Magazine over opleiding en scholing in de bouw en infra
4
24 augustus 2012
Erkenningsregeling leerbedrijven aangepast Hoe werkt het in de sector? Partijen vertellen BinQ Klink Nijland biedt jongeren tweede kans
Vanaf pagina 13
DOSSIER Het nieuwe opleiden
De erkenningsregeling voor leer bedrijven in de bouw en infra is aangepast. De veranderingen uitgelegd.
4 Dossier Het nieuwe opleiden De bouw- en infrasector krijgt de komende jaren grote behoefte aan goed opgeleide werknemers. Die gekwalificeerde vakmensen stromen niet uitsluitend vanuit het vmbo de sector in. Het dossier in deze Fundament toont welke opleidingsvormen er zijn, voor verschil lende doelgroepen.
13
Inhoud Wie bepaalt wat er aan opleiden en ontwikkelen gebeurt in de sector? De verschillende partijen aan het woord.
8
Erkend leerbedrijf Talboom Bestratingen Erkenningsregeling leerbedrijven aangepast 41 diploma’s voor medewerkers Koedooder Gouden erespeld voor directeur HACO Bouwopleidingen Hoe komt sectoraal beleid tot stand? Bouw sportkantine houdt leerlingen Van Agtmaal aan het werk Dossier Het nieuwe opleiden Betonboorders geschoold de werkvloer op Klink Nijland biedt jongeren een tweede kans Herziening kwalificatiedossiers bouw en infra
Met het project BinQ biedt Klink Nijland jongeren een tweede kans. Zij wisselen hun wajong- of wsw-uitkering in voor een leerbaan.
24
2
FUNDAMENT - augustus 2012
Beroep in beweging: betonreparateur Jose Pereira de Azevedo Serviceberichten van Fundeon Adressen Fundeon
3 4 7 7 8 11 13 21 24 28 29 30 32
Erkend Leerbedrijf
“Leerlingen doen bij mij straatervaring op” Visie Na 12 september weten we welke politieke partijen de voorkeur krijgen van de
Marco Talboom is eigenaar van Talboom Bestratingen BV in Etten-Leur. Hij richtte zijn bedrijf acht jaar geleden op. Momenteel heeft hij acht mensen in dienst, waaronder drie leerlingen en twee leermeesters. Marco is zelf ook leermeester.
kiezer. Het is te hopen dat die partijen snel besluiten wie er samen gaan regeren. Want de bouw- en infrasector is er bij gebaat wanneer een nieuwe regering op korte termijn toekomstbestendige beleidskeuzes maakt.
In de bouw- en infrasector zijn in dit voorjaar al keuzes gemaakt rondom het opleiden en ontwikkelen van personeel. In de cao van 2012 is afgesproken dat er nieuwe opleidingsvormen komen, gericht op zijinstromers. Tegelijkertijd is besloten dat leerlingen geen salaris meer krijgen op de dagen dat ze naar school gaan.
Met deze keuzes speelt de sector in op veranderende omstandigheden: bezuinigen moet, maar dat doen we wel zo dat we ook in de toekomst gekwalificeerd personeel kunnen opleiden. Laten we hopen dat de nieuwe regering met
Wat doet Talboom Bestratingen precies? “We doen sierbestrating, bestrating in de grond-, water- en wegenbouw en we verrichten grondwerken voor bedrijven en particulieren. Zelf begon ik als straatmaker. Inmiddels ben ik leermeester en geef ik les aan een roc. Ik vind het belangrijk om betrokken te zijn bij mijn vak en leerlingen op te leiden.” Is Talboom Bestratingen daarom erkend leerbedrijf? “Ja, het is belangrijk om mensen te hebben die weten hoe alles werkt. En om dat te leren, hebben ze scholing nodig. Vakmensen opleiden is niet alleen belangrijk voor mijn eigen bedrijf, maar ook voor de branche. Vooral nu er steeds minder vakmensen zijn.” Zijn er nog andere voordelen aan zelf opleiden? “Leerlingen blijven vaak bij me in dienst. Ik leid dus mijn eigen vakkrachten op. Daar word je als bedrijf sterk van. Vakmanschap verdwijnt en leerlingen leren het echte straatwerk niet meer op school. Daar leren ze met machines werken, terwijl het juist goed is om ook echte straatervaring op te doen. Je brengt ze dus wat extra's bij.”
eenzelfde langere-termijnvisie zoekt naar oplossingen voor Nederland.
Jolanda de Vries
[email protected]
i www.talboombestratingen.nl
FUNDAMENT - augustus 2012
3
Actueel
Aanpassing erkenningsregeling leerbedrijven bouw en infra
Dagelijkse begeleiding vooral aan begin opleiding cruciaal” Strikte begeleiding door leermeesters is vooral aan het begin van de opleiding noodzakelijk. Als de leerling al langer met zijn opleiding bezig is, kan de begeleiding geleidelijk meer op afstand plaatsvinden. Die gedachte heeft geleid tot een aanpassing van de erkenningsrege ling voor leerbedrijven in de bouw en infra.
Het lijkt raar: een jaar nadat er een nieuwe erkenningsregeling is vastgesteld voor leerbedrijven in de bouw en infra, volgt een aanpassing. Aan de andere kant: als iets niet werkt zoals je vooraf had gedacht, is het dan niet beter om snel met een aanpassing te komen? Volgens het bestuur van Fundeon wel.
i www.fundeon.nl/ werkgever
4
FUNDAMENT - augustus 2012
Kwaliteit borgen Vorig jaar juli werd de erkenningsregeling voor het eerst in jaren aangepast. De reden daarvan was dat de sector de kwaliteit van leerbanen en stageplaatsen beter wilde kunnen borgen: een mbo-leerling die een opleiding in de bouw of infra volgt, moet verzekerd zijn van een goede leerbaan en uitstekende begeleiding. Eén van de eisen die in de regeling kwam te
staan, was dat op elke bouwplaats of werkplek met leerlingen, een leermeester aanwezig moest zijn. In de praktijk bleek dat niet altijd haalbaar te zijn. Dagelijks begeleiden Dagelijkse intensieve begeleiding door een leermeester is vooral van belang tijdens de eerste zes maanden van de opleiding. Na zes maanden kan een leerling meestal al zo zelfstandig werken, dat de leermeester meer op afstand kan begeleiden. Dat geldt voor leerlingen op mbo-niveau 1 en 2. Voor leerlingen op niveau 3 kan de begeleiding al vanaf het begin op enige afstand plaatsvinden. Deze begeleiding op afstand houdt in dat de leermeester nog maar voor 50 procent van zijn tijd op het werk waar de leerling
werkzaam is, aanwezig moet zijn. Na twaalf maanden vervalt voor alle leerlingen de eis van de directe aanwezigheid van de leermeester. Als er op het werk waar een leerling werkzaam is geen leermeester aanwezig is, hoort er wel een begeleidend vakman aanwezig te zijn die de leerling het vak kan leren. Daarnaast is de leermeester altijd - telefonisch - bereikbaar voor de leerling. Vanzelfsprekend blijft de leermeester verantwoordelijk voor de voortgang en beoordeling van de leerling, gedurende de gehele opleiding. Taken van een leermeester In een aantal bedrijven is sprake van een leermeester die alle begeleidingswerkzaamheden van leerlingen
in het bedrijf coördineert. Deze coördinerend leermeester kan taken overnemen die primair toebehoren aan de leermeester die de leerling dagelijks begeleidt en beoordeelt, zoals administratieve taken. Deze coördinerend leermeester is geen vervanger van de leermeester die de dagelijkse begeleiding en beoordeling van de leerling doet. Voor praktijktoetsen is de dagelijks begeleidende leermeester verantwoordelijk en deze moet daarom per se aanwezig zijn als de leerling een praktijktoets doet. Begeleidend vakman In de nieuwe erkenningsregeling is een rol weggelegd voor de begeleidend vakman. Voor leerlingen op niveau 1 en 2 kan deze na zes maanden - en bij een
↑ Dagelijkse begeleiding door een leermeester is vooral in de eerste zes maanden van de opleiding erg belangrijk. Daarna kan de leerling geleidelijk meer op afstand worden begeleid.
→
FUNDAMENT - augustus 2012
5
Actueel rubriek
↓ Alleen gecertificeerde leermeesters mogen leerlingen beoordelen. Om leermeester te worden en te blijven volgen zij eens per twee jaar een nascholingscursus.
6
FUNDAMENT - augustus 2012
leerling op niveau 3 vanaf het begin - worden ingezet. Een begeleidend vakman is een medewerker van het bedrijf die tijdens zijn dagelijkse werk de hem toevertrouwde leerlingen begeleidt en vakkennis overdraagt. De begeleidend vakman neemt niet de verantwoordelijkheden van een leermeester over. De leermeester beoordeelt de deelnemer.
op zijn werkhouding als dat nodig is en beoordeelt de praktijktoetsen en competentieontwikkeling. Als een begeleidend vakman deze taken - of delen ervan - op zich wil nemen, heeft hij een leermeestercertificaat nodig. Deze begeleidend vakmannen kunnen op basis van hun ervaring in de begeleiding, hiervoor in de regel een verkorte leermeestercursus volgen.
Verkorte leermeestercursus Bij enkele erkend leerbedrijven hebben begeleidend vakmannen in de dagelijkse praktijk een deel van de begeleiding van leerlingen overgenomen van leermeesters. Hoewel de leerling een deel van het vak kan leren van de begeleidend vakmannen, blijft het van belang dat de leerling onder de hoede blijft van een gecertificeerd leermeester. De leermeester bespreekt de voortgang met de leerling, spreekt de leerling aan
Audits leerbedrijven Om te zorgen dat de leeromgeving van de leerling daadwerkelijk zo goed is als volgens de erkennings regeling zou moeten, neemt Fundeon elk leerbedrijf een audit af. Minimaal één keer per twee jaar komt de adviseur Beroepspraktijk daarvoor langs bij elk erkend leerbedrijf. Doel daarvan is vooral ook om te bekijken hoe de leeromgeving nog beter kan worden. ←
Kort Nieuws
41 diploma’s voor medewerkers Koedooder Bij gespecialiseerd aannemingsbedrijf Koedooder BV in Blokker hing vrijdag 20 juli de vlag uit: 41 vakmensen verzil verden die dag hun vakkennis met een mbo-diploma.
Bij Koedooder BV is een groot deel van de medewerkers binnen het bedrijf opgeleid door collega-vaklieden. Tegenwoordig is dit echter niet voldoende om aan te tonen dat het bedrijf beschikt over het juiste vakmanschap. Ruim twee jaar geleden koos Koedooder BV voor een bedrijfsbreed scholingstraject voor de individuele medewerker met een drieledige aanpak: het vastleggen van de aanwezige vakkennis en vaardigheden, het bevorderen van
onderlinge uitwisseling van kennis en het vergroten van begrip voor elkaars werkzaamheden. Alle medewerkers volgden een opleidingstraject bij opleidingsinstituut BGA Nederland en het Radius College. Twee jaar werkten zij aan het bewijzen van hun vakmanschap, aangevuld met les in onderdelen die men minder beheerste. Alle 41 medewerkers hebben aan het einde aangetoond over de juiste competenties te beschikken.
