Stad & land
kunst & Cultuur
Bijzondere ondernemer
Beleggingsvisie Q4
A’dam in de schijnwerpers
Interview Ronald Kooyman
Robin en Alain de Levita
George Raven
04
kwartaalmagazine oktober 2012
© Alphons Nieuwenhuis
1
2
Voorwoord Een vriend vroeg laatst hoe het kan dat Ajax, met een relatief bescheiden budget, zoveel talent aflevert. Volgens mij ligt het antwoord in de jeugdopleiding van Ajax die wereldberoemd is. Door de ideale omstandigheden te creëren weet de club het beste te halen uit talentvolle, jonge spelers, spelers die het Ajax DNA volledig in zich op kunnen nemen. Een benadering die uitstekend aansluit bij de ambities van onze bank. Ook wij dragen onze kernwaarden graag uit bij monde van aanstormende private banking talenten die zich betrokken voelen bij een middelgrote, persoonlijke bank en gesprekspartner willen zijn voor onze jongere generatie cliënten. Per 1 november versterken enkele trainees onze gelederen en ik zie het als een persoonlijke uitdaging deze jonge, enthousiaste mensen op te leiden en aan ons en onze cliënten te binden. Op pagina 23 en verder leest u meer over ons trainee programma. Over twee andere talenten, hoewel de kwalificatie ‘aanstormend’ allang ontgroeid, leest u op pagina 17: de broers De Levita. Zij vertellen hoe zij hun creatieve ambities dag in dag uit ‘matchen’ met hun commerciële uitdagingen. Oorspronkelijkheid, drive en doorzettingsvermogen blijken ook in het televisie- en theatervak het verschil te maken tussen succes en vergetelheid. Drive en doorzettingsvermogen kan ook Felix Guttmann niet worden ontzegd. Felix is de drijvende kracht achter het Amsterdam
Light Festival. Een feest van licht dat Amsterdam uit z’n jaarlijkse winterdip zal halen met spectaculaire lichtkunst, een wandelroute langs fraai verlichte gebouwen en objecten door de stad en een verlichte Christmas Canal Parade. Houdt u sowieso van alternatieve wandelroutes, dan kan ik u een bezoek aan het Louwman Museum in Den Haag van harte aanbevelen. Een wandeling, of misschien beter: een ontdekkingstocht, van anderhalve kilometer voert u langs de hoogtepunten van de automobielgeschiedenis. Van paardloze koetsen tot Amerikaanse glamour en hightech racebolides. Tot slot de IDFA die dit jaar haar 25e editie beleeft en dit viert met een boeiend programma. Ik hoop dat u, net als ik, uitkijkt naar wat de komende periode ons zal brengen en wens u voor nu veel leesplezier! Peter Sieradzki CEO
Ook wij dragen onze kernwaarden graag uit bij monde van aanstormende private banking talenten
3
BijzOndErE SErViCES
10
22
Stad & land • Amsterdam in de schijnwerpers
6
kunst & Cultuur • Interview Ronald Kooyman
10
Products & Services • Traineeship Private Banking
22
6
BESlOtEn nEtwErkEn
16
14
4
20
achter de foto • Victor Laarhoven
14
Bijzondere ondernemer • Interview Robin en Alain de Levita
16
idfa
20
Magazine IdB 2012 - 4 Colofon Onafhankelijk beleggingsbeleid
Uitgave Bank Insinger de Beaufort N.V. Postbus 10820 1001 EV Amsterdam
2000 1800 1600 1400
Herengracht 537 1017 BV Amsterdam
30 T +31 (0)20 5215 000
1200
F +31 (0)20 5215 009
1000
[email protected]
800
26
600
www.insinger.com
redactiesecretariaat Petra Berkers T +31 (0)20 5215 208
400
F +31 (0)20 5215 219
28 200
redactie
Van de adviesdesk 2003 2004van 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 • Yaela Raalte
Goudprijs in USD Goudprijs in EUR Beleggingsvisie
• George Raven
[email protected]
26
Source: Thomson Reuters Datastream
Petra Berkers Olaf Boschman (copywriter) Carl Höhner
28
Peter Meijburg (copywriter) George Raven Marinus van Schaik Jan de Vink Roos Vogel Claudine Weinstein
Adreswijzigingen Adreswijzigingen kunt u richten aan het redactiesecretariaat
druk Drukkerij Aeroprint
Bijzondere services
Besloten netwerken
Onafhankelijk beleggingsbeleid
5
© Alphons Nieuwenhuis
6
Stad & Land
Amsterdam in de schijnwerpers
Amsterdam Light Festival Als in oktober de terrasjes in Amsterdam worden opgeruimd en alles zich weer binnen gaat afspelen, zakt de stad langzaam maar zeker weg in zIJn jaarlijks terugkerende winterdip. Maar als het aan Felix Guttmann ligt, komt daar vanaf deze winter verandering in.
Felix is voorzitter en aanjager van het Amsterdam Light Festival, een groots lichtspektakel dat van 7 december tot en met 20 januari de donkere dagen rondom de jaarwisseling moet gaan opvrolijken. “Amsterdam heeft elke winter een veel grotere dip dan vergelijkbare steden. In het verleden is geprobeerd met kerstmarkten de sfeer een beetje op te vrolijken, maar dat is nooit echt gelukt. Wij hebben daarom gezegd: probeer iets cultureels, verspreid over een langere periode in plaats van alleen maar plat vermaak. Dan heb je kans dat Amsterdam tijdens de winterperiode een enorme boost krijgt”. Licht en lichtkunst De inspiratie voor het initiatief vond Felix met zijn medeorganisatoren vooral in het buitenland. “Lyon is eigenlijk een van de oudste lichtfestivals. Daar branden de bewoners al
sinds jaar en dag kaarsjes voor de ramen bij wijze van Mariaverering en dat is uitgegroeid tot een lichtspektakel. Tegenwoordig zie je dat ook in andere steden steeds vaker dit soort festivals worden georganiseerd. Singapore en Sydney bijvoorbeeld hebben al een paar jaar een lichtfestival en ook Eindhoven kent al een jaar of zes hun ‘Glow’. Sommige van deze steden focussen alleen op citymarketing, andere combineren licht met lichtkunst en dat is de richting die wij hier in Amsterdam ook op willen.” Met ‘wij’ bedoelt Felix de stichting die speciaal in het leven is geroepen om het private initiatief Amsterdam Light Festival in goede banen te leiden. Behalve Felix zelf zitten in het bestuur onder andere: Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum, Rogier van der Heide, chief designer Philips en bekend lichtontwerper, en Bjorn Stenvers, marketeer van de Amster-
7
© Alphons Nieuwenhuis
dam Heritage musea. En dan is er nog het uitvoerend team dat onder aanvoering staat van festivaldirecteur Raymond Borsboom, verantwoordelijk voor de organisatie.
gedeelte waarbij van 14 tot 30 december zo’n 20 kunstobjecten van topkunstenaars en aanstormend jong talent in de stad worden
Topkunstenaars en aanstormend talent De buitenlandse steden die al lichtfestivals organiseren, hebben gemerkt dat het een mooie manier is om hun stad te presenteren. Maar dat is niet het enige doel dat het Amsterdam Light Festival nastreeft. “Onze ambities liggen op cultureel, artistiek én economisch vlak. Om die ambities mogelijk te maken hebben wij gekozen voor een platformorganisatie. Dat wil zeggen dat wij een aantal dingen zelf doen en anderen de gelegenheid bieden om aan te haken.
Dat zal straks een geweldig mooi gezicht zijn
De hoofdonderdelen die wij als organisatie invullen worden gevormd door 4 pijlers. Dat is allereerst de Illuminade. Dat is het kunst-
8
tentoongesteld. Het pièce de résistance is een 70 meter groot object van de Amerikaanse kunstenares Janet Echelman dat bij het Muziektheater boven de Amstel komt te hangen. Bezoekers kunnen een uitgestippelde verlichte wandelroute afleggen waarlangs alle kunstobjecten te bewonderen zullen zijn. Die route loopt dwars door de stad beginnend bij de Hermitage, richting het Jonas Daniël
Meijerplein en eindigend bij Nemo naast het Centraal Station. De Hortus en Artis zullen ’s avonds open zijn, in het Wertheimpark en bij het Scheepvaartmuseum wordt van alles georganiseerd, dus er valt genoeg te genieten. Vooral de buurt bij het Wertheimpark en het Jonas Daniël Meijerplein zijn ’s avonds vrij donkere stukken, waardoor licht heel mooi uitkomt. We zijn zelf dan ook heel enthousiast over de wandelroute”. Feest van Amsterdam Daarnaast is er nog de Boulevard van Licht die gedurende de hele festivalperiode de stad een feeëriek aanzicht zal geven. “De boulevard loopt van het Amstelhotel tot aan Hotel de l’Europe. Beide hotels en daartussen Carré, de Hermitage, het Muziektheater, het Universiteitstheater en aan de overkant De Kleine Komedie worden elke avond in bijzonder licht gezet. Datzelfde geldt voor de
© Eric Staller
bruggen ertussen en de sluis. Dat zal straks een geweldig mooi gezicht zijn. Dan staat op 15 december de Christmas Canal Parade gepland: 40 boten, waarvan de helft praalschuiten met lichtversiering en de andere helft salonboten, zullen dan door de grachten varen. En tenslotte een heel belangrijk onderdeel: Socialight. Dit is eigenlijk het deel voor en door de Amsterdammers. Zo hebben we lagere scholen rondom de grachten gevraagd lampenkapjes te beschilderen. Deze worden in een bepaald grid opgehangen, zodat er straks van 1500 lampenkappen één mooi kunstwerk ontstaat. Het is natuurlijk de bedoeling dat de kinderen met hun ouders naar de binnenstad komen en kunnen zeggen: “Kijk daar hangt mijn lampje”. Samenwerking staat centraal bij het Amsterdam Light Festival en volgens Felix geldt dat ook voor de financiering. Iedereen doet mee:
de gemeente, het bedrijfsleven, culturele fondsen. Aan winkeliers vragen we een kleine bijdrage. Een heel intensief traject, maar zo wordt het wel het feest van Amsterdam en niet van een paar mensen die zo nodig moeten”.
Wilt u een individueel arrangement boeken of met uw zakenrelaties in een unieke entourage het jaar afsluiten of een nieuwjaarsborrel organiseren? Kijk op www.amsterdamlightfestival.com voor de mogelijkheden.
Felix Guttmann is sinds midden jaren tachtig ondernemer in Amsterdam. Hij is o.a. oprichter /directeur van Canal Company, inmiddels marktleider in de Amsterdamse grachten. Voor zijn verdiensten werd Felix in 2009 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In 2010 werd hij uitgeroepen tot Amsterdamse Ondernemer van het jaar.
9
Kunst & Cultuur
De Dion, Bouton et trépardoux steam quadricycle (1887) Een van de oudste overgebleven auto's ter wereld.
10
Interview Ronald Kooyman, directeur Louwman museum
“ Als je de hele route loopt, leg je in totaal anderhalve kilometer af ” In het rijtje ‘meest invloedrijke ontwikkelingen van de laatste honderd jaar’ staat de uitvinding van de auto hoog genoteerd. Het begon allemaal rond 1900 toen rijtuigen niet langer paarden nodig hadden, maar zichzelf konden voortbewegen. Dat wil zeggen, met behulp van de nieuwe technologieën van die tijd: stoom, elektriciteit en de verbrandingsmotor. Waar die ontwikkelingen toe hebben geleid, is te zien in het Louwman Museum in Den Haag.
