Discussiebijeenkomst "AED hartstikke goud?" d.d. 14 december 2006
Inleiding De discussiebijeenkomst "AED hartstikke goud?" vond plaats op donderdag 14 december 2006 in de foyer van de Stadsschouwburg in Groningen. De discussie werd geleid door Aize Bouma en aan het begin van de bijeenkomst kwamen zowel een voorstander als een tegenstander van de aanschaf van de AED aan bod. Vervolgens werd er gediscussieerd met alle aanwezigen. Hierbij volgt het verslag van de bijeenkomst. Als bijlagen zijn bijgevoegd: lijst met deelnemers en de presentaties van de 2 sprekers.
Het programma was als volgt: Dagvoorzitter/discussieleider: de heer Aize Bouma, Communicatie Consulting BV. 9.30 - 9.45 uur Ontvangst met koffie en thee 9.45 - 9.50 uur Welkomstwoord Mevrouw Ineke Mulder, gedeputeerde Welzijn, Zorg, Onderwijs en Sport 9.50 - 10.15 uur Inleidingen: 'voors en tegens' De heer T. Hiddes (directeur UMCG Ambulancezorg) De heer J. Broer (epidemioloog GGD) e 10.15 - 11.00 uur Discussie: 1 ronde 11.00 - 11.15 uur Korte pauze met koffie en thee e 11.15 - 11.45 uur Discussie: 2 ronde 11.45 - 12.00 uur Afsluiting
Verslag bijeenkomst "AED hartstikke goud?" Opening Gedeputeerde Ineke Mulder heet iedereen welkom en vertelt de aanleiding van de bijeenkomst. Zij refereert hierbij aan een initiatiefvoorstel van het CDA en het onderzoek dat de Hanzehogeschool voor de provincie heeft uitgevoerd rondom het thema: AED en de sportvereniging. Op grond van de bespreking in de statencommissie en de resultaten van het onderzoek en gelet op de vele vragen die er nog steeds zijn, heeft de provincie besloten om een bijeenkomst te organiseren. Een bijeenkomst met diverse partijen die in de dagelijks praktijk met hartfalen, AED's of reanimatie te maken kunnen hebben. Een discussiebijeenkomst waar de 'voors' en 'tegens' aan bod komen en waar partijen over en weer geïnformeerd worden over initiatieven. Mevrouw Mulder vervolgt dat de bijeenkomst mogelijk ook kansen biedt om initiatieven te koppelen. Overigens ziet zij niet direct een rol weggelegd voor de provincie daar waar het gaat om de aanschaf van AED's. Tot slot roept zij alle deelnemers op tot het voeren van een goede discussie. e
Discussieleider de heer Bouma geeft het woord aan de 1 spreker, de voorstander, de heer Hiddes.
1e Spreker, de heer T. Hiddes, directeur UMCG Ambulancezorg De heer Hiddes, voorstander van de aanschaf van AED's, geeft aan dat hartfalen een belangrijk deel van ons leven vormt. Het betreft dan ook een maatschappelijk relevant onderwerp. Aan de hand van een powerpoint-presentatie onderbouwt de heer Hiddes het nut van de AED. Het project met betrekking tot AED's in de provincie Drenthe, dat mede door de ambulancedienst wordt uitgevoerd, dient als basis van de presentatie. Vanuit de optiek van ambulancediensten wordt de AED als een belangrijk hulpmiddel gezien. De AED helpt mee levens te redden. Want voordat bijvoorbeeld een ambulance, en daarmee deskundige hulp, aanwezig is bij een slachtoffer met een hartstilstand, kan er bij aanwezigheid van een AED ter plekke al veel gedaan worden om het leven van het slachtoffer te redden of de kwaliteit van leven na een hartaanval niet verder te doen verslechteren. Juist in de eerste zes minuten is veel winst te boeken en kun je een leven redden. Hoe langer het duurt voordat er wordt gedefibrilleerd, des te geringer de kans op overleven. Vanuit organisatorisch invalshoek zou gewerkt moeten worden volgens een risicokaart. Een risicokaart die op grond van gedegen onderzoek tot stand komt. Volgens de heer Hiddes zal blijken dat met name in Zuidoost Groningen de risico's van hartfalen het grootst zullen zijn. Juist in de risicovolle gebieden (nu vaak de stedelijke gebieden met hoge concentraties van mensen) zou dan begonnen kunnen worden met meer inzet op preventie. De heer Hiddes ziet wel een belangrijke stimulerende rol voor de provincie weggelegd. Volgens hem moet de provincie echter niet in de aanschaf van de AED's gaan zitten maar veeleer een rol vervullen in de communicatie en de publiciteit rondom dit thema. Bovendien zou de provincie de borden kunnen aanreiken ten behoeve van alle publieke ruimten waarbinnen een AED aanwezig is. Overigens is de heer Hiddes wel van mening dat het apparaat, de AED, niet het belangrijkste is maar het systeem eromheen. Hij is er dan ook een groot voorstander van dat er ingezet wordt op de combinatie van AED + reanimatie. Hij noemt vervolgens de argumenten die pleiten voor de AED en reanimatie, deze zijn: * * * * * *
maatschappelijke relevantie in de samenleving is groot, noaberschap wordt versterkt, relatief goedkoop middel, lekenhulpverlening is een goede aanvulling op reguliere ambulancezorg, tijdswinst is gezondheidswinst, basale reanimatie is net zo belangrijk als inzet AED,
* *
training conform normen NRR, nazorg belangrijk voor kwaliteit en motivatie.
