BIJLAGE 3
Projecten Educatieve Middelen Pool 2007 – 2008 Aanvraagformulier ondersteuning Onderwijscentrum VU
Digitale casuïstiek kindertandheelkunde Dr. René Gruythuysen; Drs. Pepijn Koopman, Drs. Jaap Buis en Ir. Michel Jansen ACTA Cariologie Endodontologie Pedodontologie Dr. Mw. M. Vervoorn, directeur onderwijs Datum: 30-5-2007
Onderwijscentrum VU De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam www.onderwijscentrum.vu.nl Contactpersonen: Procedure en overige vragen: mevr. C.M.J. Peters (E:
[email protected] T: 020 –598 9221) ICT&Onderwijs: dhr. drs. G.J. Los (E:
[email protected] T:020 – 598 5493) Digitaal Portfolio: mw. drs. J. Poortinga (E:
[email protected] T: 020 - 598 5481) Kwaliteitszorg: dhr. dr. W. van Os (E:
[email protected] T: 020- 598 5480) Onderwijsvisie: dhr. drs. G.J. Los (E:
[email protected] T:020 – 598 5493)
BIJLAGE 3
1.
Projectbeschrijving
1.1 Samenvatting Opzet Casuïstiek is een belangrijk onderdeel voor de klinische afdelingen van ACTA. Hierin komt de integratie van theorie en praktijk tot zijn recht. Om het gebruik van casuïstiek bij het kindertandheelkundeonderwijs in de masterfase te stimuleren heeft Dr. Gruythuysen in 2006 het 1 Grassrootsproject ‘Casussen Kindertandheelkunde ’, uitgevoerd op basis van een bestaand onderwijsprogramma. In dat onderwijs werden discussielijsten in een Blackboardcursus gebruikt bij het werken in groepen en bij de inter-beoordeling van groepen (ongeveer 120 deelnemers in 12 groepen). In groepen van 6 à 10 personen werkten de studenten via discussielijsten in Blackboard samen aan het beantwoorden van vragen bij 4 casussen van patiënten. Iedere groep koos zelf een voorzitter. De voorzitters vormden met elkaar een aparte discussielijst om onderling en met de docent over hun rol en hun organisatie te discussiëren. Na het inleveren van de opdracht beoordeelden de groepen de uitwerkingen van elkaar (Elke groep beoordeelde aan de hand van 5 criteria de opdracht van 2 andere groepen). Tenslotte kregen de groepen de opdracht om een oordeel uit te spreken over de deelname van de groepsleden (intra-beoordeling). Deelnemers of groepen die onvoldoende presteerden kregen de opdracht zelf nieuwe uitgewerkte casussen te maken. Uit de evaluatie van het Grassroots project (zie de slide “Voor- en nadelen digitale aanpak in de bijlage “Ervaringen Grassrootsproject”) bleek dat deze digitale onderwijsvorm zowel voor- als nadelen heeft. Het belangrijkste voordeel van de digitale onderwijsvorm voor de studenten is dat het niet tijd- en locatiegebonden is. Het belangrijkste voordeel voor de docent is dat deze kennis kan nemen van de wijze waarop studenten met de opdracht omgaan en die kennis kan gebruiken voor verdere ontwikkeling van het onderwijs. Het nadeel is dat de discussie door studenten als omslachtig wordt ervaren. Deze verloopt op dit moment vertraagd en minder direct. Op dit moment is de verdeling van de voorkeur voor respectievelijk volledig digitale discussie, face to face discussie of een combinatie van beide vormen: 3:6:3. De voorkeur voor de digitale discussievorm wordt op dit moment nog als teleurstellend ervaren. De kernvraag is daarom: hoe kan de aantrekkelijkheid van de digitale discussie worden verbeterd ten opzichte van de face to face discussie. Uit de belangrijkste door de student genoemde nadelen kan men afleiden dat mogelijk meer structuur (rol van de voorzitter) en support van de voorzitter (rol van de docent) de aantrekkelijkheid van het digitale onderwijs kunnen verbeteren. Aangezien de ervaring van studenten met digitale discussiegroepen gering is zal er voorlopig nog wel behoefte bestaan om deze vorm te combineren met face to face momenten. Dit betekent dat er in het project gezocht zal moeten worden naar een goede balans tussen beide discussievormen. Samengevat: Het Grassrootsproject heeft een aantal vragen opgeleverd met betrekking tot het bevorderen van de aantrekkelijkheid van de digitale discussie. Dit project is erop gericht deze vragen te beantwoorden zodat een effectieve en efficiënte werkvorm ontstaat die ook voor andere docenten binnen de faculteit en de VU bruikbaar kan zijn.