Gouden erespeld voor directeur HACO Bouwopleidingen Henk Bakker, voormalig directeur van HACO Bouwopleidingen, heeft begin juli uit handen van Frans Kokke, directeur Markt en Ontwikkeling van Fundeon, de gouden erespeld van Fundeon gekregen. Hij heeft deze ere‑ speld gekregen vanwege zijn inzet voor het beroepsonderwijs in de bouw.
Bakker begon als instructeur bij de toenmalige Stichting Leerling Werkplaats. In 2000 werd hij directeur van HACO Bouwopleidingen. Al die jaren zette hij zich in voor het beroepsonderwijs in de bouw. Dat deed hij in de Regionale Commissie Beroepsonderwijs-bouw, door betrokken te zijn bij het ontwikkelen van onderwijsproducten van Fundeon en door letterlijk en figuurlijk een steentje bij te dragen aan maatschappelijke projecten. Bakker was altijd erg betrokken bij zijn leerlingen. Tegelijkertijd was hij ook streng voor ze, maar altijd vanuit de gedachte om ze op te leiden tot goede vakmannen. Kokke prees zijn staat van dienst. Onder toeziend oog van zijn familie, medewerkers van Fundeon, oud-collega’s, commissieleden, leerlingen en vele anderen kreeg hij tijdens zijn afscheid als directeur de erespeld. Bakker was blij verrast en vereerd met deze vorm van erkenning en waardering.
FUNDAMENT - augustus 2012
7
rubriek Mening
Werkgevers en werknemers bepalen samen sectoraal beleid
“DB cao-partijen is de
Voor werkgevers en werknemers in de bouw en infra, zijn de adviseurs van Fundeon het eerste aanspreekpunt als het gaat om het opleiden en ontwikkelen van personeel. Wat Fundeon aan diensten en producten biedt op dat gebied, is door diezelfde werknemers en werkgevers bedacht. Zij hebben daarvoor de opdracht - via diverse overlegstructuren en organisaties - bij Fundeon neergelegd.
i www.bter-bouw.nl www.bouwendneder land.nl www.fnvbouw.nl www.cnvvakmensen.nl
Maandelijks schuiven Nico van Til, Gijs Buijs, Joba van den Berg, Mieke van Veldhuizen en Gijs Lokhorst samen aan tafel. De eerste drie zitten er namens de werkgevers, de laatste twee namens werknemers. Gezamenlijk vormen zij Dageljiks Bestuur cao-partijen (DB cao) voor de bouwnijverheid en werken ze afspraken uit het cao-akkoord uit tot beleid. Daarna zien ze ook toe op de uitvoering daarvan. Aan de bel trekken “DB cao is de piek in de kerstboom”, omschrijft Van den Berg. Die kerstboom bestaat verder uit diverse organisaties, zoals het clusterbestuur Bedrijfstak eigenregelingen (Bter) - waaronder het O&O-fonds - en uitvoeringsorganisaties zoals Fundeon en Arbouw. “Het O&O-fonds is de schatkistbewaarder van onze sector. Juridisch gezien bekrachtigt deze organisatie ook de financiële besluiten die wij als DB cao-partijen maken”, vervolgt Van den Berg. “Projecten worden immers gefinancierd vanuit het O&O-fonds”, licht Nico van Til toe. “DB cao-partijen stelt het beleid vast. Het O&O-fonds is puur financieel gestuurd. We stellen voorwaarden voor subsidieverstrekking op en kijken daarbij onder meer naar het toetsingskader van het ministerie.” Daarnaast is het ook het O&O-fonds dat aan de bel trekt als er meer geld dreigt te worden uitgegeven dan er binnen komt. Van Til: “We waren een fonds met redelijk riante algemene reserves. Jarenlang konden we de premies daardoor bevriezen. Maar door de teruggang
in het aantal werknemers, hebben we een afnemend vermogen. Daardoor is het noodzakelijk om ons budget bij te stellen.” Stoppen met taken De noodzaak om minder geld uit te geven, is te merken op alle fronten. Zo is aan de cao-tafel besloten om over de schooldag van leerling-werknemers geen loon uit te betalen. Hierdoor zijn de loonkosten van leerlingen lager en kunnen de tegemoetkomingen uit de sector ook worden verlaagd. Daarnaast hebben uitvoeringsorganisaties - zoals Fundeon - de opdracht gekregen om vanaf 2013 10 procent op hun jaarbudget te bezuinigen. “Als DB cao-partijen bepalen we overigens niet hoe Fundeon die bezuiniging doorvoert”, benadrukt Van den Berg. “Het is aan het bestuur en de directie van Fundeon om te kijken hoe efficiënter gewerkt kan worden en zo nodig een voorstel te doen om met bepaalde taken te stoppen. Op basis van dat voorstel, neemt DB cao dan een besluit.” Aanschuiven bij alle tafels Dat bestuur van Fundeon bestaat deels uit dezelfde vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers als in andere sectorgeledingen. “Als vakbondsbestuurders schuiven Mieke en ik nagenoeg op alle tafels aan”, vertelt Gijs Lokhorst. “Namens werkgevers zitten verschillende mensen aan tafel. Als vakbondsbestuurders hebben we daardoor het voordeel dat we exact
De visie van Fundeon Algemeen directeur Sander van Bodegraven van Fundeon kan zich goed vinden in de rol die zijn organisatie in de sector heeft. “Enkele jaren geleden hebben we - met alle betrokken partijen - uitgesproken dat Fundeon een uitvoerend en een kennisinstituut is. Die rol hebben we sindsdien goed weten te vervullen. We delen onze kennis en ervaring met de werkgevers- en werknemerspartijen en voeren daarna graag het beleid uit dat caopartijen samen afstemmen. Soms is het wel lastig om precies af te bakenen waar beleid stopt en de uitvoering
8
FUNDAMENT - augustus 2012
piek in de kerstboom”
↑ Joba van den Berg
↑ Nico van Til
weten welke belangen er aan welke tafels spelen. De werkgeversvertegenwoordigers hebben daarvoor meer overdracht nodig.”
vertegenwoordigers zijn daarna echter teruggefloten door hun achterban. Voor een deel kan ik me daar ook wel iets bij voorstellen: we zitten in een crisis en bedrijven zagen het als een verzwaring. Maar we hadden al aanpassingen gedaan en volgens mij lag er iets dat goed werkbaar was.”
Nieuwe erkenningsregeling Soms is dat lastig, zoals bij het vaststellen van de nieuwe erkenningsregeling. Van Veldhuizen: “Ons streven was om tot betere leerplekken voor leerlingen te komen. Vorig jaar bereikten we daarover overeenstemming in het bestuur van Fundeon. De werkgevers-
Zijinstromers opleiden In de meeste gevallen lukt het om met de gehele sector en alle organisaties eenzelfde kant uit te bewegen. Een
→
begint. Ook omdat je als uitvoerder wordt aangesproken op het beleid. Bij de aanpassing van de tegemoetkomingsregeling - de subsidie uit de sector op de loonkosten van leerlingen - is het voor onze adviseurs Beroepspraktijk bijvoorbeeld wel heel belangrijk om het beleid goed te kunnen uitleggen. In zo’n geval wil je daarom graag invloed hebben op de manier waarop het beleid wordt vertaald in reglementen en hoe dit wordt gecommuniceerd richting de betrokkenen. Dat kan ons uitvoerende werk toch weer gemakkelijker maken.”
FUNDAMENT - augustus 2012
9
Praktijk
“Bij Fundeon weet men veel beter wat er speelt op onderwijsgebied dan bij andere organisaties”
goed voorbeeld daarvan is dat in de cao Bouwnijverheid afspraken zijn gemaakt over nieuwe vormen van opleiden, zodat ook zijinstromers eerder een diploma kunnen halen. “Voordat DB cao-partijen bijeenkomt, hoor ik van mijn collega Annemiek Scholten wat er is besproken in het bestuur van Fundeon”, licht Van den Berg toe. “Bij Fundeon weet men veel beter wat er speelt op onderwijsgebied dan bij andere organisaties. Fundeon signaleert de trends en geeft bij ons ook aan wat dit betekent voor het budget en welke keuzes er gemaakt moeten worden.” Mede om die reden had de directie van Fundeon zitting in de werkgroep Onderwijs die de cao-onderhandelingen voorbereidde. “Met het anticyclisch opleiden (aco) als voorloper kwam het idee van kwalificerend opleiden prominent naar voren in deze werkgroep”, weet Van Veldhuizen. “Het ligt nu op de tafel van DB cao-partijen om het verder uit te werken.” Dat Fundeon in de uitvoering van kwalificerend opleiden een rol krijgt, staat voor werkgevers en werknemers wel vast. “Fundeon is objectief en neutraal als het gaat om opleidingen en assessments. Daarmee bewaakt Fundeon de kwaliteit”, vindt Lokhorst. “We zijn er trots op dat we zo’n paritair kennisinstituut als Fundeon hebben”, vervolgt Van den Berg. Voorloper personeelsontwikkeling De wisselwerking tussen de uitvoering van opleidingsen ontwikkelvoorzieningen en het maken van nieuw beleid, zorgt dat de bouw- en infrasector een voorloper is op dit gebied, zo ervaren de bestuurders. Het Loopbaantraject Bouw & Infra, de EVC-centra Bouw & Infra en de ontwikkelingen op het gebied van kwalificerend
↑ Mieke van Veldhuizen
10
FUNDAMENT - augustus 2012
vakmanschap zijn daar de voorbeelden van. Lokhorst: “Werkgevers en werknemers bepalen de richting van Fundeon. Tegelijkertijd maken de sociale partners gebruik van de kennis die er bij Fundeon is en bij het maken van beleid maken ze gebruik van de ervaring die door de mensen van Fundeon is opgedaan. Door die uitwisseling zorg je dat er goede uitvoering is en dat er draagvlak is in de gehele sector.” ←
De geïnterviewden Nico van Til is ondernemer en heeft zitting in het bestuur van Bouwend Nederland. Vanuit dit bestuur heeft hij tevens zitting in het clusterbestuur Bter-regelingen (als werkgeversvoorzitter). Mieke van Veldhuizen werkt bij FNV Bouw. Gijs Lokhorst werkt bij CNV Vakmensen. Beiden hebben namens de werknemers zitting in de besturen van de paritaire organisaties in de sector, zoals Fundeon. Joba van den Berg is directeur Sociale Zaken & Ledenservice van Bouwend Nederland. Samen met enkele beleidsmedewerkers in dienst van de werkgeversorganisatie, coördineert zij dat alle werkgevers die zitting hebben in de besturen van paritaire organisaties, de juiste informatie hebben en ondersteunt hen daarbij. Alle geïnterviewden maken deel uit van DB caopartijen Bouwnijverheid en hebben meeonderhandeld over de cao van 2012.
↑ Gijs Lokhorst
eerling Bas Lazeroms (rechts) heeft de nieuwe kantine van voetbalvereniging L Victoria getekend. Projectleider Cees Bakkers was daarbij zijn opdrachtgever.
