Techno dossier
Brandbeveiliging Brandbeveiliging
Een reglement, aub! ■ De preventie van branden, tegenwoordig enkel door ARAB onder regels gebracht en, in Vlaanderen, door de Vlarem, heeft nood aan een strikter reglementair kader. (foto Erik Duckers)
Ieder jaar verhaalt de pers over branden in opslagplaatsen. Gezien dat er steeds meer worden, verhoogt het risico op meer schade in geval van brand. Bovendien vervangt de automatisering een groot aantal magazijniers die vaak als eerste risicosituaties ontdekten. Yves Rensonnet Enkel aangepaste en doeltreffende maatregelen kunnen magazijnen beschermen tegen aanzienlijke schade. Afhankelijk van het geval, zijn er drie wettelijke bepalingen van toepassing. In artikel 52 titel II bepaalt het ARAB dat, ongeacht andere wettelijke bepalingen, de werkgever de nodige maatregelen neemt om branden te voorkomen, alarm te slaan, de veiligheid van de arbeiders te verzekeren, snel en efficiënt iedere beginnende brand te bestrijden en snel de regionale brandweer te waarschuwen. De andere artikelen onder titel III vestigen de aandacht meer in het bijzonder op het gevaar van opgeslagen materialen en de te respecteren voorzorgsmaatregelen. De Vlarem (het Vlaamse Reglement betreffende Milieuwetgeving) legt lijsten vast van gebouwen die geklasseerd zijn als gevaarlijk, onbewoonbaar en vallende onder de hinderwet. Ten slotte betreft de Wet over het welzijn op het werk, bepaald
door het K.B. van 13 maart 1998, de opslag van ontvlambare en brandbare producten.
De ANPI, geavanceerd? De parameters die de duur van een brand beïnvloeden maken het opstellen van strikte voorschriften ingewikkelder. Een nieuwe benadering bestaat erin de beschermingsmaatregelen te bepalen in functie van de vooronderstelde prestaties. Men moet dus de parameters die het risico en de bescherming bepalen in cijfers vertalen. Herman Raes, adjunct directeur van de ANPI en hoofd van de preventieafdeling, schetst de grote lijnen van dat ontwerp van wettelijke bepalingen voor industriële gebouwen: “In afwachting van een goedgekeurde evaluatiemethode heeft de Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en ontploffing de algemene doelstellingen voor nieuwe industriële gebouwen vastgelegd”. Volgens die regels moet het gebouw zo worden ontworpen en gebouwd dat in geval van brand: • de verspreiding van de brand en de rook in het gebouw beperkt is. Daarvoor moet ofwel de totale oppervlakte van het gebouw worden beperkt, ofwel het gebouw worden onderverdeeld in compartimenten waarvan de oppervlakte moet worden beperkt in functie van taxatie van het brandscenario. • de structuuronderdelen hun functie gedurende een bepaalde tijd behouden. Enerzijds moet men de evacuatie van de aanwezige personen in alle veiligheid verzekeren en anderzijds, moet men de bevoegde diensten toelaten in te grij-
pen zonder gevaar op voortijdige instorting. Stabiliteitsverlies van een compartiment mag in geen enkel geval de stabiliteit van een aanliggend compartiment wijzigen. • de verspreiding van de brand vermeden wordt, ofwel door voldoende afstand te voorzien met de naburige gebouwen, ofwel door onderdelen met hoge brandbestendigheid te voorzien. • de personen de inrichting kunnen verlaten of op een andere manier kunnen worden gered. De evacuatiewegen moeten naar een veilige plek leiden wat zorgt voor een verdere veilige evacuatie. De evacuatiewegen mogen niet dezelfde zijn als de goederentransportwegen. • de veiligheid en de interventiecapaciteit van de brandweer verzekerd zijn. En dat in de hoop dat polemieken, die gewoonlijk de studies verlengen, plaats ruimen voor rede… ■
Om verder te gaan… Te raadplegen boeken: Dossier Anpi n°137 ‘Beveiliging tegen brand van opslagplaatsen’ Project van de regeling voor industriële gebouwen van dhr. H. Raes van de Anpi Nuttige adressen: ANPI Granbonpré 1, Parc Scientifique Fleming, 1348 Louvain la Neuve Sud Web : www.anpi-nvbb.be Tel. : 010/475231 SGS Belgium Noorderlaan 87, 2030 Antwerpen Tel.: 03/5454400 Warehouse & Logistics 15 •
53
Techno dossier
■ De aanleg van de lokalen, de omgeving, de activiteiten: alles speelt een rol in het bepalen van het risicoprofiel van een bedrijf, ook evolutief.
