DIGITALE SATELLIETONTVANGER

DIGITALE SATELLIETONTVANGER

CD.TV310 GEBRUIKSAANWIJZING

Gebruiksaanwijzing Xsat CDTV310

Revah Hesse BV - Vaalserbergweg 317 - 5628 CH Eindhoven Tel. 040-2415525 - Fax. 040-2420755 Internet: www.hesse-groep.nl - E-mail: [email protected]


2


WAARSCHUWING Aan afbeeldingen en foto’s kunnen geen rechten worden ontleend. Gehele of gedeeltelijke reproductie is niet toegestaan. Wijzigingen voorbehouden.

BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER De verpakking van uw ontvanger CD.TV310 bevat elementen van karton en kunststof die met het oog op het milieu, hergebruikt en gerecycled kunnen worden. Opslag Indien u het toestel niet onmiddellijk na aankoop gebruikt, kunt u het in zijn originele verpakking opslaan op een plaats waar het beschut is tegen vocht en water op een temperatuur tussen -6°C en +50°C. Voordat u het toestel in gebruik neemt na het op deze wijze opgeslagen te hebben, dient u te wachten tot het toestel de omgevingstemperatuur heeft aangenomen. Elektrische voeding Dit toestel werkt op wisselstroom 230 Volt, 50Hz. Het verbruikte maximumvermogen bedraagt 30 Watt. Het toestel is uitgerust met een tweeaderig netsnoer. Voor uw veiligheid wordt aangeraden uw toestel bij abnormale gebruiksomstandigheden (bv. vocht) niet aan te raken. Uw toestel dient steeds van de netspanning ontkoppeld te worden ingeval het langere tijd niet wordt gebruikt en bij onweer. Installatie van de satellietantenne Voor de installatie van de satellietantenne raden wij u aan het installatievoorschrift van de betreffende antenne cq. een antenne-installateur te raadplegen. Batterijen voor de afstandsbediening De afstandsbediening van uw CD.TV310 wordt geleverd met twee alkalibatterijen van het type LR6-AA. Vervang ze alleen door batterijen van gelijkwaardig type. De batterijen correct in de hiertoe voorziene ruimte plaatsen met inachtneming van de polariteit (+ en -) zoals aangeduid in het batterijvak van de afstandsbediening. Gooi alkalibatterijen nooit in het vuur en verwijder ze als klein chemisch afval (KCA) in daarvoor bestemde containers. Het plaatsen van uw CD.TV310 ontvanger Uw digitale ontvanger CD.TV310 is voorzien van ventilatie-openingen (aan onder- en bovenzijde). Deze openingen mogen niet worden afgedekt, ook niet gedeeltelijk, zodat een goede ventilatie van uw CD.TV310 is gewaarborgd; (de levensduur en de normale werking van uw toestel zijn o.a. afhankelijk van een lage en constante inwendige temperatuur). Laat bij het plaatsen minstens 4 cm rondom en boven het toestel vrij. Dit toestel is ontworpen om binnen normale omgevingstemperatuur (-4°C tot +35°C) te werken. Installatie van de CD.TV310 in afgesloten ruimtes of ruimtes welke onderhevig zijn aan grote temperatuursschommelingen of schommelingen van de luchtvochtigheid kan leiden tot oververhitting van het toestel of vroegtijdige slijtage waardoor defecten kunnen worden veroorzaakt die buiten de garantie vallen. Bedek het toestel niet en plaats het niet op een apparaat dat warmte afgeeft. Plaats uw digitale ontvanger in een droge omgeving, beschut tegen stof. Het toestel is niet geschikt voor buiteninstallatie. Onderhoud van uw digitale ontvanger Gebruik voor het reinigen van uw CD.TV310 alleen een droge doek voor stof en een licht met gedistilleerd water bevochtigde doek voor de voorzijde. Gebruik geen reinigingsmiddelen. Reinig uw toestel uitsluitend nadat u het hebt uitgeschakeld en nadat u de net- en antennekabel hebt verwijderd.


3


WAARSCHUWING Wij vestigen er uw aandacht op dat de opname van programma’s, beelden, geluid, beeldbanden, uitzendingen of softwareproducten welke via satelliet of de kabel worden verspreid, ongeacht of dit plaatsvindt via een individuele of gemeenschappelijke antenne, alsmede heruitzending of distributie buiten de familiekring in welke vorm dan ook, overtreding van de wet op de auteursrechten kan vormen. VOOR UW VEILIGHEID Open het toestel nooit. Uw digitale ontvanger bevat geen onderdelen die hersteld kunnen worden door de gebruiker. Bij openen, het aanbrengen van (electronische) veranderingen alsmede bij verkeerd gebruik vervalt de garantie. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een gecertificeerd servicebedrijf. Teneinde het risico op brand, elektrocutie of schade aan een ander toestel of aan personen te voorkomen, dient u het toestel niet bloot te stellen aan vocht, stof, zand, electromagnetische velden, zon, koude of hoge temperatuur (zie technische gegevens pagina 38 voor meer details). EUROPESE RICHTLIJNEN VOOR ELEKTRISCHE APPARATEN Dit toestel voldoet aan de laagspanningsrichtlijn (Europese norm EN60.065) en de elektromagnetische compatibiliteitsrichtlijn (Europese norm EN55.013). Dit toestel voldoet tevens aan de richtlijn van de Europese Gemeenschap met betrekking tot de radio-elektrische storingen (89/336/CE). De fabrikant is niet aansprakelijk bij gebruik anders dan vermeld in de bijgevoegde ‘belangrijke informatie voor de gebruiker’, waaronder tevens valt informatie welke gebruikers ter beschikking wordt gesteld via briefwisseling, of informatie die verkrijgbaar is via telefoon, telematica of televisie-uitzendingen. De fabrikant is niet aansprakelijk voor onrechtmatig gebruik welk het gevolg is van bijv. namaak, piraterij of ongeoorloofde kopie. INLEIDING Wij danken u dat u voor de Xsat CD.TV310 hebt gekozen. Indien u de instructies van de gebruiksaanwijzing die bij dit toestel is gevoegd nauwkeurig volgt, zult u optimaal kunnen genieten van de voordelen van de digitale TV- en radiouitzendingen via satelliet. Wij raden u aan om de handleiding en de gebruiksadviezen voor de ontvanger nauwkeurig te volgen, in het bijzonder vóór de ingebruikname ervan. Deze digitale ontvanger beantwoordt volledig aan de internationale DVB norm (Digital Video Broadcasting) en beschikt over 2 toegangscontrolesysteem (Mediaguard en Viaccess). Het toestel kan worden aangesloten op televisietoestellen en videorecorders die over een gestandaardiseerde SCARTaansluiting beschikken. Zowel beeld als geluid zijn ook beschikbaar via de zg. RCA (cinch) aansluitingen.

OVER DE BIJBEHORENDE SATELLIETANTENNE Teneinde de ingebruikname zo eenvoudig mogelijk te maken is uw digitale CD.TV310 ontvanger voorgeprogrammeerd voor alle Canal Digitaal programma’s alsmede een groot aantal vrij te ontvangen radio- en TV-programma’s. De ontvanger beschikt over de besturingsmogelijkheid van een DiSEqC™ schakelaar (1.1) en een besturingsmodule voor een draaibare antenne DiSEqC™ 1.2. Om van de DiSEqC™ 1.1 voorziening gebruik te kunnen maken moet de antenne zijn uitgerust met zg. universele LNB’s (LO: 9.750 en 10.000 GHz). Met speciale LNB’s (LO: 5.150 GHz) is ook ontvangst van de zg. ‘C-band’ mogelijk. De motor voor een draaibaar systeem moet DiSEqC™ 1.2 geschikt zijn. BEPERKING VOOR DE TOEGANG TOT PROGRAMMA’S Bepaalde programma’s zijn alleen geschikt voor volwassenen. Toegang tot deze programma’s vereist gebruikmaking . van een ‘Geheime code’ waarmee het minimum leeftijdsnivo kan worden ingesteld dat voor het bekijken of beluisteren van deze programma’s wenselijk wordt geacht. De leeftijdsbegrenzingscode is niet dezelfde als het ‘kinderslot’ dat door de gebruiker kan worden geactiveerd. Van de ‘leeftijdsbegrenzingscode’ kan gebruik worden gemaakt als de programma-aanbieder dit feature ondersteunt ABONNEMENTEN Voor de toegangscontrole van betaalprogramma’s is een smart card vereist welke door de aanbieder van deze programma’s wordt verstrekt. Gebruiksaanwijzing Xsat CDTV310

4


CD.TV31O

GEBRUIKSAANWIJZING

INHOUDSOVERZICHT

1. Uw CD.TV310 en zijn afstandsbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

pag. 7

2. Aansluitingen van de CD.TV310 en ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

10

3. Bediening van de ontvanger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

12

4. Menu ‘Digitale transponders’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

17

5. Menu ‘Programmalijst wijzigen’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

21

6. Menu ‘Activeren kinderslot’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

26

7. Menu ‘Installatie’ en basisinstellingen van de ontvanger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

27

8. Menu ‘Smart card’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

34

9. Taalmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

35

10. Bij problemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

36

11. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

38

12. Technisch Lexicon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

39


5



6


1

Uw CD.TV310 Digitale satellietontvanger

Dit hoofdstuk bevat een korte beschrijving van de bedieningsorganen en aansluitingen van uw ontvanger en zijn afstandsbediening. De afgebeelde symbolen worden verder in deze handleiding ook gebruikt voor de uitleg van de verschillende instelprocedures. Netspanningsindicator: GROEN: in bedrijf ROOD: standby

Smart cardlezers voor Seca en Viaccess

Netschakelaar

Netspanningsaansluiting

TV-antenne aansluiting terrestrisch

Antenne- en modulator uitgang voor TV of VCR terrestrisch


GROEN: indicator externe bron (VCR of 2e satellietontvanger)

ORANJE indicator: digitaal antennesignaal gedetecteerd Scart aansluiting voor aansluiten externe bron (VCR of 2e satellietontvanger)

“Y/C” uitgang voor S-VHS of Hi-8 videorecorder

Speciale computeraansluiting (seriëel) voor toekomstige applicaties en kopiëren van kanaallijsten

Scart aansluiting voor TVontvanger

7

Programmakeuze omhoog/omlaag

Standbytoets

Indicator Irafstands bediening

‘Composiet’ videouitgang

Cinch- uitgangen voor aansluiting van Hifi-systeem. Ondersteuning van Surround sound Hifisystemen.

