Dossier 'sport en bewegen': een opdracht voor l02-leerlingen
Het afgelopen cursusjaar is op het Agnieten College te Zwolle een drietal klassen in de Tweede Fase begonnen met het L02-programma (hieronder B02: bewegingsonderwijs). Voor het handelingsdeel moeten de leerlingen in hun eigen tijd een dossier samenstellen. Dit dossier bevat 6 opdrachten (totaal 20 uur studielast) waarin leerlingen verslag moeten doen van hun ervaringen met thema's die te maken hebben met sport en bewegen. Het betreffen de volgende thema's: I. Keuze-activiteit uit het B02-programma en motieven 2. Eigen sportgeschiedenis ]. Informatie over een sportbond 4. Bezoek sportwedstrijden
5. Organiseren van een toernooi en scheidsrechteren 6. Verwachtingen B02 en toekomstoriëntatie
In dit artikel worden 3 van de 6 opdrachten en de letterlijke uitwerkingen van Christel, Peter en Erik weergegeven (4 HAVO).
Beschrijf" in de::e opdracht in ieder geval het volgende: * Welke bewegingsactiviteiten en spelletjes deed je als kind op het speelplein ot" na schooltijd' * Wal vOlld je van de reReis binnen die speLLetjes en ~vie steLde de regels vast? :1: WeLke .)"jJorten heb je fot nu loe gedaan en ltvat vond je daar van? Maak een onderscheid tlissen sporten bij een club (georganiseerd sporten) en sporten op eigen initiatief (ol/georganiseerd sporten). ::: Op \\'elke Inanier ging het er aan toe hU de cLub (recrealie.l qlselectie: op lrt'eLk nivea[( sportte je; kreeg elk lid evenveel aandacht/trainingstijd etc_' ::: vVaar0l11 is je (spar/loopbaan' :0 geLopen, denk je? Waaroln ben je juist die speLle~ie.\·, activiteiten en sporten gaal/ doen? Welke mogelijk motieven heb je waarschijnlijk gehad (::ie ook opdracht I F ./1' II/ag ::dj' weten in welke volgorde je de vragen aan de orde laat komen en op welke maI/iaje het he.\chrijft. Probeer als je tijd hebt extra punten te noemen die te maken hebhen 1/11'/ spouacriviteitenilpelletjes, regels en motieven.
Christel Dit is een moeilijke opdracht omdat wij op het schoolplein altijd heel veel verschillende spelletjes deden. Ik zal proberen de spelletjes er uit te halen die wij het meeste deden. We deden vaak jongens- en meiden pakker(je. overlopertje, we rolschaatsten vaak om het fietsenhok, springtouwen, hinkelen, knikkeren, verstoppertje, elastieken. op het klimrek, tikkertje en nog wel meer, maar dit zijn de belangrijksten.
Meestal werden de regels vastgesteld dom de jongens en meiden met de grootste mond. Ik was het er niet altijd mee eens maar dat liet ik meestal maar zo, omdat ik er niets van durfde te zeggen. Buiten school heb ik nog 6 jaar op ritmische gymnastiek gezeten. Daar waren drie verschillende groepen en je werd ingedeeld naar leeftijd. Ik begon in de eerste groep omdat ik toen nog maar 4 jaar was. Toen ik in de derde groep was gekomen.
mocht ik naar de selectie. Ik ben daar een paar keer geweest maar omdat je ook naar ballet moest en ik daar niets aan vond ben ik maar niet naar de selectie gegaan. Toen mocht ik gaan helpen bij de kleineren uit de eerste en tweede groep. De aandacht werd goed over iedereen verdeeld en dat is ook nodig bij deze sport, omdat dit geen individuele sport is. Hiernaast vond ik het ook leuk om hele einden met een buurmeisje te gaan fietsen en ook in de buurt deden we vaak spelletjes zoals stoepranden en verstoppertje. Toen ik 10 jaar was mocht ik eindelijk naar de minirettes (ik had al 4 jaar op de wachtlijst gestaan). Ik ben toen van gym afgegaan. Ik zet de mini- en majorettes ertussen omdat dit voor mij een echte sport is, al vinden de meeste mensen dat niet. Toen ik twee jaar bij de minirettes zat werd ik hoofdminirette en na dat anderhalf jaar te zijn geweest moest ik naar de majorettes omdat ik te oud werd en daar zit ik nu nog bij. Ik zit nu in totaal al vijf jaar op de minien majorettes. Ook hier krijgt iedereen evenveel aandacht. Toen ik twaalf jaar werd ben ik op badminton gegaan, waar ik nu nog steeds op zit. Ik zat het eerste half jaar gewoon bij de recreanten maar daarna trainde ik mee met de competitie. Ik kon geen competitie spelen omdat dat op dezelfde dag valt als de majo-
