N
~ ~
t-o
"'"
NJN en ACJN De Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie ( NJN) en de ACJN, Jeugdbond voor Natuurstudie en Natuurbescherming zijn verenigingen van en voor jongeren tussen 12 en 23, resp. 25 jaar, actief op het gebied van veldbiologie en natuurbeheer. De NJN en ACJN hebben samen ruim honderd afdelingen verspreid over het hele land, die ieder weekend excursies organiseren naar gebieden in de omgeving, waar vogels worden geteld, planten gernventariseerd, gefotografeerd, etc •• Alle schoolvakanties verzorgen de districten, waarin de afdelingen zijn gegroepeerd, goedkope, meerdaagse boerderij- of tentenkampen in een gebied wat verder uit de buurt. In de zomer zijn er la-daagse kampen, waarvan sommige in het .nabije buitenland plaatsvinden. Wie meer informatie over de jeugdbonden wil, kan een kaartje sturen aan: NJN, Schaep en Burgh, Noordereinde 60, 1243 JJ
's-Graveland
of: ACJN, Driebergseweg 16c, 3708 JB
Zeist
JEUGDBONDSUITGEVERIJ De Jeugdbondsuitgeverij is de gezamenlijke uitgeverij van de NJN en ACJN. Zij legt zich toe op het maken en verspreiden van determinatiewerken, handleidingen en verslagen. Deze moeten voor jongeren begrijpelijk en bruikbaar zijn. De Jeugdbondsuitgeverij wordt gedreven door leden van de jeugdbonden en zij beoogt geen winst. Een verkooplijst is te verkrijgen op bovenstaande adressen. Veel uitgaven worden uitgewisseld met: Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieubescherming ( JNM ) Kortrijksepoortstraat 140, 3000 Gent ( België )
"""'" ~
"'" ~
< o
I
"'"
~
~
"'"
~ ~
~
"'" ....: "'"
-=o
~
"'" ~
~ ~
t-o
""
~
~
~
~
~
~
~
"'" ~
~
I door RODlbout de WUs 2e druk 1986 Jeugdbondsuitgeverij
== ~
~
I
DETERMINATIETABEL
VOOatfOORI>
1>e~~ .•. zeevOlJêlp<>ten1;.abel natletabeïvoór ~eevogelpoten, offer;.oOnderzQek (NSO)alS .Nlêu'if$brlefNSOnr Wanneêrje aan oOkollèSlaohtoffertellingen waan:téllitn~h. naar. het· NSO,. t.a.v •
st
ZEEVOGELPOTEN
1. INLEIDING
Stookolieslachtoffertellers worden af en toe geconfronteerd met (zee-) vogelresten waarvan de meeste delen ontbreken. In dergelijke gevallen zijn vaak nog wel het borstbeen, resten van vleugels en de poten aanwezi'l' Met behulp van deze tabel is een vrij groot aantal zeevogels op soortnaam te brengen aan de hand van de poten alleen. In deze tabel komen een aantal termen voor waarmee niet iedereen vertrouwd (zie ook figuur 1); deze worden hieronder kort weergegeven. achterteen (at)
:Teuqàbondsu:itgeverij ,novèlllber 1986 middenteen (mt) WA1' IS .Hft· NEDERL!\.NDSSTOOI{OLIESLACH'l'OFFER--oNDERZOEK
binnenteen (bit) 0", werkgroep Nederlands Stookolieslaohtoffer-Qnderllloek{NSO) wer.d in 1977 op.~ gericht. liet NBO beoogt bet tellen vanoliè$lachtoffersoplànde:t1jk n1ITeáu te OOO.1'dinêt'en . en een meer. uniforme· aanpakte stlillUleten •. 0001'01'< .sy~~tische wijze geqevens te verzamelen en regelmatig tepublice:ren,ltan de totalePl=<>blemàtlekvan de. olievervuU1n'l vakerèn deqel1jkel: on5erllouw5 en!1er aandacht van het~l1ek qébracht worden. Anderzijds !1ienende.9'eo;j'èVens als bii;l!li$ 0lIl eVèntueletrends in!1e·aantallen olieslach1;.offers te kUnnen reg18treren. De werkgro.epNSO werJtt ~amen met. versebLllende verenigingen. waaronder !ie beide jeugdbOÏldenvoor nát,uU1:."studie (NJN en ACJN) en versehillèndevogelwerk:gror pe.ÏI. newerkgroep'NSO draait wlle4i.'l opvt.ljwilliqe;rsen ontvan<}t van. qeen enkele.;zijde financi.ele steun. Het !ieorhèt 'NSO uitgegeven tl.jdschrift "Nieuws brief NSO" wordt bekosti'1d uit ii;bo_nts~elaen'''e' contributie bedraa9t.ll' 1.5,-per jaar, over te lI\áken op '!tix:önU!Ï\llter 460 7397, t.n.v. C.J. Camphuysent ZaaMalit.
~
buitenteen (but) klauw schildjes loopbeen (lb) zwemvlies spanvlies verbrede teen teenf·lappen maten >
;;;
< ; :i
is
soms afwezi'l (bijv. alkachtigen), soms door middel van een zwemvlies met de andere drie tenen verbonden (pelikaanachti'len); is altijd de kortste teen en wijst niet recht naar achteren, maar eni'lszins naar de binnenzijde van de poot. de middelste van de drie 9'1'ootste tenen, de len'lte ervan speelt vaak een belangrijke rol bij de determinatie (figuur 2). de binnenste van de drie 9'1'ote tenen; in het 'leval van een losse poot is de het de teen die aan·d~zelfde kant van de middellijn zit als de aohterteen. de derde ( buitenste ) van de drie grootste tenen, meestal wat langer dan de binnenteen. de nagel aan het eind van elke teen. de "sohubjes" die het loopbeen en de tenen bedekken. het deel van de poot tussen de teenaanhechting en het hielgewricht, ook wel tarsus 'lenoemd. De lengte ervan is belangrijk voor de determinatie (figuur 1 en 2). huidplooi tussen de drie 'lrote tenen onderlin'l, soms tussen alle vier de tenen (pelikaana~htigen, figuur 4). als zwemvlil;ls, maar veel kleiner en alleen aan de teenbases aangehecht (figuur 10). teen die breed en plat is (fuutaohtigen, figuur 9a). hurdflappen aan weerszijden van de tenen (figuur 9b/c). alle maten zijn in millimeters (mm). • 9'1'oter dan ; 9'1'oter dan of gelijk aan kleiner dan ; kleiner dan of 'lelijk aan {"
Het is aan te raden om bij 'lebruik van deze tabel in het veld liefst een schuifmaat, maar toch minstens een lineaaltje of iets der'lelijks mee te nemen. Neem de maten zo zorgvuldig mo'lelijk. De maten zijn voor het merendeel afkomstig uit de literatuur. Aangezien dit maten zijn van (gedroo'lde) museumbalgen Z1Jn deze door krimping iets kleiner dan van vers dode dieren. Zij zijn niettemin in de regel toch goed bruikbaar in het veld. Bij vondsten van zeldzame soorten verdient het aanbeveling om de restanten te verzamelen en de determinatie te laten verifieren. Neem hiervoor contact op met de vogelafdeling van het zoölo'lisoh Museum, postbus 20125, lJOO HC Amsterdam, of met het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, postbus 9517, 23~O RA Leiden. Ook de auteur stelt zich hiervoor beschikbaar.
