Doc. nr. E2:10052C05
Brussel, 30.3.1999
ADVIES inzake HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE UITOEFENING VAN ZELFSTANDIGE BEROEPSBEKWAAMHEDEN DIE BEHOREN TOT DE INTERSECTORALE CATEGORIE VAN DE BOUW _______________________________________________________________
***
2 I. Inleiding De heer K. PINXTEN, Minister van Landbouw en de K.M.O., heeft op 18 maart 1999 het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand gevraagd over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de uitoefening van zelfstandige beroepsbekwaamheden die behoren tot de intersectorale categorie van de bouw. De adviesvraag van de minister bevat volgende documenten : - een evaluatierapport; - een ontwerp van besluit; - alle ontvangen opmerkingen. Overeenkomstig artikel 5 van het toepassingbesluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, heeft de Hoge Raad voor de Middenstand op 30 maart 1999 het betrokken interfederaal bureau nr. 6 en de vaste commissie “Kamers van Ambachten en Neringen” geraadpleegd. Bijeengekomen in plenaire vergadering op 30 maart 1999 brengt de Hoge Raad voor de Middenstand volgend advies uit. II. Algemene bemerkingen werkzaamheden
inzake
de
reglementering
van
de
beroeps-
De Hoge Raad voor de Middenstand onderschrijft de principes die aan de basis liggen van de programmawet tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en die geconcretiseerd worden in voorliggend ontwerp van koninklijk besluit, meer bepaald : - de modernisering van de vestigingsreglementering; - de regelmatige evaluatie van de diverse beroepswerkzaamheden; - de betrokkenheid van de professionele en interprofessionele organisaties; - het belang van de ondernemersvaardigheden, met name de veralgemening van de beheerskennis, de specifieke vormingsvereisten in het kader van de intersectorale en sectorale beroepsbekwaamheden; - de aandacht voor de kwaliteitszorg; - de mobiliteit tussen de beroepen; - het belang van de praktijkervaring. Globaal is de Hoge Raad van oordeel dat het besproken ontwerp een geschikt instrument is om hogergenoemde doelstellingen te bewerkstelligen. De Hoge Raad onderstreept het belang van volgende principes : - de toelatingsvereisten moeten iedereen die een beroep wenst uit te oefenen op een positieve wijze wapenen om zijn beroep succesvol uit te oefenen, er dient m.a.w. maximaal voorkomen te worden dat de starter faalt. Voor de klanten moet het een waarborg zijn voor de vereiste kwaliteit waarbij corporatistische overwegingen niet gelden; - de opleidingsvereisten mogen evenwel niet zo hoog gesteld worden dat de normale toegang van kandidaat-zelfstandigen tot een beroep wordt belemmerd. Hierbij moet rekening gehouden worden met de Europese context en de bestaande vestigingsvoorwaarden in de omringende landen;
3 - het programma van de intersectorale bekwaamheden mag de noodzakelijke kennis van het bedrijfsbeheer en de professionele kennis niet overlappen; - de opleiding inzake ondernemersvaardigheden moet zowel geografisch als in de tijd voldoende gewaarborgd worden; - het stelsel van bewijs door beroepspraktijk is fundamenteel en moet in verhouding staan tot de andere bewijsmiddelen, dat van stagiair-zelfstandige inbegrepen. III. Bemerkingen bij de tekst van het ontwerp van besluit Algemene bepalingen (hoofdstuk I) De Hoge Raad voor de Middenstand keurt de definitie van de intersectorale categorie “bouw” zoals bepaald in artikel 1, § 1 goed mits volgende bemerkingen. De Hoge Raad voor de Middenstand zal de reglementering van beroepswerkzaamheden van installateur-frigorist, fabrikant-installateur van lichtreclames, elektrotechnisch-installateur en installateur van verwarming met gas met individuele toestellen beoordelen bij de toekomstige reglementering van de technische beroepen. Krachtens artikel 1, §2 valt “grondverzet” niet onder de toepassing van het besluit. Voorgesteld wordt dat “grondwerken / terrassement” die specifiek tot de beroepswerkzaamheden van aannemers van metsel-, beton- en sloopwerken behoren wel onder de toepassing zou vallen. Argumentatie : - de grondwerken beantwoorden aan de definitie van “werken in onroerende staat” beoogd door de registratie van de aannemer en zijn dus aan die reglementering onderworpen; - de grondwerken vallen onder het toepassingsgebied van het Paritair comité van de bouw nr. 124; - de bij dit Paritair comité ingeschreven grondwerken ondervinden oneerlijke concurrentie van andere ondernemingen die niet tot dit paritair comité behoren; - door de grondwerken uit te sluiten bevestigt dit werkdocument dit verstoord evenwicht. Wat artikel 2 betreft is het voor de Hoge Raad voor de Middenstand duidelijk dat de “eenmanszaken” begrepen zijn in de definitie van “KMO”. De Hoge Raad voor de Middenstand meent dat door de toevoeging in artikel 3, § 1, 3 van het woord “evenals” wordt beklemtoond dat alle beroepswerkzaamheden die onder de definitie van artikel 1, § 1 vallen en niet vermeld zijn in artikel 6 in de toekomst zullen moeten voldoen aan de voorwaarden inzake bedrijfsbeheer en intersectorale bekwaamheden.
