06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:25
Pagina 1
1 - HEIDE-ONTGINNING Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
De heide is eind 19e, begin 20e eeuw op regelmatige wijze ontgonnen ten behoeve van de landbouw. Karakteristiek is het rechte wegenpatroon in blokvorm. Door beplanting langs de wegen, enkele boscomplexen en beplanting op de erven is het landschap relatief kleinschalig.
De bebouwing ligt los of is geclusterd in buurtschappen. De erven liggen zowel aan de weg als verder afgelegen. Veel boerderijen zijn niet meer in agrarisch gebruik. Veel van de oorspronkelijke landschappelijke- en erfbeplanting is verdwenen. Hiervoor in de plaats zijn tuinen aangelegd die veelal niet aansluiten op het ‘agrarische karakter’ van het buitengebied.
De erven worden gekarakteriseerd door diverse opstallen, waarbij de boerderij niet specifiek naar de weg toe is georiënteerd. De bebouwing in dit gebied kent van oorsprong een grote diversiteit in stijl, maar is over het algemeen beperkt van maat en schaal. In de loop der tijd is deze diversiteit doorgezet. Over het algemeen zijn de kleuren terughoudend: donkergroen, bruin en andere kleuren ontleend aan het landschap.
Bijzondere elementen
Bijzondere elementen
Bijzondere elementen Buurtschappen
Plaatselijk is er sprake van verdichting van de bebouwing in zeer beperkte omvang. Dit zijn de volgende buurtschappen: Ebbenbroek, Kievietshaar, De Maat, Radewijk, Venebrugge, Den Oosterhuis, Jodenvonder.
Westerhuizingerveld; de Hoofdweg
Dit gebied onderscheidt zich van de andere heide-ontginningen door zijn grootschaligheid, verkaveling en karakteristieke bebouwing. Het gebied is ontgonnen in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw. De bebouwing ligt in een lint aan de weg. De erven zijn beplant met brede singels, bomenrijen en op het voorerf en in het gazon losse (monumentale)bomen. De boerderijen hebben een grote maat en liggen met de voorzijde naar de weg. Grote rode dakvlakken markeren het lint. De stijl varieert. In de loop der tijd zijn in het lint nieuwe woningen toegevoegd. Deze hebben een geheel andere stijl en volume, maar tasten toch het karakter van het lint niet aan.
Beleid • Handhaven van de belangrijkste karakteristieken van dit ontginningslandschap: de regelmatigheid en de relatieve kleinschaligheid. • Dit landschap biedt door zijn structuur en diversiteit aan bebouwing mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen zonder dat het oorspronkelijke patroon wordt verstoord (b.v. ‘nieuwe landgoederen’). De versterking van de structuur van de
landschappelijke beplanting is daarbij tevens een uitgangspunt. • Voor het gebied 'de Boschkamp' is het beleid beschreven in het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Boschkamp fase 2' (hoofdstuk 2).
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de directe omgeving. In het heide-ontginningsgebied zijn daarbij in ieder geval relevant: - de structuur van de verkaveling; - schaal en maat; - richting en oriëntatie van de voorgevel; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging. • Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf, passen in het landschap en op het erf. • De samenhang van bouwwerken op een erf.
• Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbreidingen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Bij verbouwingen aan boerderijen blijft het onderscheid tussen voor- en achterhuis (woongedeelte en schuur) zichtbaar. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk.
Radewijk
In Radewijk is een bepaald type schuur opvallend. De schuur is asymmetrisch met een hoog opgaande schildkap en aan drie zijden aangekapte dakvlakken. De gevels onder de lage dakvlakken zijn gemetseld. De hoog opgaande gevels zijn deels van hout.
Sneltoetscriteria
Erfinrichtingsplan
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
In geval van grootschalige uitbreiding of (functionele)verandering van een erf, is het gewenst dat in een erfinrichtingsplan worden aangetoond hoe deze wijzigingen passen in het landschap en op het erf. Beplanting, verharding, verlichting en erfafscheidingen moeten daarbij onder andere aan de orde komen.
Gebiedskaart De heide-ontginningsgebieden liggen ten noorden en ten zuiden van Radewijk (Radewijker veld- en veengronden, nabij de Hoogenweg), ten zuiden en ten westen van de Reest (Westerhuizingerveld, Den Oosterhuis, Noord Stegeren) en ten noorden van Rheeze (Rheezerveld en Diffelerveld)
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:25
Pagina 2
2 - VEENONTGINNING Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
De grootschaligheid, de openheid en de regelmatigheid van het landschappelijk patroon zijn waardevol. De ontstaansgeschiedenis is daarin goed afleesbaar. Ten behoeve van de turfwinning zijn vaarten en kanalen gegraven (nu deels gedempt). Na de vervening in de 19e eeuw, zijn deze gebieden in gebruik genomen voor akkerbouw. De kleuren van de bebouwing passen bij de kleuren van het landschap. De ontginningsboerderijen hebben nog vaak een agrarische functie.
De bebouwing is gesitueerd op de kop van de kavel en oriënteert zich op de weg. Tussen de voorgevel en de weg bevindt zich het voorerf. De nokrichting van de bebouwing volgt de richting van de slagenverkaveling. Gebouwen staan daardoor met hun voorzijde soms schuin naar de weg toe. De erven zijn rechthoekig en hebben een regelmatige opbouw. De schaarse bebouwing op het erf heeft veelal een forse maat. Landschappelijke beplanting beperkt zich tot wegen en erven. Daarnaast is er een aantal bosgebieden.
Het ‘Groninger’ type is een veel voorkomende ontginningsboerderij. Dit type kenmerkt zich door een groot volume en een eenduidige hoofdvorm van de bebouwing van voorhuis (woongedeelte), schuur en opstallen. Het woonhuis heeft veelal een rijk geornamenteerde voorgevel.
Kenmerken
Bijzondere elementen
Bijzondere elementen
De bebouwing, los of geclusterd in buurtschappen, concentreert zich langs de ontginningsassen. In dit landschap bepalen grote kappen het beeld van gebouwen. In de loop der tijd zijn aan deze assen nieuwe woningen in diverse stijlen toegevoegd. Omdat het volume vele malen kleiner is, is het gave beeld van het ontginningslint behouden. Tussen de gebouwen zijn doorzichten op het achterliggende open ontginningsgebied. Bijgebouwen bevinden zich achter of naast het hoofdgebouw op het erf.
Van Roijensweg
Langs de Van Roijensweg zijn de boerderijen in jaren’ 30 stijl, met hun grote rode kappen karakteristiek. Bebouwing en erfinrichting vormen een eenheid.
Beleid • Handhaven van de belangrijkste bebouwingskarakteristieken van dit ontginningslandschap: openheid, grootschaligheid en regelmatigheid. • Herstellen van de kaprichting en het onderscheid tussen boerderij en burgerwoning.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de directe omgeving. In het veenontginningsgebied zijn daarbij in ieder geval relevant: - de structuur van de verkaveling; - schaal en maat; - richting en oriëntatie van de voorgevel; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging. • Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf, passen in het landschap en op het erf. • De samenhang van bouwwerken op een erf.
• Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbreidingen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Bij verbouwingen aan boerderijen blijft het onderscheid tussen voor- en achterhuis (woongedeelte en schuur) zichtbaar. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk.
Buurtschappen
Plaatselijk is er sprake van verdichting van de bebouwing in zeer beperkte omvang. Dit zijn de volgende buurtschappen: Anerveen, De Belt, Collendoornerveen, Keiendorp, De Mulderij, De Pol, Rheezerveen, De Schans, Sponturfwijk. De buurtschap Gouden Ploeg is de historische draaibrug over het Overijssels Kanaal een markant punt.
Sneltoetscriteria
Erfinrichtingsplan
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
In geval van grootschalige uitbreiding of (functionele)verandering van een erf, is het gewenst dat in een erfinrichtingsplan wordt aangetoond hoe deze wijzigingen passen in het landschap en op het erf. Beplanting, verharding, verlichting en erfafscheidingen moeten daarbij onder andere aan de orde komen. Bij de ontginningsboerderijen wordt behoud van de karakteristieke ‘engelse’ erven nagestreefd.
Gebiedskaart De veenontginningsgebieden liggen rondom Heemserveen, Rheezerveen, Dedemsvaart, De Krim en ten westen van Sibculo en Kloosterhaar.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:25
Pagina 3
3 - ESSEN-KAMPENL ANDSCHAP Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
Het landschap heeft vanaf de Middeleeuwen zijn huidige vorm gekregen. Het landschap is reliëfrijk en kent daardoor een kronkelend patroon van wegen en waterlopen. De nederzettingen zijn ontstaan in de overgangen van de beekdalen naar de hoger gelegen zandgronden. Door de veelheid en variatie aan beplanting is het landschap kleinschalig. De open essen vormen een contrast met deze kleinschaligheid. Het landschap wordt visueel hoog gewaardeerd.
De erven liggen verspreid, in linten langs de essen, of in clusters tussen de essen en kampen. De veelal oude erven hebben geen markante erfafscheidingen. De erfbeplanting en landschappelijke beplanting lopen in elkaar over.
De erven worden gekarakteriseerd door een cluster van diverse opstallen in een losse strooiing. Later werden ook gebouwen meer evenwijdig geplaatst. De erven liggen met de achterzijde of zijkant naar de weg. In het gebied is veel karakteristieke bebouwing aanwezig zoals de hallenhuistypen (eind 19e eeuw) en de jonge ontginningsboerderijen (begin 20e eeuw). De boerderijen hebben verschillende dakvormen. Er zijn veel grote dakvlakken (riet of riet in combinatie met pannen) met lage goten. In de loop der tijd zijn nieuwe woningen in diverse stijlen toegevoegd.
