TECHNISCHE OMSCHRIJVING 01. BOUWBESLUIT Het Bouwbesluit kent voor diverse vertrekken specifieke begripsbepalingen. Om onduidelijkheden te voorkomen is gekozen de terminologie van het Bouwbesluit niet in deze technische omschrijving te hanteren. Voor de volledigheid hieronder de benamingen zoals deze in het Bouwbesluit worden gehanteerd: - Hal: verkeersruimte - Toilet: toiletruimte - Woon-/eetkamer: verblijfsruimte - Badkamer: badruimte - Slaapkamer(s): verblijfsruimte - Berging: bergruimte 02. PEIL VAN HET WOONGEBOUW Het peil -P- waaruit alle hoogten en diepten worden gemeten, wordt bepaald in overleg met de dienst bouw- en woningtoezicht van de gemeente. 03. GRONDWERK De nodige grondwerken – ontgravingen en aanvullingen – te verrichten voor funderingen, vloeren, kabels, leidingen en bestratingen. 04. RIOLERINGSWERKEN De aanleg- en aansluitkosten van de riolering zijn in de aanneemsom begrepen. Het complex wordt aangesloten op het rioolstelsel van de gemeente volgens een gescheiden stelsel. Dat wil zeggen: hemelwater en afvalwater worden aangesloten op het gemeenteriool. Alle rioolleidingen worden uitgevoerd in kunststof en voorzien van de nodige beluchting en ontstoppingsstukken. 05. BESTRATING De bestrating van de buitenruimtes rondom het complex bestaat uit klinkerbestrating in nader te bepalen type en kleurstelling. 06. PARKEREN EN FIETSENBERGING Op het achterterrein kan een parkeerplaats worden verkregen. Deze parkeervoorziening is toegankelijk via de oprit aan de straatzijde. 07. FUNDERINGEN Aan de hand van de resultaten van uitgevoerde sonderingen en het uitgevoerde terreinonderzoek wordt de keuze van het funderingssysteem bepaald, één en ander volgens opgave van de constructeur en ter goedkeuring van de dienst bouw- en woningtoezicht van de gemeente.
Aan deze technische omschrijving kunnen geen rechten ontleend worden
08. GEVELS EN WANDEN Voor de diverse wanden worden de volgende materialen toegepast: - Buitengevels van het woongebouw: metselwerk, kleur en type volgens keuze architect; - Woning scheidende binnenwanden van het woongebouw t/m 1e verdieping: massieve kalkzandsteenelementen, volgens opgave architect. - Binnen spouwbladen en dragende binnenwanden van het woongebouw: kalkzandsteen blokken/-elementen, dikte volgens opgave architect; - Niet-dragende binnenwanden: gasbeton, dikte 7 cm. o.g. In de spouw van de buitengevels van het woongebouw wordt isolatie aangebracht, met een isolatiewaarde afhankelijk van nadere EPC-berekeningen. Het voegwerk van de buitengevels van het woongebouw, wordt uitgevoerd in een nader te bepalen kleur volgens keuze architect. In het buitengevelmetselwerk van het woongebouw worden open stootvoegen aangebracht ten behoeve van ventilatie en/of afwatering. In het gevelmetselwerk van het woongebouw worden, op door de constructeur nader te bepalen plaatsen, dilataties aangebracht. De dilataties blijven onafgewerkt zichtbaar. In de woning scheidende binnenwanden, binnen spouwbladen, dragende binnenwanden en niet-dragende binnenwanden van het woongebouw worden, op nader te bepalen plaatsen, dilataties aangebracht. Het is zeer waarschijnlijk dat de dilataties ook na afwerking zichtbaar blijven/worden en dat er ter plaatse van de aansluiting tussen wand en plafond (krimp)scheuren ontstaan. Houdt hier in de wandafwerking rekening mee. 09. VLOEREN De begane grondvloer, 1e en 2e verdiepingsvloer van het woongebouw worden uitgevoerd in prefab betonnen plaatelementen, volgens opgave fabrikant en constructeur. De isolatiewaarde van de begane grondvloer van het woongebouw is afhankelijk van de EPC-berekeningen. 10. DAKEN De geïsoleerde (plat-)dakconstructies van het woongebouw worden uitgevoerd in prefab plaatelementen, volgens opgave fabrikant/constructeur en voorzien van isolatie (isolatiewaarde afhankelijk van de EPC-berekeningen) en een bitumineuze dakbedekking. De dakranden worden voorzien van dakrandprofielen, kleur en type volgens keuze architect. 11. GALERIJEN, TERRASSEN EN PRIVACYSCHERMEN Galerijen De galerijen worden uitgevoerd in prefab beton, volgens opgave fabrikant/constructeur en voorzien van een metalen hekwerk, kleur en type volgens keuze architect. Balkon- en galerijhekwerken In de voorgevel van het complex, ter plaatse van de buitenruimtes en op de galerijen, zijn hekwerken voorzien, kleur en type volgens keuze architect.
