Historische wandeling
door Stekene. Gezinsbondhappening 2 oktober 2011 Gemaakt door Luc De Brant. Bronnen. Stekene en zijne kerk. Frantz Annaert. 1898 drukerij Siffer Gent. Tijdschrift d’Euzie van de Heemkring Stekene; verschillende auteurs. Luc Tirez, Jackie Thiron, Guy De Brant, John Buyse, Luc Dullaert, Luc De Brant, Boudewijn d’Hondt, Herman Heyse, Ivo Dewulf, Arthur Massé, Bart De Bruyne en Jan De Bruyne. “Bouwen door de eeuwen heen.” Provincie Oost-Vlaanderen. Brochure “Open munumenten dag 2002. Luc Tirez. Copywrite. Niets uit deze uitgave mag worden gepubliceerd zondertoestemming van de auteur.
Inleiding. Een belangrijk deel van het Stekens verleden is nog duidelijk herkenbaar aanwezig in de straten van het dorp. Een verleden dat afwisselend hoogten en dieptepunten kende, maar volgens sommige geschriften ook vredige en paradijselijke tijden heeft gekend, nooit echter, zonder de aflatende noeste arbeid te verrichten. “Luiheid is het oorkussen van de duivel.” We verlaten de broedersschool,komen in de Nieuwstraat en gaan naar rechts. Nieuwstraat. Deze straat is allang niet nieuw meer. Het is kenmerkend, dat de Nieuwstraat, ook in andere steden en dorpen,behoort tot de oudste straten van een gemeente. De duurste straat in ons land, is de Nieuwstraat in Brussel. Deze, in Stekene, is de kortste weg naar Kemzeke. Even verder in de Nieuwstraat, kwamen de Broeders in 1877 een school stichten, en kochten daarvoor het woonhuis en de werkplaatsen van de Brouwer Martens. Aan de overkant van de Broeders werd een tapijtweverij gesticht door de familie Van Eerdenburg die jarenlang een belangrijke werkgever was in de gemeente. We blijven even op het kruispunt van de Nieuwstraat en de Polenlaan staan en zien... Oosteinde verderop het kruispunt van de Polenlaan, de Potaarde, en het Oosteindeken. Potaarde spreekt voor zich, klei om potten te bakken. Oosteinde, ook, het einde van het dorp in het Oosten. De naam wordt gegeven als men op het marktplein staat. Tijdens de bevrijding van WO II werd een huis getroffen op dit kruispunt, dat volledig vernield werd en waarbij verschillende doden vielen. Hetzelfde kruispunt kende ook een drama in WO I. De binnentrekkende Duitse legers herkenden drie Belgische soldaten in burgerkleren, en deze werden ter plaatse met de kogel terecht gesteld. Zij werden immers verdacht van spionage . Park. Wij wenden onze steven en wandelen het park in, dit park behoorde bij de woning van brouwer “De Bock”. In het park staat nog een prieeltje om op zondagnamiddag of op een hete zomerse dag thee te drinken. Door de vele vandalenstreken werd het prieeltje afgesloten toen dit park openbaar werd. Dit geeft ons duidelijk een tijdsbeeld. Links van het prieeltje, ligt het geboortebos, nu nog steeds een open vlakte. Op initiatief van de ‘Gezinsbond’ wordt er ieder jaar een boom geplant ter ere van de kinderen die in dat jaar geboren werden. In vroeger eeuwen, deden ouders dit voor ieder kind dat geboren werd, en als ze huwden konden ze die boom dan verkopen, of gebruiken om een woning te bouwen. Kerkhof. We wandelen het park door en volgen de wegel noordwaarts, waar we het bos verlaten, en in een open grasveld komen met daarachter het kerkhof. Dit kerkhof is aangelegd in 1894. Ook dit kerkhof bezit nog heel wat monumenten. Ieder graf is een verhaal, een levensverhaal, met mooie en minder mooie gebeurtenissen.