:2
~
'::;..
A
~B fig. 15
mt.::6imiiiiiilll~,
fig.l1
bit
17 A
wt
~
c
B
fig.14
fig.13
fig.3
fig.2
fig. 1
fig.12
~A
'..~
~ "
I
-,-';:-_:-~
D
~
fig.4
~ ~ ~ ~' '5
fig.6
...... .:-..,......
..
B
fig.
5
fig.18
fig. 17
I . ',J Al
fig.19
,-','.
___
fig.23
fig.,;25 fig.24
fig.7
~
t ...
A B C
fig.8
fig.9
~
~ ~
~
fig.31
fi g. 10 fig.26
figuren: 1. Meeuw, pootonderdelen, 2. pootmaten, 3. stormvogeltje, 4. zwemvliestypen: A. Meeuw, Eend, B. Jan van Gent, C. Zwarte Stern, Kluut, D. Stern,S. achtertenen: A. Zwemeend, B. Duikeend, 6. achtertenen: A. Drieteenmeeuw, B. Stormvogels, C. Dwergmeeuw, 7. voorzijde lbo A. Gans, B. Eend; poot van Rietgans, 8. Duiker, 9. A. Fuut, B. Meerkoet, C. Franjepoot, 10. Tureluur, spanvliezen. m;.~~;."";."";"'''''''-;.x.;.;.';>..''''';'"""":-"~~""":;:;""~~""",,,,~,,,,,,,,:»>',,,,,,:-~; :::::::::::::::
fig.27
fig.28
fig.30
figuren:
11. Aalscholver, 12. Papegaaiduiker, 13. Noordse Stormvogel, 14. Drieteenmeeuw, 15. klau..- bit: A. Meeuw, B. Jager" 16. Grote Jager, 17. Zwarte Stern, 18. Visdief, 19. Kokmeeuw, 20. Grauwe Gans, 21. Toppereend, 22. Wilde Eend, 23. Grauwe Franjepoot, 24. Kluut, 25. Fuut, 26. Meerkoet, 27. Scholekster, 28. Drieteenstrandloper, 29. Goudplevier, 30. Sperwer, 31. klauw van Purperreiger.
~
:~
:::::"::: ... :.«vo .. : ... , .................................................... ;.....~;.,,~~~,,~-..;.:.;.,..,,"~""»:.:.,,::.:...~,,~»., ........................,..3.:.:.'.":..'»m.·.·.·~~~·.·.·.· ........ ~~~~..'..:..'.'.'.'...'.'.'.. :~»~....'. :v............;.;.;.:.~~~~~<:~~~~~"»"",,:>:o,,;.,,;.:-;.;.'!-;.,,:-~~~:-;.~;.;.;.;.:-""""",,;.:....,.:
5
"
.2. DE TABELLEN
TABEL I
h'~
.,:~;
!~,&P~ t~{ .: J"
(~-J fig.32
fig.35
la b
Poot met zwemvliezen tussen de tenen (figuur 4) •••••••••••••••••••••••••• 2 Poot zonder zwemvliezen tussen de tenen, soms wel kleine spanvliezen (figuur 10) of met zwemvliesachtig verbrede, afgeplatte tenen of huidflappen (figuur 9) •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 9
2a .b
Drie zwemvliezen tussen 4 tenen (figuur 4b) ••••••••••••••••••••••• TABEL II Twee zwemvliezen tussen 3 tenen, achterteen wel of niet aanwezig (figuur 4a, c, d) •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 3
3a
Poten klein met lang, dun loopbeen. Lb 20-46 mm (maar meestal 20-30 mm), hoogstens 3 mm dik (meestal slechts 1.5-2 mm) en zwart. At zeer klein en puntig, soms bijna afwezig (figuur 3), vorm als in figuur 6b (dus niet als figuur 6c) •••••••••••••••••••••••••••• TABEL III Poten meestal groter, maar indien klein dan lb nooit tegelijk dun !lll lang •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 4
fig.34
fig.33
~ fig.36
b
4a b
Achterteen ontbreekt volkomen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••• TABEL IV Achterteen soms klein, maar aanwezig ••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 5
5a
Achterteen zeer klein (tot ca. 5 mm) en als in figuur 6a of 6b dus ofwel zonder klauw, ofwel met alleen maar "klauw" •••••••••••••• TABEL V Achterteen soms klein, maar "normaal" en ongeveer zoals in - - --figuur 6c, 5a, of forser cq. breder (afgeplat, figuur 5b) •••••••••••••••• 6
b
Sa
fig.37
~
b 7a
fig.38
b
~
3a
fig.39
GROEPSINDELING
b
c 9a b
Poten vrij groot, met lb sterk afgeplat (doorsnede in het midden van lb ruim 3.5 maal zo diep als breed). Lb langer dan 65 mm en at vliezig (figuur 8) •••••••••••••••••••••••• '. ; •••••••••••••••• TABEL VI Lb soms ovaal in doorsnede maar nooit zo sterk afgeplat •••: •••••••••••••• 7 Voorkant van het lb gevormd door ~én rij vrij grote, recht boven elkaar-liggende schildjes; die ieder ongeveer de helft van het lb op die plaats omvatten (figuur 1). Lb meestal (maar niet altijd) betrekkelijk slank (figuur l) •••••••••••••••••••••••••••• TABEL VII Voorkant van het lb anders (figuur 7a, b) ••••••••••••••••• ~ ••••••••••••• 8 Voorkant van het lb onderaan gevormd door een of meer rijen vrij kleine, smalle, niet zeshoekige schildjes, die ieder hoogstens 1/4 van het lb op die plaats omvatten (figuur tb). At als figuur Sa of 5b •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• TABEL VIII Voorkant van het lb onderaan gevormd door vrij kleine vijfof zeshoekige schildjes, die vaak niet in regelmatige rijen gerangschikt zijn (figuur 7a), at als in figuur 5a •••••••••••••••• TABEL IX Poot met verbrede tenen of tenen met huidflappen (figuur 9) •••••••• TABEL X Poot zonder bijzondere zwemaanpassingen, hoogstens met een of meer spanvliezen (figuur 11) ••••••••••••••••••••••••••••••••••• TABEL XI
figuren: 32. Valk, 33. Specht, 34. Uil, 35. Duif, 36. Kraai, 37. Graspieper, 38. Roodborst, 39. A. Grote Franjepoot, B. Grauwe Franjepoot, C. Rosse Franjepoot.
