# Doel* Voorkómen van constipatie bij IC-patiënten.
# Toepassingsgebied Intensive Care.
# Indicatie Alle IC-patiënten.
# Definities PDMS = patiënt data management system
# Aard handeling # Materiaal* N.v.t.
# Werkwijze* IC verpleegkundige(i.o.): observeert elke dienst ontlastingspatroon van de patiënt noteert elke dienst ontlastingspatroon van de patiënt in PDMS
IC verpleegkundige(i.o.) en arts: bespreken dagelijks, tijdens artsenvisite, ontlastingspatroon van patiënt. Arts: schrijft medicatie,volgens medisch protocol, voor in PDMS.
Medisch laxatieprotocol schema Contra-indicatie voor medisch laxatieprotocol zijn patiënten met: ileus of mechanische obstructie van maag,darm, urine- of galwegen intestinale chirurgie < 10 dagen bloeddruk MAP < 50 mmHg en/of cardiac output CO < 2 l/min zwangerschap hypothermie: temperatuur < 34 graden celcius Bij nierinsufficiëntie moet het fosfaatklysma vervangen worden door een lauwwaterklysma van 250 cc met hierin opgelost 20 gram lactitol wegens te verwachten hyperfosfatemie na toediening van een fosfaatklysma. Eventueel kan ook een lauwwater klysma rectaal worden toegediend zonder toevoegingen.
Schema (Link medisch protocol) Indien de patiënt 1 dag geen defaecatie heeft gehad: Schema
Medicatie
Verantwoordelijk
Opmerking
Dag 1
Lactitol 1 x 10 gram enteraal
Arts
Dag 2
Lactitol 2 x 20 gram enteraal + klysma rectaal
Arts
Dag 3
Lactitol 2 x 20 gram enteraal + klysma rectaal
Arts
Dag 4
Lactitol 2 x 20 gram enteraal + 10 gram MgSO4 (magnesiumsulfaat) enteraal
Arts
MgSO4 mits peristaltiek aanwezig is
Dag 5
Neostigmine 0.4-0.8 mg/uur gedurende maximaal 24 uur
Arts
Mits: afgelopen 10 dagen geen gastrointestinale chirurgie Geen nodaal hartritme, sinusbradycardie of AV-geleidingsstoornissen
Dag 6
Kleanprep 100 ml/uur gedurende 12 uur
Arts
Fosfaatklysma bij goede nierfuncties (diurese > 30 ml/ uur en kreat < 150) en een fosfaat < 1,5 mmol/l, anders een lauwwaterklysma
Lauwwaterklysma = 250 ml lauw water met hierin opgelost 20 gram lactitol óf 250 ml lauw water zonder medicatie.
# Controles # Opmerkingen 1. Men spreekt van constipatie als de ontlasting hard en droog is, en de hoeveelheid minder is dan normaal. Bij ernstige constipatie kan de ontlasting zelfs zo indikken en hard worden dat de darm (deels) wordt afgesloten (ileus). Wanneer er dunne ontlasting langs de verstopping naar buiten lekt spreekt men van overloopdiaree. 2. Vaak is de darmperistaltiek verstoord bij ernstig zieke patiënten. De gerapporteerde incidentie van constipatie op de Intensive Care (IC) varieert van 5% en 83%, afhankelijk van de gekozen definitie (NIVEAU D). Constipatie is daarmee een veelvoorkomend probleem op de IC. Vaak duurt het enkele dagen na opname op de IC voordat een patiënt ontlasting heeft (NIVEAU D). De redenen voor het ontstaan van constipatie zijn divers. Immobilisatie, sedativa (vooral opiaatgebruik), dehydratie, vasoactieve medicatie en verminderde vezelinname kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn (NIVEAU D). Naast het discomfort van de patiënt heeft constipatie ook gevolgen voor onder andere de ligduur, weaning van de beademing en infectierisico (NIVEAU D).
# Bijlagen # Referenties # Literatuur (1) Herbert MK, Holzer P. Standardized concept for the treatment of gastrointestinal dysmotility in critically ill patients--current status and future options. Clin Nutr 2008 Feb;27(1):25-41. (2) Lewis SJ, Heaton KW. Stool form scale as a useful guide to intestinal transit time. Scand J Gastroenterol 1997 Sep;32(9):920-4. (3) van der Spoel JI, Oudemans-van Straaten HM, Kuiper MA, van Roon EN, Zandstra DF, van d, V. Laxation of critically ill patients with lactulose or polyethylene glycol: a two-center randomized, double-blind, placebo-controlled trial. Crit Care Med 2007 Dec;35(12):2726-31. (4) van der Spoel JI, Schultz MJ, van d, V, de JE. Influence of severity of illness, medication and selective decontamination on defecation. Intensive Care Med 2006 Jun;32(6):875-80. (5) van der Spoel JI, Oudemans-van Straaten HM, Stoutenbeek CP, Bosman RJ, Zandstra DF. Neostigmine resolves critical illness-related colonic ileus in intensive care patients with multiple organ failure--a prospective, double-blind, placebo-controlled trial. Intensive Care Med 2001 May;27(5):822-7. (6) McKenna S, Wallis M, Brannelly A, Cawood J. The nursing management of diarrhoea and constipation before and after the implementation of a bowel management protocol. Aust Crit Care 2001 Feb;14(1):10-6. (7) Mostafa SM, Bhandari S, Ritchie G, Gratton N, Wenstone R. Constipation and its implications in the critically ill patient. Br J Anaesth 2003 Dec;91(6):815-9. (8) Patanwala AE, Abarca J, Huckleberry Y, Erstad BL. Pharmacologic management of constipation in the critically ill patient. Pharmacotherapy 2006 Jul;26(7):896-902. (9) Dorman BP, Hill C, McGrath M, Mansour A, Dobson D, Pearse T, et al. Bowel management in the intensive care unit. Intensive Crit Care Nurs 2004 Dec;20(6):320-9. (10)Rohm KD, Boldt J, Piper SN. Motility disorders in the ICU: recent therapeutic options and clinical practice. Curr Opin Clin Nutr Metab Care 2009 Mar;12(2):161-7. Niveau van aanbevelingen A. Ondersteund door tenminste twee grote prospectief gerandomiseerde gecontroleerde klinische onderzoeken of een meta-analyse met een kleine kans op vals positief of een vals negatief resultaat B. Ondersteund door één groot prospectief gerandomiseerd gecontroleerd klinisch onderzoek met een kleine kans op een vals positief of vals negatief resultaat
C. Ondersteund door één of meerdere kleine prospectief gerandomiseerde gecontroleerde klinische onderzoeken of een meta-analyse met een matige tot grote kans op een vals positief of een vals negatief resultaat D. Ondersteunen door alleen een niet-gerandomiseerde maar wel gecontroleerd klinisch onderzoek, een cohort studie of een patiëntcontrole onderzoek E. Ondersteund door alleen niet-vergelijkend onderzoek, historische controles, case reports of de mening van deskundigen
# Distributielijst Auteur: mw. M. Bonn, maart 2014 Verantwoordelijk medicus: mw. drs. A. Hemelaar / mw. drs. M. Hilkens
# Einde document