BELGJE E LGIQUE
bezoek
F:05.00
^^ tta^ riat e , K°m U
va lt 1 r I fl
van h et «11 sna aan ]Leie
-N1735
en ^ c bet e
█████████ Van Doorne - Frechier Odetta █████ Guido Gezellelaan 54 █████████ █████████ 9800 DEINZE █████ █████ iJ Aan
LK V
,_
1 ]
7,k,i
:
Verschijnt tenminste 4 maal per jaar
Verantwoordelijke uitgever
Uit giftekantoor : Deinze
Herman MAES
13° jaargang nr. 3
Ten Bosse 11 9800 Deinze
MAART 1993
Tel. 091/86.24.53
Uitnodiging : Op
vrijdag
19
maart om
Dr. Paul Huis,
19.30 uur presenteert K.O.K.
kultureel adviseur
bij het
lJ het werk
van
Provinciebestuur van
Oost- Vlaanderen, o ver : Karel Picqué een Deins schilder
1799 - 1869
in ons museum en wordt een aanloop-tentoonstelling geopend met de Karel Picqué-werken in Deins bezit. Dit is de eerste kunsthistorische
studie
over deze merkwaardige
figuur
waarvan we allen uit onze schoolgeschiedenisprentjes "Het Voorlopig Bewind" kennen
(zonder
te weten dat het door een
Deinzenaar
werd
geschilderd). Deze omvangrijke studie : biografisch en kunsthistorisch + volledige oeuvrecatalogus van de tot nu toe gekende werken (bijna 200) + vele illustraties
wit/zwart
op extra papier is een extra K.O.K.-uitgave,
1683.
in het formaat van onze K.O.K.-warboeken zodat het in de reeks past. Het boek valt wel buiten het lidmaatschapsgeld en kost leden,
750 fr.
600 fr.
voor de
voor niet-leden. We rekenen erop dat alle leden zich dit
fraai en verdienstelijk
werk , het resultaat van vele jaren zoekwerk , zullen
aanschaffen om hun Deinze-bibliotheek volledig te maken.
Eregast op 19 maart is de Heer Charles Picqué, Voorzitter van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (Burgemeester van Sint-Gillis / Brussel)
In mei komt er nog een extra-uitgave : Deinze in mei 1940 door Tony Vanhee op zondag 23 mei om 11 uur - met
fototentoonstelling - o.a. alle
Deinze-foto's uit de Duitse archieven.
In het najaar komt er nog een extra uitgave. Maar die krijg en onze leden als extra-gift, gratis, bij de gezamenlijke maaltijd
in
de Brielpoort
op
8 oktober :
60e jaarboek K.O.K. K.O.K. = 65 jaar
Tentoonstelling Antoon De Clerck 70 jaar op komst
Tentoonstelling "Weerspiegeld in de Leie" op komst
- Correctie op nota 1344 blz. 1674 : De moeder van Luc Matthys
was niet Pauline maar wel Paulines zuster
Clemence Dossche. Bevorderin g De Deinzenaar Willy De Smet (broer van Gentiel) zit andermaal een sport hoger in de juridische administratie van dit land : voorzitter van het hof van Beroep. Proficiat, voor de voorzitter van het Hoog Komitee van Toezicht.
1684.
- Karel Picqué In het februarinummer Dr. Paul
Huys
1993
van
kwartierstaat
de
Vlaamse +
Stam
kommentaar
(V V F)
publiceerde
van Karel Picqué,
teruggaande tot Petrus Pycke 01665 of 1667 en Carolus Cras, 11672, maar ook tot de "Brusselse eerste minister " Charles Picqué, °1948. - Jo Decaluwe, Raf Van den Abeele en Erie De Boever In het Nieuwsblad van 5 februari 1993 verscheen een hele bladzijde over de Area-directeur Jo Decaluwe en de dag nadien bijna een hele bladzijde over Raf Van den Abeele.
Op 7 februari kwam Erie De Boever in "De 7e dag" op TV zondagmiddag, in gesprek over Lichamelijke Opvoeding op school.
1347.
Karnaval te Deinze
1. Over de oorspong van Karnaval schreven
we in de bundel Opstellen
(K.O.K.-uitgave 1991). Het gedenken en vieren van dit heidens, dus voor-Christelijk vruchtbaarheidsfeest
ter ere
van de Germaanse godin Freya herleeft, ook zonder
weet te hebben van de oorsprong. Freija en haar broer Freijer of Frodi herdenken we eigenlijk elke vrijdag. Dinsdag = dag van Tiwaz, god van het recht rechtsgeding, in kort geding, aanspannen een
geding
cfr.
een geding, een
in het geding zijn (of komen), een geding
voeren (een proces, een rechtszaak voeren),
dingen naar iets, dingen naar de hand van ..., afdingen. Dit woord "ding" heeft niets te maken met een "ding", een voorwerp.
Woensdag = Wodans-dag Wodan = oppergod (Noors : Odin) verwant met woeden -- waaien - wind. Donderdag = Donarsdag Donnar = god van donder en bliksem (Thor in het Noors) vgl. Engels : Wednesday en Thursday.
Vrijdag =, Freija's dag Dit"vrij"heeft etymologisch niets te maken met vrij van vrijheid.
1685.