~x-"":.,,:.,,;.,,'X''''':.:-:-,,:-,,'',,:-,,,,:.:.:.:':.:.:-,,:.,,:.:.:-~:.:-,,~~:.~:;;..,'.','N,'.'.',','.'.'.'.'.'.....·.'.·.'.'.N.....••••• ,':~"""""'~IQX«~~~~, ;;;;;:;:;:;;:;:;:»,~"*'-..;..~~.....--:-.~»~:-:<:-"':-:.~..:..-..;:.:-~"!-:.~~~'!o!o:-:-'!o'!o--:.:.~~~~!:~:':~":~~~~~~~~~~'!:~.~.~.:.~.~ ........'.' ..:.:':.~.:...........~.:.:.:.:.:.~~.:~:.::~::~:::~.:.•.' .•.,.,.:.:.::•.:~:.:-,,:-:-:.:-:,:-~~~~~'!o'!o~,,:.-.::.-:~~~;:~;::.:
7
6
TABEL 11 la
b
PELIKAANACHTIGEN (PeLeaanifoPmes)
(figuur 4b, 11)
~e but en mt zijn ongeveer even lang, maar d~ mt is het langst (figuur 4b). Bij tamelijk verse poten loopt er een lichte streep over de bovenzijde van de tenen (meestal lichtblauw of lichtgroen) •••••••••••••••••••••••••••••••••••• JAN VAN G~ (SuLa bassana) De but is de langste teen, de tenen zijn duidelijk verschillend in lengte (figuur 11) ••••••••••••••••••••• AALSCHOLVERS (PhaL:zapoaomaidae)
Helaas zijn beide soorten niet betrouwbaar te scheiden, er is veel overlap in hun maten en andere kenmerken. AALSCHOLVER (PhaLaapoaopax aarbo): lb 62-82 mm, mt 76-95 mm (at 38-43 mm, n=9) Aantal schildjes op laatste teenkootje van but: 14-18 (n=9, R'~) KUIFAALSCHOLVER (P. ap'istoteLie) : lb 53-70 mm, mt 70-82 mm (at 33-39 mm, n=8) Aantal schildjes op laatste teenkootje van but: 12-15 (n=8, R'~).
4a
la b 2a b 3a b
STORMVOGELTJES
Zwemvliezen rest van de probeer dan Zwemvliezen
~Hydpobatidae)
b 5a
b
Lb > 40 mm, at bijna afwezig ••••••• BONT STORMVOGELTJE (Petagodpoma maPina) (lb 42-46 mm, mt 34-39 mm) Lb < 40 mm ••••••••••••••••••••• WILSONS STORMVOGELTJE (Oaeanites oaeaniaus) (lb 32-37 mm, mt 25-30 mm) Mt > 22 mm •••••••••••••••••••••• VAAL STORMVOGELTJE (Oaeanod~oma teuao~hoa) (lb 22-26 mm, mt 22-27 mm) Mt < 22 Dm • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • STORMVOGELTJE (Hyd~obatee 'petagiaue) (lb 20-24 mm, mt 13-21 mm)
b 2a b 3a b
4a b
DRIETEENMEEU'~
(Rissa tpidaatyLa) , STORMVOGELS (ProoaeHapiidae)
At als in figuur 6a, met kleine schildjes (loupe) en meestal zonder klauw (klauw hoogstens als een stompje aanwezig). Poten meestal bruinig tot bijna zwart van kleur, lb nauwelijks afgeplat en korter dan mt ••••••••••••••••• DRIETEENMEEor~ (Risea tpidaatyta) (figuur 14, lb 30'-39 min, mt 39.5-50 mm) At als in figuur 6b, dus alleen kegelvormige "klauw" uit één stuk (loupe), zonder kleine schildjes •••••••••••••••••••••••••••••••• 2 Lb in doorsnede ovaal, niet afgeplat, licht vleeskleurig, met karakteristieke geur ••••••••••• NOOR~E STORMVOGEL (Futmapue gtaaiatie) (figuur 13, lb 49-50 mm, mt 60-73 mm) Lb in doorsnede vrij sterk afgeplat •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 3 Lb < 50 mm ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 4 Lb > 50 mm ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ~ ••••••••••••••••••••••• 5 Lb < 40 mm, poten blauwgrijs •••• KLEINE PIJLSTORMVOGEL (BUffinus aseimitie) r (lb 36-39 mm, mt 37-44 mm) Lb > 42 ~,~elft van de tenen en achterzijde lb zwart, rest. vleeskleurig •••••••••••••••• NOORDSE PIJLSTORMVOGEL (Puffinus puffinue) (lb 43-48 mm; tot 51 bij mau~etaniaue) (mt 44-52 mm; tot 56 bij ~~taniaU8)
TABEL VI
b 2a b
Pootkleur bruinrood, rood, oranje of geelachtig (01ie!) •••••••••••••••••• 3 Pootkleur zwart, donkerbruin of donker geelbruin ••••••••••••••••••••••••• 5
la
3a
Klauw van bit niet naar beneden maar naar opzij gekromd. (figuur 12) .••••••••••••••••••••••••••• PAPEGAAlDOlKER (~te~cu~ a~atiaa) (lb 25-27 mm) Klauw van bit "normaal" naar beneden gekromd ••••••••••••••••••••••••••••• 4
b
b
Beide soorten Zl.]n in West-Europa niet goed te onderscheiden: ZEEKOET (UPia aaLge) (lb 35.5-42.5 mm, mt 50-60 mm, RW) DIKBEKZEEKOET (UPia Lomvia) (lb 31-41 mm, mt 50-55 mm) Lb 27-34 mm, poten zwart' (mt 42-49 mm) •••••••••••••••••••• ALK (ALaa toPda)
(figuur 2, 12)
Lb;:;; 22 mm, poten donker •••••••••••••••••••••••••••• KLEINE ALK (AtLe aLLe) (lb 13-22 mm) Lb langer •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 2
la
35 mm, meestal donkerbruin of geelbruin •••••••••••••• ZEEKOETEN (Upia)
De grotere pijlstormvogels zijn moeilijk te scheiden. Er is veel overlap in de maten, zie figuur 40 en 41 (voor gebruiksaanwijzing zie in tabel VII
5
ALKACHTIGEN (Ataidae)
~
(figuur 13,14)'
Zeer onwaarsc~jnlijk, maar niettemin mogelijk is ook het Madeira Stormvogeltje (Oceanod~oma aaet~o, lb 21-23.5 mm, mt 20-23.5 mm).
