Brussel, 13 september 2006 AB/060913_nota_VREG-marktmodel
Nota Ontwikkeling van een marktmodel voor de Vlaamse energiemarkt
Nota ontwikkeling marktmodel VREG
Inhoud 1.
Situering ...................................................................................................................... 3
2.
Doelstellingen van de ontwikkeling van een marktmodel......................................... 4
3.
Probleemanalyse in het discussiedocument ............................................................. 4
4. 4.1. 4.2.
Focus van het vervolgtraject ...................................................................................... 5 Bijzondere focuspunten................................................................................................. 5 Andere aandachtspunten .............................................................................................. 6
5. 5.1. 5.2. 5.3.
Governance van het vervolgtraject ............................................................................ 7 Rol van de VREG.......................................................................................................... 7 Rol van de Vlaamse regering ........................................................................................ 7 Betrokkenheid van de SERV ......................................................................................... 8
2
Nota ontwikkeling marktmodel VREG
1. Situering Op 29 mei 2006 publiceerde de VREG (Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt) samen met UC Partners het discussiedocument ‘Ontwikkeling van een visie op een marktmodel voor de Vlaamse energiemarkt’. Met dit document wil de VREG de discussie starten over een marktmodel ‘dat tegemoet komt aan de eisen van de stakeholders in de veranderende energiemarkt’. De VREG krijgt immers signalen dat ‘zowel de efficiëntie als de effectiviteit van marktwerking te wensen overlaat op de Vlaamse vrijgemaakte energiemarkt’. De marktordening gebeurde bij de overgang naar de liberalisering ongestuurd, bottom-up en vaak op basis van zelfregulering. Er is duidelijk een ‘gebrek aan heldere regelgeving i.v.m. marktordening, marktprocessen en informatie-uitwisseling’. Nu is volgens de VREG de tijd rijp om terug te blikken, een visie op een marktmodel te ontwikkelen en de knelpunten in overleg met de betrokkenen op te lossen. Concreet roept de VREG de diverse marktactoren op om te reageren op het discussiedocument, dat een mogelijke visie bevat voor een marktmodel voor de Vlaamse energiemarkt. Het doel van de consultatieronde is te komen tot een algemeen geaccepteerd marktmodel dat de geïnventariseerde knelpunten aanpakt. Ook de route naar dit marktmodel moet uitgestippeld worden. Vervolgens zullen in een vervolgtraject verschillende werktrajecten worden uitgevoerd om het uitgewerkte marktmodel te implementeren. Op 5 juli 2006 heeft een vertegenwoordiger van de VREG het uitgebrachte discussiedocument toegelicht bij de SERV. Daarbij werd ook de SERV opgeroepen om te reageren op het discussiedocument. Gezien het sociaal-economisch belang van het energiedossier, heeft de SERV ervoor gekozen om met deze nota in te gaan op de vraag van de VREG. In deze nota beperkt de SERV zich tot enkele bemerkingen bij de doelstellingen van het project, de opgemaakte probleemanalyse, de klemtonen die bij de uitvoering van het uitgezette vervolgtraject zullen worden gelegd en de manier waarop het vervolgtraject procesmatig zal vorm krijgen. De SERV neemt zich voor om in de volgende fases van het traject de ontwikkeling van een visie op een marktmodel voor de Vlaamse energiemarkt verder op te volgen en te bespreken.
3
Nota ontwikkeling marktmodel VREG
2. Doelstellingen van de ontwikkeling van een marktmodel De SERV is ervan overtuigd dat de ontwikkeling van een visie op een marktmodel voor de Vlaamse energiemarkt zinvol en nodig is. De raad ondersteunt dan ook het ambitieuze initiatief van de VREG en onderschrijft de doelstellingen die met het streven naar een optimaal marktmodel beoogd worden:
‘Evenwicht tussen de belangen van de klant en de marktpartijen, maar de belangen van de klant staan centraal;
Duidelijke marktrollen en volledige unbundling;
Efficiëntere bedrijfsprocessen bij marktpartijen;
Marktprocessen moeten efficiënt en transparant worden om eerlijke concurrentie te bevorderen;
De rol van de toezichthouder is zowel sturend als faciliterend.’
Bovendien waardeert de raad ten zeerste dat de VREG hierbij met de sector en de verschillende doelgroepen in overleg wil treden, om samen na te denken over de optimalisatie van de werking van de Vlaamse energiemarkt.
3. Probleemanalyse in het discussiedocument De SERV erkent in grote mate de probleemanalyse die de VREG opmaakte over de Vlaamse energiemarkt. Daarbij worden een zeven clusters van knelpunten naar voren geschoven:
Onvoldoende prikkels voor een correcte uitvoering van marktprocessen Matige kwaliteit van de masterdata bij de distributienetbeheerders Complexe standaarden voor informatie-uitwisseling Allocatie- en reconciliatieproblemen Verantwoordelijkheid voor het faciliteren van (sociale) openbaredienstverplichtingen Suboptimale verdeling verantwoordelijkheden gewestelijke en federale toezichthouders Oligopolistisch karakter van de wholesalemarkt.
