docentenhandleiding De maatschappij dat ben JIJ Methode burgerschap voor het MBO
2. Politiek-‐Juridische dimensie
Versie 2.0 augustus 2015
1
Aanleiding De samenleving verlangt van de school dat ze de jongeren kwalificeert voor een zelfstandig bestaan en socialiseert als burger. Bij het vak Burgerschap gaat het om het samen leven. Burgerschap gaat over kennis van onze politieke instituties, de spelregels die worden gehanteerd en het gedrag dat daarbij past. In een samenleving met veel diversiteit en dynamiek is een besef en bewustzijn onder jongeren van deze spelregels en essentiële waarden cruciaal. Het is een hele kunst om hen hier gemotiveerd mee aan de slag te laten gaan. Een samenhangende en aansprekende aanpak binnen het curriculum van de opleiding helpt daarbij. Met de methode ‘De maatschappij dat ben JIJ’ behalen jongeren de kwalificatie-‐eisen voor Burgerschap. Maar veel belangrijker nog: jongeren worden gevormd tot een sociale zelfredzame burger met een goed beeld van hun rol in de samenleving. De burgerschapsmethode heeft als doel jongeren te vormen tot een sociale zelfredzame burgers met een goed beeld van hun rol in de huidige en toekomstige samenleving. Daarmee wordt de basis gelegd voor een bestendige toekomst. De jongeren krijgen kennis en vaardigheden aangereikt en er wordt veel aandacht besteed aan attitudevorming. Het uitgangspunt is dat jongeren inzien dat ze hun eigen rol voor een groot deel zelf (gunstig) kunnen beïnvloeden.
De maatschappij dat ben JIJ is ontwikkeld door Codename Future. En is mede tot stand gekomen dankzij financiële steun van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
2
Inhoud Aanleiding ............................................................................................................................................................................... 2 Wat is ‘De maatschappij dat ben JIJ’? .......................................................................................................................... 4 Samenhang met Loopbaan .............................................................................................................................................. 4 Wat moet ik doen als docent? ......................................................................................................................................... 5 Hoe kom ik er aan? .............................................................................................................................................................. 5 Hoe zit de methode in elkaar? ........................................................................................................................................ 6 2. Politiek juridische dimensie ....................................................................................................................................... 7 Politiek juridische dimensie | 2.1 Democratie, hoezo? ........................................................................................................................ 8 Politiek juridische dimensie | 2.2 Politiek en overheid: hoe werkt dat? .................................................................................... 17 Politiek juridische dimensie | 2.3 Kiezen… wat kan ik kiezen? ...................................................................................................... 20 Politiek juridische dimensie | 2.4 Invloed hebben ............................................................................................................................... 23 Politiek juridische dimensie | 2.5 Wat mag ik en moet ik? .............................................................................................................. 27 Politiek juridische dimensie | 2.6 Recht op vrije meningsuiting ................................................................................................... 32 Politiek juridische dimensie | 2.7 Verschillende standpunten ....................................................................................................... 36 Politiek juridische dimensie | Gastlessen en verrijkingslessen ...................................................................................................... 41
3
Wat is ‘De maatschappij dat ben JIJ’? ‘De maatschappij dat ben JIJ’ is de nieuwe methode voor burgerschap in het MBO (niveau 2, 3 en 4). De methode heeft als doel jongeren te vormen tot een sociale zelfredzame burgers met een goed beeld van hun rol in de huidige en toekomstige samenleving.
Speerpunten van de methode De methode ‘De maatschappij dat ben JIJ’ biedt: • … een samenhangende en aansprekende inhoud, gericht op de belevingswereld van jongeren. Naast het theoretisch kader, voorziet de methode vooral in een vertaling van begrippen naar de situatie van jongeren zelf. Door middel van praktische verwerkingsopdrachten leert de jongere zijn eigen rol kennen en wat het onderwerp voor hem kan betekenen. Er wordt veel aandacht besteed aan attitudevorming. Het uitgangspunt is dat jongeren inzien dat ze hun eigen rol voor een groot deel zelf (gunstig) kunnen beïnvloeden. • … structuur voor inhoud en vorm van de lessen burgerschap. De methode dekt de inhoudelijke eisen van het vak burgerschap. De vier dimensies – de politiek/juridische dimensie, de sociaal/maatschappelijke dimensie, de economische dimensie en de dimensie vitaal burgerschap – komen allemaal aan bod. Elke dimensie bestaat uit circa 7 lessen waarin je als docent kunt variëren in werkvormen die klassikaal, zelfstandig of in groepjes worden uitgevoerd. • … structuur voor ‘peer education’: de jongere gaat individueel en in de groep aan de slag met burgerschap. Jongeren leren het meeste van eigen ervaringen en de ervaringen van anderen. In de lessen en opdrachten worden deze leer-‐ en reflectiemomenten gefaciliteerd door ervaringen, gedachten en meningen uitgewisseld in een klassengesprek. Dit gebeurt aan de hand van stellingen, de actualiteit, filmpje en groepsopdrachten. De meningen van klasgenoten en vrienden kunnen nieuwe inzichten voor de jongeren bieden om uiteindelijk een eigen standpunt in te kunnen nemen.
Samenhang met Loopbaan De burgerschapsmethode ‘De maatschappij dat ben JIJ’ sluit naadloos aan bij ‘Werken aan je Toekomst’, de methode voor een succesvolle loopbaanoriëntatie in het MBO. Werken aan je Toekomst heeft als doel de zelfredzaamheid van jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten, om hen een reëel beeld te geven van hun toekomstperspectief en de wijze waarop zij daar zelf invloed op hebben. Kijk voor meer informatie op: www.werkenaanjetoekomst.nl.
4
Wat moet ik doen als docent? De docent is een belangrijke schakel in het onderwijs en uiteraard ook voor een goede vorming en socialisatie van jongeren. De methode ‘De maatschappij dat ben JIJ’ biedt de inhoud en structuur voor de lessen Burgerschap. De lessen bestaan met name uit klassikale digibordlessen en waar de peer-‐educatie plaatsvindt. Het werkboek van de leerlingen sluit aan op de structuur van de digibordlessen. De voornaamste rol van de docent daarbij coachen en reflecteren. De digibordlessen ondersteunen de docent daarbij en met suggesties uit de handleiding legt de docent verbanden tussen de theorie en de ervaringen van de jongeren. De methode ondersteunt en faciliteert de docent om de jongere te motiveren om een goed beeld te ontwikkelen van hun rol in de samenleving. Hoe? • Klassengesprekken leiden In de lessen vinden regelmatig klassengesprekken plaats. Tijdens deze gesprekken bent u de facilitator. De onderlinge uitwisseling van gedachten en meningen van de jongeren is het doel van het gesprek. In de lesplannen staan gespreksuggesties. • Lesplannen en gespreksuggesties gebruiken De handleiding biedt onder meer een lesplan en gesprekssuggesties per les waarmee u als zich volledig en snel kan voorbereiden op de les. • Hulp krijgen bij plaats en organisatie van loopbaan & burgerschap in het curriculum Wij geven hulp bij plaats en organisatie van loopbaan & burgerschap in het curriculum. We bieden hiervoor een docententraining, waarin we met de docent(en) een plan van aanpak maken voor het curriculum ‘loopbaanoriëntatie’ en burgerschapsvorming. Hierin wordt aandacht besteed aan het praktisch werken met de methode en de didactiek. Het resultaat is dat de docent direct aan de slag kan met de methode, in samenhang met de eventuele aanvullende activiteiten van binnen en buiten de school. Voor kosten en meer informatie:
[email protected]. • ‘In het echt’ De lessen worden versterkt door bijvoorbeeld gastlessen te organiseren, een bezoek aan een culturele instelling te plannen of bijvoorbeeld een moskee of synagoge te bezichtigen. Haal ook zoveel mogelijk de actualiteit aan, zodat deze middels het onderwerp of thema geduid kan worden. Een kleine selectie die wij voor u hebben gemaakt staat in de bijlage ‘Gastlessen’ in deze handleiding. • Verdieping Heeft u en uw leerlingen behoefte om door te gaan op een bepaald onderwerp? Per les wordt kort aangegeven welke lesmaterialen er beschikbaar zijn die passen bij een bepaald onderdeel uit de les.