rettes. Wel stond ik als invaller op de lijst en heb ik een keer ingevallen. Na een jaar moest ik mee trainen met de competitie van de volwassenen maar toen er een andere trainer kwam moest ik vaak aan de kant gaan zitten want ik speelde toch geen competitie. Toen ik daar genoeg van kreeg ben ik naar de gevorderde recreanten gegaan en daar speel ik nu nog steeds. Ik ben ook gevraagd of ik wilde helpen bij de jongere groepen en daar help ik nu ook met lesgeven. Volgend jaar ga ik ook recreantencompetitie spelen. De aandacht van onze eigenlijke trainer gaat vooral uit naar de competitie maar er is nog een andere trainer die de recreanten weer meer aandacht geeft. Dit was ongeveer wel mijn 'sportloopbaan '. De motieven om gym te gaan doen weel ik niet meer omdat ik toen nog zo klein was, maar ik ben op badminton gegaan omdat ik er een sport bij wilde doen en omdat mijn vriendin er bij zat heeft die mij aangeraden om eens bij badminton te gaan kijken en dat heb ik gedaan en dat vond ik toen heel leuk. Ik ben op majoretten gegaan omdat ik het er altijd heel leuk uit vond zien als ze op straat lopen en mijn moeder die er bij heen gezçten zei ook dat het heel leuk was en dus heeft ze mij toen opgegeven maar omdat de wachtlijst zo lang was heeft het nog 4 jaar geduurd voor ik er bij zat.
Deze opdracht Kaat over een sportbond naar keuze. Kies een sportbond uit waar je iets meer over wilt weten (het liefst een bond van een sport die je zelf beoefend hebt). Beschrijf in deze opdracht in ieder geval het volgende: * Hoeveel leden heeft de sportbond? * Is dat veel in vergelijking met andere bonden (de hoeveelste bond van Nederland is het)? * Hoe is de verhouding tussen recreatiesporters, wedstrijdsporters en topsporters? * Welke doelgroep krijgt de meeste aandacht van de bond (in tijd, geld, opleiding etc .... F * Waarom is dat zo (denkje)? * Hebje toen je ze!fdeze sport beoefende (of door anderen die deze sport beoefenen) iets gemerkt van de keuzes die de bond maakt? Je mag zelf \Veten in welke volgorde je de vragen aan de orde laat komen en op welke manier je het beschrijft. Probeer als je tijd hebt extra informatie te verzamelen die te maken heeft met de keuzes die een sportbond maakt/kan maken. Vraag eventueel bij de bond een brochure aan of zoek informatie op internet.
Peter Ik wou proberen op te zoeken hoeveel leden de KNVB had, maar dat is mij niet gelukt. Ik heb gezocht op internet en kon helemaal niks vinden over het aantal leden van de KNVB. Ik denk zelf dat de KNVB de grootste sportbond van Nederland is. De verhoudingen zijn denk ik dat er het meeste wedstrijdsporters zijn, daarna de recreatieve voetballers (de zogenaamde café-elftallen) en op de laatste plaats de profvoetballers. De meeste aandacht krijgen de profvoetballers, maar dat is ook logisch want die moeten ons land vertegenwoordigen bij de interlands.
Ik heb zelf nooit op voetbal gezeten
maar heb laatst op televisie wel iets lulligs over de KNVB gehoord. De bekerfinale voor gehandicapte voetballers mocht van F.e. Utrecht in het Utrechtstadion worden gespeeld. Beide clubs waarom het ging vonden dit natuurlijk hartstikke leuk voor hun club. Voor de spelers is het natuurlijk helemaal leuk in zo'n groot stadion voetballen. Maar wat dacht je, de KNVB besliste dat het speel schema voor het Utrechtstadion al vast lag. Van de KNVB mochten de spelers de bekerfinale dus niet in het Utrechtstadion spelen. Heeft de KNVB dan helemaal geen gevoel????
Voor deze opdracht moet je 2 sportwedstrijden bezoeken. Met alle leeringen die B02 volgen zullen we een wedstrijd op topniveau bekijken (Rernote, Hammers of Fe. Zwolle). Je hoort nog wanneer dat zal zijn. Als je niet kunt moet je in overleg met je docent een andere wedsatrijd bekijken. Daarnaast moet je zelf een wedstrijd op laag/lager niveau bekijken. Je mag zelf de sport en de club uitzoeken. Beschrijf vervolgens in ieder geval het volgende: * Welke wedstrijden betrof het? (wie speelde tegen wie, welke sport, wanneer etc .. ) * Hoe verliepen de wedstrijden; wat viel je op? * Welke verschillen waren er tussen deze 2 wedstrijden? (denk ook aan coaching, publiek etc .... ) * Hoe kunje die verschillen verklaren? (vergelijk evt. ook met de vragen van opdracht 3) * Vind je het goed dat die verschillen bestaan? We rekenen voor het bijwonen van de wedstrijden van de vragen dus nog ongeveer 3 uur over.