Bijzondere elementen
Bijzondere elementen
De volgende plekken in het gebied hebben een bijzondere waarde door hun gaafheid van bebouwing en hun (erfbeplanting): • Ane; kruispunt bij ‘De Steege’ • Collendoornerdijk (restant landgoed) • Den Kaat, Den Westerhuis, Den Oosterhuis • Oud Lutten • Diffelen (cluster bij De Gloepe en bij de fietsentunnel) • Achterin Radewijk • Lutten-Oever • Groot-Oever • De ontginningsboerderijen aan de Hardenbergerweg
Beleid • Handhaven van de belangrijkste karakteristieken van dit ontginningslandschap: de onregelmatigheid, de diversiteit en de kleinschaligheid.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de directe omgeving. In het Essen-Kampenlandschap zijn daarbij in ieder geval relevant: - de structuur van de verkaveling; - schaal en maat; - richting en oriëntatie van de voorgevel; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging. • Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf, passen in het landschap en op het erf.
• De samenhang van bouwwerken op een erf. • Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbreidingen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Bij verbouwingen aan boerderijen blijft het onderscheid tussen voor- en achterhuis (woongedeelte en schuur) zichtbaar. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk.
Buurtschappen
Plaatselijk is er sprake van verdichting van de bebouwing in zeer beperkte omvang. Dit zijn de volgende buurtschappen: Anevelde, Brucht, Collendoorn, Den Kaat, Den Oosterhuis, Den Velde, Den Westerhuis, Holthone (met landgoed de Groote Scheere), Loozen, Oud-Bergentheim, Noord-Stegeren.
Sneltoetscriteria
Erfinrichtingsplan
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
In geval van grootschalige uitbreiding of (functionele)verandering van een erf, is het gewenst dat in een erfinrichtingsplan wordt aangetoond hoe deze wijzigingen passen in het landschap en op het erf. Beplanting, verharding, verlichting en erfafscheidingen moeten daarbij onder andere aan de orde komen.
Gebiedskaart Het essen-kampenlandschap ligt langs de rivieren de Vecht en de Reest en langs de Radewijkerbeek en rond de Lutteres.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 4
4 - OMMERSCHANS (te beschermen dorpsgezicht) SCHANS
KOLONIE
VELDZICHT
DRAGERS
De naam van het gebied is ontleend aan een schans die hier in 1623 werd aangelegd in de as van een belangrijke verbindingsweg (Ommerweg) met de noordelijke provincies.
In 1819 werd door de Maatschappij van Weldadigheid op het terrein van de (niet gebruikte) schans een strafkolonie gebouwd. Hier te werk gestelde mensen hebben het omliggende gebied ontgonnen.
Het rijksopvoedingsgesticht Veldzicht werd in 1892 gebouwd, ten noorden van de schans langs de Ommerweg.
Het oorspronkelijke streng rechthoekige ontginningspatroon is nog steeds herkenbaar. De dragers van deze structuur zijn noord-zuid gerichte lanen en waterlopen, en oost-west gerichte lanen met houtwallen.
Over deze eerste ”laag” werden later nog twee andere lagen gerealiseerd: die van de kolonie en van Veldzicht. Deze drie historische fases in de ontstaansgeschiedenis zijn nog herkenbaar in het landschap aanwezig. De schans is tegenwoordig een gebied met aangelegd parkbos; een restant van de stervormige gracht is herkenbaar.
Er waren 21 kavels met boerderijen van hetzelfde type en voorzien van een nummer. Vanuit de limiethuisjes, geplaatst op regelmatige afstand aan de randen van het hele gebied, hield men toezicht op mensen. Rondom de hoofdgebouwen ontstond een vrijwel zelfstandige nederzetting met school, kerk, pastorie, personeelswoningen en moestuinen.
Kenmerken
Kenmerken
De boerderijen hebben van oorsprong een representatief, naar de weg gericht voorhuis met een symmetrische gevelindeling. Het voorhuis en het schuurgedeelte hebben een opvallende scheiding door de nokhoogte en/of door de ouderdom. De meeste oorspronkelijke boerderijen uit de vroege 19e eeuw zijn verdwenen. Recente boerderijen zijn buiten de oorspronkelijke structuur geplaatst.
De beplanting is gebruikt als een ontwerpinstrument: in rijen vormen bomen de laanbeplanting van een as. De bomen op de erven of in de voortuinen zijn daar bewust geplant; ze accentueren bijzondere bebouwing of een bijzondere functie. Ook de forse bosaanplant is onderdeel van het ontwerp. De zichtassen over lanen worden (vanuit het centrum gezien) begrensd door bebouwing.
Op een terrein van 80 hectare werden binnen en buiten de omgrachting de hoofdgebouwen met huisvesting voor de jongens, werkplaatsen en fabriekjes geplaatst . Dienstwoningen werden geconcentreerd langs de Ommerweg en de Boslaan. De stedebouwkundige opzet (lanen, beplanting en bebouwing door W.C. Metzelaar) borduurt voort op oude structuur van de Maatschappij.
Kenmerken
Kenmerken
De voormalige dienstwoningen aan de Boslaan en Ommerweg zijn in een rij geplaatste symmetrische dubbelwoningen met een ritme van vooruitspringende en terugliggende bouwdelen. De bebouwing staat iets terug ten opzichte van de weg en heeft aan de voorzijde een duidelijke erfafscheiding (hek of haag).
De relatief grootschalige bebouwing van het opvoedingsgesticht Veldzicht is nog steeds bepalend op de verschijningsvorm van het gebied.
De linden in de voortuinen vormen de laanbeplanting van de weg.
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegt zich in de direkte omgeving. In het gebied van de Ommerschans zijn daarbij in ieder geval relevant: - korrelgrootte; - schaal en maat van de gebouwen; - richting en oriëntatie; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging. • Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf passen in de
Binnen deze structuur zijn de afzonderlijke onderdelen (boerderijen, beplanting, woonbebouwing en rijksinstellingen) functioneel ingepast.
Nadat het opvoedingsgesticht Veldzicht in 1930 was opgeheven, heeft het complex verschillende functies gehad, en is het herhaaldelijk verbouwd en uitgebreid.
De overige bebouwing langs de lanen en op de kop ervan is symmetrisch van ontwerp en plaats.
Beleid • Het handhaven, herstellen en versterken van de landschappelijke- en bebouwingskarakteristiek in het gebied. • De bijzondere kwaliteiten van het van rijkswege beschermde gezicht worden vastgelegd in een beschermend bestemmingsplan
Veel waterwegen zijn inmiddels vervangen door wegen met smalle sloten.
structuur van de Ommerschans. • De samenhang van bouwwerken en beplanting op een erf. • Dat de verschijningsvorm de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving versterkt. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Bij verbouwingen aan boerderijen blijft het onderscheid tussen voor- en achterhuis (woongedeelte en schuur) zichtbaar. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk.
Erfinrichtingsplan
• Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
In geval van grootschalige uitbreiding of verandering van een erf, is het gewenst dat in een erfinrichtingsplan wordt aangetoond hoe deze wijzigingen passen in het landschap. Beplanting, verharding, erfafscheidingen, singels en sierbeplanting moeten daarbij onder andere aan de orde komen.
Gebiedskaart De Ommerschans.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 5
5 - CENTRUM HARDENBERG a. Kern Winkelgebied Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
Door de concentratie van veel openbare en commerciële functies is de historische kern van Hardenberg het hart van de gemeente. De verhoging langs de Vecht waarop de nederzetting is ontstaan, is door de jaren heen duidelijk herkenbaar gebleven. De bebouwing van de nederzetting van toen bestond voornamelijk uit boerderijen in een lintbebouwing aan de Voorstraat. Kenmerkend is de van oudsher grote diversiteit aan functies en de positie van de kerk.
In de winkelstraten zijn de stenige straat- en pleinwanden gebaseerd op de kleinschalige historische structuur. De gangbare gevelbreedte is 6-7 meter.
Elders in het centrum zijn de historische structuur en verkaveling grotendeels verdwenen. De bebouwing heeft een grotere schaal gekregen.
De bebouwing aan de randen van de historische kern is grootschalige en dateert hoofdzakelijk vanaf het tweede deel van de 20e eeuw.
De bebouwing kenmerkt zich in het algemeen door verticale gevelopbouw van twee bouwlagen met een kap.
De markt is als ‘woonkamer’ van de stad vormgegeven met dezelfde materialisering als het historisch centrum. Het verblijfsklimaat met een groene uitstraling is een belangrijk uitgangspunt. De gebouwen worden omzoomd door een granieten bies, evenals de terraszones. Behalve de gebouwen welke in de oude loop van de Vecht liggen, deze zijn omzoomd door grijs-blauwe stenen.
Deze nieuwere, zuidoostelijk en noordwestelijk gelegen (woon)bebouwing bestaat uit vier tot zes bouwlagen. In deze delen van de stad ontbreekt de ruimtelijke samenhang, o.a. qua schaal, historie en openbare ruimte.