Bouw sportkantine houdt leerlingen Van Agtmaal aan het werk
“Voldoening haal je uit echte klussen” Het was hoog tijd voor een nieuwe kantine bij voetbalvereniging Victoria in Oudenbosch. De gemeente miste hiervoor alleen toereikend budget. Daarom heeft Aannemersbedrijf Van Agtmaal B.V. het initiatief genomen om dit project met leerlingen te gaan bouwen en op zoek te gaan naar plaat selijke sponsoren. “Zelfs de tekeningen zijn gemaakt door een middenkaderleerling: Bas Lazeroms”, vertelt Cees Bakkers, projectleider bij Van Agtmaal. Deze levensechte opdracht heeft volgens de leerling veel opgeleverd. Lazeroms: “Met alleen een grove schets van de architect ben ik aan de slag gegaan. Ik ben eigenlijk in het diepe gegooid, maar heb daardoor veel geleerd.
i www.vanagtmaal.nl www.facebook.com/ spbgroep.bozgroep
Je moet met veel zaken rekening houden, zoals de gebruiksruimte, ventilatie, daglicht, duurzaamheid en de kosten. Ik heb het bouwbesluit helemaal doorgeakkerd en alle bouwkundige details uitgewerkt. Op school had ik het niet zo goed kunnen leren. Veel van mijn studiegenoten krijgen alleen gesimuleerde opdrachten.” Ondernemend tekentalent Als klap op de vuurpijl zijn de tekeningen van de talentvolle leerling gelijk goedgekeurd. “Ik ga wekelijks kijken bij het project en het is heel bijzonder om te zien hoe de tekening nu daadwerkelijk wordt uitgewerkt. Ik heb de smaak wel te pakken. Ik ben nog steeds aan het werk bij Van Agtmaal, maar heb ook een eigen tekenbureautje opgericht, Rainbow Engineering. De eerste opdracht is binnen”, glundert Lazeroms. Minimaal vijf leerlingen Het project is door Fundeon erkend als leerlingbouwplaats. Dat is in tijden van crisis best bijzonder te noemen. “Gemiddeld werken er tien leerling-metselaars
→
FUNDAMENT - augustus 2012
11
Achtergrond
“Op school had ik het niet zo goed kunnen leren”
↑ Leerling Dion Hagens is blij dat hij aan de slag kan op een echt project. “Veel medeleerlingen zitten thuis of op de werkplaats van het opleidingsbedrijf.”
en -timmermannen op deze bouw”, vertelt Bakkers. Leerlingen uitplaatsen in de praktijk is momenteel erg lastig, maar bij Van Agtmaal staat opleiden hoog in het vaandel. “Ook in tijden dat het met de bouw minder goed gaat blijven wij leerlingen opleiden. Wij hebben altijd minimaal vijf leerlingen in dienst”, vertelt hij. Het aannemersbedrijf leidt vanaf de eerste dag op. “Ik ben in 1964 als leerling begonnen en werk nu met mijn 63 jaar nog steeds één dag in de week bij het bedrijf om de coördinatie van het leerlingwezen te doen.” Betreurenswaardig Van Agtmaal beseft terdege dat het juist nu de tijd is om op te leiden. Bakkers: “De gemiddelde leeftijd is relatief hoog bij het bedrijf. Dat is sectorbreed ook het geval. De vergrijzing moet worden opgevangen door jonge aanwas. En die kunnen we alleen maar vasthouden als we ze een goede opleidingsplek bieden.” De projectleider vindt het betreurenswaardig dat veel bouwbedrijven de kop in het zand steken en alleen een korte-termijnvisie hebben. “In heel zwaar weer is het lastig om vooruit te denken en er zijn bedrijven die maar net het hoofd boven water kunnen houden. Maar er zijn ook voldoende bedrijven die wel zouden kunnen opleiden, maar zich niet verantwoordelijk voelen voor een goede praktijkopleiding. Dat vind ik jammer, zeker als net die bedrijven het hardst roepen dat de jeugd van tegenwoordig niets kan. Geef ze dan een kans op een goede praktijkopleiding en goede begeleiding”, benadrukt Bakkers. Behandel ze als je zoon Bij Van Agtmaal werken tien leermeesters. Bakkers: “Ik geef de leermeesters altijd mee: behandel de leerling
12
FUNDAMENT - augustus 2012
als je zoon. Voed ze op, spreek ze aan en motiveer ze.” De leermeester is verantwoordelijk voor de beoordeling en begeleiding van de leerlingen. “Wij zien er scherp op toe dat het leermeesterschap goed wordt vormgegeven. Samen met opleidingsbedrijf SPB in Bergen op Zoom bespreken we de vorderingen van de leerlingen en eventuele verbeter- en aandachtspunten. We letten er bijvoorbeeld op dat de opleiding en toetsen passen bij de tijdsgeest. We krijgen steeds meer te maken met renovatie en onderhoud en er is vaak behoefte aan allround vaklieden. Daar nemen we de leerlingen in mee.” Echte klussen, goede begeleiding Dat beaamt Dion Hagens (17), die de opleiding Metselaar (mbo-niveau 2) volgt. “Bij Van Agtmaal leren we niet alleen het standaardwerk. Ik leer ankers indraaien, isoleren en dorpels leggen. Naast deze technische kant leer ik ook veel op persoonlijk vlak. Het metselen gaat me best goed af. Als ik zie dat andere gasten wat meer moeite hebben met het werk, begeleid ik hen ook een beetje. Deze rol bevalt me wel.” Hagens vervolgt: “Ik ben blij dat ik op dit project aan de slag mag. Ik word goed begeleid en leer veel van de leermeesters die de hele tijd aanwezig zijn. En van een echte uitvoerder of projectleider neem ik tenminste iets aan”, grapt Hagens. “Veel medeleerlingen zitten thuis of op de werkplaats van het opleidingsbedrijf. Een muurtje metselen doen ze niet zo secuur omdat het de week erop toch weer wordt afgebroken. Dat werkt niet echt motiverend. Voldoening haal ik uit echte klussen, zoals het bouwen van deze sportkantine.” ←
Het nieuwe opleiden Dossier behorend bij Fundament 4, augustus 2012
Hoofd P&O Ron Prudon van HSB Bouw
“Alsof je een kennisinjectie toedient”
“De komende vijf jaar gaan ongeveer tien medewerkers per jaar met pensioen,” zegt Ron Pudron, hoofd p&o bij HSB Bouw. “Daardoor dreigt kennis verloren te gaan. En dat kan niet, want HSB onderscheidt zich juist doordat het kwaliteit levert. En kennis staat voor kwaliteit. Dus moet je tijdig maatregelen nemen zodat het kennisniveau op peil blijft in de organisatie.”
Daarom besloot de directie van het Volendamse bedrijf al in 2008 om het hele jaar door twintig bbl’ers op te leiden. “Kijk,” zegt Prudon terwijl hij wijst naar twee grafieken met de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand, “de eerste grafiek dateert uit 2008, de tweede is van dit jaar. Je ziet duidelijk dat het aantal jonge werknemers is toegenomen.” Maar hoe zorg je ervoor dat jongeren ook blijven? “Wij behandelen bbl’ers als normale werknemers en niet als uitzendkrachten. Als er geen werk is, sturen we ze niet naar huis, maar laten ze hand- en spandiensten doen, zoals klusjes in de werkplaats. En we nodigen ze natuurlijk uit voor feesten en partijen. Let wel: daar zit een visie achter. Wij geloven namelijk dat het leveren van kwaliteit de beste garantie is om deze zware tijden
↑ Ron Prudon is hoofd p&o bij HSB Bouw in Volendam.
→
FUNDAMENT - augustus 2012
13
dossier: rubriek Het nieuwe opleiden
door te komen. Kwaliteit komt voort uit betrokkenheid van het eigen personeel. Niet voor niets noemen wij onszelf ‘betrokken bouwers’. En die benadering slaat aan: alleen al het afgelopen jaar hebben we vier jongeren aangenomen.”
tijd medewerkers op te leiden. En bovendien kostenneutraal. Onze metselaars en schilders hebben een vergelijkbaar traject doorlopen. Daarnaast zijn we begonnen met het opleiden van nieuwe leermeesters.”
Met de instroom zit het dus wel goed. Maar is dat voldoende? “Bij lange na niet. Zelfs wanneer je goed gekwalificeerde jongeren aanneemt, is de vakinhoudelijke kennis van oudere werknemers niet zomaar te vervangen. Daarnaast speelt er nog een ander probleem: veel van onze oudere vaklieden zijn leermeester en hebben dus veel expertise in het opleiden en begeleiden van leerlingen. Die kennis dreigt nu te verdwijnen. Dat zou betekenen dat onze opleidingcapaciteit afneemt. En dat mag natuurlijk niet gebeuren.”
Aco is afgerond. Hoe ga je nu verder? “Er is een nieuwe opleiding opgezet waarbij ervaren timmermannen versneld een allround diploma op niveau 3 kunnen halen. Voorwaarde is wel dat ze al een diploma op niveau 2 hebben. Ik verwacht veel van deze vorm van opleiden; juist omdat de opleiding wordt afgestemd op de individuele behoefte van de deelnemer. Het is echt maatwerk: een vakman krijgt alleen de vakken die hij nog niet beheerst. In september beginnen de eerste drie medewerkers met de versnelde opleiding. Als dat goed gaat, ga ik ervan uit dat er nog meer volgen.”
Hoe voorkom je dat het kennisniveau daalt? “Tja, dat is dus de uitdaging! Je moet ervoor zorgen dat het kennisniveau een impuls krijgt. Alsof je de organisatie bij wijze van spreken een kennisinjectie toedient. Daarom heb ik 37 timmermannen naar anticyclisch opleiden (aco) gestuurd; dat was een uitstekende manier om in korte
John Schokker John Schokker (29) is timmerman. Via de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) heeft hij geruime tijd geleden zijn diploma Timmerman op mbo-niveau 2 behaald. Binnenkort begint hij aan de versnelde opleiding voor Allround timmerman op mbo-niveau 3. Schokker: “Toen ik jonger was, had ik geen zin om verder te leren. Het idee om nog een paar jaar op school te zitten, stond me tegen. Ik wilde gewoon werken. Daarnaast leek een vervolgopleiding me op dat moment ook te moeilijk. Nu ik een paar jaar werkervaring heb, denk ik daar anders over. De opleiding is korter - ik hoef alleen de onderdelen te volgen die ik nog niet beheers. Ik denk ook dat de stof voor mij gemakkelijker te behappen is. Juist door mijn werkervaring.”
Hoe zit het met de opleiding van zijinstromers? “Op dit moment is er voldoende aanbod van personeel, dus is het niet nodig om via zijinstroom personeel te werven of op te leiden. Daarom focussen wij op de instroom van bbl’ers en de doorstroom van eigen medewerkers.”