Ingang satellietsignaal (van schotelantenne)

Uitgang satellietsignaal voor aansluiting van 2e satellietontvanger

ev (‘passie ve’ mode)


1

De Afstandsbediening

Met behulp van bepaalde toetsen van de afstandsbediening van uw CD.TV310 kunt u de menu’s voor de installatie en de diverse instellingen oproepen.

Met deze toetsen kunt u door het alfabet ‘scrollen’. In bepaalde installatie-menu’s kan met deze toetsen een naam naar eigen keuze worden gegeven aan televisieprogramma’s, radiostations, transponders of satellieten.

Sommige instellingen kunt u direct m.b.v. de cijfertoetsen op de afstandsbediening ingeven (toetsen 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9).

Met de toets “I/Guide” kan men gedetailleerde informatie over het lopende programma op het scherm laten verschijnen: naam van het kanaal, titel van het programma, soort uitzending, begin- en eindtijd (alleen beschikbaar als de betreffende informatie wordt uitgezonden).

Met de toets “TV/sat” kan men van de satellietontvanger omschakelen naar het ontvangstgedeelte van het televisietoestel. De satellietontvanger blijft echter normaal in werking (mogelijkheid om een satellietprogramma op te nemen terwijl men naar een “aards” programma kijkt).

(Hangslot) Kinderslot. Dit feature maakt het mogelijk om de toegang tot een specifiek programma te blokkeren. Om het betreffende programma te kunnen bekijken moet een 4-cijferige code worden ingetoetst.


Met deze toetsen kunt u in de menu’s ‘navigeren’ Met de OK toets kunt u commando’s bevestigen en instellingen vastleggen.

8


On/Off

Mute

Inschakelen / in standby zetten van de ontvanger

Tijdelijk uitzetten van het geluid (Mute)

Speciale functies (installatie en bewerken van programma’s)

Cijfertoetsen: directe selectie van de programma’s

Radio

Verhogen van het geluidsvolume

Oproepen lijst van favoriete radiostations

Verlagen van het geluidsvolume Beveiliging: kinderslot of PIN-code Selecteert de volgende of vorige pagina’s in de optie ‘List’ (en diverse andere functies die gebruik maken van de beeldschermmenu’s zoals alfabetische keuze of keuze van een programma van een transponder)

i/Guide

TV/sat

Omschakelen tussen satellieten directe TV-ontvangst

Aux

Selecteert het beeld van de CD.TV310 of dat van een externe bron (videorecorder, tweede ontvanger)

-/--

Keuze tussen één of twee cijferige programmanummers

Informatie over de lopende uitzending en programmagids (indien uitgezonden door de operator).

Opslaan en selectie van een favoriet programma

Format

Formaat: selectie normaal beeld (4/3) of breedbeeld (16/9)

Menu

Geeft het hoofdmenu op het scherm (instellingen)

List

Oproepen lijst favoriete TVprogramma’s

Ret.

Terug naar het vorige scherm

Quit

Beeldschermmenu’s verlaten

Freeze

Stilstaand beeld


Selectie van een hoger of lager programmanummer

Verplaatsen van markeringen en menufuncties naar links of rechts

Bevestiging van een commando (bijvoorbeeld: opslaan)

9


2

Aansluiten van de CD.TV310 en ingebruikname

Dit hoofdstuk is voor de installateur bestemd. Indien u de installatie niet zelf uitvoert kunt u dit gedeelte overslaan.

Aansluiten van de CD.TV310 ontvanger

* Aansluiten van het satellietsignaal

Verbind de ingang ‘L-BAND INPUT’ van de CD.TV310 met de satellietantenne. Gebruik hiervoor een coaxkabel voorzien van een F-connector. Indien de F-connector nog niet op de kabel gemonteerd is: Bereid de kabel voor zoals geïllustreerd op de afbeelding hiernaast en draai de F-connector langzaam op de kabel tot deze blokkeert. Zorg ervoor dat er bij de montage van de connector geen contact tussen de mantel en de kern kan ontstaan, dit om kortsluiting te vermijden. Voorinstelling van de satellietantenne: De instellingen voor satellietantennes voorzien van een universele LNB zijn voorgeprogrammeerd, (13/18V voor omschakelen van de polarisatie en een 22kHz schakelsignaal voor het omschakelen van de lage naar de hoge band). Indien de antenne voorzien is van een DiSEqC schakelaar of DiSEqC motorbesturing, moet u de instelling ‘DiSEqC («ja»)’ (Activering) of ‘Tone Burst («Pos. A/B»)’ selecteren in de basisinstellingen. Zie hiervoor “Instellingen” in hoofdstuk 7. Volg de instructies voor het gebruikte type DiSEqC-schakelaar / motor nauwkeurig op. * Aansluiten van de televisie en de videorecorder. Verbindt de CD.TV310 (TV Scart) en de televisie met een SCART-kabel of met behulp van een verbindingssnoer voorzien van cinch-connectoren. Indien u over een stereo-televisie beschikt kunt u het geluid in stereo ontvangen als u een SCART-kabel gebruikt. Verbindt ook de videorecorder met de satellietontvanger via een SCART-kabel.


10


* Aansluiting van de terrestrische (aardse) antenne Deze aansluiting maakt naast de ontvangst van satellietprogramma’s ook de ontvangst van de aardse TV programma’s mogelijk. Verbindt de aardse antenne op ‘ANT INPUT’ en de televisie met een VHF/UHF kabel op ‘TV OUTPUT’. * Audio aansluiting Indien u het geluid via uw HiFi-installatie wilt weergeven, verbindt dan de audio (audio out L/R) cinch connectoren met de ingang (AUX of TUNER) van uw Hifi-systeem.

Aansluiting van een tweede ontvanger op de CD.TV310

CD.TV310

Tweede ontvanger

U kunt via uw CD.TV310 een tweede, bijv. analoge ontvanger aansluiten. Verbindt de ingang ‘L-BAND INPUT’ (LNB-input) van de tweede ontvanger met de uitgang ‘L-BAND OUTPUT’ van de CD.TV310. Verbindt de SCART-aansluiting VCR/AUX van de CD.TV310 met de TV-SCART van de tweede ontvanger. Verbindt de TV-SCART van de CD.TV310 met de televisie. Lees de beschrijving van de tweede ontvanger aandachtig door. In deze configuratie kunt u zowel digitale als analoge programma’s ontvangen, al dan niet gecodeerd, zodat u het ene programma kunt bekijken terwijl u het andere opneemt met uw videorecorder.

INGEBRUIKNAME VAN DE ONTVANGER

Zet de CD.TV310 aan door op de schakelaar te drukken die zich aan de achterkant van het toestel bevindt. Zet de televisie aan. Kies op de televisie het programma «AV» of «AUX» (raadpleeg hiervoor de handleiding van de televisie). U kunt nu de in de fabriek vooraf geprogrammeerde TV- en radio-programma’s ontvangen. Om nieuwe programma’s te kiezen zie hoofdstuk 5 “Programmalijst wijzigen”.


11


3

Bediening van de ontvanger

In dit hoofdstuk zal worden uitgelegd hoe u het geluidsvolume kunt regelen, TV- en radioprogramma’s kunt kiezen, en hoe u deze programma’s kunt klassificeren door middel van het kinderslot. Bij de beschrijving van de functies gaan wij ervan uit dat het toestel op de juiste wijze is geïnstalleerd. Indien u de installatie en het aansluiten zelf wilt uitvoeren, lees dan het hoofdstuk 7 “Installatie van de ontvanger en de basisinstellingen” aandachtig door. Wij raden u echter nadrukkelijk aan de hulp van een specialist in te roepen.

Het kiezen van een programma â Gebruik de cijfertoetsen “0 tot 9” om direct het gewenste programma te kiezen, Voorbeeld voor het kiezen van het programmanummer 123

â Druk 1, programma nr. 1 verschijnt. â Druk 2, programma nr. 12 verschijnt. â Druk 3, programma nr. 123 verschijnt, of

â Druk op de toets « ./.. » Het veld « _ _ _ » verschijnt links onderaan het scherm. â Gebruik de toetsen (0 tot 9) om de programmanummers in te geven. Als het programmanummer 1- of 2-cijferig is moet u dit laten voorafgaan door 1 of respectievelijk 2 nullen. De maximale wachttijd voor het invoeren van het tweede cq. derde cijfer is ongeveer 3 seconden. Opmerking: Na invoeren van een programmanummer worden de naam van het programma en het nieuwe programmanummer gedurende ongeveer 3 seconden weergegeven

Selecteren van een TV-programma uit de favorietenlijst. â Druk op de toets «List». Een programmalijst genoemd “Favoriete TV-programma’s” verschijnt. De programmanummers worden door een hartje gemarkeerd. Het geselecteerde programma wordt rood weergegeven.

â Druk op «

» om naar het volgende/ vorige favoriete programma te gaan. â Druk op « ». om naar het volgende/vorige scherm met favoriete programma’s te gaan. â Druk op «OK». Het in de lijst gekozen programma verschijnt op het scherm. Met toets «Quit» kan men deze mode op ieder moment verlaten.

Informatie over de favoriete kanalen Wanneer u met de toetsen « » een programma in de favorietenlijst hebt geselecteerd, kunt u informatie over dit kanaal opvragen (transponder, frequentie en satelliet) door op de toets « » te drukken.


12


Selecteren van radioprogramma’s uit de favorietenlijst. â Druk op de toets «Radio». Het lijst van favoriete radioprogramma’s verschijnt.

â Selecteer een radioprogramma met de toetsen « » en bevestig deze keuze door op «OK» te drukken. Op het scherm verschijnt “Radioprogramma” en u kunt luisteren naar het geselecteerde programma. â Druk op de toets «Radio» om terug te keren naar de favorietenlijst. â Druk op de toets «Quit» om terug te keren naar het laatst bekeken TV programma.