In het centrum hebben zich verschillende ontwikkelingen voorgedaan als gevolg van de sterke groei die Hardenberg na de oorlog heeft doorgemaakt. De belangrijkste aanpassingen in de structuur zijn de afbraak van de Ganzenstraat, de verlegging van de Vecht, de demping van de haven, de aanleg van de Europaweg, de aanleg van het bestuurlijk centrum (gemeentehuis) en de grootschalige bebouwing van het woon- en winkelcomplex De Spinde en later de Mulderij. Er is een duidelijk stedenbouwkundig contrast tussen enerzijds de winkelstraten (o.a. Voorstraat en Oosteinde) en anderzijds het zuidoostelijk gedeelte rondom de grootschalige bebouwing van de Spinde en de Mulderij. Het centrum kent een grote diversiteit aan architectuur.
Bepalend voor de aantrekkelijke ruimtelijke kwaliteit is ook dat de bebouwing is georiënteerd op de straat en dat de hoogten van de bouwlagen bijkans per gebouw variëren. Een eenheid in verscheidenheid. Storende elementen zijn de vele reclame uitingen, grote luifels en puiaanpassingen, die zorgen een aantasting van de historische bebouwing en voor een rommelig aanzien. De puiaanpassingen zijn meestal gericht op enkel de onderbouw en hebben geen relatie met de bovenbouw. Onzorgvuldige detaillering en materiaaltoepassing verstoren het straatbeeld.
Bijzonder element Mulopad/Kerkhof
Door erfafscheidingen en bedrijfsontwikkelingen is het Mulopad in de loop der jaren veranderd van historisch laantje tot achterpaadje. Kenmerken als kavelgrootte, groen, woningtype en wegprofiel bezitten historische referenties. In potentie is het Mulopad daardoor nog steeds een herkenbare structurerende lijn. Het Kerkhof en het Mulopad hebben een besloten karakter. Het Kerkhof en het residu van het Mulopad op het Kerkhof blijven in hun verschijningsvorm gehandhaafd. De oude poort van het Kerkhof wordt weer als toegangspoort hersteld. De begrenzing van het Kerkhof met het nieuwe Mulopad, wordt vormgegeven door de hulsthaag door te trekken en te herstellen en aan de zijde van het Kerkhof zal een stalen sierhek geplaatst worden. Het karakter van het Kerkhof zal zich als verstild stadspark manifesteren. Het nieuwe Mulopad zal als verbindend element tussen de LOC en het Kerkhof ontworpen worden. De stenen muur langs de Stationsstraat krijgt een open aanblik.
Bijzonder element Het Wilhelminaplein
Het Wilhelminaplein is een belangrijke openbare ruimte en ligt direct ten zuiden van de Voorstraat. Het is een verstild verscholen gelegen plein met een grote historische waarde. Het plein kenmerkt zich door panden met een monumentaal karakter, passend bij de schaal van Hardenberg. Een deel van de oude stadsmuur verwijst naar het verleden; publieke gebouwen als de Hervormde Kerk geven het plein status en karakter. Het plein heeft een goede ruimtelijke verhouding, maar het openbare karakter van het plein staat onder druk omdat aangrenzende gebouwen zich niet of onvoldoende op het plein oriënteren, dit wordt geweld aan gedaan. Een bijzonder ruimtelijk aspect is de hoge ligging van het plein ten opzichte van de bebouwing aan de randen met in het midden vier linden in een lijn gesitueerd.
Gevels zijn veelal in baksteen opgetrokken.
De bebouwing bestaat uit gebouwen met een verticale parcelering aansluitend op de schaal van de Markt. Bebouwing die refereert aan een stoere, pakhuisachtige uitstraling. Op de kruising van zichtlijnen vanuit het Klepperplein en Marslanden is er een hoogteaccent in de bebouwingswand. De Nieuwe Markt is zo obstakelvrij mogelijk gerealiseerd, zodat de weekmarkt er kan plaatsvinden met ondersteuning van de functies in de omringende bebouwing.
Bijzonder element LOC
Het LOC-complex herbergt een bijzondere combinatie van functies die voor het centrum van grote betekenis zijn. O.a. diverse scholen, de bibliotheek, een restaurant, het Centrum voor Werk en Inkomen, een kunstcluster en een parkeergarage. Het gebouw is een bijzonder object met een bijzondere en extroverte uitstraling dat dient als markering van de entree van het centrum. Het gebouw heeft een geheel eigen identiteit en het onderscheidt zich ten opzichte van zijn omgeving qua schaal.
Bijzonder element Gedempte Haven
De gedempte haven vormt een relatief open gebied aan de Vecht. Het halfverhoogde parkeerdek vormt een overgangsgebied richting Vecht. Op het parkeerdek is ruimte voor verschillende verblijfsfuncties en biedt de mogelijkheid diverse evenementen te situeren. Er is een voetgangerszone over het parkeerdek gesitueerd. Belangrijke doelstelling van de vernieuwde gedempte haven is hier de relatie met de Vecht duidelijk te versterken en een verblijfsgebied aan het centrum toe te voegen.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 6
5 - CENTRUM HARDENBERG a. Kern Winkelgebied Bijzonder element Omgeving Gemeentehuis
De omgeving van het gemeentehuis kenmerkt zich door grootschalige voorzieningen, aansluitend aan enkele woonstraten. De bebouwing van het gemeentehuis staat los gegroepeerd ten opzichte van de rooilijnen en de overige bebouwing en vormt geen duidelijke begeleiding van de verkeersruimte en staat ruimtelijk los van het centrum. Tevens vormt de bebouwing een weinig markante entree van de binnenstad. De huidige verkeersstructuur en verkeersintensiteiten rondom het gemeentehuis zorgen voor een barrière tussen de binnenstad en het gemeentehuis. Vrijwel alle beschikbare openbare ruimte wordt gebruikt voor verkeers- en parkeerruimte. Het betreft geen gebied met een verblijfsfunctie.
Gebleken is dat de huidige huisvesting van het gemeentehuis kwalitatief en kwantitatief onvoldoende is. Een nieuw gemeentehuis komt te liggen in een zichtlijn vanaf de Prins Bernhard Brug en de Witte de Withstraat. De locatie vormt een bijzonder herkenningspunt (landmark). Onder en naast het gemeentehuis wordt een halfverdiepte parkeergarage aangelegd. Aan de oostzijde van het gemeentehuis wordt deze gekoppeld met een bovengrondse parkeergarage. Deze wordt samen met de half verdiepte garage landschappelijk geïntegreerd in het stadspark. De ingang van dit bronpunt is gelegen aan de Bruchterweg tegenover de Koppellaan. De automobilist parkeert hier zijn auto om als voetganger via het gemeentehuis en het stadspark het centrum te betreden. Het toekomstige gemeentehuis wordt ruimtelijk-fysiek bij het centrum
Beleid
Het belangrijkste openbaar gebied rondom het nieuwe gemeentehuis en het Spindeplein en de vrijkomende locaties ten zuiden van Europaweg worden ingericht als een stadspark met verblijfsgebied als hoofdkenmerk. Binnen het stadspark zullen verscheidene functies worden geïntegreerd (bijvoorbeeld recreatieve functies, herdenkings-plek, geborgen zones). Het stadspark vormt een essentiële toevoeging aan de noord-zuidasverbinding, met een eigen karakter en belevingswaarde. Het hoogteverschil bij het Spinde vormt een mooi podium om als terras te gaan functioneren aan het stadspark.
Sneltoetscriteria
Dit kan onder andere worden bereikt door: - een scheiding tussen private en publieke ruimtes; - Duidelijk ingerichte openbare ruimte; straten en pleinen; - Gebouwen met duidelijke voor- en achterkanten, waarbij de voorgevels zich op de openbare ruimte oriënteren; zie kaart bijlage 6 ’Oriëntatiebebouwing Hardenberg Centrum’;
• Daar waar het besloten, stenige en kleinschalige karakter van de historische kern nog aanwezig is, moet dit worden behouden en versterkt. • Het gevelbeleid is op een natuurlijke samenhang qua schaal, maat en kleur gericht. • Van belang is dat iedere gevel zijn eigen identiteit heeft. Toevoegingen en opbouwen dienen op deze bestaande identiteit getoetst te worden. • Om samenhang tussen de afzonderlijke panden te behouden, dienen alle aanpassingen zowel voor de individuele panden als voor het totale gevelbeeld te worden bekeken. • De verhoging in het centrum en het slingerend verloop zijn het meest opvallend en moeten als belangrijke elementen behouden blijven.
getrokken. De Europaweg wordt middels een rotonde rechtdoor getrokken en aangesloten op de huidige Witte de Withstraat. Hierdoor verdwijnt de barrièrewerking.
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden verkorte sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen • Rolluiken • Technische installaties
Storende elementen De ruimtelijke kwaliteit van de winkelstraten moet worden verbeterd door het rommelige aanzien te verminderen en de storende elementen te reduceren. In het centrum wordt het gebruik van volkern platen, kunststoffen en damwandprofielen als storend ervaren en zijn dus niet gewenst.
Op hoofdlijnen is dit beleid verwoord in het beeldkwaliteitplan Hardenberg: Kwaliteit in de kern! Hardenberg Centrum en het Masterplan Plus Centrum Hardenberg. Deze plannen zijn op 24 november 2005 vastgesteld door de raad.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de directe omgeving. In het centrum zijn daarbij in ieder geval relevant: - rooilijn; - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - richting; - Oriëntatie van de gevel; 1e, 2e, 3e orde (zie kaart bijlage 6); - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging; - De bestaande kapvorm en kaprichting zijn richtinggevend; - Het toevoegen van een extra laag of een
Visie gemeentehuis.