Ronald Kooyman
“In 1905 reden er al elektrische taxi’s” “Het doel van ons museum is de geschiedenis van de personenauto te laten zien”, vertelt Ronald Kooyman, directeur van het Louwman Museum. “Daarvoor hanteren wij vijf criteria. Om te beginnen willen wij alle perioden tonen, vanaf de koetsen met een motortje achterin tot en met nu. Zo hebben wij hier de op een na oudste auto, de De Dion-Bouton uit 1900, maar ook de formule 1 Toyota uit 2009. Daarnaast zijn alle landen vertegenwoordigd die belangrijk zijn geweest voor het bouwen van auto’s. Dus je vindt bij ons auto’s uit Engeland, Frankrijk, Duitsland, maar ook uit Amerika en Japan. Verder hebben we alle carrosserievormen, van paardloze
koetsen tot open tweezitters en alles wat daartussen zit. Ook willen we zoveel mogelijk mijlpalen in de geschiedenis laten zien. Bijvoorbeeld elektrische auto’s uit 1905. Dat weet bijna niemand, maar er reden in die tijd in Amsterdam al 50 elektrisch aangedreven taxi’s en er waren 25 oplaadpunten. In 1917 kreeg je de eerste hybride auto. Maar ook de eerste four wheel drive hebben we hier evenals de eerste zescilinder. Tot slot hanteren we het criterium dat alle auto’s compleet en zoveel mogelijk authentiek moeten zijn, dat wil zeggen dat alles rijdt of rijdbaar te maken is. Dat alles bij elkaar maakt deze collectie uniek in de wereld.”
11
In het begin waren het vooral de dames die achter het stuur zaten
Bijzonder is ook dat het gebouw als automuseum is ontworpen. Het ontwerp is van de hand van de Amerikaanse architect Michael Graves, onder andere bekend van het gebouw met de twee puntdaken in Den Haag, het onderkomen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. “Graves heeft een herkenbare stijl. Zijn Nederlandse ontwerpen zijn allemaal in baksteen, een typisch Nederlands product. Dat geldt ook voor het Louwman Museum. De opvallende
U-vorm van het gebouw is een verwijzing naar de koetshuizen van vroeger. Verder ligt het museum op een prachtige locatie met een landschapsarchitectuur die daar heel goed op aansluit.” Liefde voor de auto Het begon allemaal in 1934. 11 jaar daarvoor was Louwman & Parqui in Den Haag begonnen als distributeur van Dodge automobielen. “Dodge was rond de eeuwwisseling leverancier van onderdelen voor onder andere Ford. Toen Ford besloot deze zelf te gaan maken, ging Dodge zich toeleggen op het fabriceren van auto’s. In 1934 wist Louwman & Parqui een Dodge uit 1914 te bemachtigen. Een auto met een bumper, heel bijzonder voor die tijd, gemaakt van staal in plaats van hout en leer en een zogenaamd ‘fat man steering wheel’, een stuurwiel dat je weg kon klappen. Deze auto werd middenin de showroom gezet en daar kwam al gauw publiek op af. Af en toe werd er ook wel eens een auto
ingeruild en in plaats van deze door te verkopen werd hij achtergehouden. Er kwam een T-Ford bij, diverse andere Dodges, de collectie werd steeds groter. Er sprak echt liefde voor de auto uit. Het was het begin van de collectie.” In 1969 werd de autocollectie voor het eerst opengesteld voor het publiek. Dat was in Leidschendam. Later verhuisde het museum mee met Louwman & Parqui naar Raamsdonksveer en sinds 2002 is het in Den Haag gevestigd. Volgens Ronald bestaat de collectie op dit moment uit ongeveer 250 auto’s, verdeeld over 3 verdiepingen. “De bovenste verdieping laat de algemene geschiedenis zien, op de middelste verdieping staan de race- en sportauto’s en de begane grond is ingeruimd voor de luxe auto’s, de Amerikaanse glamour en Europese chique. Als je de hele route loopt, leg je in totaal anderhalve kilometer af. Daarom zeg ik wel eens: als je alles aandachtig wilt bekijken inclusief de informatie op de borden, dan
Dodge touring car Louwman & Parqui begon met de import van Dodge modellen
12
toyota aa De allereerste personenauto van Toyota
red je het niet in één dag. Voor een goede, globale indruk moet je minimaal 2 uur uittrekken. De gemiddelde bezoektijd is bij ons 2 ½ uur. Dat is best veel, als je nagaat dat een gemiddeld museumbezoek in Nederland 1 ½ uur duurt.” Een inspiratiebron voor kunstenaars Naast talloze fraaie en unieke auto’s herbergt het museum een al even unieke collectie automobilia, autogerelateerde kunst. “Daar zijn we inderdaad ook erg trots op. Neem bijvoorbeeld de vroegere affiches, die vertellen zo mooi de geschiedenis. Je ziet dan bijvoorbeeld wat voor mensen zich auto’s konden veroorloven. In het begin waren het vooral de dames die achter het stuur zaten. Op de passagiersstoel zat vaak een man. Dat was de monteur die de auto moest aanslingeren en onderweg een lekke band moest repareren. Een auto kostte in die tijd ongeveer 5 jaarsalarissen van een arbeider, het was echt iets voor de happy few. We hebben ook sculpturen die de snelheid van auto’s uitbeelden, met wapperende haren en sjaals in brons, maar ook bureauaccessoires, serviezen, schilderijen. De auto werd een inspiratiebron voor veel kunstenaars, het was een nieuw fenomeen.” Heel af en toe verdwijnt er wel eens een auto uit de collectie, geeft Ronald toe. “Maar dat gebeurt alleen als we een auto vinden die een
betere vervanger is. We hebben bijvoorbeeld een 2CV in de collectie, maar dat is dan natuurlijk wel de uitvoering met de geribbelde motorkap. Overigens zijn auto’s uit de beginperiode wel steeds moeilijker te vinden. Maar onlangs hadden we geluk. Toen vonden we in Wladiwostok in Rusland de eerste Toyota ter wereld en ook de enige, nog bekende Toyota van vóór de oorlog. Iemand had de auto van zijn grootvader geërfd die hem op de boerderij gebruikte. Men dacht dat het een Chevrolet was, dat staat ook in de papieren vermeld, maar het is aantoonbaar een Toyota. In totaal heeft de koop 7 maanden geduurd, vanaf de eerste correspondentie tot het moment dat we hem hier binnenkregen. Zowel de auto als het verhaal zijn absoluut uniek.”
sief de zakelijke bezoekers die een presentatie of vergadering graag afsluiten met een rondleiding en een borrel en/of diner. “We zijn nog steeds aan het bouwen”, lacht Ronald. “Dus als het aan ons ligt, ontvangen we elk jaar meer mensen.”
louwman Museum Leidsestraatweg 57 2594 BB Den Haag Tel. +31 (0)70 304 7373 www.louwmanmuseum.nl Openingstijden: dinsdag tot en met zondag van 10.00 uur tot 17.00 uur. Maandag gesloten.
de kostbaarste auto ooit gemaakt ‘Hét absolute topstuk van de collectie’ is volgens Ronald moeilijk aan te wijzen. “Als je kijkt naar het aantal hits op website, dan is de Aston Martin van James Bond de meest bezochte auto. En de tweede is de Swan car uit 1910. Waarschijnlijk de kostbaarste auto die ooit gemaakt is. In de vorm van een zwaan versierd met echt bladgoud, een orgel, en water dat verhit wordt door de motor en als stoom door de snavel van de zwaan wordt uitgeblazen.” Sinds de opening in 2002 hebben 200.000 autoliefhebbers het museum bezocht, inclu-
13
Victor Laarhoven
Achter de foto Victor Laarhoven is Hoofd Transaction Services en verantwoordelijk voor alle transacties op het gebied van settlements, corporate actions en betalingsverkeer. Hij heeft na een MEAO-traineeship bij ABN AMRO op zijn 21ste de uitdagingen die op zijn pad
14
kwamen opgepakt en is dankzij zijn leergierigheid, enthousiasme en doorzettingsvermogen een specialist in het effectenvak geworden. Victor voelt zich ‘captain’ en ‘regelaar’, wat hem natuurlijk af gaat, en vindt het prachtig met zijn teams te sparren.
Hij managet zijn team door te coachen. Dit heeft hij mede opgepikt toen hij jaren geleden het darten ontdekte. Victor leerde van anderen hoe hij de drie pijlen moest gooien; door te kijken en te oefenen, hierdoor heeft hij ook trainingsmethodes ont-
wikkeld die hij weer in zijn werk toepast. Net als in zijn beroepsleven gaat het bij het darten om afspraken. De uiteindelijke winnaar hangt af van de afspraak: bij bijvoorbeeld een best-of-9-sets wint de speler die het eerste vijf sets wint. Er zijn verschillende
spelvormen mogelijk, je kunt alleen of in teams spelen. Ook bij het darten geldt: men neme een flinke portie enthousiasme, concentratie, en met goede training lukt de double bull of bull’s eye zeker.
15
Soldaat van Oranje - De Musical
16
Bijzondere
Ondernemer
interview robin en alain de levita
“ ik moet elke dag kaarten zien te verkopen, anders moet ik sluiten” alain En rOBin dE lEVita zijn twEElingBrOErS, allEBEi PrOdUCEnt, alain VOOral Van tElEViSiESEriES En SPEElfilMS, rOBin Van MUSiCalS En thEatErVOOrStEllingEn En allEBEi hEEl SUCCESVOl. tOEVal? dat kan Bijna niEt. hElEMaal niEt alS jE VadEr lOEk dE lEVita hEEt, VrOEgEr PrOdUCEnt Van OndEr andErE dE faBEltjESkrant En PaUlUS dE BOSkaBOUtEr En MEt jOUrnaliStE/PrESEntatriCE MErEl laSEUr alS MOEdEr.
