Doelen ESDM Louis-Henri Periode: februari 2015 – mei 2015
Communicatie Bevorderen van spontaan gebruik van tweewoordszinnen Doel 1
Stappen
Hoe aanleren of oefenen?
Ideeën voor activiteiten
Tijdens zijn spontaan taalgebruik (dus niet direct geïmiteerd) voor verschillende communicatieve functies (vragen, becommentariëren, groeten, etc.), gebruikt LouisHenri meer tweewoordszinnen, zodat 1 op de 5 communicatieve uitingen tenminste een tweewoordszin is. a. Louis-Henri gebruikt spontaan losse woorden voor verschillende communicatieve functies (benoemen, verzoeken, weigeren, hulp vragen, aandacht delen, etc.) b. Louis-Henri imiteert tweewoordszinnen voor verschillende functies in 20% vd gevallen c. Louis-Henri gebruikt tweewoordszinnen voor verschillende functies met kleine prompts (bijv. wachten, hand uitsteken, eerste stukje van woord voorzeggen) in 20% vd gevallen d. Louis-Henri gebruikt spontaan vaker tweewoordszinnen voor verschillende communicatieve functies (20% van uitingen) gebruik de ‘1-woord-extra’-regel benoem regelmatig wat Louis-Henri doet, ziet of toont in tweewoordszinnen (bijv. Louis-Henri drinken/drinkt, auto rijden/rijdt, rode trein, jas aan, etc.) breidt de taal van Louis-Henri met 1 woord extra uit (bijv. als hij vraagt: “helpen”, dan vul je aan “mama helpen”, of als hij zegt “hond” dan vul je aan wat het hondje doet, bijv. “hondje blaffen/blaft” of “hondje springen/springt” herhaal dezelfde zinnetjes binnen een activiteit regelmatig probeer tweewoordszinnen te ‘belonen’ door bijv. bij hulp vragen of enthousiast reageren op tonen te wachten totdat hij een tweewoordszin gebruikt tijdens allerlei spelactiviteiten tijdens allerlei dagelijkse activiteiten, zoals eten, aankleden, in bad gaan, … tijdens het autorijden …
Antwoorden met ‘ja’ en ‘nee’ in combinatie met ja-knikken en nee-schudden Doel 2
Stappen
Hoe aanleren of oefenen?
In reactie op eenvoudige vragen (bijv. wil je..? past die hier?), antwoordt Louis-Henri met “ja” of “nee” in combinatie met ja-knikken en nee-schudden, in 25% van de gevallen. a. Louis-Henri reageert op eenvoudige vragen met ja of nee (zonder knikken of schudden) b. Louis-Henri imiteert ja-knikken en nee-schudden in 25% van de gevallen c. Louis-Henri reageert met ja-knikken of nee-schudden in 10% van de gevallen d. Louis-Henri reageert met ja-knikken of nee-schudden in 25% van de gevallen gebruik zelf regelmatig een overdreven vorm van nee-schudden en ja-knikken in de communicatie met Louis-Henri doe nee-schudden en ja-knikken voor in de keuzes die je hem geeft, bijv. “wil je a of b?”, Louis-Henri kiest a, toon dan “b, neeee + nee-schudden”, geef vervolgens “a, jaaa + ja-schudden”. vraag regelmatig of hij iets wil voordat je het hem geeft: bijv. “wil je koekje? / Louis-Henri koek?”, wacht dat tot hij ja zegt en stimuleer dan ja-knikken door het voor te doen en te wachten totdat hij dit nadoet (probeer dit niet meer dan 1 of 2x, zodat hij niet gefrustreerd geraakt)
JARYMKE MALJAARS, ORTHOPEDAGOGE
[email protected] http://ppw.kuleuven.be/home/PraxisP/
-
-
Ideeën voor activiteiten
-
biedt dingen aan die hij niet wil: bijv. eten wat hij niet graag eet, speelgoed dat hij niet wil en zeg dan “neee + nee-schudden”, laat hem dit nadoen en geef vervolgens wat hij wel wil doe dingen af en toe fout: bijv. stuk van de puzzel in een verkeerd gat proberen en dan overdreven nee-schudden (kies hier neutrale activiteiten, dus geen dingen die hij niet ‘mag’ doen) tijdens keuzemomenten bij dingen die hij graag wil hebben / doen, eerst vragen om bevestiging tijdens spelactiviteiten, zoals puzzelen, sorteren …
Sociale interactie Beurt nemen en op beurt wachten tijdens spel Doel 3 Stappen
Hoe aanleren of oefenen?