De raad betwijfelt wel of deze probleemanalyse volledig is, aangezien ze enkel gebeurde op basis van proces- en modelanalyses. De ervaringen van de eindafnemers werden niet syste-
4
Nota ontwikkeling marktmodel VREG
matisch geanalyseerd. Hierdoor dreigen specifieke knelpunten, zoals de behandeling van klachten, werfaansluitingen, gemengde afnemers, procedures bij stroompannes (waaronder afhandeling van schadeclaims), e.d. niet of niet volwaardig aan bod te komen. De SERV vraagt om ook dergelijke knelpunten in het vervolgtraject te remediëren.
4. Focus van het vervolgtraject 4.1. Bijzondere focuspunten De SERV heeft de indruk dat bij de uitvoering van het vervolgtraject de focus vooral zal liggen op de ontwikkeling van een theoretisch marktmodel, in hoofdzaak gericht op de optimalisatie van de informatie- en meetprocessen. Hierbij worden - terecht - enkele cruciale vragen gesteld, waarover in het licht van de verander(en)de omgeving moet worden nagedacht en waarop een antwoord moet worden geformuleerd, zoals:
Inzake structuur van de markt: Is er een verdere juridische en administratieve splitsing tussen netbeheer en levering/productie nodig dan momenteel het geval is? Is het huidige aantal netbeheerders optimaal? Is het huidige aantal meetbedrijven optimaal? …
Inzake informatiedoorstroming: Is het zinvol een marktfacilitator te voorzien? Is een centraal informatiecentrum zinvol? Of kan de informatiedoorstroming voldoende verbeteren door afspraken? Wat is de relatie tussen een marktfacilitator en de VREG? Hoe kan de kwaliteit van de data worden verbeterd? …
Inzake facturatieproces: Wie factureert wat het best? Wat zijn de rollen van de leveranciers en de netbeheerders? … Inzake allocatie en reconciliatie: Hoe moet de meetinfrastructuur er in de toekomst uitzien? Hoe wordt allocatie en reconciliatie best aangepakt? … …
De SERV meent evenwel dat ook andere fundamentele vragen inzake het energiebeleid dringend een nadrukkelijk antwoord verdienen. De raad vreest dat die vragen door de focus en het opzet van het vervolgtraject minder aan bod dreigen te komen of (nog) niet (meer) gesteld zullen worden. De raad vraagt daarom om zowel het onderzoek als het overleg over onderstaande thema’s eveneens dringend én volwaardig op te starten:
Openbare dienstverplichtingen: Het vervolgtraject ‘verbeteren efficiëntie ODV’s’ is slechts zeer summier uitgewerkt. Nochtans geven diverse studies, verslagen, rapporten, standpunten en ervaringen aan dat bijstelling van de openbare dienstverplichtingen dringend nodig is. Ook de SERV heeft in meerdere adviezen de tekortkomingen van de openbare dienstverplichtingen aangekaart. Volgende fundamentele vragen moeten dan ook op zijn minst in het vervolgtraject aan bod komen: Welke openbare dienstverplichtingen worden opgelegd aan welke actoren (netbeheerders, leveranciers)? Welke openbare dienstverplichtingen zijn effectief en efficiënt? Wat is een aanvaardbare impact op de energieprijzen? Hoe worden openbare dienstverplichtingen best
5
Nota ontwikkeling marktmodel VREG
vorm gegeven? Welk type openbare dienstverplichting is in de toekomst aangewezen in het licht van de diverse Europese en lokale evoluties? Hoe worden openbare dienstverplichtingen gefinancierd? Hoe worden de kosten verrekend? Hoe verhoudt deze financieringsdiscussie zich tot de discussie over de financiering van het energiebeleid in het algemeen? Hoe worden openbare dienstverplichtingen ingebed in het klimaatbeleid en in het sociaal beleid? …
Marktwerking en –regulering: Hoe wordt de markt best gereguleerd: via een combinatie van regelgeving met technische reglementen, of zijn ook codes (van goede praktijk) nodig? Wat is de verhouding tussen regelgeving en technische reglementen? Wat is de rol van de regulator? Wordt de regelgeving gecodificeerd? En zo ja, hoe en wanneer? …
Communicatie en sensibilisering ten aanzien van de eindafnemers: Hoe kan de communicatie van en naar de eindafnemers meer gestroomlijnd worden? Wie is verantwoordelijk voor welke informatieverspreiding aan wie en via welke media? Wie moet welke sensibiliseringsacties opzetten en met welke middelen? Hoe gebeurt klachtenbehandeling? Hoe wordt afgestemd met het federale niveau? …
Andere, nog niet geïnventariseerde knelpunten die de eindafnemers ervaren, zoals de klachtenbehandeling, de werfaansluitingen, de aanpak van de gemengde afnemers, etc. (cf. supra).