• • • •
•
• •
Gebiedskaart Het centrum wordt globaal omsloten door de Havenweg, Parkweg, Witte de Withstraat en de Gramsbergerweg.
kap respecteert het straatbeeld en de architectuur van de hoofdmassa; - hoogte van de begane grond laag. Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de directe omgeving. De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. Op materiaal en kleurgebruik en detaillering van het bouwwerk De veranderingen moeten bijdragen aan het realiseren van de architectonische uitstraling van het pand met daarin een duidelijke parcelering Samenhang tussen de afzonderlijke panden behouden, daarom dienen alle aanpassingen zowel voor individuele panden als voor het totale gevelbeeld te worden bekeken. Iedere gevel zijn eigen identiteit Het gevelbeleid dient te worden gericht op een natuurlijke samenhang qua schaal, maat en kleur
Toetsingscriteria Gevels
• Verticale parcelering is uitgangspunt; • De architectonische eenheid herstellen door een duidelijke relatie tussen bovenen onderbouw; • De eenheid in verscheidenheid, hoogte bebouwing koppelen aan identiteit van de straat, relatie met omgeving; • Geen terug liggende entrees (portieken), uitzondering vanuit architectuur historie; • De plint en de etalage moet worden afgestemd met de architectonische uitstraling van het pand • Uitvalschermen toepassing van 1 effen kleur zonder reclames, • Markiezen afhankelijk van de architectonische uitstraling • Geen luifels toegestaan
Dakvorm
• Materiaal, zink, keramische pannen, uitgangspunt kleurgebruik oorspronkelijk kleurgebruik vanuit de omgeving; kleur zwart/rood gebakken pannen niet geglazuurd en niet glimmend; • Platte daken (in het zicht); toepassing van een bitumen of zink afdekking;
Reclame
• De ramen mogen maximaal 10% beplakt worden met folie of reclame; • Alleen losse letters in het platte vlak zijn toegestaan; • 1 uitsteekbord of 1 lichtbak haaks per gevel; (begane grond) • Geen permanente reclame uitingen op verdiepingen toegestaan; • Vlaggen en banieren alleen tijdelijk toegestaan;
Materialisering en detaillering
• Het kozijn dient een duidelijke profilering te hebben, welke de architectonische uitstraling van het pand versterkt. • Hemelwaterafvoeren; alleen zinken hemelwaterafvoer, kokervormig, op de gevel en bij nieuwbouw in de gevel. • Kabels en leidingen in de gevels wegwerken • In het centrum wordt het gebruik van volkern platen, kunststoffen en damwandprofielen niet toegestaan.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 7
6 - INVALSWEGEN HARDENBERG Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
Hardenberg is ontstaan bij de doorwaadbare plaats waar een oude historische handelsroute (nu de Hessenweg) de Vecht kruiste.
De invalswegen zijn over het algemeen twee baans, met aan beide zijden een trottoir. Nabij het centrum zijn de straten smaller en staat de bebouwing dichter op de weg.
De gebouwen hebben een individueel karakter, met eigen stijlkenmerken en een divers materiaal- en kleurgebruik.
De scheidingen tussen de private voorerven of gevels enerzijds en de openbare straat anderzijds zijn helder.
Doorgaans zijn de gebouwen twee lagen plus kap. Nokrichting en plaatsing in de rooilijn variëren sterk. De bebouwing stamt uit verschillende tijden. Relatief veel dateert uit de periode 1850 – 1940.
De routes werden oorspronkelijk begeleid door bomenrijen. Veel van deze bomen zijn door de jaren heen verdwenen, hetgeen afbreuk heeft gedaan aan de kwaliteit van de leefomgeving.
Langs andere routes werden in de latere eeuwen verbindingswegen met omliggende plaatsen gerealiseerd. De groei van Hardenberg was tot 1940 geconcentreerd aan en langs deze invalswegen. Deze historische invalsroutes zijn bepalend voor de ruimtelijke structuur van de kern Hardenberg. Nog immer hebben de invalswegen een belangrijke verkeersfunctie.
De sfeer van de invalswegen wordt in belangrijke mate bepaald door een bebouwing die bestaat uit vrijstaande gebouwen en zich met een representatieve gevel op de straat richt. Hoewel er geen sprake is van een eenduidige voorlijn, is er langs invalswegen sprake van een herkenbare bebouwingswand.
Bijzondere elementen
Bijzonder element
Buurtgebonden en Bovenwijkse Voorzieningen
Voormalig Stationskoffiehuis
In vroeger jaren verzorgde de Drentsche Stoomtram Maatschappij met een tracé over de Hessenweg voor een verbinding met Dedemsvaart. Het voormalige stationskoffiehuis stond bij de tramremise van deze lijn.
Langs de invalswegen liggen diverse buurtgebonden voorzieningen, zoals scholen en wijkcentra en bovenwijkse voorzieningen als winkels. Dergelijke voorzieningen zijn essentieel voor het karakter en beleving. Zij zijn doorgaans individueel vormgegeven, en wijken ook naar hun maat en schaal af van de gebiedskarakteristieken in hun omgeving.
Beleid
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Erfafscheidingen
Het behouden en versterken van het structuur bepalende karakter van de historische invalswegen. Hierbij gaat het onder andere om • Het bevorderen van het individuele karakter van de bebouwing; • Het handhaven en herstellen van de begeleidende groenstructuren.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. Langs de invalswegen zijn daarbij in ieder geval relevant: - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - oriëntatie van de voorgevel.
Sneltoetscriteria
• Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De individualiteit van het gebouw. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Gebiedskaart De invalswegen zijn de binnen de bebouwde kom van Hardenberg gelegen delen van de Gramsbergerweg, Stationsstraat, Jan Weitkamplaan, Burg. Schuitestraat, Brink, het gedeelte van de Bruchterweg ten noorden van de Europaweg en de Hessenweg met uitzondering van het gedeelte in Heemse (gebied 9).
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 8
7 - NAOORLOGSE WIJKEN HARDENBERG/HEEMSE Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
De bebouwing van de woonwijken uit de jaren 1970-1980 hebben geen eenduidige hoofdvorm. Een kenmerk is voorts het ontbreken van een herkenbare representatieve voorgevel.
Vrijstaande woningen aan de randen geven een samenhangend beeld.
Het stratenpatroon van enkele woonwijken is complex.
Het stedenbouwkundig patroon van de recentere woonwijken is helder en de rooilijn duidelijk. Veel woningbouw is het tweeonder-een-kaptype.
De rooilijn van de bebouwing verspringt voortdurend.
De inrichting van de straten wordt bepaald door maatregelen om de overlast van gemotoriseerd verkeer te minimaliseren.
Bijzondere elementen
Bijzondere elementen
De woningen zijn doorgaans van baksteen, met een gebakken– of betonnen dakpan en houten kozijnen. De detaillering is eenvoudig. Rode en bruine tinten overheersen in de gebruikte baksteen. In de jongere wijken is bij uitzondering ook wel een gele of witte baksteen toegepast. De kapvormen in de naoorlogse uitbreidingswijken zijn eenvoudig. Over het algemeen geldt dat ook voor de hoofdmassa’s, met uitzondering van die uit de jaren 70-80.
Bijzondere elementen
Eerste Naoorlogse Woningbouw
Buurtgebonden en Bovenwijkse Voorzieningen
In de eerste naoorlogse uitbreidingen is sprake van een eenvoudig patroon van rechte straten. Het straatprofiel is veelal symmetrisch.
De naoorlogse uitbreidingswijken bieden plaats aan diverse buurtgebonden voorzieningen, zoals scholen en wijkcentra, en bovenwijkse voorzieningen als kerken en winkels. Dergelijke voorzieningen zijn essentieel voor het karakter en beleving van de naoorlogse uitbreidingswijken. Zij zijn doorgaans individueel vormgegeven en wijken ook naar hun maat en schaal af van de gebiedskarakteristieken in hun omgeving.
De bebouwing is doorgaans geplaatst in rijen met een duidelijke rooilijn. Rijtjeswoningen bepalen het beeld. Bijna alle eerste naoorlogse woningbouw wordt beschouwd in het Beeldkwaliteitsplan Centrum.
Relieken
Een aantal bouwwerken, zoals (voormalige) boerderijen, herinneren aan de tijd dat de naoorlogse uitbreidingswijken nog niet gerealiseerd waren.
Beleid
Beeldkwaliteitsplan
• Het beleid is er op gericht de basiskwaliteiten van het gebied, zowel stedenbouwkundig als architectonisch, te behouden en, indien gewenst en waar nodig, te versterken.
• Voor de nieuwste uitbreidingswijk De Marslanden gelden aparte, door de gemeenteraad vastgestelde of nog vast te stellen, beeldkwaliteitsplannen. Ook voor het Woongebied De Lage Goren geldt een vastgesteld beeldkwaliteitsplan. • De eerst naoorlogse woningbouw direct aansluitend op de historische kern van Hardenberg, wordt beschouwd in het beeldkwaliteitsplan ‘Hardenberg Centrum’ van 14 juli 2002, gemaakt door het adviesbureau SAB. Zodra dit beeldkwaliteitsplan door de gemeenteraad is vastgesteld, wordt dit richtinggevend voor het te voeren beleid betreffende de ruimtelijke kwaliteit in deze wijken.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. In de naoorlogse uitbreidingswijken zijn daarbij in ieder geval relevant: - rooilijn; - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - richting; - oriëntatie van de voorgevel; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging.
• Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen
• Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
Gebiedskaart Bij de naoorlogse uitbreidingswijken gaat het om de wijken Baalder, Baalderveld, Heemsermars, Heemserbos en Heemse Norden, en de woongebieden direct aansluitende aan de historische kern van Hardenberg.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 9
8 - BEDRIJVEN- EN INDUSTRIETERREINEN HARDENBERG Kenmerken
Kenmerken
Goed ontsloten door verbindingen over rail, weg en water zijn de voornaamste bedrijvenen industrieterreinen gesitueerd ten zuiden van de kern Hardenberg.
Kenmerken
Er is een doelmatige rechtlijnige verkaveling, met een duidelijke rooilijn.
Kwalitatieve accenten zijn soms aanwezig in de kantoren. Op enkele plaatsen is daardoor sprake van een meer representatieve architectuur.
De massa van de bedrijfsgebouwen is sterk wisselend. Functionaliteit overheerst op het bedrijventerrein. Bebouwing is functioneel en eenvoudig.
De Bruchterweg en de J.C. Kellerlaan zijn in potentie de twee representatieve ontsluitingswegen van het gebied.
Kantoren zijn vaak in steen uitgevoerd, met soms grote glazen gevelopeningen.
Bij de bedrijfsgebouwen is voornamelijk metalen gevelbekleding toegepast.
Bijzonder element Streekziekenhuis
Het terrein van het streekziekenhuis wordt door de Jan Weitkamplaan en een groenstrook gescheiden van de overige industrie- en bedrijventerreinen. Door zijn goed ontsloten ligging, op loopafstand van station en centrum maar weer betrekkelijk afgezonderd van omvangrijke woningbouw, is de locatie uitermate geschikt voor het doelmatig functioneren van het streekziekenhuis en ondersteunende functies.
Beleid
Beeldkwaliteitsplan
• Het beleid is er op gericht het bedrijventerrein langs de randen, in het bijzonder langs de Bruchterweg en de J.C. Kellerlaan, een kwalitatief aantrekkelijk aangezicht te geven. • Het beleid is er op gericht de basiskwaliteiten van de industrie- en bedrijventerreinen voortdurend uit te bouwen.
• Beeldkwaliteitsplannen gelden voor nieuwe bedrijventerreinen. Voor de Haardijk is dit reeds vastgesteld door de gemeenteraad, voor de Broeklanden nog niet. • Revitalisering van het gebied rondom het ziekenhuis is voorzien, om aldus duurzaam ruimte te bieden voor een concentratie van gezondheidsvoorzieningen met een streekfunctie. Voor dit gebied moet een stedenbouwkundige visie worden ontwikkeld.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. • De samenhang van bouwwerken op een erf. • Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats,
afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen
• • • •
Kozijnen en gevelwijzigingen Erfafscheidingen Reclame Rolluiken
Gebiedskaart Het bedrijven- en industrieterrein ligt ten zuiden van de kern Hardenberg, tussen Vecht en Overijssels Kanaal.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 10
9 - HEEMSE Kenmerken
De oude kosterwoning, enkele oude boerderijen en de Hervormde Kerk aan de rand van de es markeren de plek waar Heemse reeds in de 9e eeuw is ontstaan.
Kenmerken
Een groene rand van bomen hoger dan de bebouwing, geeft deze open ruimte een landelijke uitstraling. Aldus is de bebouwing hier ondergeschikt aan de open ruimte en beplanting.
Kenmerken
Door een geringe dichtheid, zichtlijnen op de es en dominante landschappelijke beplanting hebben de wegen een landelijk karakter.
Kenmerken
De belangrijkste plek van Heemse is de open ruimte van de es.
De bebouwing rondom de es is niet alleen divers van architectonische stijl, maar ook in kleur- en materiaalgebruik.
Beleid • Het behouden van de herkenbare historische structuur van Heemse. • De hoge ruimtelijke kwaliteit van Heemse is het resultaat van een complex samenspel van: - de onderlinge plaatsing van gebouwen ten opzichte van elkaar (ook op het erf); - de dichtheid, maat en schaal van bebouwing; - de omvang van de open ruimte en de landschappelijke beplanting.
• Andere middelen, zoals bijvoorbeeld een bestemmingsplan, zijn nodig om deze hoge kwaliteit te beschermen en uit te bouwen.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. In Heemse zijn daarbij in ieder geval relevant: - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - richting; - oriëntatie van de voorgevel. • Hoe uitbreidingen of veranderingen aan het erf passen in de structuur van Heemse.
• De samenhang van bouwwerken op een erf. • Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Bij verbouwingen aan boerderijen blijft het onderscheid tussen voor- en achterhuis (woongedeelte en schuur) zichtbaar. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Sneltoetscriteria
Erfinrichtingsplan
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
In geval van uitbreiding of verandering van een erf, is het gewenst dat in een erfinrichtingsplan worden aangetoond hoe deze wijzigingen passen in de structuur van Heemse. Beplanting, verharding en erfafscheidingen moeten daarbij onder andere aan de orde komen.
Gebiedskaart Heemse wordt gevormd door het gebied, incl. straten met aanliggende bebouwing en tussengelegen groene ruimten, rondom de es.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 11
10 - STRUCTUURDRAGERS DEDEMSVA ART Kenmerken
Kenmerken
Om de Avereester venen te kunnen afgegraven, is langs de voordeligste route een kanaal gegraven in opdracht van Baron van Dedem.
De Julianastraat is uitgegroeid tot hoofdwinkelstraat. De bebouwing presenteert zich als een duidelijke straatwand.
De nederzetting is vanaf 1811 langs deze hoofdvaart en de parallel gelegen Langewijk ontstaan. Over twee zandruggen liepen routes tussen de Hoofdvaart en de Langewijk, waarlangs bebouwing ontstond.
De dichtheid van de bebouwing, de verschillen in bouwhoogten en variatie in hoogte van de begane grond laag, zijn bepalende elementen voor de ruimtelijke kwaliteit van de winkelstraat.
Deze nog altijd herkenbare hoofdstructuur bepaalt in grote mate het karakteristieke beeld. Na de Tweede Wereldoorlog is de ruimte binnen deze hoofdstructuur geleidelijk bebouwd.
De verscheidenheid van inrichting en straatmeubilair doet hieraan afbreuk.
Kenmerken
Kenmerken
Het karakter en de beleving van de bebouwing aan de Langewijk is ernstig aangetast doordat het kanaal daar is gedempt.
Aan de oostzijde zien we een geleidelijke overgang van de Langewijk naar de lintbebouwing van het Rheezerend. Langs de randen van de bebouwde kom zijn er tussen de bebouwing karakteristieke doorzichten op het achterland. Bijgebouwen en begroeiing tasten nog aanwezige doorzichten te vaak aan.
Kenmerken
Kenmerken
Bijzonder element
Door de oriëntatie van de voorgevels op de straten en de beleving van straatwanden, wordt de essentie van de hoofdstructuur versterkt. De grote diversiteit aan architectuur doet hier niet aan af, maar zorgt wel dat het aanzicht aan verandering onderhevig is.
De Van Haeringenstraat is een woonstraat met vooral vooroorlogse bebouwing. Doorgaans met maximaal twee bouwlagen plus kap. De woningarchitectuur uit het interbellum domineert.
De rijkere bebouwing aan de Moerheimstraat aan de noordzijde wordt geaccentueerd door representatieve voortuinen. Arbeiderswoningen liggen doorgaans aan de zuidzijde.
Beleid • Het sociale en economische belang van • Het behouden, herstellen en versterken de Julianastraat als hoofdwinkelstraat vervan ruimtelijke hoofdstructuur van sterken. Het ontwikkelen van architectuurDedemsvaart. Additionele middelen, zoals beleid voor de Julianastraat kan daaraan bijvoorbeeld een op een duidelijke stedenbijdragen. Straatinrichting en straatmeubibouwkundige visie gestoeld bestemlair moeten hier deel van uitmaken. mingsplan, zijn nodig om de kwaliteiten van de hoofdstructuur adequaat te beschermen en uit te bouwen. • Daar waar de gedempte kanalen niet weer open kunnen worden, door middel van profilering en inrichting de belevingswaarde vergroten.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. Bij de structuurdragers zijn daarbij in ieder geval relevant: - de wand van het bebouwingslint; - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - richting; - oriëntatie van de voorgevel; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging; - hoogte van de begane grond laag.
• Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf passen in het landschap. • De samenhang van bouwwerken op een erf. • Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Het Ommerkanaal zorgt aan de westzijde voor een scheiding tussen bebouwing en het ommeland.
Bijzonder element
Tuinen Mien Ruys
Een grote publiekstrekker gelegen binnen de hoofdstructuur, zijn de tuinen van Mien Ruys. Een collectie van tuinen met verschillende architectuur, vormt de attractieve waarde van dit complex.
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen
• Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
Gebiedskaart De structuurdragers van Dedemsvaart zijn de Langewijk, Moerheimstraat, Hoofdvaart, Julianastraat en de Van Haeringenstraat.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 12
11 - NAOORLOGSE WIJKEN DEDEMSVA ART Kenmerken
Kenmerken
In de eerste naoorlogse woonwijken is sprake van een eenvoudig patroon van rechte straten. Het straatprofiel is veelal symmetrisch.
Het stratenpatroon van deze woonwijken uit de jaren 1970-1980 is complex.
Kenmerken
Rode en bruine tinten overheersen in de gebruikte baksteen. In de jongere wijken is bij uitzondering ook wel een gele of witte baksteen toegepast.