4 De intersectorale beroepsbekwaamheid (hoofdstuk II) De Hoge Raad stelt met voldoening vast dat de intersectorale bekwaamheden beschouwd worden als minimale basisbekwaamheden die gemeenschappelijk zijn voor het geheel van de betrokken beroepen. De opstelling van een ideaal vormingsprogramma voor een ideale onderneming mag evenwel niet verward worden met de minimumvereisten voor de toegang tot het beroep. In dat verband mag de kennis van de intersectorale beroepsbekwaamheid niet beschouwd worden als een bijkomende vereiste voor het geheel van de gereglementeerde beroepen maar als een gemeenschappelijke vereiste voor een redelijk homogene sector. In de Franse tekst van artikel 4, 1, 5de streepje “adjudication” vervangen door “exécution”. Argumentatie : De Nederlandse tekst spreekt terecht van “uitvoering van overheidsopdrachten”. De sectorale beroepsbekwaamheid (hoofdstuk III) •
Beroepservaring
De Hoge Raad voor de Middenstand stelt vast dat voor sommige beroepen de periode van beroepservaring wordt verminderd. Hij meent dat in deze een status-quo behouden moet blijven. •
Aannemer van metsel-, beton- en sloopwerken
In artikel 6, §1 dienen de beroepswerkzaamheden van aannemer van metsel-, betonen sloopwerken gesplitst te worden in aannemer van metsel- en betonwerken en aannemer van sloopwerken. Argumentatie : - het gaat om twee zeer verschillende beroepen die specifieke bekwaamheden vereisen; - in de praktijk is er geen correlatie tussen de twee beroepen. Weinig of geen aannemers oefenen gelijktijdig beide beroepen uit; - slopen is een hoog risicovolle werkzaamheid zowel voor personen als voor aanpalend onroerend goed en voor het leefmilieu; - voor het uitvoeren van sloopwerken is een omvangrijke specifieke kennis noodzakelijk. Men kan deze kennis redelijkerwijze niet opleggen aan de aannemers van metsel- en betonwerken. •
Benaming van de beroepswerkzaamheden
Het is wenselijk de gereglementeerde beroepswerkzaamheden zo eenvoudig mogelijk te benoemen. Een kortere benaming komt de duidelijkheid en de herkenbaarheid ten goede. Niet alle activiteiten dienen in de benamingen weerhouden te worden.
5 Referenties Bij artikel 6, §3 inzake “referenties” dient er op toegezien dat de onderneming waarnaar voor de praktijkervaring wordt verwezen, de bedoelde beroepsactiviteit zelf heeft uitgeoefend en bv. niet in onderaanneming heeft uitbesteed. Artikelen 7 tot en met 16 De diverse beroepsreglementeringen worden besproken via bijgevoegde fiches, vermeld onder rubriek “V. Bemerkingen over de sectorale beroepswerkzaamheden”. Het is nuttig dat elk sectoraal programma een deel pathologie van gebouwen en werken zou bevatten dat specifiek is voor het beoogde beroep. De Hoge Raad voor de Middenstand wijst er op dat de beroepswerkzaamheid van installateur van verwarming met gas met individuele toestellen krachtens artikel 1 niet tot de categorie “bouw” behoort. Het is derhalve niet logisch dat deze werkzaamheid én afzonderlijk gereglementeerd wordt én tegelijker tijd verschijnt in de definitie van installateur in centrale verwarming en van sanitair installateur-loodgieter. De artikelen 8 en 9 dienen dus verbeterd te worden (cfr infra). Overgangs- en opheffingsbepalingen (hoofdstuk IV) Normaal gezien legt de toegang tot het beroep op dat er voldoende vormingsmogelijkheden werden aangeboden gedurende een zekere tijd zodat men zich redelijkerwijze kan vestigen als zelfstandige. Indien de beroepskennis (beheer, sectoraal en intersectoraal) uitgebreid of gewijzigd wordt, zijn die wijzigingen slechts legitiem indien het verder mogelijk blijft zich in de betrokken beroepen gedurende een lange tijd (10 jaar) te vestigen op grond van de vereisten van de huidige reglementering en dit zowel voor wat betreft de bewijsvoering door middel van een diploma