Leeftijdsopbouw bouwplaatsmedewerkers HSB Bouw 2008 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 15-20
20-25
25-30
30-35
35-40
40-45
45-50
50-55
50-60
60-65
15-20
20-25
25-30
30-35
35-40
40-45
45-50
50-55
50-60
60-65
2012 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Jan Willem Aardema
14
FUNDAMENT - augustus 2012
Het nieuwe opleiden De bouw- en infrasector krijgt de komende jaren grote behoefte aan goed opge leide werknemers. Daar is iedereen van overtuigd. Die gekwalificeerde vakmensen stromen niet uitsluitend vanuit het vmbo via leerbanen de sector in. Ook daarover is geen discussie. Maar de vraag is wel hoe de sector dan aan voldoende gekwa lificeerde mensen kan komen. Dit dossier laat zien welke manieren van opleiden mogelijk zijn.
Een diploma voor een baan Waar het vroeger voldoende was dat de werkgever wist wat een werknemer kon, hecht men tegenwoordig aan een officieel papiertje. Dat heeft verschillende oorzaken. Zo wil een opdrachtgever steeds vaker vooraf zekerheid dat een bedrijf de gevraagde kwaliteit kan leveren. Certificaten en diploma’s van werknemers bieden dat deels. Daarnaast wisselen werknemers steeds vaker van baan. Een nieuwe werkgever kan onder meer aan diploma’s zien, welke kennis de werknemer in huis heeft. Nieuwe opleidingen De roep om diploma’s en certificaten leidt tot nieuwe opleidingen, of kwalificaties. In de bouw- en infrasector zijn er de afgelopen jaren bijvoorbeeld kwalificaties gekomen voor betonboorder, betonreparateur, allround steigerbouwer en sloper. Op basis van deze kwalificaties kunnen opleiders - zoals roc’s - een opleiding aanbieden. Werknemers kunnen aan de hand van de kwalificatie hun werkervaring omzetten in een certificaat of diploma. Dat doen zij via een evc-traject.
Personeelsomvang bouw en infra Tijdens de economische crisis is het aantal werknemers dat onder de bouw-cao valt, gedaald met 17 procent. In tweeëneenhalf jaar is het aantal werknemers daarmee gedaald van 163 duizend naar 135 duizend. Dat betekent niet dat deze vakmensen allemaal uit de sector zijn verdwenen. Deels zullen ze voor zichzelf zijn begonnen (zzp’ers) of via uitzendbureaus - en dus via de uitzend-cao - in de sector werken. Als de bouwproductie de komende jaren aantrekt, zal het aantal benodigde werknemers stijgen. Prognoses van het Economisch Instituut Bouwnijverheid (EIB) gaan ervan uit dat in 2017 de behoefte aan werknemers nagenoeg weer terug is op het niveau van 2009. Dan halen we ze toch uit het oosten!? Het tekort aan arbeidskrachten is in het verleden opgelost door werknemers te werven uit Polen en andere voormalige Oostbloklanden. Over een paar jaar is het echter niet meer vanzelfsprekend dat Instroom in de sector vakkrachten uit die landen naar Nederland Op basis van jarenlange gegevens willen komen. De landen in Midden- en blijken net gediplomeerde schoolOost-Europa (MOE-landen) zijn bezig met verlaters twee derde van de nieuwe een economische inhaalslag, waardoor de instroom in de sector te zijn. Een werkgelegenheid daar groeit. En net als derde bestaat uit zijinstromers. Deze in Nederland, hebben ook deze landen te laatste groep heeft in het algemeen maken met ontgroening en vergrijzing. geen passend vakgericht diploma en Wanneer de sector wil blijven insteken op dat verklaart deels waarom de helft arbeidsmigratie, zal dit vanuit landen buiten van de werknemers in de bouw en Europa moeten gebeuren. Het grotere infra geen startkwalificatie heeft. cultuurverschil kan hiervoor een belemmering zijn, evenals Europese wetgeving.
FUNDAMENT - augustus 2012
15
dossier: Het nieuwe opleiden
Zijinstromen, doorstromen en terugstromen Minimaal een derde van de toekomstige werknemers in de bouw en infra, gaat zonder passende beroepsgerichte opleiding aan de slag. Om te zorgen dat zij kunnen aantonen dat zij hun werk goed kunnen uitvoeren, is het van belang dat zij alsnog diploma’s en certificaten kunnen halen op hun vakgebied. In de cao Bouwnijverheid 2012 hebben werkgevers- en werknemerspartijen afspraken gemaakt over een nieuw toekomstbestendig, duurzaam en betaalbaar opleidingsstelsel. De cao-partijen maken daarbij onderscheid tussen het opleiden van werknemers jonger dan 23 jaar en ouder dan 23 jaar. Voor die laatste groep steekt de bouw- en infrasector in op werkend leren en kwalificerend vakmanschap. Dit houdt in dat het de voorkeur heeft dat 23-plussers volop aan het werk gaan in de sector en al werkend het vak leren. Door het volgen van cursussen, (deel) opleidingen naast het werk en het doorlopen van evc-trajecten kunnen zij certificaten en diploma’s halen.
“Als je verder wilt, dan zijn diploma’s noodzakelijk” Dennis Onrust (22) zit vanaf zijn 13de op de mobiele kraan van Onrust Bestratingen, het bedrijf van zijn vader, gevestigd in het Drentse Nieuw-Buinen. Eerst één dag in de week, maar al snel werd dat fulltime. “Ik begon zo jong met werken, omdat leren op school mij niet zo gemakkelijk af ging. In de dagelijkse praktijk blijk ik veel gemakkelijker te leren.” Dennis volgde bij Go Infra de opleiding voor aankomend riolerings- en wegenwerker. Vervolgens haalde hij zijn diploma’s Opperman en Waterbouwer. “Toen de evc-adviseur met een voorstel kwam om de opleiding machinist grondverzet te gaan doen, leek mij dat wel wat. Als je verder wilt - of dat nu in het eigen bedrijf of elders is - dan heb je diploma’s nodig.” Het evc-traject is Dennis prima bevallen. “Mijn evc-adviseur Ad Vermonden legt alles heel goed uit. Hij motiveert me en dat geeft me veel doorzettingsvermogen.” Op termijn wil Dennis zijn uitvoerderspapieren halen. “Deze manier van leren en diploma’s halen is gewoon super geschikt voor mij.”
16
FUNDAMENT - augustus 2012
De traditionele Al tientallen jaren leren jongeren voor een baan via het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Zij kunnen daarbij kiezen voor de beroepsopleidende leerweg (bol) of de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Mbo-opleidingen worden gegeven door roc’s, de regionale opleidingscentra. Over het algemeen zijn dit grote scholengemeenschappen die mbo-opleidingen in vele sectoren geven. Via de website www. fundeon.nl/zoek/opleidingen is te zien welke roc’s opleidingen richting de bouw en infra aanbieden. Bol- en bbl-leerlingen staan altijd ingeschreven aan een roc.
Stage- of arbeidsovereenkomst Een bbl-leerling heeft een arbeidsovereenkomst met het leerbedrijf. In de bouw- en infrasector kan dit het individuele leerbedrijf zijn of het regionale opleidingsbedrijf. Deze arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor minimaal de duur van de opleiding. De bbl’er is dus officieel in dienst bij het bedrijf en ontvangt een salaris en een studiekostenvergoeding. Met een bol-leerling sluit een erkend leerbedrijf een stageovereenkomst af. In de meeste gevallen heeft de leerling daardoor recht op een stage- en reiskostenvergoeding. Deze leerling is dus niet in dienst van het leerbedrijf.
Kwalificerend opleiden De afgelopen drie jaar hebben werknemers in de bouw en infra vakmodules kunnen volgen via het anticyclisch opleidingsplan (aco) Bouw Door, Leer Verder! Deze vakmodules omvatten elk een afgebakend deel van een mbo-opleiding. De werknemers kregen theorie- en praktijklessen, onder verantwoording van opleidingsbedrijven in de bouw en infra. Ervaren instructeurs van de opleidingsbedrijven gaven in de meeste gevallen deze vakmodules. Afhankelijk van het onderwerp duurde één vakmodule minimaal drie en maximaal dertig dagen.
maken of het inrichten van het werkterrein. Daardoor is de werknemer snel gekwalificeerd inzetbaar op dit specifieke werkonderdeel. Het streven is dat ongekwalificeerde werknemers met regelmaat een vakmodule volgen. Door flexibel in de tijd meerdere vakmodules binnen een bepaald beroep (kwalificatiedossier) te volgen, kan de werknemer op den duur - eventueel aangevuld met een evc-traject of een mboopleiding met vrijstellingen - een officieel mbo-diploma halen. Sowieso krijgt de werknemer na het volgen van elke vakmodule een bedrijfstakcertificaat, waarmee hij zijn kennis en kunde kan aantonen.
Bouw Door, Leer Verder! was een tijdelijke mogelijkheid om werknemers extra te scholen, gedurende de economische crisis. Met de ervaring die de sector hiermee heeft opgedaan, wordt gekeken hoe deze manier van opleiden structureel kan worden aangeboden. Zo kan een werknemer gericht geschoold worden op een bepaald onderdeel van het vak. Denk daarbij aan het spuiten van beton, een traditionele betonbekisting
Verschillende aanbieders Deze vorm van kwalificerend opleiden kan worden aangeboden door opleidingsbedrijven en andere opleidingsinstituten in de bedrijfstak. Alle aanbieders maken daarbij gebruik van leermiddelen en examineringsproducten van Fundeon. Fundeon maakt deze leermiddelen op basis van de producten die zij ook maakt voor reguliere mbo-opleidingen. Het kan zijn dat Fundeon tevens een rol krijgt bij de intake van werk-
leerweg Aan het einde van de opleiding krijgen de bol- en bbl-leerling hetzelfde diploma. Ze hebben dezelfde vaardigheden en kennis geleerd. De manier waarop ze dat hebben gedaan, verschilt. Dat verschil zit met name in de omvang van de beroepspraktijkvorming (bpv). In de bol-opleiding gebeurt dat in de vorm van stages die minimaal 20 procent van de opleiding behelzen. Een bbl-leerling brengt minimaal 60 procent van de opleidingstijd door in de vorm van een leerbaan bij een erkend leerbedrijf. In de praktijk komt dat erop neer dat de bblleerling gemiddeld één dag per week naar school gaat en vier dagen per week bij het leerbedrijf werkt. Beroepsbegeleidende leerweg In vergelijking met andere sectoren, volgen leerlingen in de bouw- en infrasector vaak een bbl-opleiding. De meeste bouw- en infrabedrijven streven ernaar om de leerlingen na hun diplomering in dienst te houden. Doordat de bbl-leerling het
bedrijf al tijdens de opleiding leert kennen, bouwt deze leerling een voorsprong op ten opzichte van een bol-leerling. Vanaf het vmbo In de meeste gevallen beginnen leerlingen aan een bol- of bbl-opleiding na het vmbo, het voorbereidende middelbare beroeps-
Voor wie? Kwalificerend opleiden is geschikt voor iedereen die werkt - of wil werken - in de bouw of infra, maar hiervoor geen vakgericht diploma heeft. Het kan hierbij gaan om werknemers die in dienst zijn bij (gespecialiseerde) aannemers, maar ook om uitzendkrachten, zzp’ers en buitenlandse werknemers. Werknemers die niet onder de cao Bouwnijverheid vallen, kunnen deze scholing tegen marktconforme tarieven volgen. Werknemers die wel onder deze cao vallen, kunnen de scholing (deels) op kosten van de sector volgen.
nemers. Het meest belangrijke is dat het bedrijfstakcertificaat dat wordt afgegeven, daadwerkelijk aantoont dat de werknemer over de kennis en kunde beschikt. Daarom kan het zijn dat Fundeon ook een rol krijgt in de onafhankelijke borging van de kwaliteit. De komende maanden zal meer duidelijkheid komen over de exacte vorm van deze kwalificerende scholing. Een concrete stap naar een leven lang leren in de sector.
onderwijs. Op het vmbo hebben ze - bij voorkeur - de laatste jaren al gekozen voor de afdeling Bouwen, Wonen en Interieur. Sommige vmbo-scholen bieden echter alleen techniekbrede of intersectorale afdelingen aan, waardoor de leerlingen een meer algemene vooropleiding volgen.