4.2. Andere aandachtspunten De raad begrijpt dat het discussiedocument voornamelijk de focus legt op huishoudelijke klanten en KMO’s als eindafnemers. Toch vraagt de raad om ook de specifieke moeilijkheden van grote bedrijven in het vervolgtraject niet uit het oog te verliezen. Ook vindt de raad het een goede zaak dat het discussiedocument aangeeft te willen leren uit ervaringen van andere landen en andere markten, zoals andere nutsvoorzieningsmarkten. De documentatie van buitenlandse ervaringen is echter niet of onvoldoende uitgewerkt, o.a. met betrekking tot de openbare dienstverplichtingen. Ook ervaringen van marktprocessen in bijvoorbeeld financiële markten of de watersector komen nog te weinig aan bod. De SERV wil benadrukken dat het creëren van een interne Europese markt voor energie een belangrijke Europese doelstelling is. Een verregaande harmonisatie van het toegepaste markten datamodel en van de administratieve processen (o.m. voor verandering van leverancier) is hierbij een belangrijk element. Harmonisatie verlaagt immers de kosten (schaalvoordelen) en verhoogt de concurrentie (de drempel om actief te worden op een nieuwe markt wordt lager). Er moet hierbij gestreefd worden naar harmonisatie tussen de gewesten binnen België en met de andere EU lidstaten.
6
Nota ontwikkeling marktmodel VREG
5. Governance van het vervolgtraject Het vervolgtraject dat de VREG voorstelt, is erg ambitieus. De slaagkansen voor dat overlegen visievormingstraject hangen volgens de raad zeer sterk af van de architectuur van het traject en van de gehanteerde procesvoering. De SERV doet daarom hieronder enkele ‘governance’-aanbevelingen, zowel inzake de rol van de VREG als inzake de rol van de Vlaamse regering.
5.1. Rol van de VREG De VREG moet als regulator een belangrijke ‘forum’-rol spelen. Concreet vraagt de raad de VREG om:
de vervolgtrajecten zoveel mogelijk te integreren in de gebruikelijke werking van de VREG met technische werkgroepen van deskundigen. • Voor de meer strategische vragen moet de samenstelling van deze werkgroepen wel aangepast en verbreed worden. • De meer ‘strategische’ werkgroepen in de schoot van de VREG zullen wellicht ook in de toekomst voor bepaalde projecten zinvol blijven; de opvolging en bijsturing van marktwerking is immers een continu proces. • Het is een goede zaak dat de VREG de marktpartijen oproept om voor sommige thema’s zelf het voortouw in het vervolgtraject te nemen. Dit zou zich kunnen weerspiegelen in het voorzitterschap van een betrokken werkgroep.
de transparantie en de overlegcultuur, die de VREG typeren in haar huidige werking, ook te garanderen in het vervolgtraject.
de voortgang van het traject en zijn effecten op de markt op te volgen via een indicatorenset die regelmatig geactualiseerd en bekendgemaakt wordt.
5.2. Rol van de Vlaamse regering Volgens de SERV is een expliciet engagement van de Vlaamse regering in het vervolgtraject essentieel voor het slagen van dit initiatief. De SERV roept de Vlaamse regering dan ook op om:
over deze vernoemde fundamentele vragen in het energiebeleid met de doelgroepen via het vervolgtraject mee in overleg te treden
haar regelgevende initiatieven op het uitgestippelde traject af te stemmen. In ieder geval moet vermeden worden dat nieuwe regelgevende initiatieven het vervolgtraject doorkruisen of dat beleidsbeslissingen of regelgevende initiatieven worden genomen die mogelijk tegenstrijdig zijn met een visie die op zeer korte termijn zal worden uitgewerkt. Dit zou de stabiliteit van de energiewetgeving eens te meer ondergraven en zou ook het draagvlak en de deelnamebereidheid voor het vervolgtraject snel verminderen.
7
Nota ontwikkeling marktmodel VREG
samen met de VREG bij de planning van het vervolgtraject expliciet af te bakenen welke vragen op welke termijn een antwoord zullen krijgen via het traject. Een gefaseerde afwerking van de verschillende werktrajecten kan de nodige zekerheid verschaffen aan de betrokkenen dat bepaalde marktaspecten gedurende een bepaalde tijd in ieder geval stabiel zullen blijven én dat bepaalde knelpunten op korte termijn wel degelijk verholpen zullen zijn.
In te staan voor de betrokkenheid van het federale niveau en de andere gewesten. De SERV hecht veel belang aan de betrokkenheid van het federale niveau bij het vervolgtraject, gezien de bevoegdheidsverdeling in het Belgische energiebeleid en gezien de noodzaak tot afstemming en harmonisatie. Ook is afstemming met het federale niveau nodig om dubbelwerk te vermijden. Ook de betrokkenheid van de andere gewesten is gezien de ontwikkelingen aldaar volgens de raad uiterst belangrijk.
5.3. Betrokkenheid van de SERV De sociale partners willen graag op regelmatige basis geïnformeerd worden over de voortgang van vervolgtraject. Ook wil de SERV zelf betrokken worden bij het vervolgtraject, in het bijzonder bij de voorziene werktrajecten inzake ‘marktrollen’ en ‘verbeteren efficiëntie ODV’s’. De SERV kijkt dan ook uit naar een productieve en constructieve samenwerking.
8