Freija - godin van de vruchtbaarheid van land en mens dus ook godin van de geliefden. Het woord "vrijen" en "vrijer" komt van dezelfde stam. Zaterdag, zondag en maandag zijn namen van Latijns-Romeinse oorsprong. 2. Als
ere-senator van
jaarlijks
de Orde van de
Kaardemakers houdt Herman Maes
een karnavaleske toespraak op de pronkzitting
van deze Orde ten
stadhuize. Op 31 januari 1993 klonk die toespraak als volgt (aangezien H. Maes tijdelijk met stomheid was geslagen werd de tekst gelezen door Luc Dhaenens) : Dames, jong en oud, Heren en heertjes, Gij allen , Kaardemakers , aanbidders der zotheid, ik heb de onuitsprekelijke eer en het daverend genoegen U allen te mogen onderhouden met een pseudo - geleerde toespraak ofte traktaak over een zeer oud ende zeer voornaam en wijs boek , een parel ende meesterwerk der Europese letterkunde , een pronkstuk van Europese geleerdheid. En het is
waarschijnlijk
passend en rechtvaardig in
dit jaar - 1 van de
Europese eenheid-in - verscheidenheid de aandacht te vestigen op de Europese geest die uit dit werk blijkt ... het werd in het Latijn geschreven toen Afrika het kolonialisme nog niet had ontdekt en dus nog gelukkig lag te niksen onder de wuivende palmbomen of te dansen op het eigen ritme, onwetend van onze ernst ... Het werd
geschreven toen de indianen nog te voet door
de prairie
stormden omdat ze het paard nog niet hadden uitgevonden , ondanks 1492 en Colombus. Het werd geschreven door de grootste intellektueel van zijn tijd, van die zeer bewogen tijd, door een man - natuurlijk - aan wiens wijsheid wij ons vandaag nog laven. Het werd geschreven voor een man waarvan men nu nog zegt dat hij een voorbeeld was voor alle generaties , een man voor alle tijden. Het werd geschreven onder de titel LAUS STOL. TJTIAE
ofte de lof der
Zotheid, door onze nooit volprezen Erasmus van Rotterdam , niet alleen zeer geleerd maar ook zeer vroom , zeer godsvruchtig en godsvrezend, een parel van onze Nederlandse kuituur, toonaangevend in het avondland van Europa ; 's avonds zijn we sterker dan 's morgens. Hij schreef in 1508 reeds zijn lof der zotheid, ter onderrichting van de geleerdste Engelsman van toen, Sir Thomas More.
1686.
Best
ware
het, achtbaar auditorium, dames
gemakkelijk installeert en dat
en heren, dat ge u nu
ik u het hele boek van grote wijsheid zou
voorlezen ... misschien best in vertaling en niet in het Latijn. Of zou dat van het goede te veel zijn ? Teveel ineens ? Beter nog
ware
het
dat
ge van dat boek uw dagelijkse lektuur zoudet
maken,... niet 's avonds voor het slapen gaan ... maar 's ochtends bij het morgengloren van de nieuwe dag, hij het knabbelen van uw eerste ochtendboterham, het nuttigen van uw eitje en het slurpen van uw eerste potje koffie ... : iedere morgen een hoofdstukje, alvorens reet de mensen in kontakt te komen. Zo begint ge met de zotheid te leren kennen die u dan helpt de opgeblazen dwaasheid van anderen te doorzien en te doorprikken. Hoe ernstiger zich iemand voordoet des te meer kans is er dat die ernst slechts een camouflage is voor dwaasheid, die de antipode ofte tegenvoeter is van zotheid.
Alleen al de titels van de hoofdstukken - laat staan de inhoud - leren ons veel - ik noteer : - De zotheid is de bron van alle leven en van het levensgenot - De zotheid verlengt de jeugd en weert den ouderdom - De zotheid kruidt het leven - Door de zotheid behagen de vrouwen aan de mannen - en wie van de twee doet dan het zotst ? - Drinken wordt door de zotheid gekruid - Zotheid knoopt vriendschapsbanden - Door de zotheid komen
huwelijken
tot stand ... en wij komen uit dat
huwelijk voort - Zotheid brengt de mensen sarren - Het menselijk leven is een speling der zotheid - De zotheid wordt geprezen door het verstand - De zotheid leidt tot wijsheid - Zotheid maakt het leven draaglijk ... en al die wijsheid over het zottendom illustreert hij dan met voorbeelden van hen die zichzelf, en vooral zichzelf, hoog achten : alsdaar zijn - de kerkelijke heren of gemijterden
- de adellijke heren ofte zogezegd hlauwbloedigen - de besturende heren die meestal niet weten waarheen ze sturen. Beschouw die pronkzuchtigen met de spiegel der zotheid. Maar kijk ook, met Uilenspiegel, in uilen spiegel opdat ge niet in het zelfde euvel zoudt vervallen.
1687.
Erasmus' zotheid - we noemen het nu humor - is voornaam, nooit dwaas, Zijn zotheid grijpt allen en alles aan,
nooit platsvloers, nooit domme komiek.
maakt ernst verteerbaar, maakt het leven leefbaar en appetijtelijk. En vergis u niet : immers, niet alle zotten dragen de zotskap. Sommige wijzen geven hun eigen zotheid toe. Anderen, de dwazen helaas, geloven alleen in de dwaasheid der anderen. Zotheid regere de wereld ; loven we derhalve de zotheid ... hier en nu ... en in alle eeuwen der eeuwen.
1348.
Amen.
Bart Ryckbosch - Een Deinzenaar in Chicago We vroegen aan B. Ryckbosch, een Deinse licentiaat in de kunstgeschiedenis van de R.U.G., wat hij daar in Chicago doet. Hij bezorgde ons een uitvoerig antwoord over
zijn
functie en over de inhoud kunstgeschiedenis en
monumentenzorg in Chicago (zoals we hem gevraagd hadden), de stad van Al Capone en Cie. Wij bezorgen hier een eerste deel van zijn antwoord : Van 1987 tot 1990 was ik werkzaam in het Field Museum of Natural History in Chicago, een van de
leidende
kultuurhistorisch en natuurkundig
wereldinstellingen op archeologisch, vlak,
met een totaal van 470
personeelsleden, waar ik achtereenvolgens groepsbezoek-coordinator research-assistant, archivaris en
uiteindelijk
was,
collection-manager voor het
Departement of Anthropology, belast met de verantwoordelijkheid van ongeveer 2 miljoen archeologische artefakten, hun conservatie en integratie in tentoonstellingen.