TABEL IV
Lb
TABEL V
(figuur 3)
voor een deel gelig (soms vleeskleurig), de poot is zwart. Als de hele poot roodachtig is tabel VII (Dwergmeeuw) ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 2 als de rest van de poot zwart •••••••••••••••••••••••••••••••• 3
ZEEKOET (Cepphus gpyLLe) (lb 29-35 mm) Lh > 35 mm, dikte van lb in het midden min. Smm ••••••••••••••••••••••••• 5a Z~RTE
la TABEL III
Lb < 35 mm, dikte van lb in het midden max. 7 mm
OOI KERS (Gaviidae)
(figuur 8)
Helaas zijn deze vier soorten maar ten dele te scheiden. Lb > 90 mm, grotere soorten ••••..•••••••••••••••••• IJSOOlKER (Gavi:z i~ep) (lb 83-1)~ mm) •••••••••••••••• 3EELSNAVELDUKER (Gavi:z ~~ii) (lb 89-97 mm) Lb < 32 mm, kleinere soorten •••••••••••••••• ROOOKEELDUKER (Gavi:z steLLa~) (lb 65-82 mm) •••••••••••••••••••• PARELDUKER (Gavi:z a~tiaa) (lb 71-89 mm)
8
TABEL VII
9
MEEUWEN (Lapiaae) , STERNS (StePnidae), JAGERS (Stepaopapiidae), FLAMINGO (Phoeniaoptepidae) (figuur 1, 14-1g)
lla b
la b 2a
b
3a b
Reusachtige poten, lb > 230 mm, roze van kleur (juveniel bleekbruin) FLAMINGO (Phoeniaoptepus pubep) (lb 240-265 mni) ! Niet zulke poten •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 2
12a
Poten zwart of met grijsblauw (in het laatste geval is lb grijsblauw, tenen en zwemvliezen grotendeels zwart. Bij zeer oud en verdroogd materiaal is het grijsblau~ verkleurd tot gelig). Vrijwel altijd met scherpe, vaak ook vrij krachtige en gekromde klauwen, vooral aan de bit (figuur 15b, 16) •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ó • • • • • • • • • • • • 15 Poten soms zwart, maar meestal vleeskleurig, roodachtig, gelig, groen of grijs. Nooit met grijsblauw. Indien zwart dan nooit met scherpe én gekromde klauwen en nooit gecombineerd met grijsblauw (figuur 17~19) •••• 3
b
Zwemvliezen bij gespreide tenen als in figUur 4c, dus vrij klein, poten meestal roodachtig (figuur 17) •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 4 Zwemvliezen groter •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 5 13a
ZWARTE STERNGROEP (ChLidonias) Dergelijke pootjes zullen meestal betrekking hebben op de ZWARTE STERN (Chlidonias nigep) (lb 15-18, mt 20-24 mm) bIndien lb 13-22 mm ••••••••••••••• WITVLEUGELSTERN ('ChLidoniaa Leuaoptepus) (mt 22-26 mm) c Indien lb 21-25 mm •••••••••••••••••••••• WI~WANGSTERN (ChLidonias hybpida)
4 a
5a b
6a b
Lb Lb
~
~
8a
Zwemvliezen als in figuur 4d, at > 10 mm, poten zwart tot do~ker vlee~ kleurig ••••••••••••••••••••••••••••••••• LACHSTERN (GeLoaheLidon nilotiea) (lb 31-38 mm, mt 28-33 mm) Zwemvliezen als in figuur 4a, at < 5 mm, poten lichtbruin tot zwartgrijs , VORKSTAARTMEEUW (Lapo"tS sabini) (lb 29-36 mm, mt 27-33 mm)
b
Lb > 31 mm, poten zwart en dik (doorsnede lb ;;: 5 mm), vlezige tenen , lVOORMEEUW (PagophyLa ebUPnea) (lb 34-43 mm, mt 37-47 mm) Lb < 31 mm ............................................................. l0
10a b
Lb > 23 mm ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 11 Lb < 22 mm •••••••••••••• ó • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 12
........•;:;;::;:;........,','..
mm)
Lb > 19 mm ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• VISDIEF (StePna hipundo) (lb 19-21 mt 22-25 ••••••.•••••••••••••••••.••• of DOUGALLS STERN (StePn:l dougaUi) (lb 19-21 mm, mt 21-25 mm) Helaas zijn beide soorten niet goed te scheiden, maar Dougalls Stern zal het niet vaak zijn. Alleen Dougalls Stern heeft soms zwarte poten, Visdief nooit (figuur la) Lb:;; 18 DWERGSTERN (BtePna aLbifpons) (lb 15-18 mm, mt 16-19 mm) •••••••••••••••••••••••••• of NOORDSE STERN (Ste~ papadiaaea) (lb 14-17 mm, mt 18-23 mm) Middentenen > 19 mm duiden dus op Noordse Stern. De pootkleur van Dwergstern is meestal oranjegeel tot geelbruin, die van Noordse Stern meestal rood tot zwart. Helaas zijn pootkleuren niet altijd goed te zien en ook niet altijd betrouwbaar.
mm,
mm)
mm................................