Hoe kom ik er aan? U kunt ‘De maatschappij dat ben JIJ’ bestellen door u aan te melden via www.demaatschappijdatbenjij.nl onder het tabblad ‘Aanmelden’.
5
Hoe zit de methode in elkaar?
Werken in de Workspace De digibordlessen staan klaar in de leeromgeving van Codename Future: de Workspace. De lessen zijn klassikaal, zodat er discussie en afweging van verschillende meningen mogelijk is. Het inloggen in de les gaat als volgt: 1. Ga naar www.codenamefuture.nl. 2. Vul gebruikersnaam en wachtwoord in, rechtsboven in venster. 3. Ga naar het tabblad ‘School’. 4. Ga naar het lesarrangement ‘Politiek Juridische dimensie’. 5. Klik op de lestitel om de les te openen. Workspace-‐tips • De les opent altijd op de plaats waar u de vorige keer gebleven was. • Leerlingen (en u ook) kunnen hun wachtwoord (niet hun gebruikersnaam) wijzigen via > Persoonlijk > Instellingen > Wachtwoord wijzigen. • Bureaublad van de leeromgeving wijzigen? > Persoonlijk > Instellingen > Workspace. • Is een leerling het wachtwoord vergeten? U kunt het als docent altijd terugvinden: > Organisatie > Gebruikers > naam invullen > Zoeken
Werkboek
Een regelmatig terugkerend onderdeel in de methode is het werkboek. Het werkboek is te koop via verschillende kanalen (van Dijk, Lucie Wernergroep en Codename Future). Het werkboek heeft als ISBN 978-‐90-‐823861-‐3-‐4. Hier noteert hij/zijn zijn of haar inzichten die tijdens de klassikale lessen aan bod komen en is de theorie nog kort en bondig samengevat. U kunt de vragen in het werkboek tijdens de les laten invullen (als een soort ‘kijkvraag-‐functie’ – leerlingen actief tijdens de klassikale les te laten zijn) of pas laten invullen voordat de leerlingen aan de slag gaan met de opdrachten (als een soort ‘overhoor-‐functie’ – wat heeft hij/zij ervan opgestoken).
Toets Aan het einde van elke dimensie is er een toets met 22 multiple-‐choice vragen beschikbaar. Deze toets is zowel in de Workspace als op papier beschikbaar. Tijdens de docententraining worden alle materialen aan u uitgeleverd.
Gastlessen en verdiepingslessen Belangrijk bij het vak Burgerschap is om de wereld van buiten te verbinden met de aangeboden theorie en de besproken ervaringen van de jongeren vanuit de methode. Daardoor wordt de betrokkenheid bij specifieke thema's sterk vergroot. Na elke dimensie is een overzicht opgenomen van organisaties en lesmaterialen die aansluiten bij de lessen uit de dimensie.
6
2. Politiek juridische dimensie “Participatie in formele zin en (inter)actieve vormen van betrokkenheid bij besluitvorming op verschillende politieke niveaus en actuele issues. De leerling heeft daarbij kijk op verschillende opvattingen en belangen en basiswaarden in de samenleving.“ (in de kern: Waar ligt voor jou de grens en hoe gaan we daar als samenleving mee om?)
Lessenoverzicht
2.1 Democratie, hoe zo? (120 minuten) De jongeren onderzoeken hoe de democratie werkt en hoe de overheid is georganiseerd. 2.2 Politiek en overheid: hoe werkt dat? (90 minuten) Deze les gaat over politiek en overheid. Hoe kun je jouw mening laten horen in de democratie? Wat gebeurt er nou precies in de Tweede Kamer en wie is verantwoordelijk voor wat? 2.3 Kiezen… wat kan ik kiezen? (90 minuten) Welke partij past bij jouw meningen en standpunten? In deze les gaat het over stemmen en kiezen. 2.4 Invloed hebben (90 minuten) Leerlingen oriënteren zich op de andere mogelijkheden die je hebt om je stem te laten horen en invloed te hebben, naast het uitbrengen van je stem. 2.5 Wat mag en moet ik? (90 minuten) In deze les gaan de jongeren actief aan de slag met de grondrechten en vrijheid. Ze worden zich bewust van de waarde van grondrechten voor burgers in Nederland: ze garanderen vrijheden en bestaanszekerheid. 2.6 Recht op vrije meningsuiting (50 minuten) In deze les gaan de jongeren aan de slag met het onderwerp democratie, en in het bijzonder het recht op vrije meningsuiting. 2.7 Verschillende standpunten (2 x 50 minuten) De leerlingen maken kennis met verschillende maatschappelijke vraagstukken en denken na over hun eigen standpunten. Wat vind je belangrijk? Welke andere standpunten zijn er? Hoe vind je een compromis?
7
Politiek juridische dimensie | 2.1 Democratie, hoezo? 120 minuten
In deze les gaan de leerlingen onderzoeken hoe de democratie werkt en hoe de overheid is georganiseerd. Leerdoelen • De leerling weet waar het bij de politiek-‐juridische dimensie van burgerschap om gaat. • De leerling weet wat democratie inhoudt. • De leerling weet dat je diverse manieren hebt om invloed uit te oefenen. Doorloop De les begint klassikaal: waar gaat het om in de politiek juridische dimensie? Daarna volgt een kort animatiefilmpje over democratie en een discussie: heeft het zin om als jongere je stem te laten horen? Vervolgens gaan de leerlingen zelfstandig in de Workspace onderzoeken wat de overheid doet en hoe zij invloed kunnen hebben op besluiten van de overheid. De les wordt klassikaal afgesloten met een satirisch filmpje over dictatuur. Op basis daarvan denken de leerlingen nog een keer na over de kenmerken van democratie. Globale tijdsindeling 20 minuten Introductie en quiz, klassikaal 20 minuten Zelf aan de slag in de Workspace 15 minuten Afsluiting, klassikaal Benodigdheden Docent: Digibord met geluid, internet / WiFi, Leerlingen: computers, de leerlingen hebben hun smartphone of laptop nodig om met een online quiz mee te doen (Kahoot.it), werkboek. Quiz met Kahoot.it Wij hebben de quiz voor u klaar gezet! https://play.kahoot.it/#/k/3c6cea18-‐5de2-‐4095-‐9323-‐ 55f21d57c94e (de link staat ook in de Workspace).
Klik op ‘play’.
Klik op ‘Start now’. In het plaatje ernaast wordt kort zichtbaar hoe de quiz werkt.
8
Wat u als docent ziet:
Wat de leerlingen zien op hun smartphone:
Elke keer als de quiz wordt opgestart wordt er automatisch een nieuwe ‘game-‐pin’ aangemaakt.
De leerlingen loggen in met deze game-‐pin op kahoot.it. Ze gebruiken een ‘Nickname’ om in te loggen (bv hun voornaam).
Voorbereiding en organisatie • Neem de les van tevoren door; • Zorg voor voldoende computers (1 per leerling) met internetaansluiting. • Werkvorm: Hoe oefen je invloed uit? Download het werkblad op: www.demaatschappijdatbenjij.nl/materialen Opdrachten Opdracht 1 – Wat weet je al? (bladzijde 46) Lesplanning 2.1 Democratie, hoe zo? – klassikaal Nr 1.a
1.b
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen Bekijk het filmpje waarin jongeren vertellen wat democratie volgens hen is. Vraag: • Wat is democratie volgens jou? • Wat zou er beter kunnen aan onze democratie?