© Edwin Janssen
Ons gesprek met de ‘tweelingproducenten’ vindt plaats in het Amsterdamse kantoor van NL Film, het productiebureau dat bekend is van series als Keyser & De Boer, In Therapie, Penoza en Spangas en speelfilms als De Storm en Liever Verliefd! Als het aan Alain ligt kan aan deze laatste succesnummers binnenkort een kaskraker worden toegevoegd. Hij heeft inmiddels de rechten voor de verfilming van het verhaal van de Zaanse bankier Walraven van Hall. Door de oprichting van een ondergrondse bank in de Tweede Wereldoorlog werd Van Hall bekend als ‘de bankier van het verzet’. Een mooi verhaal
volgens Alain. “Van Hall was een grote oorlogsheld. Iemand die geen geweld gebruikte, maar wel het hele verzet heeft gefinancierd met medewerking van de Nederlandsche Bank. Het verhaal is altijd onderbelicht geweest, ook omdat de banken er niet graag mee naar buiten kwamen. Het systeem dat Van Hall had ontwikkeld, draaide immers om valse bankpapieren. Nu zie je overigens dat er wel een kentering in deze houding komt. Sterker nog, we zijn bezig een grote bank als hoofdsponsor bij de verfilming te betrekken.” Dat Van Hall in werkelijkheid een door en door correct iemand was hoeft volgens
17
Soldaat van Oranje - De Musical
Alain een dramatische interpretatie niet in de weg te staan. “Met fictie in het algemeen is het zo dat je je als kijker moet kunnen identificeren met de persoon die je ziet. Je moet meegaan met iemand en graag willen dat hij iets bereikt. Daar komt bij dat Marieke van der Pol het script schrijft. Zij heeft een groot talent om historische thema’s emotioneel en actueel te vertellen. En ze heeft een heel persoonlijke stem. Dat heeft ze wel bewezen met haar scripts voor Bride Flight en De Tweeling. Voor ons is zij daarom de ideale schrijfster om dit bijzondere verhaal over het Nederlands verzet te vertellen.” “Ik heb er altijd lol in gehad om met John de Mol te werken” Alain begon ooit onderop de ladder in het vak, als manusje van alles. Hij was vervolgens zo’n 10 jaar freelance productieleider, opnameleider, uitvoerend producent en regieassistent. Als uitvoerend producent kwam hij uiteindelijk terecht bij John de Mol waar hij 7 jaar werkte. In 2001 vond hij het welletjes en begon samen met Johan Nijenhuis NL Film. “Eigenlijk heb ik er altijd lol in gehad om met John de Mol te werken, daar lag het niet aan. Maar
18
iedereen denkt dat werken in de film- en tv wereld spannend is, maar dat is lang niet altijd zo. Ik verveelde me vaak, vond het een beetje saai worden en zocht een nieuwe uitdaging. Het ging me ook steeds makkelijker af. Dat krijg je, als je iets lang genoeg doet, dan word je er bijna vanzelf wel goed in. Ik dacht toen bij mezelf: als ik voor mezelf wil beginnen, moet ik het nu doen anders blijf ik tot aan mijn pensioen Baantjer produceren.” “Sierlijk door het gaatje” Hoewel Robin ook van onderaf het vak in klom, begon zijn aanloop vanuit een iets andere richting. “Als disc jockey draaide ik muziek bij Dansen bij Jansen, in Paradiso en bij grote discofeesten. Samen met een partner had ik een klein bedrijfje. Met echte, ouderwetse vinyl platen gingen we op pad. Ik kan trouwens nog steeds blind een plaat door het gaatje krijgen, in één sierlijke beweging. Een tijd later begon ik bij een klein theaterbedrijfje als runner, iemand die allerlei klusjes doet. Daarna reisde ik als toneelmeester stad en land af en voor ik het wist deed ik hele theaterproducties.” Robin produceerde in deze tijd, de 80er jaren, honderden televisieprogramma’s waar-
had je Phantom of the Opera en Les Misérables, dat waren echte events. Maar nu is de markt helemaal overvoerd, kaartjes worden massaal gedumpt en voor bijna niks weggegeven in de supermarkt of bij de benzinepomp.” Bezoekersaantallen Over succes zijn de broers het onderling
onder die van André van Duin. “Toen Joop (van den Ende, red.) uiteindelijk de divisie Live Entertainment kocht van Endemol ben ik daarin meegegaan en ben ik musicals gaan maken in New York, bijvoorbeeld Cyrano met Bill van Dijk. Een paar jaar later kwam ik in de board van Stage Entertainment Group en produceerden we overal: in Engeland, Duitsland, Rusland, Spanje, noem maar op.” In 2005 zette Robin de stap naar het bestaan als zelfstandige. “Ik had een andere visie dan Joop over de toekomst van Stage Entertainment en ook wilde ik zelf gaan ondernemen. Kijken hoe dat zou zijn.” Dat bleken profetische woorden. Misschien wel zijn grootste succes tot nu toe is de Soldaat van Oranje, de musical. Op 30 oktober 2010 ging deze voorstelling in première in de speciaal gebouwde TheaterHangar bij Leiden. Vanaf het allereerste begin bleek het een doorslaand succes. Inmiddels zijn er zo’n 750.000 kaartjes verkocht en is de musical opnieuw verlengd tot en met oktober van dit jaar. Robin verbaast zich er oprecht over. “Ik had het echt nooit verwacht. Zeker niet in deze tijd waarin er zoveel musicals worden geproduceerd. Destijds
eens. Dat hangt nauw samen met bezoekersaantallen en dus geld. “Van de film Storm kun je vinden wat je wilt”, stelt Alain, “maar de enige maatstaf is uiteindelijk het aantal kaartjes dat wordt verkocht. Daar rekent de buitenwereld je op af. Daarnaast is er nog zoiets als persoonlijk succes. Zo vind ik de televisiefilm De Sterkste Man van Nederland heel mooi, misschien wel het mooiste dat ik ooit heb gemaakt. Of Penoza dat nu aan Amerika is verkocht, dat heeft ook met trots en persoonlijk succes te maken.” Robin: “In mijn business is het heel simpel. Succes betekent dat ik m’n investering terugverdien. Dat is ook je verantwoordelijkheid naar de investeerder.
Door projecties voeg je meerdere dimensies aan de theaterbeleving toe
En natuurlijk hangt succes ook af van de kritieken, al zijn volgens Alain en Robin de critici in Nederland over het algemeen vrij mild vergeleken met bijvoorbeeld die in Amerika. “Als tijdens het premièrefeest van een Broadwaymusical de eerste recensies binnenkomen en die zijn slecht, dan is het redden wie zich redden kan”, weet Robin. “Los van je eigen ego en of je dat aankan, heeft het veel invloed op mensen om je heen,
die moet je zien op te beuren.” Alain: “Ik sta veel verder af van de kritieken”. Robin: “Omdat de directe invloed op jouw business minder is dan bij mij. Ik moet elke dag kaarten zien te verkopen, anders moet ik sluiten. Komt er een film uit, dan is het wel belangrijk dat-ie loopt, maar bioscooppubliek trekt zich over het algemeen minder aan van recensies, dus je bent niet meteen financieel afhankelijk.” “Volgens experts gaat SceneAround het hele theaterlandschap veranderen” Soldaat van Oranje wordt vertoond in een hangar op de voormalige vliegbasis Valkenburg. Tijdens de verbouwing tot theater liep men tegen de nodige beperkingen aan. “Een hangar ombouwen tot theater, dat lukt je niet onder de 35 miljoen”, legt Robin uit. “Wij hadden ongeveer een vijfde van dat budget tot onze beschikking. Dat vroeg om een creatieve oplossing. Zo kwam ik op SceneAround, een draaiende tribune waarop het publiek de voorstelling volgt. Het decor en de projectieschermen zijn in een cirkel van 360° om de tribune heen gebouwd. Het zorgt voor spektakel en je hebt als theatermaker veel meer mogelijkheden. Het wordt heel enthousiast ontvangen. Ook vanuit het buitenland bestaat er belangstelling voor het idee. Ik heb laatst een lijstje gemaakt. Ik ben nu met 27 buitenlandse partijen aan het praten om het daar te ontwikkelen.” Volgens Alain is SceneAround iets revolutionairs. “Eerst had je 3000 jaar theater, nu heb je SceneAround. Dat meen ik echt. Het bijzondere is dat je nooit meer aan één diepte vastzit qua beleving en materialen. En door projecties voeg je meerdere dimensies aan de theaterbeleving toe, die anders gewoon niet kunnen. In het buitenland denken ze dat dit het hele theaterlandschap gaat veranderen. Met NL Film gaan we er in elk geval content voor ontwikkelen.” Robin zelf blijft er nuchter onder. “Alles wijst erop dat het wat gaat worden, maar ik moet het eerst allemaal nog zien.”
19
Unser täglich Brot (Our Daily Bread) is een prachtige en met prijzen overladen documentaire uit 2005, gemaakt door Nikolaus Geyrhalter.
20
Van 14 tot en met 25 november vindt de
25 years Highlights of the Lowlands
25e editie van het International Docu-
Het themaprogramma ‘25 years Highlights
mentary Film Festival Amsterdam plaats.
of the Lowlands’ laat 15 hoogtepunten zien
Ter gelegenheid van dit jubileum breidt
van 25 jaar Nederlandse documentairefilm.
IDFA haar reguliere (competitie) program-
De selectie bestaat uit prijswinnaars van
ma’s uit met een aantal speciaal hiervoor
eerder IDFA-edities, Nederlandse documen-
samengestelde filmselecties. Naast het
taires die het festival ooit openden en andere
programma over 25 jaar wereldgeschie-
spraakmakende titels van eigen bodem die
denis en IDFA junior besteedt IDFA dit
ook in internationaal opzicht furore hebben
jaar ook speciale aandacht aan de Neder-
gemaakt. Op www.idfa.nl staan alle titels van
landse documentaire.
dit themaprogramma.
25 jaar IDFA: van fax naar facebook Op de burelen van IDFA maken we ons op voor een zeer bijzonder festival: IDFA bestaat dit jaar namelijk 25 jaar! Van een klein initiatief dat in 1988 startte is het festival uitgegroeid tot een evenement van internationale allure. Vorig jaar mochten we meer dan 2500 filmprofessionals vanuit de hele wereld verwelkomen en bereikten we een mijlpaal: IDFA ontving meer dan 200.000 bezoekers. In die 25 jaar is niet alleen IDFA veranderd. Een kwart eeuw geleden vlogen de faxen je om de oren in het piepkleine kantoor van IDFA in de Balie en omdat de Muur op instorten stond toonde we een retrospectief van films uit de Sovjet Unie. Tal van omwentelingen later zal het 25e IDFA een programma van 15 documentaires vertonen die deze grote gebeurtenissen documenteerden: het einde van Apartheid, de val van Srebrenica, 9/11, de financiële crisis, de opkomst van China, om maar eens wat te noemen. En wie IDFA kent weet dat het niet zal gaan om rechttoe rechtaan historische documentaires. Het gaat om
films waarin de maker zijn of haar visie geeft op het gebeurde. Films ook die zeer uiteenlopend van vorm zijn: een portret van de chauffeur van Terre Blanche, een minutieus verslag van de val van Srebrenica, een ‘poëtische sciencefictionfilm’ over de Golfoorlog: stuk voor stuk bijzondere films over belangrijke onderwerpen, die ik iedereen kan aanraden. Verder nog een nieuw
initiatief in het kader van 25 jaar IDFA: IDFA Junior. Voor kinderen en hun (groot)ouders is een selectie gemaakt van zowel recente jeugddocumentaires, als jeugdfavorieten uit het verleden van ons festival. Voor meer informatie: check de facebook pagina van IDFA of volg ons op twitter. Cees van ‘t Hullenaar
Vrienden van IDFA De afgelopen jaren heeft IDFA een hechte relatie opgebouwd met Insinger de Beaufort. Sinds 2009 is Insinger de Beaufort partner van IDFA. Het filmprogramma mocht rekenen op uw warme belangstelling. Mede door uw interesse is IDFA uitgegroeid tot het belangrijkste documentairefestival ter wereld. Deze positie wil IDFA behouden met unieke documentaires over menselijke, maatschappelijke en politieke onderwerpen. En natuurlijk wil IDFA dé plek blijven waar publiek en makers uit de hele wereld elkaar ontmoeten en met elkaar in discussie gaan. Wist u dat u vanaf slechts € 3,- per maand Vriend van IDFA bent. Vrienden ontvangen voorrang bij het bestellen van kaarten en korting op dvd’s uit het IDFA’s Delicatessenlabel. Meer informatie over Vriend van IDFA vindt u op www.idfa.nl!
21
22
Products Services
Traineeship Private Banking
Werven voor de toekomst Vanaf 1 november 2012 versterken trainees de gelederen van de bank. Zij krijgen intern een tweejarige opleiding tot private banker. Belangrijk doel van de opleiding is dat de trainees vertrouwd raken met de cultuur van Insinger de Beaufort. “Zij moeten het DNA van de bank in zich opnemen.”
Voor het eerst in de geschiedenis biedt Insinger de Beaufort pas afgestudeerden een traineeship aan, zegt HR Manager Susan Gadroen. “Drie of vier pas afgestudeerde talenten zullen in twee jaar tijd zodanig worden opgeleid, dat zij een gedegen kennis hebben en de basisvaardigheden leren om aan de slag te kunnen als junior private banker. Het traineeship begint met het analyseren van beleggingsportfolio’s bij de afdeling Investments. Zo krijgen de trainees inzicht in beleggen en het beleggingsproces van Insinger de Beaufort. In principe
duurt deze eerste fase een jaar. Aansluitend zullen de trainees een overstap maken naar de Private Banking afdeling, waarbij zij kennis zullen maken met andere afdelingen bij de bank: Back Office, Credits, Ondersteuning Private Banking afdeling, Bewind & Executele en Charity & Family. Met de kennis en bagage die ze hierbij opdoen kunnen de trainees een start maken als junior private banker.” Het is de bedoeling dat er in de toekomst traineeships volgen, gericht op het opleiden van een nieuwe generatie private bankers.
23
Investering Mark Selles, lid van de Raad van Bestuur, licht toe waarom de bank voor deze aanpak heeft gekozen. “In de komende 5 tot 10 jaar bereiken meerdere van onze senior private bankers de pensioenleeftijd en nemen ze naar verwachting afscheid van Insinger de Beaufort. Op dat moment hebben we opvolgers nodig. We hebben er bewust voor gekozen zelf geschikte kandidaten op te leiden in plaats van private bankers te werven die elders ervaring hebben opgedaan. Dat schept de mogelijkheid het beleid, de cultuur en het gevoel van de bank mee te geven aan pas afgestudeerde talenten. Het is een investering in de toekomst, waarmee we een volgende generatie private bankers aan de bank verbinden.”
