Elektrische temperatuurmeting
Digitale temperatuurzender met HART®-protocol Model T32.1S, versie voor kopmontage Model T32.3S, versie voor railmontage WIKA catalogus TE 32.04
Toepassingen ■■ Procesindustrie ■■ Machine- en installatiebouw
Bijzondere eigenschappen ■■ TÜV-gecertificeerde SIL-versie voor veiligheidsuitrusting
ontwikkeld volgens IEC 61508 (optie)
■■ Configureerbaar met bijna alle computerprogramma's en
-hardware
■■ Universeel; voor de verbinding van 1 of 2 sensoren
- Weerstandsthermometer / weerstandssensor - Thermokoppel / mV sensor - Potentiometer ■■ Signalering in overeenstemming met NAMUR NE43, breukcontrole van de sensor in overeenstemming met NE89, EMC in overeenstemming met NE21 ■■ Isolatiespanning AC 1200 V tussen sensor/stroomkring
Afb. links: digitale temperatuurzender model T32.1S Afb. rechts: digitale temperatuurzender model T32.3S
Beschrijving Deze temperatuurzenders zijn uitgevoerd voor universeel gebruik in de procesindustrie. Ze bieden een hoge nauwkeurigheid, galvanische scheiding en uitstekende bescherming tegenover elektromagnetische invloeden (EMI). Via het HART®-protocol zijn de T32 temperatuurzenders configureerbaar (interoperabel) met verscheidene configuratieprogramma's. Naast de verschillende sensortypen (bijv. sensoren in overeenstemming met DIN EN 60751, JIS C1606, DIN 43760, IEC 60584 of DIN 43710) kunnen ook klantspecifieke sensorcurves gedefinieerd worden door de invoer van waardeparen (door gebruiker gedefinieerde linearisatie). Door de configuratie van een sensor met redundantie (dubbele sensor) zal deze bij falen van een sensor automatisch omschakelen naar de functionerende sensor. Verder is het mogelijk de detectie van de sensorafwijking te activeren. Dan komt een foutsignaal zodra de grootte van het temperatuurverschil tussen sensor 1 en sensor 2 een door de gebruiker vast te leggen waarde overschrijdt. WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
De T32-zender heeft daarnaast ook intelligente controlefuncties zoals het controleren van de weerstand van de sensorkabel en breukcontrole van de sensor in overeenstemming met NAMUR NE89 en ook het controleren van het meetbereik. Verder heeft deze zender uitgebreide functionaliteit voor cyclische zelfcontrole. De afmetingen van de zender voor kopmontage komen overeen met de vorm-B DIN verbindingskoppen met uitgebreidere ruimte voor de montage, bijv. WIKA model BSS. De zenders voor railmontage kunnen gebruikt worden voor alle standaard reksystemen in overeenstemming met IEC 60715. De zenders worden geleverd met een basisconfiguratie of geconfigureerd volgens specificaties van de klant.
Pagina 1 van 9
Specificaties van de modellen T32.1S versie voor kopmontage en T32.3S versie voor railmontage Ingang van de temperatuurzender Weerstandssensor Pt100 Pt(x)
4) 10
JPt100
... 1000
Ni100
Weerstandssensor
max. configureerbaar Standaard meetbereik 1) -200 ... +850 °C
IEC 60751: 2008 α = 0,00385
-200 ... +850 °C
IEC 60751: 2008
-60 ... +250 °C
DIN 43760: 1987 α = 0,00618
-200 ... +500 °C
JIS C1606: 1989
0 ... 8370 Ω
10 K of 3,8 Ω daarvan de grootste
α = 0,00385
α = 0,003916
4Ω
max. 0,3 mA (Pt100)
Max. weerstand van de kabel
50 Ω per kabel, 3-/4-draads
9)
10 %
Thermokoppel
Type J (Fe-CuNi) Type K (NiCr-Ni)
Type L (Fe-CuNi)
Type E (NiCr-Cu)
max. configureerbaar Standaard meetbereik 1) -210 ... +1200 °C
IEC 60584-1: 1995
-200 ... +900 °C
DIN 43760: 1987
-270 ... +1372 °C
IEC 60584-1: 1995
Type T (Cu-CuNi)
-270 ... +400 °C
IEC 60584-1: 1995
Type R (PtRh-Pt)
-50 ... +1768 °C
Type N (NiCrSi-NiSi) -270 ... +1300 °C
Type S (PtRh-Pt)
Type B (PtRh-Pt) mV sensor
Type verbinding
0 ... +1820 °C
-500 ... +1800 mV