Verzekeringen
Te complex voor een m Maar goed, het aantal polissen Bescherming tegen diefstal publiek. waarop de bedrijven in de logistiek kunof brand, er komt altijd wel nen of zouden moeten inschrijven, is er niet minder indrukwekkend om.... en eens een ogenblik waarop hun beheer niet minder complex. de voorzorgen tenietgedaan worden door een ongeval of Een goede inspecteur vinden gewoon ongeluk. Het recent Op het gebied van brand zal geen enkedrama van Ghislenghien is le verzekeringsmaatschappij een nieuwe klant aanvaarden zonder hem op er helaas een bewijs van. voorhand onderworpen te hebben aan Waar in de wettelijke zin het bezoek van een risico-inspecteur. Na van het woord geen enkele zijn bezoek moet die inspecteur het risivan de onderneming bepalen, verzekeringspolis verplicht coprofiel gegevens die de verzekeringsmaatis, blijkt een goede dekking schappij zal gebruiken om het bedrag van de premie vast te leggen. Maar zijn onontbeerlijk. Zij het rol kan verder gaan dan de gewone vastmoeilijk te krijgen. stelling. “In bepaalde maatschappijen Claude Yvens
Laat ons maar beginnen met een schijnbaar idiote vraag: “Is de verzekering verplicht?” Het antwoord is navenant: “Neen.” Praktisch alleen de verzekeringen voor arbeidsongevallen of bepaalde verzekeringen inzake milieubescherming (decreet van de Vlaamse regering van 26 juni 1996 betreffende het afvalbeheer) zijn verplicht. Geen verplichte verzekering burgerlijke aansprakelijkheid of polissen voor de preventie van brand en ontploffingen? Neen, omdat opslagplaatsen niet beschouwd worden als inrichtingen die openstaan voor het
54 • Warehouse & Logistics 15
begeleiden de risico-inspecteurs de klant helemaal en wijst hij hun op de aangeraden wijzigingen aan de opslagplaats of bijvoorbeeld de investeringen die de klant nog zal moeten doen,” aldus Jérôme Dandoy, raadgever in verzekeringen van Ronvaux & Co. Een dienst die misschien iets meer kost, maar in heel wat gevallen lonend zal blijken. De zaken die met de verzekeringen te maken hebben, zijn inderdaad zo ingewikkeld, dat alleen de zeer grote maatschappijen er prat op kunnen gaan een echte risicospecialist in dienst te hebben. Voor de anderen is de bepaling van de risico’s, die de onderneming zelf zal moeten dragen en hen dus niet zal
verzekeren, een ware puzzel die je moet kunnen doorgeven aan een bekwame raadgever. Wat je er nooit van vrijstelt zijn raadgevingen ook in de praktijk om te zetten. Het is goed te weten dat het conform maken van de logistieke of andere installaties altijd het meeste werk vraagt. De verzekering van een opslagplaats is in de meeste gevallen een speciaal risico. De gewone risico’s hebben alleen betrekking op gebouwen waarvan de (geïndexeerde) waarde niet meer dan ongeveer 750.000 EUR bedraagt. Uit inertie passen de verzekeringsmaatschappijen de algemene voorwaarden van de verzekeringssector toe (die in 2002 voor het laatst zijn herzien en verkrijgbaar zijn bij Assuralia). Maar iedere klant heeft er alle belang bij hen via zijn makelaar of een externe raadgever te laten aanpassen, te meer daar die algemene voorwaarden op heel wat punten bekritiseerd kunnen worden, zoals Jérôme Dandoy ook onderstreept: “De standaardwaarborgen bijvoorbeeld zijn niet aangepast aan de eigenheid van elk gebouw. Een ander, dikwijls betwist punt is de vraag te weten of het goed in reële waarde of in nieuwe waarde verzekerd moet worden.” Buiten die twee vragen moet een aantal punten aangepast worden: de stormwaarborg, de waarborg “aanslagen en arbeidsconflicten”, die in grote mate afhangt van de lokalisering van de onderneming maar moeilijk onderhan-
■ Jérôme Dandoy (Ronvaux): “De brandverzekeringen zijn niet de lievelingen van de verzekeraars. Denk er dus aan hen te groeperen met producten als de groepsverzekeringen.”
