DIGITALE CAMERA
Naslaggids
Nl
Informatie over handelsmerken • Microsoft, Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. • Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn handelsmerken van Apple Inc., die zijn geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Het iFrame-logo en het iFrame-symbool zijn handelsmerken van Apple Inc. • Adobe en Acrobat zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Inc. • SDXC, SDHC en SD logo’s zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. • PictBridge is een handelsmerk. • HDMI, logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken resp. geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. • Alle andere handelsnamen die in deze handleiding of in andere documentatie bij uw Nikon product worden vermeld, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. AVC Patent Portfolio License Dit product is gelicentieerd onder de AVC Patent Portfolio License voor het persoonlijk en niet-commercieel gebruik door een consument om (i) video te coderen in overeenstemming met de AVC-standaard (“AVC-video”) en/of (ii) AVC-video te decoderen die door een consument werd gecodeerd in het kader van een persoonlijke en niet-commerciële activiteit en/of werd verkregen van een videoleverancier die over een licentie beschikt om AVC-video aan te bieden. Er wordt geen licentie verleend of gesuggereerd voor enig ander gebruik. Voor meer informatie kunt u terecht bij MPEG LA, L.L.C. Zie http://www.mpegla.com.
Inleiding
Onderdelen van de camera en standaard functies
De beginselen van opname en weergave
Opnamefuncties
Weergavefuncties
Films opnemen en afspelen
GPS gebruiken/kaarten weergeven
Basisinstellingen
Referentiegedeelte
Technische opmerkingen en index
i
Inleiding
Lees dit eerst
Inleidning
Gefeliciteerd met de aanschaf van een Nikon COOLPIX AW100 digitale camera. Lees, voordat u de camera in gebruik neemt, de informatie onder “Voor uw veiligheid” (Avi) en “
Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas” (Ax) en maak uzelf vertrouwd met de informatie in deze handleiding. Houd deze handleiding na het lezen bij de hand en gebruik deze als naslagwerk om nog meer plezier aan uw nieuwe camera te beleven.
De inhoud van het pakket controleren In het geval dat er items ontbreken, dient u contact op te nemen met de winkel waar u de camera heeft aangeschaft.
COOLPIX AW100 Digitale Camera
Camerariem voor buitengebruik.
Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 (met afdekkapje)
Batterijlader MH-65 (met netsnoer)*
Filteradapter UR-E23 (met kabel)
USB-kabel UC-E6
Audio/video-kabel EG-CP16
ViewNX 2 Installer CD (ViewNX 2 installatie-cd)
Reference Manual CD (Cd met Naslaggids)
• Garantie * De vorm van het netsnoer kan verschillen afhankelijk van het land van gebruik.
N.B.: • Accessoires zijn niet waterdicht. • Er wordt geen geheugenkaart bij de camera meegeleverd.
ii
Lees dit eerst
Over deze handleiding
Inleidning
Als u de camera direct wilt gebruiken, zie dan “De beginselen van opname en weergave” (A15). Voor meer informatie over onderdelen van de camera of de basisbediening, zie “Onderdelen van de camera en standaard functies” (A1). Overige informatie • Symbolen en conventies De volgende symbolen en conventies worden in deze handleiding gebruikt om u in staat te stellen snel de informatie te vinden die u zoekt: Pictogram
Beschrijving Dit pictogram duidt waarschuwingen en informatie aan die vóór het gebruik B van de camera gelezen moeten worden Dit symbool staat bij opmerkingen die moeten worden gelezen voordat u de C camera gaat gebruiken. Deze pictogrammen duiden andere pagina's met relevante informatie aan; A/E/F E: “Referentiegedeelte”, F: “Technische opmerkingen en index.”
• Met “geheugenkaarten” worden in deze handleiding SD-, SDHC- en SDXCgeheugenkaarten bedoeld. • Met “standaardinstelling” wordt de instelling bij aankoop bedoeld. • De namen van de menuopties die op de cameramonitor verschijnen en de namen van knoppen of meldingen die op een computermonitor verschijnen, worden vet weergegeven. • In sommige schermvoorbeelden in deze handleiding zijn afbeeldingen weggelaten om aanduidingen op de monitor duidelijker weer te geven. • De illustraties en monitorteksten in deze handleiding kunnen afwijken van het daadwerkelijke product.
iii
Lees dit eerst
Informatie en voorzorgsmaatregelen Permanente kennisoverdracht Inleidning
Als onderdeel van Nikon’s streven naar permanente kennisoverdracht via continue productondersteuning en informatie is er altijd nieuwe, bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende websites: • Voor gebruikers in de VS: http://www.nikonusa.com/ • Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support/ • Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/ Bezoek deze sites voor de nieuwste productinformatie, tips, antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ’s) en algemeen advies over digitale beeldverwerking en fotografie. Neem voor meer informatie contact op met de dichtstbijzijnde Nikon vertegenwoordiging. Bezoek de website voor de contactgegevens: http://imaging.nikon.com/
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon Nikon COOLPIX-camera’s zijn ontwikkeld volgens de hoogste technologische normen en bevatten complexe elektronische circuits. Alleen elektronische accessoires van het merk Nikon (inclusief batterijladers, batterijen en lichtnetadapters), die door Nikon speciaal zijn ontwikkeld om binnen de operationele eisen en veiligheidseisen van deze elektronische circuits te werken en zijn met het oog daarop getest en goedgekeurd. HET GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE ACCESSOIRES DIE NIET DOOR NIKON ZIJN VERVAARDIGD KAN DE CAMERA BESCHADIGEN EN DE NIKON GARANTIE DOEN VERVALLEN. Het gebruik van oplaadbare Li-ion batterijen van derden zonder het Nikon hologram kan de werking van de camera negatief beïnvloeden en/of resulteren in overhitting, ontbranding, breuk of lekkage van de batterijen. Neem voor meer informatie over originele Nikon accessoires contact op met een door Nikon goedgekeurde leverancier. Holografisch zegel: Dit zegel duidt aan dit apparaat een origineel Nikon product is.
Voordat u belangrijke foto’s gaat maken Voordat u foto’s gaat maken van belangrijke gelegenheden (zoals een huwelijk of reis), kunt u het beste enkele proefopnamen maken om te controleren of de camera goed werkt. Nikon is niet aansprakelijk voor schade of gederfde inkomsten als gevolg van een defect aan de camera.