Het Museum ontvangt jaarlijks ongeveer 120 miljoen
BFR in werkingstoelage vanwege de overkoepelende bevoegde instantie voor museumbeleid in Chicago, het "Chicago
Park District". Jaarlijks moet het
museumbeleid worden voorgelegd aan deze overheid, en de administratie en coordinatie resorteert
deels onder Onderzoek en Planning, en meer bepaald
Monumenten- en landschapszorg. Sinds
april
1990 bekleed ik de positie van conservator-archivaris (curator-
archi vist) van deze dienst Monumenten- en
landschapszorg
voor de stad
Chicago. Technisch gesproken ben ik dus geen conservator van een museum als dusdanig maar betreft mijn
titel van conservator veeleer de gedeelde
verantwoordelijkheid voor monumentenzorg en de bevoegdheid over het beheer van verscheidene aanverwante kollekties verspreid over de stad, varierend
van beeldhouwwerken, muurschilderingen, en architecturale
1688.
elementen, tot
tijdelijke
en
tentoonstellingen en historische
reizende
archieven. Als conservator zetel ik ook in de stedelijke adviesraad voor openbare kunst (Public Art Advisory Committee), een orgaan dat alle nieuwe aanvragen tot het installeren van nieuwe kunstwerken, tijdelijk of permanent, beoordeelt.
Dhr. Leon Van Cauwenberghe signaleerde ons : Stadspaard(en) te Deinze Beslissingenvan het -Schepencollege in zitting
van 13 april
1940 : "het College beslist het paard der stad te
laten beslaan door Van De Walle,Aurele ..."
* in zitting van 6 juli 1940: "de lijkbidders zullen om de beurt een uur vroeger komen naar het gasgesticht om het paard te helpen inspannen ..."
1349. Het "Frae-Y__Gezicht" van Zeveren anno 1832 ln de oude jaargangen van de "lezersbrieven" een vast
"Gazette van
Gend"
vormde
de
rubriek
De inhoud ervan geeft meestal een
onderdeel .
persoonlijk gekleurde mening weer en de lektuur ervan is vaak relevant voor de "petite histoire". Een leuk voorbeeldje betreffende Zeveren, anno 1832 ... Een lezer stuurde volgende brief in,
die gepubliceerd werd in de "Gazette
van Gend" nr. 2252 van 14 nov. 1832 :
Zevenen, den 6 Novembers 1832. Aen den OpSte.22en den Gazette van Gend. Mijnheek, Te midden
de pfae.ts
van Zevenen,
weynLge schaeden
van den
unyhegct -boom, ligt sedert eenige iaene.n eenera hooghen en gnoo.íen misthoop , waen fi.ondom venc,iend met ex-eommLiarus
S.igunenen de lzentk,
bloemen en A.U.O.,
het huy-s zoo Lie^lyFz
gevlochten .2Undeboomen van
dat van
den
kosten,
den a,54e4. on.,
den den
bungemeu ten ; .immens fuyó-t op de 6ehoovuste en gesneque.vzteend,6.te plaet,s van het donp.
1689.
Lautmael kwamen een ige vntienden my
bezoeken,
en hunne eenste
Zevenen, waetc. ik hun te voren veel goed,6
ck t.ique -tegen o"
van
gezegd hadde, was dat £n.aey ge-zicht, en dat nog in eenen .ydwanneer men alom de gttoot,6te neynigheyd onderhoud, tett voorkoming van de eholena. Waenom belet
zulks
den bw gemeu-ter
niet, zegden zy.
- Hoe dan
burgemeester dit beletten, weest niet verbae4d, wals myne antwoord, a£ ,s uwe (,sic)
ve'tzefzette dat den mesthoop
zelve daett geplaetst
eygenhand.ig door hem
geweest. - Waerom tracht den as3e^saon L...
dit niet -te belet-ten. - Om dat hy met de zelve ziekte besmet .i4, hebbende eenen haelput !tere - traet geopend waait lig dagely" in noetd en pompt, iuyttvoott de poog van den heem paston. Zoo
! i,6 eet dan geene wet voort het pr.i"dom Zevetten, zeyden zy, en
den pastoor gedoogd hy dat al ? - Ja wel en nog al meet, moest ik hetfzennen, dewyl hy zyne jon.bt dooit hem toegetstaen op zynen .intttede, ter beloning van allen medewettfaenden .ivetaer tot embellissemen-t den fzenfz, laet vettzuypendoott gemelde voge.Pís, ponta 6ettnata, op de wy4 van Befza^, ten huyze van den heen bungemeuten en .ten uytslugt-ing van allen best vend ienenden ;
d" dat men die
hemen het vertmaestd
,spreekzwoord van C.ies de Vos, hunnen landgenoot, mag toepassen Geheel de wereld moet leven, Zegde Cie de Vos en hy dnonfz het al uyt. Hopende dat UI. zal gelieven dezen tneh te -(."eitenen,
om dat 'eet
goeds van te vestwachten -í.,6, in het belang van Bene geheele paroch-.e, en meen andere, dooit het vaarbeeld. Heb d' een UI. met alle ag-t ng te gnoe-ten. Eenen ttonduyten Be-eg, uwen Geabonneerden. Een brief vol "inside information", uiteraard alleen door de ingewijden volop te begrijpen en te savoureren
... Maar wie
waren alvast de
"dramatis
personae", die in deze dorpsklucht een rol speelden ? Burgemeester
van Zeveren, van 1830
tot 1844,
was dan Francies Van
Ooteghem (° Zeveren, 12 oktober 1792). Een administratief rapport over hem uit die tijd (1) noemt hem "bon citoyen, de bonne conduite", maar voegt er aan toe dat het wenselijk is "qu'il soit un peu plus actif et exact".
Hij was
een "jongman" van omstreeks 40 jaar (2) ; hij had een inwonende jonge meid van 25 jaar, Marie-Thérèse Danneels, een geboren Deinse. Op 14 juni 1832 was de Pastoor van Zeveren, Bernard Augustijn Versluys, in het dertigste jaar van zijn herderambt aldaar, op 76-jarige leeftijd overleden.
1690.