als voor de bewijsvoering door middel van beroepservaring”. In deze zin zijn de bepalingen van het ontwerp van koninklijk besluit onduidelijk en geven aanleiding tot uiteenlopende interpretaties. Bovendien is de Franse tekst onvolledig. Deze bepalingen moeten anders geformuleerd worden zodat uit de nieuwe tekst duidelijk en ondubbelzinnig blijkt : -dat verworven rechten gewaarborgd blijven zodat diegenen die momenteel een gereglementeerd beroep uitoefenen dit in de toekomst ook kunnen blijven uitoefenen (zelfs nadat de huidige uitvoeringsbesluiten zullen opgeheven zijn); -dat al diegenen die momenteel een opleiding hebben aangevangen tijdens een overgangsperiode van minstens 5 jaar de nodige attesten kunnen bekomen op basis van de oude reglementering om de betrokken beroepsactiviteiten uit te oefenen. - dat het bewijs leveren van een beroepservaring in een beroep dat gereglementeerd is op grond van een K.B. vermeld in artikel 17, § 1, van een gelijke duur is als deze die vereist was in het betrokken K.B. Er dient immers aan herinnerd te worden dat een zeer groot aantal personen zich als zelfstandige vestigen door hun beroepskennis te staven op grond van praktijkervaring. Dit systeem is fundamenteel.
6 Inwerkingtreding (hoofdstuk V) De Raad is van oordeel dat voldoende opleidingsmogelijkheden inzake intersectorale beroepsbekwaamheid moeten verzekerd zijn voor de inwerkingtreding van dit besluit. De Raad herinnert hierbij dat, zowel qua omvang als qua geografische spreiding, er voldoende opleidingsmogelijkheden moeten bestaan. IV. Vormelijke bemerking Voor een vlot leesbaar gebruik van dit ontwerp verdient het aanbeveling de redactie van dit ontwerp te herzien. Diverse verwijzingen naar andere wettelijke bepalingen, veelvuldige en lange opsommingen, steeds weerkerende artikels die slechts beperkt van elkaar verschillen komen de leesbaarheid niet ten goede. Het hanteren van bijlagen met een volledig overzicht per beroepsactiviteit zou alle gebruikers van deze tekst ongetwijfeld een grote dienst bewijzen. V. Bemerkingen over de sectorale beroepswerkzaamheden (evaluatierapporten en art. 7 tot en met 16)
…/…
7
Ontwerp beroepsreglementering : aannemer van metsel-, beton- en sloopwerken art. 7
1. Bemerkingen inzake evaluatierapporten Voorgestelde tekstwijzigingen : • Nr. 5 (aannemer van beton- en metselwerken) -Inzake crit. 1 : Op grond van het veiligheidscriterium voor het tewerkgesteld personeel en de aanpalende panden kan het beroep van aannemer van metsel- en betonwerken niet aanknopen bij dat van aannemer van sloopwerken. -Inzake crit. 3 : Het beroep van aannemer van metsel- en betonwerken kent een belangrijke technologische evolutie. Het mag niet gelinkt worden aan dat van aannemer van sloopwerken. • Nr. 17 (aannemer van sloopwerken) -Inzake crit.1 : Wat de kwaliteit betreft (laatste vraag) is het onlogisch om positief te antwoorden voor beroep nr. 17 en negatief voor beroep nr. 5. -Inzake crit. 3 : Het beroep is de laatste tien jaren op technologisch vlak fel geëvolueerd. Men maakt meer en meer gebruik van speciaal en kostbaar materiaal. In die zin kent het beroep een uitgesproken technologische evolutie. Op dat punt wijkt het beroep ook duidelijk af van dat van aannemer van metsel- en betonwerken. Besluit : Beide beroepen vertonen aparte eigenschappen. De aannemer moet de keuzevrijheid behouden om één van de twee beroepen uit te oefenen of beide tegelijk. 2. Bemerkingen inzake de definitie van de beroepswerkzaamheden Artikel 7, § 1. De samenvoeging van de twee beroepen is niet opportuun. Argumentatie : - Het gaat om twee zeer verschillende beroepen die specifieke bekwaamheden vereisen. - In de praktijk is er geen correlatie tussen de twee beroepen. Weinig of geen aannemers oefenen gelijktijdig beide beroepen uit.
