10 daagse reis naar PUGLIA (Italië) VKS 06 – 15 oktober 2014 In samenwerking met CTT Puglia (of Apulië) situeert zich rond de hak van de Italiaanse “laars” tussen de Apennijnen en de Adriatische zee. Het is een lange smalle landstreek, zo´n 300 km van ZO naar NW en een breedte van ca. 50 km. De streek bestaat uit zeer uiteenlopende landschappen. In het noorden is er het beboste plateau van het schiereiland Gargano met zuidwaarts vlakke korenvelden. Centraal is er een heuvellandschap, het Murgia gebergte, met wijn- en olijfgaarden en vreemde huisjes van grijze kalksteen. In het zuiden is de onbewerkte bodem bedekt met struikgewas en klaprozen. Naast prachtige kathedralen en heiligdommen zijn de vele versterkte kastelen en uitkijktorens getuigen van de verschillende bezettingen door vreemde heersers. Dag 1 – Maandag 06 oktober: AMG – Zaventem – Rome – Bari – Monte Sant´ Angelo Vertrek om 7h30 op de parking van AMG met 52 deelnemers waaronder Anne en Lydie (beide VKS). Kort na het vertrek werd er al een “Happy Birthday” gezongen ter gelegenheid van mijn verjaardag. Dank je wel allemaal. Na de bijhorende kussen, felicitaties en attentie, was het mijn beurt om iedereen te trakteren met een versnapering. Om 9h15 bereiken wij Zaventem waar onze gids Isidoor, die wij verder Isi zullen noemen, ons stond op te wachten. Inchecken, wachten en vertrek om 11h15 naar Rome dat wij bereikten om 13h30. Terug wachten en vertrek naar Bari om 15h20 waar wij landden om 16h00. Na het oppikken van de bagage bleek dat er een valies ontbrak (gelukkig was die ´s anderendaags terecht). Door de formaliteiten van de aangifte, kon onze bus met chauffeur Vincenzo pas vertrekken om 17h30, onder een zwaar bewolkte hemel met regen. Het voorziene bezoek aan Trani werd dan ook geannuleerd. Gedurende de rit noordwaarts (autosnelweg), zagen wij voornamelijk olijfboomplantages en enkele wijngaarden. Na een omleiding over een smalle baan vol met putten (het was al donker), kwamen wij terug op de autosnelweg in een laagvlakte vooraleer het schiereiland Gargano (het spoor van de hiel van de laars), een plateau tot 800m boven zeespiegel, te beklimmen. Ondertussen vertelde Isi uitgebreid over de regio Apulië en de geschiedenis ervan, van de prehistorie tot heden. Na een klim over een smalle baan met verschillende haarspeldbochten (in het pikkedonker) bereikten wij Monte Sant´ Angelo en ons hotel “Palace Hotel San Michele” om 20h30. Snel inchecken in comfortabele kamers en diner om 20h45, een 3 gangen menu met aperitief en hapjes vooraf als welkom, wijn en water inbegrepen. Smakelijk en ... bedtijd na een lange reisdag. Weer: Zwaar bewolkt met regen. Dag 2 – Dinsdag 07 oktober: Monte Sant´Angelo – Vieste – San Giovanni di Rotonde Na het ontbijtbuffet konden wij pas genieten van de schitterende locatie van Monte Sant Angelo, gelegen op 803m hoogte en met uitzicht op de Adriatische zee. Volgens overleveringen heeft Aartsengel Michael zich op het eind van de 5de eeuw enkele malen vertoond in een grot. Er gebeurden een paar mirakels en in de 8ste eeuw werd er een rotskerk gebouwd. Deze fungeert nu nog altijd als een bekend bedevaartsoord. Om 8h45 vertrokken wij te voet het stadje, dat gegroeid is door het toerisme, in. Wij kwamen aan een kasteel, gebouwd door de Noormannen in de 9de eeuw als bescherming van het heiligdom tegen invallen. Het is een groot kasteel met torens op de hoeken, kantelen er tussenin en met een slotgracht er rond. Onder Frederik II van
Hohenstaufen werd in de 13de eeuw het kasteel vergroot. Na uitleg door Isi, gingen we verder door smalle trapstraatjes naar het heiligdom. Wij namen 80 trappen (of de lift) naar beneden en kwamen aan de rotskerk gewijd aan H. Michael. De ingangsdeuren zijn uit brons en dateren van 1076. Ze bevatten 24 taferelen uit het Oude Testament met inleg zilverwerk. In de rotskerk zelf zagen wij naast het altaar, een prachtig marmeren beeld van de H. Michael (16de eeuw) dat aanbeden wordt. Er hing een gewijde stilte. Wij bezochten eveneens de crypte uitgehouwen in de rotsen, maar daterend van 1999. Mooi bezoek! Het “Santuario di San Michele” staat op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Terug buiten zagen wij naast de ingang van de kerk nog een 8 hoekige klokkentoren Om 10h00 verlieten wij Monte Sant´Angelo en Vincenzo nam dezelfde kronkelende weg als gisteren. Pas nu, onder een stralende zon realiseerden wij ons de moeilijkheidsgraad van de weg met zijn vele haarspeldbochten. Ondertussen genoten wij van de prachtige panorama´s, het zicht op zee en de terrasbouw. Eens op zeeniveau, namen wij de richting Vieste met links en rechts olijfboomgaarden. Onderweg kregen wij uitleg over de lokale specialiteiten zoals brood, koekjes, kaas, gebak,... De weg werd terug heuvelachtig en met aan weerszijden van de weg pijnbomen en struikgewas, doorkruisten wij het Gargano plateau. Een deel van 120.000ha is nationaal park. Naarmate wij Vieste naderden, zagen wij de eerste tekenen van het kusttoerisme met winkeltjes, restaurants, stranduitbating, enz ... Vieste ligt op het oostelijke puntje van het schiereiland Gargano. Het oude vissersdorp ligt op een smalle rotsrichel die de Adriatische zee in priemt. Het middeleeuwse centrum is goed bewaard gebleven. Het is een wirwar van smalle straatjes en pleintjes. De huizen staan dicht tegen elkaar aangebouwd en zijn vaak alleen via trappen te bereiken. Vieste is de belangrijkste badplaats van de Gargano. Om 11h45 bereikten wij het centrum en wandelden wij via een prachtige promenade met palmbomen tot aan de kust. Enkele foto´s later deden wij een wandeling door het middeleeuws centrum met haar vele steegjes en trapstraatjes en kwamen terug aan de zee. Van hier zagen wij een rots in het water die de “verboden liefde” voorstelde. Op de terugweg door het centrum passeerden wij de rotssteen waarop, midden 16de eeuw, 5.000 personen onthoofd werden door de Turken. Dit is nu een monument. Om 12h30 was het lunchtijd, een lekker 2 gangen menu met water en wijn. Smakelijk! Om 14h00 vertrokken wij richting San Giovanni di Rotondo. De weg liep aanvankelijk door olijfboomgaarden, maar daarna reden wij door het “Forest Umbra”, (het regenwoud) van 11.000ha, met veel oude bomen. Prachtig stukje natuur! Hierna ging de weg verder, bergop bergaf met terug tal van bochten. Om 16h30 bereikten wij San Giovanni di Rotondo, het bedevaartsoord van Padre Pio. Pater Pio werd geboren in 1887, werd priester gewijd in 1910 en stierf op 23/09/1968. Zijn leven stond in dienst van de godsdienst. Sinds 1918 kreeg Pater Pio de 5 zichtbare Stigmata, de Kruiswonden van Jezus, in handen, voeten en buik. Deze kwamen steeds op onverklaarbare wijze terug. Toen dit bekend geraakte werd San Giovanni di Rotondo een bedevaartsoord. In 2002 werd Pater Pio heilig verklaard door Paus Johannes-Paulus. Een pendelbus bracht ons naar het heiligdom. Wij wandelden tot de “Chiesa Santa Maria delle Grazië” een grote kerk gebouwd in 1960 uit wit marmer. Binnenin waren de kolommen bekleed met gekleurd marmer. Daarnaast, ineenlopend was het oude kerkje uit de 17de eeuw. Hierna bezochten wij de crypte onder de grote kerk, waar wij de graftombe zagen waarin Pater Pio begraven is. Wij gingen