Tijd 5 m
Bespreek: We gaan het in de komende lessen hebben over burgerschap en om precies te zijn de politieke en juridische aspecten ervan. Het gaat erom: wat mag en moet je? Wat zijn je rechten, wat zijn je plichten?
5 m
9
1.c
Welke rechten heb je? 10 m Denk aan: recht op eerlijke en gelijke behandeling, recht op onderwijs, recht op bepaalde uitkeringen, stemrecht (18+). Welke plichten heb je? Denk aan belasting betalen, je aan de wet houden, leerplicht. De leerdoelen van deze les. 5 m ** Lees de theorie van de les door in het Werkboek, bladzijde 45. **
1.d
2.a
2.b
Leerlingen bekijken in deze les hoe democratie en de overheid precies werken. Laat het filmpje zien: https://www.youtube.com/watch?v=OXPkLzLnA F0 ** De leerlingen schrijven een aantal steekwoorden op in het Werkboek., bladzijde 46 ** Vraag: • Wat hebben jullie opgeschreven? • Waar gaat het om bij democratie? Democratie betekent letterlijk ‘regering van het volk’. Het is een regeringsvorm waar de meerderheid van het volk beslist. In een democratie is iedere stem van een burger gelijk. Haal de definitie aan: Democratie betekent letterlijk "regering van het volk". Het is een regeringsvorm waar de meerderheid van het volk beslist. In een democratie is iedere stem van een burger gelijk. Elke stem is gelijk: het maakt dus niet uit of je rijk of arm bent, dik, dun, autochtoon, allochtoon, man of vrouw.
10 m
5 m
10
2.c
2.d
Zeg: Op papier is elke stem even veel waard. Maar heb jij als jongere het gevoel dat er ook naar je geluisterd wordt? Discussieer over de stelling: “De politiek luistert toch niet naar jongeren, dus je stem laten horen heeft geen zin…”
10 m
Hoe werkt de politiek? Start de Kahoot quiz. U kunt op de link klikken op het digibord.
15 m
Doorloop van de Kahoot quiz (10 vragen): In onderstaande plaatjes staat links het scherm wat op het digibord wordt getoond. Rechts ziet u het plaatje wat de leerling ziet op zijn smartphone. NB de quiz kan door leerlingen ook gemaakt worden met de computer of tablet. https://play.kahoot.it/#/intro?quizId=3c6cea18-‐5de2-‐4095-‐9323-‐55f21d57c94e.
Klik op ‘Play’
Leerlingen geven een ‘nickname’ op (hun eigen voornaam). (Let op: dit plaatje is een
Klik op ‘Start now’
De namen verschijnen in Kahoot. Links ziet u hoeveel spelers zijn ingelogd. Is iedereen ingelogd?
Leerlingen loggen in met de unieke game-‐pin. Het cijfer vullen zij in op hun smartphone via kahoot.it.
De vragen worden geladen.
11
voorbeeld!)
Klik op ‘Start now’.
De eerste vraag wordt geladen. LET OP: de teksten van de antwoorden verschijnen op het digibord! De leerlingen kiezen het bijpassende symbool.
Leerlingen hebben 30 seconden de tijd om de vraag te beantwoorden. Nadat iedereen heeft geantwoord verschijnt het goede antwoord en feedback voor de leerling. Vraag 1: “Wie bepaalt welke mensen er in de Tweede Kamer zitten?” Wij – door de verkiezingen
Het tussentijdse scoreboard wordt Vraag 2: getoond. Klik op ‘Next’ om naar de “Hoe vaak zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer?” volgende vraag te gaan. Elke 4 jaar
De score wordt getoond. De leerling ziet direct of zijn antwoord goed of fout is.
Vraag 3: “Wat is democratie?” Dat de macht bij het volk ligt.
Direct wordt getoond wat de leerlingen hebben geantwoord. Klik op ‘Next’ om door te gaan.
De leerlingen kiezen het symbool van het antwoord.
Vraag 4: “Hoeveel leden heeft de
Tweede Kamer?”
150
12
Vraag 5: “Wie beslist er welke vakken op
Vraag 6: “Wie bedenken meestal wetten?” Ministers
scholen gegeven moeten worden?”
Tweede Kamer
Vraag 8: “Zijn ze het in de Tweede Kamer altijd met elkaar eens?” Nee, want ze horen bij verschillende partijen
Vraag 7: “Wie bepaalt of de wetten ook echt doorgaan?” De leden van de Tweede en Eerste kamer
Vraag 10: “Wie is de baas in de Tweede Kamer?” Niemand – er is wel een voorzitter die zorgt dat er goed vergaderd wordt
Vraag 9: “Wat doen ze in de Tweede Kamer
als sommige partijen wel iets willen en andere niet?”
Erover stemmen, meeste stemmen gelden
De winnaar van de quiz wordt getoond.
De leerlingen kunnen de quiz beoordelen.
Het scoreboard van de klas wordt getoond. De quiz kan hierna worden afgesloten.
13
Lesplanning (vervolg) Nr 2.e
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen De leerlingen maken opdracht 1 in het Werkboek op bladzijde 46 en 47. Ze hebben deze vragen net gehad in de Kahoot. Antwoorden: 1A 6C 2B 7C 3B 8C 4B 9B 5C 10A Bekijk de tekst: “De overheid neemt besluiten namen ons allemaal en voert die uit” Zeg: Wat doet de overheid precies in onze democratie? Dat ga je nu zelf uitzoeken Ga aan de slag in de workspace. Je hebt ongeveer 20 minuten de tijd.
Tijd 5 m
2.f
5 m
-‐-‐ einde klassikaal deel
Les 2.1 Democratie, hoe zo? -‐ zelfstandig De leerlingen gaan zelfstandig in de Workspace onderzoeken wat de overheid doet en hoe zij invloed kunnen hebben op besluiten van de overheid.
Zelfstandig werken: de leerlingen bekijken een filmpje over de overheid en zoeken uit hoe de taken verdeeld zijn. Vervolgens maken ze een opdracht over manieren om invloed uit te oefenen op besluiten.
-‐-‐ einde individueel deel
20 m
14
2.1 Democratie, hoe zo? – klassikaal (vervolg, circa 40 minuten) De docent sluit de les klassikaal af: met behulp van de antwoorden van de leerlingen uit het zelfstandige deel, wordt de mening van de klas duidelijk. Welke onderwerpen vinden de leerlingen belangrijk en hoe zouden ze daar gehoor aan kunnen geven? 3.a
3.b
3.c
3.d
Klasselector: hiermee haalt u de meningen van de leerlingen terug uit het zelfstandige gedeelte. Zo kunt u het gesprek aangaan over ‘wat vindt de klas?’
5 m
Om een samenleving te kunnen besturen moeten er keuzes worden gemaakt. Hoe komen die keuzes tot stand in Nederland? Democratisch: volksvertegenwoordigers verdedigen het belang van hun achterban. Kun je in een democratie alleen stemmen, of ook nog iets anders? Ja bijvoorbeeld demonstreren, zelf politiek in gaan, burgerinitiatief beginnen
5m
Uitslag van de vraag aan de klas ‘Welke onderwerpen zijn belangrijk voor jou?’. Laat met behulp van de antwoorden uit de zelfstandige module zien welke onderwerpen hoog op de agenda staan bij de leerlingen van uw klas. Laat vervolgens zien op welke manier zij het liefst aandacht zouden willen vragen voor hun thema.
10 m
Uitslag van de vraag aan de klas ‘Hoe zou jij aandacht willen krijgen voor je onderwerp?”
5 m
15
3.e
Werkvorm: Hoe oefen je invloed uit? (uitgave van ProDemos) Download het werkblad op: www.demaatschappijdatbenjij.nl/materialen
3.f
15 m
Bron: ProDemos – Huis voor democratie en rechtstaat, ‘Tien werkvormen over democratie’, ISBN 978 90 6473 5011(
Kies 2-‐5 situaties, naar gelang de tijd. Einde van de les Reflecteer op: Wat weet je nu over democratie? Hoe belangrijk vind je democratie nu?
