DOSSIER VREEMDELINGENDETENTIE IN NEDERLAND
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens Artikel 9 Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning.
Wat is vreemdelingendetentie? Iedereen weet wel dat mensen gevangengezet kunnen worden omdat zij een misdrijf hebben gepleegd. Vooral bij ernstige misdrijven komen mensen in de gevangenis. Het vastzetten van mensen wordt ook wel detentie genoemd (van het Latijnse woord detineo: vasthouden, boeien). In dit dossier gaat het ook over detentie maar dan een variant die veel minder bekend is en die niets met het plegen van misdrijven te maken heeft: vreemdelingendetentie. Het woord zegt het al: vreemdelingendetentie is iets dat alleen niet-Nederlanders kan overkomen. Als vreemdeling kun je met vreemdelingendetentie te maken krijgen wanneer je niet meer in Nederland mag zijn. Vreemdelingendetentie is een manier om iemand vast te houden en daarna uit Nederland te kunnen uitzetten. Het is officieel geen straf, maar een maatregel in het kader van de openbare orde. De enige reden om aan iemand vreemdelingendetentie te mogen opleggen is om hem zo snel mogelijk uit te zetten naar het land van herkomst. Er moet dus zicht zijn op uitzetting en daaraan moet door de overheid voortvarend worden gewerkt. Het is een uiterste maatregel, de politie moet eigenlijk uit zichzelf beoordelen of met een lichter middel kan worden volstaan. In plaats van vreemdelingendetentie wordt ook wel het woord vreemdelingenbewaring gebruikt. Uiterste middel
‘Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning’, zegt artikel 9 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. En op grond van artikel 5 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM*) heeft iedereen recht op vrijheid. Het recht op vrijheid mag onder bepaalde omstandigheden worden beperkt of ontnomen, met het oog op uitzetting of in het kader van toegangsweigering. Iemands vrijheid mag alleen worden ontnomen wanneer dat echt niet anders kan. Het is een ultimum remedium: een uiterste middel. Dit is ook een aantal keren bevestigd door de Nederlandse minister van Justitie. Vreemdelingen die Nederland moeten verlaten moeten daarom eerst de gelegenheid krijgen dit uit eigen beweging te doen. Pas wanneer de vreemdeling niet meewerkt kunnen (rekening houdend met zijn individuele situatie) andere maatregelen worden overwogen.
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Wie kan gevangen gezet worden in vreemdelingendetentie? De achtergrond van mensen die in de vreemdelingendetentie zitten kan heel verschillend zijn: -
iemand die een verblijfsvergunning heeft aangevraagd, maar die niet heeft gekregen (bijv. een afgewezen asielzoeker) iemand die vroeger een verblijfsvergunning heeft gehad, maar hem nu niet meer heeft (bijv. tijdelijke verblijfsvergunning voor studie of werk) iemand die nooit een verblijfsvergunning heeft aangevraagd (omdat er geen kans was om die te krijgen)
Het kan gaan om mensen die zich bij de eerste afwijzing van hun aanvraag hebben neergelegd, maar ook om mensen die zich tot het laatst tegen zo’n afwijzing verzet hebben door er een of meer procedures tegen te voeren. De overeenkomst is: het zijn mensen zonder Nederlandse nationaliteit, die geen verblijfsvergunning hebben en niet in Nederland mogen zijn. Vaak wordt dit samengevat in één woord: illegaal (= zonder recht).
Illegaal Bij mensen die in vreemdelingendetentie zitten maakt het dus niet meer uit om welke reden ze ooit naar Nederland zijn gekomen. Het stilzwijgende uitgangspunt hierbij is dat de Nederlandse overheid op een zorgvuldige manier heeft vastgesteld dat de vreemdeling geen geldige reden heeft om in Nederland te mogen zijn. En dat van de vreemdeling verwacht mag worden dat hij/zij op eigen gelegenheid terugkeert naar het land van herkomst. Bij dit laatste punt kan een complicatie zijn dat de vreemdeling vindt dat zijn zaak niet goed beoordeeld is, en dat dus ten onrechte verwacht wordt dat hij terugkeert. Twee vormen van vreemdelingendetentie Grensdetentie Wanneer een vreemdeling wordt vastgezet omdat hem de toegang tot Nederland wordt geweigerd, spreken we van ‘grensdetentie’. In 2009 overkwam dit 607 vreemdelingen (dat is 8 procent van het totale aantal vreemdelingen dat in 2009 in detentie is gekomen). Vaak gaat het om mensen die vanuit hun herkomstland met een vliegtuig naar Nederland zijn gekomen om hier bescherming te vragen. Zij worden tijdens of na de (verloren) asielprocedure vastgezet. Grensdetentie gebeurt vooral op Schiphol. Vreemdelingendetentie in het land Ook worden er vreemdelingen in detentie gezet omdat ze niet (meer) in Nederland mogen zijn, ze hebben ´geen rechtmatig verblijf´. Dit is veruit de grootste groep vreemdelingen in detentie. In 2009 werden 7.260 vreemdelingen om die reden gedetineerd (92 procent van het totale aantal in 2009). Dit mag alleen wanneer er risico is voor de ´openbare orde´ of de ´nationale veiligheid´. Nationale veiligheid is niet snel een argument, maar openbare orde wel. Een vreemdeling kan al in bewaring kan worden gesteld wanneer hij geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, en niet beschikt over voldoende middelen van bestaan. Omdat vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf zich niet kunnen inschrijven bij de gemeente en niet mogen werken, is eigenlijk altijd voldaan aan het risico voor de openbare orde. © Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Verhalen