Over de handleidingen • Geen enkele onderdeel van de bij dit product geleverde documentatie mag worden gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, worden opgeslagen in een archiefsysteem of in enige vorm worden vertaald naar enige taal, met enig middel, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon. • Nikon is niet aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit het gebruik van dit product. • Nikon behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging de specificaties van de hardware en software die in de documentatie worden beschreven op elk gewenst moment te wijzigen. • Nikon heeft alles in het werk gesteld om te zorgen dat de informatie in de documentatie juist en volledig is en zou het op prijs stellen dat u de Nikon importeur op de hoogte brengt van eventuele onjuistheden of omissies (zie de overige documentatie voor de adresgegevens).
iv
Lees dit eerst
Mededelingen aangaande het verbod op kopiëren of reproduceren
Inleidning
Houd er rekening mee dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd met behulp van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn. • Materiaal dat niet mag worden gekopieerd of gereproduceerd Kopieer of reproduceer geen papiergeld, munten, waardepapieren of obligaties van (plaatselijke) overheden, zelfs niet als dergelijke kopieën of reproducties zijn voorzien van een stempel “Voorbeeld” of “Specimen”. Het kopiëren of reproduceren van papiergeld, munten of waardepapieren die in het buitenland in omloop zijn, is verboden. Tenzij vooraf door de overheid toestemming is verleend, is het kopiëren of reproduceren van ongebruikte, door de overheid uitgegeven postzegels of briefkaarten verboden. Het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven (post)zegels en gecertificeerde wettelijke documenten is verboden. • Waarschuwingen met betrekking tot bepaalde kopieën en reproducties De overheid heeft waarschuwingen uitgevaardigd met betrekking tot het kopiëren of reproduceren van waardepapieren uitgegeven door commerciële instellingen (aandelen, wissels, cheques, cadeaubonnen en dergelijke), vervoerspassen of coupons, behalve wanneer het gaat om een minimaal benodigd aantal kopieën voor zakelijk gebruik door een bedrijf. Eveneens niet toegestaan is het kopiëren of reproduceren van door de overheid uitgegeven paspoorten, door overheidsinstanties en andere instellingen afgegeven vergunningen, identiteitsbewijzen en kaartjes, zoals pasjes en maaltijdbonnen. • Auteursrechten Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken, zoals boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto’s, wordt gereguleerd door de nationale en internationale auteurswetgeving. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor andere activiteiten die het auteursrecht schenden.
Wegwerpen van opslagmedia Houd er rekening mee dat bij het wissen van foto’s of het formatteren van opslagmedia, zoals geheugenkaarten of het interne camerageheugen, de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming met betrekking tot dergelijke gegevens. Wis alle gegevens met behulp van speciale software, alvorens een opslagmedium weg te werpen of aan een ander over te doen. U kunt het medium ook eerst formatteren en vervolgens geheel vullen met beelden die geen persoonlijke informatie bevatten (bijvoorbeeld foto’s van de lucht). Vergeet niet eventuele foto's die u voor de optie Selecteer beeld in het Welkomstscherm (A94) hebt geselecteert te vervangen. Wees voorzichtig bij het fysiek vernietigen van opslagmedia en voorkom letsel en beschadiging van eigendommen.
v
Voor uw veiligheid Om schade aan het Nikon product of letsel bij uzelf of anderen te voorkomen, verzoeken wij u de volgende veiligheidsvoorschriften goed door te lezen alvorens dit product in gebruik te nemen. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar alle gebruikers van dit product deze kunnen lezen. Inleidning
Dit symbool staat bij waarschuwingen die moeten worden gelezen voordat dit Nikon product in gebruik wordt genomen, zodat mogelijk letsel wordt voorkomen.
WAARSCHUWINGEN Zet de camera bij storing uit Indien er rook of een ongewone geur uit de camera of de batterijlader komt, koppel de lichtnetadapter dan los en verwijder de batterij onmiddellijk. Let hierbij op dat u geen brandwonden oploopt. Als u de camera blijft gebruiken, kan dit tot letsel leiden. Nadat de batterij is verwijderd, dient het apparaat door een door Nikon erkende servicedienst te worden nagekeken. Demonteer het apparaat niet Het aanraken van de interne delen van de camera of de batterijlader kan leiden tot letsel. Reparaties mogen uitsluitend door bevoegde technici worden uitgevoerd. Als de camera of de batterijlader door een val of ander ongeluk openbreekt, haalt u de stekker ui het stopcontact en/of verwijder u de batterij en laat u het product nakijken door een door Nikon erkende servicedienst. Gebruik de camera of batterijlader niet in de buurt van ontvlambare gassen Het gebruik van de camera in de buurt van ontvlambare gassen zoals propaan en benzine of ontvlambare sprays of stof kan leiden tot een explosie of brand.
vi
Verwijder de riem voor buitengebruik, wanneer u de camera onder water gebruikt. Wanneer de camerariem om uw nek gedraaid raakt, kan dit tot verstikking leiden. Wees voorzichtig met de camerariem Hang de camerariem nooit om de nek van een baby of kind. Buiten bereik van kinderen houden Bewaar de producten buiten bereik van kinderen. Mocht u dat niet doen, kan dat leiden tot persoonlijk letsel. Zorg ervoor dat kleine kinderen de batterij of andere kleine onderdelen niet in hun mond kunnen stoppen. Vermijd langdurig contact met de camera, batterijlader of lichtnetadapter terwijl de apparaten zijn ingeschakeld of in gebruik zijn. Delen van de apparaten worden heet. Laat u de apparaten voor langere tijd in direct contact komen met de huid, dan kan dit lichte brandwonden tot gevolg hebben.
Voor uw veiligheid
•
•
•
•
•
•
Neem bij gebruik van de batterijlader de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht Houd de batterijlader droog. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot brand of een elektrische schok. Verwijder stof op of bij de metalen onderdelen van de stekker met een droge doek. Als u dit nalaat en het product blijft gebruiken, kan dit brand veroorzaken. Raak het netsnoer niet aan en blijf uit de buurt van de batterijlader tijdens onweer. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok. Het netsnoer mag niet beschadigd of aangepast worden en mag niet met kracht losgetrokken of gebogen worden. Plaats geen zware voorwerpen op het snoer en stel dit niet bloot aan hitte of vuur. Als de isolatie beschadigd raakt en de draden bloot komen te liggen, laat het netsnoer dan door een door Nikon erkende servicedienst nakijken. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken. Raak de stekker of de batterijlader niet met natte handen aan. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok. Niet gebruiken in combinatie met reistekkers, adapters bedoeld om de ene spanning om te vormen naar de andere of met DC/AC-omvormers. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dat leiden tot schade aan het product resp. overhitting of zelfs brand.