Lange termijn Het traineeship moet het begin zijn van een langetermijnrelatie, aldus Susan. “Het is ons doel de trainees langere tijd aan de bank te verbinden. We zoeken mensen die willen werken bij een kleine, informele bank. Die keuze moeten ze weloverwogen maken. We zoeken in een niche, voor een niche. Er is plek voor vier trainees, maar het is geen must om die alle vier op te vullen. Ik verwacht dat we er drie of vier aanstellen. Maar het hangt helemaal af van de kwaliteit van de kandidaten."
Generatie Bij de keuze voor pas afgestudeerden speelden meer overwegingen een rol, zegt Mark. “Als jongere cliënten willen praten met een private banker van hun eigen generatie, dan kunnen we het beste in die behoefte voorzien met jonge private bankers die we zelf hebben opgeleid.” Die behoefte bestaat, weet Susan. “De belevingswereld van cliënten en private bankers uit dezelfde generatie
Inhouse middag Bij het aangaan van een relatie voor de lange termijn is het vanzelfsprekend om bij de werving en selectie niet over een nacht ijs te gaan. Aan de definitieve keuze voor de kandidaten gaat dan ook een uitgebreid traject vooraf. Mark: “We werken samen met specialisten in het werven en selecteren van pas afgestudeerden. Het werving- en selectiebureau heeft veel contacten met studen-
24
sluit vaak beter op elkaar aan. In families die met meerdere generaties bij ons bankieren, wil niet iedereen dezelfde private banker als bijvoorbeeld vader of grootvader.”
ten op universiteiten. Zij volgen veel studenten al sinds het begin van hun studie en hebben zo een enorm bestand met namen en adressen opgebouwd. Eind juli heeft het werving- en selectiebureau een advertentie geplaatst voor een traineeship private banking. Dat was midden in de zomervakantie, maar desondanks kwam daar behoorlijk wat reactie op.” Voor afgestudeerden die reageerden op de advertentie én voor medewerkers van het werving- en selectiebureau organiseerde Insinger de Beaufort vervolgens begin augustus een inhouse middag. Op het programma stonden onder meer presentaties van de afdeling Private Banking en Investments gevolgd door een rondleiding door de bank en een informele borrel met medewerkers van de afdeling Private Banking en Investments. Tijdens deze borrel was er evenals bij de overige programmaonderdelen volop de gelegenheid tot het stellen van vragen. De inhouse middag was een belangrijk moment in het proces van werving en selectie, vervolgt Susan. “We vonden het belangrijk dat het bureau onze bank leerde kennen. Gevoel bij onze organisatie en ervaren waar Insinger de Beaufort voor staat is nodig om goede kandidaten te kunnen voorstellen.”
Volop belangstelling Voor het traineeship bij Insinger de Beaufort was volop belangstelling, zegt Susan. “Het werving- en selectiebureau kreeg meer dan honderd gerichte sollicitaties voor deze functie. Uit die sollicitaties heeft het bureau een selectie gemaakt van kandidaten die hier op gesprek komen.” Op gesprek betekent in dit geval dat de kandidaten drie gesprekken voeren; een met twee mensen van Private Banking: met een zeer ervaren private banker en met een ervaren private banker die als schoolverlater bij Insinger de Beaufort begonnen was, verder is er een gesprek met twee personen van de afdeling Investments, en er is een gesprek met Mark en Susan. “We moeten alle zes stellig de overtuiging hebben dat de kandidaat geschikt is als private banker voor onze bank”, stelt Susan. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. “We willen de beste kandidaten hebben, waarbij de keuze wordt gemaakt op basis van kwaliteit. Als daar meerdere vrouwen bij zitten is dat heel mooi!"
belangstelling hebben voor financiële markten en algemene economische ontwikkelingen. Een financiële opleiding of economische achtergrond is geen harde voorwaarde, laat Mark weten. “We hebben geen vast profiel of harde opleidingseis. Daarin zijn we redelijk flexibel. Wel willen we als organisatie dezelfde kwaliteit blijven aanbieden. Daarom moeten we alle zes het gevoel hebben dat de kandidaten het DNA van de bank in zich kunnen opnemen en dat zij de lat voor zichzelf heel hoog leggen. Ook verwachten we dat de kandidaten zich thuis voelen bij de kernwaarden van de bank: authentiek, transparant en consistent. Verder verwachten we uiteraard een sterke cliëntgerichtheid. Het contact met cliënten staat bij ons centraal. Dit is zo en dat blijft zo.”
Het is ons doel om trainees langere tijd aan de bank te verbinden
DNA Een belangrijk selectiecriterium is hoe kandidaten in de persoonlijke omgang zijn. Dit is van belang in het contact met onze cliënten. Daarnaast moeten zij een aantoonbare
25
Van de Adviesdesk… In dit derde kwartaal werd een aantal knopen doorgehakt. Zo bleek het Duitse Hof niet langer een struikelblok te zijn voor de verdere uitwerking van het ESM en besloot Ben Bernanke de geldkraan nog eens open te draaien. Ook Japan kondigde opnieuw een verruimend beleid aan. Deze ontwikkelingen hadden een gunstig effect op de financiële markten (aandelenmarkten in het bijzonder) en al met al lijken deze een redelijke basis te leggen voor een positieve ontwikkeling van de aandelenmarkten richting jaareinde.
Ook ons eigen land leverde een bijdrage door in de verkiezingen niet in groten getale “tegen Europa” te stemmen en voorkwam daarmee voedingsbodem te zijn voor de media op zoek naar negatief sentiment in Europa. Het is nu afwachten hoe dit sentiment zich verder zal ontwikkelen. Gedurende de zomermaanden was er sprake van een verslechtering in afwachting van politieke besluitvorming in Europa. Aandelenmarkten lijken op dit moment meer te worden gedreven door politieke en monetaire activiteiten en minder door de economische fundamenten. En hoewel er vaak een discrepantie lijkt te zijn tussen sentiment en daadwerkelijke economische ontwikkelingen, lijkt de verslechtering van het sentiment op dit moment meer in lijn met de fundamentele basis: onlangs werden wereldwijde groeiverwachtingen op basis van de laatste economische data neerwaarts bijgesteld. Toch zijn er regionaal wel enige lichtpuntjes. Zo duidden de laatste cijfers betreffende de Amerikaanse huizenmarkt op een mogelijk herstel en werd de economische groei in China weliswaar naar beneden bijgesteld, maar is er nog steeds sprake van een groeiverwachting van ruim 7% op jaarbasis.
26
Dichterbij huis zagen we in Europa de risicopremies op staatsobligaties uitgegeven door landen in de periferie dalen en lijken beleggers weer meer bereid om risico te nemen. Zoals hierboven omschreven lijkt dit eerder een kortetermijneffect en het gevolg van de verruimende maatregelen en politieke besluitvorming dan een daadwerkelijk herstel van de economische fundamenten. Het is nog veel te vroeg om te stellen dat we mogelijk het dieptepunt in de Eurocrisis hebben gezien: de bezuinigingsmaatregelen in de verschillende Eurolanden zullen nog de nodige uitwerking hebben op overheid, burger, (Euro)politiek en de reële economie. Daarom blijft de kern van ons beleggingsbeleid en beleggingsadvies ongewijzigd: de nadruk blijft liggen op kapitaalbehoud, risicomanagement en ‘kwaliteitsbeleggingen’. Wij adviseren dan ook om de kern van een beleggingsportefeuille volgens dit beleid in te richten. Over aandelen… In dit derde kwartaal was onze visie gedeeltelijk winst te nemen op de Amerikaanse kwaliteitsaandelen, maar de nadruk op de regio Noord-Amerika wel intact te laten. De reden hiervoor was dat wij Amerikaanse
Yaela van Raalte
kwaliteitsaandelen relatief hooggewaardeerd vonden worden ten opzichte van bijvoorbeeld Europese aandelen, ook ten opzichte van Europese aandelen van hoge kwaliteit. Anders gezegd, het opwaarts potentieel van Europese aandelen lijkt groter dan dat van Amerikaanse aandelen, terwijl voor ondernemingen die niet direct zijn blootgesteld aan de Europese periferie het neerwaarts potentieel beperkt lijkt (het blijven natuurlijk wel aandelen!). Op dit moment lijkt het nog steeds opportuun om gedeeltelijk winst te nemen op Amerikaanse aandelen, zeker nu de S&P500 (index van de 500 grootste Amerikaanse ondernemingen) zich dicht tegen de top van 2007 beweegt. Herbeleggingen kunnen worden gedaan in Europese ondernemingen van hoge kwaliteit, die in vergelijking met hun sectorgenoten gunstig gewaardeerd
zijn, zoals bijvoorbeeld Sanofi of Swatch. Een andere mogelijkheid om de positionering in Europa te verhogen is door middel van het Jo Hambro Continental European fonds. Dit fonds, dat wij al sinds geruime tijd volgen, wordt actief beheerd door Paul Wild. Doelstelling van het fonds is vermogensgroei met een langetermijnperspectief. Beleggers die juist willen inspelen op een herstelbeweging voor de kortere termijn geven wij in overweging de Eurostoxx50 tracker te kopen. Deze tracker volgt de index van de 50 grootste Europese ondernemingen, waaronder ook ondernemingen die actief zijn in de Europese periferie en financiële instellingen. Beleggers die niet in trackers wensen te beleggen, maar toch willen inspelen op de meest recente ontwikkelingen, adviseren wij meer naar cyclische aandelen te kijken. Cyclische aandelen hebben een directere link naar verwachtingen ten aanzien van de economische groei en reageren doorgaans meer dan niet-cyclische aandelen op berichten die de economische groei zullen stimuleren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan DSM, BHP Billiton of HSBC. Over obligaties… Dit kwartaal was onze visie winst te nemen op Nederlandse staatsleningen. De zeer lage rentevergoeding weegt nauwelijks nog op tegen de inflatieontwikkeling en in reële termen is voor sommige leningen de rente negatief. Ons oorspronkelijke uitgangspunt dat (Nederlandse) staatsleningen een aanzienlijk gedeelte van de obligatieportefeuille zouden moeten bevatten bleek dit kwartaal dan ook moeilijk houdbaar. Het is dan ook onze visie om een groter gedeelte van de obligatieportefeuille te beleggen in goed gespreide bedrijfsobligatiefondsen die beleggen in bedrijfsobligaties van de hoge kwaliteit (‘investment grade’). Wij noemden het fonds van Blue Bay en Standard Life
reeds in het vorige kwartaalbericht. Cliënten die in de obligatieportefeuille op basis van de meest recente ontwikkelingen een risicoverhoging zouden willen toepassen, adviseren wij het Blue Bay High Yield Bond Fonds, in overweging te nemen. Dit fonds, dat wij al geruime tijd volgen, belegt in Europese bedrijfsobligaties van lagere kwaliteit (‘noninvestment grade’). Wij verwachten dat ook deze leningen zouden kunnen profiteren van een afnemende risicoaversie, waardoor de risicopremie (extra rentevergoeding bovenop staatsleningen) voor de belegger mogelijk zal dalen waardoor de leningen meer waard worden. Over alternatieven… Binnen het alternatieven segment gaat onze aandacht nog steeds uit naar fysiek goud. Doorgaans is een verruimend beleid goed voor grondstoffen in het algemeen, maar voor goud in het bijzonder. In het licht van het voorgaande is een opvallende ontwikkeling het achterblijven van de prijsontwikkeling van goudmijnaandelen in relatie tot fysiek goud. Dit is uiteraard niet zonder reden: de winstgevendheid van mijnbouw is in hoge mate afhankelijk van de ontwikke-
ling van de energieprijzen en indien deze ondernemingen dit niet kunnen doorberekenen aan de eindgebruiker (bijvoorbeeld als de prijs van fysiek goud zich minder positief ontwikkelt dan de energieprijs) of in staat zijn de productie te verhogen, ontstaat er druk op de winstgevendheid. Wij denken echter dat de huidige onderwaardering dermate groot is, dat het interessant zou kunnen zijn hierop in te spelen middels de aankoop van een goed gespreid aandelenfonds dat belegt in goudmijnondernemingen. Een dergelijke belegging zou alleen geschikt kunnen zijn voor beleggers met een hoge risicobereidheid. Op het gebied van Private Equity kunnen wij u berichten dat wij naar verwachting tegen jaareinde – in samenwerking met BNP Paribas – de mogelijkheid kunnen bieden om te beleggen in Aziatisch Private Equity. Hopelijk kunnen wij u hier volgend kwartaal meer over berichten.