In de provincie Drenthe is het uiteindelijke doel van het reeds genoemde project om een regiodekkend netwerk van AED's te realiseren. Daarvoor is in ieder geval nodig een inventarisatie van aanwezige AED's, het beschrijven van protocollen en procedures, het opleiden van vrijwilligers, en activiteiten met betrekking tot communicatie en publiciteit. De heer Hiddes benadrukt hierbij de alarmering via de meldkamer en het opzetten van een beheersorganisatie. Aan het einde van zij presentatie meldt de heer Hiddes dat hij ook betrokken is bij een nieuwe pilot die in Noord-Nederland wordt uitgevoerd bij de politie. Alle hulpdienstauto's van de politie zullen namelijk voorzien worden van een AED. Het apparaat is goed inpasbaar in de dienstauto en politiepersoneel wordt inmiddels opgeleid om de AED te hanteren en om reanimatie toe te kunnen passen. e
Aize Bouma bedankt de heer Hiddes en nodigt de heer Broer als 2 spreker uit voor zijn presentatie.
2e Spreker, de heer J. Broer, arts/epidemioloog van de GGD Groningen Gelijk de heer Hiddes, maakt de heer Broer gebruik van een powerpoint-presentatie. De heer Broer begint zijn presentatie door te stellen dat hij niet zo zeer tegenstander is van de AED. Echter, hij is van mening dat er veel meer winst te behalen valt op het terrein van preventie. De heer Broer is dan ook sceptisch ten opzichte van het wijd verspreiden van AED's op de sportvelden. Preventieve maatregelen in relatie tot roken en overgewicht, is wat hem betreft doelmatiger en levert een hoger rendement dan de aanschaf van AED's. De top-3 van doodsoorzaken in de provincie Groningen is: hartinfarct, beroerte en longkanker. Al deze doodsoorzaken zijn gerelateerd aan "roken". Zo'n 27% (130.000 personen) van de Groningers rookt. Naast roken is ook overgewicht een risicofactor die niet te onderschatten is. In de afgelopen twee decennia is het overgewicht in heel Nederland en ook in de provincie Groningen in sterke mate toegenomen. De heer Broer toont enkele cijfers inzake 'hartstilstand' en de provincie Groningen. In de provincie Groningen zijn per jaar 500 doden door een hartstilstand. Van dit aantal hartstilstanden vindt 80% (400 personen) binnenshuis plaats en 20% (100 personen) in openbare ruimten. Minder dan 5 hartstilstanden per jaar vinden er plaats op de sportvelden. De heer Broer geeft aan dat het gebruik van de AED door de politie interessant is omdat zij vaak eerder ter plaatste zijn dan bijvoorbeeld de ambulance. De pilot die in Noord-Nederland bij de politie wordt uitgevoerd sluit hier goed bij aan. De heer Broer gaat in op resultaten van diverse AED-onderzoeken (luchthaven Chicago, Schotland en Noord-Holland). Ten aanzien van het AED-onderzoek in Noord-Holland zijn de volgende conclusies en aanbevelingen af te leiden: conclusies 1 het wijd verspreiden van AED's is niet kosten-effectief. 2 kostbare tijd gaat verloren met: - tijdstip tot bellen (publiek - omstanders) - afhandeling van telefoongesprekken op de meldkamer en het informeren van de juiste spoedeisende hulpverlener aanbevelingen 1 bevolking leren vaker en sneller te reageren op hartstilstand 2 meldkamer trainen in snellere afhandeling van hulpvraag (o.a. automatische nummerherkenning GSM-lokalisatie, etc)
De heer Broer is van mening dat er meer nodig is dan een AED en defibrilleren. Er moet met name geïnvesteerd worden in de keten c.q. het systeem van hulpverlening. Zijn inziens is basale reanimatie veel belangrijker dan de AED. Dit laatste omdat de aanrijtijden van ambulances te lang duren. Hij is dan ook voorstander van investeringen in: 1 2
