dat er niets opkomt, of niets wat bruikbaar lijkt. Dat is prima! Probeer in ieder geval om er niet te zeer over na te denken, laat het maar gebeuren, of laat er niets gebeuren. Schort je ‘Voice of Judgement’ op. Geef jezelf permissie om het niet te weten. Werkelijk inzicht komt voort uit niet-weten. Als de begeleider van de groepsoefening aanvoelt dat het voldoende is, sluit hij de oefening af (bijvoorbeeld door op een gong te slaan of een bel te laten klinken). Napraten is nuttig. Wat hebben de deelnemers ervaren? Wat waren de inzichten en ontdekkingen? Waren er verrassingen of blokkades?
ORGANISATIE ON T WIK K E LIN G ME T T H E ORY U
92
Werkvorm 5: Intentie bekrachtigen, individueel of in een team Doel Deze oefening helpt om drijfveren (motieven) bewust te worden en uit te breiden. Intentie Intentie is een belangrijke sturende factor in de realisatie van projecten. Veel van de problemen van deze wereld komen voort uit eenzijdig egoïstisch gerichte motieven. Veel van de oplossingen komen voort uit wij-denken, wat Scharmer (2009) beschrijft als ‘systeemintegrale co-creatie’.
Beschrijving Sta stil, word stil, breng je aandacht naar je lichaamsbewustzijn. Blijf daar een aantal minuten. Breng het project of de taak in gedachten die voor je ligt of waar je mee bezig bent. Vraag je af wat de intentie is waarmee je dit project doet. Waardoor word je gemotiveerd? Wat drijft je? Dit kan antwoorden opleveren variërend van ‘omdat het moet’, ‘voor het geld’, ‘om mijn gezin te onderhouden’ tot ‘om de mensheid te dienen’. Schort je ‘Voice of Judgment’ op, wees eerlijk over hoe het is. Meerdere motivaties kunnen naast elkaar bestaan. Overweeg dat iedereen ernaar streeft gelukkig te zijn, hoe onherkenbaar die pogingen soms ook zijn. Elk gedrag heeft in de oorsprong een positieve intentie. Realiseer je dat het welslagen van het project afhankelijk is van ontelbare factoren die je niet allemaal in beeld hebt. Overal zijn mensen bij betrokken, van de productie van het papier dat je nu in handen hebt, tot het in stand houden van het kantoor waar je in verblijft. Je kunt jezelf nu afvragen hoe dit project of deze taak een bijdrage kan leveren aan het grotere geheel: het team, de organisatie, de stakeholders, je familie en de gemeenschap, de samenleving, het ecosysteem, de planeet, de wereldbevolking, allemaal systemen waar jij deel van uitmaakt. Zelfs als de link niet direct te leggen valt, kun je wel de intentie ontwikkelen dat het op een of andere manier bijdraagt aan het geluk en welzijn van anderen. Laat deze intentie een paar momenten in je weerklinken, op gevoelsniveau. Je kunt nu de meditatie beëindigen. Vanuit deze sfeer start je het werk. Resultaat Deze oefening leidt tot effectiviteit in handelen en tot een gevoel van vervulling.