Max. weerstand van de kabel
50 K of 2 mV daarvan de grootste
DIN 43710: 1985
≤ ±0,12 °C
5)
≤ ±0,0094 °C 6) 7)
≤ ±0,12 °C
5)
≤ ±0,12 °C 5) ≤ ±0,12 °C
≤ ±1,68 Ω ≤ 0,50 %
5)
≤ ±0,0094 °C 6) 7) ≤ ±0,0094 °C 6) 7) ≤ ±0,0094 °C 6) 7) ≤ ±0,1584 Ω 8)
8)
≤ ±0,0100 % 10)
10)
15)
Typische meetafwijking 2)
Temperatuurcoëfficiënt per °C typisch 3)
≤ ±0,98 °C
11)
≤ ±0,0238 °C 7) 11)
≤ ±0,91 °C
11)
≤ ±0,92 °C
11)
≤ ±0,91 °C
11)
≤ ±1,02 °C
11)
≤ ±0,92 °C
11)
≤ ±1,66 °C
11)
IEC 60584-1: 1995
150 K
≤ ±1,66 °C
11)
IEC 60584-1: 1995
200 K
≤ ±1,73 °C
12)
IEC 60584-1: 1995
Compensatie van de koude las, configureerbaar
150 K 4 mV
≤ ±0,33 mV
13))
≤ ±0,0217 °C 7) 11) ≤ ±0,0203 °C 7) 11) ≤ ±0,0224 °C 7) 11) ≤ ±0,0238 °C 7) 11) ≤ ±0,0191 °C 7) 11) ≤ ±0,0191 °C 7) 11) ≤ ±0,0338 °C 7) 11) ≤ ±0,0338 °C 7) 11) ≤ ±0,0500 °C 7) 12)
≤ ±0,0311 mV 7) 13)
1 sensor of 2 sensoren (raadpleeg voor meer informatie de Indeling van de aansluitpunten) 5 kΩ per kabel
compensatie; intern of extern met Pt100 of met thermostaat of uit
Andere eenheden bijv. °F en K mogelijk Meetafwijking (ingang + uitgang) bij omgevingstemperatuur 23 °C ±3 K, zonder invloed van leidingsweerstand; Berekeningsvoorbeeld zie pagina 4 Temperatuurcoëfficiënt (ingang + uitgang) per °C x configureerbaar tussen 10 … 1000 Gebaseerd op 3-draads Pt100, Ni100, 150 °C MV Gebaseerd op 150 °C MV In temperatuurgebied -40 … +85 °C van de omgeving Gebaseerd op een sensor met max. 5 kΩ Rtotaal: 10 ... 100 kΩ
Pagina 2 van 9
Temperatuurcoëfficiënt per °C typisch 3)
≤ ±0,91 °C 11)
IEC 60584-1: 1995
-200 ... +600 °C -50 ... +1768 °C
Minimum meetgebied 14)
IEC 60584-1: 1995
-270 ... +1000 °C
Type T (Cu-CuNi)
Typische meetafwijking 2)
1 sensor 2- /4- /3-draads of 2 sensoren 2-draads (raadpleeg voor meer informatie de Indeling van de aansluitpunten)
Type verbinding
3) 4) 5) 6) 7) 8) 9)
Minimum meetgebied 14)
0 ... 100 % Sensorstroom bij de meting
Potentiometer
1) 2)
α waarden
10) 11) 12) 13) 14)
Gebaseerd op een potentiometerwaarde van 50 % Gebaseerd op 400 °C MV met compensatie van de koude lasafwijking Gebaseerd op 1000 °C MV met compensatie van de koude lasafwijking Gebaseerd op meetbereik 0 ... 1 V, 400 mV MV De zender kan onder deze limieten geconfigureerd worden, maar wordt niet aanbevolen vanwege verlies van nauwkeurigheid. 15) Specificatie alleen geldig voor meetbereik van 450 ... 1820 °C vet: basisconfiguratie cursief: deze sensoren zijn niet toegestaan bij de (T32.xS.xxx-S)
MV = meetwaarde (temperatuurmeetwaarden in °C)
WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
Gebruikerlinerisatie
Via software kunnen klantspecifieke sensorcurves opgeslagen worden in de zender zodat andere sensortypen gebruikt kunnen worden. Aantal coördinaten: minimum 2; maximum 30
Controlefunctie met 2 verbonden sensoren (dubbele sensoren) Redundantie Wanneer één van de sensoren uitgevallen is (breuk van de sensor, weerstand van de kabel te hoog of buiten het meetbereik van de sensor), is de proceswaarde gebaseerd op de storingsvrije sensor. Zodra de storing verholpen is, baseert de proceswaarde (uitvoer) weer op beide sensoren, of op sensor 1. Verouderingscontrole (controle van de sensorafwijking) Een foutsignaal wordt geactiveerd op de uitgang als de grootte van het temperatuurverschil tussen sensor 1 en sensor 2 een waarde overschrijdt die door de gebruiker vastgelegd kan worden. Deze controlefunctie signaleert alleen een storing wanneer twee geldige sensorwaarden vastgesteld kunnen worden en het temperatuurverschil hoger is dan de gekozen limietwaarde. (niet beschikbaar voor de sensorfunctie "verschil", daar het uitgangssignaal reeds gedefinieerd is door deze waarde).