Op 26
juni 1832 was zijn opvolger
aangesteld, nl. Engelbert Buysse
(° Oosteeklo 1770). Bij zijn plechtige "intrede" of inhaling als pastoor had hij blijkbaar een en ander gekregen "tot embellissement der kerk", zodat hij het raadzaam zal geoordeeld hebben zijn nieuwe parochianen vooralsnog niet voor het hoofd te stoten door b.v. inpertinente opmerkingen over een onwelriekende mesthoop en dito aalput vlak vóór zijn deur ... Met "den
A.V.O. is bedoeld Abraham Van Oost, een
ex-commissaris
65-jarige, geboortig van Vinkt (3), die met zijn vrouw en zeven kinderen (tussen
29 en 14 jaar)
Waarom
aan het dorpsplein woonde.
hij als
"ex-commissaris" vermeld wordt, daar hebben we geen verklaring voor. "Den assessor L." is de tweede schepen van Zeveren, Jan Baptiste Lambert, 60
jaar
oud en gehoortig van Zeveren (4).
Met zijn drie
eveneens
ongehuwde broers Augustin (58 j.), Livinus (52 j.) ent udovicus (49 j.) en dito zuster Victoria
(45 j.) bewoonde schepen Lambert een groot huis aan
het dorpsplein. f r was een inwonende knecht, Leonard Vanhoe (24 j.) en een meld Isabelle Thérèse Loncke (24 j.), een Vinktse. Ook vermeld, maar zonder naam,
is de koster
van Zeveren.
Uit de
rekeningen van de Kerkfabriek, die we raadpleegden (5), kunnnen we - maar zonder zekerheid - opmaken dat het kostersambt uitgeoefend door
Karel
waarschijnlijk werd
Francies Verhoeye, geboortig van Zeveren,
gehuwd met Seraphine Vanhee uit Grammene.
en
In 1835 (6) hadden ze vijf
kinderen (van tien tot anderhalf jaar oud) en een inwonende meld, Henriëtte Deroose (24 j. oud). En
tenslotte : wie was
Cies de Vos, hunnen landgenoot ?
dorpsgenoot van de Zeverense notabelen bedoeld ?
Het
Is hiermee een gezegde (een
"zeispreuk") van deze Cies de Vos - wie hij ook moge geweest zijn - moet in die tijd toch algemeen bekend geweest zijn. De finesses van een aantal toespelingen van trouwens
toch niet kunnen achterhalen.
deze lezersbrief zullen we
Wat betekent bv. dat de pastoor
"zyne jonst ... laet verzuypen door de gemelde volgels, porta serrata, op de wys van Bekaf, ten huyze
van de burgemeester"??? Moeten we hieruit
verstaan dat de pastoor de giften van zijn parochianen in het gezelschap van nog enkele vogels (= dorpsnotabelen) ten huize van de burgemeester, achter gesloten deuren, heeft meer overschoot ?
opgedronken,
tot ze "bekaf" waren of tot er niets
Het ziet er wel zo naar uit. Op deze lezersbrief is in
de "Gazette van Gend" alvast geen repliek of recht op antwoord gekomen. Maar er moet in Zeveren toch wel over die "ronduyte" brief gepraat zijn, op het dorpsplein, dichtbij "den hooghen en grooten mesthoop" ...
1691.
(1) Rijksarchief Beveren-Waas, Provinciaal Archief, 2e Afd., reg. R/66/1, f° 81. Zie daarover K.O.K.-Kontaktblad, jrg. V, 8, blz. 554, nota nr 648. (2) Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 1172 (Bevolkingsregister Zeveren, jaar 1835). In 1835 is burgemeester J.Fr. Van Ooteghem 42 jaar, zijn meid 28 jaar. Hij bewoont het huis "Plaets 135". De huizen aan de "Plaets" (d.i. het dorpsplein) vinden we onder de nrs. 1,4,5 en 6 en 126 tot 137. Pastoor Bruysse bewoonde het huis nr. 137, Schepen Lambert het huis nr. 136, de andere schepen J.B. Cornelis het huis nr. 5, de gemeentesekretaris Pieter Wybo het huis nr. 4 en koster (?) Karel Francies Verhoeye het huis nr. 130. De veldwachter, J.B. De Bil, daarentegen woonde niet aan het dorpsplein, maar in de Oostmeerschkant ; hij werd evenwel niet tot de notabelen gerekend. (3) Bevolkingsregister 1835, Plaats 1. Abraham van Oost is dan 68 jaar oud, zijn zeven kinderen tussen 32 en 17 jaar. (4) Bevolkingsregister 1835, Plaats 136. Jan Baptiste Lambert is dan 63 jaar oud. (5) Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 1206 (Rekeningen Kerkfabriek, ingediend bij de gemeente), jaren 1826-1828, 1830, 1832. (6) Bevolkingsregister 1835, Plaats 130. K. Fr. Verhoeye en zijn vrouw waren dan allebei 37 jaar oud.
Paul Huys
Nog een extra-K.O.K.-boekte komst Naar aanleiding van het 60e jaarboek van de K.O.K. voorzien we een aantal initiatieven. Een ervan is een
bijdrage over de oorlogsgebeurtenissen in
Deinze in mei 1940. Een stand van zaken. Langs de Vaartoever op het einde van de Markt, staat een monument met als blikvanger een treurende vrouw.
De reden van dit gedenkteken blijkt bij een
steeds groter wordend deel van de bevolking te vervagen of onbekend te zijn. De feiten dateren van meer dan een halve eeuw geleden, bij de Duitse inval in mei 1940, toen de burgerbevolking het slachtoffer van oorlogsagressie werd.
Over die prangende uren en dagen brengen we uitvoerig verslag met
de bijdrage.
1692.
1350. In de greep van het geweld. Deinze, mei 1940 Het werk
draagt
als centraal thema het dramatisch incident aan de
toenmalige Vaartbrug op zaterdag 25 mei 1940, waarbij 38 burgers om het -en voorval dat los staat van de gebeurtenissen in
leven zijn gekomen.