Ideeën voor activiteiten
Tijdens eenvoudig spel met verbale instructie door de volwassene, kan Louis-Henri de beurt nemen en op zijn beurt wachten gedurende 2-3 rondes. a. Neemt zelf de ‘eerste beurt’ bij spel b. Geeft op verzoek materiaal aan de ander (hand uitsteken, vragen, benoemen dat je het nu gaat nemen), ander voert kort een handeling uit (max. paar seconden) en geeft materiaal weer terug aan Louis-Henri c. Geeft spontaan het materiaal aan de ander, wanneer de volwassene zegt wie de beurt heeft (75% van de gevallen) d. Neemt 2-3 rondes de beurt en wacht op zijn beurt met extra verbale prompts (“mama trommelen, Louis-Henri trommelen”, “Louis-Henri wachten”) of fysieke prompts, zoals zachtjes de handen/armen tegenhouden e. Neemt 2-3 rondes de beurt zonder extra verbale of fysieke prompts, behalve aangeven wie de beurt heeft “mama’s beurt, Louis-Henri’s beurt” of “mijn beurt, jouw beurt” benoem de beurten neem in het begin enkel zeer korte beurten om frustratie te voorkomen / te beperken zorg ervoor dat je je eigen beurt altijd op dezelfde manier aankondigt, bijv. door te zeggen “mama’s beurt” en op zijn schouder te tikken wanneer Louis-Henri materiaal niet af wil geven, kun je dit stimuleren door eerst even te wachten, je hand uit te steken, te vragen of anders te nemen (benoem dit), houdt eventueel zijn handen zachtjes vast als hij even moet wachten gebruik eenvoudig spelmateriaal waarbij je gemakkelijk beurt kunt nemen: bijv. een bal heen en weer rollen, stokje doorgeven bij het trommelen, om de beurt blazen met de bellenblaas, om de beurt op een knop duwen van ‘actie-reactie’materiaal, om de beurt een blok op de toren doen, om de beurt een puzzelstukje puzzelen, …
Imitatie Imiteren van bewegingen en gebaren zonder voorwerpen in liedjes/versjes/spelletjes Doel 4
Stappen
Tijdens activiteiten zoals muziek, liedjes, versjes, bewegingsspelletjes, wanneer een volwassene een beweging voordoet, imiteert Louis-Henri 2-3 verschillende bewegingen, in 50% van de gevallen. a. Louis-Henri kijkt kort naar de gebaren die een ander maakt b. Louis-Henri imiteert meeklappen met muziek of liedjes (met fysieke prompt) in 25% van de gevallen
JARYMKE MALJAARS, ORTHOPEDAGOGE
[email protected] http://ppw.kuleuven.be/home/PraxisP/
c.
Hoe aanleren of oefenen?