Inleidning
Ga voorzichtig om met de batterij Bij onjuist gebruik kan de batterij gaan lekken, oververhit raken of ontploffen. Let op de volgende punten bij het gebruik van de batterij in combinatie met dit product: • Schakel het apparaat uit voordat u de batterij verwisselt. Als u de batterijlader / lichtnetadapter gebruikt, haalt u eerst de stekker uit het stopcontact. • Gebruik alleen een oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 (meegeleverd). Laad de batterij op door deze in een batterijlader MH-65 te plaatsen (meegeleverd). • Probeer de batterij niet ondersteboven of achterstevoren in de camera te plaatsen. • U mag de batterij niet kortsluiten of uit elkaar halen, of de isolatie of het omhulsel verwijderen of openbreken. • Stel de batterij niet bloot aan vuur of bovenmatige hitte. • Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat deze niet vochtig wordt. • Plaats het afdekkapje wanneer de batterij getransporteerd wordt. Vervoer of bewaar de batterij niet bij metalen voorwerpen, zoals halskettingen of haarspelden. • Een volledig ontladen batterij kan gaan lekken. Om schade aan het product te voorkomen, dient u de batterij te verwijderen wanneer deze leeg is. • Stop onmiddellijk met het gebruik van de batterij wanneer zich een verandering voordoet, zoals verkleuring of vervorming. • Spoel kleding of huid die in contact is gekomen met vloeistof uit een beschadigde batterij onmiddellijk af met ruim water.
vii
Voor uw veiligheid
Inleidning
Gebruik de juiste kabels Gebruik voor aansluitingen uitsluitend de voor dit doel meegeleverde of bij Nikon verkrijgbare kabels, zodat wordt voldaan aan de productvoorschriften. Wees voorzichtig met de bewegende delen Pas op dat uw vingers of andere voorwerpen niet bekneld raken tussen de objectiefbescherming of andere bewegende delen. Cd-rom’s Speel de cd-rom's die bij dit apparaat worden geleverd niet af op een audio-cdspeler. Als u cd-rom’s afspeelt op een audiocd-speler, kan dit leiden tot gehoorverlies of beschadiging van de apparatuur. Wees voorzichtig met gebruik van de flitser Als u een flitser dicht bij de ogen van een te fotograferen persoon gebruikt, kan dit tijdelijk oogletsel veroorzaken. Wees extra voorzichtig bij het fotograferen van kleine kinderen; de flitser mag niet dichterbij worden gehouden dan 1 meter van het onderwerp. Flits niet als het flitsvenster met een persoon of voorwerp in aanraking komt Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit brand of brandwonden veroorzaken. Vermijd contact met vloeibare kristallen Als de monitor beschadigd raakt, zorg dan dat u zich niet verwondt aan de glassplinters
viii
en dat uw huid, ogen of mond niet in aanraking komen met de vloeibare kristallen. Zorg dat de camera uit staat in een vliegtuig of ziekenhuis Zet de camera uit als u zich in een vliegtuig bevindt en dit gaat opstijgen of landen. Schakel voordat u aan boord van het vliegtuig gaat ook de opnamefunctie voor GPS-trackinginformatie opnamefunctie uit. Volg bij gebruik van de camera in een ziekenhuis altijd de instructies van het betreffende ziekenhuis. De elektromagnetische straling veroorzaakt door deze camera kan de elektronische systemen van het vliegtuig resp. de instrumenten in het ziekenhuis van slag brengen. Raak de camera niet rechtstreeks aan gedurende langere tijd bij temperaturen van 0 °C of lager. Als de huid dan in contact komt met metalen delen, etc., kan dat letsel aan de huid veroorzaken. Draag handschoenen o.i.d. Chauffeurs mogen de camera niet bedienen onder het rijden. Dit kan leiden tot een verkeersongeval. Ga voorzichtig te werk bij gebruik van filmlicht. Kijk niet rechtstreeks in het filmlicht. Dit kan schade aan de ogen of gezichtsverlies veroorzaken.
Mededelingen Mededelingen voor klanten in Europa WAARSCHUWINGEN Inleidning
GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS BATTERIJ WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER BATTERIJEN AF VOLGENS DE INSTRUCTIES. Dit symbool geeft aan dat dit product via gescheiden inzameling moet worden afgevoerd. Het volgende is uitsluitend van toepassing voor gebruikers in Europese landen: • Dit product dient apart te worden ingeleverd bij een aangewezen inzamelingspunt. Werp dit product niet weg als huishoudelijk afval. • Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst. Dit symbool op de batterij duidt aan dat de batterij afzonderlijk moet ingezameld worden. Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen: • Alle batterijen, al dan niet voorzien van dit symbool, moeten afzonderlijk worden ingezameld op een geschikt inzamelpunt. Gooi niet samen met het huishoudelijk afval weg. • Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of de gemeentelijke reinigingsdienst.
ix
Inleiding Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas • Lees de onderstaande instructies en de instructies in “Behandeling van de producten” (F2).
Opmerkingen over schokbestendigheid Inleidning
Deze camera heeft de interne testen van Nikon (valproef vanaf een hoogte van 152 cm op een 5 cm dikke multiplexplaat) doorstaan en voldoet daarmee aan de strenge Amerikaanse militaire valproefnormen (MIL-STD 810F 516.5-Shock*). Deze test garandeert niet dat de camera waterbestendig is of dat de camera nooit beschadigd of defect kan raken. Wijzigingen aan de buitenkant van de camera zoals loslatende lak of vervorming van het gedeelte dat de schok opving, maken geen deel uit van de interne testen van Nikon. * Standaard testmethode van het Amerikaanse Ministerie van Defensie. Bij deze valproef vallen 5 camera's in 26 richtingen (8 randen, 12 hoeken en 6 vlakken) vanaf een hoogte van 122 cm om te garanderen dat één van de vijf camera's de valproef doorstaat (als een camera de valproef niet doorstaat, worden nog vijf camera's getest om te voldoen aan de testcriteria van één tot vijf camera's). b Stel de camera niet bloot aan bovenmatige schokken, trillingen of druk
door vallen of stoten. Als deze voorzorgsmaatregel niet in acht genomen wordt, kan water de camera binnendringen en leiden tot een functiestoring van de camera. • Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 10 m onder water. • Stel de camera niet bloot aan waterdruk door deze in stromend water te houden. • Ga niet zitten als de camera in uw broekzak zit. Prop de camera niet geweld in de cameratas.