Wandel van hieruit naar het rusthuis Zoetenaard. Op onze linker kant zien we de werkzaamheden voor de aanleg van de nieuwbouw voor zelfstandig wonen (bejaarden, minder validen). Kerkstraat. Loop verder naar de Kerkstraat. De verharding of kassei in de Kerkstraat is pas in 1866 aangelegd, bij de aanleg van de straat naar de Koewacht. Pas in de loop van de 20 ste eeuw is straat volgebouwd. Ongeveer op de plaats waar we nu op de straat komen gebeurde in 1943 een drama. Terwijl arbeiders in opdracht van de vreemde bezetter de klokken weghaalden uit de toren van de kerk, ontstond er tumult. Een soldaat loste een kogel aan de ingang van de kerk, en die trof op deze plaats een visleurder dodelijk. Op de wagen zat een kindje van drie jaar hulpeloos te wenen. Rechtover het rusthuis, staat de jongensschool. Alhoewel, het een vrije gemengde school is sinds 2000. Dit gebouw was (1860) de oude gemeenteschool (in de volksmond bij Pilaat). Die opgedoekt werd in 1960. Dit was vooral het gevolg van de oprichting van een Rijksschool verderop in de straat. We wandelen verder in de richting van het centrum. Oud rusthuis. Naast Zoetenaard, staat het oude rusthuis, waar nu sociale woningen ondergebracht zijn en kunstacademie. Voor de ingang ligt een klok, die uit de toren komt van de kapel, die op haar beurt weer omgevormd is tot een kinderopvang. Het vroegere rusthuis kwam op de plaats van een hospitaal dat in de vorige eeuw voorgoed werd gesloten en afgebroken. Niet op deze plaats, maar het is bekend dat Stekene reeds in 1285 in het bezit was van een hospitaal. Aan de overkant van de straat zien we ook een café “Schuttershof”. Dit is zo reeds enkele eeuwen. En op de terreinen naast de meisjesschool, was een schiet en oefenbaan, zowel voor boog en pijl, als voor de geweren. Lopen we verder naar de markt toe, dan zien we op onze rechter kant de Sparrenhofdreef. Lange tijd een kerkwegel, bokkedreef genoemd. Klooster Op onze linker kant het klooster met de kapel. Deze zusters kwamen naar Stekene in 1860 om onderwijs te organiseren voor meisjes. Binnenkort verlaten de zusters Stekene, en zullen er al die tijd een 160 zusters hebben verbleven. Oude kerkhof Naast het klooster ligt het oude kerkhof. De hof van de kerk, die gebruikt werd om ook de doden te begraven. Het is vooral door het Christendom dat het omgaan met onze doden sterk heeft doen veranderen. In plaats van ver weg buiten het dorp, werden de doden binnen het erf begraven. Aanvankelijk in de kerk, later eromheen. In 1894 werd het nieuwe kerkhof aangelegd en het oude ‘hier’ zoveel als mogelijk ontruimd, de knekels verhuisden naar het nieuwe kerkhof. Tijdens de ontruiming, zo verteld de volksmond, werden de beenderen gevonden van een reus. Kerk We staan nu voor de ingang van de kerk. Rechts van de poort hangt een bruin plaatje,
overal in Europa de kleur voor toeristische bezienswaardigheid met daarop de belangrijkste kenmerken vermeld. Links van de poort op 1 meter hoogte, zit een grote zwarte nagel. Dit is een geodetisch punt, dat werd aangebracht door het NGI, of nationaal geologisch instituut. Iedere gemeente heeft zo verschillende meetpunten die gebruikt worden als referentie voor kaarten, landmeters en GPS. Dit punt noemt HE38 en is precies 11,314 m boven de zeespiegel. Helemaal op het einde van de kerstraat, is een gelijkaardig punt dat zich precies 5,5 m boven de zeespiegel bevindt. Dat bewijst dat de dakgoot van een huis op het eind van de kerkstraat even hoog is als de dorpel van de kerk. Boven op de spits van de toren zien we een gelijkaardig meetpunt, en dat noemt men een planemetrisch meetpunt. De bol onder de haan, is precies 50,95 m boven de zeespiegel. Als we dit vergelijken met het vorige cijfer, kunnen we