Sensorfunctionaliteit bij aansluiting van 2 sensoren (dubbele sensor) Sensor 1, sensor 2 redundant: Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert de proceswaarde van sensor 1. Als sensor 1 uitvalt, wordt de proceswaarde van sensor 2 genomen (sensor 2 is redundant). Gemiddelde Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert het gemiddelde van de 2 waarden van sensor 1 en sensor 2. Als een sensor uitvalt, wordt de proceswaarde van de storingsvrije sensor genomen. Minimum waarde Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert de laagste van de 2 waarden van sensor 1 en sensor 2. Als een sensor uitvalt, wordt de proceswaarde van de storingsvrije sensor genomen. Maximum waarde Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert de hoogste van de twee waarden van sensor 1 en sensor 2. Als een sensor uitvalt, wordt de proceswaarde van de storingsvrije sensor genomen. Verschil *) Het 4 ... 20 mA uitgangssignaal levert het verschil tussen de twee waarden van sensor 1 en sensor 2. Als een sensor uitvalt, wordt een foutsignaal geactiveerd. *) deze modus is niet toegestaan bij de optie SIL (T32.xS.xxx-S).
Opmerking: De zender kan onder deze limieten geconfigureerd worden, maar wordt niet aanbevolen vanwege verlies van nauwkeurigheid.
Analoge uitgang / uitgangslimieten / signalering / isolatieweerstand
lineair ten opzichte van de temperatuur volgens IEC 60751 / JIS C1606 / DIN 43760 (voor weerstandssensoren) of lineair ten opzichte van de temperatuur volgens IEC 584 / DIN 43710 (voor thermokoppels) 4 ... 20 mA of 20 ... 4 mA, 2-draads uitvoering Uitgangslimieten, configureerbaar onderste limiet bovenste limiet volgens NAMUR NE43 3,8 mA 20,5 mA klantspecifiek, regelbaar 3,6 ... 4,0 mA 20,0 ... 21,5 mA optie SIL (T32.xS.xxx-S) 3,8 ... 4,0 mA 20,0 ... 20,5 mA Huidige waarde voor signalering, configureerbaar verlagen verhogen volgens NAMUR NE43 < 3.6 mA (3.5 mA) > 21.0 mA (21.5 mA) standaard waarde 3,5 ... 12,0 mA 12,0 ... 23,0 mA optie SIL (T32.xS.xxx-S) 3,5 ... 3,6 mA 21,0 ... 23,0 mA In de simulatiemodus, onafhankelijk van het ingangssignaal, simulatiewaarde configureerbaar van 3,5 ... 23,0 mA Belasting RA (zonder HART®) RA ≤ (UB -10.5 V) / 0.023 A met RA in Ω en UB in V Belasting RA (met HART®) RA ≤ (UB -11.5 V) / 0.023 A met RA in Ω en UB in V Isolatiespanning (ingang naar analoge uitgang) AC 1200 V, (50 Hz / 60 Hz); 1 s Specificatie van de isolatie volgens DIN EN 60664-1:2003 Overspanning categorie III Analoge uitgang, configureerbaar
Stijgingsduur / demping / meetfrequentie Stijgingsduur t90 Demping, configureerbaar Inschakelduur (duur tot de eerste gemeten waarde komt) Meetfrequentie 1)
ca. 0,8 s uit; configureerbaar tussen 1 s en 60 s max. 15 s gemeten actualisering van de waarde ca. 3/s
1) Alleen geldige voor enkele RTD/thermokoppelsensor
WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
Pagina 3 van 9
