11-‐10-‐12
Inhoud van deze presentatie
“Don’t be fooled by your own wisdom” (Witold Gombrowicz)
De wetenschappelijke cyclus (een code)
• Aan wat voor soort onderzoek zijn we gewend geraakt? • Wat voor soort onderzoek wordt van ons gevraagd? • Wat is praktijkgericht onderzoek? • Wat is een ‘case study’? • Wat is kennis? • Hoe kennen we de wereld? • Hoe kennen we onszelf? • Wat is wetenschap • Hoe past Narratief Onderzoek daarin? • Waar gaat het om bij Narratief Onderzoek?
We zijn vertrouwd met wetenschappelijk onderzoek
1
11-‐10-‐12
Praktijkonderzoek
Zo zouden we eigenlijk al moeten werken?
Van wetmatigheden naar oplossingen Van theorievorming naar probleemanalyse Van generaliserende uitspraken naar praktijkgerichte oplossingen Van algemene conclusies naar een concreet onderbouwd advies
Management Research
Politieke domein
Filosofische domein
Technische domein
De praktijk is vaak een ‘case study’
een strategie voor empirisch onderzoek voor een actueel probleem in de concrete praktijk waarbij meerdere soorten bronnen kunnen worden gebruikt en toegepast;
2
11-‐10-‐12
Enkele vormen van ‘case study’
-
als case:
- een individu - een groep mensen - een lokale gemeenschap - een sociale groep - een organisatie of instelling - een gebeurtenis, rollen of relaties - enz. enz. ….(een schip?)
Hoe borg je een ‘case study’?
Wat heb je nodig?
- - - -
een conceptueel ‘kader’ een aanpak voor onderzoeksvragen en strategie om data te verzamelen en aanpak en instrumenten om gegevens te verzamelen
Vooraf is niet alles nodig of noodzakelijk. Werken vanuit een ontwerp mag, maar een aanpak vanuit “een weg is er niet, al gaande wordt de weg gemaakt” is zeker mogelijk
Koppelen van kenniselementen aan context en ervaring
- betrouwbaarheid en validiteit per deel(onderzoek/instrument) - triangulatie - abductie
3
11-‐10-‐12
Daarom, voor we verder gaan:
Ken je de wereld wel?
Ken je jezelf wel?
De wereld ?
- - - - - -
We zien drie dimensies waar ze niet zijn. We denken dingen te zien die slechts worden gesuggereerd. We schatten situaties in op grond van zeer bescheiden informatie. We interpreteren op basis van gewoontes. We gaan erg gemakkelijk uit van wat voor onszelf geldt. Enz. enz enz. …..
Perceptie Wat zie je?
4
11-‐10-‐12
We zien al snel drie dimensies … En begrijpen we het ook?
Maar is dat ook zo? (Zie art: “We learn how to see”)
Wat stelt dit voor?
En dit?
5
11-‐10-‐12
Deze kende je al!?
En dit?
De werkelijkheid is vooral ook onze werkelijkheid
Ja, ja; wat bedoel je daarmee?
- - - - -
Je kunt me wat, dus je bedoelt: nee Ja, zeker, natuurlijk, zo zit het. Ja, daar wil ik wel eens over nadenken Ja, dat zou misschien ook kunnen. Laat ik over aan Meg Ryan
We construeren allemaal onze eigen mentale modellen We zien, maar zijn tegelijkertijd blind…
6
11-‐10-‐12
Onszelf?
En dan willen mensen de werkelijkheid leren kennen!?
- - - - - - -
Verschillende benaderingen hebben hun betekenis gehad: a. De mythe (Mensen vertellen verhalen.) b. De Autoriteit (Priesters, Koningen, Wijzen) c. De Ratio (Rationalisme) d. Empirisch onderzoek (De dingen zien en onderzoeken)
Weet ik of ik de juiste kleuren zie? Ken ik mijn eigen stem wel? Weet ik hoe mijn gezicht er uit ziet? Ken ik mijn eigen persoonlijkheid? Weet ik wat mijn zwakke kanten zijn? En mijn sterke kanten? Weet ik hoe ik succesvol kan zijn?
a. De Mythe Mensen willen hun omgeving begrijpen, greep hebben op hun werkelijkheid Daarom verzinnen mensen verhalen. Verhalen duiden de werkelijkheid, maken de werkelijkheid “inzichtelijk”
b. De Autoriteit Priesters gingen voor bij het beheren en borgen (en soms ook) ontwikkelen van Verhalen. Daarmee werden rituelen, geboden en gewoonten gecannoniseerd. Daarmee werd ook cultuur behouden. Kerk, Staat en Adel namen deze functie over en vormden de autoriteit op gebied van waarheid, goed en kwaad
7
11-‐10-‐12
c. Rationalisme
- -
(bij c) Historisch gezien:
- Rationeel = rede, denken Europees
-
Met denkkracht op zoek naar:
- -
Wat in principe waar moet zijn Wat logisch mogelijk en toegestaan is
d. Empirisme
Plato – de werkelijkheid is een afspiegeling van de bovenwereld: het Ware - het Goede - het Volmaakte Descartes – ik twijfel dus ik besta – met denken kan ik de werkelijkheid leren kennen –– vertrouwt op God, uiteindelijk!