Wat is er mis met de traditionele leerweg? In een onveranderlijke wereld zou de bouwen infrasector toekomstige werknemers via het vmbo de bedrijfstak binnenhalen. Echter: van de ruim 200 duizend vmbo’ers in Nederland, kiest nog geen 4 procent in het derde en vierde leerjaar voor de bouw. Vmbo’ers die een brede, intersectorale variant volgen, kiezen vervolgens nauwelijks voor een mbo bouw- of infraopleiding. De afgelopen jaren is het aantal vmbo’ers bovendien gedaald en de komende jaren zal dit nog verder afnemen. Dit komt door de ontgroening: er worden elk jaar minder kinderen geboren. Door de afname neemt
het belang van het vmbo als ‘hofleverancier’ van instromers af. De keuze voor de bouw en infra na het vmbo is de afgelopen jaren bovendien met 10 procent gedaald. Rechtstreeks vanaf het vmbo kiezen slechts zo’n achtduizend jongeren voor een bouw- of infraopleiding. Om alleen de vergrijzing - de oudere werknemers die met (pre-)pensioen gaan - op te vangen, heeft de bouw- en infrasector jaarlijks meer dan elfduizend nieuwe instromers nodig. Door de economische crisis is er momenteel geen tekort. Zodra de bouwproductie gaat toenemen - naar verwachting in 2014 - is het tekort direct te merken.
FUNDAMENT - augustus 2012
17
dossier: Het nieuwe opleiden
Versneld diploma Allround timmerman In Heerhugowaard is gestart met het werven van werknemers voor de versnelde opleiding Allround timmerman nieuwbouw of werkplaats. Via deze pilot krijgen zij de kans om binnen een jaar hun diploma op niveau 3 te halen. De werknemers hebben al enkele jaren geleden hun timmermandiploma op mbo-niveau 2 gehaald. De deelnemers hebben allemaal een intakegesprek gehad met de evc-adviseur van Fundeon. In dit gesprek is gekeken welke kennis en ervaring de deelnemer al heeft van en met het beroep van allround timmerman. Tijdens de opleiding - die wordt gegeven door het Horizon College
en ESPEQ Opleidingsbedrijven - gaat de werknemer naar school om les te krijgen in de onderdelen van het vak die hij nog niet beheerst. Het grootste deel van de tijd werkt hij bij een erkend leerbedrijf en leert hij het vak van allround timmerman in de praktijk. Het streven is dat ook roc De Leijgraaf en opleidingsbedrijf Revabo in Oss met deze pilot beginnen. In september is hiervoor een bijenkomst voor geïnteresseerde bedrijven. Daarnaast wordt gesproken om de pilot ook op te zetten voor de opleiding Allround metselaar. Als deze pilots succesvol zijn, wordt de versnelde opleiding landelijk aangeboden. Gewoonlijk duurt de opleiding Allround timmerman twee jaar.
Voor wie? De versnelde opleiding voor Allround timmerman is bedoeld voor werknemers die in de praktijk al werkzaamheden van de allround timmerman uitvoeren. Zij hebben al enkele jaren het mbo-niveau 2-diploma Timmerman op zak. Zij hebben echter nog niet zoveel ervaring als allround timmerman dat zij het diploma via een evc-traject kunnen behalen.
Erkennen van eerder verworven competenti Via een evc-traject kunnen werknemers een ervaringscertificaat of diploma halen op basis van hun (werk)ervaring tot nu toe. Via de EVC-centra Bouw & Infra een zelfstandig onderdeel van Fundeon - krijgen zij hierbij begeleiding. Elk evc-traject begint met een intakegesprek. In dit gesprek bekijkt de evc-adviseur hoeveel vakkennis en ervaring de deelnemer heeft in het beroep. Het streven is dat de werknemer hoogstens tien dagen scholing nodig heeft - naast het evc-traject - om een volledig vakdiploma te halen.
Na het intakegesprek begint de deelnemer met het vullen van de portfoliomap. In deze map staat welke beroepstaken bij het beroep horen. De deelnemer geeft bij elke beroepstaak aan hoeveel ervaring hij hiermee heeft en voegt ook bewijzen toe van die ervaring. Bewijzen kunnen werkomschrijvingen, foto’s en tekeningen zijn, maar ook referenties van bijvoorbeeld de werkgever. Als de portfoliomap volledig is, beoordelen een vakdeskundige (assessor) en een evcadviseur die niet bij het traject betrokken is geweest, deze map. Tot slot volgt het eind-
gesprek. In dit gesprek bespreekt de deelnemer de portfoliomap met de vakspecialist en de beoordelaar. De vakspecialist en de onafhankelijke beoordelaar stellen vragen aan de deelnemer. De deelnemer toont aan welke kennis en vaardigheden hij heeft. Dit komt op het ervaringscertificaat te staan. Wanneer de deelnemer het ervaringscertificaat krijgt of het ervaringscertificaat laat omzetten in een diploma, is het evc-traject afgelopen. Voor de één is een certificaat voldoende, een ander wil nog aanvullende scholing volgen. Wanneer de deelnemer
Andere instroom in de bbl-opleidingen Al aan het einde van het tweede leerjaar op het vmbo, kiezen leerlingen voor een bepaalde richting. Zij zijn dan 14, 15 jaar oud. Niet elke leerling heeft dan al een goed idee van wat hij of zij later wil worden. Ook als ze - met hun vmbo-diploma net op zak - moeten kiezen voor een vervolgopleiding, kiezen ze niet altijd voor de opleiding die het beste bij hen past. Jaarlijks stappen daardoor leerlingen over van de ene mboopleiding naar de andere. Tot hun 23ste kunnen leerlingen zich probleemloos aanmelden voor een bbl-
18
FUNDAMENT - augustus 2012
opleiding in de bouw en infra. Als ze ouder zijn, wil de sector dat zij bij hun aanmelding een evc-check doen. Via deze evc-check bekijkt de adviseur Beroepspraktijk van Fundeon in hoeverre de potentiële leerling al kennis van het beroep heeft. Alleen als de leerling daadwerkelijk de volledige opleiding nodig heeft, komt zijn werkgever in aanmerking voor tegemoetkomingen uit de sector. Als de leerling al over enige vakkennis beschikt - of werkervaring in het beroep heeft - kan hij gebruikmaken van de EVC-centra Bouw & Infra.
Mbo voor 30-plussers Het minderheidskabinet van VVD en CDA was van plan om de publieke bekostiging van mbo-opleidingen voor 30-plussers af te schaffen. Dit zou betekenen dat deze mbo’ers zelf - of hun werkgever - een veel hogere bijdrage aan de opleiding zouden moeten betalen. Door de val van het kabinet en het Lenteakkoord, is dit (voorlopig) niet doorgegaan en kunnen 30-plussers tegen dezelfde kosten als jongere deelnemers een mbo-opleiding volgen.
Omscholen naar een ander beroep Om werknemers zo lang mogelijk te behouden voor de bouw- en infrasector, biedt het Loopbaantraject Bouw & Infra werknemers de mogelijkheid om zich om te scholen. Het Loopbaantraject Bouw & Infra is een zelfstandig onderdeel van Fundeon. Op dit moment beginnen jaarlijks tweeduizend werknemers aan een loopbaantraject. In opdracht van cao-partijen wordt na de zomer onderzocht hoe meer werknemers per jaar gebruik kunnen maken van de voorziening. Een loopbaantraject begint met een intakegeprek. In dit gesprek bespreekt de
es (evc-traject) hiervoor kiest, bekijkt de evc-adviseur de mogelijkheden. Een evc-traject duurt maximaal een half jaar, waarvan de deelnemer zelf vier maanden actief bewijzen verzamelt.
trajectadviseur met de werknemer wat de wensen en mogelijkheden zijn. Daarna kunnen beroepsinteressetesten, geschiktheids- en gezondheidsonderzoeken en loopbaanonderzoeken volgen om precies in kaart te brengen wat een geschikte loopbaanstap voor de werknemer is. Daarna stellen werknemer en traject adviseur samen een individueel ontwikkelingsplan (iop) op. In het iop staan alle acties die nodig zijn voor een verandering in de loopbaan. Het iop wordt besproken met de werkgever. Als het iop is vastgesteld kan de werknemer met de opleiding of cursussen beginnen.
Voor wie? Een evc-traject is bedoeld voor ervaren werknemers die geen vakdiploma hebben. Een deelnemer moet minimaal 23 jaar zijn om aan het evc-traject te kunnen beginnen. Meer informatie staat op www.evc-centra.nl/werknemer.
Voor wie? Het Loopbaantraject Bouw & Infra is een voorziening voor alle werknemers die werken volgens de cao Bouwnijverheid. Zij kunnen zich eens per vijf jaar aanmelden voor een loopbaantraject, om zich om te scholen naar een andere functie. Wanneer werknemers vanwege de gezondheid hun eigen functie op termijn niet kunnen volhouden, is omscholing naar een functie buiten de bouw en infra mogelijk. De voorkeur gaat echter uit naar omscholing binnen de sector. Dat kan een omscholing van een bouwplaats- naar uta-functie zijn, maar ook naar een ander uitvoerend beroep of van de ene uta- naar een andere uta-functie. Meer informatie staat op www.loopbaantrajectbouw.nl/werknemer
“Loopbaantraject kost tijd, maar je krijgt er veel voor terug” Martijn Jansen (24) werkt bij Kosterman Peek bouw- en timmerbedrijf in Cothen. Hij heeft onlangs de module Werkvoorbereiding & Uitvoering afgerond en wil in de toekomst de stap maken van timmerman naar uitvoerder. “Timmeren vind ik heel leuk, maar ik verwacht dat ik het niet mijn hele leven ga volhouden. Het is zwaar werk. Daarom wil ik uitvoerder worden.” Een vriend van Martijn volgde al een loopbaantraject via het Loopbaantraject Bouw & Infra. Hij heeft Martijn enthousiast gemaakt om ook op die manier diploma’s te halen. “Daar heb ik geen spijt van. Ik krijg goede persoonlijke begeleiding en ik leer er veel van.” Een loopbaantraject kost je wel flink wat tijd, vindt Martijn, maar ‘je krijgt er veel voor terug’. Martijn gaat er nu een jaartje tussenuit, omdat hij al zijn vrije tijd nodig heeft voor de verbouwing van zijn huis. “Daarna pak ik de draad weer op met de module Calculatie. Zo heb ik dat ook afgesproken met mijn trajectadviseur. Als je een functieverbetering wilt, moet je de juiste papieren hebben.” FUNDAMENT - augustus 2012
19
dossier: Het nieuwe opleiden
Behoud voor de sector Hoeveel mensen je ook opleidt: als je gekwalificeerde medewerkers niet weet vast te houden, blijft het tekort aan vakmensen bestaan. Volgens het rapport Bouwen aan de toekomst – van onderzoeksbureau APE - komt dit met name door de cultuur in de sector. De traditionele en hiërarchische mentaliteit sluit niet goed aan bij de wensen en eisen van de huidige jonge bouwmedewerker. Bovendien zorgt gebrekkig personeelsbeleid ervoor dat er relatief weinig aandacht is voor de ontwikkeling van medewerkers. Aanvullend op nieuwe opleidingsvormen, is een tekort aan vakmensen alleen te verkleinen door het personeelsbeleid in de bouw en infra te moderniseren.