Meetafwijking / temperatuurcoëfficiënt / langdurige stabiliteit Belastingseffect niet meetbaar Voedingseffect niet meetbaar Opwarmtijd na ca. 5 minuten functioneert het instrument volgens de gespecificeerde technische gegevens (nauwkeurigheid)
Ingang
Meetafwijking volgens DIN EN 60770, 23 °C ± 3 K
Weerstandsthermometer Pt100/ JPt100/Ni100 2) Weerstandssensor 5)
-200 °C ≤ MW ≤ 200 °C: ±0.10 K MW > 200 °C: ±(0,1 K + 0,01 % |MW200 K|) 3)
0,053 Ω 6) of 0,015 % MV 7)
Gemiddeld temperatuurcoëfficiënt Belastingseffecten (TC) voor elke verandering van de door de verbinding omgevingstemperatuur met 10 K in het bereik -40 ... +85 °C 1) ±(0,06 K + 0,015 % MW)
≤ 890 Ω: ≤ 2140 Ω: 0,128 Ω 6) of 0,015 % MV 7) ≤ 4390 Ω: 0,263 Ω 6) of 0,015 % MV 7) ≤ 8380 Ω: 0,503 Ω 6) of 0,015 % MV 7)
±(0,01 Ω + 0,01 % MV)
Thermokoppels Type E, J
-150 °C < MV < 0 °C: ±(0,3 K + 0,2 % |MV|) MV > 0 °C: ±(0,3 K + 0,03 % MV)
Type E: MV > -150 °C: ±(0,1 K + 0,015 % |MV|) Type J: MV > -150 °C: ±(0,07 K + 0,02 % |MV|)
Type T, U
Type R, S
Type B
50 °C < MV < 400 °C: ±(1,45 K + 0,12 % |MV-400 K|) 400 °C < MV < 1600 °C: ±(1,45 K + 0,01 % |MV-400 K|)
Type R: 50 °C < MV < 1600 °C: ±(0,3 K + 0,01 % |MV - 400 K|) Type S: 50 °C < MV < 1600 °C: ±(0,3 K + 0,015 % |MV - 400 K|)
Type K
Type L
Type N
Potentiometer 5) Rpart/Rtotal is max. ±0.5 %
mV-sensor 5)
±(0,1 % MV)
450 °C < MV < 1000 °C: ±(1,7 K + 0,2 % |MV - 1000 K|) MV > 1000 °C: ±1,7 K
450 °C < MV < 1000 °C: ±(0,4 K + 0,02 % |MV - 1000 K|) 6 µV / 1000 Ω 8) MV > 1000 °C: ±(0,4 K + 0,005 % (MV - 1000 K))
-150 °C < MV < 0 °C: ±(0,4 K + 0,2 % |MV|) -150 °C < MV < 1300 °C: ±(0,1 K + 0,02 % |MV|) 0 °C < MV < 1300 °C: ±(0,4 K + 0,04 % MV)
±20 µV of 0,05 % of MV, daarvan de grootste
-150 °C < MV < 0 °C: ±(0,3 K + 0,1 % |MV|) -150 °C < MV < 0 °C: ±(0,07 K + 0,02 % |MV|) MV > 0 °C: ±(0,3 K + 0,03 % MV) MV > 0 °C: ±(0,07 K + 0,015 % MV) -150 °C < MV < 0 °C: ±(0,5 K + 0,2 % |MV|) -150 °C < MV < 0 °C: ±(0,1 K + 0,05 % |MV|) MV > 0 °C: ±(0,5 K + 0,03 % MV) MV > 0 °C: ±(0,1 K + 0,02 % MV) ≤1160 mV: 10 μV + 0,03 % |MV| >1160 mV: 15 μV + 0.07 % |MV|
2 μV + 0,02 % |MV| 100 μV + 0,08 % |MV| ±0,1 K
±0,2 K
±0,03 % van het meetgebied
±0,03 % van het meetgebied
±0,05 % van het meetgebied
Totale meetafwijking
Toevoeging: ingang + uitgang volgens DIN EN 60770, 23 °C ± 3 K MV = meetwaarde (temperatuurmeetwaarden in °C) Meetgebied = configureerbare bovenste limiet van het meetbereik - configureerbare onderste limiet van het meetbereik
1) T32.1S: met de uitgebreidere omgevingstemperatuur (-50 … -40 °C) de waarde wordt verdubbeld 2) Voor sensor Ptx (x = 10 ... 1000) is van toepassing: voor x ≥ 100: toegestane afwijking, als voor Pt100 voor x < 100: toegestane afwijking, als voor Pt100 met een factor (100/x) 3) Extra afwijking voor weerstandsthermometers in een 3-draads configuratie met gecompenseerde kabel: 0,05 K
Berekeningsvoorbeeld
Pt100 / 4-draads / meetbereik 0 ... 150 °C / omgevingstemperatuur 33 °C