De rooilijn van de bebouwing verspringt voortdurend. De bebouwing is doorgaans geplaatst in rijen met een duidelijke rooilijn. Rijtjeswoningen bepalen het beeld. Op toentertijd onbebouwde gebieden tussen de Langewijk en de Moerheimstraat zijn deze eerste naoorlogse woonwijken gerealiseerd.
De bebouwing heeft geen eenduidige hoofdvorm en wordt verder gekenmerkt door het ontbreken van een herkenbare representatieve voorgevel.
Bijzondere elementen Buurtgebonden en Bovenwijkse Voorzieningen
De kapvormen in de woonwijken zijn eenvoudig. Over het algemeen geldt dat ook voor de hoofdmassa’s, met uitzondering van de uit de jaren 1970-1980.
Bijzondere elementen Recente Woningbouw
De naoorlogse uitbreidingswijken bieden plaats aan diverse buurtgebonden voorzieningen, zoals scholen, en bovenwijkse voorzieningen als kerken en winkels. Dergelijke voorzieningen zijn essentieel voor het karakter en beleving van de naoorlogse uitbreidingswijken.
Zij zijn doorgaans individueel vormgegeven, en wijken ook naar hun maat en schaal af van de gebiedskarakteristieken in hun omgeving.
Beleid
Beeldkwaliteitsplan
• Het beleid is er op gericht de basiskwaliteiten van het gebied, zowel stedenbouwkundig als architectonisch, te behouden en te versterken.
• Voor de nieuwste uitbreidingswijken Rozenheim en Kotermeerstal gelden aparte, door de gemeenteraad vastgestelde, beeldkwaliteitsplannen.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. In de woonwijken van Dedemsvaart zijn daarbij in ieder geval relevant: - rooilijn; - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - richting; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging. • Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt
De woningen zijn doorgaans van baksteen, met een gebakken– of betonnen dakpan en houten kozijnen. De detaillering is eenvoudig.
• • •
•
tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. Of een bouwwerk op een recreatie- en/of sportterrein zichtbaar is vanaf de openbare weg of vanuit het omringende landschap. Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Aan de projectmatige woningbouw van recente datum ligt een beeldkwaliteitsplan ten grondslag. Dit betreft de woonwijken Rozenheim en Kotermeerstal. In deze gebieden gelden de richtlijnen van de door de gemeenteraad vastgestelde beeldkwaliteitsplannen.
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen
• Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
Gebiedskaart Binnen de bebouwde kom van Dedemsvaart liggen de woonwijken.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 13
12 - BEDRIJVENTERREIN DEDEMSVA ART Kenmerken
Kenmerken
Ten oosten van Dedemsvaart en ten zuiden van de Langewijk is in het verleden het bedrijventerrein De Rollepaal ontwikkeld. Latere uitbreidingen hebben plaatsgevonden in zuidelijke richting.
Er is een doelmatige rechtlijnige verkaveling.
De oude ontsluitingswegen, de Moerheimstraat en de Langewijk, zijn in potentie de twee representatieve wegen van het gebied.
Bij de bedrijfsgebouwen is voornamelijk metalen gevelbekleding toegepast.
Kenmerken
Bijzondere elementen
Bij de recentere uitbreidingen van het bedrijventerrein is aandacht geschonken aan de beplanting langs de randen.
Functionaliteit overheerst op het bedrijventerrein. Bebouwing is functioneel en eenvoudig.
De Rollepaal
Beleid
Beeldkwaliteitsplan
• Het beleid is er op gericht het bedrijventerrein langs de randen, in het bijzonder langs de Langewijk en de Moerheimstraat, een kwalitatief aantrekkelijk aangezicht te geven. • Het beleid is er op gericht de basiskwaliteiten van de bedrijventerreinen voortdurend uit te bouwen.
• Voor bedrijventerrein Moerwijk geldt een aparte, door de gemeenteraad vastgestelde, beeldkwaliteitsplan.
Toets de afstemming op het bestaande bouwHiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van werk. het gebied beschreven en geïllustreerd. En is • Op materiaal en kleurgebruik, en detailleaangegeven hoe daar mee moet worden ring van het bouwwerk omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. • De samenhang van bouwwerken op een erf. • Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen,
Kenmerken
Kwalitatieve accenten zijn soms aanwezig in de kantoren. Op enkele plaatsen is daardoor sprake van een meer representatieve architectuur. Kantoren zijn vaak in steen uitgevoerd met soms grote glazen gevelopeningen.
Bijzondere elementen
Burgerwoningen op bedrijventerrein
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen
• Erfafscheidingen • Reclame • Rolluiken
Gebiedskaart De Rollepaal is gelegen aan de oostkant van Dedemsvaart ten zuiden van de Langewijk.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 14
13 - KERN GRAMSBERGEN Kenmerken
Kenmerken
Gramsbergen is ontstaan als hoevenzwermdorp op de linkeroever van de Vecht. Daarna is bij een kasteel het stadje ontstaan. Men vestigde zich aan de toegangsweg tot het kasteel (de Kruisstraat) en de aansluitende hessenweg (handelsroute tussen HollandDuitsland). Gramsbergen de kenmerken van een landelijke nederzetting.
De bebouwing bestaat uit voornamelijk individuele panden van één of twee bouwlagen, waarbij de hoogte van de begane grondlaag varieert. De panden hebben dikwijls een boerderijachtige hoofdvorm, zijn eenvoudig gedetailleerd, veelal opgetrokken in donkere roodbruine baksteen en voorzien van een schildof wolfdak.
Kenmerken
Kenmerken
Typerend voor het dorpse karakter is de kleinschaligheid en de ruimten tussen de panden, variërend van een halve meter tot enkele meters. Er zijn vanuit de kern dan ook veel doorzichten naar open ruimten achter de stedelijke bebouwing. Deze karakteristiek wordt op diverse plekken verstoord door nieuwe invullingen of bijgebouwen.
De groene ruimte ter plaatse van de voormalige Lhee scheidt de kern van Gramsbergen van de nieuwere uitbreidingen. Dit lager gelegen terrein is in de loop der jaren bebouwd met bovenwijkse, grootschalige voorzieningen. Opvallend is het contrast met het weinige groen in de historische kern. Als deze er al is, dan staat zij in de openbare ruimte. In de schil rondom het beschermde dorpsgezicht is meer groen en zijn ook voortuinen.
Door oorlogen en branden is de stad vaak verwoest en gewijzigd. Er is weinig bebouwing van voor 1900.
Bijzonder element
Het beschermde stads- en dorpsgezicht
In het beschermde gezicht zijn vooral de Voorstraat en de Kruisstraat beeldbepalend door de samenhang in structuur en bebouwing en zorgvuldig materiaalgebruik. De straatwanden worden gevormd door gevels, in een strakke rooilijn direct aan de straat gelegen. De nokrichting is hier voornamelijk loodrecht op de straat. Voortuinen ontbreken. Opvallend is het contrast van deze straten met de twee open ruimtes in het beschermde gezicht: het Meiboomsplein en de omgeving van de hoger gelegen N.H. kerk.
Beleid • Het ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de welstandsbeoordeling is gericht op handhaven, herstellen en versterken van de ruimtelijke karakteristiek en samenhang in het gebied. • In het beschermde stadsgezicht zijn geen vergunningsvrije bouwwerken.
• De bijzondere kwaliteiten van het van rijkswege beschermde gezicht zijn vastgelegd in een beschermend bestemmingsplan.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegt zich in de direkte omgeving. In de kern zijn daarbij in ieder geval relevant: - rooilijn; - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - richting; - oriëntatie van de voorgevel; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging;
- hoogte van de begane grond laag. • De verschijningsvorm versterkt de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk. • In de kern van Gramsbergen wordt het gebruik van volkernplaten, kunststoffen en damwandprofielen in principe niet toegestaan.
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen
• Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
Gebiedskaart De kern van Gramsbergen omvat het vooroorlogse bebouwde gedeelte van Gramsbergen, inclusief het beschermde stads- en dorpsgezicht en de aangrenzende groene zone van de Lhee.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 15
14 - INVALSWEGEN GRAMSBERGEN Kenmerken
Kenmerken
Gramsbergen is ontstaan op de kruising van twee historische routes nabij de Vecht. Ook buiten het beschermde dorpsgezicht zijn deze historische invalswegen nog beeldbepalend.
In het verleden hebben enkele ingrepen, die zich qua maat en schaal niet voegde in de kleinschalige structuur van de invalswegen, afbreuk gedaan aan de ruimtelijke kwaliteit.
Tot 1940 was de groei geconcentreerd aan en langs deze invalswegen. In de bebouwing langs de invalswegen is deze groei nog steeds afleesbaar.
De invalswegen zijn over het algemeen twee baans, met aan beide zijden een trottoir.
Deze historische invalsroutes zijn bepalend voor de ruimtelijke structuur van Gramsbergen. Nog immer hebben de invalswegen een belangrijke verkeersfunctie.
De sfeer van de invalswegen wordt in belangrijke mate bepaald door een bebouwing die bestaat uit vrijstaande gebouwen en zich met een representatieve gevel op de straat richt.
Kenmerken
Kenmerken
De routes werden oorspronkelijk begeleid door bomenrijen. Veel van deze bomen zijn door de jaren heen verdwenen, hetgeen afbreuk heeft gedaan aan de kwaliteit van de leefomgeving.
De gebouwen hebben een individueel karakter, met eigen stijlkenmerken en een divers materiaal- en kleurgebruik. Doorgaans zijn de gebouwen twee lagen plus kap. Nokrichting en plaatsing in de rooilijn variëren sterk. De bebouwing stamt uit verschillende tijden. Relatief veel dateert uit de periode 1850 – 1940.