De adviseur Personeelsontwik keling van Fundeon geeft advies Over alle opleidingsvormen uit dit dossier weet de adviseur Personeelsontwikkeling van Fundeon meer. Deze adviseur is voor werkgevers het eerste aanspreekpunt voor de ontwikkeling van hun werknemers. Kijk voor de contactgegevens op: www.fundeon.nl.
Bronnen Cijfermateriaal in dit dossier is afkomstig uit diverse bronnen: Doorstroomatlas vmbo, uitgave van het ministerie van OCW (2012); Rapportage arbeidsmarkt- en onderwijsinformatie 2012, uitgave van Fundeon; Bouwen aan de toekomst, rapport onderzoeksbureau APE (2012); Afdeling Marktinformatie Fundeon.
20
FUNDAMENT - augustus 2012
Achtergrond
Docent Gert van Gelderen (links), Rob Dikkerboom (rechts) en Linda van Steekelenburg (midden) zijn nauw betrokken bij de scholing die plaatsvindt onder betonboorders.
Steeds meer betonboorders geschoold de werkvloer op
Betonboren is een vak i
Jarenlang was betonboren een branche waar vooral ongediplomeerd perso neel werkzaam was. Maar steeds meer betonboorbedrijven investeren in de opleiding en ontwikkeling van hun medewerkers. Vooral de grotere betonboor bedrijven scholen hun personeel bedrijfsbreed. De meeste grote betonboordersbedrijven zijn inmiddels erkend als leerbedrijf, hebben gecertificeerde leermeesters in dienst en steken veel tijd en energie in het opleiden van hun zittend personeel via zowel een reguliere mbo-opleiding als via evc-trajecten. Een initiatief waar verschillende partijen bij betrokken zijn. Midsland BV te Maarssen en de Vis Groep in Wateringen behoren beiden tot de grote betonboorbe-
drijven in Nederland. Respectievelijk hebben zij veertig en zestig betonboorders in dienst, die dagelijks onderweg zijn door heel Nederland. Veelal rijden zij alleen of met hun tweeën met een busje - met een inhoud van zo’n dertigduizend euro aan materiaal en materieel - van werk naar werk. Ze verstaan uiteraard hun vak, maar hebben er geen opleiding voor genoten. Het vak hebben ze in de praktijk geleerd.
www.radiuscollege.nl (http://bit.ly/Mzqa7p) www.midsland.nl www.vistech.nl
→
FUNDAMENT - augustus 2012
21
Achtergrond
Rob Dikkerboom, directeur van Midsland BV, Linda van Steekelenburg van de afdeling P&O van Vis Groep en Gert van Gelderen, freelance coach bij BGA Nederland, zijn alle drie nauw betrokken bij de scholing die in de branche plaatsvindt. Rob Dikkerboom: “We hebben - op initiatief van Boorinfo (de vereniging van betonboorbedrijven) - brainstormsessies gehad met verschillende partijen zoals BGA Nederland, Fundeon,
“De opleiding geeft het beroep meer aanzien” een aantal leveranciers en het Radiuscollege. Doel was te besluiten hoe een opleiding voor betonboorders eruit zou moeten zien. Daarna zijn we binnen ons bedrijf - met als motto Betonboren is een vak - eigenlijk
22
FUNDAMENT - augustus 2012
meteen bedrijfsbreed begonnen met het scholen van onze mensen.” Onbekend bij jongeren Linda van Steekelenburg vult aan: “Bij ons ging het in eerste instantie om de behoefte aan jongeren. Daar bleek moeilijk aan te komen. Betonboorder is helaas niet een beroep met een enorm goed imago. Daarnaast is het vrij onbekend bij jongeren en dat maakt het ook niet populair. Nu er een mbo-opleiding voor is, wordt dat beeld langzaam een beetje bijgesteld. Dat geeft een beroep toch iets meer aanzien.” Spontane aanmeldingen Natuurlijk was er - zeker bij de wat oudere werknemers - in het begin enige weerstand tegen scholing. “Maar”, zo vertelt coach Van Gelderen, “de meesten zijn snel om. We zijn begonnen met het opleiden van enkele
jongere werknemers zonder ervaring en enkele oudere met ervaring. Al vrij snel meldden zich spontaan meerdere mensen zich aan. Ze zagen dat scholing een stukje kwaliteitsverbetering voor hun werk betekende en dat sprak aan.” Sociale vaardigheden Het opleiden van de betonboorders gebeurt breed. Ze worden niet alleen vaktechnisch geschoold. Rob Dikkerboom: “Er wordt in de opleiding veel aandacht besteed aan communicatie, gedrag en sociale vaardigheden. De medewerkers oefenen op dit gebied met acteurs. Vooral bij jongeren zie je dan ineens dat de oogkleppen afvallen en dat ze een veel bredere kijk op hun eigen sociale vaardigheden krijgen.” Hij vervolgt: “Een boorder die al vijftien jaar in het vak zit, hoef je natuurlijk niet meer echt te scholen op technische vaardigheden. Je kunt hem echter wel efficiënter of meer ergonomisch leren werken. Er komt bijvoorbeeld een fysiotherapeut die laat zien hoe je dit beroep zo goed mogelijk kunt uitoefenen zonder je lichaam te veel te belasten.” Fysiotherapeut op het werk Linda van Steekelenburg vertelt dat ook bij Vis Beheer het oefenen met acteurs op het programma staat. “In de wintermaanden gaan wij daarmee ook bij ons bedrijf aan de slag.” Het gedeelte van de fysiotherapie is binnen de Vis Groep al verankerd. “We werken al jaren samen met een fysiotherapeut. Het gevolg daarvan is dat oudere medewerkers jongeren vaak corrigeren als ze op de verkeerde manier bezig zijn.” Leermeesters aan de slag Beide bedrijven zijn erkend als leerbedrijf. Van Steekelenburg: “Omdat wij behoefte hadden aan jonge mensen zijn we erkend leerbedrijf geworden. We hebben nu vier leermeesters in dienst, die allemaal
de leermeestercursus hebben gevolgd. Het is inmiddels een enthousiaste groep mensen, die er echt wat van willen maken. In het begin was dat anders. Toen hadden ze best wat moeite met hun nieuwe positie.” Dikkerboom vult aan: “Het is ook lastig voor leermeesters. Eerst staan ze tussen een groep collega’s en als leermeester staan ze er - zo voelt dat - toch ineens een beetje boven. Dat heeft tijd nodig. Daar moet iedereen aan wennen.”
↑ Gert van Gelderen, Linda van Steekelenburg en Rob Dikkerboom.
Tijd en ruimte Coach Van Gelderen is van mening dat het voor bedrijven niet ophoudt met het aanstellen en laten scholen van leermeesters. “Het is belangrijk dat ze de tijd en ruimte krijgen om hun taak als leermeester te kunnen uitvoeren. Ze moeten het gevoel hebben dat de bedrijfsleiding achter hen staat; dan pas kunnen ze jongeren goed begeleiden.” Bewustwordingsproces Van Steekelenburg en Dikkerboom vertellen beiden dat het hele opleidingstraject vooral een bewustwordingsproces is voor de deelnemers. Van Steekelenburg: “Tijdens een cursusdag wordt er bijvoorbeeld in de busjes van de mensen gekeken. Wat heb je nu eigenlijk allemaal bij je? Hoe is je bus ingericht: is het netjes of is het een rommeltje. Weet je wat het kost als een boorder een dag op pad is voor het bedrijf? En hoe kostbaar het materiaal is dat je bij je hebt?” Dikkerboom: “Maar het is ook een bewustwordingsproces voor onszelf. Door het opleiden ben ik zelf meer in gesprek gegaan met mijn eigen mensen. Ze blijken met allerlei vraagstukken te zitten die we in kleine groepjes bespreken. Op die manier komen ook de wat stillere jongens tot hun recht. Daarnaast hebben onze mensen natuurlijk zelf allerlei ideeën over hoe dingen beter of efficiënter kunnen. En daar staan we graag voor open.” ←
FUNDAMENT - augustus 2012
23
Praktijk rubriek
Geen wajong of sociale werkvoorziening, maar een opleiding en een
Klink Nijland biedt jongeren t In één klap elf leerlingen in dienst nemen. Jongens die bovendien niet aan de slag komen bij een ander bedrijf. Infrabedrijf Klink Nijland uit Raalte deed het, vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid die ze voelde. En om ervoor te zorgen dat de sector over een paar jaar ook voldoende goed opgeleide vakmensen heeft. “We doen eigenlijk niets nieuws. Met dit project gieten we de oude wijn alleen maar in nieuwe zakken”, vindt directeur Roland Koerhuis.
24
FUNDAMENT - augustus 2012
“Een normaal schoolgebouw krijg je mij niet meer in. Ik vond het er verschrikkelijk. Maar dit is anders. We krijgen les bij het bedrijf en in de klas zitten allemaal jongens zoals ik.” Emiel van Zanten, nu 19, is op zijn 17e zonder diploma van school gegaan. Hij kon toen even aan de slag bij een hoveniersbedrijf. Maar na een tijdje thuis te hebben gezeten, moest hij begin dit jaar bij de sociale werkvoorziening - Sallcon in Deventer aan de slag. “Dat vond ik helemaal erg. Die mensen die daar werken … Toen ze na een week vroegen of dit iets voor me was, was ik dolblij.” Praktijkovereenkomst voor alle elf Vol goede moed en samen met tien leeftijdsgenoten begon Van Zanten in februari aan zijn leerbaan bij Klink Nijland. “De eerste drie maanden waren ze op proef”, vertelt coördinator Herman Kleine Koerkamp. “Als ze een uitkering hadden, dan behielden ze die.” “Sinds mei hebben we ze allemaal in dienst genomen.
← Emiel van Zanten heeft de sociale werkvoorziening ingeruild voor een leerbaan bij Klink Nijland. “We krijgen les bij het bedrijf en in de klas zitten allemaal jongens zoals ik.”
