DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw Vergelijking van de efficiëntie van fungiciden tegen valse meeldauw in groene erwt - eigen onderzoek
1
Efficiëntie van middelen tegen valse meeldauw
1.1
Doel
Valse meeldauw (Peronospora viciae) kan bij een zware aantasting ook de peulen aantasten; dit kan leiden tot grote economische schade in de erwtenteelt. Diverse cultivars zijn duidelijk minder gevoelig en bepaalde zelfs helemaal resistent. Tegen de primaire infectie via de bodem kan men gebruik maken van behandeld zaaizaad, maar dit biedt slechts korte tijd bescherming. Ondertussen zijn er ook al enkele middelen erkend ter bestrijding van de secundaire infecties, maar er is nu vooral een vraag vanuit de markt naar erkenning van middelen zonder mancozeb. In deze proef werden enkele middelen getest, al dan niet met toevoeging van een hulpstof (uitvloeier of olie). Proefbedrijf: Johny Haghedooren, 8908 Vlamertinge 1.2
Bodemkarakteristieken
Bouwvoor Voorvrucht
zandleem spinazie
Scheikundige analyse Inagro pH (KCl) 6,4 koolstof (%) 1,4
hoog normaal
(*) In mg per 100 gram luchtdroge grond.
Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - 051 27 33 02
1/4 TOLALG14DOE_FU06
1.3
Proefopzet
Volgende 6 objecten werden vergeleken. Tabel 1: Overzicht van de aangelegde objecten Nr.
Object productnaam
Werkzame stof + concentratie
dosis/ha formulering
1
onbehandeld
-
-
2
Acrobat Extra
2 kg
WG
dimethomorf 7,5%+mancozeb 66,7%
Trend 90
0,4 l
SL
900g/l isodecyl-alcohol ethoxylaat
0,4 l
SL
900g/l isodecyl-alcohol ethoxylaat
0,4 l
SL
900g/l isodecyl-alcohol ethoxylaat
0,4 l
SL
900g/l isodecyl-alcohol ethoxylaat
3
-
Proefmiddel 1 + olie
4
Proefmiddel 2 Trend 90
5
Proefmiddel 3 Trend 90
6
Proefmiddel 4 Trend 90
De oppervlakte per veldje bedroeg 24 m² bruto (netto 12 m²); er waren 4 parallellen.
1.4
Teeltverloop
Zaaien:
datum: 15 april zaaidichtheid: 100 zaden/m² rijafstand: 20 cm
Ras: Bemesting: Ploegen: Oogst:
Design (Agro Seed), niet ontsmet zaad van 2011 10 april: 17 ton/ha varkensdrijfmest 14 april 2 juli
Tabel 2: Gewasbescherming (werkzame stof + handelsproduct)
Onkruidbestrijding
Datum
Werkzame stof
Handelsproduct per ha
15/4
pendimethalin + clomazon
2 l Stomp Aqua + 0,15 l Centium 36 CS
18/5
bentazon + MCBP
1 kg Basagran + 1,5 l Butizyl
Insectenbestrijding
geen
Ziektebestrijding
geen
Deze proef werd preventief behandeld op 16 mei. Nadien werd nog tweemaal behandeld op 28 mei en 12 juni omdat de aantasting van valse meeldauw snel uitbreidde op dit perceel. Er werd telkens behandeld met een spuitoplossing van 500 l water/ha. Het % geïnfecteerd bladoppervlak per plant werd geschat en dit voor 20 tot 25 planten per plot op 14 & 23 mei en op 2 & 23 juni. Bij de oogst, op 2 juli, werden de peulen ingedeeld in twee klassen; aangetast door valse meeldauw en niet aangetast. De aangetaste peulen werden nadien nog onderverdeeld in twee klassen, enkel uitwendige aantasting (peul is nog dik en de erwten zijn niet aangetast) en inwendig aangetaste peulen (platte peulen, peulen met ontbrekende, beschimmelde of verschrompelde erwten). De peulen die inwendig zijn aangetast zorgen voor een opbrengstverlies (niet bepaald in deze proeven).
Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - 051 27 33 02
2/4 TOLALG14DOE_FU06
Het klimatologisch kader
Average temperature (°C)
Rainfall (mm)
Average temperature (°C)
25
20
20
15
15 10
10 5
5
0
Rainfall (mm)
1.5
0
Figuur 1. Gemiddelde temperatuur en neerslag in Poperinge (Mety).
Temperaturen waren laag en het was nat tijdens deze eerste periode van dit groeiseizoen, maar de omstandigheden waren niet ongunstig voor het gewas. De tweede helft van het seizoen was het nog steeds nat, maar de temperatuur was iets hoger. Tijdens de peulvorming was het droog, maar de peulen ontwikkelden normaal. Tabel 3: Overzicht van de klimatologische omstandigheden voor, tijdens en na de behandeling Data
27/05/2013
11/06/2013
17/06/2013
behandeling A
behandeling B
behandeling C
9:20 – 10:30
9:45 – 10:50
10:00 – 11:15
Luchttemperatuur (°C)
17 – 18
15
20 – 22
Temperatuur op de bodem (°C)
13 – 18
14
26 - 22
Temperatuur 5 cm in de bodem (°C)
12 – 17
15
21 - 22
Relatieve vochtigheid (%)
59 – 45
73
78 – 55
10
100
0
0–1
1
0
E
W
/
Droogte gewas
droog
vochtig
vochtig
Droogte bodem
droog
nat
nat
Start - eind tijdstip Omschrijving
Bewolkingsgraad (%) Windsnelheid (m/s) Windrichting
Beoordeling
gunstig
gunstig
gunstig
Aantal uren droog voor de behandeling
>10
>10
>10
Aantal uren droog na de behandeling
>10
>10
>10
1.6
Resultaten
Zie tabellen.
Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - 051 27 33 02
3/4 TOLALG14DOE_FU06
Tabel 4: Effectiviteit Nr. Behandeling 1
onbehandeld
2
Acrobat extra + Trend 90
3
Proefmiddel 1 + olie
4
Proefmiddel 2 + Trend 90
5
Proefmiddel 3 + Trend 90
6
Proefmiddel 4 + Trend 90
% aangetast bladoppervlak/plant
% aangetaste planten
Dosis l of kg/ha
16/mei
23/mei
-
0,0
0,0
3,1
2 + 0,4
0,0
0,0
1,0
0,0
0,0
2,1
2,2
89
93
(1)
(1)
(1)
(1)
Gemiddelde K.W.V. P 0,05
2/jun
V.C. (%)
11,8
P-waarde
0,000
23/jun
a
2,8 c
1,6
a c
10,7 Z.S.
0,007
2/jun
23/jun
99
ab
96
a
73
c
87
a
14 Z.S.
12
0,003
Z.S.
0,281
N.S.
(1) Duncantoets na transformatie arcsin √x
Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - 051 27 33 02
4/4
TOLALG14DOE_FU06
Tabel 5: Effectiviteit bij oogst Nr. Behandeling 1
onbehandeld
2
Acrobat extra + Trend 90
3
Proefmiddel 1 + olie
4
Proefmiddel 2 + Trend 90
5
Proefmiddel 3 + Trend 90
6
Proefmiddel 4 + Trend 90
Gemiddelde K.W.V. P 0,05
Dosis l of kg/ha
Infectie klasse plant (2)
% peulen bij oogst (2 juli) Aantastingsgraad plant (5)
gezond normaal
te klein
totaal
-
1,8
a
58
a
40
bc
1
a
41
2 + 0,4
1,3
b
43
b
72
a
1
a
73
bcd a
aangetast 59
abc
27
d
aangetast (inwendig) (4) 17 a 9
b
Aantal peulen/25 planten aantal a
100
130
a
108
1,4
47
45
1
46
54
15
125
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
V.C. (%)
21,0
5
11
27
9
9
15
2
P-waarde
0,000
(1) (2) (3) (4)
Z.S.