van asielzoekers ‘Er is een lege plek op mijn CV, vanaf september 2006 tot en met juni 2007; ik was in vier verschillende detentiecentra. Bij sollicitatiegesprekken weet ik nooit hoe ik moet uitleggen wat ik deed tijdens die periode, ik was niet op school, ik was niet aan het werk, ik had geen adres, ik was gewoon in een detentiecentrum, in de gevangenis om onbegrijpelijke redenen. In Tafelberg D.C., heb ik door de shock tijdens mijn eerste twee weken niemand gesproken, twee weken om te denken, om te begrijpen waarom. Daarna heb ik besloten om te praten met andere asielzoekers. Sommige zaten daar al een maand, zes maanden, een jaar of meer. Ik zei tegen mezelf: het leven moet doorgaan. Daarna ben ik naar Zeist D.C. gebracht. Ik moest mijn blote lichaam laten zien, van alle kanten, voor en achter, de linker- en rechterkant, boven en beneden, drie keer zitten om te laten zien of er niks uit mijn koude en blote lichaam komt. Ik zal dat nooit vergeten. Vroeger, dacht ik dat alleen mijn vrouw mijn blote lichaam kan zien, van alle kanten; of in moeilijke situaties de dokter in het ziekenhuis. Maar nu weet ik dat ook de bewakers in detentiecentra voor asielzoekers naar mijn blote lichaam kunnen kijken, en tijdens die minuten is mijn gevoel van menszijn, als gerespecteerde mens door anderen mensen, dat gevoel is weg. En ik zal dat nooit vergeten. Ik moest naar de tandarts, dat was volgens mij in februari 2007 in Zeist, met twee politieagenten, mijn handen geboeid. Terug in het detentiecentrum heb ik mijn pijnstillers niet gekregen. In mijn gebit was het verdovingseffect voorbij, een tablet paracetamol zou een diamant zijn, maar ik heb dat niet gekregen.’
Detentiecentrum Schiphol-Oost. Links op de voorgrond het monument voor de slachtoffers van de Schipholbrand van 2005
‘Toen ik hier binnenkwam, moest ik me helemaal uitkleden. Alsof ze dachten dat ik een misdadiger ben. Ik schaamde me zo. Heel erg was dat…’ Nu is Justine 21 en zit sinds twee maanden in de cel. Ze spreekt zacht, met een licht Frans accent. ‘Ik zat op het ROC in Rotterdam en liep stage bij een thuiszorgorganisatie. Toen werd ik aangehouden door de vreemdelingenpolitie en drie dagen opgesloten in een politiecel. Ik heb alleen maar gehuild, want ik begreep het niet. Na drie dagen werd ik geboeid naar een busje gebracht. Eerst dacht ik dat ik werd vrijgelaten, maar ze brachten me hier heen.’ Justine verveelt zich heel erg. ‘Ik mag hier geen studieboeken hebben. Ik zit hele dagen op mijn cel te niksen. Soms wandel ik naar de recreatieruimte, maar meestal is daar niemand. Het is een kale zaal met een bank waar een tv aanstaat waar niemand naar kijkt.’ Hoe haar toekomst eruit ziet, weet ze niet. Het ROC in Rotterdam heeft haar laten weten dat zij haar hebben uitgeschreven. © Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Wat doet de overheid bij vreemdelingendetentie en uitzetting?
De overheidsdienst ‘Terugkeer en Vertrek’ beslist samen met de politie of iemand in vreemdelingenbewaring wordt genomen. De vraag die daarbij voorop moet staan is of iemand, nadat hij/zij gevangen is gezet snel uitgezet kan worden. Die beoordeling is niet altijd gemakkelijk. Uitzetting is alleen mogelijk als iemands identiteit en herkomst bekend zijn èn door het land van herkomst zijn erkend. Om iemand uit te kunnen zetten neemt de dienst Terugkeer en Vertrek vaak contact op met de ambassade of het consulaat van het herkomstland in Nederland, vooral als de vreemdeling geen identiteitspapieren heeft. Vaak gaat men met de vreemdeling naar ambassade of consulaat toe. Als de overheid van het herkomstland erkent dat de vreemdeling uit dat land komt kan er een laissez-passer (= paspoort voor één reis) worden afgegeven. Daarmee kan de vreemdeling reizen naar het herkomstland. Als zo’n laissez-passer wordt afgegeven kan uitzetting vaak vrij snel geregeld worden.
Maanden voorbereiding gingen aan de vlucht vooraf, en nu dan gaan de cellen open. 02.40 uur: ‘Goedemorgen meneer! Time to go to Bagdad.’ Achter de celdeur klinken kinderstemmen. De jongens wrijven de slaap uit hun ogen, de meisjes hebben hun haar gekamd. Meisjes in roze, met vlechten en paardenstaarten. Jongens met sneakers. De veters worden uit hun schoenen gehaald; dat is protocol. Altijd veters uit de schoenen halen, je weet nooit wat er onderweg gebeurt. Vandaag worden ze uitgezet. Zes gezinnen, uitgeprocedeerd. Plus twaalf individuele deportees, zoals de vreemdelingen in het internationale verkeer heten. Het is niet de eerste keer dat Nederland een groep Irakezen uitzet met een overheidsvlucht, wel de eerste keer dat er kinderen meegaan. Het zijn er zeventien.
Voor hun celdeuren staat een overmacht aan marechaussees. In de gang liggen bodycuffs klaar, handboeien van klittenband en textiel. Humane handboeien. Er is ook een humaan gezichtsmasker, als er iemand gaat spugen of bijten. De dag ervoor hebben de marechaussees nog geoefend met het fixeren van een persoon in maximale weerstand. Maar er is geen weerstand; kalm komen de vaders, moeders, zonen en dochters uit hun cellen. Kalm en gespannen. Ook de marechaussees zijn gespannen. Het is niet leuk, zeggen ze, maar het moet gebeuren. Niemand is blij met de reis vandaag. ‘Heb respect voor deze mensen’, had de commandant van de Marechaussees gezegd tijdens de briefing van zijn groep. ‘Deze mensen hebben lang gedacht een bestaan in Nederland op te kunnen bouwen.’