(bij d) Historisch gezien Historisch:
- - - -
We kennen de dingen door de ervaring
-
Zintuiglijke waarnemingen staan centraalde ervaring. J. S Mill stelt zelfs dat we de de logische wetten uit de ervaring halen. Angelsaksisch
- -
Aristoteles: Neemt de werkelijkheid serieus. Hij, Aristoteles hanteerde een analytische , inductieve manier van denken: waarheid komt voort uit doen en laten van het individu en de waarneembare werkelijkheid. HIj kwam onder de indruk van de ordening en doelmatigheid van de werkelijkheid. Dit bracht hem tot de uitspraak "De natuur doet niets vergeefs". F.Bacon: Bacon presenteerde inductie als methode voor wetenschappelijk onderzoek en heeft de werking ervan in detail en met voorbeelden beschreven J.Locke: ‘Tabula Rasa’. De grondhouding dat we de dingen kennen door de ervaring, is de basis van het empirisnme van Lock
8
11-‐10-‐12
Kant Probeert Empirisme en Rationalisme met elkaar te verenigen An Sich (rationalisme) versus Fur Sich (empirisme) A priori – vooraf, los van de werkelijkheid, bijzonder A posteriori – achteraf, door kennis van de werkelijkheid A priori kennis wordt al gauw als bijzonder beschouwt, het model hiervoor is wiskunde en de logica (als gevolg wiskunde de moeder van de wetenschappen) Trancedentale categoriën (o.a. Tijd en Causaliteit)
- - - -
The Truman Show
-
Empirisme of rationalisme?
-
Wetenschap is gericht op…….
- Kennisverwerving - Reconstructie van de werkelijkheid – theorie vorming - Beschrijven en verklaren en voorspellen
Common sense over wetenschap (Is dat waar ????)
- - -
De feiten zijn direct gegeven (voor het oprapen) Feiten zijn feiten (en onafhankelijk van wat we denken) Feiten zijn betrouwbaar (en vormen een stevige basis voor wetenschappelijke kennis)
9
11-‐10-‐12
Vooronderstellingen van wetenschap
De rol van methodologie
- - - - - -
Methodologie is te zien als:
De natuur zit ordelijk in elkaar De natuur is te kennen Kennis is superieur aan onverschilligheid Natuurlijke verschijnselen hebben natuurlijke oorzaken Niets is vanzelfsprekend Kennis is een afgeleide van het verwerven van ervaring
Benaderingen van Waarheid in Empirisch onderzoek
- Correspondentie - Coherentie - Consensus (Aristoteles)
(Hegel, C. S. Pierce)
-
Een systeem van regels en procedures, en vormt als zodanig de NORMATIEVE component voor wetenschap en zorgt voor: Regels voor Communicatie Regels voor goed redeneren Regels voor intersubjectiviteit
- - -
Wijze van kennisverwerving
Deductie: ▲
Falsificatie
Van het algemene regel naar uitspraken over het bijzondere
Abductie
▼▲ Kennisverwerving?
Waarschijnlijkheid op grond van mix van deductie en inductie
Inductie:
▼
Verificatie/Confirmatie
Op grond van specifieke waarneming naar een algemene regel
(J. Habermas)
10
11-‐10-‐12
deductie Alle filosofieboeken zijn saai Dit boek is een filosofieboek Dit boek is saai Of een ander syllogisme: Alle katten hebben 5 poten Minneke Poes is mijn kat Minneke Poes heeft 5 poten
Abductie
Luister naar het verhaal van Peer!
ü ü
Het verhaal van de boottocht Het verhaal van de banaan
inductie Kraai x1 is zwart Kraai X2 is zwart Kraai X3 is zwart … … … Kraai Xn is zwart Alle kraaien zijn zwart
Van logica naar waarheidsleer
- - -
Inductie à Verificatie Deductie à Falsificatie Abductie à Coherentie/confirmatie
11
11-‐10-‐12
Der Wiener Kreis - 1925
- - - -
Alleen feiten mogen gebruikt worden Kennis wordt geverifieerd aan de hand van concrete aanwijsbare waarnemingen – positivisme (= durf op waarnemingen te vertrouwen) Verificatie principe – is het waar? Probleem: bij inductie oneindig veel waarnemingen doen om iets algemeens te kunnen zeggen Confirmatieleer
T. S. Kuhn
Karl Popper 1902 - 1994
- - - - -
Falsificatie criterium Wetenschapscyclus bijgesteld Mensen nemen niet objectief waar In de toekomst misschien een experiment die de theorie weerlegt Kritisch rationalisme -> relativisme
Terug naar confirmatie van een theorie?
Onderzoek vindt plaats in een maatschappelijke context. Het belang van de zienswijze van Kuhn is, dat hij als historicus kijkt naar wetenschappelijke processen. De geldigheid van theorieën vindt steeds plaats binnen een context van andere theorieën en experimenten.