Aan deze technische omschrijving kunnen geen rechten ontleend worden
12. VENTILATIEVOORZIENINGEN Het gebalanceerde ventilatiesysteem bestaat uit een ventilatie-unit geplaatst in de berging die bedienbaar is door middel van een 3-standenschakelaar. De positie van de ventilatie-unit is indicatief op tekening aangegeven en wordt tijdens de uitvoeringsfase door de installateur definitief bepaald. De plaats van de afvoer- en toevoerpunten alsmede de aan- en afvoerkanalen worden nader vastgesteld nadat de capaciteitsberekeningen van de installateur zijn voltooid. 13. Kozijnen, ramen en deuren, metaalwerken en meterruimte 13.1 Kozijnen, ramen en deuren - De buitenkozijnen, ramen en deuren, worden uitgevoerd in kunststof of hardhout afgewerkt met een dekkend verfsysteem, kleur volgens keuze architect. Alle beweegbare delen in de buitenkozijnen en de entreekozijnen van de appartementen worden voorzien van tochtprofielen. - Alle binnen- en buitendeuren en ramen te voorzien van deugdelijk hang- en sluitwerk. Al het van toepassing zijnde hang- en sluitwerk in de buitenschil en de entreekozijnen van de appartementen te voorzien van veiligheidscilindersloten. De bad- en toiletruimte te voorzien van vrij- en bezetsloten, de meterkast van een kastslot en alle overige deuren van loopsloten. 13.2 Metaalwerken De door de constructeur voorgeschreven staalconstructies (kolommen, balken en lateien) worden zoveel mogelijk weggewerkt. De binnen, in het zicht blijvende onderdelen, worden dekkend geschilderd, indien noodzakelijk brandwerend geschilderd. 13.3 Meterruimte De meterkast wordt uitgevoerd en ingericht conform de geldende voorschriften van het energieleverend bedrijf. 14. TRAPPEN EN (AF-)TIMMERWERK 14.1 Trappen De centrale trap worden prefab uitgevoerd, volgens opgave fabrikant/ constructeur. De trap worden voorzien van een stalen leuning en aan de vrije zijden voorzien van een stalen spijlenhekwerk, kleur en type volgens keuze architect. 14.2 Vloerplinten Ten behoeve van de vloeraansluitingen, worden vloerplinten los geleverd. 14.3 Goten en hemelwaterafvoeren De hemelwaterafvoeren van het woongebouw worden aangesloten op het rioolstelsel. 15. PLAFOND-, WAND- EN VLOERAFWERKINGEN 15.1 Plafondafwerking Alle plafonds in de appartementen te voorzien van structuur spuitwerk, met uitzondering van het plafond in de meterkast waar de plafond-/ dakconstructie ‘in het zicht’ blijft. De V-naden aan de onderzijde van de vloerelementen blijven in het zicht
Aan deze technische omschrijving kunnen geen rechten ontleend worden
15.2 Wandafwerking De niet betegelde binnenwanden boven het tegelwerk in het toiletruimte van de appartementen worden afgewerkt met structuur spuitwerk. De overige binnenwanden in de appartementen worden behangklaar afgewerkt. 15.3 Vloerafwerking Alle ruimten in de appartementen, met uitzondering van de te betegelen vloergedeelten en de meterkast, worden voorzien van een cement dekvloer. 15.4 Tegelwerken Vloertegels: In het toilet en in de badkamer worden vloertegels aangebracht. Wandtegels: In het toilet worden rondom wandtegels aangebracht tot circa 120 cm + vloerpeil. In de badkamer worden de wandtegels aangebracht tot onderkant plafond. 