On the Web www.assuralia.be www.cbfa.be www.mineco.fgov.be
man/vrouw alleen delbaar is, de verzekering “exploitatieverlies” (heus maatwerk, zowel inzake wachttijd als duur van de tussenkomst van de verzekeraar, vrijstellingen, maximumbedragen enz...).
De invloed van het milieu De ligging van de lokalen zelf kan de polis vergaand beïnvloeden. Als het verzekerd goed slechts één gebouw omvat, zou een eventuele brand het helemaal kunnen vernielen, daar waar een reeks aanpalende gebouwen minder risico’s zal inhouden. In dat geval moet het mogelijk zijn het verzekerd bedrag in absoluut eerste risico te verlagen. In het eerste geval is een verzekering in absoluut eerste risico geen goede oplossing. Waarmee wij bij iets komen dat aardig wat ondernemingen bedreigt: de onderverzekering. Die gebeurt niet altijd vrijwillig, maar dikwijls in de loop van een contract, wanneer men de verzekeraar elke wijziging, die zijn risicoprofiel kan veranderen, vergeet te melden. In extreme gevallen, als de verzekeraar vindt dat een niet-verklaring vrijwillig is en de vergroting van het risico “gevoelig en duurzaam” is, kan hij in geval van schade gewoon weigeren tussen te komen. Het kan gaan om een evolutie in de activiteit van het bedrijf (opslag van explosieven, om eens te overdrijven), maar ook een gewone wijziging van de omgeving van het bedrijf (een nieuwe buur bijvoorbeeld). Met een verzekering in
absoluut eerste risico zal de verzekeraar de proportionele regel niet toepassen in geval van schade overkomen aan een goed, waarvan later blijkt dat het onvoldoende was verzekerd. Maar daarvoor moet je natuurlijk betalen... De verzekering van de vervoerde, opgeslagen of verwijderde goederen verloopt volgens totaal andere regels. Voor een gewone opslag hangt de verantwoordelijkheid inzake verzekering af van het contract met de opdrachtgever. Doorgaans is het echter de logistieke operator die zich ermee belast. Als diezelfde logistieke operator daarentegen goederen bewerkt, zal hij een uitbreiding voor de hem toevertrouwde goederen moeten aanbrengen in zijn BA exploitatieverzekering. “Je kan natuurlijk inschrijven op een BA-verzekering na levering, voor de schade veroorzaakt aan derden door het bewerkt goed na zijn levering,” zegt Jérôme Dandoy hierover.
Weinig preventie In de praktijk komt het zelden tot zulke extreme gevallen. Wat de verzekeraars echter niet belet in alle omstandigheden de hand aan het roer te houden. In tegenstelling tot de BA autoverzekeringspolissen zijn de BA-verzekeringen exploitatie of brand facultatief, zij het warm aanbevolen. De verzekeringsmaatschappijen zijn dus niet meteen geneigd wat voor preventieplannen dan
ook te begunstigen, zoals zij o.a. in het vervoer wel doen. In geval van de hoge ongevalsgraad wordt het contract gewoon opgezegd. “Preventieplannen zijn interessant in gevallen waarin de menselijke factor sterk aanwezig is,” aldus Jérôme Dandoy nog. “In logistieke gebouwen gebeurt dat weinig. De meeste schadegevallen zijn te wijten aan waterschade en risico’s van elektrische oorsprong.” Nog een slotwoordje over de diefstalverzekeringen. “Veel ondernemingen schrijven er niet op in, want de waarborgen kosten er massa’s geld,” geeft Jérôme Dandoy toe. “Het is nochtans mogelijk alleen een dekking in absoluut eerste risico te voorzien of alleen diefstallen met braak te dekken.” Maar gebeurt een niet te miskennen deel van de diefstallen in opslagplaatsen niet door het personeel van het bedrijf zelf? Hoe dan ook, het probleem der verzekeringen is te veelomvattend voor een man of vrouw alleen. Tenzij je een (zeer) goede makelaar hebt, zal je dus wel een beroep moèten doen op een externe raadgever. ■
Warehouse & Logistics 15 •
55
Techno dossier
Inbraken, diefstallen...
