Beste familieleden. Jullie kunnen de onderstaande teksten gebruiken om een eigen inbreng in de uitvaart te doen. Bespreek steeds vooraf met de voorganger (v/m) welke teksten jullie hebben gekozen of aangepast a.u.b. 1. Heer, leven volgens uw wil is een moeilijke opdracht. Heer, ontferm U over ons. Christus, leven als christen is vallen en dankzij U weer opstaan. Christus, ontferm U over ons. Heer, leven is onophoudelijk zoeken naar zin en die soms niet vinden. Heer, ontferm U over ons. 2. Vandaag ervaren wij hoe broos het leven van een mens kan zijn. We gaan er soms achteloos mee om. Heer, ontferm U over ons. Wij denken dat we alles zelf in handen hebben maar het leven is Gods geschenk. Christus, ontferm U ons. Onze blik gaat vaak niet verder dan nu en ons geloof eeuwig leven wordt beproefd. Heer, ontferm U over ons. 3. Heer, nu N. ingeslapen is, beseffen wij dat we soms te achteloos met het leven omgaan. Heer, ontferm U over ons. Christus, wij hebben te weinig van uw zorg voor al wie klein en kwetsbaar zijn. Christus, ontferm U over ons. Heer, neem toch alle hardheid uit ons midden weg. Heer, ontferm U over ons.
4. Zuster (1) Heer, zuster N. heeft haar gemeenschap gediend om voor haar medezusters teken van uw liefde te zijn. Vul aan wat aan haar liefde ontbreekt. Heer, ontferm U over ons. Christus, uw liefdevolle toewijding aan ons geluk is zonder einde. Vergeef ons ons tekort aan vriendschap en liefde. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij maken zo weinig tijd voor U in gebed en eucharistieviering. Heer, ontferm U over ons. 5. Zuster (2) Heer, zuster N. heeft U gediend in haar dagelijks gebed en haar inzet voor anderen. Voltooi haar werk en liefde. Heer, ontferm U over ons. Christus, uw verbondenheid met U heeft zuster N. beleefd in haar gemeenschap. Wees haar nu zeer nabij. Christus, ontferm U over ons. Heer, uw mateloze vergevingsgezindheid steekt af tegen onze hardheid. Heer, ontferm U over ons. 6. Zuster (3) Heer, zuster N. was een religieuze. Vul aan wat aan haar toewijding zou ontbreken. Heer, ontferm U over ons. Christus, U schenkt u zelf om ons toekomst te bieden. Vergeef ons dat wij het leven soms afsluiten. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij zijn tot gemeenschap geroepen. Toch zijn wij te weinig zusters en broeders. Heer, ontferm U over ons. 7. Heer, de natuur en al wat leeft komen uit uw liefde voort. Wij gaan er vaak achteloos mee om. Heer, ontferm U over ons. Christus, U toont ons een weg ten leven die reikt over de dood heen. Wij gaan dikwijls zorgeloos onze eigen weg. Christus, ontferm U over ons.
Heer, U schenkt ons aan elkaar en maakt ons zusters en broeders. Wij gaan graag ieder een eigen weg. Heer, ontferm U over ons. 8. Heer, wij hebben deze vrouw/man niet altijd goed begrepen. Heer, ontferm U over ons. Christus, U bent de verrezen Heer. Ons geloof in U is soms zwak. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij zijn niet altijd genoeg oplettend om de behoeften te merken van de mensen naast ons. Heer, ontferm U over ons. 9. Heer, wij bidden voor N.: vul aan wat dit leven onvolkomen maakt. Heer, ontferm U over ons. Christus, Bron van eeuwig Leven, wij leven niet echt vanuit uw aanwezigheid in ons midden. Christus, ontferm U over ons. Heer, er zijn nog steeds mensen die wij eenzaam laten zijn, verdrietig en gekwetst door het leven. Heer, ontferm U over ons. 10. Heer, wij leven soms naast elkaar zonder veel aandacht voor de vragen van anderen. Heer, ontferm U over ons. Christus, U bent de verrezen Heer maar onze levenswijze getuigt daar zo weinig van. Christus, ontferm U over ons. Heer, vergeef het ons als wij deze mens tekort hebben gedaan. Heer, ontferm U over ons. 11. Heer, wij merken soms niet als mensen pijn hebben en lijden dragen. Heer, ontferm U over ons. Christus, U roept ons op om te kiezen voor elkaar maar wij volgen U daar te weinig in na. Christus, ontferm U over ons. Heer, vergeef ons wat wij N. op één of andere wijze te kort zouden gedaan hebben. Heer, ontferm U over ons. 12.
