Het begin De Centrale Discotheek kende een lange aanloopfase. Het idee ontstond in 1952 in het hoofd van Rob Maas, de eerste directeur van de CDR. Wat zou het toch mooi zijn om mensen, vooral degenen niet veel te besteden hadden, op een snelle en goedkope manier in aanraking te laten komen met nieuwe muziek. Alleen, een dergelijke ‘muziekbibliotheek’ bestond in Nederland nog helemaal niet. Het kostte Maas heel wat moeite om financiers te overtuigen, maar uiteindelijk won de aanhouder toch. Eerst kwam er een aanbevelingscomité, onder meer met de componisten Jurriaan Andriessen en Henk Badings, de wethouder kunstzaken en de burgemeester van Rotterdam. De gemeente nam een afwachtende houding aan en wilde nog niet direct subsidiëren. Gelukkig kregen wij een lening van de Stichting Tot Bevordering Van Volkskracht, van de Erasmus Stichting en van het havenbedrijf Van Ommeren. Ten tijde van de feestelijke opening in 1961 bestond de collectie voor het grootste deel uit klassieke muziek. De genodigden kwamen samen in een bescheiden winkeltje aan de Witte de Withstraat, een voormalige apotheek. Al snel bewijst de Discotheek haar bestaansrecht. Het aantal uitleningen en leners groeit, maar daarmee nemen ook de kosten toe. In 1964 biedt de Gemeente Rotterdam, in de persoon van wethouder Nancy Zeelenberg, de helpende hand met een bijdrage van 75 cent per uitgeleend album, plus de belofte dat er een ruimte zou worden gereserveerd in een in aanbouw zijnde concertzaal. In 1966 was het zover en verhuist de Discotheek naar de nieuwe locatie: de Doelen.
Expansie Voor de verhuizing naar De Doelen (1966) stelde de RET een tram ter beschikking, daar werden luidsprekers op gebonden en onder de tonen van de ouverture De Barbier van Sevilla van Rossini reed de tram voor in de Witte de Withstaat. Alle genodigden werd gevraagd om symbolisch mee te verhuizen door een lp mee te nemen van de oude naar de nieuwe locatie in de Doelen.
Een volgende aanwinst was de Discobus waarmee de CDR de wijken en omliggende plaatsen in trok. Binnen in de bus konden muziekliefhebbers platen lenen en beluisteren. Om de conditie van de platen op peil te houden, voerde de CDR een naaldcontrole in: elke nieuwe lener moet de kop van zijn platenspeler meenemen om te zien of de naald de kostbare platen niet beschadigde. Vooral van succesvolle popalbums, zoals die van The Rolling Stones of Pink Floyd, werden veel exemplaren ingekocht. Na verloop van tijd werden de overtollige exemplaren weer verkocht. Op zaterdag kostten deze tweedehands lp’s nog zes gulden, maar elke dag van de week ging er een gulden van de prijs af. Op vrijdag gingen de laatste lp’s voor een gulden per stuk de deur uit.
Discotheek vs Bibliotheek Bij de bouw van de nieuwe bibliotheek op de Hoogstraat werd er een afdeling uitlenen van grammofoonplaten ingericht en zo ontstond er een lastige situatie: de gemeente beconcurreert de CDR met haar eigen bibliotheek. Maar er komt redding: de gemeenteraad besluit op 25 oktober 1984 dat de Centrale Discotheek de enige is die muziek mag uitlenen in de stad en dat de bibliotheek daarmee moet stoppen. Keerzijde van de medaille, was dat de gemeente tevens besloot om, in het kader van de toenmalige bezuinigingen, de subsidie stop te zetten. De strijd om het bestaan werd gewonnen doordat het aantal uitleningen na sluiting van de muziekafdelingen in alle Rotterdamse bibliotheken flink omhoog ging. Dat lag enerzijds aan de opkomst van de cd, maar ook door verkoop van de ontwikkelde computerprogramma’s aan bibliotheken. En er werd een afdeling dienstverlening aan landelijke bibliotheken opgezet voor levering van catalogi en uitleenklare cd’s. Door de steeds verder uitdijende collectie werd ook de ruimte in de Doelen te krap. De klassieke afdeling ging naar de Zoutmanstraat en later naar de Keerweer. Gelukkig kon de CDR in 1981 binnen het pand aan De Doelen uitbreiden en keerde de collectie van klassieke platen weer terug. In 1986 verhuisde de CDR naar de Mauritsweg en in 1996 naar de Hoogstraat. Vanaf dat moment is de CDR, als zelfstandige stichting, gehuisvest in de prachtige bibliotheek. Tijdens al die verhuizingen was de Centrale Discotheek nooit één dag gesloten.