de publieksvoorlichting en training reanimatie het organisatorisch verbeteren van het systeem van meldingen snellere afhandeling en doorgeleiding van meldingen meldkamer training
De heer Broer sluit zijn presentatie af door vanuit het perspectief van de openbare gezondheidszorg een aantal aanbevelingen te noemen, te weten: * * * * * * *
gezien de verhoudingsgewijs hoge sterfte door hartinfarcten in Groningen zijn preventie programma's nodig, het verbeteren van basale reanimatie vaardigheden onder bevolking en sneller waarschuwen van 112 is belangrijker dan AED-verspreiding, het introduceren van een breed AED-programma is complex en kostbaar en vergt hoog gekwalificeerde begeleiding en onderzoek, het is de vraag of de provinciale overheid over voldoende kennis en middelen beschikt om voortouw te nemen in AED-programma, Introductie van AED's via sportverenigingen betekent zeer waarschijnlijk een laag rendement, in het Nederlandse zorgsysteem is betrokkenheid van een zorgverzekeraar wenselijk om een duurzame toepassing van AED te kunnen realiseren, er is veel meer gezondheidswinst te behalen door andere preventieve maatregelen te treffen, zoals rookpreventie en beperking gewichtstoename.
Tot slot geeft de heer Broer aan dat de GGD te allen tijde bereid is om mee te denken.
Discussie 1e ronde De heer Aize Bouma bedankt de sprekers voor hun presentatie en vervolgt door het publiek te vragen om te reageren op de presentaties en om met elkaar de discussie aan te gaan. De heer Post (wethouder van de gemeente Menterwolde) bijt het spits af door te melden dat de e gemeente Menterwolde 20 AED's heeft aangeschaft. Op persoonlijke titel is hij het eens met de 2 spreker dat er op andere terreinen meer winst behaald kan worden dan de verspreiding van AED's e onder sportverenigingen. Bestuurlijk is hij het eens met de 1 spreker. De discussie vindt hij irrationeel. Het gaat om geringe aantallen en daarmee weinig mensen, maar je zult die ene maar zijn. Verder is hij van mening dat door nu als gemeente Menterwolde in te zetten op de AED heb je meteen reanimatie op de agenda. Bovendien wordt hier inderdaad het noaberschap- en burgerschapsgevoel gestimuleerd. Wel moet voorkomen worden dat er wildgroei ontstaat en moet je AED's niet alleen plaatsen op sportvelden maar ook op andere plaatsen. De heer Post vindt tevens dat er wel op preventie ingezet moet worden. De heer Niemeijer (cardioloog) geeft aan dat hoe eerder je bij een hartstilstand aanwezig bent des te beter. Hij is van mening dat de overheid, gezondheidsinstellingen etc. er alles aan moeten doen om levens te redden. Het moet gewoonweg een hoge prioriteit hebben. Kijk je naar landen om ons heen dan zie je dat het daar verplicht is dat de brandweer, politie en ambulances over AED's beschikken. Voorts sluit de heer Niemeijer zich aan bij de vorige spreker dat op het moment je een AED hebt je ook aanverwante zaken op de agenda plaatst. Bij sportverenigingen kun je en zul je daarmee een bepaalde lifestyle ontwikkelen. De heer Van Ham (gemeente Groningen) is betrokken geweest bij het onderbrengen van AED's in alle delen van de organisatie. Nadat dit was gebeurd waren er binnen 5 dagen 2 gevallen van hartfalen. Dit terwijl in de 10 jaar daarvoor het nooit 1 keer was voorgevallen. Er is wat hem betreft