besluiten dat de koperen bol zich ongeveer 40 meter boven de begane grond bevindt. Recht over de kerk was eertijds brouwerij 'De arend' van de familie De Vogelaere. Een deel van de gebouwen liggen achter de huizen. Schandpaal. Ga verder tot bij de schandpaal. Wij hebben dit al eerder vernoemd. De oorspronkelijke plaats van deze schandpaal was aan de voorgevel van het oude gemeentehuis waar nu de Stadionstraat begint. In het verleden gebruikte men verschillende manieren om te straffen. De veroordeelde werd al naargelang het misdrijf 1 tot meerdere uren tentoon gesteld. In een dorp ging dit gepaard met de bijhorende belangstelling van de inwoners, en dat kon dan nog gepaard gaan met allerlei beschimpingen. Men kenden nog andere straffen, zoal een lange tong rond de hals, als men schuldig was aan kwaadspreken. Ezelsoren wegens ongehoorzaamheid en zitten op een houten bok en dergelijke meer. Dramatische anekdote: Op de plaats, waar nu de schandpaal staat, stond eertijds de herberg “St Huybrecht”. Een eerste drama speelde zich af tijdens het feest van de Brabantse omwenteling in 1791. Bij valavond, werden door de revolutionairen verschillende vreugde schoten afgevuurd. Eén van hen 'Smet' plaatste zijn fusik tegen de borst van Marcelis Baert. Hij vroeg om pannepoeder, om nog een lading te kunnen afschieten, toen Marcelis weigerde, trok Smet de haan over van zijn fusik, waarvan hij dacht dat er alleen een losse flodder in zat. De vuurslag knalde en spleet de borst open van Marcelis, die op deze plaats doodbloedde. Het was een domper op het feest. Enkele jaren later 1798, werd de dochter van de waard, een 16 jarig meisje, door franse soldaten doodgeschoten. Dit tijdens de boerenkrijg, op 26 oktober. De brigands kwamen van Terneuzen en werden verast door de Fransen. Achter ons, naast de kerk zien we een fontein, die in 1998 geplaatst werd, ook al om de boerenkrijg te herdenken. Rechts, zien we de al even oude herberg 'De anker'. Hier steken we de straat over op het zebrapad, gaan langs de rechter kant richting Moerbeke. Oorlogsmonument. Hier zien we het oorlogsmonument, ter nagedachtenis van de slachtoffers uit beide wereld oorlogen. Dit monument werd opgericht in 1920, en stond eertijds op het oude kerkhof naast de kerk. Niet alle slachtoffers worden er op vermeld, en dat is wel spijtig. Na WO II,
werden er een aantal aan toegevoegd. Gemeentehuis. Van hieruit hebben we een mooi zicht op het gemeentehuis van Stekene dat omstreeks 1880 gebouwd in Vlaamse neogotiek. Dit ter vervanging van het oude dat werd afgebroken om de Stadionstraat aan te leggen. In het Belfort hangt een beiaard die 50 jaar geleden werd ingeluid. Vredesmonument. Waar de twee rijbanen samenkomen staat naast het zebrapad een vredesmonument. In de volksmond kreeg het een andere naam. Het is tot hier dat eigenlijk het marktplein uit liep. Stekene bezit de oudste wekelijkse markt van het Waasland, en het is in die vroegere eeuwen dat de kramen van elkaar gescheiden werden, volgens de verkochte waar. Zo was er sprake van graanmarkt, eiermarkt, vismarkt, vleesmarkt, lijnwaadmarkt, botermarkt enz. We vervolgen onze weg de dorpsstraat in. Dorpstraat 19-23. Een historisch pand waarvan tweederden verbouwd is, maar nog steeds bij elkaar horen. Voor al het rechtse gedeelte toont het best aan hoe het er heeft uitgezien. Het hele gebouw was echter een enkel woning, bewoont door de hoofdbaljuw van het ‘Land van Waas’. Dorpstraat 29 Een woning uit het begin van de 19 de eeuw. Huize ‘De Ro’ verwijzend naar de vorige eigenaar dr. De Ro. De ingangspoort is nog steeds versierd met kunstig stukwerk, dat leidt naar een mooi koetshuis, waar nu de dokterspraktijk is. In de scheidingsmuur met de woning aan de linker zijde werden merkwaardige stenen en wapenschilden aangetroffen. In de 19de eeuw, en begin 20ste eeuw werd dit huis bewoond door notaris Van Winckel. Anekdote: Toen de notaris ooit een partij hooi (op het land) openbaar moest verkopen, stond het hele gezelschap in een boot op de vaart. Door het gekwikkel begon het bootje te wiebelen en werd het hele gezelschap in de vaart gekieperd. (1909) Dorpstraat 37. Brouwerij Thuysbaert, tot de jaren 1950 werd hier bier gebrouwen. Het huis zelf dateert van de belle epoque. Dorpstraat 46. ‘De Vier Jaargetijden.’ Woning uit de ‘belle epoque’. Gebouwd door de brouwersfamilie Vijdt. Het dak is voorzien van een mansarde, met daarin drie osseogen ‘oeil de boeufs’. Sinds de jaren dertig bewoond door Victor Leemans. Geboren 1901, onderwijzer die tijdens zijn loopbaan doctoreerde aan verschillende universiteiten. In Stekene stichte hij het Davidsfonds. Tijdens WO II werd hij aangesteld tot secretaris-generaal van Economische zaken. In tal van tussenkomsten kon hij vele dorpelingen van deportatie redden. Na de oorlog werd zijn huis bestormd en zijn familieleden tot bloedens toe geslagen door de zogenaamde weerstand. Het gerecht heeft nergens een spoor van collaboratie gevonden. Hij is nadien nooit meer in zijn geliefde Stekene teruggekeerd. Hij werd senator en Europarlementlid, en de eerste voorzitter van het Europees parlement. Overleed in 1971.
Dorpstraat 70. Herenhuis omstreeks 1950. Let op de pui versierd met leeuwenkoppen. Voormalige woning van Dr. Van Haelst, geneesheer en schepen ten tijde van WO I. Schreef en tekende o.a. nauwgezet een dagboek over de gebeurtenissen in Stekene. Eén van de kamers in het huis was volledig behangen met waardeloose duitse bankbiljetten, beschreven met allerlei slogans tegen de Duitse bezetter. Dorpstraat 75. Achter de verbouwde woning zit nog een eeuwenoud huis. Maar vooral belangrijk is het merksteen in de zijgevel. IHS Maria Anna 1683. Deze steen was oorspronkleijk in de “hekkestaak” gemetst. Het is een zoenkruis, dat als getuige is overgebleven van een drama. Meestal na een doodslag werd tussen de getroffen families een overeenkomst gesloten. Deze overeenkomst werd verzegeld met een verzoening. Een merksteen, met een zoenoffer en een zoenkruis waren daar de getuigen van. Wat er toen is gebeurd, is tot hiertoe nog niet achterhaald. “Een zoenoffer is het tegenovergestelde van bloedwraak.” Zwanenhoek. Dit kruispunt met de Bormte, noemt de zwanenhoek. Deze naam was afkomstig van een herberg, waar later een brouwerij gebouwd werd. Achter de huizen zijn de gebouwen van de brouwerij nog steeds intact. Staminees Kort na WO II telde Stekene zowat 170 staminees. Bier drinken werd een noodzaak in de 19 de eeuw. Het put of toenmalig drinkwater was van zeer slechte kwaliteit en veroorzaakte heel wat ziekten. Bier werd eerst gekookt, wat dus veel hygiënischer was. Zelfs kinderen dronken bier. Daardoor werden de brouwers de rijksten burgers van het dorp. Van de brouwersfamilie Vijdt werd verteld dat ze zondags naar de mis gingen zonder dat ze hun eigendom moesten verlaten. Die eigendommen werden verhuurd, en als de bewoners voldoende bier konden verkopen, werd de huurprijs verlaagd. Dit scheelde een slok op de borrel. Herbergen waren immers ook de uitzendburelen van onze voorouders, wie immers arbeiders of ploegen nodig had kon ze daar vinden, en visa versa. Wandel nu verder de Bormte in. Bormte. ’ Bormte’ is afgeleid van bron. Vermoedelijk de weg naar de bron of waterput. Toevallig ook de weg naar de watertoren, waar iedereen vandaag zijn water tapt via de kraan. Dat een weg die naam kreeg, wijst op het belang dat aan water werd besteed door onze voorouders. Even verder in de Bormte ligt het kastelenhof, een gebouw