Heer, uw liefde is groter dan alle fouten die wij tegenover N. en tegenover elkaar maakten. Heer, ontferm U over ons. Christus, wij roepen nù wel op U maar komen anders vaak tekort tegenover de tekenen van uw goedheid. Christus, ontferm U over ons. Heer, uw leven roept ons op om mensen van geloof te zijn. Kom ons tegemoet in ons ongeloof en onze duisternis. Heer, ontferm U over ons.
13. Heer, wij onderschatten de kleine tekenen in het leven als uitdrukking van ons geloof in U. Heer, ontferm U over ons. Christus, wij durven ons soms niet toevertrouwen aan het geloof in het eeuwige leven. Christus, ontferm U over ons. Heer, vergeef ons alles waarin wij tekort zijn gekomen tegenover N.. Heer, ontferm U over ons. 14. Heer, soms zijn wij onnodig hard voor elkaar. Heer, ontferm U over ons. Christus, wij schenken elkaar niet altijd echte levenskansen. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij bieden onvoldoende ruimte om mensen te laten leven. Heer, ontferm U over ons. 15. Heer, onze inzet voor anderen is nog te dikwijls berekend. Heer, ontferm U over ons. Christus, wij verwaarlozen soms ons geloof in de oproepende kracht van uw verrijzenis. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij zijn erfgenamen van uw verrijzenis maar onze levensstijl getuigt daar onvoldoende van. Heer, ontferm U over ons.
16. Heer, in het zicht van de dood zijn wij soms kleingelovig. Heer, ontferm U over ons. Christus, wij geven ons moeilijk over aan het geloof in uw eeuwig leven. Christus, ontferm U over ons. Heer, onze levensstijl is onvoldoende getuigenis van ons geloof in de opstanding. Heer, ontferm U over ons. 17. Heer, U schenkt altijd weer leven maar wij durven daar niet altijd op vertrouwen. Heer, ontferm U over ons. Christus, U spreekt tot ons langs andere mensen maar wij luisteren vaak niet goed genoeg. Christus, ontferm U over ons. Heer, uw kruis is teken van leven maar wij ontkennen dat soms. Heer, ontferm U over ons. 18. Heer, wij verliezen soms ons geduld met elkaar terwijl U eindeloos op ons wacht. Heer, ontferm U over ons. Christus, wij houden ons zelf nog vaak in reserve terwijl U zichzelf helemaal wegschenkt. Christus, ontferm U over ons. Heer, onze woorden zijn soms kwetsend en vernederend terwijl U woorden van leven spreekt. Heer, ontferm U over ons. 19. Heer, wij getuigen in ons doen en laten te weinig van Uw liefde voor alle mensen. Heer, ontferm U over ons. Christus, uw verrijzenis is voor ons niet echt een bron van diepe vreugde. Christus, ontferm U over ons. Heer, onze verbondenheid onder elkaar wordt nog veel geschonden door kleinmenselijkheid. Heer, ontferm U over ons. 20. Onze God is een God van levenden, van hoop en vertrouwen. Omdat we twijfelen dat ook op dit ogenblik zijn zorgende liefde ons omringt, bidden wij om vergeving. Heer, ontferm U.
Onze God is een God van liefde en aandacht, van voortdurende zorg voor mensen en dingen. Omdat wij soms te weinig aandacht hadden, bidden wij om vergeving. Christus, ontferm U. Onze God is een God van bemoediging, van troost en bevrijding. Omdat we teveel aan ons eigen verdriet denken, en onachtzaam voorbijgaan aan het verdriet en leed van anderen, bidden wij om vergeving. Heer, ontferm U.