verder door een museum met allerlei kerkgewaden, geschriften... en kwamen aan de cel waarin Pater Pio geleefd heeft tot zijn dood in 1968. De cel is onveranderd gebleven met de meubels, kledij, huisgerief, boeken...Via een aantal vertrekken kwamen wij achter het hoogaltaar terug buiten. Intens bezoek! Hierna bezochten wij de nieuwe kerk, gebouwd in 2004. De nieuwe kerk “Chiesa San Pio” kan 30.000 gelovigen ontvangen en is prachtig gelegen. Het geschubde koperen dak is 20.000m² groot. Het enorme kerkplein, met olijfbomen, wordt gedomineerd door een groot stenen kruis van 40m hoog. Ook het interieur is zeer origineel. Vanaf het altaar vertrekken meerdere stenen gewelven die op verschillende plaatsen in de kerk neerkomen. Er is een orgel van 12m hoog en 10m breed met 5814 orgelpijpen en 4 klavieren. Indrukwekkend! Om 18h15 verlieten wij het bedevaartsoord en na een tocht, deels door de mist, waren wij terug aan ons hotel in Monte Sant´ Angelo om 18h45. Diner om 19h30, terug een 3 gangen menu dat beter smaakte dan gisteren, met water en wijn. Smakelijk! Weer: Zonnige warme dag. Dag 3 – woensdag 08 oktober: Castel del Monte – Altamura – Gravina Na het ontbijtbuffet, valiezen laden en vertrek om 8h00 naar Castel del Monte. Wij vertrokken onder een stralende zon en namen terug de slingerweg naar beneden terwijl wij genoten van de panorama´s. Eens beneden kwamen wij in een vruchtbare vallei, de graanschuur van Puglia. Nog later kwamen wij in een wijnstreek en gedurende de toch wel lange tocht, kregen wij uitgebreid uitleg van Isi over de verschillende wijngebieden en bijhorende wijnen. In Andria verlieten wij de autosnelweg en reden pal naar het zuiden het heuvelgebied van de Murgia in, richting Castel del Monte, waar wij om 10h30 toekwamen. Het kasteel ligt machtig op één van de toppen van de Murgia en domineert de omliggende vlakte. Het werd in 1240 door Frederik II van Hohenstaufen (keizer van het heilige roomse rijk) opgetrokken. Het kasteel heeft geen funderingen maar is gebouwd op een rotsheuvel. Het is een merkwaardig kasteel door zijn originele vorm. Het grondplan is een 8 hoek met 8 hoektorens, ieder 24m hoog en eveneens 8 hoekig. Via een schitterend poort in de vorm van een Romeinse triomfboog in gotische stijl, bereikt men de binnenplaats. Hieromheen liggen 8 trapeziumvormige vertrekken met spitsbooggewelven. Op de 2de en hoogste verdieping bevinden zich terug 8 trapeziumvormige vertrekken die verlicht worden door rijkversierde ramen. Het”Castel del Monte” staat sinds 1996 op de werelderfgoedlijst van de Unesco! Een pendelbus bracht ons tot aan het immense kasteel. Wij wandelden er rond en bewonderden de eigenaardige architectuur in witte kalksteen. De raamopeningen waren versierd met koraalsteen. Aan de ingang werd een groepsfoto genomen waarna wij binnen gingen voor een rondgang. Het portaal was gewijd aan Frederik II met zijn stamboom en schilderijen over zijn leven. Wij bezochten de overige vertrekken met versierde zuilen uit marmer en deurlijsten afgeboord met koraalsteen. In enkele zalen waren moderne bronzen werken uit de jaren 2000 van de
kunstenaar Arnold Pomodoro opgesteld. Op de 2de verdieping zagen wij slankere versierde zuilen en de met koraal versierde ramen. Een prachtig bewaard kasteel! Om 12h00 vertrokken wij voor de lunch in een haciënda, zo´n 10 minuten verder, een 2 gangen menu met water en wijn. Smakelijk! Om 13h45 vertrokken wij richting Gravina waar wij om 14h45 toekwamen. Onderweg zagen wij veel graanvelden en graansilo´s. Wij wandelden van de rand van de stad richting centrum en bewonderden, achter het station, de prachtige gevel van de “Chiesa Madonna delle Grazië” met een adelaar met gespreide vleugels. Wij gingen verder richting centrum en de aanvankelijk brede straten met verkeer, werden smallere wandelstraten. Wij kwamen aan de imposante kathedraal, gewijd aan Benedictus XIII, wiens bronzen beeld voor de kerk staat. Ernaast staat de grafkapel van de familie Orsini. Achter de kathedraal hadden wij zicht op een archeologische site met o.a. verschillende grotten. Naast de site was er een wat verpauperde buurt. Op de terugweg naar de bus toonde een “plaatselijke schone” ons spontaan nog een ander oud aspect van de stad. Na een ietwat voor sommigen lange terugweg, kwamen wij aan de bus om 16h20, die vertrok voor ons bezoek aan Altamura. Wij reden door een landbouwgebied (vooral granen) met veel silo´s op de velden en verschillende verwerkingsfabrieken. Typisch voor Altamura is het brood dat al eeuwen op dezelfde wijze bereid wordt. Altamura of Leonessa di Puglia (de leeuwin van Apulië) is de grootste stad in de streek van de Murgia, op de grens van Apulië en Basilicata. Onder het bewind van Frederik II van Hohenstaufen, groeide Altamura uit tot een stad. Uit deze periode stamt ook het belangrijkste bouwwerk van de stad, de immense kathedraal in een romaansgotische overgangsstijl. De gevel heeft twee 16de eeuwse klokkentorens met ui-daken, een fijn roosvenster en een rijk bewerkt portiek. Om 16h40 reden wij het centrum binnen tot aan het stadhuis. Een korte wandeling bracht ons tot aan de Kathedraal van de H. Maria Hemelopneming. Wij bewonderden het portiek, dat versierd was met gebeeldhouwde taferelen uit de Bijbel onder het magnifiek roosvenster. In de kerk (uitgebreid en vernieuwd in de 17de eeuw) zagen wij marmeren wijwatervaten en het altaar, gemaakt volgens de school van Bernini. Er was een zeer mooi koorgestoelte in hout en een prachtig barok plafond. Daarnaast zagen wij nog enkele mooie zijkapellen en zelfs één met een grote kerststal. Mooie kathedraal, zowel van buiten als van binnen. Hoog tijd om een verfrissing te drinken en terug naar de bus die vertrok om 18h00 naar Matera waar wij ons “Hotel San Domenico” bereikten om 18h30. Inchecken en diner om 19h45, een heerlijk 4 gangen menu met water en wijn. Smakelijk! Rond 21h30 deed Isi nog een korte wandeling met de dappere vrijwilligers. Door arcades op een groot plein hadden wij een prachtig zicht op een eerste verlichte Sassi in de diepte en op de kathedraal op de heuvelrug. Een eindje verder, aan het eind van een winkelstraat, bekeken wij een tweede verlichte Sassi waarna wij terugkeerden naar het hotel om 22h15. Prachtig. Weer: Ganse dag een stralende zon en warm.