Hij zei ook: ‘Wees beducht voor scheermesjes, die ze wel eens verstoppen in hun schoenzolen.’ Veelvuldig vallen de woorden ‘humaan’ en ‘respect’, tijdens de reis. Aan alles is gedacht. Naast de vliegtuigtrap liggen judomatten om opstandige vreemdelingen niet te verwonden, als ze tegen de grond worden gewerkt. Aan alles is gedacht, en toch staan daar drie jongetjes met hun gezicht naar de muur, armen gespreid, als in een politiefilm. Ze worden gefouilleerd. Ze zijn niet crimineel, ze worden enkel uitgezet. Het is geen film, het is de uiterste consequentie van het vreemdelingenbeleid. De vreemdelingen gaan naar het land waar ze niet willen zijn, een land met een negatief reisadvies dat ondanks alles officieel veilig is verklaard. ‘Dat is een keuze die we samen democratisch hebben gemaakt’, zegt een marechaussee. ‘Maar ik heb ook kinderen, weet je’.
Bron: De Volkskrant
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Problemen bij uitzetting Vaak lukt het niet om de uitzetting snel te regelen. Bij iedere uitzetting zijn verschillende partijen betrokken die ieder de uitzetting kunnen verhinderen of bemoeilijken:
De overheid van het land van herkomst erkent de vreemdeling niet als burger van dat land. Dat kan zijn om politieke of administratieve redenen. De persoon zelf houdt informatie achter, omdat hij niet wil worden uitgezet. Door de Nederlandse overheid wordt niet voortvarend aan de uitzetting gewerkt. Vaak is ook medewerking van anderen in het land van herkomst nodig en die medewerking komt vanwege allerlei redenen niet tot stand.
Detentiecentrum Zeist Lengte van de vreemdelingendetentie Uit de laatste cijfers (over 2009) blijkt dat de gemiddelde duur van vreemdelingendetentie in Nederland 97 dagen was, ruim drie maanden dus. 20% bleef langer dan zes maanden in vreemdelingendetentie. Opvallend is dat er geen cijfers beschikbaar zijn over het aantal vreemdelingen dat daadwerkelijk naar het land van herkomst is teruggestuurd. Deskundigen schatten dat ongeveer 50% wordt uitgezet. Met andere woorden, de andere helft wordt vrijgelaten zonder dat de uitzetting is gelukt. Enkele moeilijke punten daarbij zijn:
In Nederland is er geen maximumtermijn waarin een vreemdeling kan worden vastgehouden. Wel wordt na zes maanden door de rechter strenger gekeken of de overheid voldoende doet om iemand terug te sturen. Als een vreemdeling vast zit, en geen beroep heeft ingesteld, wordt na een maand automatisch (‘ambtshalve’) door een rechtbank beoordeeld of de vreemdelingendetentie juist is. Na die eerste maand kan een advocaat een zogenaamd vervolgberoep instellen. Als iemand geen advocaat heeft of de advocaat doet niks, heeft de vreemdeling een groot probleem. Als iemand niet wordt uitgezet maar op een gegeven moment wordt vrijgelaten uit detentie, kan hij een tijd daarna opnieuw in vreemdelingendetentie worden genomen. Ook al is er geen grotere kans op uitzetting. in Nederland worden mensen gemiddeld veel langer (97 dagen) in vreemdelingendetentie gehouden dan in andere West-Europese landen. België: 23 dagen, Duitsland 42 dagen, Finland 24 dagen, Denemarken 47 dagen. In Frankrijk mag de vreemdelingendetentie maximaal 32 dagen duren, in Spanje 60.
Huisvesting Het uiterlijk van een detentiecentrum is als van een gevangenis. Dus: mensen in cellen, in zwaar bewaakte gebouwen met hoge muren, camera’s en in de oudere centra prikkeldraad. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zegt daarover na een onderzoek: ‘De huisvesting van sommige detentiecentra was soms slechter dan in penitentiaire inrichtingen het geval is. Luchtplaatsen die als een kooiconstructie waren gebouwd, leken op een enkele plaats bijna mensonwaardig.’ Het CPT (Europees Comité ter voorkoming van Marteling) vindt gevangenissen niet geschikt en heeft ernstige kritiek op het feit dat in Nederland bij vreemdelingenbewaring hetzelfde regime geldt als bij voorlopige hechtenis in het strafrecht. Cellen De vreemdelingen verblijven gemiddeld zo’n dertien tot zestien uur per dag verplicht op hun cel. De inrichting van de detentiecentra en ook de afdelingen verschillen. De meeste centra hebben tweepersoonscellen. Meestal is er een gecombineerde toilet/doucheruimte in de cel. Soms zijn er gezamenlijke douches op de afdeling. De douches en wc’s zijn afgeschermd met halve deuren die niet kunnen worden afgesloten. Omdat vreemdelingen standaard met meer personen op een cel worden geplaatst, wordt hun privacy aangetast. Detentiecentrum Schiphol-Oost heeft geen aparte mannen- en vrouwenafdelingen. Mannen en vrouwen worden wel in aparte cellen ingesloten, maar toch vertelden geïnterviewde vrouwen aan Amnesty International zich regelmatig onveilig te voelen. Dit komt onder meer doordat gedetineerden niet zelf kunnen bepalen of de celdeur op slot gaat en de toegang tot de gezamenlijke doucheruimtes niet altijd goed is afgeschermd en niet kan worden afgesloten. Mannelijke medegedetineerden en bewakers kunnen daardoor onaangekondigd binnenlopen, ook als de vrouwen aan het douchen zijn of op de wc zitten. Georgische vrouw in uitzetcentrum Schiphol-Oost: ‘Ik heb in mijn land van herkomst heel nare ervaringen met mannen gehad. Ik zit hier op een afdeling met alleen maar mannen. Ik ben altijd bang dat er iemand binnenkomt als ik naar de wc ga. Ik krijg er buikpijn van. Douchen moet ik in de gemeenschappelijke douches en ik denk altijd dat ze me bespieden. Ik heb gevraagd of ik een cel met douche mag, want die zijn er hier ook. Maar dat vinden ze niet nodig.’