Mia Nijland Project BinQ is opgezet door Mia Nijland. Zij is orthopedagoog en is partner bij kennispraktijk Nijland & Kroes. Vanuit deze praktijk begeleidt Nijland kinderen en jongeren met specifieke zorg- en leervragen. Doel is om kinderen en jongeren zo goed mogelijk deel te laten nemen aan het dagelijkse leven en de arbeidsmarkt.
baan
weede kans Ze hebben een praktijkovereenkomst en kunnen hier dus in principe blijven werken tot ze hun diploma op niveau 2 hebben voor Opperman of Vakman gww”, benadrukt directeur Koerhuis. Toekomstperspectief Het is geen toeval dat de leerlingen bij het gww-bedrijf in Raalte terecht zijn gekomen. Mia Nijland, de zus van mede-eigenaar Herman Nijland, is de bedenker van het project. Als orthopedagoog komt zij veel in aanraking met jongeren die net buiten de boot vallen. “Gewoonlijk voeren we alleen gesprekken met deze jongeren. Dat helpt soms tijdelijk, maar dat geeft hen nog steeds geen toekomstperspectief.” Straatmakersdiploma Haar broer gaf gelijktijdig aan dat hij zich zorgen maakte over het toekomstige gebrek aan gekwalificeerde arbeidskrachten in zijn bedrijf. “Als je jongeren
een toekomst wilt bieden, moet je zorgen dat ze een kans hebben op de arbeidsmarkt. Wanneer je gelijktijdig ziet dat bepaalde sectoren het moeilijk hebben om goede werknemers te vinden, is die verbinding snel gemaakt”, merkte de orthopedagoog op. Met haar kennis - en de ervaring van haar broer - kwam ze tot het project BinQ. Uitgangspunt is dat jongeren hun vakdiploma halen. Leermeester en trajectcoach Net als bij andere erkend leerbedrijven, zijn het bij Klink Nijland leermeesters die de leerlingen het vak leren. Vanzelfsprekend hebben de leermeesters de leermeestercursus gevolgd, maar ze zijn niet speciaal geselecteerd op hun omgang met ‘moeilijke’ leerlingen. Het zijn leermeesters als alle andere, maar wel met veel ervaring. De meerwaarde van het project zit erin dat leertrajectcoaches extra begeleiding geven, op het juiste moment en op alle vlakken waar de leerling dat nodig heeft. “Het is maatwerk”, benadrukt Mia Nijland. “Een aantal deelnemers heeft een Wajong-uitkering, anderen zitten in de schuldsanering, worden begeleid door de jeugdzorg of werken bij de sociale werkvoorziening. Als deze jongeren zonder extra begeleiding een leerbaan krijgen, kunnen ze het vaak niet bolwerken. Bij het bedrijf weten ze niet altijd hoe ze
→
FUNDAMENT - augustus 2012
25
Praktijk
Financiering project BinQ Mia Nijland is momenteel aan het inventariseren hoe de extra begeleiding door leertrajectcoaches gefinancierd kan worden. “Er zijn potjes genoeg, maar omdat dit een nieuw concept is, kunnen we daar niet zomaar aanspraak op maken.” Wanneer dit project landelijk wordt uitgerold, zou er een verschuiving kunnen komen van gelden uit re-integratietrajecten of uit de sociale werkvoorziening. Volgens Roland Koerhuis hoeft het bedrijven niets extra’s te kosten. “De leerlingen draaien productie. Bovendien laat je zien dat je aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) doet. Dat kan extra opdrachten - dus extra inkomsten - opleveren.” Bedrijven die leerlingen in dienst nemen, kunnen sowieso een tegemoetkoming van de loonkosten krijgen, vanuit het O&O-fonds. Meer informatie staat op www.fundeon.nl/werkgever.
met de ondersteuningsvragen of de problemen van die jongeren moeten omgaan. Dan loopt het al gauw stuk.” Groepsdruk Behalve de extra begeleiding, is in project BinQ een veilige omgeving gecreëerd. Nijland: “Gewoonlijk wordt groepsdruk als iets negatiefs beschouwd. Wij maken het juist positief. Doordat de jongeren met gelijkgestemden in een groep zitten, zijn ze niet de uitzondering binnen het bedrijf. Iedereen heeft gesprekken met de leertrajectcoach.” Daarnaast vindt de gehele opleiding plaats bij Klink Nijland. Docent Raymond Kolkman van het Deltion College komt elke vrijdag naar het bedrijf om de leerlingen de vaktheorie, Nederlands en rekenen te onderwijzen. Hiervoor is in het bedrijfspand een leslokaal ingericht en in een loods van het bedrijf is een praktijkruimte gemaakt. Uit bed roepen Afgezien van de locatie doet docent Kolkman weinig aanpassingen richting de leerlingen van Klink Nijland. “Het is dezelfde opleiding die we ook op het Deltion geven. De praktijk is het uitgangspunt; ze maken
verslagen, doen opdrachten en beantwoorden theorievragen.” Alleen de eerste drie maanden waren bijzonder. “Je merkte toen dat deze groep over het algemeen niet gewend was om te leren. Ook is het voor een aantal leerlingen wennen om dagelijks op tijd aanwezig te zijn, dat je je niet zomaar ziek kunt melden of zonder het te laten weten, weg kunt blijven.” Directeur Koerhuis: “En dat ging niet altijd gemakkelijk. We hebben ook wel eens bij iemand thuis voor de deur gestaan. Dan merk je dat een leerling eerder op staat voor zijn werkgever dan voor zijn moeder.” De extra tijd en aandacht die alle partijen tot nu toe in de leerlingen hebben gestoken, lijken zich nu al uit te betalen. “Ze zijn gemotiveerd. De meesten zullen hun diploma wel halen”, verwacht Kleine Koerkamp. Tijdelijke krachten Als het aan alle betrokkenen ligt, krijgt het project BinQ gauw navolging bij andere bedrijven. In de bouw en infra en in andere sectoren. “Alle bedrijven zullen op termijn in deze doelgroep moeten investeren”, stelt Nijland. “Je hebt de arbeidskrachten nodig. Als maatschappij kun je deze groep niet links laten liggen, terwijl je wel tijdelijke krachten uit het buitenland haalt.” ←
Cao-afspraak voor honderd wajongers en wsw’ers Afgelopen voorjaar hebben werkgevers- en werknemerspartijen de cao Bouwnijverheid voor 2012 afgesloten. In deze cao staat onder meer dat zij voor het einde van dit jaar projecten opzetten waarmee honderd wajongers en wsw’ers in de bouwnijverheid aan het werk kunnen. Begeleiding en opleiding maken deel uit van deze projecten. Wajongers zijn jongeren die (deels) arbeidsongeschikt zijn. Wsw’ers werken bij de sociale werkvoorziening. Het project bij Klink Nijland kan als voorbeeld dienen om deze caoafspraak na te komen.
26
FUNDAMENT - augustus 2012
Project Boris en leermeester Harrie Op verzoek van het ministerie van OCW zijn de kenniscentra - waaronder Fundeon - in 2010 begonnen met het project Boris brengt je bij ’n baan. Doel van het project is om leerlingen vanuit het speciaal onderwijs aan een leerbaan te helpen. Binnen het project is ontdekt dat succes in grote mate afhangt van de deskundigheid van de begeleider op de werkplek, de leermeester. Gelijkertijd is CNV Jongeren begonnen met het project Ik ben Harrie. Dit project steekt erop in dat jongeren met een beperking een leerbaan krijgen, met begeleiding van een hiervoor bijgeschoolde leermeester: Harrie. Harrie staat voor Hulpvaardig, Alert, Rustig, Realistisch, Instruerend en Eerlijk. Beide projecten komen nu bij elkaar. Gekeken wordt of het profiel van Harrie in alle sectoren kan werken als profiel voor leermeesters die leerlingen met een beperking begeleiden. Daaruit volgend wordt ook gekeken hoe leermeesters bijgeschoold en gecertificeerd kunnen worden tot deze leermeester-plus. Net als in het project BinQ bij Klink Nijland krijgen de leerlingen begeleiding van externe coaches voor de ondersteunende vragen en problemen.
FUNDAMENT - augustus 2012
27
Actueel
Bevindingen eerste kwalificatiedossiers positief De Toetsingskamer van SBB (Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) heeft positief gereageerd op de eerste kwalificatiedossiers voor het schooljaar 2013-2014 die Fundeon heeft aangeleverd. Het ging hierbij om kwalifi catiedossiers Betonboorder en Betontimmerman.
i www.fundeon.nl/opleider/ kwalificatiestructuur
De Toetsingskamer heeft enkele opmerkingen gemaakt over de verhouding tussen kennis en vaardigheden en over de kritische beroepssituaties. Deze opmerkingen gaat Fundeon in de dossiers verwerken. Om de kwalificatiestructuur te versterken, heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) alle kenniscentra verzocht om de kwalificatiedossiers te herzien en te herschrijven volgens een nieuw format. Stand van zaken andere kwalificatie dossiers Drie andere kwalificatiedossiers heeft Fundeon inmiddels besproken - tijdens valideringsbijeenkomsten - met vertegenwoordigers uit het werkveld en het onderwijs. Het gaat hierbij om de dossiers Tegelzetter, Betonstaalverwerker en Steigerbouwer. Tegelzetter In het dossier Tegelzetter zijn er geen grote wijzigingen. Het dossier wordt wel op een aantal punten aangepast, zodat het dossier voldoet aan de werkwijze en eisen van de branche en aan het format van de minister. Betonstaalverwerker De kwalificaties Betonstaalknipper, -buiger of machineoperator en Allround betonstaalverwerker buigcentrale komen te vervallen. Voor deze opleidingen is de laatste
28
FUNDAMENT - augustus 2012
Overzicht validerings bijeenkomsten In opdracht van het ministerie van OCW herziet kenniscentrum Fundeon alle kwalificatiedossiers in de bouw en infra. Deze kwalificatiedossiers staan aan de basis van alle mbo-opleidingen. Voor 1 december moet Fundeon de herziene kwalificatiedossiers aanleveren bij SBB. De herziening doet Fundeon in nauwe samenspraak met het werkveld en het onderwijs. Hiervoor organiseert Fundeon valideringsbijeenkomsten. De volgende valideringsbijeenkomsten zijn op: › 5 september: kwalificatiedossiers infraberoepen (Straatmaker, Waterbouwer, Vakman asfalt en Vakman gww); › 6 september: Natuursteenbewerker; › 11 september: Dakdekker; › 3 oktober: Machinist; › 10 oktober: Sloper; › 11 oktober: Betonreparateur.
jaren geen instroom geweest en werkgevers kiezen er vaak voor om deze werknemers zelf binnen het bedrijf te scholen. Steigerbouwer Een aanpassing in het kwalificatiedossier Steigerbouwer is dat de richtlijn voor steigers is gewijzigd. Dit moet in het dossier prominent naar voren komen. Daarnaast krijgen de kwalificaties in het dossier andere namen. De kwalificaties Steigerbouwer en Allround steigerbouwer krijgen de naam Monteur steigerbouw en Eerste monteur steigerbouw. ←
Beroep in Beweging
“Zout vreet het beton kapot” Naam: Jose Pereira de Azevedo Leeftijd: 46 Beroep: Betonreparateur Bedrijf: Bouwbedrijf Salverda uit ’t Harde
i www.salverda.nl
“Toen ik 12 was, begon ik te werken bij het bouwbedrijf van mijn vader in Portugal. Ik begon onderop en leerde steeds meer. Daarna heb ik een paar jaar in het beton gewerkt. Eenmaal in Nederland ben ik daarin verder gegaan. Het is echt een beroep om van te houden.” Trots “Ik heb eerst de opleidingen Betonreparateur niveau 1 en 2 gedaan. Vorig jaar heb ik ook mijn diploma Betonreparateur niveau 3 gehaald. Die opleidingen vind ik belangrijk; daar ga ik voor en ik ben er trots op als ik
“Mensen zijn veel mondiger dan een aantal jaren geleden” mijn diploma haal. Door die opleidingen blijf ik goed op de hoogte van ontwikkelingen. Ik merk dat het werk inhoudelijk de laatste jaren niet heel erg is veranderd.