Ingang Pt100, MV < 200 °C Ingang ±(0.03 % of 150 K) TC 10 K - ingang ±(0,06 K + 0,015 % van 150 K) TC 10 K - uitgang ±(0,03 % van 150 K) Meetafwijking - typisch (√ingang²+uitgang²+TCingang²+TCuitgang²)
Meetafwijking - maximum (ingang+uitgang+TCingang+TCuitgang)
Pagina 4 van 9
±60 mΩ of 0,05 % of MV, daarvan de grootste
-150 °C < MV < 0 °C: ±(0,4 K + 0,2 % |MV|) -150 °C < MV < 0 °C: ±(0,07 K + 0,04 % MV) MV > 0 °C: ±(0,07 K + 0,01 % MV) MV > 0 °C: ±(0,4 K + 0,01 % MV)
±0,8 K Compensatie van de koude las (CJC) 9)
Uitgang
4-draads: geen invloed (0 tot 50 Ω per kabel) 3-draads: ±0,02 Ω / 10 Ω (0 tot 50 Ω per kabel) 2-draads: weerstand van de verbindingsbelastingen 4)
Langdurige stabiliteit 1 jaar
±0,100 K ±0,045 K ±0,083 K ±0,045 K
±0,145 K ±0,273 K
4) De gespecificeerde weerstandswaarde van de sensorkabel kan afgetrokken worden van de berekende gemeten sensorweerstand. Dubbele sensor: configureerbaar voor elke sensor. 5) Deze modus is niet toegestaan bij de optie SIL (T32.xS.xxx-S) 6) Dubbele waarde bij 3-draads 7) Grotere waarde is van toepassing 8) Binnen een bereik van een kabelweerstand van 0 ... 10 kΩ 9) Alleen voor thermokoppel basisconfiguratie: Ingangssignaal: Pt100 in 3-draads verbinding, meetbereik: 0 ... 150 °C
Thermokoppel type K / meetbereik 0 ... 400 °C / interne compensatie (koude las) / omgevingstemperatuur 23 °C Ingangstype K, 0 °C < MV < 1300 °C ±(0.4 K + 0.04 % van 400 K) Koude las ±0.8 K Uitgang ±(0.03 % van 400 K)
±0,56 K
Meetafwijking - maximum (ingang+koude las+uitgang)
±1,48 K
Meetafwijking - typisch (√ingang²+koude las²+uitgang² )
±0,80 K ±0,12 K
±0,98 K
WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
Controle
Teststroom voor controle van de sensor 1) nom. 20 µA tijdens testloop, anders 0 µA Controle NAMUR NE89 (controle van de leidingsweerstand van de ingang) ■■ Weerstandsthermometer (Pt100, 4-draads) RL1 + RL4 > 100 Ω met hysterese 5 Ω RL2 + RL3 > 100 Ω met hysterese 5 Ω ■■ Thermokoppel RL1 + RL4 + RThermokoppel > 10 kΩ met hysterese 100 Ω Controle doorbranden sensor geactiveerd Zelfcontrolerend permanent actief, bijv. RAM-/ROM-test, functiecontroles van de logische programma's and controle van de geldigheid Controle van het meetbereik controleren van de instelling van het meetbereik voor bovenste/onderste afwijkingen Controle van de leidingsweerstand van de ingang controle van het weerstandsverschil tussen kabel 3 en 4; een storing wordt (3-draads) afgegeven als er een verschil (> 0,5 Ω) is tussen kabel 3 en 4 1) Alleen voor thermokoppel
Explosiebeveiliging / voeding Model
Goedkeuringen
T32.xS.000 zonder T32.1S.0IS/ EG-typekeuringscertificaat: T32.3S.0IS BVS 08 ATEX E 019 X Zone 0, 1: II 1G Ex ia IIC T4/T5/T6 Zones 20, 21: II 1D Ex iaD T120 °C intrinsiek veilig volgens richtlijn 94/9/EG (ATEX) Zone 0, 1: II (1G) 2G Ex ia IIC T4/T5/T6 Zone 20, 21: II (1D) 2D Ex iaD T120 °C intrinsiek veilig volgens richtlijn 94/9/EG (ATEX)