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Dagbesteding In een paar centra kunnen mensen af en toe een maaltijd bereiden, dat wordt erg op prijs gesteld. Wekelijks krijgt men 10 euro zakgeld waarmee eten of telefoonkaarten kunnen worden gekocht. Gedetineerden hebben recht op minstens één uur buitenlucht per dag. In de praktijk is dit vaak langer. De luchtplaatsen zijn meestal kale ruimtes zonder groen en zonder zicht op de buitenwereld. Elk detentiecentrum heeft een activiteitenprogramma en er zijn geestelijk verzorgers werkzaam. In de praktijk hangen vreemdelingen in de uren dat ze niet zijn ingesloten rond op gangen of in het dagverblijf (meestal een sfeerloze ruimte met wat banken, een tafeltennistafel en een sjoelbak). Het gebrek aan voldoende en zinvolle dagbesteding zorgt voor verveling, wat weer leidt tot extra spanningen. Soms komt het daardoor tot agressie tussen de gedetineerden of tegenover het personeel. Verlof Met betrekking tot het recht op verlof geldt hetzelfde. Strafrechtelijk gedetineerden hebben in beginsel recht op incidenteel verlof. Daarbij wordt een afweging gemaakt binnen welke mate van beveiliging dit verlof kan plaatsvinden. Aan vreemdelingen in detentie wordt in principe geen verlof toegestaan. Wanneer bijvoorbeeld een naaste overlijdt, mag de vreemdeling niet bij de begrafenis zijn. Ook de geboorte van een eigen kind mag niet worden bijgewoond. Uit een (strafrecht)regeling daarover blijkt dat de beperking van het recht om bij dergelijke bijzondere gebeurtenissen aanwezig te zijn, proportioneel* en noodzakelijk moet zijn, en individueel worden beoordeeld. Dit betekent dat een afweging van belangen vooraf moet gaan aan het al dan niet verlenen van verlof. Naar de mening van Amnesty International moet de mogelijkheid van incidenteel verlof daarom ook in vreemdelingendetentie worden geboden. * proportioneel: naar verhouding De uitgeprocedeerde Iraakse asielzoeker Khalil (gefingeerde naam) verblijft in detentie in afwachting van zijn uitzetting naar Irak. Zijn vrouw ligt in het ziekenhuis en kan elk moment bevallen. De advocaat dient op 7 oktober 2010 een verzoek in bij de Dienst Terugkeer en Vertrek. Khalil wil zijn vrouw bezoeken en bij de bevalling zijn. Het verzoek wordt per ommegaande als een ‘niet haalbaar verzoek’ telefonisch afgewezen.
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Contact met de buitenwereld Net als strafrechtelijk gedetineerden hebben vreemdelingen in detentie beperkte mogelijkheden om contact te onderhouden met de buitenwereld. Hun mobiele telefoon moeten ze bij binnenkomst inleveren. Ze mogen – tegen betaling – gebruik maken van een afdelingstelefoon, die alleen kan worden gebruikt tijdens de uren dat de vreemdeling niet in zijn cel zit. Vanwege de tijdverschillen kan telefoneren met het land van herkomst daardoor problematisch zijn. Vreemdelingen kunnen niet gebeld worden maar alleen zelf bellen. Telefoons zijn geplaatst in de recreatieruimte of op de gang. In sommige centra bevinden ze zich erg dicht bij elkaar en zijn ze niet afgeschermd voor geluid. Daardoor is het soms moeilijk om een goed verstaanbaar telefoongesprek te voeren en kunnen medegedetineerden en toezichthouders meeluisteren. Amnesty International pleit ervoor dat in elk detentiecentrum vanuit de cel gebeld kan worden. Ook zou het mogelijk moeten zijn dat vreemdelingen gebeld kunnen worden – zeker door hun advocaat. Gedetineerden mogen per week twee uur bezoek ontvangen; dat is een uur meer dan twee jaar geleden. Bezoek moet van tevoren een afspraak maken en wanneer de bezoeker te laat is of niet over de juiste papieren beschikt, wordt hij niet toegelaten. De meeste detentiecentra liggen op afgelegen plaatsen die slecht bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Voor familie of vrienden is daardoor de reistijd naar het centrum lang en zijn de kosten hoog. Elke inrichting heeft een bezoekruimte. Mensen zitten daar in één ruimte aan tafels, onder toezicht van de bewaking. Amnesty International ontvangt regelmatig klachten van familieleden en gedetineerden over de gebrekkige privacy tijdens het bezoek. Ook verschillen de regels per instelling. Mensen mogen elkaar niet altijd vasthouden, of een ouder mag zijn kind niet op schoot nemen. De gedetineerden moeten bovendien een opvallend hesje aan, om te voorkomen dat na afloop van het bezoek persoonsverwisseling plaatsvindt. Net als de Inspectie voor de Sanctietoepassing is Amnesty International van mening dat het dragen van deze hesjes onnodig vernederend is. Voor de veiligheid is het niet nodig want de gedetineerde moet voor hij wordt teruggebracht naar zijn cel ter controle altijd een vingerafdruk laten afnemen. Brief aan Amnesty International van een vrouw die haar echtgenoot in vreemdelingendetentie bezoekt: ‘Ik bezoek mijn man wekelijks en stoor me mateloos aan de ‘regels’ die gehanteerd worden tijdens het bezoek. Soms mag ik naast hem zitten, soms niet, soms mag ik drinken voor onze baby mee naar binnen nemen, andere keren weer niet, soms mag ik even zijn hand vasthouden, meestal niet, soms zit de bewaking vlak naast ons en luistert mee met ons gesprek. Daardoor mis ik elke vorm van privacy tijdens het bezoek.’ In het strafrecht kan de directeur één keer per maand ‘bezoek zonder toezicht’ toestaan. Dan mogen partners zich in een aparte ruimte terugtrekken, zonder toezicht in welke vorm dan ook. Vreemdelingendetentie kent die mogelijkheid niet. Waarom vreemdelingen dit recht niet wordt gegund valt niet in te zien.