1.2 Doelstellingen Het doel van dit project is de onderwijsvormen en het gebruik van discussielijsten in Blackboard daarbij, zoals daar binnen het Grassrootsproject mee is gestart, bij de casuïstiek kindertandheelkunde te optimaliseren. Daarbij wordt naar antwoorden gezocht op de volgende vragen:
1
Zie www.grassroots.nl/cgi-oic/grassroots.exe/show?no=14749
BIJLAGE 3
1. Kunnen de technische mogelijkheden van Blackboard beter worden benut dan in het Grassrootsproject is gebeurd? Zo ja, hoe? 2. Kan de aantrekkelijkheid van de digitale casuïstiek worden vergroot door oplossingen te zoeken voor de nadelen die de studenten ondervinden bij dit onderwijs (gebleken uit evaluatie van het Grassroots-project)? Hoe kan bijvoorbeeld de rol van de voorzitter het best ingevuld worden? 3. Hoe kan de balans tussen digitaal en fysiek contact worden geoptimaliseerd. Bij de start van het project zullen deze vragen verder worden toegespitst en in het plan van aanpak worden opgenomen worden (zie hoofdstuk 4: planning). Over de rol van de voorzitters kan bijvoorbeeld het volgende worden opgemerkt: De studenten hebben ervaring hiermee vanuit e probleemgestuurd onderwijs (1 jaar). Zij weten dat een voorzitter meer coördineert en minder inhoudelijk op zoek gaat naar oplossingen. Maar de voorzitters zijn onzeker over de instrumenten die zij kunnen inzetten tegenover minder gemotiveerde studenten, studenten die het tijdschema niet volgen, studenten die proberen de kantjes ervan af te lopen, het verschil in voorkeur voor digitaal versus traditioneel discussiëren in de groep, problemen met timemanagement, etc. Aanvankelijk is de voorzitters alle ruimte gegeven, maar er blijkt in de praktijk toch meer behoefte aan sturing en support. De vraag is hoe je die kunt realiseren zonder over te gaan op een te star protocol en/of teveel belasten van de docent.
1.3 Afbakening Het project richt zich nadrukkelijk op de optimalisatie van een bestaande werkvorm (gebruik van discussielijsten en peer-assessment bij casuïstiek) en niet op onderzoek naar of de ontwikkeling van nieuwe onderwijsvormen. Uit de planning blijkt ook dat bij casuïstiek kindertandheelkunde in het najaar gebruik gemaakt zal worden van Blackboard. In februari/maart wordt onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid en geschiktheid van andere bestaande toepassingen voor peer-assessment (hierbij zal worden aangesloten bij het SURF-project PROOF: Peer Review Online Opschalen en Faciliteren). In dit project zal geen eigen toepassing ontwikkeld worden.
1.4 Resultaten Het onderzoek dat in het project wordt uitgevoerd zal resulteren in een kennisdocument. Hierin zal het onderzoek dat uitgevoerd is en de uitkomsten daarvan beschreven staan. Dit zal resulteren in een set aanbevelingen, op het gebied van online discussiëren een peerassessment. Het resultaat van dit project is een generiek format voor online discussie en peerassessment, dat direct door andere docenten (zowel van ACTA als van andere faculteiten van de VU) gebruikt kan worden. Uiteraard zal in dat geval wel de inhoud van de casussen aangepast moeten worden. De aanbevelingen die het project oplevert zullen ook in de praktijk uitgeprobeerd worden (zie hoofdstuk 4: planning voor details). De haalbaarheid van het project is gewaarborgd doordat het gaat om verbetering van een operationeel bestaande en geteste onderwijsvorm.
1.5 Facultair commitment Binnen het Onderwijsinstituut van ACTA bestaat draagvlak voor deze projectaanvraag omdat het gericht is op het stimuleren van interactiever gebruik van de digitale leeromgeving. De faculteit is er zich van bewust dat onderzoek naar en invoering van dergelijke vernieuwende activiteiten
BIJLAGE 3
inzet en mankracht van de facultaire medewerkers vraagt. De uren van de docent / projectleider en de andere projectmedewerkers worden door de faculteit vrijgemaakt. Het project heeft dan ook de steun van de Directeur Onderwijs dr. M. Vervoorn, de Werkgroep ICT&O en de afdeling Cariologie Endodontologie Pedodontologie.