8 - Slopen is een hoog risicovolle werkzaamheid zowel voor personen als voor aanpalend onroerend goed en voor het leefmilieu. - Gezien de omvangrijke specifieke kennis die noodzakelijk is voor het uitvoeren van sloopwerken, kan men redelijkerwijze die kennis niet opleggen aan de aannemers van metsel- en betonwerken. 3. Bemerkingen inzake de werkzaamheden beroepswerkzaamheden behoren
die
niet
tot
de
NIHIL 4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid
het
programma
van
de
sectorale
Artikel 7, § 3. Inzake het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming moet het om een grondige kennis gaan. De algemene kennis is immers al voorzien in het intersectoraal programma. Er moeten specifieke materies voorzien worden voor de twee beroepen. -Voor de aannemers van metsel- en betonwerken is de toevoeging van een rubriek die handelt over de pathologie van het gebouw onontbeerlijk. -Voor de aannemers van sloopwerken moeten volgende materies absoluut opgenomen worden in het specifiek vormingsprogramma. Argumentatie : Gewestelijke milieureglementeringen (selectieve hoogtechnisch karakter van de werken.
sloop),
grote
risico’s,
Warenkennis • • • •
warenkennis; kennis van verschillende stoffen die bij het slopen vrij kunnen komen; kennis van de milieubelastende stoffen en afvalstoffen; hergebruik van secundaire grondstoffen.
Technologie/constructie • • • •
stabiliteit van het te slopen project; stabiliteit van de aanpalende gebouwen; sterkte- en stabiliteitsveranderingen tijdens de sloop; het stutten, het schoren.
9
Slooptechnologie • de verschillende sloopmethoden en te treffen veiligheidsmaatregelen : -manueel slopen; -sloop door schokken, druk, trek of ondergraving; -sloop met behulp van mechanische toestellen; -sloop door middel van moderne know how toepassing : -sloop door middel van thermische procédés; -sloop door middel van springstoffen; -sloop door abrasieve procédés; -sloop door middel van elektrische procédés; -sloop door middel van chemische producten. • • • •
kennis van de knikmomenten tijdens het slopen; het berekenen van expansieuitzettingen; het overbrengen van krachten en gewichten bij het slopen; het verwijderen en aanpassen van de verschillende nutsleidingen.
Leefmilieu • kennis van de verschillende regionale materies terzake Aansprakelijkheid • staat van bevinding van nutsleidingen; • sloopvergunning. 5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 6. Andere bemerkingen • Betreffende de algemene bepalingen Artikel 1, § 2. De grondwerken mogen niet uit het toepassingsveld van het besluit worden gesloten. Argumentatie : cfr bemerkingen bij de sectorale beroepsbekwaamheid (hoofdstuk III).
10
• Betreffende de overgangs- en toepassingsbepalingen Artikel 17, § 2. Gezien artikel 7, §§ 5 en 6, en artikel 17 vreest de sector dat alle aannemers van metselwerken de kennis van het beroep van aannemer van sloopwerken zullen moeten kunnen staven en vice versa, ook al is een overgangsperiode van 10 jaar voorzien. Dat is het gevolg van de samensmelting van die twee beroepen door artikel 7, § 1. Dit zal ernstige problemen stellen en de beroepen zijn daarin dus niet geïnteresseerd (zie argumenten hierboven). Verder zouden de algemene overgangsbepalingen duidelijker moeten zijn. Artikel 17, § 1 heft immers de oude besluiten op maar zij blijven evenwel van toepassing krachtens § 2 van hetzelfde artikel.