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Geboeid vervoer Wanneer de gedetineerde vreemdeling moet worden vervoerd, bijvoorbeeld om naar de rechtbank of een ambassade te gaan, of bij bezoek aan een specialist, wordt hij vervoerd met bewaking, handboeien en/of broekstok. Veel vreemdelingen ervaren dit als vernederend en mensonwaardig. Ze schamen zich ervoor om zo over straat of door het ziekenhuis te lopen. Ook hier is van belang dat deze vreemdelingen niet zijn gedetineerd vanwege een strafbaar feit. Door deze zware en vaak overdreven veiligheidsmaatregelen zien sommige vreemdelingen af van een bezoek aan een specialist. Ze lopen daardoor zorg mis. ‘Toen ik hier net zat, ontdekte ik dat ik zwanger was. Vanwege mijn leeftijd, maar ook omdat mijn eerste kind een 27-wekenbaby was, moet ik mij onder behandeling van een gynaecoloog stellen. De directie wil geen toestemming geven de handboeien achterwege te laten. De directie vindt dat ik, in het belang van mijn ongeboren kind, mijn bezwaar daartegen maar opzij moet schuiven. Maar ik kan de gedachte aan hoe de mensen naar me zullen kijken als ik daar tussen twee bewakers geboeid in het ziekenhuis moet rondlopen, echt niet verdragen. Overigens mag mijn Nederlandse man ook niet bij het onderzoek aanwezig zijn.’ Surinaamse vrouw, 42 jaar, detentiecentrum Zeist
Visitatie en fouillering Bij binnenkomst in het detentiecentrum wordt de vreemdeling die gedetineerd wordt gevisiteerd. Visiteren betekent: helemaal uitkleden, drie kniebuigingen maken en je kleding en lichaam laten nakijken op dingen die niet mee de cel in mogen, zoals wapens of verdovende middelen. Ook bij overplaatsing van het ene naar het andere detentiecentrum worden mensen gevisiteerd. Veel mensen ervaren dit als schokkend, vernederend en onbegrijpelijk. Schokkend omdat mensen zich als criminelen behandeld voelen. Vernederend omdat het naakt bekeken worden door bewakers gevoelens van schaamte teweegbrengt. En onbegrijpelijk, wanneer zij tijdens het vervoer geen moment uit het oog van de bewaking zijn. Ook is het mogelijk dat vreemdelingen na bezoek worden gevisiteerd of gefouilleerd. Ook na bezoek van de advocaat of van maatschappelijke organisaties.
Uitzetting
Voor hun celdeuren staat een overmacht aan marechaussees. In de gang liggen bodycuffs klaar, handboeien van klittenband en textiel. Humane handboeien. Er is ook een humaan gezichtsmasker, als er iemand gaat spugen of bijten. Naast de vliegtuigtrap liggen judomatten om opstandige vreemdelingen niet te verwonden, als ze tegen de grond worden gewerkt. De dag ervoor hebben de marechaussees nog geoefend met het fixeren van een persoon in maximale weerstand.
Bron en foto’s: De Volkskrant
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Isoleercel Bij agressie (zowel verbaal als fysiek) of verzet tegen de uitzetting kan iemand tijdelijk in een isoleercel worden geplaatst. Ook in geval van een medische indicatie of bijvoorbeeld hongerstaking worden vreemdelingen in afzondering geplaatst; dan heet het ‘observatie’. De maatregel komt neer op eenzame opsluiting. De geïsoleerde zit 23 uur per dag alleen in een kale, prikkelarme cel. Gedurende één uur per dag is er recht op frisse lucht. Dit vindt plaats in een kleine, kale en ommuurde buitenruimte zonder zicht op de buitenwereld of andere afdelingen. De isoleercel heeft een matglazen raam waardoor niet naar buiten kan worden gekeken. In de isoleercel is geen televisie en zijn boeken niet toegestaan. Alleen religieuze boeken zoals de bijbel en de koran mogen worden gelezen. Veel cellen hebben de mogelijkheid tot camerabewaking. In een isoleercel is de vreemdeling verplicht om speciale ‘scheurkleding’ te dragen: een hemd waarmee de geïsoleerde zichzelf niets aan kan doen. Het dragen van deze kleding wordt door het CPT* als mensonwaardig aangemerkt. Toch wordt de scheurkleding nog steeds gebruikt. Meerdere gedetineerden hebben geklaagd over het feit dat de scheurkleding en de scheurdeken die ‘s nacht wordt gebruikt niet voldoende bescherming bieden tegen de kou. Volgens de Inspectie voor sanctietoepassing worden vreemdelingen te vaak in afzondering geplaatst. In Zeist gebeurde dat 2009 bij 261 mensen, in SchipholOost in 2009 bij 188 mensen en in Zaandam in 2008 bij 209 mensen. Dit aantal kan volgens de Inspectie fors omlaag door te investeren in aanvullende trainingen van het personeel van de gevangenissen. Plaatsing in een isoleercel is een bijzonder zware maatregel die (ernstige) gezondheidsschade kan veroorzaken. Om die reden moet er heel voorzichtig met dit zware middel worden omgegaan. Op basis van individuele omstandigheden moet worden beoordeeld of de beslissing tot afzondering noodzakelijk en proportioneel* is. De advocaat van de vreemdeling hoort meestal pas achteraf van de plaatsing in een isoleercel. Het detentiecentrum licht de advocaat over het algemeen niet in.