15.5 Overige voorzieningen Vensterbanken: Onder de raamkozijnen met een gemetselde borstwering worden aan de binnenzijde van het appartement vensterbanken aangebracht, type en kleur volgens keuze architect. Raamdorpels: Aan de buitenzijde van het woongebouw worden onder de raamkozijnen, aluminium waterslagen aangebracht, kleur en type volgens keuze architect. 16. KEUKENINRICHTING In elk appartement is een luxe keuken (fabrikant Bruynzeel o.g.) voorzien. Deze keuken beschikt standaard over een spoelbak met mengkraan, afzuigkap en gaskookplaat. Daarnaast wordt de voorziening getroffen tot het aansluiten van een vaatwasmachine. 17. BEGLAZING EN SCHILDERWERK 17.1 Beglazing Isolerende HR++ beglazing wordt toegepast in de glasopeningen van de buitenkozijnen, -ramen en deuren van het woongebouw. 17.2 Schilderwerk Buitenschilderwerk: Het buitenschilderwerk van het woongebouw, (incl. de binnenzijde van de buitenkozijnen, -ramen en -deuren), wordt uitgevoerd in een dekkend verfsysteem, kleur volgens keuze architect.
Aan deze technische omschrijving kunnen geen rechten ontleend worden
Binnenschilderwerk: De binnenzijden van de buitenkozijnen, -ramen en –deuren van het woongebouw worden in dezelfde kleur geschilderd als de buitenzijde. Alle overige voorkomende schilderwerken op hout (met uitzondering van de fabrieksmatig afgelakte houtwerken) worden uitgevoerd in een dekkend verfsysteem, kleur volgens keuze architect. 18. BEHANGWERKEN Niet van toepassing. 19. WATER- EN GASINSTALLATIE De aanleg- en aansluitkosten van de water- en gasinstallatie zijn in de aanneemsom begrepen. De kosten van het gebruik van gas en water zijn tot de dag van oplevering voor rekening van de aannemer. 19.1 Waterinstallatie De koud-waterleiding wordt aangelegd vanaf de watermeter geplaatst in de meter(kast)- ruimte en uitgevoerd volgens plaatselijke voorschriften. In het appartement worden de volgende tappunten aangesloten: - de mengkraan in de keuken; - aansluiting voor een wasmachine in de berging/badkamer; - aansluiting van de C.V.-installatie; - het fonteintje in de toiletruimte; - de closetcombinatie in de toiletruimte; - de mengkraan van de wastafel in de badkamer; - de douchemengkraan in de badkamer. De warmwaterleidingen worden in het appartement aangesloten op de volgende tappunten: - de mengkraan in de keuken; - de mengkraan van de wastafel in de badkamer; - de douchemengkraan in de badkamer. 19.2 Gasinstallatie In het appartement worden gasleidingen aangelegd naar: - aansluitpunt t.b.v. het kooktoestel in de keuken; - de C.V.-ketel in de berging. 20. SANITAIR Standaard is het appartement uitgerust met de volgende voorzieningen: - Toiletruimte: een toiletcombinatie (wandcloset) met kunststof zitting inclusief deksel; een fonteincombinatie met verchroomde kraan; - Badkamer: douchecombi met douchekraan en glijstang; een wastafelcombi met verchroomde kraan en een verchroomde bekersifon; - Overige: een tapkraan ten behoeve van de CV-installatie in de berging; een tapkraan ten behoeve van de wasmachine in de berging/badkamer een verchroomde mengkraan in de keuken.