Lb >,80 mm, vleeskleurig •••••••••••••••• GROTE MANTELMEEUW (Lapus mapinusl (lb 64-86 mm, mt 64-78 mm) Lb < 80 mm ............................................................. 14 MEEUWEN (;Lapidae;, REUZENSTERN (Hydpoppogne aaspia) (figuur 1, 19)
't~~-
15a b
Gehele poot zwart van kleur •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 16 Pootkleur grijsblauw (Bij zeer oud en verdroogd materiaal is het grijsblauw verkleurd tot gelig) met een deel van de tenen en zwemvliezen zwart (scherp afgegrensd) ••••••••••••••••••••••••••• 4ö•••••••••• 19
16a
Mt duidelijk > lb, poten vrij dik met vlezige tenen lVOORMEEUW (PagophyLa ebuPnea) (lb 34-43 mm, mt 37-47 mm) Mt < lb of Mt iets > lb, vrijwel altijd met roofvogelachtig gekromde klauwen, vooral aan de bit ............................................. 17
b
1~
b 1~
:.~-.."»~~;:;::;::; ..::;::;::;::;.".'::; .. ::;::;!'::;::;::;!'::;;:.":'~~~~~,~.':--~.'!-~.~~.'.~.~.~.~.~.~.~.~.~~~~~0~..............................~...;:;
~
Het merendeel ven deze soorten vertoont een grote overlap in maten. De maten van loopbeen en middenteen zijn weergegeven in figuur 42 en 43. Pootkleuren zijn in deze groep nauwelijks bruikbaar. A;lleen. kleuren als groen (Stormmeeuw, Lapus aanus), rood (Kokmeeuw, Lapua Pidibundus; Zwartkopmeeuw, Lapus melanoaephalus) , geel (Klein~ 'Mantelmeeuw, Lapus fusaus; Geelpootmeeuw, Lapus ,aaahinnans) en zwart (Reuzenst~rn, Hydpoppo~ aaapia) zijn te gebrui~en (adulte dieren!).
Mt ~ lb ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 7 Mt;;: lb ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 9 Lb < 33 mm .............................................................. 3 Lb > 39 mm ............................. Kokmeeuw, Reuzenstern ........... 14
3a
14
43 mm •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 5 43 mm ............................................................ o13
7a b
b
b
5 mm .•••••• D'NERGMEEU~ (Lapus minutus) (mt 25-33 mm) Poten zwart, lb 24-28 mm, at ~ 7 mm •.••• GROTE STERN (StePna sandviaensis) (mt 25-30
Poten roodachtig, lb 24-29 mm, at
b
Lb > 63 mm, mt > 60 mm •••• (figuur 16) .••• GROTE JAGER (StepaoP:lpius skua) (lb 64-72 mm, mt 65-76 mm) Lb < 60 mm, mt < 60 mm ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 13 Lb < 48 mm, mt < 46 mm ••••••••••• KLEINE JAGER (StepaoP:lpius papasitiaus) (lb 41-47 mm, mt 38-43 mm) Lb > 43 mm, mt > 46 mm ••••••••••• MIDDELSTE JAGER (Stepaopapius pomapinus) (lb 50-58 mm, mt ~8-56 mm)
. .................................:"»;:;;:;••••••;:;;:;%:"•• ;:;;:;;:;;:;;:;;:;;:;,.,.....""....,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,.,........."""",.,.,.,.,.,.;:;;:;;:;;:;",.....,.,.,.,••• ,.,.,.,.».~~~~--::':':~:::--::--:::::':':--::':':~~,~,~,.,~,.,~,~,~~':':':':':':~~~~»m.":~»':~.':..:.:~.:':~'::~~~~~':':~~~~~:~:::~':'~':.: .. ,.~~~>:.',:.:.:.:.:.:.?~~~~:~::~::~::::::::::::::::~::m~:::~:~:~:~:::;'::.~~~~~~~~:.:.:.~~~~.,.=;<;.;.;.;.;<:.:.~:.:.:.;.;.;.":'..:.:.;.;.""x.,,"~-:--:.;;.!':.
u
10
13a b 20a b
4a
Lb > 48 mm, mt > 46 mm •••••• juv. MIDDELSTE JAGER (Stepcopapius pomapinus) (lb 50-58 mm, mt 48-56 mm) Lb < i8 mm, mt < 46 mm ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 20 Mt ~ 38 mm •••••••••••••••••••••• KLEINSTE JAGER (StepcoPapius (lb 33-46 mm, mt 32-38 mm) Mt ~ 38 mm ••••••••••••••••••• juv. KLEINE JAGER (StepcoPapius (lb 41-47 mm, mt 38-43 mh)
Zongicaudus) papasiticus)
b
1
~
In twijfelgevallen ( middenteen ongeveer 38 mm) is determinatie moeilijk; vaak is de klauw van de bit bij de Kleinste Jager het minst roofvogelachtig gekromd.
TABEL VIII
la b 2a b 3a b 4a b Sa b
EENDEN
(Anatidae)
Sa b
la
b 2a b
Poetkleur roodachtig, oranje, geelachtig of vleeskleurig, vaak met de zwemvliezen zwart: determinatie moeilijk, gebruik figuur 44 en 45. Pootkleur grauw of donker: determinatie moeilijk, gebruik figuur 46 ~n 47.