0,000
Z.S.
0,000
Z.S.
0,979
N.S.
0,000
Z.S.
0,005
Z.S.
0,040
S.
%
120
0,567 N.S.
Duncantoets na transformatie arcsin √x Infectie klasse volledige plant (berekend al het gemiddelde van alle scores per plot) Aantastingsgraad volledige plant, berekend als (% Cl 0*0)+(% Cl 1*1)+(% Cl 2*2)+(% Cl 3*3)/3 niet marktbaar
Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - 051 27 33 02
5/4
TOLALG14DOE_FU06
104
1.7
Voornaamste bevindingen
1.7.1
Effectiviteit
De eerste behandeling werd preventief uitgevoerd twee weken na de opkomst, op mei 16. Op 2 juni werden de eerste duidelijke symptomen van valse meeldauw waargenomen op dit perceel, dit was kort na de tweede toepassing. Bijna alle planten in alle percelen waren aangetast, hoewel slechts een laag % bladoppervlak geïnfecteerd was. Het % aangetast bladoppervlak (gemiddelde van alle bladeren per plant) werd beoordeeld op 20 tot 25 planten per plot. De werking was het laagst in de onbehandelde plots en dit was significant niet verschillend van twee proefmiddelen. De hoogste werkzaamheid werd waargenomen na behandeling met de referentie Acrobat Extra + Trend 90 en na behandeling met een van de proefmiddelen. Een derde behandeling werd uitgevoerd op 12 juni. Op 23 juni was de infectiedruk van valse meeldauw licht gedaald in de onbehandelde (warm en droog weer), maar het werkingspatroon was nog min of meer hetzelfde als op 2 juni. Er werden echter geen verschillen meer waargenomen in % geïnfecteerde planten aangezien op dit moment bijna alle planten aangetast waren. Bij de oogst werden 20 planten (stam, bladeren en peulen) beoordeeld met een score van 0 (geen infectie) tot 3 (ernstige infectie). Met deze waarden kon dan de infectieklasse en de aantastingsgraad per plot worden berekend. Er werden geen verschillen tussen de behandelingen waargenomen, enkel met de onbehandelde, deze had de laagste werking. De peulen van deze 20 planten werden ook beoordeeld in drie verschillende infectie klassen: gezonde peulen (geen infectie, normale grootte of te klein), uitwendig aangetaste peulen en peulen met inwendige infectie. Enkel de peulen die tot deze laatste klasse behoorden waren niet marktbaar (platte peulen, geen erwten of geïnfecteerde erwten). Infectie was zeer zwaar op de peulen, met 59% geïnfecteerde peulen in de onbehandelde (Design is gekend als een extreem gevoelige cultivar voor valse meeldauw infectie, met zware infectie op de peulen). De resultaten van deze beoordelingen waren in overeenstemming met die tijdens het groeiseizoen. De behandelingen met de twee proefmiddelen die slecht scoorden op het blad hadden tevens hier de hoogste % geïnfecteerde peulen, hoewel dit niet significant verschillend was van de onbehandelde. In deze proef was enkel de standaard Acrobat Extra + Trend 90 significant verschillend van de onbehandelde. Er waren geen significante verschillen tussen het aantal peulen per plant. 1.7.2
Opbrengst
Gezien het kwalitatieve karakter van de proef werden geen opbrengstbepalingen uitgevoerd. 1.8
Besluit
In dit perceel was er een hevige valse meeldauw infectie op de bladeren, bijna alle planten in alle plots waren aangetast hoewel het % aangetast bladoppervlak vrij laag was. De aantasting was zeer hevig op de peulen, met 59% aangetaste peulen in de onbehandelde plots. In deze proef was de werking het laagst in de onbehandelde, maar ook enkele proefmiddelen scoorden ondermaats. De hoogste werking werd waargenomen na behandeling met Acrobat Extra + Trend 90. Twee van de vier geteste proefmiddelen hadden een aanvaardbare werking.
Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke - 051 27 33 02
6/4 TOLALG14DOE_FU06