Vinkt en Meigem. Uiteraard beperken we ons in tijd en ruimte niet tot het centrum van Deinze op 25 mei, maar we behandelen de oorlogstragedie in een uitgebreider gebied : Astene - Petegem - Deinze - Zeveren - Grammene en ten dele f4eigern, Wontergem en Machelen. Het verhaal begint
op 1
september 1938 : de mobilisatieperiodes, de
inkwartieringen, de opeisingen van diensten en materiaal, het probleem van de vluchtelingen en de plunderingen, het naderend front en de uitbouw van de bunkerlinie in Astene hebben de sfeer en het leven in onze Leiestreek bepaald. Met aankomst van de Ardense Jagers nadert ook het oorlogsgeweld. Het verhaal volgt het 5e Regiment Ardense
Jagers
vanaf
17 mei in
Eke-Nazareth tot het zich na een rustperiode te Astene in Deinze ingraaft om weerstand te bieden aan de Duitse 56e Infanteriedivisie.
Hier besteden
we ondermeer aandacht aan de eerste burgerlijke en militaire oorlogsslachtoffers
in
Astene, Deinze en Zeveren, de ontploffing van de
Leiebruggen, een duistere executie van spionnen in Bachte, de verwoestingen bij dr.
Adriaan Martens en
het
concept
van de artillerie op de linie
Zeveren-Aarsele-Dentergern. Op vrijdag
24 mei maakt
Deinze
de aanloop tot een harde strijd mee.
Daarin staan vier onderwerpen centraal : de onverwachte terugtocht van de Ardense Jagers van de Leie naar de Vaart, de verwonding van E.H. Omer Van Hecke, directeur van het Sint-Vincentiusinstituut, de strijd in de sector Westaarde-spoorwegbrug Grammene-Machelen en de evacuatie van een aantal burgers op de Deinse Markt, waaronder burgemeester Van Risseghern. De hel breekt los op zaterdag 25 mei. We brengen een beschrijving van de gevechten langs Leie en Vaart, van de spoorwegbrug in Grammene over Noorderwal
tot aan de Meulebroekenbrug (Bachte-brug), de hevige strijd
rond Zeveren en de gebeurtenissen die zich op de Markt met opgebrachte burgers afspelen.
Dit. hoofdstuk brengt vooral het militair aspect van het
drama aan de Vaartbrug. In het aansluitend hoofdstuk accentueren we het Duitse wantrouwen tegenover de burgers op zondag 26 en maandag 27 mei,
1693.
ni. de evacuatie van de burgerbevolking
naar
Petegem en Nazareth, de
moeilijkheden bij de brugslag in Deinze en t4eigem en de uitdeining van de militaire confrontatie op het front aan de kauwe (Zeveren). In
de voorafgaande
hoofdstukken
laten we niet na om individuele of
collectieven lotgevallen van burgers in hun maar de
gijzeling
aan de
Vaartbrug
militaire context te plaatsen,
behandelen
we in
een
afzonderlijk
waarin we niet alleen de aanleiding, de houding van de Duitsers,
hoofdstuk,
de lotgevallen van de burgers en de tragische afloop aan de brug beschrijven, maar waarin we vooral peilen naar de verantwoordelijkheid en de schuld bij de twee vechtende partijen.
In dit kader onderzoeken we ook het officiële
Rapport van de Commissie voor Oorlogsmisdaden, dat getuigt van bewuste onwetendheid. In een achtste en laatste hoofdstuk schetsen we het leven in Deinze bij het begin van de bezetting - tot in juli 1940. Terzelfder tijd behandelen we de administratieve lijdensweg van de oorlogsslachtoffers of hun nabestaanden bij de aanvraag voor hun vergoedingen en onderzoeken we de oprichting van het Herdenkingsmonument aan de vroegere Vaartbrug, 18 jaar na de feiten. Voor
de samenstelling van
dit werk hebben we een beroep gedaan op de
militaire archieven in België en Duitsland, konden
we de Deinse archieven
raadplegen, kregen we waardevolle wenken vanuit de Verbroedering van de Ardense Jagers en hebben
we urenlang
gesprekken gevoerd met
oorlogsslachtoffers of hun nabestaanden en met getuigen uit die
tijd. De
militaire documenten stellen ons in staat, een gedetailleerd overzicht van de krijgsgebeurtenissen te brengen en daarop baseren we ons om de lotgevallen van de Deinse inwoners en de vluchtelingen in die context in te passen. De tekst
wordt
toegelicht met tientallen foto's, documenten en kaarten.
Daarvoor hebben we uit de Belgische en Duitse archieven geput en mochten we een beroep doen op de collectie van welwillende privéverzamelaars. Tony Vanhee
N.B. Wat van de Ardennen is, is Ardens (en dus niet Ardeens) Ardense Jagers - Ardense hesp - Vakantie in de Ardennen - Ardense bergen
1694.
1351. Deinze in 1866: straatnamen., huisnummers en uithangborden Bij
het opstellen van de bevolkingsregisters van
gemeentebediende van
1866 had
de
fantastisch idee om naast het
Deinze het
straatnummer ook (gebeurlijk) de benaming - meestal uithangbord - van de huizen te vermelden. Ook in 1866 (voor het eerst ?) gebruikte men een nummering per straat en waren sommige straatnamen veranderd in vergelijking met 1856. In de bevolkingsregisters van nummering, Boskot
wel met
(Kattestraat)
komen op de
Markt,
telkens
gebruikte men nog een doorlopende
vermelding
van een straat. Men begon in
aan het St.-It.fincentiusinstituut-rustoord om
uit te
dan de Hospitaelstraut (vanaf 1866 Meulenstraat),
opnieuw naar de Markt, men weer op de
1856
Markt
langs de Ramstraat en de Schutterijstraat kwam (aan de overzijde van de Ramstraat), opnieuw een
afslag in de Kloosterstraat (vanaf 1866 Oude Gentstraat, thans Gentpoortstraat) en weer terug op de Markt.