Volgorde van de favoriete programma’s Met behulp van de toets «List» kunt u de volgorde van de TV en radioprogramma’a naar believen veranderen. Het veranderen van de volgorde gebeurt door het verschuiven van de programma’s in de lijst “Favoriete TV-programma’s” en “Favoriete radio programma’s”. Voorbeeld: Uw wilt het programma “RTL4” verplaatsen van nummer 5 naar nummer 1. â Druk op de toets «List». Het menu “Favoriete TVprogramma’s” verschijnt. â Selecteer met de toetsen « » het programma “RTL4”. â Druk op de « » -toets. Een symbool in de vorm van een dubbele pijl op de regel “RTL4” , verschijnt voor het hartje. Om het kanaal “RTL4” te ». verplaatsen drukt u op de toetsen «

â Druk op de toets « » tot “RTL4” op programmaplaats 1 staat. â Druk op «OK». De dubbele pijl op de regel “RTL4” verdwijnt. â Druk op de toets «Quit» om het menu te verlaten. Video opname ¢ Uw videorecorder moet zijn voorzien van een AV-ingang. Deze ingang moet worden geselecteerd. Meestal is dit programmaplaats “0” (nul), “EXT”, “AUX”, of “AV” (raadpleeg de handleiding van de videorecorder). Indien uw videorecorder geen SCART-aansluiting heeft (gefabriceerd vóór 1988) of indien deze aansluiting niet compatibel is kunt u in de meeste gevallen gebruik maken van een verloopsnoer (raadpleeg hiervoor uw vakhandelaar), Ook is het mogelijk opnamen te maken via de terrestrische antenne-uitgang (ANT OUTPUT) van uw CD.TV310. Let op: het geluid wordt in dat geval niet in stereo opgenomen. ¢ Na selectie moet het op te nemen programma op het scherm verschijnen. ¢ Uw videorecorder kan nu het beeld en het geluid (eventueel stereo) van de uitzending opnemen. Let op: uw ontvanger en uw videorecorder moeten voor dezelfde TV standaard zijn ingesteld. Controleer of beide toestellen voor SECAM of PAL of NTSC geconfigureerd zijn (lees de gebruiksaanwijzing). Gebruiksaanwijzing Xsat CDTV310

13


¢ De CD.TV310 is niet voorzien voor tijdgestuurde (timer) video-opnamen. Ingeval u toch een timeropname wilt maken, maak dan gebruik van de timer van de videorecorder (vergeet daarbij niet het AVingangskanaal te selecteren). ¢ Laat de satellietontvanger ingeschakeld staan op het kanaal dat u wilt opnemen (u kunt de televisie uitzetten). Uit extra voorzorg (eventuele stroomuitval) raden wij u aan om het op te nemen programma tijdelijk op programmaplaats nr. 1 te zetten in de lijst van de favoriete kanalen.

Bevriezen van het televisiebeeld â Druk op de toets « FREEZE ». Het op dat moment ontvangen beeld van het digitale TV-programma wordt bevroren. Druk opnieuw op de toets « FREEZE » om de functie te verlaten.

Teletekst functie Indien programma-aanbieders teletekst met hun programma’s meezenden wordt deze teletekst door uw CD.TV310 automatisch aan uw TV-toestel doorgegeven. Indien uw televisie over de teletekstfunctie beschikt, kunt u gebruik maken van de teletekstdiensten (dagelijkse informatie, krantenberichten, beursinformatie, weer, ondertiteling voor doven en slechthorenden en vele andere informatie. Tal van onderwerpen worden behandeld door zowel de Nederlandstalige als vele buitenlandse zenders. Kies op de CD.TV310 een satellietprogramma dat teletekst uitzendt en activeer met behulp van de afstandsbediening van het televisietoestel de teletekstweergave .

Wijzigen van het geluidskanaal Wanneer een programma in meerdere talen wordt uitgezonden (bijvoorbeeld: Euronews) kunt u van geluidskanaal (of commentaartaal) veranderen met de toetsen « ».

Elektronische programmagids Uw ontvanger CD.TV310 beschikt over een elektronische programmagids die door diverse programmaaanbieders wordt uitgezonden via de satelliet. (Voor de technisch geïnteresseerde gebruiker: om over de elektronische programmagids te kunnen beschikken, moet de operator deze uitzenden conform de norm EN 300 468 (Specification Service Information in DVB Systems) evenals de EIT en TDT. Let op: Er zijn programma-aanbieders die deze informatie niet of niet volgens bovengenoemde norm uitzenden.

â Druk op de toets « i/Guide ». Gedurende 20 seconden verschijnt informatie over het lopende programma, zoals in onderstaand schema:

Indien u tijdens de weergave van bovenstaand informatiekader opnieuw op de toets « i/Guide » drukt, verschijnt, gemarkeerd, de elektronische gids van het lopende programma, zoals weergegeven in het voorbeeld op de pagina hiernaast.


14


Er zijn twee mogelijkheden om in de elektronische gids te navigeren: 1. Tijdstip (het uur van de dag en de dag van de week): voor het lopende programma kan over een periode van 8 dagen informatie worden opgeroepen. Om de tijd te doorlopen, druk op « » en « ». De toets « » gaat een een half uur vooruit, de toets « » gaat een half uur terug. Voor omschakelen ». tussen het ‘Uur van de dag’ en de ‘Dag van de week’ gebruikt u de toetsen « » te gebruiken. 2. Het programma: U kunt in dit deel navigeren door de toetsen « Met de toetsen « » navigeert u door de programma’s van hetzelfde kanaal en met de toetsen «

» navigeert u van het ene kanaal naar het andere.

Afhankelijk van het land waar u zich bevindt moet u het tijdverschil ten opzichte van GMT opgeven. Voorbeeld: Nederland zomer GMT + 1 (zie paragraaf “Diverse instellingen” pag. 31). Druk op «OK» om de elektronische programmagids te verlaten. Het door u in de gids geselecteerde programma verschijnt op het scherm. Druk op «Quit» om terug te keren naar het programma dat u aan het kijken was voor u de programmagids opende.

Veranderen van het beeldformaat â Druk op de toets «Format» om het juiste beeldformaat (4:3 of 16:9 ‘breedbeeld) te kiezen. Regelen van het geluidsvolume Het geluidsvolume kunt u regelen met de toetsen + en – van de afstandsbediening. De gekozen waarde wordt op het beeldscherm weergegeven (bijvoorbeeld “Volume 20”).

â Druk op de «Mute» toets om het geluid uit te zetten. â Druk opnieuw op de «Mute» toets om het geluid weer aan te zetten.


15


Radio-functie (zonder televisie) Uw ontvanger is geschikt voor de ontvangst van digitale radioprogramma’s, uitgezonden via de satelliet. Een aantal van deze programma’s zijn in de fabriek reeds voorgeprogrammeerd. Indien u de Cinch uitgangen aan de achterzijde van uw ontvanger met de ingang (AUX of TUNER) van uw stereo-installatie verbindt kunt u de radio programma’s beluisteren met een betere geluidskwaliteit. Voor radio-ontvangst hoeft de televisie niet ingeschakeld te zijn. Wanneer u op de toets «On/Off» drukt wordt de ontvanger ingeschakeld, of gaat in de standby functie. Inschakelen van de radiofunctie: â Druk op de toets «Radio» van de afstandsbediening. De lijst van favoriete radioprogramma’s wordt nu opgeroepen (enkel zichtbaar indien de televisie aan staat) en het laatst ingestelde radioprogramma wordt automatisch geselecteerd. â Druk op de toets «OK» van de afstandsbediening. De radiofunctie is nu geactiveerd. U hoort het laatst gekozen programma.

â Selecteer het volgend radioprogramma met de toetsen «

». De volgorde van de programma’s is naar keuze te wijzigen met de functie “Volgorde van de favoriete programma’s” zie pagina 13. Door gebruik te maken van de lijst van favoriete radioprogramma’s wordt het kiezen van radioprogramma’s aanzienlijk eenvoudiger indien de televisie aan staat. Zie paragraaf “Een radioprogramma toevoegen aan de favorietenlijst”, pagina 20.

Het hoofdmenu â Druk op de toets «Menu» van de afstandsbediening. Het hoofdmenu verschijnt: Dit hoofdmenu bevat 6 sub-menu’s. ¢ Het menu “Digitale transponders” bevat de verzamellijst van de programma’s (zie hoofdstuk 4). ¢ Het menu “Programmalijst wijzigen” bevat de lijst van de opgeslagen programma’s. Hier heeft u de mogelijkheid om digitale programma’s toe te voegen (zie hoofdstuk 5). ¢ Het menu “Activeren kinderslot” biedt u de mogelijkheid om de digitale programma’s te vergrendelen (zie hoofdstuk 6). ¢ Het menu “Ontvanger installatie”. De functies van dit menu zijn beschreven in hoofdstuk 7. ¢ Het menu “Smartcard” voor ontvangers die zijn voorzien van kaartlezers voor toegangscontrole (zie hoofdstuk 8). ¢ Het menu “Taalkeuze” (zie hoofdstuk 9) laat de keuze van acht talen toe: Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Arabisch, Nederlands en Croatisch. ».

De selectie van de sub-menu’s vindt plaats met de toetsen « Het gekozen menuregel verschijnt in het rood. Met de toets «OK» kan men het gekozen sub-menu openen. De toets «Ret.» dient om naar het voorgaande menu terug te keren. Met de toets «Quit» verlaat men de menu’s.


16


Menu Digitale transponders

4

Met een DVB (Digital Video Broadcasting) ontvanger kunt u digitale radio- en TV-programma’s ontvangen. Wanneer u via het hoofdmenu het menu «Digitale transponders» opent wordt de in de fabriek voorgeprogrammeerde lijst «Digitale transponders» weergegeven. U kunt deze lijst naar eigen keuze veranderen of uitbreiden. â Om het hoofdmenu op te roepen, druk op de toets «Menu».

â Kies met de toetsen «

» de menuregel

“Digitale transponders”. â Druk op de toets «OK». Het menu-onderdeel “Digitale transponders” verschijnt.