Opmerkingen over water- en stofbestendigheid De camera is waterbestendig volgens beveiligingsklasse IEC/JIS 8 (IPX8) en vochtbestendig volgens beveiligingsklasse IEC/JIS 6 (IP6X) en kan gebruikt worden om maximaal 60 minuten lang onder water foto's te maken op een diepte van 10 m.* Deze classificatie garandeert niet dat de camera waterbestendig is of dat de camera nooit beschadigd of defect kan raken. * Deze classificatie geeft aan dat de camera ontworpen is om de aangegeven waterdruk te weerstaan gedurende de aangegeven tijdsduur als de camera gebruikt wordt volgens de door Nikon gedefinieerde methodes. b Als de camera is blootgesteld aan bovenmatige schokken, trillingen of
druk door vallen of stoten, kan de waterbestendigheid niet meer gegarandeerd worden.
x
• Als de camera blootgesteld is aan schokken, wordt aangeraden om contact op te nemen met uw dealer of een door Nikon erkende servicedienst om (tegen betaling) de waterbestendigheid te laten testen. - Gebruik de camera niet op een diepte van meer dan 10 m onder water. - Stel de camera niet bloot aan waterdruk door deze in stromend water te houden. - Schade die veroorzaakt is door binnendringend water in de camera vanwege een verkeerd gebruik van de camera, wordt niet door de garantie gedekt.
Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas
Inleidning
• De waterbestendigheid van de camera geldt alleen voor zoet water en zeewater. • Het binnenste gedeelte van de camera is niet waterbestendig. Als water in de camera binnendringt, kan dit storingen veroorzaken. • Accessoires zijn niet waterdicht. • Pak de camera niet met natte handen vast. Steek geen natte geheugenkaart of batterij in de camera. • Als een vloeistof zoals waterdruppels op de buitenkant van de camera of in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf vallen, moet u ze meteen opvegen met een zachte droge doek. Als het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf geopend of gesloten wordt in de buurt van water of onder water, kan water de camera binnendringen of kan de camera defect raken. Het deksel mag niet geopend of gesloten worden met natte handen. Er kan dan water in de camera binnendringen of de camera kan defect raken. • Als vuil zich aan de buitenkant van de camera of in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf (bijv. op de gele waterbestendige afdichting, de scharnieren, de kaartsleuf of de aansluitingen) heeft gehecht, moet u het onmiddellijk verwijderen met een blaasbalgje of borstel. • Als vuil zoals zonnebrandolie, zonnebrandcrème, deeltjes van een warme bron, badschuim, wasmiddel, zeep, organisch oplosmiddel, olie of alcohol aan de camera blijft hechten, moet het meteen afgeveegd worden. • Gebruik de camera niet langere tijd bij lage temperaturen in koude gebieden of bij temperaturen van 40 °C of hoger (vooral op plaatsen met direct zonlicht, in een auto, op het strand of in de buurt van verwarmingsapparaten). Hierdoor wordt de waterdichtheid van de camera minder.
Voordat de camera onder water gebruikt wordt Verwijder de riem voor buitengebruik, wanneer u de camera onder water gebruikt. 1. Zorg dat er geen vuil in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf zit. • Vuil zoals zand, stof of haren in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf moet verwijderd worden met een blaasbalgje of borstel. • Vloeistoffen zoals waterdruppels in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf moeten afgeveegd worden met een zachte droge doek.
2. Controleer of de waterbestendige afdichting van het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet gescheurd of vervormd is. • De waterbestendigheid van de waterbestendige afdichting kan na een jaar minder worden. Daarom wordt aangeraden om 1 keer per jaar contact op te nemen met uw dealer of een door Nikon erkende servicedienst om (tegen betaling) de waterbestendige afdichting te laten vervangen.
3. Zorg dat het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf goed gesloten is. • Draai de vergrendeling van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf tot deze vastklikt. Let op dat het dunne koord van de camerariem niet vast komt te zitten. • Controleer of de aanduiding van de vergrendeling op “Close” staat.
xi
Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas
Opmerkingen over het gebruik van de camera onder water Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat water de camera binnendringt. Inleidning
• Duik niet met de camera onder water in water dieper dan 10 m. • Gebruik de camera niet continu 60 minuten of langer onder water. • Gebruik de camera alleen onder water als de watertemperatuur tussen 0 °C en 40 °C ligt. Dompel de camera niet onder in warm water (zoals badwater of een warme bron) dat warmer is dan 40 °C. • Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet onder water. • Stel de camera niet bloot aan schokken bij gebruik onder water. Spring niet met de camera in het water of stel de camera niet bloot aan hoge waterdruk zoals in stroomversnellingen of watervallen. • Deze camera blijft niet drijven. Zorg dat u de camera niet laat vallen onder water.
Camera reinigen na gebruik onder water • Reinig de camera binnen 60 minuten nadat u de camera onder water heeft gebruikt. Als u de camera onder natte omstandigheden gebruikt waarbij zoutdeeltjes, deeltjes van een warme bron of ander vuil aan de camera kunnen hechten, kan dit beschadigingen, verkleuringen, corrosie, stank of verminderde waterbestendigheid veroorzaken. • Verwijder waterdruppels, zand, zoutdeeltjes, deeltjes van een warme bron of ander vuil van uw handen, lichaam en haar, voordat u de camera gaat reinigen. • Aangeraden wordt om de camera binnen te reinigen om te voorkomen dat deze wordt blootgesteld aan waternevel of zand. • Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf pas als al het vuil verwijderd is met water en alle vochtdeeltjes zijn opgeveegd.
xii
Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas
• Als de knoppen of schakelaars niet goed werken, kan er vuil aan zitten. Aangezien dit storingen kan veroorzaken, moet u de camera in schoon water onderdompelen en voorzichtig schudden om het vuil van de camera te verwijderen. • Als de camera is ondergedompeld in water, kunnen er luchtbellen uit de waterafvoeropeningen van de camera komen zoals de openingen in de microfoon of luidsprekers. Dit is geen storing.
Inleidning
1. Houd het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf gesloten en spoel de camera af met schoon water. Dompel de camera 10 minuten lang onder in een ondiepe bak met schoon water.
2. Veeg de waterdruppels op met een zachte doek en laat de camera drogen op een goed geventileerde en donkere plek. • Zet de camera op een droge doek om deze te laten drogen. Water zal uit de openingen in de microfoon of luidsprekers stromen. • De camera mag niet gedroogd worden met hete lucht van een föhn of wasdroger. • Gebruik geen chemicaliën (zoals benzine, thinner, alcohol of afwasmiddel), zeep of neutrale reinigingsmiddelen. Als de waterbestendige afdichting of de camerabody vervormd raakt, zal de waterbestendigheid verminderen.