Meldpunt vreemdelingendetentie Stichting LOS (Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt) is op 10 februari 2010 gestart met een Meldpunt Vreemdelingendetentie. Hier worden klachten over de detentieomstandigheden voor vreemdelingen verzameld. Zowel vreemdelingen, als bewaarders, geestelijk verzorgers, medische dienst, bezoekers, politici en anderen kunnen hier klagen over de detentieomstandigheden. De stichting gaat de meldingen onderzoeken, klachten bij betreffende instanties indienen en hiervoor aandacht vragen bij politiek en media. Zo wil Stichting LOS meer zicht krijgen op de detentieomstandigheden en substantiële veranderingen teweegbrengen in de sobere leefomstandigheden, gebreken in de medische zorg, het eten en de behandeling van gedetineerden.
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Kwetsbare mensen In Nederland worden ook kwetsbare mensen in vreemdelingenbewaring geplaatst: minderjarigen, slachtoffers van marteling en van mensenhandel, zwangere vrouwen, (psychisch) zieken en ouderen. Kwetsbare mensen hebben meer nog dan anderen te lijden onder detentie. Zij lopen extra gezondheidsrisico’s. Kwetsbare mensen horen niet thuis in detentie. Zeker voor hen moeten passende alternatieven worden geboden. Amnesty International betreurt het dan ook dat er nog geen wettelijke regeling is gekomen die de detentie van kwetsbare mensen in beginsel verbiedt. Europese wetgeving (de Terugkeerrichtlijn) bepaalt daarover: ‘Bijzondere aandacht wordt besteed aan de situatie van kwetsbare mensen.’ en ‘Niet-begeleide minderjarigen en gezinnen met minderjarigen worden slechts in laatste instantie, en voor een zo kort mogelijke periode in bewaring gesteld.’ Kinderen In het rapport van 2008 is onder andere kritiek geuit op de wijze waarop de Nederlandse overheid (ouders met) kinderen in detentie plaatst. Inmiddels is er op dit gebied veel bereikt. Op 1 februari 2010 verbleven 42 alleenstaande minderjarige vreemdelingen in vreemdelingendetentie De gemiddelde verblijfsduur van deze jongeren was 52 dagen en de langste verblijfsduur was 238 dagen. De minister heeft aangegeven dat kinderen met ouders alleen in vreemdelingenbewaring worden geplaatst wanneer er binnen twee weken zicht is op uitzetting, of wanneer de asielprocedure in het aanmeldcentrum (er zijn aanmeldcentra in Ter Apel, Zevenaar, Den Bosch en Schiphol) kan worden afgehandeld (bij grensdetentie). Dit betekent dat (gezinnen met) kinderen hoogstens twee weken in vreemdelingenbewaring mogen worden gesteld. Gezinnen met kinderen worden momenteel in een vrijheidsbeperkende locatie (waar mensen meer vrijheid hebben dan in vreemdelingendetentie) geplaatst. Over alleenstaande minderjarige vreemdelingen (kinderen zonder ouders in Nederland) heeft de minister aangekondigd om hen niet meer te detineren maar een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen. Alleen als de minderjarige vreemdeling zich eerder aan het toezicht heeft onttrokken, voor een eerdere uitzetting is vertrokken of criminele antecedenten heeft, kan de minderjarige nog wel in vreemdelingenbewaring worden gesteld. Amnesty International handhaaft haar standpunt dat kinderen in beginsel niet in detentie horen.
Het Armeense gezin A. woont tien jaar in Nederland en vindt, nadat het asielverzoek is afgewezen, tijdelijk onderdak bij een nood- opvangorganisatie. Verschillende artsen en hulpverleners spreken hun zorgen uit over de psychische problemen van de moeder en de kwetsbaarheid van de kinderen (acht en negen jaar oud). In de vroege ochtend van 21 januari 2010 haalt de vreemdelingendienst hen (onaangekondigd) thuis op. Tijd om de spullen te pakken is er nauwelijks. De kinderen worden samen met hun ouders – die in de handboeien zijn geslagen – naar een politiecel afgevoerd. Dezelfde dag worden ze overgebracht naar het detentiecentrum Rotterdam. Een paar dagen later worden moeder en kinderen overgebracht naar de vrijheidsbeperkende locatie* in Ter Apel. Uiteindelijk bepaalt de rechter dat het gezin thuis de procedure voor de verblijfsvergunning mag afwachten. Inmiddels is die vergunning verleend.