Veranderen van de transponder-instellingen â Ga met «

» in het menu-onderdeel “Digitale transponders” naar de gewenste transponder (bijvoorbeeld de transponder “Canal+”). â Druk op de toets « ». Het menu “Transponderinstellingen” verschijnt. Naam

â Markeer met de toetsen «

» de menuregel “Naam” en verander, indien wenselijk, de naam van de transponder. Verplaats de cursor ( _ ) met de toets « » naar het begin van de naam Canal+. â Selecteer de letters en cijfers met de toetsen « ». â Gebruik de toetsen « » om naar de volgende (of vorige) letter te gaan, enz. Satelliet

â Markeer de menuregel “Satelliet” met de toetsen « â Selecteer de gewenste satelliet met de toetsen «

». »: ASTRA 19, EUTEL13, EUTEL10, EUTEL16,

EUTEL07, TURK42, TELEC50, THOR enz. Transponder-frequentie

â Met de cijfertoetsen kunt u de frequentie direct ingeven. Voorbeeld: 12515. Polarisatie â Stel de juiste polarisatie in (vertikaal of horizontaal) met de toetsen «

».

Symbol rate

â Gebruik de cijfertoetsen om de symbol rate in te stellen. Voorbeeld: 22000. Gebruiksaanwijzing Xsat CDTV310

17


Viterbi rate (Forward Error Correction) â Gebruik de toetsen « » om de vereiste waarde in te geven: FEC: 1/2, 2/3, 3/4, 4/5, 5/6, 6/7, 7/8. Programma zoekloop â Kies «ja» of «nee» met de toetsen «

».

Opgelet: De ontvanger zal de opdracht “Programma zoekloop” uitvoeren volgens de door u ingevoerde instellingen. Indien u zich bij het invoeren van deze instellingen hebt vergist kan de melding “Geen ontvangst” op het scherm verschijnen. Voor meer technische informatie adviseren wij u de satelliet-vakliteratuur te raadplegen.

Transponders wissen U kunt transponders uit de lijst wissen. Voorbeeld Canal+: Selecteer de transponder Canal+ met de toetsen «

».

â Roep het scherm “Transponder wissen” op met de toets «

».

â Druk op de toets «Quit» indien u de transponder niet wenst te wissen.

â Druk op de toets «OK» om de transponder met alle bijbehorende programma’s te wissen.

Wijzigen van progr.- namen en instellingen. â Selecteer “Digitale programma’s” in het hoofdmenu. Kies bijvoorbeeld de transponder “Canal+”. â Druk op «OK». De programma’s van de gekozen Canal+ transponder verschijnen nu op het scherm. â Selecteer een programma met de toetsen «

» (voorbeeld “RTL4”)

â Druk op de toets «

». De programmanaam en de PID’s verschijnen nu in beeld.

Veranderen van de programmanaam.

â Markeer met « » de menuregel “Naam” en verander deze indien nodig. â Verplaats de cursor met de « » toetsen naar het begin van de naam. â Gebruik de dubbele pijltoetsen (in het blauwe vakje) om de letters, en de cijfertoetsen om de cijfers te wijzigen. Veranderen van de PID codes Opmerking: Indien u de PID codes per ongeluk wijzigt, kunt u het betreffende programma niet meer ontvangen. In dat geval adviseren wij u om de transponder, waarvan het programma deel uitmaakt, opnieuw toe te voegen. Zie hiervoor hoofdstuk 5 “Een nieuwe transponder toevoegen”.


18


Raadpleeg het hoofdstuk “Technisch Lexicon” achter in deze handleiding voor meer details betreffende de termen Video PID en Audio PID.

â â â â â

Markeer met de toetsen « » «Video PID». Geef de nieuwe PID code in met de cijfertoetsen (0 tot 9). Markeer met de toetsen « » “Audio PID”. Geef de nieuwe PID code in met de cijfertoetsen (0 tot 9). Druk op «OK».

Wissen van programma’s. â Selecteer met de toetsen «

» het programma dat u wilt wissen uit de programmalijst van bijvoorbeeld de transponder “Canal+”. â Druk op de toets « » om het scherm “Programma wissen” op te roepen. â Druk op de toets «Quit» indien u het programma niet wenst te wissen. â Druk op «OK» om het programma te wissen.

Een TV-programma toevoegen aan de favorietenlijst (tot 999 programma’s)

Veelbekeken programma’s kunt u in de favorietenlijst van TV-programma’s opnemen. Uw favoriete programma’s voegt u als volgt toe. Markeer in het hoofdmenu “Digitale programma’s” en druk op «OK». Selecteer een transponder, bijvoorbeeld “ASTRA” â Druk op «OK». De programma’s van de transponder ASTRA verschijnen op het scherm.

â Kies een programma met «

». Voorbeeld:

“ASTRA-Mosaik 2”.

â Druk op de toets met het symbool «

». Links onder in het beeld verschijnt een veld ( _ _ _ ), bestemd voor het invoeren van een programmanummer. â Voer het nummer voor het favoriete programma in met de cijfertoetsen (0 tot 9). Bijvoorbeeld 109. Indien het in te voeren nummer uit 2 of 1 cijfer bestaat, begin dan met een of respectievelijk twee nullen. Als een programmanummer al in gebruik is verschuiven alle volgende nummers in de lijst één plaats naar boven â Druk toets «OK». “ASTRA-Mosaik 2” heeft nu nummer 109 in de favorietenlijst. Het hartje geeft aan dat het programma onder dit nummer is opgenomen in de lijst.


19


Een radioprogramma toevoegen aan de favorietenlijst Een radioprogramma toevoegen aan de faaanMarkeer de favorietenlijst toe: Markeer in het hoofdin het hoofdmenu “Digitale programma’s” en menu «Digitale programma’s» en druk op «OK». Selecteer een transponder, bijvoorbeeld druk op «OK». Selecteer een transponder, bijvoorbeeld “Canal+ NL”“Canal+”. â Druk op «OK». â Selecteer een radioprogramma met de toetsen « ». Voorbeeld: “RAD1”.

â Druk op de toets «Radio». Linksonder in het scherm verschijnt een veld ( _ _ _ ) waarin u een 3-cijferig nummer kunt invoeren. â Voer een nog ongebruikt nummer in met de cijfertoetsen (0 tot 9). Bijvoorbeeld 099. Indien het nummer reeds is bezet door een favoriet radioprogramma dan verschuiven alle nummers vanaf het laatst ingevoerde een plaats op (99 wordt 100, 100 wordt 101 enz.).

Bijzondere bedieningsfuncties â Tijdens het TV kijken: Door op «Quit» selecteert u het laatst bekeken programma. Door op «Ret» te drukken kunt u tijdens het kijken de lijst met de programma’s van de transponder waarnaar u kijkt oproepen. Door vervolgens op « Als opnieuw op «

» te drukken kunt u de PID’s en de naam van het betreffende programma wijzigen.

» verlaat u de programmalijst.

Sorteren van de transponderlijst â Wanneer u de transponderlijst hebt opgeroepen en u drukt op «List», dan verschijnt de laatst gekozen transponder.

â Transponderlijst sorteren: met behulp van de gekleurde functietoetsen kunt u de transponderlijst sorteren: Rode toets: er vindt geen sortering plaats. De transponders worden weergegeven in de volgorde » van het ene programma waarin ze zijn afgestemd. Deze volgorde wordt gebruikt als met de « naar het andere wordt overgeschakeld. Met de « » toetsen wordt alleen tussen de favoriete programma’s geschakeld. Groene toets: sorteren op satelliet, dan op frequentie Gele toets: sorteren op satelliet, daarna op transpondernaam Blauwe toets: sorteren op naam, dan op satelliet en als laatste op frequentie. De sorteervolgorde wordt omgekeer door 2 x dezelfde functietoets in te drukken.


20


Menu Programmalijst wijzigen

5

In dit menu kunt u andere cq. nieuwe transponders en digitale programma’s toevoegen die niet in de fabriek zijn voorgeprogrammeerd. Ook kunt u in dit menu het automatisch zoeken naar digitale programma’s starten (scan).

Zoeken naar digitale programma’s Uw satellietontvanger is voorzien van de functie “Zoeken naar digitale programma’s”. Met deze functie worden alle digitale transponders van een satelliet gezocht en onder de naam NT1 (Nieuwe Transponder), NT2, NT3 enz. opgeslagen in de transponderlijst.

â Kies in het hoofdmenu “Programmalijst wijzigen” en druk op «OK».

â Selecteer “Zoeken naar digitale programma’s” en druk op «OK». Het menu “Zoeken naar digitale programma’s” verschijnt. Symbol rate Afhankelijk van de satelliet waarop u naar digitale programma’s wilt zoeken kunt u kunt u met de toetsen « » «Ja» of «Nee» kiezen deze vast ingestelde parameters. Gebruik de cijfertoetsen indien u een waarde voor “Alternatieve symbol rate” wilt ingeven. Zoeken op een satelliet Markeer, nadat de symbol rate op de juiste waarde is ingesteld, met « » “Zoeken op satelliet”. Kies de gewenste satelliet met de toetsen « ». â Druk op «OK». Het zoeken naar digitale programma’s op de geselecteerde satelliet begint. Tijdens het zoeken verschijnt het voortgangspercentage (0 tot 100%). Het zoeken naar alle satelliettransponders kan enige tijd duren. Druk op «Quit» om de lopende procedure te stoppen. De gevonden transponders en het aantal programma’s worden nu weergegevem op het scherm. Aan het einde van deze procedure verschijnt het menu hiernaast.


21


Opmerking: â Druk op «Quit» om de gevonden programma’s niet op te slaan en het menu te verlaten. â Druk op «OK» om de nieuwe programma’s in het geheugen van de CD.TV310 vast te leggen. Zodra u op «OK» drukt zal de ontvanger de bestaande programmalijst vergelijken met de nieuwe lijst. De nieuwe programma’s zullen alsvolgt worden toegevoegd:

¢ De reeds in de lijst aanwezige programma’s zullen worden genegeerd. Wanner de programma’s van een bepaalde transponder na het zoeken niet overeenkomen met de bestaande lijst, verschijnt er in de transponderlijst (menu “Digitale programma’s”) een sterretje voor de naam. De nieuwe programma’s van de betreffende transponder zullen worden toegevoegd.