3. Controleer of er geen waterdruppels op de camera zitten, open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf en veeg voorzichtig water of zand dat achtergebleven is in de camera weg met een droge zachte doek. • Als u het deksel opent voordat de camera voldoende droog is, kunnen waterdruppels op de geheugenkaart of batterij vallen. De waterdruppels kunnen ook in het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf binnendringen (bijvoorbeeld bij de waterbestendige afdichting, de scharnieren, de kaartsleuf of de aansluitingen). Als dit het geval is, moet u het water opvegen met een droge zachte doek. • Als het deksel gesloten wordt terwijl de binnenkant nog nat is, kan dit condensvorming of storingen veroorzaken. • Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met waterdruppels, kan het geluid verslechteren of vervormd rake. - Veeg het water op met een droge zachte doek. - Steek de openingen in de microfoon of luidsprekers niet open met scherpe voorwerpen. Als de binnenkant van de camera beschadigd is, zal de waterbestendigheid verminderen.
xiii
Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas
Opmerkingen over de gebruikstemperatuur, luchtvochtigheid en condensvorming Inleidning
De werking van deze camera is getest bij temperaturen tussen -10 °C tot +40 °C. Als u de camera in koude gebieden gebruikt, moet u de volgende voorzorgsmaatregelen nemen. Bewaar de camera en de reservebatterijen voor gebruik op een warme plaats. • De werking van de batterijen (het aantal foto's en de opnameduur) kan tijdelijk minder worden. • Als de camera zeer koud is, kan de werking tijdelijk minder worden. De monitor kan bijvoorbeeld donkerder zijn dan normaal direct na het aanzetten van de camera of er kunnen schaduwbeelden te zien zijn. • Als er sneeuwvlokken of waterdruppels aan de buitenkant van de camera zitten, moet u ze meteen wegvegen. - Als de knoppen of schakelaars bevroren zijn, werken ze niet soepel. - Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met waterdruppels, kan het geluid verslechteren of vervormd raken. b Omgevingsfactoren zoals temperatuur en
luchtvochtigheid kunnen condensvorming aan de binnenkant van de monitor of het objectief veroorzaken. Dit is geen defect of storing van de camera. b Omgevingsfactoren die condensvorming in de camera kunnen
veroorzaken Er kan condensvorming optreden aan de binnenkant van de monitor of het objectief onder de volgende omgevingsomstandigheden met sterke temperatuurwisselingen of hoge luchtvochtigheid: • Als de camera plotseling ondergedompeld wordt in water met een lage temperatuur, vergeleken met de temperatuur boven water. • Als de camera zich opeens op een warme plaats bevindt, bijv. als de camera bij koude temperaturen buiten in een warm gebouw wordt gebracht. • Als het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf wordt geopend of gesloten in een omgeving met hoge luchtvochtigheid. b Condens verwijderen
• Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf nadat de camera is uitgezet op een plaats waar de omgevingstemperatuur stabiel is (vermijd plaatsen met een hoge temperatuur/hoge luchtvochtigheid, zand of stof ). Verwijder de batterij en de geheugenkaart en laat het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf van de camera openstaan, zodat de condens kan wegtrekken doordat de camera zich aanpast aan de omgevingstemperatuur. • Als de condens niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw dealer of een door Nikon erkende servicedienst.
xiv
Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas
Opmerkingen over GPS/digitaal kompas b Gegevens van kaarten/informatie over locaties van deze camera
• De kaarten en informatie over locaties (bezienswaardigheden (POI)) dateren van december 2010. De kaarten en informatie over locaties wordt niet bijgewerkt. • De details van geologische formaties worden vereenvoudigd weergegeven, afhankelijk van de schaal van de kaart. De schaal van de kaart en het niveau van de informatie over locaties verschillen per land en per regio. Bij een hogere breedtegraad varieert de horizontale en verticale schaalweergave op de monitor. De weergegeven geologische formaties wijken dan ook af van de feitelijke formaties.Gebruik de kaart- en plaatsnaaminformatie puur als richtlijn.
Inleidning
Lees “GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS” (F9) en ga akkoord met de voorwaarden voordat de GPS-functie gebruikt kan worden.
b Opmerkingen over GPS/digitaal kompas
• Gebruik de GPS-functie/het digitale kompas niet als u in een auto rijdt. • Gebruik informatie (over richting en afstand) gemeten door de camera alleen als richtlijn. Deze informatie kan niet worden gebruikt voor navigatiedoeleinden in een vliegtuig of auto, persoonlijke toepassingen of landmetingen. • Als u de camera gebruikt tijdens bergbeklimmen, een trektocht of onder water, moet u altijd een aparte kaart, navigatiesysteem of meetinstrument gebruiken. • Als het objectief van de camera omhoog wijst, wordt het digitale kompas niet weergegeven. • Personen kunnen herkend worden aan de hand van foto's of films die zijn opgenomen met informatie over de locatie. Wees daarom altijd voorzichtig als u foto's of films met informatie over de locatie of GPS-logbestanden naar een derde verzendt of als u ze wilt uploaden naar een netwerk zoals internet waar iedereen ze kan bekijken. Lees “Wegwerpen van opslagmedia” (Av). b Als de optie GPS-geg. opnemen uit het menu GPS-opties op Aan is ingesteld,
blijft de GPS-functie continu werken, ook al wordt de camera uitgezet. • De elektromagnetische golven van de camera kunnen de meetinstrumenten in een vliegtuig of medische apparatuur beïnvloeden. Als het gebruik van een camera verboden is tijdens het opstijgen of landen van een vliegtuig of in een ziekenhuis, moet u de optie GPS-geg. opnemen op Uit zetten en de camera uitschakelen. • Als de optie GPS-geg. opnemen ingesteld is op Aan, zal de batterij leegraken, ook al is de camera uitgeschakeld. b De camera in het buitenland gebruiken
• Raadpleeg uw reisbureau of de ambassade van het land waar u naar toegaat om te controleren of er restricties gelden voor het gebruik van camera's, voordat u de camera met GPS-functie meeneemt naar het buitenland. Zo mag u in China bijvoorbeeld geen loggegevens vastleggen met informatie over locaties, zonder toestemming van de Chinese regering. Stel de optie GPS-geg. opnemen uit het menu GPS-opties in op Uit. • De GPS-functie kan misschien niet correct werken in China en de grenzen tussen China en aangrenzende landen (vanaf december 2010).