Dag 4 – donderdag 09 oktober: Matera (Basilicata) Na een uitgebreid ontbijtbuffet begon, om 9h30, onze verkenning van Matera te voet onder begeleiding van een lokale gids Giovanna. Matera geniet van een prachtige ligging in een desolaat landschap, waar door erosie diepe kloven zijn ontstaan. Het uitzicht op de Gravina ravijn die de scheiding vormt tussen Matera en het Murgia gebergte is indrukwekkend. De benedenstad ligt tegen de helling van dit smal dal dat volledig bedekt wordt met op en naast elkaar gestapelde woningen en rotswoningen met een wirwar van straatjes, steegjes en trappen de zgn. Sassi. Matera bezit eveneens prachtige kerken uit verschillende eeuwen, waarvan er verscheidene in de rotsen uitgehouwen zijn. Sinds 1993 maken deze sites van Matera deel uit van het werelderfgoed van de Unesco. Onze wandeling begon aan de Piazza Vittorio Veneto, een paar stappen verwijdert van het hotel. Rond het plein zagen wij het prachtige Gouvernementsgebouw naast de kerk van St. Domenico met een mooi roosvenster en de Aartsengel Michael met daarnaast een 13de eeuws klooster. Tevens was er nog de kleine kerk “Moeder Gods”. Onder het plein, dat aangelegd werd in 1801 en vernieuwd werd in 1994, waren grotten en wateropslagplaatsen.
De grootste citerne kon 5 miljoen liter water bevatten afkomstig uit de bergen en regen. Dit water werd verder gebruikt in de Sassi, het woningcomplex van kleine huizen en krotten. Vanop het plein hadden wij een prachtig zicht over de Sassi die 2 wijken heeft, de Barisano en de Caveoso wijken, verschillend van structuur. In de Barisano woonde de meer begoede klasse in huizen met meerdere verdiepingen. In de Caveoso woonden de armen, deels in grotten. De 2 wijken worden gescheiden door het oude centrum met kathedraal. De Sassi zijn ontstaan toen er op de heuvelrug rond de kathedraal, die dateert uit de 13de eeuw, woningen gebouwd werden op en naast elkaar en zo parochies vormden. De eerste vermeldingen dateren van 1204. De grotwoningen die behoren tot de oudste delen van de Sassi huisvestten ganse families samen met hun dieren. Riolering was er uiteraard niet. Door deze bijna onmenselijke levensomstandigheden waren er vele ziektes, waaronder malaria, en een kindersterfte tot 50%. In 1952 werd begonnen met de bouw van sociale woningen en de laatste bewoners werden verhuisd in 1968. Deze grotwoningen staan nu leeg. Sinds 1970 gelden er strenge bouwregels in de Sassi ivm herstellingen en restauratie en mag er niet meer bijgebouwd worden. Na deze zeer interessante uitleg door Giovanna (in het Frans, maar vertaald door Isi) begon onze wandeling door de stad. Wij kwamen in het oude stadsgedeelte en passeerden het Oude Stadhuis met 4 standbeelden en 2 stadsheiligen. Via een smalle steeg, naast een stuk stadsmuur, kwamen wij aan de kathedraal die dateert uit de 13de eeuw. De buitenkant is romaans,
maar het interieur is barok.(De kathedraal was in restauratie). De voorgevel heeft een prachtig met granaatappels versierd roosvenster, een beeld van de H. Michael en de Madonna met Kind. Op de zijkant zagen wij een afbeelding van Abraham. Vanop het domplein, dat omgeven is met paleizen van de adel en de bisschop, hadden wij een prachtig zicht op de Barisano Sassi. Wij verlieten het plein en daalden via een trapstraat in de Caveoso wijk tot op een platform (hier werden verschillende Bijbelfilms opgenomen) van waar wij zicht hadden op de heuvelrug langs de andere kant van het ravijn met verschillende grotten. Na nog wat klimwerk via trappen, kwamen wij aan een rotskerk, het complex van Monterrone, gesticht door monniken in de 10de - 11de eeuw. Het complex bestaat uit 2 delen nl. de Kerk van Santa Maria di Idris uit de 17de -18de eeuw, een soort voorportaal met fresco´s. Een nauwe doorgang bracht ons in de Kerk van Giovanni di Monterrone, volledig in de rotsen uitgehouwen. De fresco´s dateren uit de 12de - 13de eeuw met duidelijke Griekse, Latijnse en Byzantijnse invloeden. Prachtig complex. Terug buiten hadden wij vanop de rots Monterrone een prachtig uitzicht op het oudste deel van de Sassi, de grotwoningen, verlaten sinds 1968. Een afdaling later kwamen wij bovenop een gewezen kerkhof uit de 8ste - 9de eeuw waar wij hetzelfde uitzicht hadden. Tijd voor een groepsfoto! Hierna brachten wij een bezoek aan een grotwoning “Casa Grotta del Casalnuovo”, nu ingericht als museum. Naast de leefkamer, met daarachter de stallen, was er nog een kleine keuken met nog een bed. In de leefkamer stond o.a. een eettafel met daaronder uitschuifbare bakken waarin de kinderen sliepen. En zeggen dat deze rotswoning bewoond was tot in 1968! Wij keerden terug naar Barisano Sassi voor de lunch om 13h00, een 2 gangen menu met water en wijn. Smakelijk! Na een “hartelijk dank je wel” namen wij afscheid van Giovanna. In de namiddag waren wij vrij en wijzelf met een paar vrienden deden nog een wandeling door en rond de Sassi. Wij passeerden o.a. het ex-Augustijnus klooster (16de eeuw), de kerk San Baggio (17de eeuw), de kerk Johannes de Doper (13de eeuw) en het kloostercomplex San Rocco (16de eeuw) waarna wij terug op het hoofdplein Vittorio Veneto kwamen. Wij gingen nog voorbij de kloosterkerk Santa Lucia (18de eeuw), de kerk St. Franciscus (13de eeuw), de barokkerk Purgoratorio, “versiert” met skeletten en doodshoofden en de kloosterkerk Sant Chiaria. Je ziet, aan kerken absoluut geen gebrek! Tenslotte kwamen wij aan een museum met een “Japanse traan” ervoor en hadden wij genoeg gezien. Hoog tijd om wat te drinken op een terrasje en te genieten van het mooie weer. Diner om 19h30, terug een 4 gangen menu met water en wijn. Smakelijk! Weer: Mooie zonnig dag. Dag 5 – vrijdag 10 oktober: Massafra – Taranto – Grottaglie Na het uitgebreid ontbijtbuffet, valiezen laden en vertrek om 8h30 richting Massafra. Massafra is een stad gebouwd langs een diep ravijn met steile bergkloven. De stad telt zo´n 30tal in de rotsen uitgehouwen kerkjes waarvan sommige met bijzondere Byzantijnse crypten (7de -