¢ Nieuwe transponders die niet van een naam zijn voorzien, zullen onder de naam NT1, NT2, NT3, worden opgenomen in deze lijst. Om de naam van deze nieuwe transponders te wijzigen kiest u “Programmalijst wijzigen”. U kunt de nieuwe programma’s opnemen in de lijsten van favoriete TV- en radioprogramma’s.

Een nieuwe transponder toevoegen U kunt handmatig een transponder toevoegen. Hiervoor moet u de juiste parameters kennen: Satellietfrequentie, Polarisatie, Symbol rate, en Viterbi rate (FEC).

â Druk op «Menu». Het hoofdmenu verschijnt. â Markeer het sub-menu “Programmalijst wijzigen” met de toetsen «

».

â Druk op «OK». â Markeer het sub-menu “Nieuwe transponder” met de toetsen «

».

â Druk op «OK». De transponder-instellingen verschijnen op het scherm. Naam

â Markeer “Naam” met de toetsen «

». Vul

een naam in voor de nieuwe transponder. â Geef deze naam in met de toetsen « ». (Voorbeeld: “Nieuw”) Satelliet Markeer “Satelliet” met de toetsen « ». â Kies de gewenste satelliet met de toetsen « » en « » (ASTRA19, EUTEL10, EUTEL13, EUTEL16, EUTEL07, TURK42, TELEC50, THOR enz.). Bijv: kies, indien de satellietantenne is uitgericht op Eutelsat 13°: “EUTEL13”.


22


Frequentie van de satelliet â Gebruik de cijfertoetsen om de waarde direct in te geven (0 tot 9). Bijvoorbeeld: “11919”. Polarisatie

â Selecteer de gewenste parameter met de toetsen «

»: horizontaal of vertikaal.

Symbol rate â Gebruik de cijfertoetsen om de waarde direct in te geven (0 tot 9). Bijvoorbeeld: “27500”. Viterbi rate (FEC)

â Kies met de toetsen «

» een van de vooringestelde waarden (1/2, 2/3, 3/4, 4/5, 5/6, 6/7, 7/8).

Bijvoorbeeld: “2/3”. Programma zoekloop â Kies met de toetsen « »: “Ja” of “Nee”. (In ons voorbeeld “Ja”). Indien de optie “Programma zoekloop” op “Nee” staat, en u bevestigt dit door op «OK» te drukken, voegt u een lege transponder toe.

â Druk op «OK». Het automatisch zoeken naar de nieuwe transponder wordt gestart en neemt enkele seconden in beslag. De gevonden nieuwe programma’s zullen worden opgeslagen in de transponderlijst onder de naam “Nieuw”.

Programma toevoegen Deze optie is gereserveerd voor de ingewijden die gebruik willen maken van de vele functionaliteiten van de ontvanger. â Selecteer in het hoofdmenu “Programmalijst wijzigen” en kies vervolgens de optie “Programma toevoegen”. â Druk op «OK». Het menu “Programma toevoegen” verschijnt. Deze lijst bevat alle reeds ingelezen transponders. â Selecteer een transponder met de toetsen «

». (Bijvoorbeeld “Canal+”).

â Druk op «OK». Een scherm met invoermogelijkheid voor Naam, Video PID, Audio PID en Synchro PID verschijnt. Door de juiste PID-codes in te voeren kunt u digitale programma’s toevoegen. Zie het “Technisch Lexicon” aan het einde van deze handleiding voor de termen Audio PID en Video PID. U dient de juiste waarde van de PID-codes in te geven. In satelliet magazines of op het Internet (www.SATCODX.com) kunt u bijgewerkte informatie vinden over alle transmissie-parameters waaronder ook de PID-codes van de Europese digitale satellietprogramma’s.


23


Voorbeeld: â Geef in: Naam: Ned1 Video PID: 162 Audio PID: 88 Syncro PID: 175 â Druk op «OK». De ontvanger zal de audio en video informatie opzoeken die overeenkomt met de PID’s op de “Canal+” transponder. Let op: ook indien er geen audio en video informatie wordt gevonden die overeenkomt met de ingevoerde PID’s zullen deze toch worden opgeslagen onder de naam “Ned1” in de “Canal+” transponder.

Terugzetten van de fabrieksinstellingen Deze functie is toegankelijk via het menu “Programmalijst wijzigen”. U kunt de oorspronkelijke fabriekinstellingen terugzetten in uw ontvanger. Met deze zg. “reset” wist u dus alle veranderingen die u hebt ingevoerd: toevoegen van TV- en radio- kanalen, sorteren van de kanalen, veranderingen in de favorietlijst enz. Nadat u een reset hebt uitgevoerd kunt u opnieuw uw eigen voorkeurinstellingen ingeven. â Selecteer in “Programmalijst wijzigen” submenu “Door fabriekslijst vervangen” met de toetsen « ». â Druk op «OK».

â U hebt nu de mogelijkheid te kiezen voor welke satelliet u de fabrieksinstellingen wilt terugzetten. Nadat u met « » een keuze hebt gemaakt en op «OK» hebt gedrukt verschijnt een scherm waarin u kunt kiezen of u wilt doorgaan of de instellingen alsnog wilt behouden.


24


â Indien u opnieuw op «OK» drukt keert de ontvanger terug naar de fabrieksinstellingen.

â Drukt u «Quit» of «Ret» dan zal de bestaande lijst behouden blijven.

Uw ontvanger is af fabriek alleen voorgeprogrammeerd voor de ASTRA satellieten. Derhalve zullen er geen programma’s cq. transponders meer in het geheugen van de ontvanger staan indien u de fabrieksinstellingen voor Eutelsat 13° hebt teruggezet. M.a.w. in dit geval wordt het geheugen van de ontvanger volledig gewist. Alle, door uzelf geïnstalleerde satellieten zullen in het overzicht verschijnen. Indien u “Alle satellieten” kiest zullen alleen de fabrieksinstellingen voor ASTRA in het geheugen van de ontvanger worden opgeslagen.


25


6

Menu Activeren kinderslot

Met het kinderslot kunnen de instelmogelijkheden van de CD.TV310 én de toegang tot bepaalde programma’s worden beperkt tot degenen die de “Kinderslotcode” kennen (De kinderslotcode is niet hetzelfde als de code voor minimum leeftijd (zie pag. 34) die aan de chipkaart verbonden is).

Vergrendelen van programma’s â Kies vanuit het hoofdmenu het menu-onderdeel “Digitale transponders”.

â Kies de gewenste transponder en druk op «OK» om vervolgens het programma te markeren dat u wilt vergrendelen. â Wanneer u het gewenste programma hebt geselecteerd, druk dan op de toets « » van de afstandsbediening. Naast het geselecteerde programma verschijnt een hangslotsymbooltje. Volg dezelfde werkwijze voor het vergrendelen van andere programma’s. Druk op «OK» om de functie te verlaten.

Activeren van het kinderslot â Kies vanuit het hoofdmenu met de toetsen » het menu-onderdeel “Activeren « kinderslot”. Druk dan op «OK». â Verander met de toetsen « » “Kinderslot actief = Nee” in “Kinderslot actief = Ja”. De toegang is nu beperkt. In het menu is geen enkele wijziging meer mogelijk (behalve «Quit» en «Ret.») als de juiste code niet wordt ingevoerd. De in de fabriek vooraf opgeslagen code is: 1234 of 0000. U kunt die veranderen door de code die u wenst.

De kinderslotcode wijzigen â Selecteer in het hoofdmenu “Ontvanger installatie” en druk op «OK».

â Selecteer “Veranderen kinderslotcode”. En druk op «OK».

â Geef de oude code in en ga met «

»

naar de de menuregel “Nieuwe code:”.

â Geef een nieuwe kinderslotcode in en druk op «OK».


26


Menu Installatie en basisinstellingen van de ontvanger

7

In het menu “Ontvanger installatie” kunt u de basisinstellingen van de ontvanger vastleggen en de parameters voor de verschillende satellieten instellen. De ontvanger is in de fabriek voorgeprogrammeerd voor schotelantennes voorzien van een universele LNB. Aanpassing is slechts dán nodig indien u over een speciale LNB beschikt, of een motorgestuurde schotelantenne of een of meer LNB-schakelaars toe wilt passen. Veranderingen van de basisinstellingen worden in het algemeen door de installateur uitgevoerd. â Druk op de toets «Menu» van de afstandsbediening. Het hoofdmenu verschijnt.

â Markeer met de toetsen «

» de menu-

regel “Ontvanger installatie”.

â Druk op «OK». Het menu “Installatie” verschijnt. Bij het voor de eerste keer installeren van de ontvanger, of wanneer bepaalde onderdelen van de installatie zijn vervangen, kan het noodzakelijk zijn om de LNB(’s) en/of de LNB-schakelaar(s) opnieuw te configureren (zie achter in dit hoofdstuk).

Menu “Satellieten” â Markeer het menu-onderdeel “Satellieten” met ». behulp van de toetsen « â Druk op «OK». Het submenu “Satellieten” verschijnt. Satellieten selecteren In de fabriek zijn reeds 26 satellieten in de CD.TV310 voorgeprogrammeerd. Bovendien zijn er nog eens ruim 130 satellieten voorgeprogrammeerd die eenvoudig aan de lijst kunnen worden toegevoegd. â Selecteer de gewenste satelliet met behulp van de « » en de « » toetsen. â Druk op « » om de geselecteerde satelliet te verwijderen en druk na de bevestigingsboodschap op «OK». â Druk op « » om de geselecteerde satelliet weer in lijst op te nemen of ga naar een lege regel om een nieuwe satelliet toe te voegen. Het menuonderdeel “Satelliet toevoegen” verschijnt op het scherm. â Kies bijv. “ASTRA 1” en druk op «OK». Het submenu “Satelliet ASTRA 1 19°E” verschijnt nu en u kunt de instellingen van deze satelliet wijzigen.