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Verblijfsomstandigheden Mensen in vreemdelingendetentie worden vaak behandeld alsof zij veroordeeld zijn voor een misdrijf; op een aantal punten worden zij zelfs slechter behandeld. Amnesty International vindt daarom dat er een aparte regeling moet komen voor mensen die in vreemdelingendetentie zitten. Wanneer vreemdelingenbewaring wordt opgelegd, geldt dat voor veel vreemdelingen een licht regime toereikend is; aan hen kan en moet daarom meer vrijheid worden geboden. Dat betekent: meer bewegingsvrijheid, meer contact met de buitenwereld en minder veiligheidsmaatregelen zoals visitatie en isolatie. Pas wanneer de gedetineerde zich niet aan de regels houdt of niet te handhaven is, kunnen maatregelen worden overwogen. Maar ook hier geldt: op individuele basis, proportioneel (in verhouding tot de daad die bestraft wordt) en noodzakelijk. Justine (gefingeerde naam) is geboren in Congo. Ze is 13 jaar wanneer ze naar Nederland komt. Haar vader heeft hier een vluchtelingenstatus. Eenmaal meerderjarig wordt Justines verblijfsvergunning niet verlengd. Totdat ze zich moet melden op het politiebureau gaat ze gewoon naar school en loopt ze stage. Die dag verandert alles, ze mag niet naar huis, wordt opgesloten in een politiecel en na drie dagen geboeid overgebracht naar een detentiecentrum. Justine is nu 21 en zit al bijna 6 maanden in vreemdelingendetentie: ‘drie dagen lang heb ik alleen maar gehuild, de manier waarop ik werd vervoerd, de visitatie bij binnenkomst in de gevangenis, de cel die steeds weer op slot gaat, dat alles geeft me het gevoel een crimineel te zijn. Toen ik hier net was, werd er iemand helemaal gek. Ze werd door de bewakers in de isoleercel gezet. Het gebeurt vaker dat mensen helemaal doordraaien en die mensen zijn hier gezond gekomen. Ik vraag me wel eens af of mij dat ook kan overkomen. Sommige bewakers zijn aardig, anderen niet. Omdat je hier zit en hoe de mensen doen heb je altijd het gevoel een crimineel te zijn.’ Bejegening van gedetineerden Amnesty International heeft geconstateerd dat in de afgelopen jaren op het gebied van bejegening van gedetineerde vreemdelingen vooruitgang is geboekt. Vreemdelingen geven aan dat personeel hen over het algemeen vriendelijk bejegent. Het besef bij het personeel is gegroeid dat vreemdelingenbewaring een bestuursrechtelijke maatregel is en geen straf. Maar er zijn nog te veel personeelsleden door wie vreemdelingen zich geïntimideerd en vernederd voelen. Ook miscommunicatie komt regelmatig voor, dat leidt tot misverstanden en conflicten. Amnesty International maakt zich daarnaast zorgen over het feit dat er nog steeds geen beleid is op het gebied van meldingen van geweld.
In september 2007 weigert Jamil (gefingeerde naam) met handboeien om naar de ambassade te gaan. Hij beschouwt de handboeien als een vernedering. Jamil zegt dat hij daarna door medewerkers van de Dienst Vervoer en ondersteuning hardhandig is aangepakt. Zijn polsen raken daarbij zwaar gekneusd. Jamil dient een klacht in bij de Nationale ombudsman. In juli 2010 schrijft de ombudsman: ‘Burgers die gedetineerd zitten verkeren in een afhankelijke positie. Doordat verzoeker na het vervoer gewond was, is het aan de overheid om hier een onderzoek naar in te stellen. De overheid heeft dat nagelaten en komt ook niet met een redelijke verklaring voor het letsel van verzoeker. Daarmee is de Nationale ombudsman van oordeel dat deze klacht van verzoeker gegrond is.’
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Geneeskundige zorg In de detentiecentra wordt medisch noodzakelijke zorg geboden volgens (ongeveer) het basispakket van de zorgverzekering. Een aantal factoren bemoeilijkt de zorg, zoals onbekendheid met het systeem en het niet of onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal. Hoewel Amnesty International verbeteringen van de medische zorg in detentie constateert, blijft het een punt van aandacht. In gesprekken met Amnesty blijkt dat veel vreemdelingen ontevreden zijn over de medische zorg. Ze zijn bezorgd over hun lichamelijke en psychische problemen, ze willen meer onderzoek en doorverwezen worden naar een arts of het ziekenhuis, maar ze voelen zich vaak afgescheept met paracetamol.
In de zomer van 2010 ontvangt Amnesty International een kopie van een klacht van een Surinaamse man in vreemdelingendetentie over de medische zorg in het detentiecentrum. De man schrijft over een val in de douche waarbij hij zijn hand ernstig heeft bezeerd. ‘Dagen, weken, maanden heb ik de medische dienst ervan proberen te overtuigen dat mijn hand niet in orde was gezien de pijnen en de zwellingen.’ Hij krijgt van de dienstdoende verpleegkundige paracetamol. Als er na twee maanden toch een dokter bij wordt geroepen, stuurt deze de man in kwestie onmiddellijk door naar het ziekenhuis. Daar wordt een breuk geconstateerd die intussen slecht genezen is en bij betrokkene blijvende schade – een stijve pink en ringvinger – heeft veroorzaakt. Gevolgen van vreemdelingendetentie Gedetineerden noemen de detentie vaak traumatiserend of gekmakend. Ze voelen zich somber, verliezen hun eigenwaarde en identiteit. Uit meerdere internationale onderzoeken blijkt dat de detentie van vreemdelingen psychische schade veroorzaakt. De mate van psychisch lijden heeft te maken met de lengte van de detentie en de omstandigheden waarin ze worden vastgehouden. Vreemdelingendetentie draagt bij aan depressies, posttraumatische stressstoornissen (PTSS) en angststoornissen. Australisch Onderzoek
- Detentie kan psychische problemen veroorzaken en is in het bijzonder zeer schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen. - 70 procent van de langdurig gedetineerden had nog drie jaar na de detentie last van psychische problemen. - Langdurige detentie beïnvloedt geestelijke aftakeling, moedeloosheid, boosheid, frustratie en zelfs suïcidaal gedrag. Alternatieven Amnesty International vindt dat alternatieven veel meer moeten worden toegepast; anders is het uitgangspunt dat vreemdelingendetentie een uiterst middel is, een dode letter. Alternatieven voor detentie moeten proportioneel* en noodzakelijk zijn. Hierbij kan worden gedacht aan: • Een periodieke meldplicht; • Een garantstelling door vrienden, familie of maatschappelijke organisaties; • Onderbrenging op een betrouwbaar adres, of in een opvangcentrum onder begeleiding van maatschappelijke organisaties; • Een borgsom; • Elektronisch toezicht; • Een vrijheidsbeperkende maatregel, zoals plaatsing in de vrijheidsbeperkende locatie*. In alle gevallen moeten eerst de lichtere maatregelen zijn overwogen voordat zwaardere worden opgelegd.