dat door de steenbakkerij ‘Tuilerie St-Marie’ werd opgericht in 1883. Op het kruispunt met de spoorwegzate was vroeger een spoorweg overgang, een rollende bareel met sein en wachthuis. We slaan links af en wandelen verder naar het station. Steenbakkerij. Op de rechter zijde waar de nieuwe wijk werd aangelegd, werd een industriële steenbakkerij opgericht in 1880. Steenovens, schouwen, droogrekken, zijn allemaal verdwenen. De voornaamste getuige, is het gelaag, dat nu natuurgebied is, maar vele jaren ook het schouwspel was van de beruchte motorcross op pinksteren. Er werd in 1914 een slag om het gelaag geleverd. De Duitsers zetten daar een grote aanval in om het gelaag te veroveren, omdat ze dachten dat er nog een regiment
verborgen lag. De veldslag leverde een overwinnig op en de overgave van vijf verbaasde gelaagwerkers die niet wisten wat er aan de hand was. Tenslotte, staat er middenin, nog steeds een bunker uit WO I, gebouwd door de Duitsers, die diende om een eventuele aanval vanuit Nederland tegen te houden. Nieuwe wijk De Spoorwegwegel werd eerst de ‘blau wegel’ genoemd, omdat hij op private grond lag. Pas veel jaren later werd de wegel omgevormd tot straat. Achter de huizen van de Spoorwegwegel, worden de gronden klaargemaakt om een nieuwe woonwijk in te planten. Archeologen hebben reeds een onderzoek gedaan. Er werden veel sporen gevonden van middeleeuwse kleiwinning, tichel en pottenbakkerijen. Ook sporen uit de brons en ijzertijd zo’n 3000 jaar oud. Station. De industrieële revolutie in de 19 de eeuw, wordt gekenmerkt door stoomkracht die opgewekt wordt in stoomketels, om zware arbeid sneller en lichter te maken. Met minder volk, meer arbeid verrichten. Zulke stoomkracht werd ook op ijzeren sporen gezet, en toen is dan ook de ijzerenweg of spoorweg ontstaan. Dit gebeurde meestal door privaat maatschappijen. Rond 1870 werd een spoorweg aangelegd van St-Gillis naar Zelzate. Plannen om door te trekken naar Antwerpen en Eeklo werden door andere maatschappijen via de politiek verhinderd. Het station diende niet alleen als loket voor mensen en goederen, maar werd ook gebruikt voor telegrafie en telefonie. Een telefooncentrale met handbediening. Toevallig was Stekene de laatste in Vlaanderen. Het station werd ook gebruikt als woning voor de stationchef en zijn gezin. Sinds 1970 werden alle activiteiten in dit station gestopt op last van deBelgische regering. Het stationsgebouw werd door de gemeente aangekocht en omgebouwd tot ontmoetingscentrum. De heemkring d’Euzie heeft hier een museum en documentatiecentrum. Tijdelijk werkt hier het conservatie team aan de restauratie van oude 19 de eeuwse schilderijen, eigendom van de gemeente en de parochie. Laten wij nu de Stadionstraat ingaan richting dorp. Stadionstraat. De straat kreeg haar huidige naam tijdens de fusie met Kemzeke in 1976, ter vervanging van de Stationstraat, omdat er ook in Kemzeke zo’n straat werd genoemd. De huidige naam verwijst naar het voetbalstadion dat hier achter de huizen ligt. (links). Oorspronkelijk was dit de Stationstraat, die aangelegd werd ten dienste van het nieuwe station. De ligging van deze straat is er uiteindelijk gekomen na het getouwtrek van de plaatselijke bestuurders, die er wel financieel voordeel in vonden, landbouwgrond kreeg zo een belangrijke meerwaarde. Een tweede optie, was, een station aan de Bormte. (Niets nieuw onder de zon). Al het vervoer van en naar het station moest hier doorheen, wat zorgde voor een immense drukte, maar ook aantrekkingskracht. Er was een levendige buurtwerking, die nu wel is stilgevallen. De huizen hebben nog steeds het karakter van de ‘Belle Époque’, de eeuwwisseling van 1900. Ook al zien we de invloed van de laatste moderne eeuwwisseling.