■ Het menselijk element zal nog lang een onmisbare schakel in het “safety and security” model blijven. Via de bewakingsbedrijven, maar vooral in de schoot van het bedrijf zelf. (Foto Group 4)
Dit blijft onder ons... schil zullen uitmaken, netjes in zijn laboDe grote criminaliteit heeft ontdekt dat in de sector ratorium te bewaren. transport en logistiek een niet te miskennen concentratie van waarde schuilt. Om de dieven van hun stuk te Dichte beveiliging brengen, kan je misschien de opleggers wijdopen doen Dichte beveiliging bestaat erin de toeom goed te tonen dat ze leeg zijn, maar je kan moeilijk gangscontrole te versterken, met als doel de inbraak van dieven in de installaties te hetzelfde doen met de opslagplaatsen. Het is dus zaak Yves Rensonnet voorkomen. hen te beveiligen! Waar brand vroeger de belangrijkste tegenstander was waarmee je moest afrekenen, woedt de diefstal voortaan regelmatig in de opslaghallen. Hoe breedvoerig de bedrijven belast met brandpreventie ook zijn in hun communicatie, hoe voorzichtiger diezelfde bedrijven blijken in de opsomming van de middelen die zij inzetten om inbraken tegen te gaan.
Er zijn veel minder pyromanen dan dieven. En de topinbrekers gebruiken technieken, die heel wat geïnstalleerde detectiesystemen kunnen neutraliseren. Een gedetailleerde beschrijving van de aangebrachte technologie gooi je dus best niet openbaar te grabbel! Als hij communiceert, moet iedere leverancier er dan ook goed voor zorgen de laatste parameters, die misschien heel het ver-
De wetgever heeft beslist de alarmindustrie te omkaderen door regels, zowel voor de leveranciers als voor de gebruikers (wet van 10 april 1990 en diverse later gepubliceerde koninklijke besluiten). Die regels hebben eveneens tot doel de bescherming van de gebruiker en de ordediensten en de professionalisering van de leveranciers. Alarmsystemen, die een kettingreactie van de politie kunnen veroorzaken, moeten erkend zijn door het ministerie van Warehouse & Logistics 15 •
59
Techno dossier binnenlandse zaken. Binnen de vijf dagen na zijn installatie moet de gebruiker hen aangeven bij het plaatselijke politiekantoor. De politie zal dan een stempel zetten in het gebruiksbroekje. Om alle twijfels weg te nemen: vaststellen dat er wel degelijk een inbraak is, is de voorwaarde voor een tussenkomst van de ordediensten.
Detectie van inbraak Conditio sine qua non voor een menselijke of geautomatiseerde reactie. Hoe gesofisticeerd ze ook mag zijn, de detectie blijft daarom niet minder het oog en het oor van een bewakingscentrale. De detectoren: De keuze van de detector wordt bepaald in functie van de graad van detectie en de lokalen waarin ze geïnstalleerd worden. De magnetische detectoren op deuren en ramen activeren een alarm bij een onderbreking van het magnetisch veld, veroorzaakt door hun opening. De detector van ruitbreuk wordt op het raam gelijmd en reageert op de wijziging van frequentie, veroorzaakt door de agressie. Het aantal detectoren zal afhangen van de afmetingen van het betrokken lokaal en de detectiestraal. De detector van bewegingen met passieve infrarode straal ontvangt en analyseert de veranderingen in de infrarode energie (de warmte). De omgevingstemperatuur is de referentie en elk verschil in temperatuur wordt na de verplaatsing van een persoon gedetecteerd. De “dual” detector combineert de twee detectieprincipes. De ultrasone bewegingsdetector of de detector met microgolven omvat een zender en een ontvanger. In de ruimte wordt een signaal uitgezonden en ontvangen door de ontvanger, via muren en plafond. Als de frequentie van dat signaal verandert door een verplaatsing, wordt de detector geactiveerd. Gezien de combinatie met het passieve infrarode element moeten twee voorwaarden vervuld zijn om alarm te slaan, nl. het verschil in temperatuur en in beweging.