5 m
16
Politiek juridische dimensie | 2.2 Politiek en overheid: hoe werkt dat? 90 minuten
Leerlingen leren in deze les hoe de politiek werkt en hoe de regering in Nederland keuzes maakt. Hoe kun je jouw mening laten horen in de democratie? Wat gebeurt er nou precies in de Tweede Kamer en wie is verantwoordelijk voor wat? Leerdoelen • De leerling weet wat de Eerste en Tweede Kamer doen; • De leerling weet hoe politieke partijen samen een regering vormen; • De leerling weet wat de overheid is en doet. Doorloop De les begint klassikaal met een stuk theorie over de Tweede Kamerverkiezingen en de manier waarop de regering na de verkiezingen keuzes maakt. Leerlingen maken een presentatie over een politieke partij. Zij presenteren dit aan elkaar. Globale tijdsindeling 20 minuten Introductie begrippen en werking van politiek 30 minuten In groepjes een presentatie maken over een politieke partij (en dit presenteren) 5 minuten Korte afsluiting Benodigdheden Docent: Digibord met geluid (docent), internet Leerlingen: Werkboek Voorbereiding en organisatie • Neem de les van tevoren door. Opdrachten Opdracht 2 – Vragen tijdens het kijken (bladzijde 49) – individueel Opdracht 3 – Maak een filmpje, PowerPoint presentatie of een Prezi (bladzijde 50) – twee-‐ of drietallen Lesplanning Nr 1.a
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen Hoe kun je jouw mening laten horen? Maak een bruggetje van de vorige les naar deze: Nederland is parlementaire democratie. Dit is een volksvertegenwoordiging. Wij kiezen dus wie voor ons de keuzes maken. Hoe meer stemmen een bepaalde partij heeft, hoe meer ze kunnen betekenen om belangen te behartigen.
Tijd 5 m
17
1.b
1.c
De leerdoelen van de les. ** Lees de theorie op bladzijde 48 in het Werkboek. **
1.d
1.e
5 m
Begin de les met het activeren en uitvragen van 10 m voorkennis: • Wanneer mag je stemmen? Als je Nederlands staatsburger bent en minimaal 18 jaar • Hoe vaak mag je stemmen? Voor de gemeenteraad (1 x in de 4 jaar), de provinciale staten (1 x in de 4 jaar), de Tweede Kamer (1 x in de 4 jaar), en het Europees Parlement (1 x in de 5 jaar) • Vind je stemmen nuttig? Vraag waarom wel / niet. Stemmen is nuttig omdat… • Hoe bepaal jij waarop je gaat stemmen? Stemwijzer.nl, volgen van debatten, websites, partijboekjes, de mening van je ouders overnemen, etc Bekijk het filmpje over de Tweede 10 m Kamerverkiezingen https://www.youtube.com/watch?v=mAd-‐ LF14bS0&feature=youtu.be ** Laat de leerlingen de vragen van opdracht 2 in het Werkboek op bladzijde 49. ** Antwoorden: 1. Juist 2. Onjuist 3. Juist 4. Onjuist 5. Juist Wat zijn politieke partijen? 10 m Politieke partijen komen op voor verschillende belangen. Hoe meer stemmen ze krijgen, hoe meer ze kunnen betekenen om die belangen te behartigen. Maar hoe weet je nou waar je op moet stemmen?
18
2.a
2.b
2.c
2.d
10 m.
Bespreek de presentaties na. Welke partij spreken de leerlingen aan n.a.v. de presentaties? Laat de antwoorden bij opdracht 3 opschrijven (bladzijde 50).
10 m
Einde van de les
30 m
Leg opdracht 3 uit het Werkboek, bladzijde 50. Leerlingen maken in twee-‐ of drietallen een presentatie over een politieke partij naar keuze. (of u verdeelt de partijen over de groepen). Loop de punten na wat er in de presentatie moet komen (zie 2.b of bladzijde 50 van het werkboek). Laat de leerlingen presenteren. Is de informatie verwerkt zoals in de opdracht staat?
19
Politiek juridische dimensie | 2.3 Kiezen… wat kan ik kiezen? 90 minuten
Deze les gaat het over stemmen en kiezen. Het is mooi dat dat mag in Nederland, maar wat vinden de leerlingen eigenlijk? Welke partij past bij jouw meningen en standpunten? In deze les gaat het over stemmen en kiezen. Leerdoelen • De leerling weet hoe de verkiezingen werken; • De leerling weet hoe politieke partijen samen een regering vormen; • De leerlingen ontdekken wat hun ‘politieke kleur’ is. Doorloop De leerlingen bekijken een filmpje over wat links en recht is. Daarna delen ze de partijen in op een lijn. Welke partij staat links, midden en rechts? De leerlingen doen een kleine zelftest waarbij ze ontdekken of zij links of rechts zijn. Na de verkiezingen start het regeren. Leerlingen bekijken kort een filmpje hoe partijen samenwerken. Globale tijdsindeling 15 minuten Introductie en filmpje links/recht + introductieopdracht 25 minuten Zelftest en bespreking 5 minuten Afsluiting Benodigdheden Docent: Digibord met geluid, internet Leerlingen: Werkboek Voorbereiding en organisatie Neem de les van tevoren door. Opdrachten Opdracht 4 – Welke partij is links of rechts? (bladzijde 52) – individueel Opdracht 5 – Links of rechts of ergens in het midden? (bladzijde 53/54) – individueel Opdracht 6 – Gestemd en dan? (bladzijde 55) -‐ individueel Lesdoorloop Nr 1.a
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen Introductie Vanaf je 18e mag je stemmen. Maar hoe weet je welk hokje je rood moet maken als je gaat stemmen? Welke partij past bij jouw meningen en standpunten?
Tijd 10 m
20
1.b
In de politiek hoor je veel over ‘links’ en ‘rechts’. Hoe werkt dit? Bekijk het filmpje. https://www.youtube.com/watch?v=_haiLX45mk 4 ** De leerlingen lezen de theorie op bladzijde 51 en maken opdracht 4. ** Ze moeten een lijn trekken van het partijlogo naar de plek op de lijn waar deze volgens hen hoort. Antwoorden volgens maatschappijleer:
10 m
Bespreek met elkaar waar je de partijen hebt gezet.
2.b
2.d
5 m
2.a
2.c
Bespreek kort de leerdoelen van de les.
5 m
Vertel: Heb je misschien al een idee of jij meer links of rechts bent? Je kunt nu kijken of dat klopt. En als je geen idee hebt, kom je erachter wat het beste bij je past. ** Laat de leerlingen opdracht 5 (bladzijde 53 en 54!) maken. ** Tijd: 10 minuten.