27


Menu “Satelliet toevoegen” â Kies een satelliet uit de lijst of selecteer, als de gewenste satelliet niet in de lijst voorkomt “Nieuwe satelliet” en druk op «OK». Een “Nieuwe satelliet” wordt geïnstalleerd door met « » een lege regel te selecteren (bijv. 27) en op «OK» te drukken. Een nieuwe satelliet een naam geven â Markeer de menuregel “Naam”. â Gebruik de « » en de cijfertoetsen om de letters getallen in te geven. â Druk op « » om de volgende letter in te geven of op « » om naar de vorige letter te gaan. Let op: Het is niet mogelijk de naam van een voorgeprogrammeerde satelliet te wijzigen.

Menu “Satellieten” (instellingen van een satelliet wijzigen) â Selecteer “Bron”: kies met de «

» toetsen LNB 1 t/m 4 of LNB positioner (motorgestuurde schotelantenne). â Als het geen voorgeprogrammeerde maar een door uzelf gecreëerde satelliet betreft kunt u de naam en de positie (in 1/10 van graden) wijzigen. â Kies “Instellen” : (Ja / Nee met de « » toetsen).

Met de functie “Instellen” kunt u voor een motorgestuurde schotelantenne de juiste (horizontale of “azimuth-”) hoek voor de betreffende satelliet instellen.

Menu “Instellingen” De instellingen hangen af van de samenstelling van uw satellietsysteem: bij een vaste schotelopstelling moet de richting van de schotel meteen goed zijn afgesteld, bij een motorgestuurde antenne kunnen de posities achteraf worden gecorrigeerd. Stel de parameters van de transponders in om de schotelantenne te kunnen uitrichten: frequentie, polarisatie en symbol rate. Controleer zorgvuldig of deze parameters geldig zijn voor de betreffende » toetsen door de satelliet. U kunt met de « parameters ‘scrollen’ die reeds zijn opgeslagen in de transponderlijst. Let op: het is niet mogelijk om de schotel goed uit te richten als de ingevoerde parameters niet overeenkomen met die van de gekozen satelliet. Bijv: Astra 19,2° O: Freq. 12.168 V Symbol Rate 27500 Hotbird 13° O: Freq. 12.402 V Symbol Rate 27500


28


Automatische positie-berekening Dit CD.TV310 ondersteunt het automatisch berekenen van satellietposities voor DiSEqC 1.2 compatibele motoren. Automatische positie-berekening (Pre-positioning d.m.v. het GOTO X commando) is optioneel voor DiSEqC 1.2 motoren. Controleer of uw DiSEqC motor dit commando ondersteunt. Pre-positioning berekent bij benadering de zg. azimuth voor de verschillende satellietposities. Door gebruik te maken van de tabel van de (orbit-) posities wordt de azimuth van de verschillende satellieten berekend voor de geografische plaats waar uw antenne is opgesteld. U dient de satelliet (orbit-) posities in te voeren in 1/10 van graden (bijv. Astra: 19.2º = 192).

Xsatfinder scherm – handmatige instelmode Deze instelmode is van toepassing wanneer uw antenne is voorzien van: â een single LNB â een dual LNB â een «Tone-Burst» schakelaar met 2 LNB’s voor 2 satellietposities Controleer of het signaalniveau en de C/N-waarde van voldoende kwaliteit zijn. De 3 indicators rechts van de balk voor het signaalniveau moeten oplichten. Corrigeer, indien noodzakelijk, handmatig de stand van de schotelantenne. Vergeet niet de polarisatieoffset van de LNB nauwkeurig in te stellen. U verlaat het instellingsscherm door op «OK», «Ret.» of «Quit» te drukken.

Xsatfinder scherm – DiSEqC 1.2 instelmode Let op: stel het 0-punt van de motor zorgvuldig in. Met behulp van 2 satellietposities helpt Xsatfinder u om het 0-punt te controleren. Roep eventueel de hulp van een gekwalificeerde installa-teur in. De schotelantenne draait automatisch naar de in het geheugen opgeslagen positie(s) van de gekozen satelliet(en). Met de toets « » op de afstandsbediening kan altijd worden teruggekeerd naar de positie van de laatst geselecteerde satelliet. Druk op « » om de motor naar het 0-punt te laten draaien (zuid, west of oost, afhankelijk van het motortype). Met de « ./.. » toets kunt u omschakelen tussen handmatig of automatisch stoppen van de motor.

â Snel veranderen van positie: Druk op «

» om de schotelantenne snel naar het oosten of westen te laten draaien.

Handmatig stoppen: druk « » om de motor te stoppen. De handbediening is uitsluitend bedoeld om naat de eerste satelliet te zoeken. Automatische zoekmode: de ontvanger stopt de motor automatisch als de signaalkwaliteit goed is. â Fijnafstellen van de antennepositie: gebruik hiervoor de gekleurde toetsen (rood en blauw voor grof-, groen en geel voor de fijnafstelling. Druk op «OK» om de positie in het geheugen vast te leggen als de schotelantenne exact is uitgericht. Gebruiksaanwijzing Xsat CDTV310

29


LNB menu â Markeer in menu “Ontvanger installatie” de menuregel “LNB”. â Druk op «OK». Het menu “LNB” verschijnt. Selecteer “LNB Positioner” als u over een draaibare schotelantenne met DiSEqC 1.2 motor beschikt. Als u een DiSEqC switch van het “Tone-Burst” type gebruikt selecteer dan “LNB 1” of “LNB 2”. Druk op «OK» en u komt in het scherm waarin u de LNB-parameters kunt instellen Oscillatorfrequentie (L.O. Freq.) â Stel de lage en de hoge L.O. in met de cijfertoetsen. (0 tot 9). Als u over een universele LNB beschikt, stel de lage L.O. frequentie dan in op 9750 en de hoge L.O. frequentie in op 10600 (zie handleiding van de LNB). DiSEqC compatibele LNB â Kies met de toetsen « » “Nee” (standaard) of “Ja” als u over een DiSEqC compatible LNB beschikt (verwar DiSEqC LNB niet met DiSEqC motor). Selectie van de hoge en lage band â Kies met behulp van de toetsen « » de gewenste waarde: “22kHz”, “Tone burst” of geen selectie (“Nee”). De basisinstelling is 22 kHz. Zet “Bandselectie” » op “Nee” als u met behulp van de toetsen « over een DiSEqC LNB beschikt.

Menu DiSEqC â Druk op «Menu», markeer “Ontvanger installatie” en vervolgens “DiSEqC”

â Druk op «OK». Het DiSEqC-menu verschijnt. Remote (alleen voor collectieve antenne-inrichting) In het menu-onderdeel “Remote” zijn twee instellingen mogelijk: â Selecteer met de toetsen « » “Ja” om de optie te activeren Als de ontvanger niet in een collectieve installatie, al of niet draaibaar, kies dan “Nee”. Indien de CD TV310 wordt gebruikt in een collectieve installatie met SMATV protocol, moet de optie “Remote” op “Ja” staan (geactiveerd).


30


Remote frequentie (voor collectieve antenne-inrichting). In de optie “Remote frequency” kan de transmissiefrequentie (Remote frequency) variëren van 920 tot 2150 MHz. (Dit is de frequentie van het satellietsignaal dat de besturingseenheid naar de ontvanger stuurt). â Voer de remote frequentie met de cijfertoetsen (0 tot 9) in. DiSEqC schakelaar nivo 1 In de optie “Schakelaar nivo 1” kunt u kiezen tussen: - Geen schakelaar (fabrieksinstelling): voor een vaste schotelopstelling of een DiSEqC 1.2 motor. - Tone Burst: voor een opstelling met 2 LNB’s. - DiSEqC 2/4 ingangen: voor een installatie met een DiSEqC schakelaar met 2/4 ingangen of een collectieve installatie met 2/4 ingangen. â Kies met de toetsen « » de gewenste instelling. DiSEqC schakelaar nivo 2 “Schakelaar nivo 2” wordt gebruikt in (meestal collectieve) installaties wanneer twee DiSEqC schakelaars in serie staan. De beschikbare opties zijn dezelfde als bij nivo 1. â Kies met de toetsen « » de gewenste instelling.

Diverse instellingen â Open het hoofdmenu met de toets «Menu». â Markeer de menuregel «Ontvanger installatie» met de toetsen « ». â Druk op de toets «OK». Het menu «Installatie» verschijnt. â Selecteer “Diverse instellingen”. Druk op «OK». Het menu “Diverse instellingen” verschijnt. Video-standaard » kunt u de uitzendnorm kiezen: Met de toetsen « PAL, NTSC, SECAM. Voeding van de LNB U kunt de voedingsspanning van de LNB in- of uitschakelen. Selecteer “Aan” of “Uit” met de toetsen « ». Indien de LNB door een externe spanning wordt gevoed, dan moet de voedingsspanning worden uitgeschakeld (“Uit”). Tijd Tijdinstelling in GMT (Greenwich Mean Time). Tijdinstelling MES (centraal Europa) komt overeen met GMT + 1 uur. Tijdens zomertijd komt dit overeen met GMT + 2 uur.


31


HF-modulator De HF-modulator maakt aansluiting mogelijk van een (2e) TV-toestel via een coaxkabel. Let op: via de coaxkabel is uitsluitend monoweergave van de geluidskanalen mogelijk.

Modulatorkanaal Voor de standaarden PAL en SECAM kan de modulator worden ingesteld van kanaal 21 tot 69. Afhankelijk van de instellingen van uw TV kunt u het gewenste kanaal instellen met behulp van de cijfertoetsen. Voor NTSC is dit kanaal 3 of 4. TV-normen: - PAL: G, I, K - SECAM: L - NTSC: M Afhankelijk van de TV-norm van uw TV-toestel kunt u » kiezen tussen de standaarden G, I, K, L met « of M (voor Nederland geldt de norm “G”). Energiebesparing U kunt de energiebesparings-mode in- of uitschakelen met « ». Kies “Ja” als de modulator niet wordt gebruikt en kies “Nee” als dat wel het geval is. Gebruik, voor een betere beelden geluidskwaliteit, indien mogelijk, een SCART-kabel. In dat geval kunt u de energiebesparings-mode activeren (“Ja”).