dan ook sprake van een relatief probleem. De heer Van Ham benadrukt dat scholing naast aanschaf van groot belang is. Het is wat hem betreft verkeerd om alleen maar "kasten" af te zetten. De heer Van der Werff (Stichting Reanimatie Groningen) meldt dat de AED aanvullend op de Basic Life Support (BLS) goed is. Hij wijst erop dat BLS eerst komt want als dat niet het geval is, dan kom je aan de AED niet toe. Daarom moet er vooral geïnvesteerd worden in het voortraject, in het opleiden van mensen, en het aanleren van vaardigheden. De heer Niemeijer sluit hierbij aan en zegt dat de BedrijfsHulpVerlening + de Basic Life Support + AED tezamen goed moeten zijn. De heer Molema (Stichting Bevordering Reanimatie) is voorstander van de aanschaf van de AED. Een AED zou naast de thermometer moeten liggen, anders haal je de tijd van 6 minuten nooit. Hij heeft het initiatief bedacht om bij alle bruggen in de gemeente Vlagtwedde een AED te plaatsen voorzien van EHBO-bordjes. Eigenlijk moet er na elke kilometer een apparaat hangen en moeten er 6 tot 7 vrijwilligers zijn die het kunnen bedienen. Daarvoor moet je de bevolking achter je hebben. De voetbalvereniging Wildervank heeft ook AED’s maar was niet in staat om de opleidingen te bekostigen. Onze stichting heeft aangeboden om deze scholing van vrijwilligers te doen voor de voetbalvereniging. De heer v/d Vorm (voorzitter vv Wildervank) is het met de heer Broer eens dat er meer winst te behalen valt bij het opleiden van mensen in reanimatie. Want een AED is een hulpmiddel maar er komt veel meer bij kijken. De heer v/d Vorm vindt dat er ook weer een goede sportkeuring moet komen. Daarnaast heb je vrijwilligers nodig die opgeleid moeten worden. Tot slot is hij van mening dat er ook nog wel wat te doen is aan het gedrag van de voetballers en dan heb je het weer over preventie. De heer Stel (vv Be Quick) is van mening dat er meer en eerst aandacht moet zijn voor reanimatie. De AED is vervolgens een goed hulpmiddel. Hij wil ook aandacht voor het organisatorische aspect. Hij vraagt zich af hoe hij de vrijwilligers krijgt binnen de voetbalvereniging die opgeleid moeten worden. Dat is gewoonweg een lastig verhaal als je ook nog eens bedenkt dat die vrijwilligers ook steeds weer van samenstelling veranderen. De heer Esman (leverancier va AED’s, Safety Fire Products) meldt dat elk bedrijf verplicht is te investeren in reanimatie. Hij benadrukt dat reanimatie heel belangrijk is. Daar begint het mee, want de tijd die je nodig hebt om de AED te gebruiken is gewoon te lang. In samenwerking met het Huis voor de Sport Groningen wordt een drietal pilots uitgevoerd. Pilots waarbinnen de combinatie reanimatie en AED-gebruik centraal staat. Sportverenigingen hoeven bij deelname niet te beschikken over een AED. De heer Niemeijer vestigt de aandacht op de voorbeeldfunctie binnen de gemeenschap. De gemeente Haren heeft een AED aangeschaft. Hij vertelt het verhaal over 2 baliemedewerkers bij de gemeente Haren die een slachtoffer met succes hebben gereanimeerd. Over dergelijke voorvallen wordt gepubliceerd en dat kan vervolgens weer voor een positief beeld zorgen. Zoals gezegd een voorbeeldfunctie vervullen binnen de samenleving. De heer Hiddes bevestigt dat door de AED als hulpmiddel aan te bieden de noaberschap kan worden gepromoot. De aanschaf is dan ook bedoeld om het lontje aan te steken. Overigens is hij van mening dat het verhaal rond de AED niet gecommercialiseerd moet worden. De AED is niet meer dan een hulpmiddel en ja er moet ook ingezet worden op preventie en verbeteringen aanbrengen in de reactietijd van de meldkamers. De discussieleider de heer Bouma sluit de eerste ronde af door een korte samenvatting te geven. 1 door te investeren in reanimatie valt er nog veel winst te behalen, 2 ten aanzien van de AED lopen de meningen uiteen: ja als hulpmiddel, nee als gevolg van de vele vraagtekens die er nog zijn, 3 er is een gereserveerde houding ten aanzien van het breed wegzetten va AED’s.