10 m
Bespreek de test na: komt de uitslag van de test overeen met jouw ideeën en wensen? Hoe kun je je nog meer informeren? Stemwijzer.nl, volgen van debatten, websites, partijboekjes etc. **Laat leerlingen dit noteren op bladzijde 54. **
10 m
21
2.e
2.f
2.g
Na de verkiezingen begint het regeren: geen enkele partij kan zijn eigen wensen en beloftes 100% waarmaken. Bekijk het filmpje: http://www.youtube.com/watch?v=e34FwkS96u U&feature=youtu.be ** Laat de leerlingen de vragen beantwoorden van opdracht 6, bladzijde 55. ** Bespreek: Waarom kunnen partijen hun beloftes niet altijd waarmaken? Ze moeten in een regering altijd samenwerken met andere partijen; sommige partijen komen ook niet in de coalitie Wat kan de regering doen als er minder geld binnenkomt dan verwacht? Bezuinigen of belasting verhogen Sluit luchtig af met het satirische verkiezingsspotje van de ‘Partij tegen de Burger’: https://www.youtube.com/watch?v=7eHlzwICRu 8
20 m
Einde van de les
10 m
22
Politiek juridische dimensie | 2.4 Invloed hebben 90 minuten In deze les gaat het over invloed hebben. Leerlingen oriënteren zich op de andere mogelijkheden die je hebt om je stem te laten horen en invloed te hebben, naast het uitbrengen van je stem. Wat zou je willen veranderen aan je eigen omgeving? En hoe kun je dat op de agenda zetten? Leerdoelen • De leerling kent de belangrijkste (legale) manieren om invloed te hebben op de overheid. • De leerling denkt na over verbeteringen in zijn leefomgeving. • De leerling bedenkt hoe hij/zij zijn/haar initiatief verder kan brengen. Doorloop De les begint klassikaal met een voorbeeld van een (Greenpeace-‐)campagne. Ze bedenken zelf op welke manieren je invloed kunt uitoefenen op de politiek en vergelijken hun ideeën met een filmpje waarin dit wordt uitgelegd. Ze krijgen informatie over jongerenparticipatie en zien voorbeelden. Daarna bedenken ze in groepen zelf een plan voor het verbeteren van hun buurt en denken na over de manier waarop ze dit idee op de agenda krijgen. Ze presenteren hun plannen aan het einde van de les. Globale tijdsindeling 20 minuten Klassikale introductie en uitleg 20 minuten Aan de slag in groepen 15 minuten Presentaties en afsluiting Benodigdheden Docent: Digibord met geluid, internet / WiFi Leerlingen: De leerlingen hebben pen en papier nodig, werkboek Voorbereiding en organisatie • Neem de les van tevoren door; • Maak eventueel vooraf groepen van 4. Opdrachten Opdracht 7 – Welke invloed heb ik? (bladzijde 57) Opdracht 8 – Onder de aandacht brengen (bladzijde 58) – twee-‐ of drietallen
23
Lesplanning Nr 1.a
Screen
1.b
1.c
Inhoud & didactische aanwijzingen Bekijk het filmpje van Greenpeace, zonder vooraf iets te vertellen over de boodschap of organisatie: https://www.youtube.com/watch?v=Q7Uxaw6Yo Rw Vraag: • Wie is de afzender van deze boodschap? • Wat is hun belang? • Wat is de oproep aan de kijker?
Tijd 10 m
Laat de leerlingen brainstormen: wat kun je allemaal doen om invloed te hebben op de politiek?
5 m
Bespreek kort de leerdoelen van deze les. 10 m ** De leerlingen lezen de theorie op bladzijde 56 en maken opdracht 7. ** Maak een mindmap of woordweb op het bord of op een papier. (Mogelijkheden: Stemmen, media-‐aandacht genereren, politici benaderen (bijvoorbeeld via sociale media), petities, lid worden van een partij, een eigen partij oprichten, demonstreren, lobbyen, rechtszaak aanspannen) Bekijk met de leerlingen het filmpje: 5 m https://www.youtube.com/watch?v=XfIE1z8hSc M&feature=youtu.be Ga samen na welke mogelijkheden net ook genoemd zijn en welke nog niet.
1.d
24
2.a
2.b
2.c
3.a
Er wordt vaak geroepen dat jongerenparticipatie 10 m belangrijk is. We verstaan hieronder: "Jongerenparticipatie is betrokkenheid en inbreng van jongeren bij zaken die hen aangaan. Het is ook een manier om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan de maatschappij. Vraag: Hoe denk jij over jongerenparticipatie? ** Laat leerlingen in hun eigen woorden ‘ jongerenparticipatie opschrijven (bladzijde 58). ** Betrokkenheid en inbreng van jongeren bij zaken die hen aangaan. Veel gemeenten hebben de inspraak en 10 m betrokkenheid van jongeren georganiseerd met een jongerenraad, jongerenvertegenwoordigers, jongerenambassadeurs of iets dergelijks. Bekijk met de leerlingen het filmpje waarin 4 Haagse jongerenambassadeurs zich voorstellen. ** De leerlingen lezen de theorie op bladzijde 58. ** Vind je dit nuttig? Waarom wel of niet? Zijn er in jouw gemeente jongerenambassadeurs? Er zijn ook andere initiatieven van jongeren om de 10 m buurt of de stad prettiger of leuker te maken. JOLO staat voor Jongeren Lossen het Op: jongeren functioneren als bemiddelaar bij conflicten. Bekijk met de leerlingen het filmpje (of een deel ervan).
Opdracht 8, bladzijde 58. 20 m Geef de leerlingen instructie voor de opdracht. Ze bedenken een manier om een onderwerp onder de aandacht te brengen. Help de leerlingen om terug te halen op welke manieren invloed tot stand kan komen (zoals media-‐aandacht genereren, politici benaderen (bijvoorbeeld via sociale media), petities, lid worden van een partij, een eigen partij oprichten, demonstreren, lobbyen, rechtszaak aanspannen)
25
Geef alle groepen heel kort de tijd om hun idee te presenteren en te vertellen op welke manier ze hun idee op de politieke agenda zouden willen krijgen. -‐ Is het plan klein en uitvoerbaar? -‐ Past de manier van aandacht vragen bij hun idee? Einde van de les
3.b
4.a
10 m
26
Politiek juridische dimensie | 2.5 Wat mag ik en moet ik? 90 minuten In deze les gaan de leerlingen actief aan de slag met de grondrechten. Ze worden zich bewust van de waarde van grondrechten voor burgers in Nederland: ze garanderen vrijheden en bestaanszekerheid. Leerdoelen • De leerling weer dat Nederland een rechtstaat is en wat daarmee bedoeld wordt; • De leerling weten wat de grondwet is en wat grondrechten zijn; • De leerling wordt zich bewust van de zekerheid en veiligheid die door grondrechten gewaarborgd wordt; • De leerlingen stellen hun eigen grondwet samen. Doorloop De les begint klassikaal met een informatieve animatie over grondrechten. Ze denken na over de vraag: kunnen we zonder grondrechten? In een groepsopdracht gaan de leerlingen zich verder verdiepen in de grondrechten: welke spreekt hen bijzonder aan? Welke is misschien te onbekend of verdient extra aandacht? Met een groep bedenken ze een challenge om dit recht onder de aandacht te brengen. Globale tijdsindeling 15 minuten Introductie, klassikaal 20 minuten Zelf aan de slag met opdracht 9 20 minuten Klassikale presentaties en afsluiting Benodigdheden Docent: Digibord met geluid, internet / WiFi, A1, A2of A3 voor opdracht Leerlingen: Werkboek Voorbereiding en organisatie • Neem de les van tevoren door; • Maak eventueel een groepsindeling voor opdracht 9. • Zorg voor A3, A2 of A1 vellen voor de opdracht. Opdrachten Opdracht 9 – Stel je eigen grondwet samen (bladzijde 61 en 62) – groepsopdracht
27
Lesplanning Nr 1.a
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen Tijd Wat zijn grondrechten? 10 m Laat het filmpje zien: https://www.youtube.com/watch?v=Tmn4X-‐-‐ Cdn8 ** Laat leerlingen de theorie van bladzijde 59 lezen. De leerlingen beantwoorden de vragen van bladzijde 60. ** Bespreek de antwoorden. Wat zijn grondrechten? Basisrechten van de burger tegenover de overheid. Welke twee soorten grondrechten zijn er? 1 Klassieke grondrechten (De burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod.) 2 Sociale grondrechten (De economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.) Sociale grondrechten zijn meestal niet afdwingbaar bij de rechter, maar klassieke grondrechten wel. Zo kan een burger een kort geding aanspannen als een gemeente zonder goede redenen een demonstratie wil verbieden.) Geef van allebei een voorbeeld Voorbeeld bij 1: Vrijheid van godsdienst Voorbeeld bij 2: Recht op bestaanszekerheid Zijn grondrechten ‘absoluut’? Nee er zijn beperkingen aan
28
1.b
1.c
1.d
Discussieer vervolgens kort over de stelling: “We kunnen best zonder grondrechten” Stuur het gesprek aan op het belang van grondrechten, zowel op het gebied van vrijheid en democratie (klassiek) als op het gebied van overheidsvoorzieningen en bestaanszekerheid (sociaal). Grondrechten zijn heel wat waard!