27
Beleggingsvisie
oktober 2012
Samenvatting Een vloedgolf aan liquiditeit was voldoende om de aandelenmarkten wereldwijd in het derde kwartaal weer omhoog te helpen, hoewel er nog steeds weinig tekenen zijn dat deze liquiditeit zich ook vertaalt in hogere economische groei.
George Raven
Hoewel de recente acties van de ECB de risico’s voor beleggers hebben beperkt, bieden ze geen oplossing voor de eurocrisis. Aan de ECB steun zijn harde voorwaarden verbonden die een land in een neerwaartse spiraal kunnen brengen.
De eurocrisis zal zich van noodsituatie naar noodsituatie blijven voortslepen, als gevolg van het Zeeuws Meisjebeleid (‘geen cent teveel’) van het noorden. Belangrijk voor ons beleggingsbeleid is dat het eurorisico voortdurend boven de markt zal blijven hangen en van tijd tot tijd aanleiding kan zijn voor substantiële marktcorrecties. Het is de vraag of de derde ronde van monetaire verruiming van de Fed (QE3) niet een negatieve uitwerking zal hebben op de Amerikaanse economie. Stijgende voedsel- en vooral benzineprijzen drukken het besteedbaar inkomen, zodat de economie juist geremd wordt in plaats van gestimuleerd. Een eventuele verdere rally in het vierde kwartaal lijkt ons een hoogrisico rally, terwijl de potentiële winst beperkt lijkt door de sterke prestaties van de aandelenmarkten sinds juni. De risicorendementsverhouding is daardoor niet aantrekkelijk. Wij blijven daarom in onze aandelenportefeuilles het accent leggen op zeer winstgevende multinationals die een groot gedeelte van hun omzet behalen in opkomende landen en die een goed, en liefst stijgend, dividend uitkeren.
28
Economie In het derde kwartaal wisten de aandelenmarkten het herstel dat begin juni was ingezet voort te zetten. Het kwartaal verliep daarmee beter dan wij hadden verwacht. Vooral de Europese markten, die in het tweede kwartaal nog behoorden tot de slechtst presterende, boekten een opvallend herstel, geholpen door hedgefondsen die hun shortposities indekten (zie grafiek 1 voor de prestatie van de Spaanse aandelenmarkt). Deze goede prestaties werden niet gedreven door uitzicht op economisch herstel, omdat de meeste indicatoren bleven wijzen op een voortdurend zwakke conjunctuur. Niet alleen in Europa, maar ook in de VS en veel opkomende landen, waaronder China, bleven indicatoren wijzen op een verdere verslechtering van de economie, of op zijn best een stabilisatie op een laag groeiniveau. Het herstel werd opnieuw gedreven door acties van centrale banken, die wereldwijd de sluizen openzetten op een manier die nog niet eerder was vertoond. De vloedgolf aan liquiditeit was voldoende om de markten wereldwijd weer omhoog te helpen, hoewel er nog steeds weinig tekenen zijn dat deze liquiditeit zich ook vertaalt in hogere economische groei.
Waar de afgelopen jaren de Amerikaanse Fed de hoofdrol speelde op het gebied van monetaire verruiming, was het in het derde kwartaal van 2012 voorzitter Draghi van de ECB die het meest van zich deed spreken. Op 26 juli kondigde hij al aan ‘alles’ te zullen doen dat nodig is om het bestaan van de euro te verzekeren. Wanneer een centrale bank dat zegt passen beleggers wel op om te speculeren op een negatieve uitkomst, omdat een centrale bank eindeloos diepe zakken heeft om de markten te beïnvloeden. Vooral de rente op Italiaanse en Spaanse staatsobligaties kon hierdoor dalen, wat ook de bedoeling was van Draghi’s uitspraken (zie grafiek 2).
grafiek 1
grafiek 2
Op 6 september gaf hij invulling aan de belofte van 26 juli door aan te kondigen dat de ECB bereid was in ongelimiteerde hoeveelheden staatsobligaties op te kopen in de secundaire markt (dus niet bij uitgifte want dat is de ECB verboden). Voorwaarde was wel dat het land waarvan de obligaties worden opgekocht zich had aangemeld bij de steunfondsen EFSF en/of ESM en de daarbij behorende afspraken over bezuinigingen had geaccepteerd en ook in
9000
8.00
8500
7.50
8000
7.00
7500
6.50
7000
6.00
6500
5.50
6000
5.00
5500
JAN FEB MAR APR MAY JUN JUL AUG SEP IBEX 35 index (Spanje)
Source: Thomson Reuters Datastream
4.50
JAN
FEB MAR APR MAY
Italie lange rente Spanje lange rente
JUN
JUL
de praktijk bracht. Belangrijk element was verder dat hij aangaf dat de door de ECB opgekochte obligaties geen preferente status zouden hebben ten opzichte van andere (zoals bij Griekenland wél het geval was geweest). Tevens zouden alle aankopen worden geneutraliseerd (of ‘gesteriliseerd’ in het jargon van de financiële markten) door voor eenzelfde bedrag andere obligaties uit het bezit van de ECB te verkopen, of door banken te verplichten voor eenzelfde bedrag deposito’s te plaatsen bij de ECB. Hiermee wordt tegengegaan dat er teveel geld in omloop komt. Opvallend was dat alleen de voorzitter van de Bundesbank, Jens Weidman, protest aantekende tegen de gang van zaken. De overige leden van het ECB bestuur zagen kennelijk de noodzaak in van de aangekondigde beleidsmaatregelen. Erkend moet worden dat Draghi’s acties succes opleverden: zoals te zien is in grafiek 2 daalde de rente op Italiaanse en Spaanse staatsobligaties zonder dat de ECB de daad bij het woord hoefde te voegen. Spanje en Italië hebben zich immers nog niet aangemeld bij het EFSF/ESM, zodat hun staatsobligaties nog niet kunnen worden aangekocht door de ECB.
AUG SEP
Source: Thomson Reuters Datastream
29
De ECB was niet de enige centrale bank die van zich deed spreken in het derde kwartaal. Alle belangrijke centrale banken gingen door met het openzetten van de geldkraan, of kondigden zelfs nieuwe initiatieven aan. Tegen het einde van het kwartaal introduceerde de Amerikaanse Fed een derde programma van monetaire verruiming (“QE3”), waarbij de bank voor een onbeperkte tijd obligaties zal opkopen die worden gedekt door een portefeuille van hypotheken, in een poging om de hypotheekrente nog verder te laten dalen. Zelfs de Japanse centrale bank, in de regel niet een van de meest actieve, kondigde nieuwe opkoopacties aan, ook al zullen die pas plaatsvinden in 2013. Ook andere centrale banken kwamen weer met renteverlagingen of verruimingsacties op de proppen. De opmerkelijk hoge activiteit van de centrale banken is helaas een reflectie van de omvang van de problemen. Sinds de kredietcrisis van 2008 probeert de westerse wereld haar schuldenprobleem onder de knie te krijgen. De dalende kredietverlening (‘deleveraging’) heeft een sterk drukkende werking op de prijzen van goederen en bezittingen als aandelen en vastgoed, en bergt het voortdurende gevaar in zich dat de economie zal wegzakken in een depressie, zoals in de jaren dertig. In die tijd deed zich een vergelijkbaar proces van schuldvermindering voor, als reactie op de uitbundige kredietverlening van de ‘Roaring Twenties’. In tegenstelling tot in de jaren dertig proberen de centrale banken dit maal de deflationaire werking van de schuldvermindering te beperken door de rente zoveel mogelijk te verlagen en door zoveel mogelijk geld in het systeem te pompen.
recessies, zodat langzamerhand van depressies kan worden gesproken (zie grafiek 3). De introductie van de euro bezorgde deze landen jarenlang een lage rente, wat resulteerde in overbesteding en te snel stijgende loonkosten, waardoor zij minder concurrerend werden ten opzichte van de Noord-Europese landen. Het gevolg was een tekort op de betalingbalans, dat niet meer kan worden gecorrigeerd door de eigen valuta te laten devalueren. Gevolg is de noodzaak van een ‘interne devaluatie’, een verlaging van het kostenniveau, vooral door een verlaging van lonen, uitkeringen en pensioenen. Een dergelijke interne devaluatie zet de bestedingen steeds verder onder druk, waardoor een neerwaartse spiraal op gang komt, die deze landen steeds verder in de problemen brengt. Door de neerwaartse spiraal dalen ook de belastinginkomsten van de staat, zodat de verhouding tussen de hoogte van de overheidsschuld en het nationaal product steeds verder verslechtert, en uiteindelijk uit de hand kan lopen, zoals in Griekenland. De kredietwaardigheid van deze landen wordt daardoor steeds twijfelachtiger, hetgeen goed te zien is in grafiek 4, die de risicopremie weergeeft grafiek 3 3 2 1 0 -1 -2 -3
In de meeste landen is het tot nu toe gelukt om de economische groei positief te houden, al houdt de groei meestal niet over. Een uitzondering vormen de Zuid-Europese landen, die al geruime tijd lijden onder
30
-4 -5
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Portugal groei bbp
Source: Thomson Reuters Datastream
van Spanje, Italië en Frankrijk ten opzichte van Duitsland. Dit is de extra rente die moet worden betaald door deze landen op hun staatsobligaties, bovenop de rente die geldt voor Duitsland. Duidelijk te zien is het proces van convergentie eind jaren negentig in de aanloop naar de komst van de euro. De risicopremies daalden tot bijna nul, omdat beleggers vergaten dat de euro slechts een monetaire unie vertegenwoordigde en geen politieke unie. Dit besef keerde na de kredietcrisis terug, waardoor de risicopremies weer terugstegen tot het niveau van voor de komst van de euro. Kijkende naar de grafiek lijkt het alsof de euro niet meer bestaat. Het oplopen van de risicopremies is het gevolg van het feit dat rijke crediteurenlanden uit het noorden (vooral Duitsland, Nederland, België en Finland) weigeren garant te staan voor de overheidsschulden van het zuiden. De zuidelijke landen komen hierdoor steeds verder op achterstand te staan, doordat zij veel meer rente moeten betalen op hun schulden, terwijl de noordelijke landen juist profiteren van een zeer lage rente, omdat beleggers bereid zijn een lage rente te accepteren op obligaties die grafiek 4 7 6 5 4 3 2 1 0 -1
9192 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
Spanje renteopslag tov Duitsland Italie renteopslag tov Duitsland Frankrijk renteopslag tov Duitsland
als veilig worden ingeschat. Om de crisis te bezweren doen de noordelijke landen in iedere noodsituatie net voldoende om de euro in stand te houden, maar te weinig om de crisis op te lossen. Hierdoor blijft de eurocrisis zich voortslepen van noodsituatie naar noodsituatie. Voorzitter Draghi van de ECB probeerde aan dit proces in het derde kwartaal van 2012 een einde aan te maken door toe te zeggen dat hij ‘alles’ zou doen om de euro te redden en zich bereid te verklaren overheidsobligaties op te kopen. Het essentiële probleem is echter dat zijn steun niet zo onbeperkt is als hij lijkt, omdat zijn steun voorwaardelijk is. Landen die van de steun gebruik willen maken moeten zich aanmelden bij de steunfondsen EFSF/ESM, en aan de steun van deze fondsen zijn harde voorwaarden verbonden om het overheidstekort terug te brengen door bezuinigingen en belastingverhogingen. Op het moment van dit schrijven hebben Spanje en Italië zich nog niet aangemeld bij deze fondsen. Spanje lijkt het eerst aan de beurt omdat haar banken op korte termijn ongeveer 60 miljard euro kapitaalsteun nodig hebben uit het ESM om de onroerendgoedcrisis te overleven. De trotse Spanjaarden proberen echter op eigen kracht door harde bezuinigingen weer aan kredietwaardigheid te winnen, zodat zij hun staatsobligaties zonder steun kunnen plaatsen in de markt tegen aanvaardbare rentetarieven. Gezien de enorme problemen van de Spaanse bankensector betwijfelen wij of dit lukt. Met de 60 miljard steun aan de banken dreigt de Spaanse overheidsschuld uitgedrukt als percentage van het nationaal product al in de buurt te komen van de 100%, terwijl 90% door economen wordt gezien als een kritisch niveau, waarop de situatie uit de hand dreigt te lopen. De harde bezuinigingen en belastingverhogingen kunnen gemakkelijk leiden tot een steeds verder
wegzinkende economie, waardoor het land steeds dieper in de problemen raakt en op een gegeven moment in een schuldenval terechtkomt, à la Griekenland. Het nominale nationale product (dus inclusief inflatie) groeit dan niet meer snel genoeg om een steeds verdere stijging van de verhouding tussen staatsschuld en nationaal product tegen te gaan. De rente ligt dan hoger dan de nominale groei.