8ste eeuw). Eén van de mooiste kerken is het “Heiligdom Madonna della Scala” uit 1731 met een 12de eeuws fresco. Na een tocht door meestal landbouwgebied, bereikten wij Massafra om 9h45, waar Raffaelle, onze lokale gids, ons stond op te wachten. Na een tussenstop, vertrokken wij om 10h20 naar het heiligdom, enkele minuten verder, en gelegen op het einde van de “vallei van de trap”. Een lange trap naar beneden, van 125 treden, bracht ons tot aan de kerk uit 1731. Het is een gewone kerk met een wit gekalkt interieur maar met een Byzantijns fresco achter het altaar. Het fresco stelt de H. Maria met Kindje Jezus op de linker (typisch Byzantijns) arm voor. Achter de kerk bezochten wij het grotkerkje “Madonna della Buona Nuova” (OLV van het goede nieuws) uit de 6de - 7de eeuw. Het is een kleine ruimte in de rotsen met verschillende fresco´s. Indrukwekkend! Om 11h20 keerden wij terug naar Massafra om na een 5-tal minuten te stoppen aan een klein Byzantijns kerkje uit de 10de eeuw en volledig uitgehouwen in de rotsen. Het voorste deel van de “Cripta Bizantina S Leonardo” lag in puin, maar daarachter was er een ruimte in de rotsen met duidelijke, goed bewaarde fresco´s van allerlei heiligen. Wij wandelden verder de stad in tot op een brug over de vallei van San Marco. Van hier hadden wij een prachtig zicht op het ravijn met haar grotten. Wij zagen eveneens het kasteel met haar 3 cilindrische torens. Hier eindigde ons bezoek aan Massafra en namen wij afscheid van Raffaella die ons een grondige uitleg gegeven had tijdens de bezoeken. Dank je wel Raffaella! Om 12h30 vertrokken wij richting Tarranto. Tarranto is gesticht in de 7de eeuw BC en was één van de belangrijkste steden van Groot Griekenland. De natuurlijke haven biedt een schitteren zicht op de Golf van Tarranto in de Ionische zee. Door deze strategische ligging viel de stad ten prooi aan talrijke overheersers. Tegenwoordig geeft de stad, niettegenstaande haar prachtige ligging, een wat verloederde en verlaten indruk, mede door de afbouw van het siderurgisch complex van Ilva. Een kleine rondrit door de stad, op weg naar het restaurant, bevestigde deze indruk bij het zien van de verwaarlozing van de gebouwen. Lunch om 13h00, een lekker 2 gangen menu met water en wijn. Smakelijk! Na de lunch kuierden wij nog wat rond de haven met veel vissersboten. De gebouwen waren wel zeer sterk verwaarloosd ondanks hun riante ligging en uitzicht op de zee.
Om 14h20 wandelden richting Nationaal Museum en passeerden 2 Griekse zuilen (resten van de tempel van Poseïdon uit 500 BC) en kwamen voorbij het Kasteel Arogonese, gebouwd eind 15de eeuw als verdediging van de stad. Sinds 1887 is het kasteel eigendom van de Italiaanse Marine. Om 15h00 kwamen wij aan het “Museo Nazionale Archeologica di Tarranto” dat één van de grootste en meest gevarieerde oudheidkundige collecties van Italië bezit. Wij werden verwelkomd door een reusachtig bronzen hoofd van Heracles en ons bezoek begon met een kort filmpje hoe de sarcofagen gevonden werden in de 19de - 20ste eeuw. De rondgang begon in de Griekse periode (4de - 3de eeuw BC) en wij zagen allerlei voorwerpen zoals gouden diademen, halssnoeren, sieraden... gevonden in de graven. Een andere zaal toonde grotere voorwerpen zoals vazen, beeldjes, marmeren beelden, terracotta beelden. De Romeinse zalen (2de eeuw BC - 2de eeuw AC) toonden ons marmeren standbeelden met gedrapeerde kledij, allerlei gebruiksvoorwerpen, ornamenten, prachtige mozaïeken met mooie motieven, jachttaferelen, wilde dieren... Wij wandelden verder door de tijd en kwamen ten slotte in een zaal met sarcofagen, mozaïeken...daterend uit de 4de - 11de eeuw. Prachtig Museum! Om 16h20 vertrok de bus naar Grottalië waar wij om 16h45 aankwamen. Deze stad is één van de bekendste centra van keramiek in Zuid Italië. Een individuele wandeling door de “hoofdstraat” bracht ons voorbij verschillende ateliers, annex winkel waar allerlei keramiek voorwerpen gefabriceerd en te koop aangeboden werden. Gelukkig was er op het einde van de straat een café om snel iets te drinken. Om 17h30, vertrek richting Lecce naar ons hotel “Leone di Messapia”, dat wij bereikten om 19h00. Inchecken en diner om 20h00 in een nabijgelegen restaurant met een heerlijk 3 gangen menu met water en wijn. Smakelijk! Weer: Stralende zonnige dag.
Dag 6 -zaterdag 11 oktober: Corigliano d´Otranto – Otranto – Santa Maria de Leuca Na het ontbijtbuffet, vertrek om 9h00 naar Corigliano d´Otranto voor bezoek aan het kasteel en waar wij al om 9h20 toekwamen. Het kasteel “Castello Corigliano di Otranto” was een middeleeuws kasteel met 3 vierkante torens, dat in 1462 uitgebreid werd. Het heeft nu een vierkante plattegrond met 4 ronde torens op de hoeken. In 1650 werd het omgevormd tot een hertogelijk paleis met barokke invloeden op de voorgevel. Sinds 2001 is het stadsbezit. De rondleiding en uitleg gebeurden door een lokale gids Anna Lisa in het Frans, vertaald door Isi. Op de voorgevel zagen wij dus talrijke beelden van bijzondere personen met in het midden Hertog Trane. Boven de ramen zagen wij een aantal bustes. Tijdens onze rondgang in het kasteel zagen wij een zaal met archeologische opgravingen en een grote zaal met de muren van de originele vierkante torens. Wij kwamen in de vroegere stallen, nu een theaterzaal, waar later olijfolie uit de olijven geperst werd en nog wat verder in een ronde toren met een koepelplatform. (mooie akoestiek). Wij gingen buiten langs de achterkant en zagen de muren met kantelen van het origineel middeleeuws kasteel met de vierkante torens. Om 10h30 was onze rondgang gedaan en na een paar lovende dankwoorden aan Anna Lisa, verlieten wij Corigliano d´Otranto richting volgende bestemming, Otranto, waar wij om 11h15 toekwamen in de havenwijk. Otranto wordt de poort naar het Oosten genoemd omdat het zich in het meest oostelijk deel van Italië situeert. Het zonnige Otranto lokt elk jaar veel bezoekers om van het prachtig kustgebied en het historisch centrum te genieten. Vanaf de haven heeft men een mooi zicht op de oude stad. In Otranto bezochten wij de 11de eeuwse kathedraal “OLV ten Hemelopneming” die wij bereikten via een doorgang door het “Castello Aragonese” en een paar smalle winkelstraatjes.