32


Ontvangstkwaliteit van het digitale signaal â Open het hoofdmenu met de toets «Menu». â Markeer de menuregel “Ontvanger installatie” met de toetsen « ». â Druk «OK». Het menu “Installatie” verschijnt. â Selecteer de menuregel “Digitale ontvangstkwaliteit”. â Druk op «OK». Het menu “Ontvangstkwaliteit” verschijnt. Hier kunt u de juiste afstelling van de antenne en de sterkte en kwaliteit van het signaal controleren. Het signaalniveau en de signaal/ruisverhouding (C/N) zijn essentieel voor de ontvangst van digitale Radio en TV programma’s. Controle van de ontvangst De ontvanger geeft de C/N-verhouding weer in dB in het menu “Ontvangstkwaliteit” en geeft hiermee aan of dit voldoende is voor ontvangst van het digitale signaal. Voor een goede ontvangstkwaliteit is een C/ N-verhouding van ten minste 4,8 dB nodig. Bij kleinere waarden is ontvangst meestal niet meer mogelijk. U ziet een zwart scherm met de boodschap “Geen signaal ontvangst”. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom uw ontvanger kleinere C/N waarden dan 4,8 dB aangeeft: 1. Het rendement van uw satellietantenne is te laag. Een te kleine diameter van de antenne kan hiervan de oorzaak zijn. 2. Ontvangst kan tijdelijk onvoldoende zijn als er een slechtweerfront tussen de satelliet en de satellietantenne is. 3. Uw satellietantenne is niet goed uitgericht. 4. U hebt een satelliet geselecteerd waarop uw antenne niet is uitgericht. De C/N-verhouding is in dat geval 0. 5. De polarisatie-offset van de LNB is niet goed ingesteld (de polarisatie-offset kunt u het beste instellen met behulp van de handmatige instelmode, beschreven op pag. 29. Draai de LNB langzaam links/rechtsom in de LNB-houder en stel de beste C/N-waarde in).


33


8

Menu Smart card Smart card

Bepaalde TV- en radioprogramma’s zijn gecodeerd, en om toegang tot deze programma’s te kunnen krijgen moet u over een geldige chipkaart ofwel ‘smart card’ beschikken. Steek, voordat u de ontvanger inschakelt de kaart, met de chip naar onder gericht, in een van de kaartlezers. U kunt u de smart cards van twee programma-aanbieders in beide kaartlezers invoeren. Uw ontvanger kiest automatisch de juiste kaart wanneer u verandert van programma. De CD.TV310 is geschikt voor programma’s die zijn versleuteld in zowel Mediaguard (Seca) als in Viaccess. Druk op de toets «Menu» en markeer met behulp » de menuregel “Smart card”. van de toets « Bevestig met «OK». Indien de programma-aanbieder hiertoe de mogelijkheid biedt kunt u via het beeldscherm bepaalde parameters (zoals bijv. bepaalde toegangcriteria) van de smart card veranderen. Om de actuele abonnementsrechten op uw kaart te controleren kiest u “Toegangsrechten”. Voer, indien van toepassing, de geheime code van de kaart in en bevestig met «OK». â De term “Klasse” geeft aan voor welke programma’s u toegangsrechten heeft. â De geldigheidsduur hangt af van de rechten op de smart card.

Belangrijk: Indien de ontvanger gedurende enkele weken niet in gebruik is geweest of er niet naar de betaal-TV kanalen is gekeken, zullen er geen nieuwe rechten in de smart card geladen kunnen worden. De rechten met betrekking tot uw abonnement worden namelijk in de vorm van digitale informatie meegezonden met het digitale signaal van de programma’s waarop u geabonneerd bent. Indien de boodschap “U bent niet geabonneerd” verschijnt moet u de CD.TV310 op één van de programma’s waarop u geabonneerd bent laten staan. Na maximaal 20 minuten moeten de programma’s opnieuw toegankelijk zijn. Indien dat niet het geval is, raadpleeg dan de rubriek “Bij problemen” achterin deze handleiding en neem vervolgens contact op met de help desk van uw programma-aanbieder. Gebruiksaanwijzing Xsat CDTV310

34


Leeftijdsbegrenzingscode De leeftijdsbegrenzingscode is een geheime code die op de smart card wordt geregistreerd en die de toegang blokkeert tot programma’s die ongeschikt zijn voor jeugdige kijkers. Telkens wanneer een programma wordt gekozen dat ongeschikt is voor jeugdigen wordt de geheime code gevraagd. Zowel de functie zelf als het bepalen van het ‘leeftijdsnivo’ worden geactiveerd door de programma-aanbieder. De leeftijdsbegrenzingscode is niet hetzelfde als de code voor het kinderslot.

Smart card

Leeftijdsbegrenzing Toegangsrechten Veranderen geheime code

Als u een programma kiest dat alleen geschikt is voor volwassenen moet u de geheime code van de smart card ingeven. Veranderen van het leeftijdsnivo waarboven de ontvanger de geheime code vraagt: â Selecteer “Leeftijdsbegrenzing” in het menuonderdeel “Smart card” en bevestig met «OK». â In het volgende scherm verschijnt de menuregel “Nieuwe leeftijdsgrens”. Voer de nieuwe minimum leeftijd in met de cijfertoetsen op de afstandsbediening.

Aanpassen leeftijdsgrens

Leeftijdsgrens Nieuwe leeftijdsgrens (0-15): 7 Geheime code: ****

Veranderen van de geheime code: â Selecteer «”Veranderen geheime code in het menu “Smart card”. Geeft de huidige code in daarna de nieuwe.

Taalmenu Markeer de menuregel “Taalkeuze” in het hoofdmenu en druk op «OK». U kunt hier de taal kiezen waarin de diverse menu’s op het scherm verschijnen. Beschikbare talen: Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans, en Arabisch, Nederlands en Croatisch. Selecteer de taal met de toetsen « bevestig met «OK».


9

» en

35


1O

Bij problemen

Bij eventuele problemen met de werking van uw CD.TV310 adviseren wij u eerst onderstaande punten te controleren alvorens een specialist te raadplegen. Er is geluid maar geen beeld. â Controleer de verbindingen tussen de CD.TV310 en de televisie. Controleer of de instellingen van uw TV-toestel niet voor een andere toepassing zijn geactiveerd (video-recorder, spel computer, andere satellietontvanger enz.). Controleer of u op een radiostation hebt afgestemd (zonder beeld!). Het beeld en/of het geluid vallen af en toe weg. â Controleer of de schotelantenne exact op de satelliet is uitgericht, controleer de verbindingen. In het algemeen is een goede ontvangst mogelijk indien de coaxkabel niet te lang is. Wanneer de ontvangst van slechts enkele programma’s problemen geeft is er meestal sprake van ontoereikende signaalkwaliteit. Controleer in dat geval: 1) de juiste afstelling van de antenne (zie “Ontvangstkwaliteit van het digitale signaal” op pag. 33), 2) gebruik van de juiste coaxkabel (speciale coaxkabel voor satellietontvangst), 3) juiste afstelling van de polarisatie-offsethoek (zie pag. 33 of raadpleeg een installateur). Er verschijnen ‘blokjes’ in het beeld. â De signaalkwaliteit is slecht. Controleer de richting van de antenne en de juiste polarisatie-instelling van de LNB. Indien het verschijnsel optreedt bij slechte weersomstandigheden (sneeuw, zware wolken of regenbuien) heeft uw schotelantenne waarschijnlijk niet voldoende ‘slechtweer reserve’. In dat geval is een schotelantenne met grotere afmetingen vereist. Ook de lengte van de coaxkabel heeft invloed op de signaalkwaliteit. In het algemeen is ca. 40 meter de maximaal toegestane lengte waarbij goede ontvangst nog mogelijk is. Het beeld is zwart/wit, verwrongen of niet stabiel. (op de televisie of bij het afspelen van een video-opname). â Waarschijnlijk is uw TV op een andere televisiestandaard ingesteld dan uw CD.TV310. Controleer de standaard van uw TV. Stel de CD.TV310 op dezelfde standaard in als uw TV (“Diverse instellingen”, PAL, NTSC, Secam). Het beeld is goed, maar er is geen geluid. â Controleer de toetsen «Mute» en «Vol» (geluidsvolume). Controleer of de juiste audio PID van het betreffende programma is ingesteld. Controleer de SCART-aansluiting tussen de digitale ontvanger en de televisie. Controleer, indien uw CD.TV310 op de antenne-ingang van uw TV is aangesloten, of de juiste norm is ingesteld (“HF-modulator” “TV-norm” B, G, I, K, L). Slechts de helft of een deel van de programma’s van een satelliet kunnen maar worden ontvangen. â Controleer of de LNB correct in de schotelantenne is geïnstalleerd. Controleer de technische specificaties van de LNB en

controleer de afmeting van de antenne. Sommige transponders van dezelfde satelliet zijn minder krachtig dan andere (oost beam, west beam, spot beam). Denk er ook aan dat u niet alle gecodeerd programma’s kunt ontvangen. Wij horen niet de gewenste taal. â Programma’s worden niet altijd in verschillende talen uitgezonden. Sommige programma’s zijn voorzien van zg. DVB ondertiteling (voorbeeld: het filmkanaal TNT). Gebruik de toetsen «?» of «?» voor digitale meertalige kanalen. Het geluid is te zacht of juist te hard. â U kunt het geluidsvolume van de CD.TV310 met de toetsen «Vol +» en «Vol -» instellen. Het geluid van de TV is niet in stereo. â De uitzending is niet in stereo (bijvoorbeeld: oude films). De CD.TV310 is via de HF-modulator aangesloten (uitsluitend monoweergave is mogelijk). De televisie moet in de stereo modus zijn ingesteld. Controleer de verbindingen (SCART of Cinch). Vergeet niet dat u uw CD.TV310 satellietontvanger ook met uw Hifi keten kan verbinden. Het geluid “bromt” of is gestoord. â Controleer of de audio verbindingen tussen de ontvanger en de televisie of de Hifi keten niet te lang zijn (max. lengte 2 meter). Het beeld en het geluid zijn plotseling verslechterd of geheel verdwenen. â Controleer of de antenne niet is verdraaid (bijv. door de wind), of een “vreemd voorwerp” de ontvangst niet stoort (heeft de

schotelantenne vrij uitzicht op het zuiden, doorgesneden, beschadigde of losgekomen coaxkabel. Ofschoon dit uiterst zeldzaam zal voorkomen kan het noodzakelijk zijn om het netsnoer van de CD.TV310 uit het stopcontact te trekken, enkele ogenblikken te wachten en weer in het stopcontact te steken. Let ook op voor onweer: de bliksem kan uw satellietinstallatie beschadigen, maar dat komt slechts zelden voor. Gebruiksaanwijzing Xsat CDTV310