Source: Thomson Reuters Datastream
31
Alle zuidelijke landen dreigen aan dezelfde neerwaartse spiraal ten onder te gaan. Om dit te voorkomen zouden de noordelijke landen, en dan vooral Duitsland, veel ruimhartiger moeten omgaan met het garant staan voor het zuiden. Het is echter duidelijk dat deze landen niet bereid zijn een fiscale en politieke unie met het zuiden te vormen. Hun standpunt is ook begrijpelijk en werd op 29 juli verwoord door ex-Bundesbank lid Otmar Issing in de Financial Times, waarin hij stelde dat je geen monetaire unie kunt redden door een politieke unie in te voeren. De politieke unie had vooraf moeten gaan aan de monetaire unie, en niet andersom, zoals gebeurde door de invoering van de euro. Ook een bankenunie en een Europees depositogarantiestelsel wees hij af om dezelfde reden. Hij wil doorgaan met het verstrekken van hulp tegen harde voorwaarden en tegen rentetarieven die voldoende hoog zijn om landen gemotiveerd te houden om door te gaan met hervormingen.
32
Gevolg van deze houding is wel dat het gat tussen Noord- en Zuid-Europa steeds groter dreigt te worden en dat de eurozone als geheel in een schuldenval terecht dreigt te komen. In een artikel in de New York Review of Books van september 2012 noemde de bekende belegger George Soros het een
schadelijk zijn dan het vertrek van zwakke landen.
Griekse tragedie van historische omvang dat een deel van de eurozone door het Duitse beleid in een voortdurende depressie dreigt te worden gestort, terwijl het land zich van geen kwaad bewust is en zich onheus bejegend voelt wanneer haar beleid wordt bekritiseerd. De oplossingen die Soros aandraagt, het creëren van een Europese Fiscale Autoriteit die de overheidsschulden op de boeken van de ECB garandeert, het garanderen van korte leningen van zuidelijke landen, zodat ze kunnen lenen tegen lage tarieven, en het voeren van een groeipolitiek gericht op een inflatie van 5%, zijn voor Duitsland onacceptabel. Als ook Frankrijk er niet in slaagt om Duitsland van beleid te doen veranderen, dan vindt Soros dat Duitsland de euro moet verlaten (‘Lead or Leave’), om de zuidelijke landen weer een kans te geven met een zwakkere euro. Het vertrek van de sterke landen uit de euro zou juridisch makkelijker en economisch minder
nog een jaar te worden uitgesteld, zodat zij pas plaatsvindt wanneer Spanje en Italië in ‘veilige haven’ zijn en de crisis niet overslaat op deze landen. Een Grexit zal zeker leiden tot een verhoging van de Nederlandse staatsschuld, daar Nederland immers uiteindelijk garant staat voor een gedeelte van de verliezen die vooral het EFSF en de ECB zullen oplopen. De schade voor de Nederlandse belastingbetaler kan echter meevallen doordat ons land, juist door de eurocrisis, tegen zeer lage rentetarieven haar staatsschuld kan financieren.
De toekomst van de euro is door niemand te voorspellen, al lijkt de Europese politiek wel te hebben geaccepteerd dat Griekenland zal moeten vertrekken. Een ‘Grexit’ lijkt echter
Hoewel de toekomst altijd onzeker zal zijn, is het wel duidelijk dat de eurocrisis zich van noodsituatie naar noodsituatie zal blijven voortslepen als gevolg van het Zeeuws Meisjebeleid (‘geen cent teveel’) van het noorden. Belangrijk voor ons beleggingsbeleid is dat het eurorisico voortdurend boven de markt zal blijven hangen en van
grafiek 5
grafiek 6 10
6
8
4
6 2
4
0
2
-2
0 -2
-4
-4 -6 -8
-6 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Duitsland groei bbp
Source: Thomson Reuters Datastream
tijd tot tijd aanleiding kan zijn voor substantiële marktcorrecties. Dit maant enerzijds tot voorzichtigheid, maar biedt anderzijds ook kansen. Hoewel de recente acties van de ECB de risico’s voor beleggers hebben beperkt, bieden ze geen oplossing voor de eurocrisis. Zoals eerder gesteld, zijn aan de ECB-steun harde voorwaarden verbonden die een land nog verder in de problemen kunnen helpen. Tevens kan de ECB met behulp van opkoopacties wel voorkomen
-8
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
NL groei duurzame consumptie
Source: Thomson Reuters Datastream
dat de rente op staatsobligaties te ver oploopt, maar zal zij niet in staat zijn om de rente van zuidelijke landen in de buurt te brengen van de rentetarieven die gelden voor het noorden. Ook met steun van de ECB zal het economisch gat tussen noord en zuid steeds groter worden omdat het zuiden meer rente moet betalen.
Duitsland blijft nog het best overeind, zoals te zien is in grafiek 5. Ook in Duitsland is de economische groei echter inmiddels weggezakt tot een schamele 1% en lijkt de trend nog steeds dalende. Begin 2011 werd nog een groei van rond de 5% geboekt. Nederland doet het duidelijk slechter met een licht negatieve groei. Vooral de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen dalen, met momenteel een negatieve groei van ongeveer 5% op jaarbasis (zie grafiek 6). De teruggang is daarmee bijna even sterk als die in het crisisjaar 2009. De slechte huizenmarkt speelt hier ongetwijfeld een belangrijke rol, want veel duurzame consumptiebestedingen hangen samen met verhuizingen. Ook wat dat betreft staat Duitsland er beter voor: het land heeft de afgelopen decennia geen onroerendgoedspeculatie gekend, in tegenstelling tot veel andere Europese landen.
Ondertussen kunnen ook de noordelijke landen zich niet onttrekken aan de malaise.
33
grafiek 7 6
4
grafiek 8 7.00
5.50
6.50
5.00 4.50
6.00 2
4.00
5.50
3.50
5.00
0
3.00
4.50
-2
2.50
4.00 -4
-6
2.00
3.50
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
G7 leading indicators G7 groei bbp
Source: Thomson Reuters Datastream
3.00
1.50
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
VS hypotheekrente
Source: Thomson Reuters Datastream
Deze negatieve ontwikkelingen lijken moeilijk in overeenstemming te brengen met de goede prestaties van de meeste aandelenmarkten in 2012. De aandelenmarkt heeft echter een zekere voorspellende kracht en loopt vaak ongeveer een half jaar vooruit op de economische ontwikkelingen. Het is mogelijk dat de globale economische groei momenteel op een dieptepunt ligt en dat de groei de komende maanden weer wat aantrekt. De voorspellende indicatoren (‘leading economic indicators’) voor de economie wijzen inderdaad op een lichte verbetering. In grafiek 7 zijn de voorspellende indicatoren en de economische groei voor de G7 (de grote industrielanden) weergegeven. De groei is voor deze groep landen weggezakt tot slechts iets meer dan 1%, maar de voorspellende indicatoren buigen weer voorzichtig omhoog. Probleem is altijd wel dat de aandelenmarkten zelf behoren tot de belangrijkste onderdelen van deze indicatoren, zodat de positieve ontwikkeling gedeeltelijk wordt veroorzaakt door de gestegen aandelenmarkten. Het blijft daardoor mogelijk dat de positieve draai in de indicatoren op het conto moet worden geschreven van de grote centrale banken
34
grafiek 9
1.00
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
VS staatsobligatierente
Source: Thomson Reuters Datastream
die de sluizen volledig hebben opengezet om deflatie en depressies af te wenden. Zoals hierboven gesteld, blies ook de Fed, het stelsel van Amerikaanse centrale banken, zijn partijtje mee in het liquiditeitsspel. Terwijl de operatie Twist (waarbij langlopend papier werd aangekocht in ruil voor kortlopend papier teneinde de lange rente te doen dalen) nog niet was afgerond, kondigde de Fed in september al weer QE3 aan, een derde programma van monetaire verruiming. QE1 liep van eind 2008 tot begin 2010 en was noodzakelijk om de financiële markten te stabiliseren na de kredietcrisis van eind 2008. De aandelenmarkten herstelden toen krachtig. QE2 liep van eind 2010 tot medio 2011 en ging slechts enkele maanden gepaard met stijgende aandelenmarkten, die na afloop van QE2 al snel fors corrigeerden. Het economisch nut van QE2 werd al betwijfeld en het nut van QE3 lijkt nog twijfelachtiger. QE3 is erop gericht om de hypotheekrente verder te doen dalen door de aankoop van door hypotheekportefeuilles gedekte obligaties, zogenaamde ‘mortgage-backed securities’ (MBS). In grafiek 8 is echter te zien dat de hypotheekrente in de VS reeds is
gedaald tot een zeer laag niveau van ongeveer 3,5%, wat laag genoeg lijkt voor iedere huizenkoper. Door de aankoop van MBS door de Fed zal de risicopremie op MBS kunnen dalen, maar het is de vraag of een dergelijke daling niet teniet wordt gedaan door een stijging van de basisrente, de rente op gewone staatsobligaties. (zie grafiek 9) Het is zelfs de vraag of QE3 niet een negatieve uitwerking zal hebben op de economie. QE1 en QE2 gingen immers gepaard met stijgende prijzen van grondstoffen, omdat een gedeelte van de gecreëerde liquiditeit zijn weg vond naar de grondstoffenmarkten. Stijgende voedsel- en vooral benzineprijzen drukten daardoor het besteedbaar inkomen, hetgeen nu opnieuw zou kunnen gebeuren, zodat de economie juist geremd
wordt in plaats van gesteund. Door het wijdverbreide autobezit is de Amerikaanse economie opmerkelijk gevoelig voor stijgende benzineprijzen. In grafiek 10 is de olieprijs weergegeven. De grote hoop op economisch herstel blijft de Amerikaanse huizenmarkt. Na bijna vijf jaar van achteruitgang en stagnatie is die markt dit jaar duidelijk aan het herstellen. In augustus steeg het aantal verkochte huizen met 8% op jaarbasis en steeg de mediane prijs met bijna 10%. Er is nog een grote voorraad van onverkochte huizen, maar zelfs het aantal nieuw in aanbouw genomen huizen (‘housing starts’) begint weer voorzichtig te stijgen, zij het vanaf een zeer laag niveau (zie grafiek 11).