De kathedraal heeft een mooi barok portiek uit 1670 met een prachtig romaans roosvenster erboven. De klokkentoren stond apart van de kathedraal. Binnenin lag er een wondermooi mozaïek van 800m² als bevloering van het ganse middenschip en de zijbeuken. Dit kunstwerk uit marmer en lokaal gesteente dateert van 1163 – 1165. Het stelt scènes uit de Bijbel voor zoals de Ark van Noë met verschillende dieren, olifanten,
roofdieren...Tevens zagen wij een levensboom, Adam en Eva die verdreven werden uit het Aards Paradijs, de Toren van Babel... naast tal van allerlei mythologische figuren. Prachtig kunstwerk! Aansluitend bezochten wij een zijkapel met de schedels van 800 martelaren. Indrukwekkend. Daarna bezochten wij de romaanse crypte, gedragen door 42 slanke zuilen en met een fresco uit de 11de eeuw. Om 12h00 verlieten wij de prachtige kathedraal en een mooie langzame wandeling op de havendijk liet ons toe om enkele “postkaartfoto´s” te nemen van de Adriatische zee en bootjes. Lunch om 12h30, het klassieke 2 gangen menu met water en wijn, waarna wij vrij waren tot 14h45, tijd die wijzelf met een paar vrienden benutten voor een kijkje op het kerkje van St Pieter uit de 9de eeuw. Wij wandelden tot de stadspoort “Porte a Marc” met links en rechts resten van kerkjes. Via allerlei steegjes kwamen wij terug op de wandelpromenade om terug naar de bus te gaan. Wij verlieten Otranto om 15h00 richting Santa Maria de Leuca. Deze badplaats ligt in het uiterste zuiden van het schiereiland. Deze plaats wordt ook wel het einde van de wereld genoemd. Via, deels kustweg, deels binnenland met uitsluitend olijfboomplantages, bereikten wij onze bestemming om 16h40. Op een groot plein voor de kerk staat een vuurtoren uit 1864 en een Mariabeeld op een hoge zuil. Vanop het plein hadden wij een prachtig zicht op het haventje, de samenvloeiing van de Adriatische en de Ionische zee maar zagen wij Albanië aan de overkant (70 km) niet liggen. De basiliek Santa Maria di Finibus Terrae (einde van de wereld) dateert uit de 16de eeuw met ervoor een beeld van Paus Benedictus XVI. De kerk heeft een mooi altaar met een ingekaderd fresco van Maria met Kind uit de 16de eeuw. Dit fresco wordt jaarlijks op 14 & 15 augustus in een processie meegedragen en blijft een nacht op zee. Op 17h15 verlieten wij Santa Maria de Leuca en wij bereikten ons hotel om 18h20. Diner om 19h30, terug een lekker 3 gangen diner met water en wijn. Smakelijk! Weer: Stralende zonnige dag. Dag 7 – zondag 12 oktober: Lecce – Ostuni Na het ontbijtbuffet, inpakken en vertrek om 9h00 naar Lecce waar wij om 9h30 toekwamen. Lecce heeft tal van historische monumenten en is rijk aan tradities. De stad verwierf haar rijkdom onder het bewind van Karel V met tal van paleizen, kerken...met vooral barokgevels.
Hierdoor kreeg Lecce de bijnaam “Florence van het Zuiden”. Later stond de stad onder het gezag van het Spaanse Koningshuis en religieuze ordes. Onze wandeling door de stad startte aan de “Porte di Napoli” uit 1543, één van de vier toenmalige toegangspoorten. Wij gingen door een smalle straat richting Dom en bewonderden de barokgevels van de huizen met versierde deuren en ramen, gebouwd in zachte okerkleurig zandsteen. De balkons hadden mooie smeedijzeren balustrades en werden gedragen door versierde steunen. Wij passeerden de kerk van OLV van de Vrede (1900) met een mooi altaar en zijkapellen (momenteel is de kerk een schildersatelier). De straat gaf mij echter een wat “vergane glorie” indruk! Wij kwamen op de “Piazza del Duemo”, een groot plein omringd door een seminarie (nu museum), het bisschoppelijk paleis, de Dom zelf en een klokkentoren van 70m hoog. Al de gevels waren prachtig versierd met standbeelden, allerhande figuren... en goed onderhouden. Mooi plein dat vroeger de binnentuin was van het bisschoppelijk paleis. Nu stond het vol met oldtimers. In een hoek op het plein stond een atelier van “Cartapesta”. Dit zijn beeldjes gemaakt in een soort geverfd stro (zoals papier maché). Mooi en een prachtige uitleg door Isi! Het interieur van de Dom, gewijd aan OLV Hemelopneming, getuigde van overdadige barok, zowel de zuilen en zijaltaren waren versierd met verguldsel. Er was een gekleurd marmeren hoofdaltaar en communiebank. Deze uitbundige barok was een teken van rijkdom van de verschillende bisschoppen. Achteraan in de kerk zagen wij nog een kapel met een prachtige kerststal met de H. Familie en erboven een fries met de engelen, herders, schapen... Na het bezoek aan de Dom vervolgden wij onze wandeling door Lecce, passeerden tal van boekenwinkels en een 16de eeuwse kerk met een mooie barokgevel gewijd aan de H. Irene. Wat later passeerden wij het justitiepaleis, een voormalig klooster en een Jezuïetenkerk uit de 16de eeuw. Wij kwamen aan de H. Kruiskerk uit de 16de - 17de eeuw, een voorbeeld van barok, met een zeer mooie gevel met een portiek met fries. Het balkon werd ondersteund door allerlei gebeeldhouwde afbeeldingen van mensen en dieren en rond het roosvenster zagen wij engelen, bloemen, planten. De kerk is gebouwd door de orde van de Celestijnen, een zusterorde van de Benedictijnen. Het interieur is in de originele steen van Lecce en niet versierd met verguldsel zoals in de Dom. Zo kwam de schoonheid van de gedraaide zuilen met verschillende kapitelen ten volle tot haar recht. Wij kruisten de binnenplaats van het Celestijnen klooster en begaven ons naar de Piazza Sant Oronzo waar de H. Oronzo op een hoge zuil staat. De H. Oronzo, die de stad bevrijd heeft van de pest, is de beschermheilige van de stad. Op dit plein staat het vroegere stadhuis (nu dienst van toerisme) met ernaast de kapel van San Marco met Leeuw. Hier is eveneens het Romeins amfitheater uit de 1ste eeuw. Door een zijstraatje zagen wij nog de muren van een kasteel gebouwd door Karel V.