xv
Inhoudsopgave Inleiding.................................................................................................................................................. ii
Inleiding
Lees dit eerst........................................................................................................................................... ii De inhoud van het pakket controleren ................................................................................................... ii Over deze handleiding...................................................................................................................................... iii Informatie en voorzorgsmaatregelen..................................................................................................... iv Voor uw veiligheid............................................................................................................................... vi WAARSCHUWINGEN .......................................................................................................................................... vi Mededelingen....................................................................................................................................... ix Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas ..................................................................................................................................................... x Opmerkingen over schokbestendigheid ............................................................................................... x Opmerkingen over water- en stofbestendigheid ............................................................................. x Voordat de camera onder water gebruikt wordt.............................................................................. xi Opmerkingen over het gebruik van de camera onder water................................................. xii Camera reinigen na gebruik onder water ........................................................................................... xii Opmerkingen over de gebruikstemperatuur, luchtvochtigheid en condensvorming................................................................................................................................................ xiv Opmerkingen over GPS/digitaal kompas............................................................................................ xv
Onderdelen van de camera en standaard functies................................................................. 1 Onderdelen van de camera............................................................................................................... 2 Camerabody ............................................................................................................................................................ 2 Bedieningsknoppen voor de opnamestand ....................................................................................... 4 Bedieningsknoppen voor de weergavestand .................................................................................... 5 De monitor ............................................................................................................................................................... 6 Basisfuncties ........................................................................................................................................... 9 Schakelen tussen opnamestand en weergavestand ..................................................................... 9 De multi-selector gebruiken........................................................................................................................ 10 Menu's gebruiken (de d knop)............................................................................................................ 11 Actieknop gebruiken........................................................................................................................................ 13 De camerariem voor buitengebruik bevestigen............................................................................. 14 Gebruik van filteradapter en bevestigingsmethode .................................................................... 14
xvi
Inhoudsopgave
De beginselen van opname en weergave............................................................................... 15
Inleiding
Voorbereiding 1 De batterij opladen........................................................................................... 16 Voorbereiding 2 De batterij plaatsen .......................................................................................... 18 Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen ........................................................................ 20 Intern geheugen en geheugenkaarten................................................................................................ 21 Goedgekeurde geheugenkaarten ........................................................................................................... 21 Stap 1 De camera aanzetten ........................................................................................................... 22 De camera aan- en uitzetten....................................................................................................................... 23 Taal, datum en tijd instellen ......................................................................................................................... 24 Stap 2 Een opnamestand selecteren ........................................................................................... 26 Beschikbare opnamestanden ..................................................................................................................... 27 Stap 3 Het beeld kadreren ............................................................................................................... 28 De zoom gebruiken .......................................................................................................................................... 29 Stap 4 Scherpstellen en afdrukken............................................................................................... 30 Stap 5 Afbeeldingen weergeven................................................................................................... 32 De weergave van foto's wijzigen.............................................................................................................. 33 Stap 6 Ongewenste foto's wissen ................................................................................................. 34
Opnamefuncties ............................................................................................................................... 37 G (Eenvoudige automatische) stand ......................................................................................... 38 Instellingen G (Eenvoudige automatische) stand wijzigen................................................... 38 Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) ............................................... 39 Instellingen onderwerpstand wijzigen................................................................................................. 39 Eigenschappen van elk onderwerp........................................................................................................ 40 Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname) .......................................... 47 Eigenschappen van Elk Speciaal Effect................................................................................................. 47 Instellingen stand speciale effecten wijzigen................................................................................... 48 Stand slim portret (glimlachende gezichten fotograferen)................................................. 49 Instellingen stand slim portret wijzigen............................................................................................... 50 Beschikbare opties in het menu slim portret.................................................................................... 50 A (Automatische) stand.................................................................................................................. 51 Instellingen A (Automatische) stand wijzigen............................................................................... 51 Beschikbare opties in het opnamemenu (A (Automatische) stand) ............................... 51
xvii
Inhoudsopgave
Inleiding
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector .......................................... 53 Beschikbare functies......................................................................................................................................... 53 Flitsstanden (de flitser gebruiken)............................................................................................................ 54 Zelfontspanner gebruiken ............................................................................................................................ 56 Macro-stand gebruiken .................................................................................................................................. 57 Belichtingscorrectie (helderheid instellen)......................................................................................... 58 Standaardinstellingen...................................................................................................................................... 59 Beeldformaat wijzigen (beeldstand)............................................................................................ 61 Beeldstandinstellingen (beeldformaat en beeldkwaliteit)........................................................ 61 Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden......................................................... 63 Gezichtsdetectie gebruiken ............................................................................................................ 65 Huid verzachten gebruiken............................................................................................................. 66 Scherpstelvergrendeling.................................................................................................................. 67
Weergavefuncties............................................................................................................................. 69 Bepaalde soorten foto's selecteren om weer te geven......................................................... 70 Beschikbare weergavestanden .................................................................................................................. 70 Wisselen tussen weergavestanden ......................................................................................................... 70 Beschikbare functies in de weergavestand (weergavemenu)............................................ 71 Camera aansluiten op een tv, computer of printer................................................................. 73 ViewNX 2 gebruiken .......................................................................................................................... 74 Installeren van ViewNX 2 ............................................................................................................................... 74 Foto's naar een computer kopiëren........................................................................................................ 76 Foto's bekijken...................................................................................................................................................... 77 Foto's retoucheren............................................................................................................................................. 78 Films bewerken.................................................................................................................................................... 78 Foto's afdrukken .................................................................................................................................................. 78
Films opnemen en afspelen ......................................................................................................... 79 Films opnemen .................................................................................................................................... 80 Instellingen filmopname wijzigen (filmmenu)................................................................................. 83 Films afspelen....................................................................................................................................... 84
xviii
Inhoudsopgave
GPS gebruiken/kaarten weergeven........................................................................................... 85
Inleiding
GPS-gegevensopname starten ...................................................................................................... 86 Kaarten weergeven ............................................................................................................................ 88 In de opnamestand........................................................................................................................................... 88 In de weergavemodus..................................................................................................................................... 88 GPS-instellingen of Elektronische kompas instellingen wijzigen (kaartmenu)............ 90
Basisinstellingen ............................................................................................................................... 93 Het setup-menu .................................................................................................................................. 94