Camerabewaking Op 16 juni 1998 heeft de nationale Arbeidsraad de Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO 68) over de bescherming van het privé-leven, die de gebruiksvoorwaarden van een camerabewaking vastlegde, goedgekeurd. Het procédé is alleen toegelaten voor:
60 • Warehouse & Logistics 15
• de bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers, • de bescherming van de goederen van de onderneming, • de controle van de productieprocessen, • de controle van het uitgevoerde werk, zonder dat zulks een mogelijke beoordeling inhoudt. De werkgever moet hoe dan ook klaar en duidelijk het doel van de bewaking met camera’s uitleggen aan de ondernemingsraad. De toegangscontrole is het hart van een veiligheidsconcept in ondernemingen. Doorgaans worden alle informatiesystemen in de vestiging opnieuw gecentraliseerd op één plaats, al worden de opslagplaatsen steeds meer open ruimtes, met steeds soepelere werkuren. Flexibiliteit en efficiënte controle van het komen en gaan van het personeel en de toeleveranciers combineren, is het hoofddoel van een systeem voor toegangscontrole.
Verderaf gelegen beveiliging Dit soort van beveiliging heeft steeds tot doel de inbreker op een afstand te houden, in de volle geografische betekenis van het woord. De grootte van de opslagplaatsen, de oppervlakte en de ligging van de gronden maken hun beveiliging alsmaar duurder. Maar luidt het gezegde niet dat veiligheid geen prijs heeft? Honderden meters afsluitingen aanleggen, hoe geperfectioneerd ook, van de eenvoudigste tot de meest gesofisticeerde, maakt een bewaking, een regelmatige controle niet overbodig. In België hebben bepaalde bedrijven (erkend door het ministerie van binnenlandse zaken) de toelating veiligheidsopdrachten uit te voeren. Dat geldt evenzeer voor de preventie- en veiligheidsdiensten in alle openbare en privé-ondernemingen met een bepaald aantal werknemers. Zonder daarom de massa aanverwante diensten van de goede zgn. “bewakingsbedrijven” te vergeten, willen wij toch een paar opdrachten, die zij doorgaans moeten uitvoeren, vermelden: bewaking van de industriezones (dit gebeurt in de vorm van patrouilles door veiligheidsagenten), preventie, melding van abnormale toestanden, interventies in geval van activering van een intern alarmsysteem enz. Het begrip interventie moet met de grootste omzichtigheid behandeld worden, want de veiligheidsagent is geen lid van de plaatselijke of federale politie, noch lid van de brandweer. De “continu” bewaking voorziet een perma-
■ Ongewenste personen op afstand houden, blijft de hoogste prioriteit. Zeer dikwijls moet men strategieën invoeren, die van de zones praktisch onneembare plaatsen maakt. (Foto Ardennes Clotûres)
Interessant Spaans initiatief Een logistiek park met vijf grote opslagplaatsen wordt nu doorkruist door openbare wegen en is zo aangelegd, dat de mensen ook op zonen feestdagen vrij door het park kunnen wandelen. Daardoor wordt het een ruimte om in te leven, een wel zeer originele manier van beveiliging. Het systeem maakt het hoe dan ook mogelijk de veiligheid beter te verzekeren en de risico’s beter te beheersen.
Geïntegreerde aanpak Om de opslagplaatsen te beschermen tegen steeds beter georganiseerde en almaar gewelddadigere agressors, heeft een Franse bouwfirma (GSE, o.a. belast met het toekomstige logistieke park van Centre-Ardennes in Neufchâteau, nvdr) een aparte cel opgericht. Het komt er immers op aan de beveiliging van bij de start van het project te plannen, vanaf de eerste vestigingsplannen. Een betonnen “doos” laten bouwen, kan banaal lijken. De inhoud beveiligen moet deel uitmaken van de eerste studie, want daarna is het dikwijls te laat.
nente aanwezigheid van veiligheidsagenten, die de vooraf in akkoord met de klant opgemaakte instructies, zullen moeten respecteren. De evaluatie van de risico’s, het vertrekpunt van elke contactbespreking, zal dus dienst doen als basis van de opmaak van de procedures, die uitmonden in het lastenboek, dat de criteria voor interventie of niet-interventie vastlegt. Maar dit blijft natuurlijk onder ons, want de muren hebben misschien oren... Een niet te miskennen bron van diefstallen is inderdaad het personeel van de onderneming zelf. Maar dat is een ander debat... ■