Nr 62 eertijds De Bruyne. Burgerhuis van 1867, met bepleisterde en beschilderde lijstgevel. Werd bewoond ten tijd van het “Interbellum’ door veearts Polydoor De Bruyne, de eerste eigenaar van een automobiel in de gemeente. Nr 60 Voormalige woning Dr. Hoste. Breed herenhuis van 1869, bestaande uit 4 traveeën onder een tentdak. De bakstenen lijstgevel wordt verlevendigd met witte muurbanden. Opvallend zijn de steekbogige muuropeningen met diamantkop-sluitsteen. Let vooral op de lagere bijgebouwen. Het rechtse diende enkel voor het personeel met een eigen ingang? “Up stairs, downstairs”. Nr 47. Groot herenhuis van de voormalige brouwerij De Smedt. Nr 42. Het is nu aan U om een tegenstelling te zoeken in de voorgevel van dit huis. ‘Oplossing; Het deurportaal past niet met de stijl van de woning. Bovenaan in de deurlijst staat de datum vermeld, 1771. Dit is 100 jaar ouder dan de straat. Na onderzoek is gebleken dat deze portaal afkomstig is van het oude gemeentehuis, dat in 1870 werd afgebroken. Op onze verdere wandeling moeten we vooral aandacht hebben voor de verschillend ornamenten in de gevels, zowel in het ijzerwerk als in de trapgevels. Nr 1 Tegenover huisnummer 1 zien we het nieuwe gedeelte van hetgemeentehuis, dat zich noodgedwongen moest uitbreiden omwille van de verschillende dienstverleningen die moeten vervuld worden in de gemeente. Op de zijgevel tegen de dorpstraat merken wij dan ook een gedenksteen die in 1898 werd geplaatst ter nagedachtenis van de boerenkrijg die plaats had in 1798. Voor Stekene onthouden we vooral het treffen op 26 oktober 1798, hier op het marktplein, met Commandant P-J Osten, waarbij verschillende slachtoffers vielen. Na een verblijf van enkele weken in de woning van de familie Truyman, nam Osten, Amelberga Truyman tot echtgenote, wat later door de familie van Amelberga als een heldendaad werd uitgelegd. Marktplein. Van hieruit hebben we reeds een mooi overzicht op het marktplein, dat behoort tot de Polenlaan. Het marktplein is het decor geweest, van honderden verschillende gebeurtenissen, zowel goede als minder goede. Zowel het doortrekken en kamperen van bevriende en niet bevriende legers. Passage van duizenden krijgsgevangenen. Bezettingslegers, die zowel de gemeente als de bewoners kastijden. Een schouwspel van kermissen, jaarmarkten,stoeten, processies, circussen, massaspelen, sportevenementen, feestmarkten, bruidstoeten, fanfares, markten, betogingen en plunderingen zowel door vreemden als eigen volk. Maar ook rouwstoeten op en rond het kerkhof beplant met notelaars, als de beraadslagingen van de vierschaar, de strafuitvoeringen aan de schandpaal. Een plaats
waar verschillende mensen zijn omgekomen door ongevallen, vroeger en nu, beschietingen, branden van gebouwen zoals de kerk, en ook het verbranden van de heks Jan Van Steen. Een plein van wel en wee. We slaan rechtsaf, in de Polenlaan, en zien naast het zebrapad midden op de baan staan de gietijzeren pomp Deze kwam er omstreeks 1860. Na verschillende besmettelijke ziekten zoals cholera, dat een gevolg was van besmet water. Haar huidige plaats is niet de oorspronkelijke. We volgen de Polenlaan, even verder zien we een betonnen bushok, waar de reizigers in de regen moeten staan,en dat in de plaats gekomen is van een historisch pand uit de middeleeuwen, genaamd “de