Ideeën voor activiteiten
Louis-Henri imiteert of maakt één eenvoudige beweging met de handen (anders dan klappen) met fysieke prompt (letterlijk hand-over-hand samen doen) in 50% van de gevallen d. Louis-Henri imiteert één eenvoudige beweging met de handen (anders dan klappen) met een gedeeltelijke fysieke prompt (handen aantikken of in de startpositie brengen) (25% van de gevallen) e. Louis-Henri imiteert één eenvoudige beweging met de handen zonder fysieke prompt (50% van de gevallen) f. Louis-Henri imiteert twee verschillende eenvoudige bewegingen met de handen zonder fysieke prompt (50% van de gevallen) - meeklappen met muziek - gebruik een liedje waarin maar 1 gebaar voorkomt (dat telkens herhaalt wordt) - liedje doen voor een belonende activiteit - stappen in het prompten: eerst hand-over-hand samen doen (bijv. als je tegenover hem zit of als hij op schoot zit), probeer het samendoen af te bouwen door: alleen het begin samen te doen, alleen de hand aan te tikken, te wachten met verder zingen - Kies een gemakkelijke beweging uit (leer slechts 1 gebaar/beweging in een liedje per keer aan). - oefenen van meeklappen bij het muziek luisteren - we kiezen best hetzelfde eenvoudige liedje om te oefenen (met één beweging, bij voorkeur een redelijk ‘grove’ beweging
Imiteren van 2 stappen of 2 verschillende functionele spelhandelingen met hetzelfde materiaal Doel 5
Stappen
Hoe aanleren of oefenen?
Ideeën voor activiteiten
Nadat een volwassene functionele spelhandelingen met spelmateriaal voordoet, imiteert Louis-Henri spelhandelingen met voorwerpen (2 nieuwe stappen of 2 nieuwe verschillende handelingen met hetzelfde materiaal) in 80% van de gevallen. a. Louis-Henri imiteert een bekende handeling met spelmateriaal b. Louis-Henri imiteert een nieuwe handeling met hetzelfde spelmateriaal of dezelfde handeling met ander/nieuw spelmateriaal met een fysieke prompt (bijv. samen hand-over-hand doen, begin samen doen, aantikken) in 50% vd gevallen c. Louis-Henri imiteert een nieuwe handeling met hetzelfde spelmateriaal of dezelfde handeling met ander/nieuw spelmateriaal met een verbale prompt (benoemen wat hij moet doen) in 50% vd gevallen d. Louis-Henri imiteert twee verschillende handelingen met enkel verbale prompts in 50% van de gevallen e. Louis-Henri imiteert twee verschillende handelingen in 80% van de gevallen Gebruik soortgelijk – identiek of zeer gelijkend – speelgoed of verschillende onderdelen van hetzelfde speelgoed: - Begin met het nadoen van wat je kind aan het doen is en benoem de voorwerpen en handelingen die je kind uitvoert - Kom met een variatie, benoem deze handeling - Pauzeer en kijk of hij spontaan gaat nadoen - Zo niet, help hem dan om je na te doen - Reageer enthousiast als je kind de handeling nadoet - allerhande spelmateriaal: auto’s, treinen, dieren, poppetjes, etc.
JARYMKE MALJAARS, ORTHOPEDAGOGE
[email protected] http://ppw.kuleuven.be/home/PraxisP/
Spel Spontaan uitvoeren van functionele handelingen met een voorwerp en een pop/knuffel/dier Doel 6
Stappen
Hoe aanleren of oefenen?
Ideeën voor activiteiten
Wanneer de het spelmateriaal aanwezig is, voert Louis-Henri spontaan losse functionele handelingen uit met een voorwerp en een pop/knuffel/dier in drie verschillende spelsituaties (bijv. rondom eten, in bad gaan, naar bed gaan) in 80% vd gevallen. a. Louis-Henri voert een functionele handeling met bekende gebruiksvoorwerpen (bijv. een beker, tandenborstel, kam) bij zichzelf uit in 80% vd gevallen b. Louis-Henri voert een functionele handeling met gebruiksvoorwerpen uit bij een ander (met verbale prompts) in 80% vd gevallen c. Louis-Henri voert een bekende functionele handeling uit met een voorwerp en een pop/knuffel/dier met fysieke en/of verbale prompt in 80% vd gevallen d. Louis-Henri voert verschillende losse functionele handeling uit binnen een tot twee spelsituaties zonder fysieke prompts in 50% vd gevallen e. Louis-Henri voert verschillende losse functionele handeling uit binnen drie spelsituaties zonder fysieke en verbale prompts in 80% vd gevallen - benoem handelingen - werk met dubbele materialen, bijv. twee knuffels en twee bekers, zodat Louis-Henri handelingen kan imiteren / doe het om de beurt - opbouw in moeilijkheidsgraad: uitvoeren bij zichzelf, uitvoeren bij de ander, uitvoeren bij een pop/knuffel - pop/knuffel met gebruiksvoorwerpen (dit kunnen ook gewoon echte voorwerpen zijn zoals een tandenborstel, vork, zonnebril, etc.)