Automatisering Voor de catalogus werd geen gebruik gemaakt van kaartenbakken, maar van een gestencild boekje, dat de leden mee naar huis konden nemen. In 1963 werd dat gemaakt met behulp van ponskaarten, die later op een minicomputer werden overgezet. Om ook steeds de laatste aanwinsten te kunnen vinden kwam er een catalogus op microfiche, die al spoedig plaats moest maken voor terminals in de uitleenruimte waar mee op werk, song en artiest kan worden gezocht. Er wordt besloten alle softwareprogramma’s, voor uitlening en catalogi, in eigen huis te ontwikkelen. Daardoor kon alles op maat worden gemaakt en bovendien konden de programma’s in de subsidieloze jaren, worden verkocht aan bibliotheken in Nederland en Frankrijk. De eerste computer werkte met cassettes en had 16 k intern geheugen. Nu zijn alle 400.000 cd’s gedigitaliseerd en samen met catalogi en toelichtingen. Daarvoor is maar liefst 125.000 terabytes nodig. Op de automatiseringsafdeling werken drie programmeurs en een systeembeheerder, die alle digitale ontwikkelingen op de voet volgen om zo alle wensdromen van de uitleen- en informatieafdeling mogelijk maken. De opkomst van internet had grote gevolgen. In 1995 registreerde de CDR de domeinnaam muziekweb.nl. Deze website is nog altijd het digitale hart van de Centrale Discotheek. Naast de catalogi zijn er nu de Muziekwebwijzers met veel informatie over verschillende onderwerpen, het muziekadvies, de uitgebreide genre-indelingen met toelichtingen en de hoesjes van de cd’s. Binnen de muren van het gebouw kan alles helemaal beluisterd worden, daarbuiten alleen fragmenten van 30 seconden.
Dienstverlening en zichtbaarheid Een team van tien medewerkers, met ieder een eigen muzikale specialisme, maken toelichtingen bij cd’s. De toelichtingen verschijnen ook in een gratis nieuwsbrief, die twee keer per week verschijnt. Naast de toelichtingen maakt de redactie ook folders en boekjes, tijdlijnen en muziewebwijzers, die de laatste jaren ook steeds vaker, zoals u nu ook doet, digitaal zijn uit te lezen. Van Afrikaanse muziek tot opera, alles met het doel de muzieksmaak van de luisteraar te verbreden. De CDR timmerde altijd al aan de weg met opvallende slogans en campagnes. Eerst waren er de posters waar in grote letters op stond TE HUUR. Latere slogans waren ‘Van Bach tot Bowie’ en ‘Geen dag zonder Bach’. Bach groeide uit tot het beeldmerk van de Discotheek. Er kwam een eigen kledinglijn, uiteraard uitgevoerd in de zwart-gele huiskleuren. Handig voor de medewerkers voor de CDR wanneer zij promotie maken tijdens één van de Rotterdamse zomerfestivals en te koop voor iedereen die muziek een goed hart toedraagt.
De toekomst De CDR blijft natuurlijk de ‘platenbieb van Rotterdam’. Maar er is meer. De CDR heeft een landelijke functie met haar databank en kenniscentrum van álle muziek. Want alles wat in Nederland op de markt komt wordt nog steeds aangekocht, gedigitaliseerd, gecatalogiseerd, ingedeeld in stijlen, voorzien van toelichtingen en al die informatie is voor iedereen op muziekweb beschikbaar. Hoe die muziek naar de luisteraar in de toekomst naar de lener komt, is de vraag. Geluidsdagers veranderen, de lp, de cd, het digitale muziekbestand en sinds kort streaming: de muziek die direct op een computer of iPhone is te beluisteren. Muziek is tegenwoordig overal en is makkelijker dan ooit te bemachtigen. Vaak is het slechts één muisklik weg. Wat onveranderd blijft, is de wens naar onafhankelijke en gedegen kennis over de muziek. Daar ligt de belangrijkste rol voor de medewerkers van de Discotheek. Een team van musicologen en specialisten op het gebied van pop- en wereldmuziek onderhoudt de website. De twee belangrijkste doelstellingen van de CDR blijven daarom onveranderd: 1) De mensen informeren over muziek en 2) Het faciliteren van een laagdrempelige manier om muziek te beluisteren. Dat zijn twee zaken die in de vijftig jaar van de Centrale Discotheek Rotterdam onveranderd bleven.