drij koningen” een groot herenhuis dat heel wat emoties heeft opgewekt in de dorpspolitiek. Huis Tack, en ‘Het gat in de markt’. Ieder mag zelf zijn oordeel vellen. De terreinen achter het bushok, werden jarenlang gebruikt door het festival ‘Cramrock’. De Vos, In het midden van de straat staat Reinaert de Vos, de pelgrim die naar Rome vertrekt. Het epos uit de middeleeuwen, dat over heel de wereld bekend is, en dat nauw verbonden is met deze gemeente en het Waasland. Iets waarover iedere bewoner terecht trots op mag zijn. Het is ondertussen reeds bekend dat de schrijver een monnik was ‘Willem van Baudelo’. Hier kunnen we oversteken op het zebrapad. Leezes of den Belle Vue. Op de hoek met het marktplein zien we een bankfiliaal. Tot voor enkele jaren was dit de herberg ‘Leezes’ of “Belle Vue”. Het oorspronkelijk gebouw kon wel 17de eeuws of ouder zijn. Bij de afbraak konden wij zien hoe honderden tichels werden gebruikt. De stabiliteit van het oude gebouw was zeer slecht door instortgevaar. De nieuw bouwheer moest wel het oude uitzicht respecteren. De Pastorij. Deze pastorij werd gebouwd omstreeks 1780, door pastoor Van den Berge. Nauwelijks 15 jaar later werd tijden de Franse bezetting alle eigendommen van de kerk aangeslagen en verkocht. Zo ook deze pastorij, die dan later door de gemeente werd aangekocht, en na het concordaat 1804, ter beschikking werd gesteld van de clerus. Rechts naast de pastorij stond een koetshuis, de kwaliteit was minder goed en daarom afgebroken, momenteel wordt ze in dezelfde stijl heropgebouwd. Polenlaan. De naam verwijst naar het land Polen uit dankbaarheid voor de bevrijding van Stekene in WO II door de Poolse soldaten. Dit gebeurde in de septemberdagen van 1944, waarbij de bevolking heel wat angstzweet heeft moeten uitstaan. De oude huizen in deze straat worden langzaam vervangen door nieuwe, meestal appartementsblokken. Ze volgen wel de oude bouwlijn. Is het U ook opgevallen dat de straat hier nog vrij breed is, breder dan de andere straten in Stekene.
De eerste ‘kalsey’ werd hier aangelegd in 1526. Voor die tijd, was destraat een zandweg. Om die ‘kalsey’ te realiseren werden taksen geheven op bier en wijn. De bestrating was slechts 2 meter breed, de ruimte ernaast werd vooral gebruikt door de bewoners. Zo lagen er boomstammen die ter plaatse werden doorgezagen, stonden er karren en wagens, er liepen varkens en kippen rond, de smid besloeg paarden, stapels brandhout, ook voor de bakker, wissen voor de mandenvlechter, eigenlijk een hele opeenvolging van huisambachten die deels hun activiteiten in het openbaar, op straat hielden. Kinderen liepen nog ‘berrevoets’, en tussendoor nog een mesthoop. Alles was een kwestie van gewoonte. Brigand Terwijl we verder wandelen doorheen de Polenlaan zien we aan de overkant een café met aan de voorgevel een brigand. Dit is het logo van een hetzelfde bier. Brigand, betekent rover, en dat is de naam die de opstandelingen kregen van de Franse bezetter tijdens de Boerenkrijg in 1798. Daar is ook het woonhuis van de vermeende heldin Amelberga die daar, door haar officier verleid heeft. We wandelen verder richting Nieuwstraat, deze slaan we in en onze wandeling eindigt in de Broedersschool waar een heerlijk brunch op jullie wacht ... hopelijk vonden jullie het interessant en nu ... SMAKELIJK ETEN