Cognitie Benoemen van basiskleuren (rood, geel, blauw, groen) Doel 7 Stappen
Hoe aanleren of oefenen?
Ideeën voor activiteiten
Spontaan of op vraag, benoemt Louis-Henri de vier basiskleuren (rood, geel, blauw en groen) correct in 90% vd gevallen. a. Louis-Henri sorteert voorwerpen of vormen op kleur (rood, geel, blauw en groen) 80% correct b. Louis-Henri benoemt twee kleuren op vraag of spontaan correct met een kleine verbale prompt (voorzeggen, begin van woord zeggen, …) in 50% vd gevallen c. Louis-Henri benoemt twee kleuren correct in 75% vd gevallen d. Louis-Henri benoemt drie kleuren correct in 75% vd gevallen e. Louis-Henri benoemt vier kleuren correct in 90% vd gevallen - benoem regelmatig de kleuren van voorwerpen waar Louis-Henri mee speelt - biedt keuzes aan met kleuren - probeer niet voortdurend te vragen: “welke kleur is dit?”, maar het eerder op een speelse manier aan te leren - alle spelactiviteiten en dagelijkse activiteiten waar deze kleuren in voorkomen
Sorteren van verschillenden voorwerpen of afbeeldingen in twee categorieën Doel 8
Stappen
Wanneer Louis-Henri twee verschillende soorten voorwerpen of afbeeldingen heeft en een volwassene geeft aan dat hij ze dient te sorteren (bijv. door de eerste twee voor te doen of bij een bekende taak), sorteert Louis-Henri tenminste 6 voorwerpen of afbeeldingen in de juiste categorie, in 80% vd gevallen. a. Louis-Henri matcht 2 identieke voorwerpen in twee categorieën in 80% vd gevallen
JARYMKE MALJAARS, ORTHOPEDAGOGE
[email protected] http://ppw.kuleuven.be/home/PraxisP/
b.
Hoe aanleren of oefenen? Ideeën voor activiteiten
Louis-Henri matcht 2 identieke afbeeldingen in twee categorieën in 80% vd gevallen c. Louis-Henri matcht 4 redelijk gelijkende voorwerpen in twee categorieën in 80% vd gevallen d. Louis-Henri matcht 4 redelijk gelijkende afbeeldingen in twee categorieën in 80% vd gevallen e. Louis-Henri matcht 6 verschillende voorwerpen of afbeeldingen in twee categorieën in 80% vd gevallen - eerst een aantal voorwerpen/afbeeldingen voordoen - benoemen wat bij wat hoort, zeker wanneer het fout gaat (eventueel fysiek bijsturen) - sorteeropdrachten - verschillend spelmateriaal opruimen in twee aparte bakken (bijv. bak voor stukken rails en bak voor treinen, bak voor dieren en bak voor blokken) - evt. helpen bij huishoudelijke klusjes (bestek sorteren, was sorteren), als hij daar interesse voor heeft
Fijne motoriek Na het voorbeeld of instructie door een volwassene of spontaan, tekent Louis-Henri met eenvoudige bewegingen (circulaire beweging), stippels/streepjes en horizontale/verticale lijnen in 80% van de gevallen. Doel 9
Stappen
Hoe aanleren of oefenen?