T32.1S.0IS/ CSA goedkeuring 09.2095056 T32.3S.0IS
Toegestane omgevings-/ opslagtemperatuur (per temperatuurcode en -klasse) {-50} -40 ... +85 °C Gassen, categorie 1 en 2 {-50} -40 ... +85 °C (T4) {-50} -40 ... +75 °C (T5) {-50} -40 ... +60 °C (T6)
Uo = DC 6.5 V Io = 9.3 mA Po = 15.2 mW Ci = 208 nF Li = verwaarloosbaar
Stof, categorie 2 {-50} -40 ... +40 °C (Pi<750 mW) Gassen, categorie 1 en 2 {-50} -40 ... +75 °C (Pi<650 mW) IIC: Co = 24 µF 3) {-50} -40 ... +100 °C (Pi<550 mW) Lo = 365 mH Lo/Ro = 1.44 mH/Ω IIA: Co = 1000 µF 3) Lo = 3288 mH Lo/Ro = 11.5 µH/Ω
{-50} -40 ... +80 °C (T4) {-50} -40 ... +75 °C (T5) {-50} -40 ... +60 °C (T6)
Intrinsiek veilige installatie volgens tekening 11396220 Klasse I, zone 0, Ex ia IIC Klasse I, zone 0, AEx ia IIC Niet ontvlambare veldbedrading volgens tekening 11396220 Klasse I, divisie 2, groepen A, B, C, D {-50} -40 ... +85 °C (T4) T32.1S.0IS/ FM goedkeuring 3034620 {-50} -40 ... +75 °C (T5) T32.3S.0IS Intrinsiek veilige installatie volgens {-50} -40 ... +60 °C (T6) tekening 11396220 Klasse I, zone 0, AEx ia IIC Klasse I, divisie 1, groepen A, B, C, D FM goedkeuring alleen AEx ia Niet ontvlambare veldbedrading volgens tekening 11396220 Klasse I, divisie 2, groepen A, B, C, D Klasse I, divisie 2, IIC {-50} -40 ... +85 °C (T4) T32.1S.0NI/ II 3G Ex nL IIC T4/T5/T6 {-50} -40 ... +75 °C (T5) T32.3S.0NI II 3G Ex nA IIC T4/T5/T6 {-50} -40 ... +60 °C (T6) II 3G Ex ic IIC T4/T5/T6
Voeding UB (DC) 2)
Veiligheidsgerelateerde maximum waarden voor Sensor Stroomkring (verbindingen 1 tot 4) (verbindingen ±)
Stof, categorie 2 IIB iaD: Co = 570 µF 3) Lo = 1644 mH Lo/Ro = 5.75 µH/Ω
Gassen, categorie 1 en 2 Ui = DC 30 V Ii =130 mA Pi = 800 mW Ci = 7.8 nF Li = 100 µH
10,5 ... 42 V 10.5 ... 30 V
Stof, categorie 2 Ui = DC 30 V Ii =130 mA Pi = 750/650/550 mW Ci = 7.8 nF Li = 100 µH
Vmax = DC 30 V Imax = 130 mA Pi = 800 mW Ci = 7.8 nF Li = 100 µH
10.5 ... 30 V
DC 30 V Voc = 6.5 V Isc = 9.3 mA Pmax = 15.2 mW Ca = 24 µF La = 365 µH
Vmax = 30 V Imax = 130 mA Pi = 800 mW Ci = 7.8 nF Li = 100 µH
10.5 ... 30 V
Uo = DC 3.1 V Io = 0.26 mA Ci = 208 nF Li = verwaarloosbaar Co ≤ 1000 µF Lo ≤ 1000 mH verhouding Lo/Ro (voor explosiegroep ic) Lo/Ro ≤ 9 mH/Ω (voor IIC) Lo/Ro ≤ 39 mH/Ω (voor IIB) Lo/Ro ≤ 78 mH/Ω (voor IIA)
Ui = 40 V Ii = 23 mA *) Pi = 1 W Ci = 7.8 nF Li = 100 µH
10,5 ... 40 V
2) Ingang van de voeding beveiligd tegen omgekeerde polariteit; belasting RA ≤ (UB - 10,5 V) / 0,023 A met RA in Ω en UB in V (zonder HART®) Bij het inschakelen is een toename van de voeding nodig van 2 V/s, anders zal de temperatuurzender in een veilige toestand blijven van 3,5 mA. 3) Ci reeds in acht genomen { } Artikelen tussen ronde haakjes zijn opties met een extra prijs, niet voor versies met railmontage T32.3S *) De maximale bedrijfsstroom is begrensd door de T32. De maximale stroom van het bijbehorende energiebegrensde bedrijfsmiddel hoeft niet ≤ 23 mA te zijn.
WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
Pagina 5 van 9
Omgevingsvoorwaarden Toegestaan temperatuurgebied van de omgeving
Klimaatklasse volgens IEC 654-1: 1993
Maximaal toegestane vochtigheid ■■ Model T32.1S volgens IEC 60068-2-38: 1974 ■■ Model T32.3S volgens IEC 60068-2-30: 2005 Vibratie volgens IEC 60068-2-6: 2007
Schok volgens IEC 68-2-27: 1987
{-50} -40 ... +85 °C
Cx (-40 ... +85 °C, 5 ... 95 % relatieve luchtvochtigheid) Test max. temperatuurverandering 65 °C en -10 °C, relatieve vochtigheid 93 % ±3 % Test max. temperatuurverandering 55 °C, relatieve vochtigheid 95 % Test Fc: 10 ... 2000 Hz; 10 g, amplitude 0,75 mm
Test Ea: acceleratietype I 30 g en -type II 100 g
Zoutnevel volgens IEC 60068-2-52
Sterkte niveau 1
Vrije val in overeenstemming met IEC 60721-3-2: 1997 Valhoogte 1500 mm Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) EMC-richtlijn 2004/108/EC, DIN EN 61326 emissie (groep 1, klasse B) en immuniteit (industriële toepassing), evenals volgens NAMUR NE21 { } Artikelen tussen ronde haakjes zijn opties met een extra prijs, niet voor versies met railmontage T32.3S
Behuizing Zendermodel
Materiaal
Gewicht
Beschermingsgraad 1)
T32.1S versie voor kopmontage T32.3S versie voor railmontage
plastic PBT, glasvezel versterkt plastic
0,07 kg
IP 00 elektronica compleet vergoten IP 20
0,2 kg
Kabelaansluitingen (niet verliesbare schroeven) Diameter kop en rail min. 0,14 mm2 kabeldiameter max. 1,5 mm2 kabeldiameter max. 2,5 mm2
1) Beschermingsgraad volgens IEC 529 / DIN EN 60529
Opties Modellen T32.1R, T32.3R Hogere meetfrequentie Begrensde nauwkeurigheid Beperkte sensordiagnose sensor ingang SIL-certificatie Externe koude las Dubbele sensorfunctie
Gemeten actualisering van de waarde ca. 10/s Vermenigvuldig de voor type T32.xS aangegeven grenswaarden van de nauwkeurigheid met factor 2 Beperkte zelfcontrolefunctie Uitsluitend voor thermokoppels zonder zonder zonder
HART®-communicatie protocol rev. 5 inclusief burst mode, multidrop Interoperabiliteit (d.w.z. compatibiliteit tussen componenten van verschillende fabrikanten) is noodzakelijk bij HART®installaties. De T32 transmitter is compatibel met bijna alle open computerprogramma's en -hardware; onder andere met: 1. Gebruikersvriendelijke WIKA configuratiesoftware, kosteloze download via www.wika.de 2. HART® communicator HC275 / FC375 / FC475 / MFC4150: T32 Installatiebeschrijving (device object file) is geïntegreerd en te actualiseren met oude HC275 versies 3. Asset managementsystemen 3.1 AMS: T32_DD compleet geïntegreerd en te actualiseren met oude software 3.2 Simatic PDM: T32_EDD compleet geïntegreerd vanaf versie 5.1, te actualiseren met versie 5.0.2 3.3 Smart Vision: DTM te actualiseren met FDT 1.2 standaard vanaf SV versie 4 3.4 PACTware (zie accessoires): DTM compleet geïntegreerd en te actualiseren evenals ondersteunende toepassingen met FDT 1.2 interface 3.5 Fieldmate: DTM te actualiseren Attentie: Voor een directe communicatie via de seriële interface van een pc/notebook is een HART®-modem nodig (zie "Accessoires"). Principieel geldt: parameters die vastgelegd zijn in de omvang van universele HART®-commando's (bijv. het meetbereik) kunnen in principe bewerkt worden met alle HART®-configuratieprogramma's.
Pagina 6 van 9
WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
11289130.02
Belasting RA ≤ (UB - 10.5 V) / 0.023 A met RA in Ω en UB in V (zonder HART®)
Belasting Load RA in Ω
Belastingsdiagram De toegestane belasting is afhankelijk van de stroomkring van de voeding.
Ex ia
Spanning UB in V
Ex nA/nL/ic
Indeling van de aansluitpunten Ingang weerstandssensor / thermokoppel CJC met externe Pt100
Weerstandsthermometer / weerstandssensor in
4-draads
3-draads
Potentiometer
2-draads
Dubbel Dubbele weerstandsthermometer / thermokoppel dubbele weerstandssensor dubbele mV-sensor in 2+2-draads sensor 1 sensor 1 sensor 2
sensor 2
11234547.0X
Thermokoppel
Voor alle sensormodellen worden identieke dubbele sensoren ondersteund, dat wil zeggen dat bijv. combinaties van dubbele sensoren zoals Pt100/Pt100 of thermokoppel type K/ type K mogelijk zijn. Verder geldt: beide sensorwaarden hebben dezelfde eenheid en hetzelfde sensorbereik.