__________
11
Ontwerp beroepsreglementering : installateur in centrale verwarming art. 8
1. Bemerking inzake evaluatierapporten Voorgestelde tekstwijzigingen : • Nr. 2 (installateur in centrale verwarming) -Inzake crit. 1: Op sectoriaal niveau bijvoegen “en gasdichtheid” (na de waterdichtheid) -Inzake crit. 3: De technologische evolutie is van permanente aard. -Inzake crit. 5: Reglementaire besluiten van toepassing op het beroep : Koninklijk besluit van 6 januari 1978 tot voorkoming van luchtverontreiniging bij het verwarmen van gebouwen met vaste of vloeibare brandstof. • Nr. 13 (aannemer van verwarming met gas met individuele toestellen) Inzake crit. 1 en 3: cfr. bemerkingen Nr. 2. 2. Bemerkingen inzake definitie beroepswerkzaamheden In de definitie “en/of van individuele gastoestellen met inbegrip van de aan- en de afvoerleidingen” schrappen en in de reglementering van de installateur van verwarming met gas met individuele toestellen (K.B. van 14.01.1975, art. 2, §§ 3 en 4) bepalen dat deze activiteiten voor de aannemer in centrale verwarming vrijgesteld zijn. Argumentatie : Deze werkzaamheid is afzonderlijk gereglementeerd en behoort niet tot de categorie “bouw”. 3. Bemerkingen inzake de werkzaamheden beroepswerkzaamheden behoren
die
niet
tot
de
NIHIL 4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid NIHIL
het
programma
van
de
sectorale
12
5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 5. Andere bemerkingen NIHIL ______
13
Ontwerp beroepsreglementering : sanitair installateur-loodgieter art. 9
1. Bemerkingen inzake evaluatierapporten Voorgestelde tekstwijzigingen : • Nr. 12 (sanitair installateur-loodgieter) -Inzake crit. 1: Op sectoriaal niveau bijvoegen “en gasdichtheid” (na de waterdichtheid). -Inzake crit. 3 : De technologische evolutie is van permanente aard. -Andere criteria: Belang van de groep, aantal werknemers : 13.060 in plaats van 1.306 • Nr. 13 (aannemer van verwarming met gas met individuele toestellen) Inzake crit. 1 en 3 : cfr bemerkingen inzake Nr. 12 2. Bemerkingen inzake definitie beroepswerkzaamheden Art. 9, § 1 tweede streepje schrappen en in de reglementering van de installateur van verwarming met gas met individuele toestellen (K.B. van 14.01.1975, art. 2, §§ 3 en 4) bepalen dat deze activiteiten voor de sanitair installateur-loodgieter vrijgesteld zijn. Argumentatie : Deze werkzaamheid is afzonderlijk gereglementeerd en behoort niet tot de categorie “bouw”. Art. 9, § 1 derde streepje : “en de bedekkingen” schrappen. Argumentatie : Overlappingen met dakwerkers vermijden. 3. Bemerkingen inzake de werkzaamheden beroepswerkzaamheden behoren NIHIL
die
niet
tot
de
14
4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid
het
programma
van
de
sectorale
Art. 9, § 3, B, 4. In de titel “en metalen dakbedekking” schrappen. Het eerste streepje met de tekst “plaatsing- en bevestigingsmethoden van onderdak en dak” schrappen. Argumentatie : Dit behoort niet tot de beroepswerkzaamheden van het beoogde beroep. 5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen Art. 9, § 4 al. 1 “en van individuele gastoestellen” schrappen. 6. Andere bemerkingen: NIHIL __________
15
Ontwerp beroepsreglementering : aannemer-steenhouwer-marmerbewerker art. 10
1. Bemerkingen inzake evaluatierapporten Voorgestelde tekstwijzigingen : • Nr. 6 (aannemer-steenhouwer) -Inzake crit. 2: Er zijn voldoende vormingscentra per gemeenschap (meer dan 4). -Inzake crit. 3: Specifieke (zware) machines zijn eveneens te beschouwen als gevaarlijke elementen. -Inzake crit. 5: Het noodzakelijk geschat bedrag bedraagt eveneens 1,5 tot 5 miljoen BEF voor de oprichtings- en ontwikkelingskosten van de aannemersteenhouwer. • Nr. 7 (aannemer-marmerbewerker) Dezelfde bemerkingen als onder Nr. 6. 2. Bemerkingen inzake definitie beroepswerkzaamheden Voorgestelde tekstwijziging : In artikel 10, § 1, al. 1 toevoegen : …”met inbegrip van grafzerken en hun bijkomende werken.” Argumentatie : De plaatsing van grafzerken en hun bijkomende werken worden vaak uitgevoerd door onbevoegde personen. Het gebrek aan vakkennis veroorzaakt tal van problemen en dus klachten bij de klanten. In toenemende mate verkopen bepaalde begrafenisondernemers grafzerken. Zij mogen echter geen plaatsing uitvoeren maar doen dat toch. Controle laat veel te wensen over. Door een gebrek aan dienst na verkoop bij bedoelde begrafenisondernemers worden de steenhouwers nadien geconfronteerd met problemen veroorzaakt door personen met onvoldoende vakkennis. Slecht uitgevoerde werken tasten ten onrechte eveneens het imago van de steenhouwer aan. Via een kwaliteitscharter poogde de betrokken beroepsfederatie de klanten de nodige kwaliteit te waarborgen. Voorgestelde aanpassing in de beroepsreglementering zou echter doeltreffender resultaten opleveren.