3a b
Poetkleur geelbruin, vuilgeel, vleeskleurig, roze, oranjegeel of oranjerood . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .....•............•... 4 Pootkleur licht blauwgrijs, bruingrijs, loodgrijs of zwart ••••••••••••••• 5
4a
Lb > 50 mm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . CASARCA (TadoPOO feppuginea) (lb 52-64 mm, mt 55-69 mm) Lb < 50 mm, determinatie moeilijk, gebruik figuur 50 en 51.
b
b
(RecuY'VirostPidae)
b
~
2a b
Kt Kt
3
Zwanen zijn pelaas moeilijk te determineren, zie figuur 52 en 53. Lb > 120 mm en/of mt > 167 mm ••••••••••••••••.• "~ILDE ZWAAN (Cygnus cygnUS) (lb 104-130 mm, mt 123-172 mm) Lb < 38 mm en/of mt < 123 mm ••••••••••••• KLEINE Z,~ (Cygnus eoZumbianus) (lb 85-113 mm, mt 110-141 mm) Roze zwanepoten zijn meestal van •••••••••••••••• KNOBBELZl~~ (Cygnus oZOP) (lb 93-118 mm, mt 134-166 mm)
a b c
~
110 mm (lb > 34 mm), meestal zwart (soms roze) van kleur •••••••••••• 3 102 mm, diverse kleuren mogelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
MEERKOET
(FuUca
Poten klein (lb ~ 40 mm, meestal < 25 mm), vrij dun en tenen met huidflappen ongeveer als in figuur 9c en 23. Lb enigszins afgeplat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Poten anders (figuur 9a, b) ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 4 Lb > 26 mm •••••••••••••••••••••••••• GROTE FRANJEPOOT (PhaZapopus tPicoZOP) (lb 28-33 mm, mt 26-30 mm) Lb < 26 mm ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• ;'••••••••••••••••••• 3 Lb < 22 mm, mt < 21 mm •••••••••••••• GRAUWE FRANJEPOOT (PhaZapopus ZobatUS) (lb 19-22 mm, mt 13-21 mm) Lb > 22 mm, mt > 21 mm •••••••••••• ROSSE FRANJEPOOT (PhaZapopus fuZicapius) (lb 22-24 mm, mt 21-24 mm)
Tenen met huidflappen als in'figuur 9b, 26 •••••••••• MEERKOE~ CFuZica atpa) (lb 54-65 mm, mt 75-94 mm) Tenen als i';..figuu!i··9a ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 5 Lb ~ 38 mm •••••••••••••••••••••••••••••••• DODAARS (Tachybaptüs puficoZZis) (lb 30-38 mm, mt 40-50 mm) Lb > 38 mm, determinatie vaak mogelijk met behulp van figuur~8 en 53.
TABEL XI Lb 70-99 mm, slank en meestal blauwgrijs, zwemvlies vrij klein (figuur 4c), at erg klein (figuur 24) ••••••• KLUUT (RecuY'Vipostpa avosetta) Niet aldus ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 2
(Podieipedidae),
Als lb = 22 mm en/of mt = 21 mm, let dan op de vorm van de huidflappen: deze is namelijk iets verschillend. De huidflappen van de Rosse Franjepoot zijn iets groter dan die van de Grauwe Franjepoot (figuur 39) •
Lb > 70 m ••••••••••••••••••••••••••••••••• NIJLGANS (AZopochen aegyptiacus) (lb 73-35 mm, mt 67-82 mm) Lb < 70 mm, determinatie moeilijk, gebruik figuur 48 en 49.
Sa
la
FRANJEPOTEN (PhaZapopodinae), FUTEN (figuur 23, 25, 26)
atPa)
(figuur 5, 7, 20-22)
GANZEN, Z;fANEN (Am:tidae), KLUUT (figuur 7, 20, 24)
Mt > 30 mm ••••••••••••••••••••••••••••••• CANA::JESE GANS (Bpanta canadensis) (lb 78-97 mm, mt 85-102 mm) Mt < 30 mm, determinatie moeilijk, gebruik figuur 56 en 57.
TABEL X
At vliezig, met een soort "zwemvlies" naar de onderzijde toe (figuur Sb): duikeenden (figuur 21) •••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 2 At "normaal", niet vliezig (figuur Sa): zwemeenden (figuur 22) ••••••••••• 3
TABEL IX
Pootkleur vleeskleurig, roze, oranjegeel of oranje: determinatie moeilijk, gebruik figuur 54 en 55. Pootkleur zwart •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 5
i
1
DIVERSEN
Deze "tabel" behandelt uitsluitend groepen niet-zeevogels. Een determinatie tabel voor niet-zeevogels is echter een verhaal apart, zodat wordt volstaan met een serie figuren van vaak op het strand voorkomende groepen soorten. *Bovenloopbeen (bl in figuur 1) voor een groet deel onbevederd, vaak met vrij lange :oenen, zeer groot, met een "kammetje" op de mit: REIGERS, OOIEVAARS (figuur 31). *Idem, maar kleiner en zonder "kammetje": STELTLOPERS (figuur 27-29).
l3
12
*Bovenloopbeen bevederd, loopbeen kaal, scherpe klauwen, 3 tenen naar voren gericht, 1 naar achteren: ROOFVOGELS (figuur 30, 32). (Indien 2 tenen naar voren en 2 naar achteren: SPECHTEN figuur 33).
Grote Pijlstormvogel
:Cuffinus gravis '1
Grauwe Pijlstormvogel
Puffinus griseus
*Ook het loopbeen bevederd, scherpe klauwen: UILEN (figuur 34).
Kuhls Pijlstormvogel
*Tenen middellang, lb met onregelmatige schildjes, kleur meestal ~oze: DUIVEN (figuur 35).
ti
,
CaZonectris diomedea
•
i i
Ii
I
i I i ii I i I
60 *Idem, maar meestal kleiner/slanker, voorzijde lb met enkele regelmatig boven elkaar gelegen sc~ildjes, achterzijde bestaande uit één groot schild: ZANGVOGELS -vrij groot/stevig, zwart: KRAAIEN (figuur 36) -klein, met lange, weinig gekromde achterklauw: PIEPERS, ~WIKSTAARTEN (figuur
fI
I
I i i i i i i I
65
I I {i
I
I I i i i i , I i i i
70
figuur 41. Pijlstormvogels,
75 mm
middenteeri
TI)
-overige zangvogels (bijvoorbeeld ROODBORST, figuur 38).
i
Gr.Mantelmeeuw
,roze
Larus marinus
*Idem, klein, meestal lange, weinig gekromde achterklauw (net als bij Piepers etc.), achterzijde lb als voorzijde, met enkele, regelmatig boven elkaar gelegen schildjes: LEEUWERIKEN.
,
L. hyperboreuB
I
,,
Geelpootmeeuw Kl. Mantelmeeuw
L. fusauB Gebruiksaanwijzing Meet de lengte van figuur op, welke kleuren aangegeven
,,
L. argen tatus
figuur 40 t/m 59: het loopbeen danwel de middenteen en zoek in de soorten in aanmerking komen. In de figuren zijn de van adult resp. onvolwassen.
