Dominantieanalyse voestalpine Railpro BV en RPS
2 Colofon
Titel Dominantieanalyse voestalpine Railpro BV en Rene Prinsen Spoorwegmaterialen Status Definitief Versie 1.0 Datum 6-9-2012
Auteurs
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
3 INHOUDSOPGAVE
Colofon 2 Inleiding 4 Hoofdstuk 1 Categorieën van dominantie ....................................................................... 5 1.1 Inleiding................................................................................................................................ 5 1.2 Toetsing criteria............................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1.3 Beschrijving van de categorieën ........................................................................................... 6 Hoofdstuk 2 Scoring ....................................................................................................... 10 Hoofdstuk 3 Keuze ketenstudies ................................................................................... 12 3.1 Ketenstudie 1 ......................................................................................................................12 3.2 Ketenstudie 2: .....................................................................................................................12
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
4 Inleiding voestalpine Railpro BV en RPS hebben zich ten doel gesteld om invulling te geven aan het niveau 4 van de CO2 –prestatieladder. Om aan de eisen van het niveau 4 te kunnen voldoen dient voestalpine Railpro BV binnen de activiteiten /producten in scope 3. Naast de scope 3 emissies van interne zaken als verbruik van kantoorbenodigdheden, papier, afvalstromen, reiskilometers woon/werk etc , zijn eveneens ten minste 2 ketenanalyses uitgevoerd conform de eisen van het GHG-protocol. De analyse van de categorieën, is in de onderliggende rapportage op de dominantieanalyse beschreven. De dominantieanalyse heeft eveneens betrekking op Rene Prinsen welke als volle dochter onder voestalpine Railpro BV valt. Om de indruk te krijgen van het zwaartepunt van de CO2 impact uitstoot binnen de scope 3, stelt het GHG-protocol dat er een dominantieanalyse gemaakt dient te worden. De dominantieanalyse heeft binnen voestalpine Railpro BV en RPS plaatsgevonden op de bulkproducten. Deze bulkproducten komen mede tot uiting in de gemaakte analyse van de bepaling van A- en C leveranciers zijn voor voestalpine Railpro BV en RPS, welke is vastgelegd in de Boundariebepaling. Om verder aan de eisen van het niveau 4 te kunnen voldoen heeft voestalpine Railpro BV en RPS een onafhankelijk kennisinstituut (eis 4.A.3) de opdrachtgegeven om de gemaakte ketenanalyse van betonproducten te beoordelen. Hiervoor zijn alle emissies gekwantificeerd die het indirecte gevolg zijn van in en verkopen van spoorsematerialen en het leveren van de logistieke diensten.
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
5 Hoofdstuk 1 Categorieën van dominantie 1.1
Inleiding
Voor de uitwerking van de materiële emissies uit Scope 3 wordt verwezen naar het GHG-protocol. Hierin wordt verlangd dat er conform de 15 categorieën van up- en downstream onderzocht voor de bedrijfsvoering van voestalpine Railpro bv.
In paragraaf 5.3 van het GHG-protocol worden vijftien scope 3 Categorieën genoemd. Upstream activiteiten 1. gekochte goederen en services; 2. kapitaalgoederen; 3. brandstof- en energiegerelateerde activiteiten die niet in scope 1 en 2 zitten; 4. transport en distributie (upstream); 5. gegenereerd afval; 6. zakentransport; 7. woon-werkverkeer; 8. geleasde assets (upstream); Downstream activiteiten 9. transport en distributie (downstream); 10. verwerken van verkochte producten; 11. gebruik van verkochte producten; 12. end-of-life behandeling van verkochte producten;
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
6 13. 14. 15.
geleasde assets (downstream); franchises; investeringen
1.2 Beschrijving van de categorieën Zie voor de getalsmatige verwerking en onderbouwing het overzicht “Dominantieanalyse 2011”, welke als vertrouwelijk wordt beschouwd. Ad 1.
Gekochte goederen en services;
Binnen deze categorie wordt voor voestalpine Railpro BV en RPS een onderscheid gemaakt in goederen en services voor eigen gebruik (facilitair verbruik) en producten en diensten voor de verkoop als onderdeel van de bedrijfsactiviteiten (handelsvoorraad) van voestalpine Railpro BV. Voor de facilitaire doeleinden voestalpine Railpro BV en RPS verbruiken voor de bedrijfsdoeleinden de gebruikelijke ge- en verbruiksgoederen (printerpapier, plastics etc.). Deze categorie van gekochte goederen en services staat niet in verhouding tot de gekochte goederen en services voor de handelsdoeleinden van de bedrijfsvoering van voestalpine Railpro BV. Voor de handelsdoeleinden: Een belangrijk onderdeel van de handelsdoeleinden van voestalpine Railpro BV en RPS is het in- en verkopen van spoorgerelateerde producten en diensten. Binnen deze groep van producten zit een zeer groot deel in de bulkproducten staal (spoorstaven en wisseldelen), gietijzerproducten (onderlegplaten), klein metaal (bout/moeren, beton (dwarsliggers en overwegonderdelen) en ballastmateriaal (gebroken natuursteen).