3 uur. Je hebt voor het beantwoorden
Je mag zelf weten in welke volgorde je de vragen aan de orde laat komen en op welke manier je het beschrijft. Probeer als je tijd hebt extra punten te noemen die te maken hebben met sportwedstrijden op verschillende niveaus.
Erik De eerste wedstrijd die ik heb bekeken is een Zaterdag Hoofdklasse wedstrijd die ook nog een echte derby was: YV Olympia '28 1 tegen SC Genemuiden I. Uitslag: I - S. Korte samenvatting van de wedstrijd: Olympia was de ploeg die aan het begin al Iiet merken dat het er een leuke wedstrijd van wilde maken, maar ze kwamen eigenlijk veel te makkelijk achter door twee countergoals van Genemuiden. Die goals werden door Olympia mogelijk gemaakt omdat zij Genemuiden de hele tijd al op hun eigen helft vastzette dus bij balverlies van Olympia had Genemuiden de kans en de ruimte om te counteren. Zo kwam Olympia na twee goede counters tegen de verhouding in met 2 achter. En nog voor de rsut werd het nog erger voor het thuispubliek, want Genemuiden maakte er ook nog 0 - 3 van. In de tweede helft kon Olympia toch nog even tegenscoren, maar daarmee werd het pas I - 4. Het publiek van Olympia hoopte op nog een opleving van Olympia en ze geloofden er toch allemaal nog even in, want je weet ten slotte maar nooit hoe raar het balletje kan rollen. In tegenstelling van wat het thuispubi iek hoopte werd het nog erger, want het werd ook nog I - 5 voor Genemuiden. Dit
o-
was de eerste van de laatste vier derby's tussen deze 2 ploegen die door Olympia verloren werd, kortom een aardige teleurstell ing voor alles en iedereen die in Hasselt woont. De tweede wedstrijd die ik heb gezien was een wedstrijd van F-pupillen: VV Olympia '28 F4 tegen DESZ FS. Uitslag: 6 - 4. Korte samenvatting van de wedstrijd: In wedstrijden als deze bij de F-jes kan alles gebeuren. Zo verliep deze wqedstrijd ook precies als de meeste wedstrijden bij de Fjes. Olympia kwam eerst met 0 - 2 achter door o.a. een eigen doelpunt. Olympia kon natuurlijk ook nog tegenscoren en voor de rsut werd er zelfs nog een keer gescoord, maar nu weer door DESZ dus de ruststand werd I - 3. Na de rsut zag je een beetje hetzelfde spel, vaak kluitjesvoetbal wat zo typerend is voor het voetbal in de F-jes. OlymIüa kwam onverwachts goed terug in de wedstrijd door drie keer in korte tijd tegen te scoren, de stand was nu 4 - 3 in het voordeel van Olympia. DESZ liet het er niet bij zitten en ging op zoek naar de gelijkmaker, dit leek ook te lukken, maar er was nog een paal die dit voorkwam. Het duurde niet veel langer voordat er wel weer gescoord werd, maar nu kwam Olympia weer als de
meest gelukkige naar boven, want de keeper van DESZ liet de bal door de benen gaan. DESZ toonde nog wel enige veerkracht door er alsnog eentje in te leggen, de stand was nu 5 - 4. De wedstrijd leek met deze stand te eindigen, maar er was er nog eentje bij Olympia die nog even graag met een eigen solo zijn goal wilde meepikken en hij zorgde daarmee voor een eindstand van 6 - 4. Deze overwinning voor Olympia was wel een beetje een lucky, want DESZ was eigenlijk de betere ploeg van de twee, maar het gaat om de goals en daarin was Olympia wat gelukkiger. De verschillen die er tussen deze twee wedstrijden waren zijn er nogal veel. Te beginnen met het niveau, daar was het verschil in
coaching, snelheid van handelen en het spelen in een vast patroon heel goed te zien, maar dat is maar goed ook want bij de F-jes gaat het nog voornamelijk om de lol die de jongetjes met elkaar moeten hebben. Bij het le elftal gaat het natuurlijk alleen om de prestaties die het elftal moet neerzetten. Het publiek brengt ook een groot verschil met zich mee, want bij de F-jes zie je alleen maar een stel fanatieke ouders terwijl er bij het le elftal veel meer mensen komen kijken en deze mensen laten zich ook niet ongehoord naar de scheids en de tegenstander toe. Deze verschillen moeten er wel zijn, want het Ie team van een club is toch wel het belangrijkste en dus ook het visitekaartje naar andere clubs toe.