Hoewel we volgens mij wel meer werk aan de wegen hebben door het toenemende verkeer en het vele zout strooien. Zout vreet immers het beton kapot. Wat wel erg is veranderd, zijn de materialen waarmee we werken. Die worden steeds beter.” Communicatie “Ook merk ik dat de communicatie met klanten verandert. Mensen zijn veel mondiger dan een aantal jaren geleden. Zeker als ik bij mensen thuis kom, bijvoorbeeld voor de behandeling van de gevel of een balkonreparatie, is goed contact belangrijk. Goede communicatie zorgt ervoor dat de klanten meer tevreden zijn en ik kan mijn werk beter doen.” ←
FUNDAMENT - augustus 2012
29
Service rubriek
Fundeon op Facebook
Nieuwe brochures
Benieuwd wie er bij Fundeon werken en wat ze daar doen? Ga dan naar de facebook pagina van Fundeon: www.facebook.com/ fundeon. Diverse medewerkers vertellen in een video of een fotoalbum wat voor werk zij doen. Hun bijdragen geven bovendien een goed beeld van wat Fundeon voor werkgevers, werknemers en opleiders in de bouw en infra kan betekenen. Wanneer uzelf een Facebook-account heeft en de pagina liked, ziet u nieuwe filmpjes en fotoalbums automatisch in uw tijdlijn verschijnen.
De afgelopen maanden heeft Fundeon drie nieuwe brochures uitgegeven. Deze brochures zijn verkrijgbaar via de adviseurs van Fundeon en te downloaden van de website: www.fundeon.nl/ overfundeon/folders-en-brochures.
Nieuw leermiddelenpakket Opperman en Straatmaker Om te komen tot een goed en eenduidig leermiddelenpakket heeft een werkgroep van docenten van uitvoerende roc’s de bestaande leermiddelen voor de opleidingen Opperman bestratingen en Straatmaker bekeken. Voor de opleiding Opperman bestratingen heeft dit geleid tot een pakket van drie boeken met vakkennis en verwerkingsvragen. Voor de opleiding Straatmaker wordt dit pakket uitgebreid met een extra boek met technische
vakkennis en vaardigheden. Aanvullend maakt Fundeon voor de opleiding Straatmaker een map met verwerkingsvragen. De docenten uit de werkgroep zijn ervan overtuigd dat zij met dit pakket van – grotendeels - reeds bestaande middelen een compleet en goed leermiddelenpakket hebben waarmee ze de leerlingen uitstekend kunnen opleiden. Het nieuwe pakket is opgenomen in het productenoverzicht dat is te vinden op de website van Fundeon.
Fundeon genomineerd als beste werkgever Fundeon dingt mee naar de onderscheiding Beste Werkgever 2012. De nominatie voor deze prijs van VNU Media en Effectory dankt Fundeon aan de uitkomsten van een recent gehouden medewerkerstevredenheidsonderzoek. De prijsuitreiking is op 9 oktober 2012. Effectory (Amsterdam) is een gerenommeerd specialist op het gebied van medewerkers- en klanttevredenheidsonderzoek. Samen met VNU Media organiseert Effectory jaarlijks de verkiezing Beste Werkgever. De volledige lijst van genomineerden is te vinden op www.beste-werkgevers.nl.
Nieuwe lesmethodes uitgeleverd De vijftien roc’s die dit schooljaar beginnen met de nieuwe lesmethodes van Fundeon, hebben de lesmaterialen en examineringsproducten ontvangen. De lesmethode bestaat onder meer uit de digitale leeromgeving Bouwinfranet, een opdrachtenmap en een trajectmap. Deze nieuwe lesmethode is voorlopig alleen beschikbaar voor de opleidingen Assistent bouw en infra, Vakman gww, Allround vakman gww en Kaderfunctionaris uitvoering bouw en infra. Momenteel werkt Fundeon aan de nieuwe lesmethodes voor de opleidingen Allround timmerman en Tegelzetter.
30
FUNDAMENT - augustus 2012
Kwaliteitsborging examinering In deze brochure voor roc’s staat hoe Fundeon de kwaliteit van de examineringsproducten en examineringsdiensten borgt.
Zekerheid en kwaliteit
Kwaliteitsborg Voor mbo-ople
ing examinerin
idingen in de
g
bouw en infra
Leerling in dienst Deze aangepaste folder legt uit hoe en wanneer werkgevers tegemoetkomingen uit de sector krijgen ten behoeve van de loonkosten van leerlingen. De lesmethodes van Fundeon Lees in deze brochure hoe de nieuwe lesmethodes van Fundeon zijn samengesteld en wat de visie hierachter is.
Digitale trajectmap kaderfunctionaris Voor de opleiding Kaderfunctionaris uitvoering bouw en infra is een digitale trajectmap beschikbaar. Met de digitale trajectmap kunnen leerling, leermeester en docent online en overal de voortgang van de leerling volgen. De leerling maakt in de digitale trajectmap zijn bpvplan (wat hij tijdens zijn beroepspraktijkvorming wil leren en doen), registreert zijn uren en voegt bewijslast en reflectieverslagen toe. Bovendien kan de leerling zijn bpv-plan meteen koppelen aan een werkproces - beoordelingseenheid - en aangeven op welk niveau hij zijn werkzaamheden gaat uitvoeren.
Agenda
Uitgelicht
20 en 21 september 2012
Regionale Bouw kampioenschappen Regio Noordoost: Deltion College te Zwolle Regio West: Stichting Haagbouw in Den Haag Regio Zuid: Born Bouwopleidingsbedrijf Nijmegen www.fundeon.nl
27 september 2012
Fundeon Diner Studio Cé, Almere www.fundeon.nl
Fundeon diner Dit jaar vult Fundeon de relatiedag anders in dan voorgaande jaren. Op donderdag 27 september organiseert Fundeon het Fundeon Diner in Studio Cé in Almere. Centraal staat het thema Opleiden voor de toekomst. Onderwerpen die aan bod komen: hoe werkt het brein bij jongeren en ouderen; hoe zorgen we voor voldoende de instroom binnen de bouw- en infrasector; wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van digitale lesmethodes; hoe ziet de werknemer van de toekomst eruit; hoe zorg je voor optimale inzetbaarheid van mensen (employability); welke nieuwe opleidingsvormen worden er ontwikkeld en wat zijn innovaties binnen de sector die gevolgen hebben voor het opleiden van de toekomst? Daarnaast is er aandacht voor de ontwikkelingen bij Fundeon en reikt Fundeon de Onderwijsprijzen Bouw & Infra uit aan de Beste Leerbedrijven, de Beste Leerlingbouwplaats en de Beste Leermeester. Het belooft een gevarieerd programma te worden. De presentatie is in handen van Harm Edens. De toegang is dit jaar uitsluitend op uitnodiging.
27 september 2012
Uitreiking Fundeon Onderwijsprijzen Studio Cé, Almere www.fundeon.nl 9 oktober 2012
Beste werkgever van Nederland (Fundeon is genomineerd) www.beste-werkgevers.nl 12 t/m 15 november 2012
Nederlandse Bouw kampioenschappen SBRA Amersfoort www.fundeon.nl
Colofon Blijf op de hoogte Dagelijks weten wat er speelt rondom het opleiden en ontwikkelen van personeel in de bouw en infra? Kijk dan op www. fundeon.nl of volg Fundeon op Twitter, LinkedIn of Facebook. Via digitale nieuwsbrieven stuurt Fundeon bovendien per doelgroep met regelmaat het belangrijkste nieuws toe. Aanmelden voor de digitale nieuwsbrieven kan via www.fundeon.nl.
Fundament is het magazine over het beroepsonderwijs en werken en leren in de bouw, infra en gespecialiseerde aannemerij. Zes keer per jaar wordt dit blad gratis toegestuurd aan bedrijven in de bouwsector, onderwijsinstellingen en andere relaties van kenniscentrum Fundeon. In elke uitgave is ruimte voor nieuws, informatie, achtergronden en opinie. Uitgever Fundeon, kenniscentrum voor de bouw en infra
Vormgeving V1 Communicatie, Ermelo
Hoofdredactie Jolanda de Vries, afdeling communicatie Fundeon
[email protected]
Druk Senefelder Misset
Aan deze uitgave werkten mee Linda Blaakmeer, Brigitte Bloem, Erik Huijsman, Tessa Klooster, Janneke Leenders en Wilma Schuitemaker. Fotografie
Abonnementen Adreswijzigingen doorgeven, een abonnement aanvragen of stopzetten kan via: Fundeon, afdeling communicatie
[email protected] (0341) 499 315
Beeldredaktie
FUNDAMENT - augustus 2012
31
Centraal kantoor
Regiokantoor Zuid
Postbus 440 3840 AK Harderwijk Ceintuurbaan 2 3847 LG Harderwijk T (0341) 499 499 F (0341) 499 999 E
[email protected]
Postbus 455 5700 AL Helmond Panovenweg 29A 5708 HR Helmond T (0492) 507 107 F (0492) 553 520 E
[email protected]
Regiokantoor Noordoost
Regiokantoor West
Postbus 30150 8003 CD Zwolle Burgemeester Roelenweg 12 8021 EV Zwolle T (038) 426 83 68 F (038) 423 13 91 E
[email protected]
Korenmolenlaan 1G 3447 GG Woerden T (0348) 490 234 F (0348) 430 540 E
[email protected]
Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 378 E
[email protected] I www.loopbaantrajectbouw.nl
Postbus 440 3840 AK Harderwijk T (0341) 499 211 E
[email protected] I www.evc-centra.nl
www.fundeon.nl
Leerling-metselaar Dion Hagens werkt voor Van Agtmaal aan de sportkantine van voetbalvereniging Victoria in Oudenbosch.
Fundeon is het kennis- en adviescentrum voor het opleiden en ontwikkelen van werknemers in de bouw en infra. Vanuit drie regio’s adviseren adviseurs opleidingsbeleid bedrijven en onderwijsinstellingen over het werven, scholen, ontwikkelen en behouden van werknemers. De zelfstandige onderdelen van Fundeon, het Loopbaantraject Bouw & Infra en de EVC-centra Bouw & Infra, adviseren werknemers over loopbaanontwikkeling en diplomering in de bouw- en infrasector.