Aan deze technische omschrijving kunnen geen rechten ontleend worden
21. ELEKTRISCHE INSTALLATIE De aanleg- en aansluitkosten van de elektrische installatie zijn in de aanneemsom begrepen. De kosten van het gebruik van elektriciteit zijn tot de dag van oplevering voor rekening van de aannemer. In het appartement wordt de elektrische installatie overeenkomstig NEN1010 aangelegd vanuit de meterkast, verdeeld in groepen naar diverse aansluitpunten. De installatie wordt uitgevoerd als centraal-doossysteem met kunststof inbouwschakelaars en inbouwwandcontactdozen (met uitzondering van de meterkast waar opbouw wordt toegepast). De hoogte van het schakelmateriaal bedraagt circa 105 cm + vloer en de hoogte van de wandcontactdozen bedraagt circa 30 cm + vloer. De hoogte van het schakelmateriaal en de wandcontactdozen in de keuken bedraagt circa 120 cm + vloer. - Intercom De appartementen worden voorzien van een intercom. - Rookmelders In elk appartement worden (indien van toepassing) rookmelders aangebracht. Het aantal en de plaats van de rookmelder(s) is in overeenstemming met de geldende voorschriften. - Telecom- en centrale antenne installatie (CAI) De aanvraag voor aansluiting op de telefooninstallatie en centrale antenne installatie dient door u zelf te worden verzorgd. De eventueel hieraan verbonden kosten zijn niet in de aanneemsom begrepen. De appartementen zijn in de woonkamer voorzien van bedrade aansluitpunten voor telefoon en centrale antenne installatie op een hoogte van circa 30 cm + vloer. 22. VERWARMINGSINSTALLATIE De aanleg- en aansluitkosten van de verwarmingsinstallatie zijn in de aanneemsom begrepen. De kosten van het gebruik van de verwarmingsinstallatie zijn tot de dag van oplevering voor rekening van de aannemer. Het appartement wordt verwarmd door een individueel gasgestookte centrale verwarmingsinstallatie (HR-combiketel), welke is uitgerust met een warmwatervoorziening. De positie van de centrale verwarming is indicatief op tekening aangegeven en wordt tijdens de uitvoeringsfase door de installateur definitief bepaald. De capaciteit van de centrale verwarming wordt berekend door installateur en volgens de geldende normen. In de te verwarmen vertrekken worden fabrieksmatig afgelakte plaat/convectorradiatoren gemonteerd, voorzien van een met de hand afsluitbare radiatorkraan. De plaats, aantallen en afmetingen van de plaat-/ convectorradiatoren zijn indicatief op tekening aangegeven en worden tijdens de uitvoeringsfase door de installateur definitief bepaald. De leidingen ten behoeve van de plaat-/ convectorradiatoren worden zo veel mogelijk in de vloer weggewerkt. De temperatuurregeling vindt plaats door middel van een kamerthermostaat.
Aan deze technische omschrijving kunnen geen rechten ontleend worden
Onderstaande temperaturen kunnen worden gehandhaafd in de ruimten waarin verwarmingselementen geïnstalleerd zijn. Hierbij geldt dat in het appartement de minimaal vereiste ventilatievoorzieningen in gebruik zijn, dat alle ramen en deuren gesloten zijn en gebaseerd op gelijktijdige verwarming van deze ruimten. - verblijfsruimten 20°C - interne verkeersruimten 15°C - toiletruimte 15°C - badruimte 22°C 23. LIFTINSTALLATIE Niet van toepassing. 24. SCHOONMAAK EN OPLEVERING Het appartement en gemeenschappelijke delen worden ‘bezemschoon’ opgeleverd. Het sanitair, de tegelwerken en de ramen worden ‘zeemschoon’ opgeleverd. De oplevering van de gemeenschappelijke gedeelten kan op een later tijdstip plaatsvinden.
Aan deze technische omschrijving kunnen geen rechten ontleend worden