10 m
Bespreek kort de leerdoelen van deze les.
5 m
Wat als een grondrecht wordt overtreden? 5 m De grondrechten beschermen burgers tegen de overheid. Er gaat wel eens iets mis, bijvoorbeeld politiegeweld of iemand krijgt geen uitkering terwijl hij er wel recht op meent te hebben, Of je wordt als allochtoon geweigerd in een horecazaak. Als je vindt dat je grondrechten geschonden zijn, kun je naar de rechter.
2.a
Als burger kun je eigenlijk geen grondrecht overtreden. Je kunt het ‘recht op vrije meningsuiting’ niet overtreden door je mening voor je te houden. Je kunt echter wel te ver gaan, grondrechten zijn niet absoluut, je kunt bijvoorbeeld beledigend zijn in je uiting. De rechter weegt dan het belang van het grondrecht af tegen de ernst van je overtreding. Opdracht 9, bladzijde 61,62 Instructie In deze werkvorm (ProDemos) maken leerlingen in groepjes zelf een grondwet van tien artikelen. 1. Verdeel de klas in groepjes van maximaal 5 leerlingen. 2. Elk groepje krijgt een lijst met grondwetsartikelen: a. Een aantal artikelen staat daadwerkelijk in de Nederlandse grondwet. b. Andere artikelen hebben vroeger in onze grondwet gestaan. c. Er zijn ook artikelen die verzonnen zijn of afkomstig zijn uit andere landen. De artikelen in de lijst zijn vereenvoudigde
10 m
29
weergaven van echte artikelen. 3. Elk groepje krijgt de opdracht om uit de lijst met artikelen een grondwet van 10 artikelen samen te stellen, zoals zij die het liefst zouden zien. Leerlingen mogen hun eigen ideale grondwet samenstellen. Er zijn in deze opdracht dus geen goede of foute antwoorden. Bron: ProDemos – Huis voor democratie en rechtstaat
–in groepjes aan de slag
De leerlingen gaan aan de slag met de opdracht, ze hebben hier 20 minuten voor.
20 m
Vraag een voor een de groepjes naar voren om hun grondwet te presenteren en toe te lichten. Bespreek daarna de verschillende grondwetten. Zijn er grote verschillen tussen de grondwetten? Welk artikel hebben alle groepjes gekozen? Welke artikelen staan ook echt in de Nederlandse grondwet? Dit zijn de artikelen die in de Nederlandse grondwet staan: ·∙ Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig. ·∙ Je mag zeggen wat je vindt. ·∙ De koning moet zich houden aan de wet. ·∙ Alleen de staat mag geweld gebruiken. ·∙ Je mag schrijven wat je wilt. ·∙ Je mag geloven wat je wilt. ·∙ Iedere burger van 18 jaar of ouder mag stemmen. ·∙ Je hebt recht op privacy: je persoonlijke gegevens zijn beschermd. ·∙ Je kunt alleen gestraft worden voor iets dat volgens de wet verboden is. ·∙ Iedereen mag een vereniging oprichten. ·∙ De doodstraf is niet toegestaan. Bespreek met de leerlingen de consequenties van de door hen gekozen artikelen. Bijvoorbeeld: een groepje kiest het artikel ‘Bij verkiezingen moet je altijd vertellen op wie je gestemd hebt’. Vraag daarop door. Waarom hebben ze voor dit artikel gekozen? Wat is er goed aan? Wat kan er gebeuren als je altijd moet
20 m
– klassikaal 3.a
30
vertellen op wie je gestemd hebt? Wat kan een nadeel zijn van dit artikel? Samengevat: Grondrechten zijn aanspraken (=rechten) en vrijheden van de burgers tegenover de overheid. Maar betekent het dan dat je alles mag? (brug naar volgende les) Einde van de les
3.b
3.c
10 m
31
Politiek juridische dimensie | 2.6 Recht op vrije meningsuiting 50 minuten
In deze les gaan de leerlingen aan de slag met het onderwerp democratie, en in het bijzonder het recht op vrije meningsuiting. De leerlingen onderzoeken hoe ver je kunt gaan in het uiten van je mening aan de hand van twee cases. Zo ontdekken ze waar de grenzen liggen. Leerdoelen • De leerling weet waarom vrijheid van meningsuiting belangrijk is. • De leerling denkt kritisch na over de vrijheid van meningsuiting in Nederland hebt; • De leerling ontdekt dat de vrijheid van meningsuiting grenzen heeft en beschermd maar ook ingeperkt wordt door de rechter. Doorloop De les begint met een klassikale introductie van de begrippen democratie, vrijheid van meningsuiting en de politiek-‐juridische dimensie van burgerschap. Vervolgens werken de leerlingen aan een case over het recht op vrije meningsuiting: waar ligt de grens? Tot slot sluit de docent klassikaal af. Wat vinden de leerlingen wel of niet kunnen? En wie bepaalt uiteindelijk in Nederland of iets is toegestaan? Globale tijdsindeling 15 minuten Introductie, klassikaal 20 minuten Zelf aan de slag 10 minuten Afsluiting, klassikaal Benodigdheden Docent: Digibord met geluid, internet / WiFi Leerlingen: Werkboek Voorbereiding en organisatie Neem de les van tevoren door. Opdrachten Opdracht 10 – Vrijheid van meningsuiting (bladzijde 64) Opdracht 11 – Waar ligt de grens? (bladzijde 66) – individueel of tweetallen
32
Lesplanning Nr 1.a
1.b
1.c
2.a
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen Tijd Filmpje van de Russische punkband Pussy Riot. 5 m. https://www.youtube.com/watch?v=gjI0KYl9gWs Bespreek: • Weet iemand waar dit is? • Welke band is dit? • Waar zingen ze over? • Wat is er met hen gebeurd (Pussy Riot, leden zijn opgepakt (officieel wegens vandalisme), drie bandleden veroordeeld tot werkkamp, vervroegd vrijgekomen, twee andere leden zijn het land uitgevlucht. Band bestaat nu niet meer maar leden zijn actief voor de rechten van politieke gevangenen in Rusland) Bespreek kort de leerdoelen van deze les. 5 m
Vraag: Hoe is dat in Nederland? Nederland is een democratie en een rechtstaat. Democratie wil zeggen dat een groep vertegenwoordigers van het volk – de Eerste en Tweede Kamer – de hoogste macht zijn in dit land. Rechtstaat wil zeggen dat de overheid de rechten van burgers beschermt. Bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting. *De leerlingen maken opdracht 10 (bladzijde 64) en lezen de theorie * Bespreek de antwoorden na. Vrijheid van meningsuiting is vastgelegd in artikel 7 van de grondwet van Nederland. Een zeer belangrijk recht in Nederland: iedereen mag zonder tussenkomst van de overheid zijn mening laten horen. Vraag: Mag je alles zeggen? Nee, de grens ligt bij belediging en bedreiding: dat mag niet. Maar het is een grijs gebied en de rechter bepaalt dit uiteindelijk per geval, per context. Vind je dat je voldoende vrijheid van
10 m
5 m
33
meningsuiting hebt in Nederland? Of misschien juist te veel? De leerlingen vullen dit in op bladzijde 65. Leerlingen bekijken de filmpje op het digibord. 5 m. (3.a en 3.b) Leg de opdracht uit. ** Leerlingen werken zelfstandig in tweetallen aan opdracht 11 ** Adhv. een casus gaan de leerlingen zelf nadenken over waar de grens ligt.