grafiek 10 160
grafiek 11 2400 2200
140
2000
120
1800 1600
100
1400 80
1200 1000
60
800
40 20
600 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Olieprijs (Brent)
Source: Thomson Reuters Datastream
400
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
VS housing starts
Source: Thomson Reuters Datastream
35
grafiek 12
grafiek 13 250
15
300
14
350
13
400
12
50
450
11
45
500
10
550
9
600
8
650
7
75 70 65 60 55
40 35 30 25 20
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
VS nieuwe orders (ISM)
Source: Thomson Reuters Datastream
700
2007
2008
2009
2010
2011
2012
6
VS initial jobless claims (links, omgekeerd) VS Dow Jones Industrial index (rechts)(R.H.SCALE) Source: Thomson Reuters Datastream
De huizenmarkt is zeer belangrijk voor de totale economie, daar de Amerikaanse economie voor circa 70% wordt bepaald door consumentenbestedingen. De koop van een huis gaat gepaard met een hoop andere aankopen van zowel goederen als diensten, zodat stijgende huizenverkopen de hele economie op sleeptouw kunnen nemen. Ondanks het herstel van de huizenmarkt boekt de Amerikaanse economie vooralsnog geen hoge groei en lijkt de groei zelfs nog weg te zakken. Belangrijkste oorzaak lijkt het weer wegzakken van de investeringen van het bedrijfsleven, nadat die vorig jaar werden gestimuleerd door bijzonder gunstige fiscale afschrijvingsregels. De recente scherpe terugval in nieuwe orderontwikkeling is zorgwekkend, temeer daar zij gepaard gaat met oplopende voorraden hetgeen wijst op zeer zwakke eindvraag (zie grafiek 12). Voor de aandelenmarkten blijft echter de werkloosheid allesbepalend. Er bestaat al jaren een perfect negatief verband tussen het aantal nieuwe uitkeringen van werklozen en de aandelenmarkt. In grafiek 13 is dat grafisch weergegeven door op de
36
linkerschaal het aantal nieuwe uitkeringen omgekeerd weer te geven (een stijgende lijn betekent dus een lager aantal uitkeringen). Op de rechterschaal is de bekende Dow Jones Industrials index weergegeven. De lijnen volgen elkaar vrijwel exact, al lijkt ook hier de aandelenmarkt zich de laatste tijd positiever te ontwikkelen dan het aantal nieuwe werkloosheidsuitkeringen. De teleurstellende ontwikkeling van de werkgelegenheid was voor de Fed de belangrijkste reden om te komen met QE3 in september. Ook de zogenaamde ‘fiscal cliff’ zal een rol hebben gespeeld. Dit betreft het aflopen van allerlei tijdelijke belastingverlagingen die, wanneer zij allemaal zouden komen te vervallen per 1 januari 2013, een forse negatieve druk zouden uitoefenen op de Amerikaanse economie. Het is zeer ongebruikelijk voor de Fed om zo kort voor de presidentsverkiezingen in november te komen met belangrijke monetaire maatregelen, omdat dit kan worden uitgelegd als steun aan de partij van de president. Daarbij gaf de Fed ook nog eens aan dat de maatregelen voor onbepaalde duur waren,
met andere woorden, de sluizen staan echt maximaal open. De vraag blijft echter of het wat uithaalt of dat de Fed nu feitelijk machteloos is na jarenlang de korte rente op nauwelijks meer dan 0% te hebben gehouden, de lange rente sterk te hebben gedrukt en onbeperkte liquiditeit te hebben geboden aan het bankwezen. De Fed lijkt verder machteloos en moet nu lijdzaam toezien of haar extreem verruimende monetaire acties voldoende zijn om de deflatoire druk die uitgaat van het proces van schuldvermindering te compenseren. Het is zoals eerder gesteld niet uit te sluiten dat de stimuleringsmaatregelen zich nu beginnen te keren tegen de economie door de stijgende benzineprijzen. Het QE1 programma van de Fed was belangrijk om de financiële markten te stabiliseren, maar het waren vooral de inspanningen van China die de wereld uit het economisch dal trokken in 2009 en 2010. Uitgedrukt als percentage van het bbp stegen de investeringen in China naar bijna 50%, een ongekend hoog niveau. China werd echter ook geconfronteerd met de negatieve gevolgen in de vorm van sterk stijgende grondstof- en voedsel-
grafiek 14 10
8
50
14
40 30
12
20
11
4
10
10
2
0
9
-10
8
0
-20
7 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
China inflatie
Source: Thomson Reuters Datastream
prijzen, waardoor de inflatie steeg tot ongeveer 6% (zie grafiek 14) en de economie weer moest worden afgeremd. Sindsdien is economische groei gedaald van ongeveer 12% tot minder dan 8%, niet ver boven het crisisniveau van begin 2009 (zie grafiek 15). Vooral de groei van de export laat het afweten: werd begin 2010 nog een groei geboekt van 40%, de laatste groeicijfers lagen rond de 5% (zie grafiek 16). Het land lijkt niet van plan om nogmaals het gaspedaal van de investeringen volledig in te trappen, omdat het probeert over te schakelen van een door investeringen gedreven economie naar een economie die meer drijft op consumptie. Op korte termijn bestaat veel onzekerheid over de plannen van het land daar in oktober een groot gedeelte van het hogere partijkader wordt vervangen. Deze massale machtswisseling lijkt ook een negatieve invloed te hebben op de betalingsbalans van het land, die recent voor het eerst een negatief saldo vertoonde. Het positieve saldo op de handelsbalans daalde door de afnemende groei van de export, maar daarnaast leek er sprake van massale kapitaalvlucht, mogelijk in verband met onzekerheid over de ontwik-
grafiek 16
15
13
6
-2
grafiek 15
6
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
China groei bbp
Source: Thomson Reuters Datastream
-30
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
China exportgroei (3 mnd voorts gem)
Source: Thomson Reuters Datastream
kelingen in de partij. Op korte termijn lijkt het land in ieder geval niet van plan om opnieuw in zijn eentje de wereldeconomie uit het slop te trekken, gesteld dat het daartoe nog in staat zou zijn. De enorme investeringsgolf van de afgelopen jaren zal de lokale banken ongetwijfeld hebben opgezadeld met een groot aantal oninbare leningen, zodat het land alleen daarvoor al het nodige kapitaal zal moeten aanwenden.
37
Obligaties Obligatiemarkten werden ook in het derde kwartaal wereldwijd gekenmerkt door extreem lage renteniveaus voor landen met een hoge kredietwaardigheid, zoals Nederland en Duitsland (zie grafiek 17). Verschillen in renteniveaus op basis van kredietwaardigheid zijn normaal, maar de huidige rentes op staatsobligaties van hoge kwaliteit zijn historisch gezien extreem laag. Op de kortere looptijden is vaak zelfs al sprake van een negatieve rente, met andere woorden: de belegger moet rente betalen om in staatsobligaties te ‘mogen’ beleggen. Daarom hebben wij in onze beheerportefeuilles recent de weging naar Nederlandse staatsobligaties verder teruggebracht. Aanhoudend lage rentes blijven mogelijk, maar na een bullmarkt van bijna 30 jaar (lees: dalende rentes) hebben staatsobligaties hun beste tijd achter de rug. Inmiddels compenseert de 10-jaars rente op Nederlands staatspapier (1,8%) niet eens de verwachte jaarlijkse inflatie, laat staan de vermogensbelasting. grafiek 17 5.00 4.50 4.00 3.50 3.00 2.50 2.00 1.50 1.00
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Duitsland staatsobligatierente
Source: Thomson Reuters Datastream
Daarbij is het risico op een stijgende rente op lange termijn door de vele maatregelen van
38
centrale banken om liquiditeit te creëren, niet gering. Een stijgende rente resulteert in koersverlies, vooral op langerlopende obligaties. Kortom, we vinden staatsobligaties momenteel duur en we verwachten op termijn meer van kredietwaardige bedrijfsobligaties en van kwalitatief goede aandelen. Ook de recente acties van de ECB kunnen al leiden tot een stijging van de lange rente op Noord-Europese staatsobligaties. Wanneer de ECB ertoe zou overgaan om staatsobligaties van de zuidelijke landen op te kopen, neemt de ECB immers een kredietrisico aan boord dat voor een belangrijk gedeelte uiteindelijk op het bordje van de noordelijke landen terecht zou komen. Een zekere convergentie tussen de rentetarieven van noord en zuid ligt daardoor voor de hand, met negatieve consequenties voor Duits en Nederlands overheidspapier. Eén en ander betekent overigens niet dat wij onze volledige positie in staatsobligaties verkopen. Staatsobligaties hebben een belangrijke functie in de opbouw van een portefeuille: de inflatie kan lager uitvallen dan momenteel wordt verwacht en in tijden van onrust fungeert deze beleggingscategorie vaak als ‘kapitaalbeschermer’. Ook tijdens de recente spanningen omtrent de Spaanse bankencrisis was dit het geval. Daarbij komt dat een eenzijdige invulling van een portefeuille tot ongewenste concentratierisico’s kan leiden. Wel stappen wij in dit klimaat af van een vaste minimumweging (afhankelijk van het risicoprofiel) en minimumrating (AAA) voor staatsobligaties. Dergelijke richtlijnen zijn bij de huidige extreem lage rentestanden en gegeven de overijverige kredietbeoordelaars te rigide. Zo zou Nederland bijvoorbeeld afgewaardeerd kunnen worden tot AA+, wat dan ‘verplicht’ tot een verkoopadvies zou leiden, ongeacht onze visie hierop. Flexibiliteit is hier van belang om te waarborgen dat ons advies op weging en
selectie een afspiegeling blijft van onze beleggingsvisie, met als onveranderlijk streven kapitaalbehoud op de langere termijn. De mutaties in het afgelopen kwartaal bestonden uit de verkoop van Nederlands staatspapier 2004/14 (3,75%) ten gunste van het BlueBay IG Corporate Bond Fund. Dit fonds belegt voornamelijk in Europese bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit ('investment grade', IG). De rentegevoeligheid van
De huidige portefeuille van staatsobligaties bestaat voor tweederde uit Nederlandse staatsobligaties en de rest is geïnvesteerd in de VS om te profiteren van een versterking van de dollar die wij op termijn verwachten. De laatste maanden veerde de koers van de euro weliswaar weer wat op omdat de markten meer risicozoekend werden, maar op wat langere termijn gaan wij ervan uit dat de euro verder zal verzwakken ten opzichte van de dollar (zie grafiek 19).
grafiek 18
grafiek 19
6
1.60 1.50
5
1.40
4
1.30 3 1.20 2
1.10
1
0
1.00
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
EUR risicopremie Baa
Source: Thomson Reuters Datastream
0.90
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Eurodollarkoers
Source: Thomson Reuters Datastream
dit fonds bedraagt 4,0 en het effectief rendement ligt rond de 3,5%. Over een termijn van 5 jaar presteerde het fonds beter dan de benchmark. Hoewel de rente op goede bedrijfsobligaties de laatste maanden weer daalde (zie grafiek 18) achten wij ze nog altijd relatief aantrekkelijk ten opzichte van staatsobligaties. Ook verkochten wij dit kwartaal Nederlandse obligaties 2005/15 (3,25%) ten gunste van Sanofi (waar we later op ingaan). Daarmee brachten we de weging in staatsobligaties terug naar ongeveer een derde van de obligatieportefeuille in de neutraal gepositioneerde beheermodellen.