Om 12h00 namen wij de lunch, een 2 gangen menu met wijn, waarna wij nog een “Café Lecceze” dronken (ijskoffie met amandelsmaak). Smakelijk! Vertrek om 14h30 richting Ostuni. Gedurende de ganse rit zagen wij praktisch niets anders dan olijfboomgaarden, waarbij Isi ons uitgebreide uitleg gaf. Om 15h30 bereikten wij Ostuni. Ostuni is een hoger gelegen stad met een oude, door wallen omgeven, stadskern en een wirwar van witte steegjes, vandaar haar bijnaam “Citta Bianca”, de witte stad. Wij wandelden van de busparking tot het centrale vrijheidsplein met het stadhuis en een hoge zuil met daarop een standbeeld van de H. Oronzo. Wij gingen verder door smalle (winkel)straatjes en kwamen aan de kathedraal, gelegen op het hoogste punt van de stad. De kathedraal is aan het eind van de 15de eeuw in laat gotische stijl gebouwd en bezit zowel romaanse als gotische stijlkenmerken. Het prachtige roosvenster vertoont een ingewikkelde symboliek van de tijd. De 24 buitenste bogen staan voor het aantal uren in een dag en de 12 binnenste bogen voor het aantal maanden in een jaar. Christus in het midden is omringd door 7 engelen, de dagen van een week. Binnenin zagen wij barok invloeden door de beschilderde zuilen in marmerkleuren. Er waren eveneens enkele mooie zijaltaren. Na wat uitleg door Isi waren wij vrij. Wijzelf met een paar vrienden gebruikten de tijd om wat smalle witte steegjes te verkennen, een paar foto´s te nemen van o.a. de Kerk Maria Magdalena (nu museum) en een terrasje te doen. Vertrek om 17h30 richting Polignano a Mare voor overnachting in Resort Pietrablu. Inchecken, diner in buffetvorm met wijn en water op tafel. Smakelijk! Weer: Mooie zonnige dag. Dag 8 – maandag 13 oktober: Trulliland (Istria Vallei) – Alberobello – Martina Franca Vóór het ontbijt deden wij eerst een verkenning van het resort met zwembad, wandelpaden, palmbomen... alles mooi aangelegd tussen de verschillende woningblokken. Het resort lag eveneens pal aan zee. Na het uitgebreid ontbijtbuffet, vertrek om 9h00 richting “Trulliland”. Tussen de heuvels van de Murgia ligt de Itria vallei met haar vele Trulli (trullo in het enkelvoud). Trulli zijn kleine ronde of vierkante witgekalkte huisjes. Het dak is kegelvormig en bedekt met dakpannen van de plaatselijke grijze kalksteen. Op de daken staan vaak pinakels met verschillende vormen die verwijzen naar christelijke of heidense symbolen. De trulli zijn rechtstreeks op de rotsen gebouwd zonder fundering. Ze dateren uit de 16de eeuw en werden gebouwd zonder cement. Pas in de 18de eeuw werden ze verstevigd met cement en uitgebreid. Op die wijze zijn er echte trulli dorpen ontstaan.
Om 10h00 bereikten wij Alberobello en hielden eerst een korte stop voor een bezoek aan een Italiaans kerkhof, een groot kerkhof met Egyptische zuilen aan de ingang. De laatste rustplaats van de doden is in lange holle muren. In de compartimenten in deze muren worden de lijkkisten geschoven tot 5 à 6 boven elkaar en afgedekt met een tegel op de voorkant. Voor vele “graven” stonden bloemen. Indrukwekkend! Er waren eveneens klassieke graven in de grond. Een paar minuten later bereikten wij het centrum van Alberobello. Alberobello is de onbetwiste trulli hoofdstad. Hier staan ca. 1400 trulli en sinds 1996 is de stad opgenomen op de werelderfgoedlijst van de Unesco. Zelfs de kerk “Chiesa di Sant Antonio” uit 1926 heeft de vorm van een trullo. Door het groeiende toerisme zijn de meeste trulli nu ingericht als souvenir winkeltjes en enkele als museum. Wij wandelden naar de Piazza del Popolo, een autovrij plein waar het stadhuis staat. Wij gingen verder bergop tot de Basiliek van HH. Cosma en Damiano (1882) en bezochten de Arja Picola, een kleinere trulliwijk met uitsluitend kegelvormige daken. Slechts één huisje had een verdieping. Op de terugweg zagen wij nog de Casa d´Amore uit 1797, het eerste gemetselde huis. Hierna gingen wij naar de Rione Monte, DE toeristische site van de trulli. Wij namen de trapstraat naar omhoog en passeerden de zgn. “Siamese trulli”, 2 aan elkaar gekoppelde trulli maar één met de deur vooraan en de andere met de deur achteraan. Zo kwamen wij in de hoofdstraat met links en rechts trulli, waarvan er enkele konden bezocht worden en de andere souvenir winkeltjes waren. Toch wel indrukwekkend al deze kegeldakjes naast, achter en boven elkaar! Wat later kwamen wij aan de Kerk van H. Antonius die de vorm heeft van een trullo met binnenin het gewelfde platform. Er was echter een begrafenismis zodat wij de kerk niet bezochten. Na nog wat kuieren in het prachtig decor belandden wij ten slotte op een terrasje. Salute! Lunch om 12h00, een lekker 2 gangen menu met water en wijn. Smakelijk! Vertrek om 13h45 en via een mooie weg met trulli in de velden en tussen de olijfboomgaarden, bereikten wij Locorotondo om 14h00. Locorotondo is een klein historische wit stadje in het midden van het Murgia gebergte. Wij wandelden langs de voormalige wallen en hadden een prachtig uitzicht over de Itria vallei met her en der trulli in het landschap. Wij kwamen binnen in het stadje door een “poort” en gingen via smalle straatjes direct terug naar de bus? Na dit blitzbezoek aan het pittoreske stadje vertrokken wij om 14h30 naar Cisternino, een kwartiertje rijden, voor een bezoek aan het oliewinbedrijf “Il Frantolio”. Hier kregen wij tijdens een rondgang in het bedrijf een uitgebreide uitleg over de productie van olijven en het winnen van de olie. Achteraf kon er olijfolie geproefd en gekocht worden, naast tal van cosmetica producten, gemaakt op basis van olijfolie.