Ideeën voor activiteiten
Nadat een volwassene functionele of doen-alsof spelhandelingen met spelmateriaal voordoet, imiteert Louis-Henri spelhandelingen met voorwerpen (2 stappen of 2 verschillende handelingen met hetzelfde materiaal) in 80% van de gevallen. a. Louis-Henri maakt willekeurige krassen bij het tekenen b. Louis-Henri imiteert grote circulaire bewegingen bij het tekenen met fysieke prompts in 80% vd gevallen c. Louis-Henri imiteert grote circulaire bewegingen bij het tekenen zonder fysieke prompts in 80% vd gevallen d. Louis-Henri imiteert stippels / korte streepjes met fysieke prompts in 80% vd gevallen e. Louis-Henri imiteert stippels / korte streepjes zonder fysieke prompts in 80% vd gevallen f. Louis-Henri imiteert gericht rechte horizontale of verticale lijnen met fysieke prompts in 80% vd gevallen g. Louis-Henri imiteert gericht rechte horizontale of verticale lijnen zonder fysieke prompts in 80% vd gevallen - imiteren van bewegingen in zand, scheerschuim, water - imiteren van tekenbewegingen met vingerverf - imiteren van tekenbewegingen met beginnend tekenmateriaal (knotsstiften, stoepkrijt, extra dikke stiften of krijtjes) - imiteren van tekenbewegingen met gewone stiften -
Persoonlijke vaardigheden Uittrekken en aandoen van broek Doel 10 Stappen
Na de opdracht van een volwassene of spontaan, doet Louis-Henri zelf zijn broek uit of aan (m.u.v. het open en dichtdoen van knopen/ritsen). Broek uitdoen Broek aandoen
JARYMKE MALJAARS, ORTHOPEDAGOGE
[email protected] http://ppw.kuleuven.be/home/PraxisP/
a.
Hoe aanleren of oefenen? Ideeën voor activiteiten
Wanneer zijn broek is gezakt tot a. Laat Louis-Henri zitten als je zijn op zijn enkels (wordt door benen door de broekspijpen volwassene gedaan), gaat Louissteekt, trek de broek op tot boven Henri zitten. Dan trekt de zijn knieën en laat hem gaan volwassene één broekspijp over staan. Laat Louis-Henri de broek een voet en trekt hij zelf de broek (evt. met lichte fysieke hulp) van zijn laatste been/voet. verder optrekken tot halverwege b. Zie vorige stap, alleen trekt Louisof helemaal over zijn billen. Henri nu beide broekspijpen uit b. Zie vorige stap, maar trek de (evt. met lichte fysieke hulp) broek nu maar een klein stukje op c. Zie vorige stappen, laat de broek en laat Louis-Henri de broek nu slechts tot zijn knieën zakken. verder naar boven trekken. Louis-Henri duwt de broek nu c. Zie vorige stappen, laat hem nu eerst iets verder naar beneden twee voeten zoveel mogelijk zelf vooraleer hij zijn voeten eruit kan in de pijpen steken (terwijl de halen. volwassene de broek voor hem d. Zie vorige stappen, trek de broek houdt). nu alleen over zijn billen, laat d. Zie vorige stappen, geef de broek Louis-Henri de broek verder naar aan Louis-Henri en hou samen de beneden duwen. broek vast, terwijl hij zijn voeten e. Zie vorige stappen, laat Louisin de pijpen steekt Henri helpen met het openen van e. Zie vorige stappen, laat Louiszijn broek (indien van toepassing), Henri zelf de broek vasthouden zorg dat de broek goed open is en als hij zijn voeten erin steekt. laat Louis-Henri daarna de broek helemaal naar beneden duwen. - begin met makkelijk zittende, niet te strakke broeken - tegelijkertijd voordoen wat hij moet doen - samen hand-over-hand de stap uitvoeren en ondersteuning steeds verder weglaten - aan- en uitkleedmomenten
JARYMKE MALJAARS, ORTHOPEDAGOGE
[email protected] http://ppw.kuleuven.be/home/PraxisP/