En nu de Leiebrug over naar
Tusschenbruggen (vanaf 1866 Tolpoortstraat) en Knok (ongeveer vanaf het "collegestraatje" - vanaf 1866 Tolpoortstraat genoemd). Op het kruispunt de Gentstraat in en terug naar het kruispunt, de Knok(straat) in (die vanaf 1866 voor
dit
gedeelte Statiestraat genoemd wordt) tot aan de grens met
Petegem (ongeveer ter hoogte van de Ommegangstraat) en terug naar het kruispunt. Dan de Kerkstraat (Kortrijkstraat vanaf 1866) in tot aan de grens met
Petegem en terug. Aan
het kruispunt
terugweg
begon de
langs
Knok(straat) en Tusschenbruggen (thans Tolpoortstraat) tot aan de brug. Zo kwamen we opnieuw op de Markt en (op het einde) aan de 4 huizen van de"Brug"
(vanaf 1866 Oude Brugsepoort). Over de
achtereenvolgens
Dhooy,
Kouter,
vaartbrug vonden we
Schaeve, opnieuw Kouter, D'hooye, nog
maar eens Kouter, Kalingshoek, opnieuw Kouter, nog eens Kalingshoek, alweer Kouter, Schaeve, en nog eens
Kouter, en alweer
uiteindelijk terecht te komen op de Brugpoort (vanaf
Schaeve, om 1866
Oude
Brugsepoort). En de nummering liep maar steeds door ; hebt ge die over de Vaartbrug nog kunnen volgen of beklaagt ge, samen met rmij, de arme postbode in 1856. Alhoewel, het briefverkeer zal wel niet zo druk geweest zijn. Het was ook de periode dat het uitzicht van Deinze grondig veranderd was. Het Kanaal van Schipdonk werd gegraven tussen 1848 en 1849 (1), de brug was voltooid in 1850 en vanaf oevers.
1860
bouwde men (o.a.
café's)
langs de
1695.
Het huidig stadhuis werd gebouwd in 1841. Omwille van het verkeer brak men ook de poorten af : de Brugse reeds in 1820, de Tolpoort in 1860 en de Gentse in 1864 (2).
Dit was dan weer het
gevolg van het rechttrekken en plaveien van de grote verkeerswegen ; deze werken, waren voltooid met de Aaltersesteenweg (3) in 1856. Dit was reeds gebeurd
in 1722 met
de steenweg
Gent-Kortrijk (4),
in
1773
met de
Tieltsesteenweg (5) en in 1787 met de Oudenaardsesteenweq. IN 1860 begon men in Deinze ook met een kerkhof "extra muros", waardoor de ruimte rond de kerk vrijkwam (6). Tot omstreeks 1900 stond tussen kerk en Leie het "Maison de Commerce" (bij J. Van Damme).
Het spoorwegstation (met lijn naar Kortrijk) was geopend op 22 september 1839 (7). In
de jaarboeken en het Kontaktblad van
de K.O.K. werden
reeds veel
uithangsborden vernoemd. Bij het nazien van de bevolkingsregisters 1866 vond ik echter verscheidene nog niet vermelde uithangsborden en was een nauwkeuriger localiseren van sommige gekende mogelijk. Ik ben zinnens deze gegevens te verwerken in enkele artikelen, die in het kontaktblad van de K.O.K. kunnen verschijnen. Mocht iemand nu reeds een probleem hebben met de localisatie van een uithangbord in Deinze, dan ben
ik natuurlijk bereid om te helpen, binnen
mijn mogelijkheden natuurlijk. Altijd welkom in de Karel Picquélaan op nummer 164 (André Heyerick).
(1) Cassiman : Geschiedenis van Deinze blz. 27 Jaarboek K.O.K. 1940 blz. 85 en 86 (2) Jaarboek 1943 blz. 59 en volgende kontaktblad K.O.K. blz. 1433 (3) Cassiman : Geschiedenis van Deinze blz. 27 (4) Jaarboek K.D.K. 1951 blz. 170 (5) Jaarboek K.O.K. 1961 blz. 40 (6) Kontaktblad K.O.K. blz. 1433 (7) Cassiman : Geschiedenis van Deinze blz. 27 Jaarboek K.O.K. 1943 blz. 33 Kontaktblad K.O.K. blz. 1362
André Heyerick
1696.
1352.
De heer van Deinze Graaf Hendrik van Luxemburg was heer van Deinze.
Hij werd verkozen tot
koning van het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie in 1308, en werd keizer Hendrik VII. Verkozen ?
Door wie ?
Door de 7 keurvorsten d.w.z. de 7 vorsten die het recht hadden die koning, die normalerwijze te Rome tot keizer
werd gekroond door de paus, te
kiezen.
Wie waren die 7 keurvorsten ? 3 geestelijken : de aartsbisschop van Keulen, van Trier en van Mainz. 4 wereldlijke vorsten : de paltsgraaf, de hertog van Saksen, de hertog van Brandenburg, de koning van Bohemen. In het staatsarchief van Koblenz bevindt zich de Codex Balduini Trevirensis (Boudewijn van Trier) waarin heel wat tekeningen - miniaturen dus. Er is er een waarop de keizer, Hendrik Vil, afgebeeld staat met zijn rijksbannier van koning : d.w.z. met de eenkoppige adelaar in zwart (sabel) op een veld van goud (geel). Een andere tekening stelt de 7 keurvorsten voor die hem kozen : Hendrik van Keulen, Peter van Mainz,
Boudewijn
van
Trier,
Rudolf van Saksen, Waldemar van Brandenburg, naast mekaar
Paltsgraaf Rudolf,
Hendrik
van Bohemen,
zetelend en telkens respektievelijk met hun wapenschild
boven het hoofd. Lombardije behoorde ook tot het bezit van de Duitse Keizer, zoals Brabant en Luxemburg en Luik en Henegouwen.
Het graafschap Vlaanderen, links van de Schelde gelegen, niet ; dat had leenplicht tegenover de koning van Frankrijk. De koning van Lombardije, het land van de Lombarden, droeg een ijzeren kroon. In 1311 moest Hendrik VII een opstand van de stad Milaan onderdrukken. Deze indeling ging terug op het verdrag van Verdun (843) e.a.
Dat de arend een dubbele kop kreeg kan te maken hebben met de dubbele funktie van koning en van keizer. En zou het zilver - minder waard dan goud - te maken hebben met bezit in "het buitenland" (voor zover dat begrip toen al bestond). De graaf van Luxemburg, heer van Deinze, verkocht Deinze aan zijn oom, de graaf van Vlaanderen, toen de Luxemburger werd.
koning en daarna keizer
1697.