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
7 Ad 2.
Kapitaalgoederen
Als kapitaalgoederen zijn in het referentiejaar 2011 geen investeringen door voestalpine Railpro BV zelf gedaan. Vorig jaar is wel het nieuwe kantoorpand betrokken, echter dit pand wordt door voestalpine Railpro BV gehuurd van NS-Poort. Een andere groep van kapitaalgoederen is het eigen materieel binnen voestalpine Railpro BV en RPS, het gaat hierbij om wagons en vrachtwagens, kranen (Krol’s), shovels en kleine machines en gereedschappen. Ad 3.
Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten niet in scope 1 en 2
Hier wordt het brandstof en energieverbruik bedoeld die normaliter op binnen projecten op locatie zullen worden gebruikt. Voor voestalpine Railpro BV en RPS is deze categorie niet van toepassing daar het brandstofverbruik binnen projecten ook meegerekend worden binnen de scope 1 en 2. Ad 4.
Transport en distributie (upstream);
Het betreft hier het inhuren van transport tbv van het beleveren van voestalpine Railpro BV en RPS. Deze categorie is berekend over de bulkproducten. Ad 5.
Gegenereerd afval
Het betreft het afval dat door voestalpine Railpro BV en RPS wordt geproduceerd. voestalpine Railpro BV heeft voor de afvalstromen hoofdzakelijk één inzamelaar/verwerker, de stromen van staal (spoorstaaf) en hout (pallets en balkhout) worden door voestalpine Railpro BV zelf afgevoerd.
Ad 6.
Zakentransport
Het betreft hierbij werk-werk verkeer, deze categorie is wel van toepassing bij RPS, echter de emissies zijn meegenomen in de scope 1 en 2. Voor de ketenanalyse is deze categorie daarom niet van belang. Ad 7.
Woon-werkverkeer
Woonwerkverkeer is voor zover het leaseauto’s betreft meegenomen in scope 1. De overige woonwerkverkeer bewegingen zijn meegenomen zijn meegenomen in de dominantieanalyse.
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
8 Ad 8.
Geleaste assets (upstream)
Het betreft hier de groep van heftrucks (electra), kranen (krol’s en rups) en vrachtwagens vanuit VAR en RPS die geleased zijn. De gebruikte brandstoffen zijn echter meegenomen in de scope 1 en 2. Deze categorie is daarom nog wel onderzocht maar blijkt niet van groot belang. Ad 9.
Transport en distributie (downstream)
Het betreft hierbij de leveringen van producten en diensten die vanuit voestalpine Railpro BV en RPS geleverd worden naar de marktpartijen toe. De emissies vanuit eigen transporten vallen onder de Scope 1 van RPS. Daar waar er sprake is van inhuur valt deze wel onder deze categorie. Ad 10.
Verwerken van verkochte producten
Dit zijn de CO2 emissies als gevolg van het verwerken door derde partijen van door voestalpine Railpro BV verkochte tussenproducten, voorafgaand aan de verkoop van het product,voorbeeld is de lasfabriek echter daarvan zijn de emissies al meegenomen in de scope 2. Deze categorie is daarom niet verder onderzocht. Ad 11.
Gebruik van verkochte producten
Dit zijn emissies als gevolg van consumentengebruik van goederen en diensten die zijn verkocht door voestalpine Railpro BV. Dit is voor een bedrijf als voestalpine Railpro BV niet van toepassing. Ad 12.
End-of-life verkochte producten
Deze categorie betreft de emissies van afvalverwijdering/behandeling van verkochte producten aan de einde van de levensduur. Dit is een categorie die voornamelijk van toepassing is op de retailsector (denk aan de in Nederland verplichte “verwijderingsbijdrage”) en niet van toepassing is op een bedrijf als voestalpine Railpro BV. RPS koopt wel veel schroot of ongebruikte materialen op, het overgrote deel daarvan komt als staal weer in de keten van staalproductie terecht. Een klein deel komt als 2e hands (hergebruik) materiaal in de keten van het spoor terug. Ad 13.
Geleaste assets (downstream)
In tegenstelling tot cat 8 gaat het hierbij om assets die voestalpine Railpro BV en RPS zelf ter beschikking stellen om geleast te worden door derden. Deze categorie is voornamelijk van toepassing voor leasebedrijven en is voor voestalpine Railpro BV en RPS niet van toepassing.
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
9 Ad 14.
Franchises
Een Franchise is een onderneming die opereert onder een licentie om goederen of diensten van een ander bedrijf te verkopen of distribueren op een bepaalde locatie. Dit aspect is bij voestalpine Railpro BV en RPS niet van toepassing Ad 15.