2.b
-‐-‐ einde klassikale deel Zelfstandig aan de slag (20 m) 3.a 3.b
Opdracht 11, bladzijde 66
Bekijk de clip van rapper Hozny. http://www.youtube.com/watch?v=9KegX8aRoPY Schrijf kort op waar de rap van Hozny over gaat. De tekst gaat over hoe Geert Wilders zo is geworden en wat hij voor ideeën heeft, dat hij haat zaait en de profeet/Islam beledigt et cetera. Is er sprake van belediging of bedreiging? Eigen antwoord, bv Ja – Hozny rapt dat Geertje alleen nog leeft omdat God het wil, hij zwaait met een pistool, je ziet Wilders op zijn knieën zitten en je hoort een schot. Nee – in de tekst staat dat het geen doodsbedreiging is en er wordt ook niet gedreigd met een aanslag. Wat is de context? De maker hiervan is een rapper en een moslim. Vind je dat dit ‘mag’ of niet? Eigen antwoord bv Ja – dit is kunst/muziek, dan mag er meer, er is niet echt sprake van bedreiging of belediging Nee – de clip zet (misschien) aan tot geweld tegen Wilders. Reactie Geert Wilders: https://www.youtube.com/watch?v=PEXupd7dmc8&featur e=youtu.be
– klassikaal nabespreken
34
4.a
4.b
Bespreek de antwoorden van de klas. ! Probeer de leerlingen verschillende standpunten te belichten: • Waarom mag je dit WEL maken? • Waarom mag je dit NIET maken?
5 m.
Waar ligt de grens? Wie bepaalt dit? Vat samen: De grens ligt bij belediging en bedreiging: dat mag niet. Maar het is een grijs gebied en de rechter bepaalt dit uiteindelijk, per geval.
5 m
4.c
Wat heb je geleerd? 5 m Vraag: Kijk je nu anders tegen vrijheid van meningsuiting aan? Praat na met de leerlingen n.a.v. hun onderzoek en de reflectievragen. Begrijpen ze dat niet alles mag? • Wat is de essentie van vrijheid van meningsuiting? vrijheid van burgers t.o.v. de overheid • Je mag niet alles zeggen: er zijn regels niet beledigen of discrim.eren, tot haat aanzetten etc Vraag tenslotte: Wat vind je ervan dat je niet alles mag zeggen? **Laat ze dit opschrijven op bladzijde 67. ** Einde van de les
4.d
35
Politiek juridische dimensie | 2.7 Verschillende standpunten 2 x 50 minuten
In les 7 maken de leerlingen kennis met verschillende maatschappelijke vraagstukken en denken ze na over hun eigen standpunten. Wat vinden ze belangrijk? Wat moet er anders? Hoe kom je tot compromissen? Leerdoelen • De leerling denkt na over maatschappelijke problemen; • De leerling schrijft je eigen standpunten op; • De leerling verplaatst zich in belangen en standpunten van anderen; • De leerling leert een nieuwe creatieve vorm van presenteren. Doorloop De eerste les begin klassikaal met een korte uitleg over verschillende belangen en standpunten. Mensen kijken soms heel anders tegen kwesties aan. Daarna gaan de leerlingen zelf in groepen aan de slag met de opdrachten in het werkboek. Ze gaan een zelf gekozen (voor jongeren relevant) maatschappelijk issue onderzoeken en van verschillende kanten bekijken. Wat zijn de voor-‐ en nadelen? Wie hebben ermee te maken en welke belangen spelen er? Hoe kun je een compromis bereiken?. Die analyse gaan ze in de volgende les presenteren in de Pecha-‐Kucha vorm. Deze worden in het tweede lesuur gepresenteerd. Globale tijdsindeling Lesuur 1 (2.7a) 10 minuten Klassikale introductie en uitleg 35 minuten Aan de slag in groepen 5 minuten Afsluiting Lesuur 2 (2.7b) 5 minuten Klassikale introductie/opfrissing (eindopdracht) en uitleg Pecha Kucha 20 minuten Aan de slag in groepen 25 minuten Presentaties en afsluiting Benodigdheden Docent: Digibord met geluid, internet / WiFi, Leerlingen: werkboek, internet/computer, printer om de PowerPointpresentatie uit te printen als Hand-‐out (‘Afdrukken’, kies Afdrukken als Hand-‐outs).
Voorbereiding en organisatie • Neem de les van tevoren door; • Maak eventueel vooraf groepen van 4; Opdrachten Eindopdracht Politiek-‐Juridische dimensie (bladzijde 68 t/m bladzijde 73) -‐ groepsopdracht
36
Lesplanning 2.7a Nr 1.a
1.b
1.c
2.a
Screen
Inhoud & didactische aanwijzingen Tijd De leerlingen kennen waarschijnlijk wel het tv-‐ 3 m programma ‘Het beste idee van Nederland’. Laat om hen even op te frissen het filmpje zien. Het hoeft niet allemaal loodzwaar te zijn. Het gaat om creatief denken in de komende lessen. Gekke en grappige ideeën zijn welkom!
Wat vind je belangrijk? Wat moet kan er anders of verbeterd worden voor jongeren? ** Laat leerlingen de onderwerpen bij Deel A bekijken, bladzijde 69. **
2 m
Leg uit: 5 m Jullie bedenken het beste idee voor Nederland. Het beste idee voor Nederland -‐ Is een idee of creatieve oplossing voor een maatschappelijk probleem; -‐ Bekijk het onderwerp vanuit verschillende kanten; -‐ En in jullie geval een idee of plan waar JONGEREN iets aan hebben. Maak duidelijk welke taken er in deze les moeten 5 m worden uitgevoerd: 1. Vorm groepen (max 4 leerlingen) 2. Bespreek de mogelijke onderwerpen 3. Kies een probleem waar jongeren last van hebben 4. Bedenk een leuke, creatieve, positieve oplossing
37
2.b
2.c
Ga aan de slag tot bijna einde lesuur.
30 m
Sluit deze les af. Wijs de leerlingen op wat er moet gebeuren voor de volgende les. • Voorbereiden presentatie • Verdeel de taken voor de volgende les Denk aan: afbeeldingen zoeken, teksten schrijven Aan het einde van de volgende les houd je de presentatie.
5 m
Leg de vorm uit waarin de leerlingen hun plan gaan presenteren, de Pecha Kucha. We hebben de vorm iets aangepast om uit te komen met de tijd; in plaats van 20 dia’s (elk 20 seconden) doen we 10 dia’s (van eveneens 20 sec). Bekijk samen het filmpje met de uitleg. https://www.youtube.com/watch?v=Hq9txHjiRY o#action=share U kunt de ondertiteling aanzetten, door op het volgende icoontje te klikken:
5 m
-‐-‐ einde lesuur 1 Lesplanning 2.7b -‐-‐ Lesuur 2 (50 minuten) 1.a
38
1.b
Zet de leerlingen aan het werk. ** Bekijk met elkaar de verplichte onderdelen die in de Pecha Kucha moeten komen op bladzijde 72. ** Wat moet er nog gebeuren? • Zet plaatjes in de PowerPoint en schrijf de definitieve teksten • Oefen de Pecha Kucha • Print de Pecha Kucha uit als hand-‐out. • Kies voor ‘Afdrukken’, en daarna ‘Afdrukken als Hand-‐outs’). Tijd: 20 minuten Laat de groepjes hun Pecha Kucha presenteren. Reken op 3-‐4 minuten per groepje. Laat leerlingen tips en tops geven aan elkaar. ** Deze feedback schrijven ze op bladzijde 73.** Praat na met de leerlingen. Vraag: • Wat vonden jullie het beste idee? • Wat heeft het bedenken van oplossingen met jullie gedaan? • Wat heb je geleerd in deze lessenserie? Einde van de dimensie
2.a
2.b
2.c
15 m
5 m
5 m
20 m
39
Overzicht gastlessen en verrijkingslessen
“
Belangrijk bij het vak Burgerschap is om de wereld van buiten te verbinden met de aangeboden theorie en de besproken ervaringen van de jongeren vanuit de methode. Daardoor wordt de betrokkenheid bij specifieke thema's sterk vergroot.