Zwartkopmeeuw
I
, , rozet ,"
L. aanus L. ridibundus
Puffinus {!ravis
Reuzenstern
Grauwe Pijlstormvogel
Bydroprogne aaspia
Puffinus griseus Kuhls Pijlstormvogel
CaZcnectris
i~~ryedea
,
_ ......______'-____________ l rrfTTl I I I I I I I t I I I I I I I , I I J I I I I I I I I 50
55
figuur 40. Pijlstormvogels,
60 loopbeen
65
roo!:l-roz/i!
,
-, ,
I I I I
I I
I JI
,'.
,
--;~
>tf,
!,
I
,,-
rObd-ro:Ze ,
,
, ', -
,
a"
ZW art;- vui lqe e 1
, :
40 I I
I
,,
goroen-ograuwl
r I J
,:
'--------
~
I
Kokmeeuw
Grote Pijlstormvogel
ge:el-g~auw
I
L.meZanoaeph. Stormmeeuw
I
.',
"
,
Kl. Burgemeester:
:
I
rOoze-gJ:!auw
I
L. gZauaoides
,
I I
--
I
,, , ge:el-gl:jauw ,,
L. aaahinnans
Zilvermeeuw
-,
I
,roze ,
Gr. Burgemee ste r:
figuur 42.
,I
:
I TrT-1 I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I
50
60
Meeuwen en Reuzenstern,
i i I I i i i I i f i i i I i i i i i i i i I
70
80
i
90mm
loopbeen.
70 mm
r ~
:-;;;:''';'''~x-.......''''''-:>:'ox.~"~~"~..~!-",,,,:.~.:.~.:.;,:.:.,,,,:;~;.':'.,,~;.~~.,,;~~"""~'~'~'"''''!;:'':'~~;''';.;.~»»mmmm~»m~~...'''.'''''.....................................<'••••.•••.•••.•.•.•.•.•••.•.•...;.:.:.:.:.:.:~.~Y«««0..»m...........:.~;m':~~~~':~':~~~~~~~~~~~~--:.%...;.;.;.;.:.:.:~~.:~~::;.:~~~:::~.:~.~::::::~:.:.:.:.:.:.: ...:...:.~::~~~~~~~»w..;.;.;:;:;:;:;.;:;:.:!:.: .•.•.•.•••.•.•.•.•.•:.~.:~%.~.:.:.:.:
......;.;':":~~~~~~~~~~~~~.~;"'~~~;.~'";:o:o,,:.':',,:>~~:<:o:.-:-~;:.
14
15
, ,,,
Gr.Mantelmeeuw
Larus marinus
Grote Zaagbek
Mergus merganser
':roze
I
L. hyperboreus
. I
:
Gr.Burgemeester
!
I
I
;
t
ge"ll-gr<\uw
Geelpootmeeuw
•
L.oaohinnans
.------- I
I
1\
-- 1
I
~
I
Çleel-ç/.rauw'l
Kl. Man te lmee uw
,
L. fusaus
', ,
-
L.argentatus Kl.Burgemeester
,
L. gZauaoides Zwartkopmeeuw
Grote Zeeëend
MeZanitta fusoa Middelste Zaagbek Me rgus se rrator Krooneend
Netta rufina Brilduiker
Doze-grauw , ,
Zi 1 ve rmeeuw
BuaephaZa oZanguZa ril II fTTTTr I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I
roze
60 70 80 figuur 45. "roodpotige" DuLkeenden. middenteen.
,
I I I I
mm
ro0!i-roz:e
L.meZanoaeph.
~ ,
Stormmeeuw
gro~n-gz;auw
, , ' rood~roze:
L.oanus Kokmeeuw
L. r'idibundus
,,
Eidereend
Somateria moZZissima
, i
III11 i i III
30
I1 i 1
' '
Me Zani tta nigra
,,
Toppereend
!'
---I""""
Aythya mariZa
,
IIII111111
40
.1
Zwarte Zeeëend
zw ar,t - VUi:l ge e ~
Reuzenstern
Hydroprogne aaspia
,
,Iroze '
IIII
50
III
r-~rT'
60
70
rIIT-}
Tafeleend
mm
Aythya ferina
figuur 43. Meeuwen en Reuzenstern. middenteen.
, .............. ,,
IJseend
CZanguZa hyemaZis
-,
Kuifeend
Aythya fuUgûa
,
Witoogeend
Grote Zaagbek
Ay thy a ny r:.QC{].
Mergus merganser
-t''-.
"
,-----.,
,.
,,,
Nonnetje
Grote Zeeëend
Mezogus aZbeHus
Me Zani tta fus aa
or
rTTTl I I I I I I I I I I I I I I I I I J I I I i J I I
Middelste Zaagbek
30
Mergus serrator
40
i I i i i i I
50
60 mm
figuur 46. "donkerpotige" Duikeenden, loopbeen.
Krooneend
Netta rufina Brilduiker
BuaephaZa aZanguZa i i i i
I i i i i 1
30
40
I I
I I I1 I11 I .--. 11
50
figuur 44. "roodpotige" Duikeenden, loopbeen.
r
mm
1-
"
.v..,..".,.."'.,.,. .,,""".."<,...,..;~.,....~..,..,...;O;.....;.....;.;.;.;.;.;.-;;;.;.;.;.;'i:«:':»>~;."x-;.;.;.:<:-;.;o;.:-";.;.;'ii':';.~;.;.~.,,...
':««««««'"'«'''''''''~~''''~''''»':'.''':-.''~''''''''''''~'"i,~~~'''''''''''''''''''''''...............':-':';.;.;.;.;.;.;.;.~;.;.~".,~~~~~~~~~~;.~':':~~'!:~~~~?:~"::~~»..;.;.~.~.~.;.~.,.;...;.,::::~::N~~~~~~»~~~~~:::::::::::::::::::::::::::::~:~::~~~~':~':':':': .,.,:::~~~~~~~~"!:~~~~...~,~,~,~,~,.,y;<:,;o"",~~"~"~;;.o;,:,~"~"",,,,~~":':!:
16
17 ,
Eidereend
Somateria moZZissima
+
Zwarte Zeeëend
Me Zanitta nigra
I
Bergeend
Tadorna tadorna
I
Wilde Eend ~
Aythya mariZa Tafeleend
,'~~
Aythya ferina
,,i
.--
IJseend
CZanguZa hyemaZis
I
(Smient)
i
I
I
I I
I
I
I
I
I
,I
,I
,I
vu~lora9je-geelbr~in I
Anas strepera
oratijeroqd
Slobeend
,,1
Aythya fuUguZa i i i
i i i
40
50
Aythya nyroaa figuur 49.