De 17 Nederlandse (Pdys Bas - Paesi Bassi - Netherlands - die Niederlande: overal meervoud) provincies - vroeger staten - hebben allen een leeuw in het schild. Steden die op de een of andere behoorden„ hebben
die arend
manier
tot
het
Duitse Rijk
in hun schild (meestal gevierendeeld) .
Antwerpen, Ronse, Aalst e.a. De parlementen van die staten vormden een Staten-Generaal. Toen Lodewijk XVI in 1788 de Franse Staten Generaal samenriep - voor het eerst sedert zowat 150 jaar - was er zoveel opgekropte woede dat de Franse Revolutie er uit groeide. Sedert de regering van Keizer Karet V (1515 - 1555) bestond er een Staten Generaal der Lage Landen = Nederlanden.
Hij gaf die naam aan zijn landen
bij de zee - in tegenstelling met de Spaanse bezittingen en in tegenstelling met zijn Duitse bezittingen
of zijn
Italiaanse ... of overzeese (Indianen)
(over Deinze in dat parlement schreven we nota 1333).
1353.
2 x Hilaire De Smet Voor mijn K.O.K.-bijdrage
over de Deinse RUG studenten wenste ik een
nota te maken over Hilaire De Smet . immers
twee
Hilaires
De
En bijna was ik misgelopen .
Er waren
Smet in Deinze - er was er zelfs nog een in
Petegern (parochie St. Martinus).
1° Op 6-1 - 1830 trad te Deinze in het huwelijk : Hilarius Desmet , schrijver (klerk , bediende ), geboren te Deinze 20 jaar 11 maanden en 22 dagen vroeger
(+
10 janurai 1809), zoon van wijlen
Gerardus , gestorven 12-10-1814 en van Isabelle Therese Van Wambeke met Virginie Dossche, 21 jaar, 7 maanden en 5 dagen oud dus een klein jaartje ouder ; dochter van Karel Lodewijk Dossche die op 20-9-1826 stierf en van Marie Sophie Dhont die op het huwelijk aanwezig was. De getuigen bij dit huwelijk waren : - Philippe Leopold Dhont , 34 jaar, koopman , oom van de bruid (dus broer van haar moeder) - Karel Casimir Minnens , 31 jaar, veeschatter , een kozijn (hoe ?) - Casimir Rochus Minnens , 24 jaar, schrijver - Joannes Livinus Van Belle , 45 jaar , deurwaarder te Petegem.
1698.
2° Op 17 augustus 1833 trad te Deinze in het huwelijk : Hilaire
De Smet,
Zottegem Smet,
griffier op het vredegerecht te Deinze, geboren te
op 14-12-1804 maar wonend te Deinze, zoon van Louis De
gestorven te Zottegem op 12-4-1818 en van Marie Aibertina
Droesbegue, gestorven te Zottegem op 30-9-1811 met Rosalie Goossens, geboren te Deinze 25-11-1808, dochter van Augustinus 3oossens en van Fernandina Verbeelen, die beiden aanwezig waren bij het huwelijk.
De getuigen waren : - Louis Joseph Verhuist, 50 jaar, notaris te Deinze, oom van de bruid
- Louis Jean De Smet,
34 jaar, agent van affairen te Zottegem, broer
van de bruidegom - 3oannes Francies Demeyer, 55 jaar, winkelier te Deinze, zwager van de bruid - Ferdinand Emanuel Van der Piete, 54 jaar, vrederechter te Deinze
Ze hadden twee kinderen Gustave Hilaire °6-6-1835 en Louise Rosalie 017-10-1836 Ze hadden een dienstmeid : eerst Marie Algoed, die in 1856 49 jaar was en van 1866 (22 september ingeschreven) Marie Louise Serlez (°30-9-1845 te Diksmuide). Van 1862 tot 1864 woonde ook August 3oossens bij hen in ; hij was kandidaat-notaris, 7-6-1824 te Nevele geboren. Een in 1849 te Zottegem geboren Oscar De Smet woonde van begin 1866 ook bij hen. Over Hilaire De Smet leze men Hugo Vanden Abeeles zijdenijverheid te Deinze p. 89 (1840 notaris - 1856 zijdefabrikant - failliet - uitgeweken naar Brussel). Virginie Dossche (° 1808) was dus de kleindochter van dan Baptist Dossche die agent municipale was te Deinze bij het begin van de Franse tijd. Dit zijn niet de Dossches waarvan Luc Matthys afstamt en ook niet
de
Dossches waarvan de firma Dossche afstamt ... tenzij ... misschien ... als de lijn ver genoeg doorgetrokken wordt. Haar zoon Camille Desmet studeerde voor notaris - 1858 vanuit St. Martens Leerne. De zoon van Rosalia Goossens, Gustave De Smet, studeerde ook voor notaris, - 1854 vanuit Deinze.
1699.
1354. Franse Revolutie
Sedert jaren gaat mijn belangstelling uit naar de geschiedenis van de Franse revolutie en naar Napoleon, evenals naar de weerslag daarvan op onze gewesten en op onze mensen. in
Daarbij is me herhaaldelijk opgevallen dat verhoudingsgewijs weinig
over de slachtoffers van die
wordt
gesproken
bloedige en bloederige revolutie. Over
Franse bronnen
de adellijke slachtoffers leest men
wel wat, maar niet - of toch weinig - over de anti-revolutie van de Chouans of over de anti-revolutie in de Vendée. In de 19e eeuw schreef men daar wel over. In de 20e eeuw veel veel minder. De verworvenheden van de Franse revolutie werden zodanig in de verf gezet dat men de keerzijde van de revolutie vergat. In Duitsland en
in
Engeland waren
er (+ 1790) veel bewonderaars
van de
revolutiegedachten die echter sceptisch werden en terughoudend toen die revolutie zich aan allerlei excessen te buiten ging.