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Voorbeelden van een alternatief - In Australië is gezocht naar alternatieven voor vreemdelingendetentie. Er heeft daar een proef plaatsgevonden. Om ervoor te zorgen dat detentie ook echt het laatste middel is, wordt in Australië door gespecialiseerde “case officers” rechtstreeks met de vreemdeling samengewerkt. Terwijl deze in vrijheid blijft, wordt een alternatief voor bewaring geboden. Van de mensen die meededen aan de Australische proef is 94 procent niet ondergedoken. Van degenen die geen verblijfsvergunning kregen heeft 67 procent Australië vrijwillig verlaten. Het gebruik van alternatieven heeft geleid tot kostenbesparing bij de overheid. - In België worden gezinnen met minderjarigen opgevangen in open wooneenheden. Petitie Op woensdagochtend 26 januari 2011 bood Eduard Nazarski, directeur van Amnesty International een petitie over vreemdelingendetentie aan, aan de leden van de Vaste Commissie voor Immigratie en Asiel van Tweede Kamer. Dit gebeurde voorafgaand aan het Algemeen Overleg over het onderwerp. De petitie is ondertekend door meer dan veertig maatschappelijke organisaties, een groot aantal professionals en een aantal kerken. Oproep In de petitie roepen Amnesty en deze organisaties op: • Vreemdelingendetentie zoveel mogelijk te voorkomen; • Te zorgen voor alternatieven, zeker voor kwetsbare personen en asielzoekers; • Het regime in detentiecentra te versoepelen, door te zorgen voor een zinvolle dagbesteding en ruimere bezoekersregelingen; • Betere rechtsbescherming voor mensen in vreemdelingendetentie te garanderen.
Eduard Nazarski overhandigt de petitie aan Hero Brinkmaman
Scherpe kritiek in Amnesty-rapport Ondanks het feit dat de vreemdelingen niet vastzitten voor enig strafbaar feit, zijn ze onderworpen aan een strafrechtelijk regime. Ze verblijven gemiddeld 16 tot 21 uur per dag op cel. In tegenstelling tot strafrechtelijk gedetineerden hebben ze geen recht op arbeid en onderwijs, noch op incidenteel verlof bij, bijvoorbeeld, overlijden van een familielid. Het in juni 2008 verschenen Amnesty-rapport The Netherlands: Detention of irregular migrants and asylum-seekers bevatte scherpe kritiek op de Nederlandse praktijk van vreemdelingendetentie en deed tal van aanbevelingen. In 2010 heeft Amnesty een update van dit rapport gemaakt waarin wordt geconcludeerd dat de belangrijkste aanbevelingen uit 2008 niet zijn opgevolgd: Vreemdelingendetentie: In Strijd met Mensenrechten. November 2010. Op 17 maart 2011 konden bezoekers zich laten insluiten in het Tijdelijk Detentiecentrum op het Marienburgplein in Nijmegen voor het verkrijgen van meer informatie over de positie van uitgeprocedeerde asielzoekers en vreemdelingen.
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie
Acties Op vrijdag 24 december 2010, in aanwezigheid van KRO's radio, leverden Amnesty medewerkers ruim 1500 kaarten en kindertekeningen af bij de portier van het detentiecentrum Zaandam. De kaarten zijn bedoeld om gedetineerde vreemdelingen een hart onder de riem te steken. De afgelopen maanden stuurden mensen uit heel Nederland duizenden kaarten naar Amnesty in Amsterdam. De andere kaarten zijn per post verstuurd naar de drie andere grote detentiecentra in Nederland: Zeist, Rotterdam en SchipholOost. Op dit moment zitten naar schatting 1500 vreemdelingen in die centra opgesloten. Ze zitten er niet omdat ze strafrechtelijk feit hebben gepleegd of daarvan verdacht worden. Ze zitten er in afwachting van hun uitzetting naar het land van herkomst. En dat duurt soms lang.
Op 5 november 2010 vond het symposium vreemdelingendetentie plaats in het Amnestyhuis in Amsterdam. Sprekers verhaalden vanuit hun professie over vreemdelingendetentie in de praktijk. Aan het symposium namen 150 mensen deel. Iedereen heeft recht op vrijheid. Dat is vastgelegd in de Nederlandse Grondwet en in internationale verdragen. Detentie van vreemdelingen mag in Nederland alleen als uiterst middel. Maar het is allang geen uiterst middel meer; het is de standaard procedure. Herhaaldelijke langdurige opsluiting, soms van wel meer dan een jaar, is in Nederland geen uitzondering.
Links http://www.amnesty.nl/bibliotheek_vervolg/vreemdelingendetentie http://www.amnesty.nl/documenten/themas/vluchtelingen/verslag_symp_vreemdelingendet.pdf http://www.amnesty.nl/documenten/rapport%20vreemdelingendetentie%20(om%20te%20versturen).pdf http://www.dienstterugkeerenvertrek.nl/ http://www.humanistischverbond.nl/nieuws/archief/2010/stoponnodigevreemdelingendetentie http://www.meldpuntvreemdelingendetentie.nl/ http://www.schipholwakes.nl/kinderdetentie-Gerrianne-Smits.pdf
© Amnesty Nijmegen
Dossier Vreemdelingendetentie