21. Om het goede woord dat we niet hebben gezegd; om de warmte die we niet hebben gegeven; om de tijd die we niet hadden voor elkaar: Heer, ontferm U over ons. Om de trots die ons van elkaar verwijdert; om het oordeel dat we hebben geveld; om de zelfzucht die ons van elkaar vervreemdt: Christus, ontferm U over ons. Om de kans die we onbenut lieten voorbijgaan; om het geduld dat we soms hebben verloren; om de vrede die we al eens hebben verstoord: Heer, ontferm U over ons. 22. Te vaak lopen wij naast elkaar door en hebben te weinig zorg voor de mensen naast ons. Heer, ontferm U over ons. Te vaak merken wij uw vriendelijkheid niet in de mens naast ons. Christus, ontferm U over ons. Te vaak is ons leven jachtig en oppervlakkig. Heer, ontferm U over ons. 23. Heer, wij zijn soms te vol van onszelf om het goede en mooie om ons heen diep in ons te laten doordringen. Heer, ontferm U over ons. Christus, uw liefde doet ons leven maar wij maken te weinig tijd vrij om zieke en eenzame mensen op te zoeken. Christus, ontferm U over ons. Heer, ons geloof is een kostbaar goed dat wij kunnen delen met andere mensen en toch zaaien wij te weinig hoop. Heer, ontferm U over ons.
24. Heer, wij beseffen niet genoeg de grote waarde van het leven van iedere mens. Heer, ontferm U over ons. Christus, wij begrijpen niet hoe toekomst mogelijk is in de dood. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij twijfelen aan de zin van wat ons nu overkomt. Heer, ontferm U over ons. 25. Heer, U bent groot in uw eenvoudige liefde maar wij maken het leven zo ingewikkeld. Heer, ontferm U over ons. Christus, U breekt en deelt om ons te laten leven maar wij zitten vast aan wat we hebben en wie we zijn. Christus, ontferm U over ons. Heer, U schenkt ons aan elkaar maar wij verliezen elkaar wel eens uit het oog. Heer, ontferm U over ons. 26. Heer, U brengt rust en vertrouwen wanneer wij wanhopen. Heer, ontferm U over ons. Christus, U bent vrede en liefde als wij tweedracht veroorzaken. Christus, ontferm U over ons. Heer, U schenkt eeuwig leven ook al gaan wij op in wat voorbijgaat. Heer, ontferm U over ons.
27. Heer, wij overdrijven soms in onze spot en onze humor en zijn dan onnodig hard voor andere mensen. Heer, ontferm U over ons. Christus, U toont ons de diepte van het leven en wij leven te vaak oppervlakkig. Christus, ontferm U over ons. Heer, ernstig zieke mensen verdwijnen te vlug uit ons gezichtsveld. Heer, ontferm U over ons. 28. Heer, het leven is een aaneenschakeling van dagelijkse inzet en zorg. Wij gaan daar vaak achteloos aan voorbij. Heer, ontferm U over ons. Christus, U bent de zin en de toekomst van ons bestaan maar ons geloof is klein en onzeker. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij zijn deel van de mensengemeenschap en er wordt op ons gerekend. Wij wenden soms het hoofd af van onze verantwoordelijkheid. Heer, ontferm U over ons. 29. Heer, er is zoveel goedheid van N. uitgegaan zonder dat wij het altijd opmerkten. Heer, ontferm U over ons. Christus, U schenkt ons kracht om te leven zonder dat wij daar dankbaar voor zijn. Christus, ontferm U over ons. Heer, N. heeft anderen zoveel kansen gegeven zonder dat wij het zagen. Heer, ontferm U over ons.