Referentiegedeelte ..................................................................................................................... E1 Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave) .............................................. E2 Foto's maken met eenvoudig panorama ...................................................................................... E2 Eenvoudig panorama bekijken (Scroll) ........................................................................................... E4 Panorama-assistent gebruiken ................................................................................................. E5 Foto's weergeven die zijn opgenomen in de continu-opnamestand (reeks) .......... E7 Foto's in een reeks draaien ..................................................................................................................... E7 Foto's in een reeks wissen ....................................................................................................................... E8 Stand favoriete beelden .............................................................................................................. E9 Beelden aan albums toevoegen ......................................................................................................... E9 Beelden in albums weergeven ......................................................................................................... E10 Beelden uit albums verwijderen ...................................................................................................... E10 Pictogram album favoriete beelden wijzigen.......................................................................... E11 Stand automatisch sorteren.................................................................................................... E12 Stand sorteer op datum............................................................................................................ E14 Foto's bewerken .......................................................................................................................... E15 Bewerkingsfuncties .................................................................................................................................. E15 k Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren ............................................ E17 I D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren.............................................................. E17 s Glamour-retouchering: Huidtinten zachter maken, kleiner gezicht of grotere ogen................................................................................................................................................................... E18 p Filtereffecten: Effecten toepassen m.b.v. digitaal filter.................................................. E19 g Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen ........................................................... E20 a Uitsnijden: Een uitgesneden kopie maken ......................................................................... E21
xix
Inhoudsopgave
Inleiding
xx
Camera aansluiten op een tv (weergeven op een tv).................................................... E22 Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen) ............................................ E24 Camera aansluiten op een printer .................................................................................................. E25 Afzonderlijke foto's afdrukken ........................................................................................................... E26 Meerdere foto’s afdrukken.................................................................................................................... E27 Films bewerken............................................................................................................................ E30 Alleen de gewenste delen van de film kopiëren................................................................... E30 Menu slim portret ....................................................................................................................... E32 Beeldstand (beeldformaat en beeldkwaliteit) ......................................................................... E32 Huid verzachten ......................................................................................................................................... E32 Glimlachtimer .............................................................................................................................................. E32 Knipperdetectie.......................................................................................................................................... E33 Het opnamemenu (A (Automatische) stand) ................................................................. E34 Beeldstand (beeldformaat en beeldkwaliteit) ......................................................................... E34 Witbalans (kleurinstelling aanpassen) .......................................................................................... E34 Continu-opname....................................................................................................................................... E36 ISO-waarde .................................................................................................................................................... E37 AF-veldstand................................................................................................................................................. E38 Stand onderwerp volgen (scherpstellen op een bewegend onderwerp) ............ E40 Autofocus-stand......................................................................................................................................... E41 Weergavemenu ........................................................................................................................... E42 a Afdrukopdracht (een DPOF-afdrukopdracht maken).................................................. E42 b Diashow ................................................................................................................................................... E45 d Beveiligen .............................................................................................................................................. E46 Het fotoselectiescherm.......................................................................................................................... E47 f Beeld draaien ........................................................................................................................................ E48 E Spraakmemo........................................................................................................................................... E49 h Kopiëren (kopiëren tussen interne geheugen en geheugenkaart) ................... E50 C Reeksweergaveopties ..................................................................................................................... E51 x Kies hoofdfoto ...................................................................................................................................... E51
Inhoudsopgave
Inleiding
Het filmmenu................................................................................................................................ E52 Filmopties ....................................................................................................................................................... E52 Openen met HS-beelden ..................................................................................................................... E53 Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film) ................................................ E54 Autofocus-stand......................................................................................................................................... E56 Filmlicht ........................................................................................................................................................... E56 Windruisreductie........................................................................................................................................ E56 Kaartmenu..................................................................................................................................... E57 GPS-instellingen ......................................................................................................................................... E57 Afstandeenheden...................................................................................................................................... E58 Afstand berekenen ................................................................................................................................... E59 Bezienswaardigheden (POI) (opslaan en weergeven van informatie m.b.t. locatienaam) ................................................................................................................................................. E60 Log aanmaken (log met reisinformatie opnemen) .............................................................. E61 Log weergeven (log op een kaart weergeven) ...................................................................... E63 Elektronisch kompas................................................................................................................................ E64 Het setup-menu .......................................................................................................................... E66 Welkomstscherm....................................................................................................................................... E66 Tijdzone en datum.................................................................................................................................... E67 Monitorinstellingen.................................................................................................................................. E70 Datumstempel (datum en tijd afdrukken op foto's)............................................................ E72 Vibratiereductie........................................................................................................................................... E73 Bewegingsdetectie................................................................................................................................... E74 AF-hulp............................................................................................................................................................. E75 Digitale zoom............................................................................................................................................... E75 Geluid instellen ........................................................................................................................................... E76 Gevoeligheid actiecontrole................................................................................................................. E77 Automatisch uit .......................................................................................................................................... E77 Geheugen formatteren/Geheugenkaart formatteren........................................................ E78 Taal/Language ............................................................................................................................................. E78 Tv-instellingen ............................................................................................................................................. E79 Knipperwaarschuwing ........................................................................................................................... E80 Actieknop toewijzen................................................................................................................................ E81 Standaardwaarden.................................................................................................................................... E81 Firmware-versie........................................................................................................................................... E84 Bestands- en mapnamen ......................................................................................................... E85 Optionele accessoires................................................................................................................ E87 Foutmeldingen ............................................................................................................................ E88
xxi
Inhoudsopgave
Technische opmerkingen en index......................................................................................... F1
Inleiding
xxii
Behandeling van de producten................................................................................................. F2 De camera.......................................................................................................................................................... F2 De batterij........................................................................................................................................................... F4 De batterijlader ............................................................................................................................................... F5 De geheugenkaarten.................................................................................................................................. F6 Behandeling van uw camera ...................................................................................................... F7 Reinigen............................................................................................................................................................... F7 Opslag................................................................................................................................................................... F8 GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS............................................................................................................ F9 Problemen oplossen .................................................................................................................... F13 Specificaties .................................................................................................................................... F20 Ondersteunde standaards ..................................................................................................................... F23 Index .................................................................................................................................................. F24
Onderdelen van de camera en standaard functies Onderdelen van de camera en standaard functies
In dit hoofdstuk worden de onderdelen van de camera beschreven en de voornaamste functies van de onderdelen en de standaard camerafuncties toegelicht.
Onderdelen van de camera....................................2 Camerabody....................................................................................................2 Bedieningsknoppen voor de opnamestand........................................4 Bedieningsknoppen voor de weergavestand.....................................5 De monitor.......................................................................................................6
Basisfuncties ...........................................................9 Schakelen tussen opnamestand en weergavestand........................9 De multi-selector gebruiken .................................................................. 10 Menu's gebruiken (de d knop) ........................................................ 11 Actieknop gebruiken ................................................................................ 13 Gebruik van filteradapter en bevestigingsmethode ..................... 14 De camerariem voor buitengebruik bevestigen............................. 14
Als u de camera meteen wilt gebruiken, zie “De beginselen van opname en weergave” (A15).