16 3. Bemerkingen inzake de werkzaamheden beroepswerkzaamheden behoren
die
niet
tot
de
NIHIL 4. Bemerkingen inzake het programma van de sectorale beroepsbekwaamheid NIHIL 5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 6. Andere bemerkingen NIHIL
________
17
Ontwerp beroepsreglementering : aannemer van schilderwerkenbehanger-plaatser van wand- en vloerbekleding art. 11
1. Bemerking inzake evaluatierapport NIHIL 2. Bemerkingen inzake definitie beroepswerkzaamheden Art. 11, §1. Voorstel om wit- en sauswerken op te nemen in de definitie van de beroepswerkzaamheden. 3.
Bemerkingen inzake de werkzaamheden beroepswerkzaamheden behoren
die
niet
tot
de
Art. 11, §2. De wit- en sauswerken moeten niet meer opgenomen worden bij de uitsluitingen uit de beroepswerkzaamheden. 4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid
het
programma
van
de
sectorale
Art. 11, §3. Punt 1°, 2de streepje als volgt herschrijven : “basisdecoratie : tamponeren, glaceren, fileren, sjabloneren, decoratieve schildertechnieken, marmer en houtschilderen”. Punt 1°, 3de streepje : “perspectieftekenen” toevoegen. Bij punt 2°, a, 2de streepje het einde als volgt herschrijven “…egalisatie, herstellen, schrappen, uitkleuren of ontweren, schuren, plamuren.”. Punt 2°, a, drie streepjes als volgt toevoegen :”- schuur en afzuigsystemen”, “- behangafweekmachine” en “- toepassen van wassen”. Het einde van de tekst van punt 2°, b, eerste streepje als volgt herschrijven : “… latex, brandwerende verven, acrylaat en mineraalverven”. Punt 2°, c, 3de streepje : de term “novilon” schrappen, vermits het een merknaam is.
18 5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 6. Andere bemerkingen NIHIL
________
19
Ontwerp beroepsreglementering : aannemer-schrijnwerker-timmerman art. 12
1. Bemerking inzake evaluatierapport Voorgestelde tekstwijzigingen : Nr. 1 (aannemer-timmer- en schrijnwerk) -Inzake crit. 1 : Er zijn geen beroepen die kunnen aanknopen bij het beroep van aannemer-timmerman-schrijnwerker. “Timmerwerk dakbedekkingen” dient geschrapt. Argumentatie : Timmerwerk valt reeds onder het beroep en dakbedekking is een ander beroep. Het besproken beroep voert de werken uit onder de dakbedekking. -Inzake crit. 3: -Bij de specifieke gevaren zijn bijkomend te vermelden : houtstof, afwerkingsproducten, lawaaihinder en werken op grote hoogte -Bij aanknopen bij andere beroepen dient “andere dakwerken” geschrapt te worden. -Inzake crit. 4: Oprichtings-en ontwikkelingskosten te wijzigen in 3 à 5 miljoen BEF. 2. Bemerkingen inzake definitie beroepswerkzaamheden NIHIL 3. Bemerkingen inzake de werkzaamheden beroepswerkzaamheden behoren
die
niet
tot
de
Art. 12, § 2, eerste punt : “plaatsen of herstellen” schrappen. Argumentatie : De fabricatie behoort niet tot de besproken werkzaamheden. De plaatsing en herstelling behoort wel tot het beroep. 4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid
het
programma
Art. 12, §3, 3 laatste streepje wijzigen als volgt : - gevelbekledingen - dragende constructies
van
de
sectorale
20 5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 6. Andere bemerkingen NIHIL
______
21
ONTWERP BEROEPSREGLEMENTERING : aannemer-plafonneerder-cementwerker art. 13
1. Bemerkingen inzake evaluatierapport Voorgestelde tekstwijzigingen : Nr. 3 (aannemer-plafonneerder-cementwerker) -Inzake crit. 1 (kwaliteit, laatste vraag) : Dit beroep knoopt niet aan bij een ander beroep. Argumentatie : Het bestaan van het beroep van plaatser van gipskartonplaten en gipsblokken, gevelisolatie en sierpleisters wordt betwist. Die werkzaamheden maken integraal deel uit van het beroep van plafonneerder. 2. Bemerkingen inzake de definitie van de beroepswerkzaamheden Art 13, § 1. Als beroepsbenaming wordt voorgesteld “entrepreneur plafonneur-cimentier / aannemer stukadoor”. In de definitie van de beroepswerkzaamheid “en het plaatsen van gipskartonplaten” toevoegen. 3. Bemerkingen inzake de werkzaamheden die niet behoren tot de beroepswerkzaamheden NIHIL 4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid
het
programma
Artikel 13, § 3, 2. “minerale en synthetische sierpleisters” toevoegen. Wijzigingen aan § 3, 3 : -negende streepje wijzigen in “buitencementering”; -elfde streepje schrappen; -volgende streepjes toevoegen i.p.v. “ornemant” : -sierpleisters (mineraal en synthetisch); -ornamentwerk, lijstwerk, staffwerk.