30. Heer, iedere mens kent goede en kwade dagen. Vul aan wat aan het leven van N. zou ontbreken. Heer, ontferm U over ons. Christus, U schenkt ons elke dag nieuwe kansen. Vergeef ons dat we die niet altijd zien. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij hebben het soms moeilijk om te geloven in verrijzenis en eeuwig leven. Heer, ontferm U over ons. 31. Heer, wij voelen twijfel in ons hart als het lijden ons onverwacht treft. Heer, ontferm U over ons. Christus, U bent liefde en leven en wij zoeken dat zo vaak in onszelf. Christus, ontferm U over ons. Heer, U schenkt ons aan elkaar en wij danken U daar te weinig voor. Heer, ontferm U over ons. 32. Heer, er is zoveel schoonheid in de schepping en toch vinden wij U daar zo weinig in. Heer, ontferm U over ons. Christus, U schenkt zichzelf aan ons en wij houden daar nauwelijks rekening mee. Christus, ontferm U over ons. Heer, het leven is het kostbaarste geschenk en dat beseffen we vaak pas als het gekwetst wordt. Heer , ontferm U over ons.
33. N. was steeds zorgzaam en plichtsbewust. Wij gaan soms slordiger met het leven om. Heer, ontferm U over ons. N. wist zijn/haar geloof een goede plaats te geven. Wij hebben het daar moeilijker mee. Christus, ontferm U over ons. Van N. is veel vriendschap uitgegaan. We hebben daar wellicht niet altijd goed op gereageerd. Heer, ontferm U over ons. 34. Heer, ziek zijn en lijden vragen veel kracht en inzet. Soms raken wij buiten adem. Heer, ontferm U over ons. Christus, alle leven komt van U en U draagt ons door alles heen. Wij danken U daar te weinig voor. Christus, ontferm U over ons. Heer, lijden en eenzaamheid passen niet in ons gewone doen. Heer, ontferm U over ons. 35. Heer, wij delen leven met elkaar maar af en toe vergeten wij dat alle leven komt van U. Heer, ontferm U over ons. Christus, U maakt ons tot broeders en zusters maar wij gaan soms toch liever onze eigen weg. Christus, ontferm U over ons. Heer, wij houden van het leven maar hebben het zo moeilijk met lijden en ziekte. Heer, ontferm U over ons.
36. Het leven is een geschenk, een gave; daar zijn we dankbaar voor. Het leven is soms ook een opgave en die brengen we niet altijd tot een goed einde. Heer, ontferm U over ons. Mensen zijn er voor elkaar en zo is het goed. Maar soms worden wij ongeduldig of verliezen wij elkaar uit het oog. Christus, ontferm U over ons. Wij kunnen elkaar groot en gelukkig maken door onze liefde en vrede. Het kan dat wij tekort schieten in beminnen en laten beminnen. Heer, ontferm U over ons. 37. Elke dag is een kans om goed te zijn en goed te doen. Wij slagen er niet altijd in om dat te beleven. Heer, ontferm U over ons. Elke ontmoeting is een uitnodiging om van onszelf met de andere te delen. Wij zijn zo oppervlakkig. Christus, ontferm U over ons. Elke relatie is een weg om verbondenheid op te bouwen. Wij zetten anderen soms onder druk. Heer, ontferm U over ons.
38. Heer, hoe zeer wij ook van elkaar houden, wij zullen elkaar vroeg of laat kwetsen. Heer, ontferm U over ons. Christus, hoe sterk wij ook in U geloven, wij zullen ooit aan U twijfelen. Christus, ontferm U over ons. Heer, hoe zorgzaam wij ook met N. zijn omgegaan, we zullen ook wel eens te weinig geduld gehad hebben. Heer, ontferm U over ons. 39. Heer, het leven kan eenvoudig goed zijn. Dat zien wij bij N. Waarom maken wij het vaak ingewikkeld en moeilijk? Heer, ontferm U over ons. Christus, U geneest ons en U heelt ons ten diepste. Waarom kwetsen wij en zijn wij oppervlakkig? Christus, ontferm U over ons. Heer, wij maken deel uit van uw schepping en worden door U voltooid. Waarom is dat zo weinig krachtbron voor ons? Heer, ontferm U over ons. 40. Heer, U toont ons de weg van liefde. Wij hebben te weinig liefde. Heer, ontferm U over ons. Christus, U gaat ons voor in geloof. Wij hebben te klein geloof. Christus, ontferm U over ons. Heer, uw verbond is bron van hoop. Wij hebben te korte hoop. Heer, ontferm U over ons.