Interessant bezoek! Om 16h10 vertrokken wij naar onze laatste bestemming van de dag, Martina Franca, waar wij om 16h45 toekwamen. Martina Franca is een wit stadje dat ligt op een heuvel in het Murgia gebergte en omgeven is door wallen. De grootste bloeiperiode was de 18de eeuw. De meeste gebouwen in het historisch centrum dateren van deze tijd. Ze vormen een schilderachtig geheel in barok- en rococostijl. Wij gingen de stad binnen via de boogpoort van de H. Stefan met bovenop de boog, een standbeeld van de H. Antonius. In de hoofdstraat zagen wij langs weerszijden “paleizen” (herenhuizen) met mooie balkons met balustrades in siersmeedwerk. Wat later kwamen wij aan de Basiliek van St Martinus. De “Chiesa di San Martino” (1747-1763) heeft een witte gevel en de het portaal is versierd met een haut- reliëf met de beeltenis van de H. Martinus die zijn mantel in twee snijdt om een helft te schenken aan een arme. In de voorgevel zijn er nissen met prachtige beelden erin en het bovenste deel van de gevel is eveneens rijk versierd. Prachtige barok! Op het plein voor de basiliek staat het paleis van de universiteit met ernaast een bijhorende klokkentoren. Het interieur heeft geen zuilen maar het geheel wordt gedragen door muren bekleed met marmer. Het hoofdaltaar wordt geflankeerd door twee vrouwenbeelden die de liefdadigheid en de hoop voorstellen. Er waren prachtige gekleurde zijaltaren met schilderijen met sierlijsten. De ganse kerk ademt barok uit. Hierna keerden wij terug en bezochten het Palazzo Ducale (1668), een pareltje van architectuur. Het doet nu dienst als stadhuis. Op de eerste verdieping, die wij bezochten, zagen wij allerlei levensgrote poppen, gekleed in de mode van toen naast 18de eeuwse fresco´s met romantische taferelen. Vertrek naar ons resort om 17h45 waar wij om 18h30 toekwamen. Diner in buffetvorm met water en wijn op tafel. Smakelijk! Weer: Zonnige aangename dag. Ietwat gesluierde zon. Dag 9 – dinsdag 14 oktober: Polignano – Egnazia Na het uitgebreid ontbijtbuffet, vertrek om naar Polignano waar wij al vóór 10h00 aankwamen. Polignano ligt aan de Adriatische Zee en is gebouwd op steile klippen en rotsen. De kust is hier vrij ruig en telt vele grotten. In de steile rotswand waarboven de stad gebouwd is, ligt de grote grot, de “Grotta Palazzese”, nu gebruikt als hotel restaurant. Het middeleeuwse centrum is een opeenstapeling van huizen en steegjes. Wij verlieten de bus op het Largo Gelso plein, waar het standbeeld staat van Domenico Modugno die een wereldhit had met zijn liedje “Volare”. Hij stond ons op te wachten met gespreide armen. Als begroeting zongen wij, met voorzangers Isi, Vincenzo en onze André, in koor en uit volle borst, zijn hit “Volare... nel blu dipinto di blu”.
Veel succes hadden wij niet (wel veel leute), maar wijzelf vonden het een geslaagd optreden. Eerlijkheidshalve moet ik eraan toevoegen dat wij al de vorige dag op de bus geoefend hadden met voorzanger André. Na dit leuke “optreden” daalden wij enkele trappen af en kwamen op een uitzichtpunt waar wij zeer goed de huizen op de rotsen van de Adriatische kust zagen staan. Wij wandelden verder en genoten van het uitzicht dat “postkaart allures” had. Mooi! Wij gingen het middeleeuws stadsgedeelte binnen door een stadspoort en kwamen voorbij de Kerk van Purgoratorio (vagevuur) uit de 18de eeuw, met een buste van de heilige ervoor. Wij kuierden verder door smalle straatjes, waar geen verkeer mogelijk was, passeerden de Kapel van de H. Stefanus (12de – 13de eeuw) en kwamen op enkele uitzichtpunten met zicht op de rotswanden en de Adriatische Zee. Wij zagen eveneens de Grotta Palazzese. Wij keerden terug en kwamen op het Vittorio Emanuele plein met de Kerk van Maria Hemelopneming, gebouwd in 1295, maar herbouwd in 1580. In het midden van de voorgevel staat de Gekroonde Maria. Binnenin zagen wij een gotische kerk maar barok aangekleed met veel marmer, een zeer mooi hoogaltaar, een houten beschilderde preekstoel, lusters in venetiaans glas en achteraan een kerststal. De muren waren eveneens zeer mooi beschilderd. Terug buiten zagen wij op hetzelfde plein, het Palazzo Communale uit de 16de eeuw, dat dienst deed als stadhuis tot 1837. Na een terrasje met enkele vrienden, lunch om 12h30, terug een 2 gangen menu met water en wijn. Vertrek om 14h00 naar Egnazia waar wij om 14h30 toekwamen. In Egnazia vinden archeologische opgravingen plaats naar één van de oudste bewoonde nederzettingen van Puglia, de Mesapisch-Griekse stad Gnathia. In 1978 werd het archeologisch park van Egnazia geopend dat bestaat uit de Akropolis (aan zee en het hooggelegen oudste bewoonde gedeelte van de nederzetting), de Grieks – Romeinse stad zelf en de Necropolis (de dodenstad die zich net buiten de stadsmuren bevond). Wij begonnen ons bezoek in het “Museo Nazionale Archeologico di Egnazia” waar de voorwerpen die men op de site gevonden heeft, tentoongesteld worden. Met behulp van verschillende plans op de wanden kregen wij een overzicht van de vondsten per tijdsperiode. Wij begonnen in de oertijd met foto´s van de opgravingen tussen 1912-1982. Wij kwamen in de bronstijd (2000-1000 BC) met tentoongestelde scherven, terracotta potten, wapens uit beenderen... Aan de Mesapisch – Griekse periode (100-300 BC) waren enkele zalen gewijd met versierde vazen, bronzen potten, beeldjes...Wij kwamen in de Romeinse tijd (200 BC – 300 AC) met marmer beelden, kapitelen van zuilen, mozaïeken, een afbeelding van de thermen... De periode van de bisschoppen van de 4de – 7de eeuw toonde ons opgravingen en tenslotte eindigden wij in de middeleeuwen met afbeeldingen van het dorpsleven. Mooi opgevatte tentoonstelling! Aansluitend wandelden wij naar de Necropolis, de begraafplaats uit de 4de eeuw BC. Wij zagen de contouren van de graven en bezochten 2 grafkelders (enigszins luguber). Daarna gingen wij naar de site van de opgravingen. Een mooi wandelpad bracht ons achtereenvolgens voorbij ruïnes van een Romeinse stad, een eerste kathedraal, woonhuizen, werkplaatsen, de Via Trojana (een keienstraat), de marktplaats, de burgerlijke basiliek, de thermen en de zone waar wij archeologen aan het werk zagen. Wij gingen in een “crypte”, een grote ondergrondse gang in vierkante vorm, voor graanopslag, en keerden terug langs de ruïnes van de zuidelijke basiliek