Bijzondere elementen
Beleid
Buurtgebonden en Bovenwijkse Voorzieningen
Het behouden en versterken van het structuur bepalende karakter van de historische invalswegen. Hierbij gaat het onder andere om • het bevorderen van het individuele karakter van de bebouwing; • het handhaven en herstellen van de begeleidende groenstructuren.
Langs de invalswegen liggen diverse buurtgebonden voorzieningen, zoals scholen en wijkcentra, en bovenwijkse voorzieningen als winkels. Dergelijke voorzieningen zijn essentieel voor het karakter en beleving. Zij zijn doorgaans individueel vormgegeven, en wijken ook naar hun maat en schaal af van de gebiedskarakteristieken in hun omgeving.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. Langs de invalswegen zijn daarbij in ieder geval relevant: - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - oriëntatie van de voorgevel.
• Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De individualiteit van het gebouw. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen
• Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
Gebiedskaart De invalswegen zijn de binnen de bebouwde kom van Gramsbergen gelegen delen van de Hardenbergerweg, De Esch, Stationsstraat en de Anerdijk.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 16
15 - NAOORLOGSE WIJKEN GRAMSBERGEN Kenmerken
Kenmerken
In de eerste naoorlogse woonwijken is sprake van een eenvoudig patroon van rechte straten. Het straatprofiel is veelal symmetrisch.
Het stratenpatroon van deze woonwijken uit de jaren 1970-1980 is complex. De rooilijn van de bebouwing verspringt voortdurend.
De bebouwing is doorgaans geplaatst in rijen met een duidelijke rooilijn. Rijtjeswoningen bepalen het beeld.
De bebouwing heeft geen eenduidige hoofdvorm en wordt verder gekenmerkt door het ontbreken van een herkenbare representatieve voorgevel.
Op toentertijd onbebouwde gebieden tussen de historische invalswegen, de Vecht en de spoorlijn zijn deze eerste naoorlogse woonwijken gerealiseerd.
Kenmerken
Kenmerken
Het stedenbouwkundig patroon van de recentere woonwijken is helder en de rooilijn duidelijk.
Rode en bruine tinten overheersen in de gebruikte baksteen. In de jongere wijken is bij uitzondering ook wel een gele of witte baksteen toegepast.
Veel van de woningbouw is twee onder een kap, met vrijstaande woningen aan de randen. De inrichting van de straten wordt bepaald door maatregelen om de overlast van gemotoriseerd verkeer te minimaliseren.
De woningen zijn doorgaans van baksteen, met een gebakken of betonnen dakpan en houten kozijnen. De detaillering is eenvoudig. De kapvormen in de woonwijken zijn eenvoudig. Over het algemeen geldt dat ook voor de hoofdmassa’s, met uitzondering van die uit de jaren 1970-1980.
Bijzondere elementen
Beleid
Buurtgebonden en Bovenwijkse Voorzieningen
Het beleid is er op gericht de basiskwaliteiten van het gebied, zowel stedebouwkundig als architectonisch, te behouden en waar nodig, te versterken.
De naoorlogse uitbreidingswijken bieden plaats aan diverse buurtgebonden voorzieningen, zoals bijvoorbeeld scholen en wijkcentra, en bovenwijkse voorzieningen als kerken en soms winkels. Dergelijke voorzieningen zijn essentieel voor het karakter en beleving van de naoorlogse uitbreidingswijken. Zij zijn doorgaans individueel vormgegeven, en wijken ook naar hun maat en schaal af van de gebiedskarakteristieken in hun omgeving.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. In de woonwijken van Gramsbergen zijn daarbij in ieder geval relevant: - rooilijn; - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - richting; - vorm van de kappen en de
• • • •
gevelbeëindiging. Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raam- en deuropeningen. In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Sneltoetscriteria Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen
• Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
Gebiedskaart De woonwijken van Gramsbergen liggen in de bebouwde kom ten westen van het Overijssels Kanaal. De recreatie- en sportterreinen aan de overzijde van het kanaal worden ook tot de woonwijken gerekend.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 17
16 - BEDRIJVENTERREIN GRAMSBERGEN Kenmerken
Kenmerken
Het kleinschalige bedrijventerrein ligt tegenover de kern van Gramsbergen aan de oostzijde van het Kanaal Almelo – De Haandrik.
De combinatie wonen-werken komt veel voor op het bedrijventerrein. Op de kavels zijn de woningen aan de straatzijde gesitueerd, de bedrijfsgebouwen daarachter.
De verkaveling is doelmatig. Voorzover aanwezig beperken architectonische accenten zich tot de woningen.
Kenmerken
Functionaliteit overheerst op het bedrijventerrein. Bebouwing is functioneel en eenvoudig. Bij de bedrijfsgebouwen is voornamelijk metalen gevelbekleding toegepast.
Beleid
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen
Het bedrijventerrein is met name bedoeld voor de combinatie wonen – werken. Het beleid is er op gericht het bedrijventerrein langs de randen een kwalitatief aantrekkelijk aangezicht te geven.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de omgeving. • Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf passen in het landschap. • De samenhang van bouwwerken op een erf. • Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de omgeving.
Sneltoetscriteria
• De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
• • • •
Kozijnen en gevelwijzigingen Erfafscheidingen Reclame Rolluiken
Gebiedskaart Het bedrijventerrein ligt parallel aan het kanaal langs de Coevorderweg ten noorden van Hoge Holt.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 18
17 - DORPEN Kenmerken
Kenmerken
Langs routes over land en water is door de eeuwen heen bebouwing ontstaan in zogenaamde bebouwingslinten. Op kruisingen met wegen vormden zich kernen. De (gedempte) kanalen zijn herkenbare en markante lijnen in het landschap, en de voornaamste ruimtelijke structuurdragers in de gemeente. Langs of op de kanalen liggen nog immer belangrijke routes.
Kenmerken
Kenmerken
Het achterliggende land is loodrecht op de linten ontgonnen in vaak diepe wijken. Dit, nog steeds herkenbare, ontginningspatroon bepaalt de richting van de bebouwing in de linten.
In de bebouwingslinten is veel variatie aan bouwstijlen, detaillering, materiaal- en kleurgebruik. Gebouwen hebben of een heel groot volume (zoals boerderijen) of een heel klein volume (vervenerswoningen).
Karakteristiek is dat openbare gebouwen en voorname panden in de linten terug liggen ten opzichte van de wand van bebouwing.
Naoorlogse uitbreidingen zijn doorgaans gerealiseerd in steeds kleine plukjes uit een zelfde periode. Als totaal hebben deze uitbreidingen daardoor weinig samenhang.
De representatieve voorgevel is gericht op de linten. De nokrichting van de bebouwing staat hier haaks op. Alhoewel er geen sprake is van een eenduidige rooilijn, wordt in de linten een herkenbare wand van bebouwing ervaren. Bijgebouwen zijn gesitueerd achter de voorgevellijn.
Het karakter en de beleving van de lintbebouwing is ernstig geschaad daar waar de kanalen zijn gedempt.
Bijzondere elementen
Bijzondere elementen
Aardappelmeelfabriek
De grootschalige industriële bebouwing van de niet meer in gebruik zijnde aardappelmeelfabriek in De Krim, past in schaal en maat eigenlijk niet in een lintdorp. De voormalige vloeivelden krijgen een steeds belangrijkere betekenis voor flora en fauna.
Attractiepark Slagharen
Het Ponypark is een van de top attraktieparken van Nederland. Behalve een toeristische dagattraktie is er ook verblijfsrecreatie.
Beleid • Het behouden, herstellen en versterken van de lineaire hoofdstructuur van lintdorpen.
• Daar waar de gedempte kanalen niet weer open kunnen worden, door middel van profilering en inrichting de belevingswaarde van de bebouwingslinten vergroten.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegen zich in de direkte omgeving. In de lintdorpen zijn daarbij in ieder geval relevant: - de wand van het bebouwingslint; - korrelgrootte; - schaal en maat van het bouwwerk; - richting; - oriëntatie van de voorgevel. • De samenhang van bouwwerken op een erf.
• Hoe de verschijningsvorm zich verhoudt tot de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Bij verbouwingen aan boerderijen blijft het onderscheid tussen voor- en achterhuis (woongedeelte en schuur) zichtbaar. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk
Bijzondere elementen
Sibculo en Mariënberg
Alhoewel de eerste uitbreidingen lintbebouwing langs de Kloosterdijk was, is Sibculo en ook Mariënberg ontstaan als esdorp op een stuwwal. Landschappelijke kenmerken hebben de structuur van latere, kleine nieuwbouw clusters bepaald.
Sneltoetscriteria
Beeldkwaliteitsplannen
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
Beeldkwaliteitsplannen verkeren in verschillende stadia van voorbereiding voor het woongebied Over de Boksloot te Slagharen, het bedrijventerrein Bergentheim. Ook voor de inbreidingslocatie Balkbrug Zuidwest geldt een beeldkwaliteitsplan. Zodra één van deze beeldkwaliteitsplannen is vastgesteld door de gemeenteraad, gelden deze als richtinggevend in het onderhavige gebied.
Gebiedskaart De dorpen zijn Balkbrug, Bergentheim, Bruchterveld, De Krim, Hoogenweg, Kloosterhaar, Lutten, Mariënberg, Schuinesloot, Sibculo en Slagharen.