van
de
sectorale
22
5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 6. Andere bemerkingen : NIHIL _______
23
Ontwerp beroepsreglementering : aannemer-tegelzetter art. 14
1. Bemerkingen inzake evaluatierapport NIHIL 2. Bemerkingen inzake definitie beroepswerkzaamheden Voorgestelde tekstwijziging : In artikel 14, § 1 de vermelding “ondervloeren of“ schrappen. Argumentatie : Het klaarmaken van de ondervloer behoort de facto tot de activiteit. 3. Bemerkingen inzake de werkzaamheden beroepswerkzaamheden behoren
die
niet
tot
de
NIHIL 4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid
het
programma
van
de
sectorale
NIHIL 5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 6. Andere bemerkingen NIHIL _________
24
Ontwerp beroepsreglementering : aannemer van glaswerken art. 15
1. Bemerkingen inzake het evaluatierapport Voorgestelde tekstwijzigingen : Nr. 11 : (aannemer van glaswerken) -Inzake crit. 1 : Op veiligheidsvlak moet “ja” geantwoord worden. De uitoefening van dit beroep houdt immers specifieke risico’s in. -Inzake crit. 2 : Een centrum (Menen) moet toegevoegd worden aan de lijst van vormingscentra. 2. Bemerkingen inzake de definitie van de beroepswerkzaamheden NIHIL 3. Bemerkingen inzake de werkzaamheden beroepswerkzaamheden behoren
die
niet
tot
de
NIHIL 4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid
het
programma
van
de
sectorale
NIHIL 5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 6. Andere bemerkingen NIHIL _______
25
Ontwerp beroepsreglementering : aannemer van dakbedekking en het waterdichtmaken van bouwwerken art. 16
1. Bemerking inzake evaluatierapport Voorgestelde tekstwijzigingen : Nr. 14 - 15 - 16 (aannemer van zinkwerken en metalen dakbedekkingen van gebouwen - aannemer van niet-metalen dakbedekkingen van gebouwen - aannemer voor het waterdicht maken van gebouwen) • Inzake crit. 1: Veiligheid : veiligheidsgaranties voor derden nodig : ja in plaats van neen. Argumentatie : Deze werken gebeuren vaak op grote hoogte en met gevaarlijke producten. De verzekeringspremie voor het beroep ligt hoger dan voor andere beroepen. Dit toont het groter gevaar aan. • Inzake crit. 3: Technologische evolutie die eigen is voor het beroep: ja in plaats van neen. Er komen nieuwe verwerkingstechnieken, nieuwe producten en nieuwe vereisten zoals isolatie. • Andere criteria: Installatiebedrag : 1 tot 3 miljoen BEF. 2. Bemerkingen inzake definitie beroepswerkzaamheden Voorgestelde tekstwijziging : Artikel 16, § 1 als volgt te wijzigen : De beroepswerkzaamheid van aannemer van dakbedekking en het waterdichtmaken van bouwwerken bestaat uit het geheel of ten dele aanbrengen, herstellen, onderhouden of vernieuwen van waterdichte bekledingen en bedekkingen op bouwwerken teneinde deze waterdicht te maken en te beschermen tegen de weerinvloeden. Argumentatie : De definitie in het ontwerp is onvolledig : het waterdichtmaken is beperkt tot daken. De drie beroepen hebben gezocht naar een gemeenschappelijke definitie en zijn tot een consensus gekomen.