De 19e eeuw - vooral
buiten Frankrijk - vermeldde die excessen à la Robespierre en de corruptie van het Directoire wel. De 20e eeuw gleed erover en beschreef vanuit het Jacobijnse standpunt van de "républiq ^.re une et indivisible". De zegepraal van het liberale gedachtengoed - nu een Europese verworvenheid - vergat de bloedige offers, de misdaden en moorden. Na de
liberaliserende interpretaties,
tot + 1950,
kwamen de marxistische
appreciaties en die dekten de zwarte kanten met een rode vaan. Nu, sedert bijna tien jaar, begint men ook in Frankrijk de moordende tendens van de revolutie te ontdekken :
wat
gebeurde toen ook. Honderdduizenden
we nu "oorlogsmisdaden" noemen werden door revolutie-
Fransen
Fransen vermoord. Fouché, Napoleons politieminister, en Napoleon
zelf
klommen in hun carrière dank zij de moord op duizenden landgenoten, vooral in Normandie, Bretagne en de Vendée, met brede uitlopers naar Lyon.
Kanonades, wilde moorden. Het bekendste voorbeeld : honderden gevangenen
werden in speciale schepen
opgesloten. Speciale schepen ? Ja, waarvan men de
bodem
kan openen
zodat de mensenlading verdronk. Fouché vond dat het vlugste middel om per dag 200 mensen terecht te stellen. Men spreekt
(schrijft) nu het
1790 gebeurde.
woord "genocide" uit voor wat er in de jaren
En de contrarevolutionairen waren, waar zij het voor het
zeggen hadden, niet zachter dan de revolutionairen. Homo homini lupus est.
1700.
De ene mens is een wolf voor de andere, schreef de Engelse Thomas Hobbes
wijsgeer
(1588-1679) - en dat blijkt nog altijd zo te zijn waar de
toestanden abnormaal worden : oorlog - revolutie met wapens. Ook vandaag nog. De republikeinse generaal Westermann schrijft, na een veldslag en de daarop volgende moordpartijen, aan zijn opdrachtgevers in Parijs (december 1793) : "11 n'y a plus de Vendée ; elle est morte sous notre sabre libre, avec ses femmes et ses enfants. Je viens de l'enterrer dans les marais et les bols de Savenay. J'ai écrasé les enfants sous les pieds des chevaux et massacré les femmes. Je n'ai pas un prisonnier à me reprocher. 3'ai tout extèrminé. Les routes sont semées de cadavres." En zo veegden nog vijf andere generaals het contrarevolutionair gebied schoon.
Het Vendée en Chouan (de Chouanerie) - protest begon tegen de invoering van de conscriptie, tegen de eerste "levé en masse" van 300.000 jonge mannen in 1793.
Het doet denken aan onze Boerenkrijg en onze eerste
Napoleonsoldaten. En het speelt in de Franse interne politieke verhoudingen van vandaag 1993 nog mee. Aan Franse universiteiten was onderzoek over contrarevolutie tot 1980 verboden ! ! !
1355. De 5e republiek Frankrijk is aan zijn 5e republiek toe.
Kent ge de vijf republieken ? Op
21-9-1792 werd het koningschap afgeschaft. De eerste republiek begon op 22-9-1792 met een nieuwe tijdstelling : de eerste dag van de eerste maand van het jaar één. De eerste republiek eindigde toen Frankrijk op 18-5-1804 een Keizerrijk werd. beurt afgelost door de restauratie,
het herstel
Dat werd op zijn
van het koninkrijk en
koningsschap.
De tweede republiek begon op 24-2-1848 na een revolutie en eindigde op 2-12-1851 toen Napoleon 111 zich tot keizer proclameerde. De derde republiek begon op 4-9-1870 en eindigde toen op 10-7-1940 Pétain "l'état frangais" proclameerde. De vierde republiek begon na de bevrijding, constitutioneel op 27-10-1946 toen de assemble-constituante een nieuwe constitutie (grondwet) goedkeurde.
1701.
De mei-crisis van
1958 veranderde nog eens de grondwettelijke situatie en
dan begon de 5e republiek die nu nog leeft. Frankrijk had tot nu toe reeds 21 presidenten. De 5e republiek is aan zijn 4e president : De Gaulle - Pompidou -
Val. Giscard d'Estaing en Fr. Mitterand.
Deze laatste is de president met de langste presidenten (sedert
mei 1981).
ambtstermijn van de 21
Een presidentiële ambtstermijn
duurt in
Frankrijk nu 7 jaar. Met de 5e republiek voerde De Gaulle ook de mogelijkheid in tot het houden van
een referendum. Fr zijn er sedert
1958 zeven geweest, dat over
Maastricht inbegrepen. Soms hebben ze een bittere nasmaak.
Wat moest
bijvoorbeeld iemand doen die 80 % voorstander was van Maastricht. T V debat op de Franse
Bij een
T V hoorde ik een fransman spreken over Maastricht
"un nom barbare" dat hij toch zo moeilijk (en dan nog slecht) uitsprak.
1356.
Contra-Reformatie A. Bollaert
schreef in Het Land van Nevele over de Contra-Reformatie te
Poesele en over wat er aan voorafging. Lieven Coene van Poesele werd predikant o.a. te Vinkt. Bollaert noemt ook de pastoors van
Meigern en van de twee Leernes. Ook de windmolen van
Poesele wordt vernoemd. Dan heeft
hij het
over de
Visitatie
verslagen over Poesele van bisschop
Triest. Het is de Leuvense prof Cloet die de stoot gegeven heeft tot de studie van de (in het
Latijn
geschreven) visitatieverslagen over onze parochies. De
bisschop "visiteerde", maar ook de dekens moesten hun parochies visiteren.
In die vloed van verslagen is enorm veel te vinden over dorp en kerk en over de mensen. Voor Deinze deed K. Berqe de studie (KOK 1981) en voor de periode daarvoor was het Vervaeke (gepubliceerd in ! and van Nevele).
Tien jaar Stadsbibliotheek - december 199? Het tiendaags herdenkingsprogramma voor het tienjarig bestaan van onze stadsbibliotheek is een groot en vooral verscheiden programma geworden waarvoor we Marianne Dossche en haar ploeg van de bibliotheek van harte feliciteren. Het bundeltje "Korenblauwe letters op papier" is er een originele en blijvende herinnering aan, met poëzie tot in de titel.