Tegenwoordig zien we een andere manier waarmee men het inductieprobleem te lijf kan gegaan terug in de vorm van de waarschijnlijkheidsoplossing (o.a. medische wetenschap). Dit noemt men probabilisme. Daarmee wordt teruggegrepen op het Bayesianisme, de leer die uitgaat van de waarschijnlijkheidstheorie.
12
11-‐10-‐12
J. Habermas, naar St. Toulmin
Narratief onderzoek Drie vormen van rationeel handelen: - Instrumentele rationaliteit - strategisch rationaliteit - communicatieve rationaliteit
-
Mensen geven steeds weer vorm aan hun ervaringen:
- in verhalen - dagboeken - ervaringen - gevoelens - en meningen
Verhalen vormen op zijn beste een ontdekkingsreis
We zijn op zoek naar verhalen
Naar een sociaal constructivistische kentheorie
Narratief Onderzoek Hoe benaderen we de werkelijkheid? (ontologie) Is het wel mogelijk die werkelijkheid te leren kennen? (epistemologie)
• • • •
De aard van de werkelijkheid (ontologie) werkelijkheid is meervoudig i.p.v. enkelvoudig Het kennen van de werkelijkheid (epistemologie) Interactie vindt plaats tussen subject en object waarbij onderlinge beïnvloeding onvermijdelijk is Aard van verklaringen (complex of holistisch) Geven inzicht in gebeurtenissen, alleen begrijpelijk vanuit de sociale context en de gesitueerdheid van de actors in tijd en plaats Aard van generalisaties (problematisch) Kennis is tijd en plaats gebonden, overdraagbaar vanuit plaatsvervangende ervaringen
13
11-‐10-‐12
Eerste aanzet tot een narratief onderzoek
Wat narratief onderzoek kenmerkt
Eigenlijk vertrek je vanuit een ‘onbeschreven blad’, maar dat is theoretisch en voor een student niet haalbaar.
- -
Voorbereiding vanuit een mindmap en vanuit een fasering van het interview, bijvoorbeeld in tijd; vroeger, nu en in de toekomst.
- - -
Het is interpreterend onderzoek De ‘Locus of Control’ verschuift, (van onderzoeker naar respondent) we interviewen zonder vragenlijst De opzet van het onderzoek draait 180º Van ‘conceptueel model’ naar ‘emergent design’ De onderzoeker zelf wordt zijn instrument
Zo ontstaat een matrix met mogelijke thema’s, maar dit leidt niet tot een vragenlijst!!!
Dit alles krijgt vorm in de volgende 6 stappen!
Waar gaat het dan om in Narratief Onderzoek
bij 1.: Achtergrond
1. 2. 3. 4. 5. 6.
De grondhouding:
Achtergrond De onderzoeksvraag en haar betekenis Onderzoeksplan Analyse van de bevindingen Betekenis van de bevindingen Reflectief nawoord als onderdeel van het onderzoek
We respecteren zowel persoonlijke kennis en zelfreflectie als wetenschappelijke bronnen. Het doel: We zijn geïnteresseerd in de spanning tussen persoonlijke en theoretische kennis We openen onderzoek en versmallen niet door focus
14
11-‐10-‐12
Bij 2.:De onderzoeksvraag De vraagstelling wordt helder gesteld en niet als een vraag die kan worden beantwoord, maar als een vraag die moet worden onderzocht De vraagstelling is gewoonlijk een ‘hoe’ vraag of een vraag naar de aard van een zaak en impliceert daarmee meervoudige beschrijvingen en verschillende niveaus van analyse
Bij 3.: Het onderzoeksplan
- - - - - -
Hoe komen we aan bevindingen? Van welke deelnemers (en waarom?) Hoe presenteer je jezelf en met welk oogmerk? Wat is de volgorde van vragen? De ethische aspecten zijn van groot belang! Hoe groot is het aantal deelnemers?
De vraagstelling is gericht op onderzoek, in de brede zin van het woord
Bij 4.: Analyse van bevindingen
Hoe ontcijfer je de betekenis van de verhalen en in welke vorm worden die aangeleverd, mede in het licht van de onderzoeksvraag Kan een onderzoeker reflecteren over de denkbeelden van iemand anders, anders dan van hemzelf?
Bij 5.: Aard van de bevindingen
In narratief onderzoek zijn er geen negatieve bevindingen. De samenvatting van het onderzoeksvoorstel geeft aan op welke wijze de bevindingen betekenis krijgen.
15
11-‐10-‐12
Bij 6.: De reflectie Een persoonlijke stellingname van de onderzoeker over zijn plaats in het onderzoek en over de wijze waarop hij in het onderzoek aanwezig was moet ergens in de studie tot uitdrukking komen
Wellicht tot slot
- -
Nietzsche (1844- 1900) - grondlegger ‘ het leven is een strijd om interpretaties’
Als dat niet eerder aan de orde kwam, dan toch in ieder geval aan het einde van de studie.
16