26 Onder waterdichtmaken en bedekken van bouwwerken wordt verstaan : - al de eigenlijke werken met betrekking tot het waterdichtmaken van bouwwerken, door deze te bekleden met bitumineuze of synthetische membranen of producten, warm of koud aangewend, onder vloeibare of vloeibaar gemaakte vorm, en al of niet gewapend. Deze werken bestaan bij wijze van voorbeeld in het afdichten van daken, dakterassen, borstweringen, kelders, bekuipingen, parkeerdaken, brugdekken, duikers, tunnels, tuindaken en groene daken evenals elk ander werk behorende tot de burgelijke bouwkunde. - al de eigenlijke werken met betrekking tot het bedekken van bouwwerken door deze te bedekken met metalen, non-ferro metalen en niet-metalen bedekkingen geschikt om geplaatst te worden op daken en gevels. 3. Bemerkingen inzake de beroepswerkzaamheden
werkzaamheden
die
niet
tot
de
NIHIL 4. Bemerkingen inzake beroepsbekwaamheid
het
programma
van
de
sectorale
Voorgestelde tekstwijziging : Artikel 16, § 3 als volgt te wijzigen : 1. Planlezen en werkvoorbereiding -
- lezen, ontleden en interpreteren van plannen en werkschetsen het toepassen van het metriek stelsel in het vak : berekening van omtrek, oppervlakte, volume en massa - meetkundige figuren van het dak - opstellen van materialen- en gereedschapsstaten - opstellen van de uit te voeren taken - verrichten van technische opmetingen op de bouwplaats - de standaardmeetmethode - meetstaat opmaken - opstellen van de prijsofferte 2. Materialenkennis en materieelkennis - benaming, structuur, samenstelling, herkomst, soorten, eigenschappen, gebreken, bewaring en commerciële afmetingen van de volgende materialen : 1) beschermingsmaterialen 2) isolatiematerialen : minerale materialen, kunstofschuimen, komposiete materialen en materialen van plantaardige oorsprong 3) soepele en vloeibare synthetische en bitumineuze afdichtingsmaterialen 4) metalen, non-ferro metalen en niet-metalen bedekkingsmaterialen 5) mechanische bevestigingen en warm en koud gebruikte vloeibare hechtingsmiddelen voor alle hierboven genoemde materialen 6) dakuitrustingen en daktoebehoren uit kunststof, metaal, non-ferro metalen, hout met inbegrip van zonnepanelen en foto-voltaïsche cellen
-
beschrijving, gebruik, veiligheidsvoorschiften en onderhoud van handgereedschap, materieel en machines die aangewend dienen te worden om het werk efficiënt uit te voeren.
27 3. Technologie/theorie - dakopbouw, dakvormen en functies van het dak - soorten dakvloeren en visueel nazicht van de ondergrond - stijve en soepele onderdaken en hun plaatsingstechnieken - dampscherm en isolatie : plaatsingstechnieken en bouwfysische begrippen i.v.m. vocht, warmte en geluid - plaatsingstechnieken van de verschillende afdichtingsmaterialen en bedekkingsmaterialen - plaatsings- en aansluitings- en afwerkingstechnieken van de verschillende dakuitrustingen en daktoebehoren - algemene renovatietechnieken - algemeen onderhoud - technische voorlichtingsnota’s (WTCB) en Belgische normen (BIN) en wetten m.b.t. het vak - technische goedkeuringen (ATG) m.b.t. het vak - specifieke veiligheids- en hygiënevoorschriften m.b.t. het vak. 4. Technologie/praktijk - uitlijnen en uitzetten van de ondergrond - afmeten, snijden en plaatsen van soepel en stijf onderdak - afmeten, snijden en plaatsen van het latwerk - afmeten, snijden en plaatsen van isolatiematerialen, dampscherm, luchtscherm - afmeten, snijden en plaatsen van verschillende soepele afdichtingsmaterialen - bereiden en plaatsen van de verschillende vloeibare afdichtingsmaterialen - toepassing van de verschillende bevestigingstechnieken : gieten, warme en koude verkleving, lassen, mechanische bevestiging - afmeten, snijden en plaatsen van de verschillende bedekkingsmaterialen - plaatsing van de houten ondergrond en plaatsing van metalen plooiplaten - vervaardigen, verbinden en plaatsen van metalen en on-ferro metalen bedekkingen - vervaardigen en plaatsen van daktoebehoren in metaal en non-ferro metalen - plaatsing, aansluiting en afwerking van dakuitrustingen en daktoebehoren - praktisch gebruik en onderhoud van materieel en gereedschap - uitvoering van de verschillende dakopbouwsystemen - toepassen van onderhouds- en renovatietechnieken 5. Een praktische proef inzake de plaatsing van de materialen en het gebruik van het materieel. Argumentatie : In onderling overleg tussen de betrokken beroepen werd dit gedetailleerd programma opgesteld. Het houdt rekening met de moderne technieken en terminologie.
28
5. Bemerkingen inzake de vereiste bewijsmiddelen om de sectorale beroepsbekwaamheid aan te tonen NIHIL 6. Andere bemerkingen NIHIL ______