terug naar de bus. Mooie archeologische site en zeer goed uitgelegd op de panelen langsheen het wandelpad. Om 16h45 vertrek naar ons resort waar wij toekwamen om 17h15. Diner om 19h30, terug in buffetvorm met water en wijn op tafel. Smakelijk! Weer: Stralende zonnige dag. Dag 10 – woensdag 15 oktober: BARI – Bari – Rome – Zaventem – AMG Na het ontbijtbuffet, valiezen laden en vertrek om 9h00 richting Bari. Rond 9h30 hielden wij een eerste stop in Conversano voor een bezoek aan kloosterkerkje uit de 15de eeuw, de Chiesa Santa Maria dell´ Isola (kerk van OLV van het eiland). De buitenkant leek op een blokgebouw maar eens binnen waren wij getroffen door de schoonheid van het interieur. Hier kregen wij uitleg door een kloosterzuster (er zijn er nog drie in totaal). De kerk is romaans van bouw met fresco´s op de muren. Er waren prachtige barok altaren met Madonna met Kind, geflankeerd door beelden uit de 17de eeuw die St Antonius en St Fransiscus voorstelden. Achter het altaar was er nog een ruimte met prachtig gebeeldhouwde heiligen vóór en in de nissen van het altaar. Een zeer mooi kerkje en zeker de moeite waard om het te bezoeken! Om 10h00 reden wij verder tot Velenzano (10h30) voor een korte stop aan het moeilijk te bereiken Kerkje van Allerheiligen. Speciaal aan dit kerkje is dat het dak bestaat uit 3 piramiden. Na een paar foto´s reden wij verder naar Bari. Bari is de hoofdstad van Apulië en telt 350.000 inwoners. Het is de stad van St Nicolaas wiens graf en relieken te bezichtigen zijn in de Basiliek van Bari. Wij bereikten Bari rond 11h00 via een invalsweg met grote winkelcentra. In Bari zelf reden wij langsheen de haven met o.a. het havengebouw, allerhande regeringsgebouwen en kazernes en bereikten de historische kern (18de – 19de eeuw) van de stad. Wij gingen naar de Basiliek St. Nicolaas, een groot complex op de Piazza San Nicola. Het is een typisch romaanse kerk uit de 12de eeuw. Op het plein stond het beeld van St. Nicolaas en rond het plein was er ook nog een Griekse kapel naast pelgrimswoningen. De basiliek heeft een sobere en machtige gevel met een klein roosvenster en een gebeeldhouwd portaal waarvan de zuilen op stierenbeelden rusten. De gevel wordt geflankeerd door twee torens. Het interieur is vrij sober in de oorspronkelijke romaanse stijl zonder barok versieringen. Alleen het cassette plafond is in barokstijl met schilderingen in vergulde kaders. Achteraan in de basiliek is de bewaarplaats van de relieken met een zilveren borstbeeld van San Nicola erachter. Het enorme voetstuk van het beeld zagen wij meer vooraan in de kerk. Boven het hoofdaltaar is er een groot baldakijn met daarachter de bisschopszetel uit wit marmer, daterend uit de 12de eeuw.
Wij bezochten de crypte, een grote zaal ondersteunt door marmeren zuilen met versierde kapitelen. Wij zagen een grote iconostase (Grieks Orthodoxe kerk) en wat verder de tombe van San Nicola, vóór een oud icoon dat verwerkt was in het altaar. Het buisje met “manna”, het condens van de lijkkist van S. Nicola, hing wat zijwaarts van het altaar. Om 12h15 waren wij terug buiten en was het tijd om te gaan lunchen om 12h30, een 2 gangen menu met water en wijn aan tafel. Smakelijk! Na de lunch, om 13h45 bezochten wij de kathedraal van de H. Sabinus, gebouwd in de 11de – 12de eeuw in romaanse stijl, met een roosvenster en een gebeeldhouwd portaal in de voorgevel. Het interieur is eveneens in romaanse stijl, zonder plafond zodat wij de dakkoepels zagen. Er stond een prachtige gebeeldhouwde preekstoel met delen uit de 12de eeuw en een baldakijn dat met 13de eeuwse elementen gereconstrueerd is. Moderner waren de uit marmer gekapte handen van 2m hoog uit 2013. De crypte is ondersteund door marmeren zuilen en bevat de tombe van een adellijke familie. Er was eveneens een Byzantijns icoon, verwerkt in een altaar. Mooie kerk met een mooie crypte! Rond 14h45 verlieten wij de kerk en wandelden wij nog tot aan het kasteel, gebouwd in de 13de eeuw door Frederik II van Hohenstaufen, een groot vierkantig gebouw met torens op de hoeken. Vanaf 15h30 waren wij vrij tot wanneer de bus ons om 16h30 oppikte voor de rit naar de luchthaven, waar wij om 17h00 toekwamen. Onderweg werden onze chauffeur Vincenzo en onze gids Isi, die ons verder begeleidde tot Zaventem, terecht uitvoerig bedankt. Vertrek in Bari om 19h15 en aankomst in Rome om 20h15. Vertrek in Rome om 22h00, aankomst in Zaventem om 23h50 en terug op de parking van AMG om 01h30, waar wij uitgebreid afscheid namen van onze medereizigers. Weer: ´s Morgens wat bewolking, voor de rest een mooie dag.
Besluit: Wij hebben een boeiende, leerrijke doch wat vermoeiende reis achter de rug, waarin wij gans Puglia doorkruisten. Wij gingen op bedevaart bij de Aartsengel Michael en bij Pater Pio. Wij bezochten tal van eeuwenoude rotskerkjes met fresco´s op de rotswanden. Wij dwaalden door stadjes met een historisch centrum en met hun kastelen, kathedralen, basilieken en crypten, allen even mooi en gelijkaardig, maar toch anders. Wij bezochten archeologische sites en bewonderden de opgegraven voorwerpen in een paar musea. Wij deden enkele havenstadjes aan, prachtig gelegen op de rotskusten van de Adriatische zee en genoten van het uitzicht. Ten slotte, als hoogtepunten van onze reis, bezochten wij vier sites die op de werelderfgoedlijst van de Unesco staan. Monte Sant´Angelo, met de rotskerk gewijd aan de Aartsengel Michael; Castel del Monte, het enorme kasteel uit de 13de eeuw; Matera met de originele Sassi, de op elkaar gestapelde rotswoningen; Alberobello met de typische Trulli met hun kegelvormig dek. Kortom, een kultuurreis met de nadruk op het historisch, bouwkundig en kerkelijk aspect. De hotels waren zeer goed met comfortabele kamers. De diners, steeds met water en wijn aan tafel, gingen er vlot in. De lunches echter, ook met water en wijn aan tafel, vielen soms wat tegen, zowel wat smaak als uitzicht betrof. Maar iedereen heeft het overleefd! Wij genoten van prachtig zonnig weer met temperaturen rond 25°, zodat wij de ganse reis in short en korte mouwen konden lopen. Dank aan Vincenzo, onze 10 daagse chauffeur, om ons overal veilig heen te brengen, soms over smalle tot praktisch onberijdbare wegen. Dank je wel Vincenzo! Eveneens een oprecht dankwoord aan Isi, onze gids, die ons uitgebreid uitleg gaf over de bezochte sites en ons tal van wetenswaardigheden vertelde over de streek, geschiedenis, landbouw, dagelijks leven... en die ons zelfs leerde zingen in het Italiaans. Dank je wel Isi! Ten slotte, dank je wel Anne en Lydie voor de organisatie en begeleiding van deze geslaagde 10 daagse reis door Puglia. Een tevreden reiziger René