1.6 Onderwijskundig kader Het project sluit goed aan bij het onderwijsconcept van de faculteit omdat casuïstiek een belangrijk onderdeel voor de klinische afdelingen van ACTA is. In de casuïstiek komt de integratie van theorie en praktijk tot zijn recht. Daarnaast sluit het project aan bij de onderwijsvisie van de VU omdat het de studenten en docenten mogelijk maakt om als een “community of learners” samenwerkend en onderzoekend te leren rond casuïstiek . Door te discussiëren over de casussen ontwikkelen de studenten kennis en raken ze vertrouwd met de cultuur van onderzoek doen en samenwerken. Studenten en docenten worden gestimuleerd hun horizon te verbreden door te zoeken naar klinisch verantwoorde oplossingen buiten de leerstof om. Door peer-assessment worden reflectie en zelfstandig oordelen bij studenten gestimuleerd, het samenwerkend leren stimuleert de gezamenlijke kennisontwikkeling, leren van én met elkaar.
1.7 Kwaliteit In de activiteitplanning is een regelmatig overleg met de begeleidingscommissie opgenomen. Hierdoor wordt de kwaliteit gewaarborgd en is tijdige bijsturing mogelijk. Daarnaast maakt een gebruikersevaluatie onderdeel uit van het project. De resultaten hiervan worden teruggekoppeld naar de projectdoelstellingen, en maken deel uit van de eindrapportage. Reeds in het Grassrootsproject heeft een gebruikersevaluatie plaatsgevonden (zie de bijlage “Ervaringen Grassrootsproject”). Op basis daarvan wordt dit EMP voorstel ingediend.
1.8 Disseminatie De Werkgroep ICT&O zal de resultaten van dit project binnen de eigen faculteit bekend d.m.v. show-and-tell sessies en nieuwsbrieven. Ook zal het project bij de Onderwijsstafdagen van ACTA besproken en gedemonstreerd worden. De kennis die in het project wordt opgedaan wordt beschikbaar gesteld aan het Onderwijscentrum van de VU en wordt op die manier toegankelijk voor docenten van andere faculteiten binnen de VU. Wanneer het project slaagt, zal de Werkgroep ICT&O het project als ‘good practice’ indienen bij de Goodpractice-site van SURF.
BIJLAGE 3
2. Gewenste ondersteuning Onderwijscentrum VU Voor het zoeken naar antwoorden op de vragen die bij de doelstellingen genoemd zijn, en het opstellen van een set aanbevelingen op het gebied van online discussiëren en peer-assessment, wordt onderwijskundige ondersteuning gevraagd op het gebied van samenwerkend leren en ICT van het Onderwijscentrum VU. Tevens vragen we van het onderwijscentrum de expertise om het vak (nog) meer in te richten volgens de onderwijsvisie van de VU, de “community of learners”. In het DU-project SALDO (SAmenwerkend Leren Digitaal Ondersteund) is veel kennis opgebouwd over het ondersteunen van docenten bij het ontwikkelen van onderwijs met samenwerkend leren en de digitale ondersteuning ervan. Bij het beantwoorden van de vragen genoemd bij de doelstellingen kan de SALDO-matrix (www.du.nl/saldo) naar verwachting een goede rol spelen. Bij het Onderwijscentrum is bij eerdere ICTO-projecten ervaring opgedaan in het beantwoorden van soortgelijke vragen, juist ook bij docenten die al enige ervaring hebben opgedaan in samenwerkend leren met ICT-ondersteuning daarbij. Daar hoopt ACTA nu ook van te kunnen profiteren.
3. Projectstructuur De officiële opdrachtgever van het project is de directeur onderwijs van ACTA: Mw. Dr. J.M. Vervoorn.
3.1 Projectleider en medewerkers Naam Functie Afdeling Dr. René Gruythuysen Docent Afdeling CEP ACTA Dr. René Gruythuysen Docent Afdeling CEP ACTA Drs. P. Koopman ICT ontwikkelaar Werkgroep ICT&O ACTA Medewerker Onderwijscentrum VU
Projectrol
Uren p/w
Telefoon
Email
Projectleiding
2
020 - 5188461
[email protected]
Inhoudelijk betrokken docent
4
020 - 5188461
[email protected]
ICT ondersteuning
4
020 – 5188534
[email protected]
Onderwijskundige ondersteuning
4
3. 2 Begeleidingscommissie De begeleidingscommissie bestaat uit de volgende personen: • • • •
Mw. Dr. J.M. Vervoorn (facultaire opdrachtgever) Prof. dr. P.R. Wesselink (hoofd afdeling Cariologie, Endodontologie, Pedodontologie) Dr. G.C.H. Sanderink (voorzitter Werkgroep ICT&O) Een student die aan het betreffende onderwijs deel neemt.