36


De ongecodeerde digitale kanalen worden ontvangen maar de betaaluitzendingen kunnen niet worden bekeken. â De CD.TV310 ontvanger is geschikt voor ontvangst van in Mediaguard en Viaccess versleutelde uitzendingen. Controleer of de smart card op de juiste manier, met de goudkleurige contacten naar onder gericht - in de lezer is gestoken. Controleer of de contacten van de smart card schoon zijn en reinig ze eventueel met niet-pluizend papier (mogelijke oorzaak: vochtigheid). Controleer of u over de nodige toegangsrechten voor het programma beschikt: geldig abonnement?. Is het kinderslot geactiveerd? Onmogelijk om correct op te nemen. â Controleer de verbinding CD.TV310/videorecorder. Controleer of de juiste ingang van de videorecorder is geselecteerd (AV1 of E1). Het is niet mogelijk om een satellietprogramma op de televisie te bekijken en tegelijk een ander satellietprogramma op te nemen. â Uw satellietontvanger kan één programma tegelijk ontvangen en doorgeven. Om gelijktijdig 2 programma’s te kunnen ontvangen (bijv. één om te bekijken en één om op te nemen) is een tweede satellietontvanger nodig. De ontvanger reageert niet op de afstandsbediening. â Controleer of de batterijen van uw afstandsbediening leeg zijn. Controleer of het met de toetsen op de ontvanger mogelijk is om van kanaal te veranderen. Koppel de ontvanger los van de netspanning, wacht enkele ogenblikken en steek de stekker weer in het stopcontact. Het beeld is verticaal uitgetrokken: personen lijken ‘magerder’ en voorwerpen dunner. â U ontvangt een digitaal programma dat in 16/9 wordt uitgezonden (breedbeeld TV formaat). Gebruik de toets «Format» op de

afstandsbediening om uw TV in 16/9 modus om te schakelen (uitsluitend indien uw TV-toesten over 16/9 modus beschikt). De boodschap “U bent niet geabonneerd” verschijnt. â Indien het ontvangen programma deel uitmaakt van een bouquet waarop u geabonneerd bent, is het mogelijk dat uw schotelantenne (of de LNB) ontregeld is of niet geschikt voor bepaalde satellietfrequenties. Het is ook mogelijk dat de smartcard uw abonnementsrechten niet correct heeft ontvangen. Laat uw kaart in de ontvanger zitten en selecteer met de afstandsbediening één van de programma’s waarvoor u een abonnement bezit. Indien het programma na 20 minuten nog altijd gecodeerd is, neem dan contact op met de helpdesk van uw programma-aanbieder. Belangrijk: zorg dat uw CD.TV310 tegen de tijd dat het abonnement moet worden opgewaardeerd is aangesloten op de netspanning en is afgestemd op een programma waarop u het abonnement heeft. Controleer de geldigheidsduur van uw abonnement door in menu “Smart card” «OK» te klikken op de kaartlezer met smart card en vervolgens “Toegangsrechten” te activeren. Overschrijding van de geheugencapaciteit. â Uw CD.TV310 ontvanger beschikt over een aanzienlijke geheugencapaciteit voor de opslag van programma’s. Indien u echter niet oplet kan u, net zoals bij een personal computer, de grenzen van het geheugen overschrijden. Om dit te voorkomen, kunt u de gecodeerde programma’s en programma’s die u niet interesseren wissen. Met een correct beheer is het mogelijk om 999 radio- en TV-programma’s op te slaan.

Boodschappen die op het scherm kunnen verschijnen ”Geen smart cards” â Het programma is gecodeerd. Steek een smart card met geldig abonnement in een van de kaartlezers. “Kaart onjuist ingevoerd” â U moet de smart card met de goudkleurige chip naar beneden gericht in een der kaartlezers steken. “Geen rechten” â Deze boodschap verschijnt enkele seconden nadat u een gecodeerd programma hebt gekozen waarvoor geen rechten op uw smart card zijn geregistreerd. “Kaart buiten gebruik”, “Kaart onbruikbaar”, “Blinde kaart” â De ingevoerde smart card werkt niet of is beschadigd. Neem contact op met uw programma-aanbieder. “Verzadigde kaart” â Deze uiterst zeldzame boodschap kan na tientallen jaren gebruik van dezelfde kaart op het scherm verschijnen. De kaart moet dan vervangen worden. “Kaart en terminal niet compatibel” â Smart card en CD.TV310 kunnen niet met elkaar communiceren: Neem contact op met uw installateur.


37


11

Technische gegevens* Tuner

Ingangsfrequentie Ingangsgevoeligheid

950 tot 2150 MHz -65 tot –25 dBm

Demodulator Modulatie, FEC, demultiplexer Video resolutie Video standaard uitgang Symbol rate Video decodering

Data snelheid video Audio decodering Bemonsteringsfrequenties Halve bemonsteringsfrequentie

volgens DVB-S standaard CCIR 601 (720 x 575 pixels) PAL, Secam, NTSC 2 tot 30,5 Msymb./sec. (MCPC + SCPC) Compatibel MPEG-2 – ISA/IEC 13818-2 (Main Profile@Main Layer) Compatibel MPEG-1 – ISA/IEC 11172-2 1,5 tot 15 Mbit/s MPEG-1/2, Layers 1 en 2. 32/44, 1/48 kHz 16/22, 05/24 kHz

Voeding Voedingsspanning Opgenomen vermogen Standby vermogen Voeding LNB LNB stuursignaal Motorbesturings protocol

230 V 30 W <= 6 W Vert. 13 V, Hor. 18V – 400 mA max. 22 kHz, DiSEqC 1.1., -Tone Burst DiSEqC 1.2

Aansluitingen: Tuner ingangsconnector Antenne loop through TV Videorecorder S-Video Audio Video HF-modulator Kabel antenne connector Kabel antenne loop through

F-type F-type SCART SCART 1 x mini DIN (Y/C) 2 x CINCH 1 x CINCH kan. 21 – 69, normen: G, I, K, L IEC 169-2 female IEC 169-2 male

Diversen Afmetingen (L x H x D) Gewicht

351 x 68 x 195 mm 2,9 kg

Accessoires Afstandsbediening, 2 batterijen, SCART-kabel, voedingskabel, Nederlandstalige handleiding CD.TV310 conform norm 89/336/CE.

* Evt. wijzigen en drukfouten voorbehouden. Gebruiksaanwijzing Xsat CDTV310

38


Technisch Lexicon

12

DVB MPEG-2 DVB is de afkorting van Digital Video Broadcasting. DVB-S is een aanduiding voor de transmissiewijze (S=satelliet). MPEG is de afkorting van Moving Picture Experts Group, een werkgroep die de internationale normen voor compressie van digitale audio en video signalen definieert. De MPEG-2 standaard is van toepassing op de compressie van digitale TV signalen. DiSEqC DiSEqC (Digital Satellite Equipment Control) is een communicatieprotocol tussen de ontvanger (master) en randapparatuur (slaves) zoals LNB, schakelaars, draaibare antennes, en is gespecificeerd door EUTELSAT. DiSEqC is een systeem geschikt voor de besturing van meerdere randapparaten tegelijk. Alle instructies worden door de master gegeven. DiSEqC componenten Indien alle schakelaars in cascade staan zal de master-ontvanger meerdere malen het DiSEqC signaal moeten sturen zodat alle schakelaars de instructies in cascade ontvangen. De DiSEqC componenten (slaves) moeten ook backwards compatibel zijn. Dit betekent dat ze ook de analoge schakelsignalen moeten accepteren komende van ontvangers die enkel met de stuursignalen H/V en 22 kHz werken. FEC FEC is de afkorting van Forward Error Correction. FEC is een techniek die wordt toegepast in digitale ontvangers en die ten doel heeft eventuele fouten in de overdracht van het digitale signaal te corrigeren. PID De PID code (Packet IDentification) is het identificatiesignaal van de audio en video signalen in de DVB MPEG-2 digitale stream. Met deze code bepaalt de ontvanger de juiste bestemming van de audio en video signalen. PCR-PID is de identificatiecode voor de synchronisatie. Over het algemeen is de PCR-PID identiek aan Video-PID. Symbol rate Komt overeen met de uitgezonden hoeveelheid informatie per seconde. Deze waarde wordt in MSymb/s uitgedrukt en is gelijk aan het aantal uitgezonden symbolen per seconde. Transponder Een transponder is een zender in een satelliet die de radio- en televisie- signalen met een zeer hoge frequentie naar de ontvangstantennes zendt. Een satelliet bevat meerdere transponders. Een digitale transponder kan meerdere TV- en radioprogramma’s gelijktijdig uitzenden op één bepaalde uitzendfrequentie. Indien er meerdere TV programma’s door een transponder uitgezonden worden spreekt men gewoonlijk van een bouquet.

Viterbi De viterbi waarde bepaalt op welke wijze de FEC (Forward Error Correction) wordt gebruikt door de zender. Het betreft de zg. “redundantie” van de uitgezonden informatie. De DVB standaard kent de volgende waarden: 1/2-2/3-3/4-4/5-5/6-6/7-7/8. C/N verhouding Deze parameter geeft het signaal/ruis verhouding aan. Indien deze verhouding minder dan 5dB bedraagt, is ontvangst niet meer mogelijk.


39




DIGITALE SATELLIETONTVANGER

Recommend Documents