,
Mergus aZbeHus
, I I
11 i i I i 11 i i 1 i i i i
50 figuur 47.
.
I
i i i I1
1i
Ii
1i
60
70
"roodpotige" Zwemeenden, middenteen.
'
I
I
I
I
i: i i 1 i; i i i i I i 1 i 1 i 1111I111 i i i i i 60
"dQn~erpQtige~
I I
,
Witoogeend Nonnetje
:.
i
Anas aZypeata
Kuifeend
'
,
I
Krakeend
I
~
~eligqruin
(Anas peneZopeJ
-.
,
o>fanje~ood
,,
,
Anas pZatyrhynahos
Toppereend
roze
70
Du~keenden,
BO
mm
middenteen.
,
Pijlstaart
~
Anas aauta Smient
Anas pene"Lope
i roz~
Bergeend
, ,
Tadol'1la tadorna
I
Anas platyrhynahos
:
(Smient)
(Anas pene lope J
I
:
1
,'
30 figuur 4B_.
"roodpot~ge"
I
I tl i
40
I1III
30
r-rTr-'--1
40
mm loopbein. t~
, i i
I
I
I 1 1 \..
'
,1
!
i i i
1
figuur 50. "donkerpotige" Zwemeenden,
I ,
:Oran~roo~
Anas a"Lypeata
III
-f'.~
vu~lgee~-gee~brui~
Krakeend Slobeend
1
,
Anas que.r3uedula IJ I
1ge1igbrui~ I
,,
Zomertaling
:
:
-+,,
Anas areaaa
I '
,
i
1
Wintertaling
ioranjerooq
Wilde Eend
Anas strepera
I I
,, ,
i I
. .,,
I '
Pijlstaart
50
60
i
Anas aauta
I
i i I i i I i i i i i i i i i I i I i i I i i i
mm
I
I
1
...............
Wintertaling
1
,,
I'
!--!,
Anas pene lope
.ZW.emee.ndan, loopbeen.
----.
,
1
Smient I
I
Anas areaaa
1
,, I
Zomertaling
Anas querqueduZa I i
r"
I
I
i' rif
40
J
'
1
!'
I
I f "
i
50
i i
I i i I
60
i i
l i
mm
figuur 51. "donkerpotige" zwemeenden, middenteen.
mm
19
18 rQze
Grauwe Gans Wilde Zwaan
Anser anser
-,
Cygnus aygnus
,
I
oranjegeel , I
Rietgans
Anser fabaUs
Knobbelzwaan
I
Cygnus oZor
Kleine Rietgans
o
KIe ine Zwaan
: •
Anser braahyrhynahus:
: :
: !
Cygnus aoZumbianus: •
I
I
I
'i i i i I i i i i i i i i i i i i I i
I
,. i I i i fi
90 100 figuur 52. Zwanen, loopbeen.
!
0
I
I
i i I1 i i i I i I
110
Kolgans
I
0
Anser aZbifrons
i i I i i i i
120
o
:roze
:
130mm
1
o o
:
I
!i I i I i
IIII1
gee:lora~je
o o
ge:" lora:n j e
Dwerggans
!
Anser el'ythropus
i i i i i i i i
11111-111 II I III I I1 IIII I1 I
60 70 BO figuur 55. "roodpotige" Ganzen, middenteen.
90
Wilde Zwaan ,.--------0
Cygnus aygnus
•
1 o' I
Knobbelzwaan
I I
•
Cygnus oZor
Brandgans
Branta Zeuaopsis
Kleine Zwaan
.----
o
Rotgans
Cygnus coZumbianus
Branta bernieZa
-,-160
140
120
100
Roodhalsgans
lBOmm
Bl'anta rufieoZZis
figuur 53. Zwanen, middenteen.
: I I
I
--,
I
I
I
0
~,
~
60 70 "zwartpotige" Ganzen, loopbeen.
80 mm
:
roze
Grauwe Gans
o
Anser anser 1o
• 1
Brandgans
ora~jege~l
Rietgans
Anser fabaUs
I
o
I
0
Roodhalsgans
gee~oran1e
Kolgans
Anser aZbifl'ons
iii
i
i:60i
i i i
I
1 I
I
.1 t·1 I I o
I I I I I i i I I I I , I I I I I I I I I I TTl
ge:e lora!n je
-,...-
1
'. ----:--- - i
..•
Branta l'ufiaoZZis
I
Dwerggans
i
•
Bl'anta bel'niaZa
I i
,'"
Rotgans
Iroze
Anser brachyrhynahus
~
Bl'anta Zeûaopsis
,--
Kleine Rietgans
figuur 54.
1
I
I1 I I I I I. I I I IJ I II1 I II I I I I I rTTl
figuur 56.
Anser erythropus
t
I
I
I
i i III i II i ij
I
i i i i
:
i i Ijl i i
70 80 "roodpotiqe" Ganzen, loopbeen.
I
i i i
i i "mmi i
90
figuur 57.
:
I
50 60 70 mm "zwartpotige" Ganzen, middenteen.
100mm
20
Fuut
podiaeps aristatus Roodhalsfuut
podiaeps grisegena Kuifduiker
-,,
podiaeps auritus
I
I
,,
Geoorde Fuut
I
podiaeps nigriao!Zis
r--l
I
I
I
i i i
Futen,
r-,
I II I I I I I I I I
70 mm
60
50
40
figuur 58.
I
loopbeen.
Fuut
Podiaeps aristatus Roodhalsfuut
Podiaeps grisegena Kuifduiker
3 StlMMAR'l
Podiaeps auritus Geoorde Fuut
Podiaeps
nig~aoZ!is
I i I1 i I i i i I i i i i i i 1 I I I I I I I I I I I I I I I I I T n
50 figuur 59. Futen, middenteen.
60
70
mm
I:u;.&,;""-QB"·
.:.
··:=~::~~~$.1iiÊtift:1f~ea
hy
their-îeqs~lUy.
" .. .