BIJLAGE 3
4. Planning 4.1 Projectplanning Beoogde startdatum project: 1 september 2007 Beoogde einddatum project: 1 september 2008
4.2 Activiteitenplanning Het onderwijs waarin de digitale casuïstiek toegepast zal worden wordt gegeven in het blok e Ontwikkeling in het 1 jaar van de masterfase. Dit onderwijs staat gepland in november/december 2007. Omdat het project in september 2007 start, zal het onderzoek naar de optimalisatie van de onderwijsvorm afgerond dienen te zijn bij de aanvang van dit blok. Er wordt daarom naar gestreefd zoveel mogelijk onderzoek in september en oktober te doen, zodat de uitkomsten daarvan direct toegepast kunnen worden in het onderwijs van het blok Ontwikkeling. In de maanden september en oktober is dus een piekbelasting (dubbele) voor alle projectleden te verwachten. Hier tegenover staat een minder te verwachten belasting (50%) voor alle projectleden in de maanden januari en februari. De periode van januari tot en met april zal besteed worden aan het beantwoorden van de overgebleven vragen, het evalueren van de aanpassingen in de onderwijsvorm en het formuleren van aanbevelingen. In mei/juni zullen de aanbevelingen toegepast worden in een ander blok waarin de afdeling CEP participeert. Naar verwachting zal dit het blok “Diagnostiek, rehabilitatie, de gecompromitteerde patiënt” (master 1) zijn, of de opdracht die hoort bij het portfolio in de masterfase. Deze keuze wordt eind 2007 door de afdeling CEP gemaakt. In juli zal de toepassing van de aanbevelingen in het onderwijs met de studenten en de staf geëvalueerd worden. Tenslotte zal in augustus het project afgerond worden met het opstellen van het eindrapport. Maand
Hoofdactiviteit
Omschrijving
September
Analyse en voorbereiding
Oktober
Bijeenkomst met begeleidingscommissie en start onderzoek
November
Start onderwijs
December
Afronding van het onderwijs en evaluatie met studenten Evaluatie timemanagement Onderzoek naar andere programma’s peerassessment Zie februari
• Analyse van en suggesties aandragen voor oplossingen van nadelen uit de evaluatie van het Grassrootsproject. • Verder toespitsen van onderzoeksvragen die genoemd zijn bij de doelstellingen en deze opnemen in het plan van aanpak. • Bespreking van plan van aanpak met begeleidingscommissie. • Onderzoek naar rol van de voorzitter en de groepsdeelnemers. • Onderzoek naar optimaal gebruik Blackboard. • Onderzoek naar de balans tussen digitaal en fysiek contact. • Start van het onderwijs waarin de aanpassingen worden uitgeprobeerd. • Vormgeving idee ‘Community of learners’. • Afronding van het onderwijs waarin de aanpassingen uitgeprobeerd zijn. • Evaluatie met studenten • Evaluatieonderzoek naar time-management door docent
Januari Februari
Maart
• Onderzoek naar andere programma’s voor peerassessment, aansluitend bij Surfproject PROOF. • Zie februari
BIJLAGE 3
April
Juni
Opstellen van aanbevelingen en bijeenkomst met begeleidingscommissie Uitproberen van aanbevelingen Zie mei.
• Resultaten van onderzoek samenvatten in set van aanbevelingen voor onderwijsvorm. • Bijeenkomst met begeleidingscommissie over de voortgang van het project • Uitproberen van de aanbevelingen in een onderwijsblok waarin de afdeling CEP participeert. • Zie mei.
Juli
Evaluatie
• Evaluatie van de test van de aanbevelingen in het onderwijs.
Augustus
Afronding
• Schrijven eindrapport en afronden van het project.
Mei
Indicatie tijdsinvestering Onderstaande grafiek geeft een indicatie van het verloop van de tijdsinvestering van de betrokken docent (inclusief projectleiding), de Werkgroep ICT&O van ACTA en de medewerker van het Onderwijscentrum gedurende het project. Indicatie tijdsinvestering
Docent ICTO ACTA Medew erker OC VU
aug-08
jul-08
jun-08
mei-08
apr-08
mrt-08
feb-08
jan-08
dec-07
nov-07
okt-07
sep-07
BIJLAGE 3
5. Begroting Fac. in fte
# mnd
0,05
12
Fac. in K€
OND in fte
# mnd
0,1
12
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0,1
12
PERSONEEL projectleiding onderwijskundige expertise technische expertise
0,1
12
vakinhoudelijke expertise
0,1
12
secretariële ondersteuning MATERIEEL hardware/ infrastructuur
0,5
software TOTAAL
0,25
12
0,5
In de begroting is € 500 opgenomen voor vergaderkosten, boeken, boekenbon studentenpanel, reiskosten, presentatiekosten etc.
6. Ondertekening en datum De aanvraag dient door of namens het faculteitsbestuur of het diensthoofd ondertekend te worden, alsmede voor akkoord door het Onderwijscentrum VU.
BIJLAGE 3
Bijlage: Ervaringen Grassrootsproject
BIJLAGE 3
BIJLAGE 3