Pauze
Discussie 2e ronde e
De heer Bouma leidt na de pauze de 2 ronde van discussie in. Hij stelt daarbij de vraag “wat gaan we nu doen?”. Meer reanimatie in de breedte, wie pakt dat op?. Of moeten we onze aandacht meer e richten op roken en vetzucht. Verder hebben we in de 1 ronde kunnen concluderen dat er enige terughoudendheid leeft ten aanzien van de AED en als je er al voor kiest dan met name op die plekken waar een hoge concentratie van mensen is. En vergeet de vrijwilligers niet! De heer v/d Vorm als gevolg van de ongelukkige voorvallen bij onze voetbalvereniging is er veel publiciteit geweest. Daardoor kregen wij van verschillende kanten aanbiedingen van AED’s . Echter, de financiën voor het cursusaanbod dat noodzakelijk is, was de bottleneck. Daar moet structureel iets aan gebeuren ook bij andere verenigingen als je een AED gaat aanschaffen. Ondersteuning bij het cursusaanbod hebben wij inmiddels gekregen van de stichting van de heer Molema. De stichting zorgt naast de opleiding ook voor de herhalingscursussen. Toen een sponsor over de brug kwam om ons hier een aantal jaren financieel in te ondersteunen toen kon het pas echt opgepakt worden. De heer Molema pleit ervoor om te proberen om de bevolking er meer achter te krijgen en van daaruit te werken aan een structuur. Het initiatief hiertoe kan bijvoorbeeld vanuit de dorpsvereniging komen. De heer Van der Werff waarschuwt dat het aantal deelnemers van basale reanimatiecursussen sterk terugloopt. Hij pleit dan ook voor stimuleringsprogramma’s op dat vlak. De heer Raad (Vereniging Groninger Dorpen) ziet overeenkomsten met de problemen die er bij dorpshuizen leven. Ook daar zijn financiën en vrijwilligers actuele probleemvelden. De heer Raad vindt dat via het werk meer aandacht moet komen voor reanimatie. Vanuit het werk kan dan een stimulerende impuls tot stand worden gebracht. Bovendien pleit de heer Raad voor meer acties richting vrijwilligers. Meer inventariseren naar vrijwilligers en meer investeren in vrijwilligerswerk ook daar waar we het hebben over onderwerpen als EHBO en reanimatie. De heer v/d Vorm vindt dat er ingezet moet worden op cursussen reanimatie. De heer Esman meldt dat voor het initiatief van hem en het Huis voor de Sport sponsoren zijn gevonden en dat daardoor de cursussen reanimatie in combinatie met de AED kunnen worden aangeboden. Hij is van mening dat partijen als de stichting reanimatie, het Huis voor de Sport, en de Vereniging Groninger Dorpen in staat moeten zijn om samen te werken en om (cursus)aanbod te creëren. Overigens steekt het de heer Esman dat er niet vroegtijdig op de scholen wordt begonnen met aandacht voor reanimatie De heer Niemeijer is van mening dat je ook vrijwilligers krijgt door het onder de aandacht te brengen via sport en bewegen. Als voorbeeld haalt hij de samenwerking aan tussen de harststichting en de FC Groningen. Samen trekken zij op naar sportverenigingen waar de voetballers clinics verzorgen en waar de hartstichting de aandacht vestigt op gezondheidsaspecten. De heer Bouma sluit deze ronde af en vraagt de gedeputeerde om de resultaten van de bijeenkomst en het vervolg te schetsen. Gedeputeerde mevrouw Mulder heeft tijdens de bijeenkomst 2 (hoofd)richtingen gehoord. Namelijk een richting waarbij van onderaf op lokaal niveau meer vrijwilligers gevonden zouden moeten worden om de basic life support goed op te kunnen pakken. Initiatieven zijn nodig waarbij voldoende vrijwilligers worden gemobiliseerd, die bereid zijn om voor langere termijn hulp te bieden. Vanuit de verantwoordelijkheid van het gezondheidsbeleid ziet mevrouw Mulder bij dergelijke initiatieven een belangrijke en ondersteunende rol weggelegd voor gemeenten en dat geldt ook voor andere lokale initiatieven op het terrein van reanimatie en AED’s. De tweede richting die mevrouw Mulder ziet is het in kaart brengen van de risicogebieden in onze provincie. In de provincie zijn bepaalde gebieden met een dunne infrastructuur. Gebieden waar de gezondheidsrisico’s hoog zijn, de aanrijtijden van de ambulances relatief lang, en het aanwezige vrijwilligerspotentieel gering. De provincie zal met ketenpartners zoals ambulancezorg, zorgverzekeraar, GGD en politie de risicogebieden in kaart brengen. Zodra dit gereed is dan kan
vervolgens de koppeling met de lokale initiatieven gemaakt worden. Mevrouw Mulder is van mening dat de koppeling gemaakt zou moeten worden via het gebiedsgericht werken Welzijn. Mevrouw Van Kleef (CDA-statenlid) is blij dat het onderwerp breed leeft. Wel vindt zij het nog lastig waar exact de verantwoordelijkheden liggen. Sluiting Gedeputeerde mevrouw Mulder sluit de bijeenkomst af en geeft nog eens te kennen dat zij het een goede bijeenkomst heeft gevonden. Zij bedankt vervolgens iedereen voor de bijdragen die men heeft geleverd aan de bijeenkomst en wenst iedereen een goede reis naar huis of werk.