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 19
18 - OUD AVEREEST / DEN HUIZEN Kenmerken
Kenmerken
In de middeleeuwen ontstonden op de oevers van de beek De Reest kleine nederzettingen van enkele boerderijen. Deze gehuchten werden met elkaar verbonden door een doorgaande route langs het ter plaatse smalle en relatief steile beekdal.
Kenmerken
Karakteristiek is het open, vlakke beekdal in contrast met de bolle, hoger gelegen open essen en de relatieve beslotenheid van de gehuchten. Rond de essen zijn de houtwallen en hakhoutrestanten deels nog aanwezig. Doorzichten bieden een wijds zicht naar het open dal. Het oorspronkelijke wegen- en padenpatroon is grotendeels intact met onverharde paden (o.a. kerkepaden). Soms zijn deze paden afgesloten.
Deze historische ruimtelijke structuur is nog steeds goed te herkennen. Ook overheerst het agrarische karakter nog immer.
Door de dicht aan de weg gelegen boerderijen heeft het Oud-Avereest een sterk gevoel van beslotenheid. Beedbepalend in Oud-Avereest is vooral de situatie rond de kerk en pastorie door de teruggerooide ligging van de kerk, met kerkhof en open ruimte. De ruimtelijke begrenzing wordt gevormd door de hoger gelegen begraafplaats met beplanting achter de kerk.
De gewaardeerde ruimtelijke kwaliteit van het gebied wordt vooral bepaald door de samenhang tussen het reliëf, de bebouwings(patronen) en de beplanting.
Kenmerken
Kenmerken
In Den Huizen vormen de boerenerven met beplanting, als omgrenzing van de open ruimte rondom de wegsplitsing, een sterke ruimtelijke eenheid.
Halverwege de beide gehuchten is een ‘schoolbuurtje’ met een 19e eeuwse school en enkele woningen. De bebouwing staat haaks op de weg. De woningen bestaan uit een bouwlaag plus kap met pannen.
De overgangen van de privé-terreinen naar het openbare terrein en omliggende landschap zijn oorspronkelijk sober en onopvallend vormgegeven met hagen, singels en/of gras. Door de groeiende woonfunctie vallen erfafscheidingen in toenemende mate op, en doen daarmee afbreuk aan de ruimtelijke kwaliteit.
De langgerekte hallehuisboerderijen zijn steeds anders georiënteerd en hebben dikwijls een ingezwenkte voorgevel. Kenmerkend zijn de schild- en wolfkappen gedekt met riet boven het bedrijfsgedeelte en met (gesmoorde donkere) pannen boven het woongedeelte. Typerend zijn ook de aan de hoek van het bedrijfsgedeelte aangebouwde schuren (met binnendoorgang). De gebouwen zijn overwegend opgetrokken in donkere baksteen. De bijgebouwen veelal met zwart geteerde houten gepotdekselde wanden en kappen met riet of pannen. De voornamelijk agrarische bebouwing in de gehuchten en langs de doorgaande weg is uitgebreid met enkele woningen. Hergebruik van voormalige boerderijen gaat vaak ten koste van beeldbepalende karakteristieken.
Beleid
Beeldkwaliteitsplan
• De bijzondere kwaliteiten van het van rijks• Het ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de welwege beschermde gezicht zijn vastgelegd standsbeoordeling is gericht op handhain een beschermend bestemmingsplan ven, herstellen en versterken van de landdat in procedure is. schappelijke- en bebouwingskarakteristiek in het gebied. • In het beschermde dorpsgezicht zijn geen vergunningsvrije bouwwerken.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegt zich in de direkte omgeving. In het gebied Oud Avereest/Den Huizen zijn daarbij in ieder geval relevant: - korrelgrootte; - schaal en maat van de gebouwen; - richting en oriëntatie; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging. • Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf passen in de
Kenmerken
structuur van Oud Avereest/ Den Huizen. • De samenhang van bouwwerken en beplanting op een erf. • De verschijningsvorm versterkt de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Of bij verbouwingen aan boerderijen het onderscheid tussen voor- en achterhuis (woongedeelte en schuur) zichtbaar blijft. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk.
Sneltoetscriteria
Erfinrichtingsplan
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
In geval van grootschalige uitbreiding of (functionele) verandering van een erf, is het gewenst dat in een erfinrichtingsplan wordt aangetoond hoe deze wijzigingen passen in het landschap en op het erf. Beplanting, verharding, verlichting en erfafscheidingen moeten daarbij onder andere aan de orde komen.
Gebiedskaart Beschermd dorpsgezicht Oud-Avereest/Den Huizen
06103-inleg a3-03
03-11-2008
13:26
Pagina 20
19 - RHEEZE Kenmerken
Kenmerken
Kenmerken
Het dorp Rheeze is in de vroege Middeleeuwen ontstaan aan de rand van de es, in het dal van de Vecht langs de doorgaande noord-zuid route (Rheezerweg). Het agrarische karakter en de historisch-ruimtelijke structuur van het dorp zijn nog goed te herkennen met de doorzichten vanuit de kern over de essen, het oorspronkelijke wegen- en bebouwingspatroon. De waarde wordt vooral bepaald door het reliëf, de bebouwings(patronen), de beplanting en de samenhang daartussen.
De onbeplante essen vormen een contrast met de beslotenheid van de kern met erfbeplanting (singels, boomgroepen en hagen), wegbeplanting en bebouwing.
Kenmerkend voor het dorp is de brink waaromheen de boerderijen zijn gegroepeerd en de doorgaande Rheezerweg met daaraan voornamelijk agrarische bebouwing. Vanuit de kern zijn diverse doorzichten naar het landschap. In de loop der jaren is het dorp uitgebreid met enkele woningen.
Deze hogere, bollende essen liggen aan de noord- en zuidzijde van het dorp. Lager gelegen aan de oostzijde van het dorp liggen hooilanden. Omdat het landschap reliëfrijk is wordt het gekenmerkt door kronkelende wegen, ruime verkaveling met variatie in kavelvorm en een losse strooiing van gebouwen.
Kenmerken
Kenmerken
De overgangen van de privé-terreinen naar het openbare terrein en omliggende landschap zijn sober en onopvallend vormgegeven met hagen, houten hekken, singels en/of gras.
De boerderijen liggen veelal met de achterzijde (het bedrijfsgedeelte) naar de weg. Door een ander gebruik van de boerderijen verdwijnt deze beeldbepalende karakteristiek en wordt het onderscheid tussen voor- en achterhuis minder herkenbaar.
Veel erven hebben de oorspronkelijke erfstructuur, erfbeplanting en oorspronkelijke bebouwing behouden. Op het erf staan diverse bijgebouwen in een los verband. Markant zijn de zwart geteerde houten schuren met gevlochten stro op de nok en onder de dakrand.
Boerderijen hebben steile, grote rieten schildkappen (het oudere type), soms ook pannen. Op boerderijen van recentere datum komen ook zadeldaken en houten geveltoppen voor. De gebouwen zijn overwegend opgetrokken in donkere baksteen. In het schilderwerk is veel zwart, gebroken wit en standsgroen toegepast.
Beleid
Sneltoetscriteria
Erfinrichtingsplan
• De bijzondere kwaliteiten van het van rijks• Het ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de welwege beschermde gezicht worden vastgestandsbeoordeling is gericht op handhalegd in een beschermend bestemmingsven, herstellen en versterken van de landplan. schappelijke- en bebouwingskarakteristiek in Rheeze. • In het beschermde dorpsgezicht zijn geen vergunningsvrije bouwwerken.
Voor de volgende veel voorkomende kleine bouwwerken gelden sneltoetscriteria: • Aan- en/of uitbouwen • Bijgebouwen • Overkappingen • Dakkapellen, dakramen en dakopbouwen • Kozijnen en gevelwijzigingen • Erfafscheidingen
In geval van grootschalige uitbreiding of verandering van een erf, is het gewenst dat in een erfinrichtingsplan wordt aangetoond hoe deze wijzigingen passen in het landschap. Beplanting, verharding, erfafscheidingen, singels en sierbeplanting moeten daarbij onder andere aan de orde komen.
Toets Hiervoor zijn de belangrijkste kenmerken van het gebied beschreven en geïllustreerd. En is aangegeven hoe daar mee moet worden omgegaan. Om te beoordelen of dit is gebeurd, wordt een bouwplan in het kader van het welstandsbeleid, met inachtneming van het voorstaande, getoetst op de volgende punten: • De hoofdvorm en situering van het bouwwerk voegt zich in de direkte omgeving. In het dorp zijn daarbij in ieder geval relevant: - korrelgrootte; - schaal en maat van de gebouwen; - richting en oriëntatie; - vorm van de kappen en de gevelbeëindiging. • Hoe grootschalige uitbreidingen of veranderingen aan het erf passen in de structuur van Rheeze.
• De samenhang van bouwwerken en beplanting op een erf. • De verschijningsvorm versterkt de kwaliteit van de bebouwing in de direkte omgeving. • De afstemming in de gevels van plaats, afmetingen en verhoudingen van de raamen deuropeningen. • In geval van uitbouwen en/of aanbouwen, de afstemming op het bestaande bouwwerk. • In geval van bijgebouwen, de relatie tot het hoofdgebouw. • Bij verbouwingen aan boerderijen blijft het onderscheid tussen voor- en achterhuis (woongedeelte en schuur) zichtbaar. • Op materiaal en kleurgebruik, en detaillering van het bouwwerk.
Gebiedskaart Beschermd dorpsgezicht Rheeze