Investeringen
Hiermee worden bijvoorbeeld investeringen in partnerschappen ( oprichting van een bedrijf met een ander bedrijf), joint ventures, projectinvesteringen etc. bedoeld. Deze categorie is vooral in de financiële sector aan de orde. Dit aspect is bij voestalpine Railpro BV en RPS niet van toepassing
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
10 Hoofdstuk 2 Scoring De 15 categorieën zijn s “gescoord”op materialiteit aan de hand van zes criteria (zie tabel). 2.1
Toetsing criteria
Het GHG-protocol noemt de volgende criteria voor het bepalen van relevante scope 3 emissies: omvang: de emissies geven een significante bijdrage aan de scope 3 emissies. Dit criterium is het meest van belang in de beoordeling; invloed: het bedrijf kan invloed uitoefenen op de reductie van de scope 3 emissies; risico: de emissies dragen bij aan risico’s van Railpro aangaande effecten van klimaatverandering (financieel, wetgeving, technologie, producten); stakeholders: de emissies zijn belangrijk voor key stakeholders (klanten, leveranciers, investeerders of de maatschappij); outsourcing: het betreft activiteiten die eerder door het bedrijf zelf werden uitgevoerd; overig: het betreft eventuele additionele criteria.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Deze scoring is op kwalitatieve wijze aangevuld met de volgende schaalindeling. - 1 = zeer laag - 2 = Laag - 3 = Niet hoog, niet laag - 4 = Hoog - 5 = Zeer hoog Cat. TOTALE CO2 EMISSIE Upstream scope 3 emissies 1 - Gekochte goederen en services 2 - Kapitaalgoederen 3 - Brandstof- en energiegerelateerde activiteiten die niet in scope 1 en 2 zitten
4 5 6 7 8
- Transport en distributie - Gegenereerd afval - Zakentransport - Woon- werkverkeer - Geleasde assets
Totaal score
19 11 12 9 8 9
Downstream scope 3 emissies 9 - Transport en distributie
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
11
11 10 11 12 13 14 15
- Verwerken van verkochte producten - Gebruik van verkochte producten - End-of life behandeling van verkochte producten - Geleasde assets - Franchises - Investeringen
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief
-
12 Hoofdstuk 3 Keuze ketenstudies Uit bovenstaande tabel blijkt dat de categorieën 1 en 4 voor voestalpine Railpro BV en RPS het meest van belang zijn: “ingekochte goederen en diensten” en “transport en distributie upstream”. Hierbij willen wij benadrukken dat de kwantitatieve puntentelling tot stand gekomen is op een kwalitatieve, omschrijvende manier. De categorieën en criteria vanuit het GHG protocol laten veel ruimte voor eigen interpretatie, waardoor moet worden opgepast met “harde” conclusies. Naast de criteria die het GHG-protocol hanteert, zijn de volgende criteria ook van belang: - aanvulling op bestaande kennis; - of de benodigde gegevens /informatie voorhanden zijn; - mogelijkheden voor emissiereductie. Binnen de categorie 1, deze vormen de top, zijn 2 productgroepen die voor voestalpine Railpro BV en RPS onderwerp zijn voor de gekozen ketenstudies. Goed om te weten is dat deze ook binnen de ketenstudies van ProRail gekozen zijn en daarmee aansluiten op eerder onderzoek binnen ketenanalyse. 3.1 Ketenstudie 1 De keten van de spoorstaven vormt veruit de grootste CO2-emissie binnen de productgroepen binnen de Railinfra. Het verlengen van de levensduur van de spoorstaaf heeft dan ook een direct effect op deze CO2-emissie. De methode die voor verlenging kan zorgen is het frezen van spoorstaven, zowel nieuw als ook de oude spoorstaven die uit de baan retour komen. Het verlengen van de levensduur vindt dus plaats op 2 momenten in de levenscyclus van de spoorstaaf. Daarnaast zal worden gewerkt aan het verbeteren van de emissiefactoren van de diverse aanbieders van spoorstaven, er zijn diverse kengetallen in omloop die elkaar sterk ontlopen. Deze hebben daarmee een direct effect op het te behalen resultaat van de keteninitiatieven. 3.2 Ketenstudie 2: In samenwerking met de betonproducenten is voestalpine Railpro BV bezig de betonnendwarsliggers te gaan voorzien van CEM III cement. Daarnaast wordt gekeken of het mogelijk is om de betonproducten te voorzien van recycle ballast, waardoor ook deze een 2 fase van z’n levenscyclus verkrijgt. Tot slot Beide ketenstudies hebben een directe invloed op de gehele footprint van de Railinfraketen. Juist in deze keten heeft het gebruik van de materialen op de gehele footprint een grote impact. Hiervoor wordt verwezen naar de gezamenlijke studie binnen de railinfraketen, onder regie van Railforum, en beschreven in het rapport “ CO2-voetafdruk van de Nederlandse spoorketen “
CO2 ketenanalyse Versie: 1.0 Status: Definitief