Analoge uitgang kring 4 ... 20 mA
Voor behuizingen met kopmontage en met railmontage, verbindingsklemmen voor het HART®-modem zijn verkrijgbaar.
WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
Versie voor railmontage
CT0129.01
Versie voor kopmontage
11234377.01
Afmetingen in mm
Pagina 7 van 9
Typische verbinding voor gevaarlijke zones Veilige zone
Gevaarlijke zone Klem 1-4: sensor, zie indeling van de aansluitpunten
Transmitter voeding 24 V RL = weerstand voor de HART®communicatie RL min. 250 Ω, max. 1100 Ω
Zender
USB HART®modem
11242175.02
Als RL < 250 Ω in de desbetreffende elektrische kring is, moet RL verhoogd worden tot minstens 250 Ω door externe weerstanden aan te sluiten.
HART® communicator
Bluetooth Ex ia
RS 232-C
Typische verbinding voor ongevaarlijke zones Ongevaarlijke zones Klem 1-4: sensor, zie indeling van de aansluitpunten
Transmitter voeding 24 V RL = weerstand voor de HART®communicatie RL min. 250 Ω, max. 1100 Ω
Zender
HART® communicator
US
B
Pagina 8 van 9
11242299.02
Als RL < 250 Ω in de desbetreffende elektrische kring is, moet RL verhoogd worden tot minstens 250 Ω door externe weerstanden aan te sluiten.
FSKmodem
WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
Accessoires
WIKA configuratiesoftware: kosteloze download via www.wika.com DIH50-F met veldbehuizing, adapter Model
DIH50/DIH52 met ■ veldbehuizing
Adapter Adapter
Uitvoering
Aluminium
Model
Afmetingen
Bestelnr.
49 x 8 x 14 mm
3619851
De DIH50 digitale meter heeft geen extra voeding 150 x 127 x 138 mm op aanvraag nodig / Past zich automatisch aan het nieuwe meetbereik en zijn eenheden aan via controle van de HART®-Communicatie / 5-cijferige LC-Display / 20-segments balkgrafiek / Display draaibaar in stappen van 10° / met explosiebeveiliging II 1G EEx ia IIC; zie catalogus AC 80.10 Plastic / passend voor TS 35 volgens DIN EN 60715 60 x 20 x 41,6 mm 3593789 roestvast staal (DIN EN 50022) of TS 32 volgens DIN EN 50035
Staal passend voor TS 35 volgens DIN EN 60715 gegalvaniseerd (DIN EN 50022)
Magnetisch snelcontact magWIK
HART®-Modem
Vermogenseigenschappen
■■ Vervanging voor krokodil- en HART®-klemmen ■■ Snelle, veilige en vaste elektrische verbinding ■■ Voor alle configuratie- en kalibreerprocessen
Model 010031
USB-interface, speciaal voor gebruik met moderne notebooks
Beschrijving
Bestelnr.
Model 010001
RS232-interface
7957522
Model 010041
Bluetooth-interface [EEx ia] IIC
11364254
HART®-Communicator
11025166
Model
Beschrijving
Bestelnr.
FC475FP1EKLUGMT
HART® protocol, FOUNDATION™ Fieldbus, Li-Ion batterij, voeding AC 90 ... 240 V, zonder EASY UPGRADE; ATEX, FM en CSA (intrinsiek veilig)
op aanvraag
MFC4150
HART®-protocol, universele voeding, kabelset incl. weerstand van 250 Ohm, met DOFupgrade, met explosiebeveiliging
11405333
FC475HP1EKLUGMT
HART®-protocol, Li-Ion-batterij, voeding AC 90 ... 240 V, zonder EASY UPGRADE; ATEX, op aanvraag FM en CSA (intrinsiek veilig)
DTM collectie, incl. PACTware Model
DTM collectie 03/2011 NL based on 01/2011 GB
11604328
Beschrijving
Bestelnr.
incl. PACTware, omvat DTM's voor WIKA veldinstrumenten
12513636
© 2011 WIKA Alexander Wiegand SE & Co. KG, all rights reserved. De in dit document genoemde specificaties zijn volgens de stand van de techniek op het tijdstip van publicatie. Wij behouden ons het recht voor, modificaties aan de specificaties en de materialen uit te voeren.
WIKA catalogus TE 32.04 ∙ 01/2011
Pagina 9 van 9
WIKA Benelux 6101 WX Echt Tel. (+31) 475 535-500 Fax (+31) 475 535-446 E-mail
[email protected] www.wika.nl