40
Politiek juridische dimensie | Gastlessen en verrijkingslessen
Bij 2.1 Democratie, hoe zo? Fort van de democratie
Groepsrondleiding Bij het fort van de democratie bent u van harte welkom, uitsluitend op afspraak. Ze organiseren groepsontvangsten en educatieve excursies voor volwassenen. Voor onder andere docententeams, ouderenbonden, gemeenteraden, maatschappelijke organisaties. Leven in een wereld vol verschillen levert een bruisende maatschappij op, maar ook veel conflicten. Om elkaar de ruimte te geven, hebben we allerlei regels en wetten bedacht. Democratie betekent vrijheid. Bijna alles mag, behalve geweld gebruiken om je zin te krijgen. Scholieren en studenten van alle niveaus en studierichtingen en volwassenen zijn welkom voor een boeiend programma met discussie, dialoog, spel en actie. Website: www.fortvandedemocratie.nl Kosten: groepsontvangst tot 15 personen € 67,50. Elke bezoeker meer € 4,50 (incl. btw)
Bij 2.2 Politiek en overheid en 2.3 Kiezen… wat vind ik? ProDemos
Gastles – Politieke partijen Uw studenten leren wat een politieke partij is en welke functie politieke partijen vervullen in het Nederlandse staatsbestel. Daarnaast ontdekken ze welke politieke partijen we hebben in Nederland en welke (soorten) standpunten zij hebben (links/rechts e.d.). Gastles -‐ Stemmen en de stemprocedure De gastles begint met een ‘woordenweb’: wat verandert er als je 18 wordt, welke nieuwe rechten en plichten krijg je? Vervolgens behandelen we de stemprocedure. In spelvorm komen alle stappen voorbij: van oproepkaart naar het daadwerkelijke stemmen tot het bekendmaken van de uitslag. De studenten gaan ook zelf stemmen. Gastles – Formatiespel Uw studenten ontdekken in deze gastles hoe moeilijk het kan zijn een compromis te sluiten. Ze ervaren dat politieke partijen de plannen die ze in hun verkiezingsprogramma presenteren niet altijd of niet helemaal kunnen uitvoeren omdat ze samenwerken met andere partijen. ProDemos is het ‘Huis voor democratie en rechtsstaat’. ProDemos legt uit wat de spelregels zijn van de democratie en de rechtsstaat en laat zien wat je zelf kunt doen om invloed uit te oefenen -‐ in de gemeente, de provincie, het land en Europa. Website: http://www.prodemos.nl/ Kosten: Kosteloos
Massa Korte documentaire (10 min.) -‐ EU WTF!? (Europese Unie, what the fuck!?) Waarom is het belangrijk op te stemmen bij verkiezingen? Het werd wel eens tijd om de EU te bekijken vanuit het oogpunt van mediamakers die pas net mogen stemmen. In deze
41
korte documentaire is dan ook te zien in welke mate de EU het dagelijks leven van jonge Europeanen al beïnvloedt. Onder andere op het gebied van studeren, werken, lifestyle en privacy. Massa biedt relevante content die niet door marketeers en managers is gedicteerd, maar uitgaat van de idealen, dromen, verwachtingen en irritaties van jongeren zelf. Website: http://massa-‐media.nl/2014/05/korte-‐documentaire-‐eu-‐wtf/ Kosten: Kosteloos
Bij 2.4 Invloed hebben ProDemos
Gastles – Eigen invloed In deze gastles krijgen uw studenten een indruk van de mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de politiek en het bestuur in Nederland. Welke instrumenten hebben wij om actie te ondernemen als we dat willen? Van stemmen tot zelf in de politiek gaan en alles daartussen. ProDemos is het ‘Huis voor democratie en rechtsstaat’. ProDemos legt uit wat de spelregels zijn van de democratie en de rechtsstaat en laat zien wat je zelf kunt doen om invloed uit te oefenen -‐ in de gemeente, de provincie, het land en Europa. Website: http://www.prodemos.nl/ Kosten: Kosteloos
Ntr: Schooltv
Tegenlicht in de klas: We zijn het zat Op de vraag of het nog wel iets uitmaakt of je stemt en waar je op stemt antwoordt de Nederlandse burger steeds vaker: Nee het maakt niets uit! Toch zijn er mensen die wel hun stem laten horen: door te demonstreren of te lobbyen. Hoe pakken zij het aan en heeft het effect? Schooltv maakt tv-‐programma's met begeleidend materiaal. De meeste programma's zijn gebaseerd op lesprogramma's op school. De scholen kunnen op deze manier de lessen combineren met televisie. Website: http://www.schooltv.nl/video/tegenlicht-‐in-‐de-‐klas-‐we-‐zijn-‐het-‐zat/ Kosten: Kosteloos
Sociale vraagstukken Jongerenraden zijn waardevol voor burgerschap Dana Feringa schreef een artikel over jongerenraden. Uit onderzoek blijkt dat ze niet functioneren. Dana Feringa vindt dat we ze zeker niet moeten afschaffen. “Met wat praktische aanpassingen kunnen ze een belangrijke rol spelen voor burgerschap van jongeren”. Op de website van sociale vraagstukken publiceren en debatteren onderzoekers en deskundigen op basis van data en empirie over maatschappelijke kwesties.
42
Website: http://www.socialevraagstukken.nl/site/2014/03/07/jongerenraden-‐zijn-‐ waardevol-‐voor-‐burgerschap/ Kosten: Kosteloos
Bij 2.5 Grondwet en grondrechten Amnesty Nederland
Gastlessen De eenheid Educatie verzorgt en ontwikkelt lessen en acties voor de onderbouw en bovenbouw van het middelbaar onderwijs. Op de website kunnen zowel scholieren als docenten terecht voor inhoud van de (gast)lessen, achtergrondinformatie en onderwijsmateriaal. Amnesty Nederland wil kennis van de mensenrechten onder jongeren in de huidige maatschappelijke context bevorderen. Daarom verzorgt de eenheid Educatie van Amnesty Nederland gastlessen op scholen. Website: http://opschool.amnesty.nl/lesmateriaal/overzicht-‐bladzijde-‐lesmateriaal Kosten: Op aanvraag
Movies that matter -‐ Amnesty Nederland
Gastlessen Stichting Movies that Matter komt voort uit het Amnesty International Filmfestival. Sinds de eerste editie van dit festival, in 1995, is het aantal films over situaties waarin de mensenrechten worden geschonden en de menselijke waardigheid in het geding is sterk toegenomen. Met de oprichting van Movies that Matter ontstond een nieuw platform om human rights-‐films en de toenemende publieke belangstelling daarvoor bij elkaar te brengen. Het gaat hier zowel om nationale programma’s, waaronder een educatieprogramma, een maandelijks landelijk filmprogramma en een film-‐ en debatfestival in Den Haag, als om internationale projecten. Amnesty International werkt voor naleving van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere internationale verdragen en verklaringen voor de mensenrechten. Amnesty doet over de hele wereld onderzoek naar schendingen van de mensenrechten en voert actie om die schendingen tegen te gaan. Website: http://www.moviesthatmatter.nl/educatie Kosten: Kosteloos
Bij 2.6 Wat mag en moet ik? In deze les gaan de jongeren aan de slag met het onderwerp democratie, en in het bijzonder het recht op vrije meningsuiting.
2.7 Jouw beste idee voor Nederland De jongeren gaan aan de slag met een (eind)opdracht, waarin ze hun kennis uit de voorgaande lessen kunnen toepassen, kennismaken met maatschappelijke vraagstukken die voor jongeren relevant zijn – en er bij betrokken raken – en hun eigen oplossingen bedenken.
43