39
Aandelen en alternatieve beleggingen In het derde kwartaal zijn onze beheerportefeuilles enigszins achtergebleven bij de wereldindex vanwege de zeer defensieve positionering, die onder andere tot uitdrukking komt in het feit dat de portefeuilles vrijwel geen beleggingen in banken of in Zuid-Europa bevatten. Gegeven de risico’s in de markt achten wij het voor onze cliënten echter van belang dat de beleggingen van hoge kwaliteit zijn en een behoorlijk dividend uitkeren. Bovendien hebben wij in het derde kwartaal onze aandelenallocatie verlaagd van neutraal naar licht benedengemiddeld na een aandelenrally die geen gezonde dynamiek vertoonde, doordat zij werd gedragen door zeer lage volumes en een beperkt aantal aandelen. Tevens speelde een rol dat wij de risico’s wilden beperken in september, traditioneel de zwakste maand van het jaar. Door de acties van vooral de ECB en de Fed verliep de maand september echter verrassend goed en vertoonden de markten een sterk verbeterde dynamiek. Hierna zijn wij teruggekeerd naar een neutrale aandelenweging. De gezonde dynamiek van de aandelenmarkten is mogelijk een voorbode van verdere koersstijgingen in het vierde
kwartaal. Toch willen wij niet zwaar inzetten op een verdere rally, gezien de economische bedreigingen in zowel de eurozone als de VS en China. Een eventuele verdere rally in het vierde kwartaal lijkt ons een hoogrisico rally, terwijl de potentiële winst beperkt lijkt door de sterke prestaties van de aandelenmarkten sinds juni. De risicorendementsverhouding is daardoor niet aantrekkelijk. Wij blijven daarom in onze aandelenportefeuilles het accent leggen op zeer winstgevende multinationals die een groot gedeelte van hun omzet behalen in opkomende landen en die een goed, en liefst stijgend, dividend uitkeren.
grafiek 21
grafiek 22
grafiek 20
In grafiek 20 en 21 is de gemiddelde winstgroei te zien in de Amerikaanse en Europese aandelenmarkten. Beide staan al geruime tijd zwaar onder druk, maar de Amerikaanse winstgroei is nog wel positief (ongeveer 5%), terwijl de Europese winsten momenteel dalen met bijna 20% op jaarbasis. Deze winstontwikkeling lijkt negatief voor de aandelenmarkten en zal dat ook blijken te zijn als zij nog verder afzwakt. Blijkt echter dat de dalende winstgroei dichtbij een keerpunt is, dan ligt het voor de hand dat de
50
50
40
40
30
30
20
20
10
10
100
0
0
90
-10
-10
-20
-20
-30
-30
-40
00 01 02
03 04 05
VS winstgroei
40
06 07
08
09 10 11 12
Source: Thomson Reuters Datastream
-40
130 120 110
80 70
00 01 02
03 04 05
Europa winstgroei
06 07
08
09 10 11 12
Source: Thomson Reuters Datastream
60
JAN FEB MAR APR MAY JUN JUL AUG SEP DAX index (Duitsland) IBEX 35 index (Spanje)
Source: Thomson Reuters Datastream
grafiek 23 110 105 100
grafiek 24
grafiek 25
460
1500
440
1450
420
1400
400
1350
95
380
1300
90
360
1250
340
1200
320
1150
300
1100
85 80 75
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
Colgate-Palmolive
Source: Thomson Reuters Datastream
aandelenmarkten ook in het vierde kwartaal zullen stijgen. Het risico van een negatieve uitkomst schatten wij echter te hoog in om zwaar in te zetten op mogelijke verdere stijgingen in de aandelenmarkten. Eventuele risicoverhogingen zullen een sterk tactisch karakter hebben en gericht zijn op de korte termijn. In onze directe beheermodellen verlaagden wij de aandelenallocatie door winst te nemen op de tactische positie in de QQQ Powershares tracker die is afgeleid van de Nasdaq 100 index en door winst te nemen op Baxter, een Amerikaanse producent van medische apparatuur en gebruiksartikelen. In de fondsmodellen maakten we dezelfde beweging door de verkoop van de QQQ tracker en een deel van het Janus Perkins US Strategic Value Fund. In beide modellen werd de opbrengst aangewend voor de aankoop van US Treasury 2017 obligaties om de positie in de dollar te behouden. In Europa werd de aandelenrally gedragen door vooral de zwakkere landen in de eurozone. Een voorbeeld hiervan is de Spaanse
280
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
Swatch Group
Source: Thomson Reuters Datastream
markt die in het derde kwartaal ruim 15% is gestegen ten opzichte van bijvoorbeeld de wereldindex die slechts 6,2% steeg. In grafiek 22 is zowel de Duitse DAX index weergegeven als de Spaanse IBEX 35 index. Duidelijk te zien is dat ondanks het herstel in derde kwartaal de Spaanse index dit jaar nog steeds ver achterblijft bij de Duitse index. De Griekse index steeg zelfs met 23% (na een eerder koersverlies van bijna 95%) en de Italiaanse met 11%. Zoals we in ons vorige bericht al schreven, beleggen wij voorzichtigheidshalve niet direct in ZuidEuropese aandelen.
1050
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
S&P500 index
Source: Thomson Reuters Datastream
De acties van de ECB en de Fed hebben mogelijk ook in het vierde kwartaal een positief effect op de aandelenmarkten. In het bijzonder verwachten wij dat Europese aandelen hiervan zouden kunnen profiteren, aangezien deze nog sterk zijn achtergebleven bij de VS waar de S&P haar recente toppen van mei 2011 en april 2012 heeft geslecht (zie grafiek 25).
Naast de defensieve strategie speelde ook de zwakkere dollar in het derde kwartaal een rol in het enigszins achterblijven van onze beheerportefeuilles bij de markt (zie grafiek 19). Vanwege de risico’s in de eurozone hebben wij een grotere positie in Amerikaanse aandelen zoals Coca-Cola, Colgate-Palmolive en General Electric. Voor de Europese aandelen geldt dat we liever investeren in multinationals die een groot deel van hun omzet buiten de eurozone behalen zoals Swatch, Unilever en Nestlé.
41
Ook de Dow Jones Industrials index bereikte onlangs een nieuwe top voor de afgelopen jaren, maar de meer economisch gevoelige Dow Jones Transports index laat al sinds medio 2011 lagere toppen zien. Een dergelijke divergentie tussen deze twee indices wordt vaak gezien als een slecht voorteken en als een bevestiging van een verzwakkende economie (zie grafiek 26 en 27). Op korte termijn hebben wij daarom een lichte voorkeur voor de Europese aandelenmarkten, hoewel wij op langere termijn de Amerikaanse markt blijven prefereren. Omvangrijke liquiditeitsacties stuwen vaak de lange rentes door het oplopen van de inflatieverwachtingen, wat neerwaartse druk zet op de koersontwikkeling van obligaties van een hoge kredietkwaliteit. Wij hebben daarom in de tweede helft van september in onze beheerportefeuilles een deel van onze positie in het Robeco Investment Grade Corporate Bonds fonds verkocht ten gunste van een positie in de Eurostoxx 50 tracker (zie grafiek 28).
grafiek 26 000'S 14
5800 5600
13.50
5400 13
5200
12.50
5000
12
4800 4600
11.50
4400 11 10.50
4200
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
Dow Jones Industrials index
Source: Thomson Reuters Datastream
Een andere wijziging in de portefeuille is de verkoop van Cisco voor IBM. De keuze voor IBM is ingegeven door het feit dat dit bedrijf
42
4000
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
Dow Jones Transports index
Source: Thomson Reuters Datastream
grafiek 28
de nog steeds lage waardering van het aandeel. Op wat langere termijn verwachten wij meer van IBM.
3200 3000 2800 2600
In het derde kwartaal hebben zich naast bovenstaande allocatiewijzigingen weinig veranderingen in de beheerportefeuilles voorgedaan. Wij hebben winst genomen op een deel van de positie in General Electric ten gunste van Potash Corp of Saskatchewan, een van de weinige spelers in meststoffen. De enorme droogte in de VS en dientengevolge een magere oogst leidt tot een flinke stijging van de graanprijzen. Bovendien heeft de globale vraag naar meer vlees een stimulerend effect op de vraag naar en de prijs van graan. Deze twee effecten leiden tot een toenemende vraag naar meststoffen en het aandeel Potash Corp kan daarvan profiteren.
grafiek 27
2400 2200 2000 1800
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
Eurostoxx 50 index
Source: Thomson Reuters Datastream
zich al meer dan 10 jaar toelegt op software en services, en minder op de productie van hardware. Hiermee speelt het bedrijf in op een trend die geldt voor de hele IT markt, waarbij de IT bestedingen zich steeds meer richten op software en services en minder op apparatuur. Deze trend is ook duidelijk waar te nemen in de aandelenmarkten. Wij hebben Cisco verkocht om een sterker accent te leggen op de softwaretrend, ondanks
Tevens kochten wij in onze directe beheermodellen Sanofi ten laste van staatsobligaties. Sanofi is ondergewaardeerd ten opzichte van vergelijkbare Europese farmaciebedrijven zoals Novartis, GlaxoSmithKline en Roche. Dit vindt haar oorsprong in het aflopen van het patent op Plavix in de VS dit jaar, een bloedverdunner die 15% van de nettowinst in 2011 uitmaakte. Sanofi gaf al eerder aan dat de winstverwachting in 2012 12-15% lager uitkomt dan in 2011. Dit is al geruime tijd bekend, maar de markt heeft hier veel nadruk op gelegd. Deze zogenaamde ‘patent cliff’ (een golf van belangrijke patenten die aflopen), is iets waar alle farmaceuten van tijd tot tijd last van hebben. Sanofi heeft deze ‘cliff’ nu achter de rug. Bovendien heeft Sanofi in 2011 haar strategie aangepast om minder afhankelijk te zijn van hoge investeringen in (en grote risico’s van) geneesmiddelen. Sanofi zet met haar nieuwe diversificatiestrategie in op groeimarkten, zoals opkomende economieën en
biofarma (een voorbeeld is de acquisitie van Genzyme). Met deze diversificatiestrategie wordt een gemiddelde omzetstijging verwacht van minimaal 5% tot en met 2015 en een nog hogere groei van de winst per aandeel, geschat op 7%. Sanofi heeft een goede omzetspreiding wereldwijd en slechts een kwart van de omzet wordt gerealiseerd in Europa.
grafiek 29 220
65
210
60
200 55
190 180
50
170
45
In onze fondsmodellen kochten wij in gelijke delen het Jo Hambro Continental European Fund en het IDB Equity Income Fund, eveneens ten laste van staatsobligaties. De enorme liquiditeitspush van centrale banken wereldwijd is goed voor goud. Het creëren van extra liquiditeit verwatert in feite de waarde van geld en verhoogt de inflatieverwachtingen op langere termijn. Goud kan niet worden bijgedrukt of extra worden geproduceerd. De wereldwijde goudhoeveelheid stijgt gemiddeld per jaar met ongeveer 1,5-2%. Na een zijwaartse beweging in de goudprijs in euro’s in het afgelopen jaar is de prijs ervan recent naar boven uitgebroken (zie grafiek 32). Ook wanneer wij goud waarderen in een gelijk gewogen mandje van de munteenheden van de 11 belangrijkste economieën, staat de prijs van goud op het punt van uitbreken. Onze verwachting is dat we het eind van de goudrally nog niet hebben gezien, gegeven het extreem verruimende monetaire beleid van vrijwel alle centrale banken.
grafiek 30
160 40
35
150
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
Potash Corp
140
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
IBM
Source: Thomson Reuters Datastream
grafiek 31
Source: Thomson Reuters Datastream
grafiek 32 2000 1800 1600 1400
70
65
1200 1000
60
800 55
600
50
400
45
40
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S
Sanofi
Source: Thomson Reuters Datastream
200
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Goudprijs in USD Goudprijs in EUR
Source: Thomson Reuters Datastream
43
Copyright Dit Magazine is gebaseerd op publiekelijk bekende en door Insinger de Beaufort (‘IdB’) betrouwbaar geachte bronnen. In het Magazine kunnen verwijzingen naar andere uitgaven of websites zijn opgenomen. Die uitgaven en/of websites en de daar vermelde informatie is niet door Insinger de Beaufort beoordeeld of geanalyseerd. Insinger de Beaufort staat derhalve op geen enkele wijze in voor de juistheid van de informatie op die website(s) en is in geen geval aansprakelijk voor eventuele fouten in die informatie. De beoordeling van het functioneren van de leden van de redactieraad als medewerker of extern adviseur van IdB is op geen enkele wijze van de in dit Magazine opgenomen visies en/of informatie afhankelijk. IdB beschikt over een bankvergunning en is een onder toezicht van de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten staande beleggingsonderneming. De verstrekte informatie is zoveel mogelijk gecontroleerd. IdB noch haar aandeelhouder(s) noch haar medewerkers of betrokken adviseurs zijn aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in de gegevens. In het Magazine opgenomen informatie biedt generlei garantie voor toekomstige koersontwikkelingen en hieraan kunnen generlei rechten worden ontleend. Transacties op basis van deze informatie geschieden voor rekening en risico van de betreffende cliënt. Het is niet toegestaan om de inhoud (geheel of gedeeltelijk) van deze uitgave, in welke vorm en op welke wijze dan ook, over te nemen, te vermenigvuldigen, te distribueren of openbaar te maken zonder de voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van IdB.
44