1
Onderdelen van de camera en standaard functies
Onderdelen van de camera Camerabody 8
Onderdelen van de camera en standaard functies
11 12
2
9 10
1
2
13 14 15 16 17
3
4 5
6
7
18
1
Oogje voor polsriem ..................................14
10 Batterijvak..........................................................18
2
Ontspanknop.............................................4, 30
11 HDMI mini-aansluiting (type C) ............ 73
3
Hoofdschakelaar/ camera-aan-lampje .....................................23
12 Scharnier................................................................ xi
4
Flitser.................................................................... 54
14 USB/AV-uit-aansluiting .............................. 73
5
GPS-antenne...................................................... 86
6
Zelfontspannerlampje............................... 56 AF-hulpverlichting....................................... 95 Filmverlichting.................................................. 83
7
Objectief
8
Geheugenkaartsleuf................................... 20
9
Batterijvergrendeling ......................... 18, 19
13 Waterbestendige behuizing ....................xii
15
Ontgrendeling deksel batterijvak/ geheugenkaartsleuf............................18, 20
16
Vergrendeling deksel batterijvak/ geheugenkaartsleuf............................18, 20
17
Deksel batterijvak/ geheugenkaartsleuf............................18, 20
18 Microfoon (stereo) ...................................71, 80
Onderdelen van de camera
1
2
4 5 6 7 8 9
3
11 12
13 14
1
Oogje voor polsriem ..................................14
8
k (selectie toepassen) knop................10
2
Luidspreker....................................... 71, 84, 95
9
Multi-selector ..................................................10
3
Monitor..........................................................6, 26
4
Flitserlampje ....................................................54
10
Actieknop U : Kaartweergave.............................13 V : Actiecontrole ................................13
5
Zoomknoppen...............................................29 f : Groothoek ...................................... 29 g : Tele......................................................29 h: Miniatuurweergave ..................33 i : Zoomweergave........................... 33 j : Help ....................................................39
6
b (e filmopname) knop......................80
7
c (weergave) knop .............................9, 32
Onderdelen van de camera en standaard functies
10
11 Statiefaansluiting 12 A (opnamestand) knop.....................9, 26 13 d (menu) knop ................ 11, 50, 51, 83 14 l (wissen) knop....................................34, 84
3
Onderdelen van de camera
Bedieningsknoppen voor de opnamestand Bedieningsknop
Naam
Belangrijkste functie
A (opnamestand) knop
Wijzig de opnamestand (geeft het selectiescherm voor de opnamestand).
26
Onderdelen van de camera en standaard functies
Zoomknoppen
Druk op g (i) (telezoomstand) om in te zoomen en op f (h) (groothoekstand) 29 om uit te zoomen.
Multi-selector
Zie “De multi-selector gebruiken” voor meer informatie.
10
d (menu) knop
Toont en verbergt het menu.
11
Ontspanknop
Half ingedrukt (d.w.z. stoppen met indrukken zodra u weerstand voelt): Stel scherpstelling en belichting in. Volledig ingedrukt (d.w.z. de knop volledig omlaag duwen): Druk de ontspanknop in.
30
b (e filmopname) knop
Start en stop filmopname.
80
Weergaveknop
Foto's weergeven.
9, 32
De laatst opgeslagen foto wissen.
34
• Functie uitvoeren wanneer de camera wordt geschud. • Huidige locatie op een kaart weergeven.
13
Wissen-knop
Actieknop
4
A
13
Onderdelen van de camera
Bedieningsknoppen voor de weergavestand Bedieningsknop
Naam Weergaveknop
• Als de camera uit staat, moet u deze 23 knop ingedrukt houden om de camera in de weergavestand te zetten. • Terug naar de opnamestand. 9
Zie “De multi-selector gebruiken” voor meer informatie.
33 Onderdelen van de camera en standaard functies
• Beeld vergroten met g (i); miniatuurweergaven of kalender Zoomknoppen weergeven met f (h). • Volume voor spraakmemo's en afspelen van films instellen.
Multi-selector
A
Belangrijkste functie
71, 84
10
10
Selectie toepassenknop
• Afzonderlijke beelden van een reeks in schermvullende weergave tonen. • Foto gemaakt met eenvoudig panorama verder schuiven. • Films afspelen. • Overschakelen van miniatuurweergave of ingezoomde weergave naar schermvullende weergave.
d (menu) knop
Menu weergeven en verbergen.
11
Wissen-knop
Foto's verwijderen.
34
Terug naar opnamestand.
–
Locatie van een foto op een kaart weergeven.
13
10 84 10
A (opnamestand) knop
Ontspanknop
b (e filmopname) knop
Actieknop
5
Onderdelen van de camera
De monitor • De informatie op de monitor tijdens opnames en afspelen verandert, afhankelijk van de instellingen en de status van de camera. De informatie wordt weergegeven wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld en wanneer u de camera bedient, en verdwijnt na een paar seconden (als Fotoinformatie in Monitorinstellingen (A94) is ingesteld op Automatische info).
Opnamestand Onderdelen van de camera en standaard functies
37 36 4
35
5
34
1 2 3
6 7
33 32
8 9
31
10
11 14
12
30
29m 0s
17
13
29 1/250
F3.9
27
22
28
15
999
21
16
20 999 9999
26
18
25 24 23
19
38 29m 0s 1342
39 40
6
Onderdelen van de camera 22 Diafragmawaarde ........................................ 30 Scherpstelveld (voor handmatig, 23 centrum).....................................................30, 52
1
Opnamestand.........................................26, 27
2
Macro-stand.....................................................57
3
Zoomaanduiding..........................................29
4
AE/AF-L-aanduiding..............................E6
5
Flitsstand............................................................54
6
Aanduiding batterijniveau......................22
7
Vibratiereductie pictogram ....................94
8
GPS-ontvangst................................................86
9
Logweergave ..................................................91
27 Sluitertijd ........................................................... 30 28 ISO-waarde................................................28, 52
10 Bewegingsdetectie pictogram.............95 11 Windruisreductie...........................................83
29 Belichtingscorrectiewaarde................... 58 30 Huid verzachten ........................................... 50
Aanduiding “datum niet ingesteld”...................................................25, 94
31 Witbalans .......................................................... 52 32 Knipperdetectie pictogram................... 50
13 Reisbestemming aanduiding................94 14 Datumstempel ...............................................94
33 Tegenlicht (HDR) .......................................... 44 34 Continu opnamestand............................. 52
15 Filmopties..........................................................83 16 HS-filmopties...................................................83
35 Panorama opname..................................... 45 36 Smile timer....................................................... 50
17 Filmduur.....................................................80, 82 18 Beeldmodus.....................................................61
37 Zelfontspanner.............................................. 56 Kompasweergave (richtingsmeter) 38 ................................................................................. 91
19 Eenvoudig panorama ................................45 Aantal resterende opnamen 20 (foto's) ..........................................................22, 62 21 Aanduiding intern geheugen...............22
Scherpstelveld (voor onderwerp 26 volgen)................................................................ 52 Onderdelen van de camera en standaard functies
12
24 Scherpstelveld (voor automatisch)... 52 Scherpstelveld (voor gezichtsdetectie, 25 huisdierdetectie) ...........................46, 52, 65
39 Kompasmeter (kompas) .......................... 91 Informatie m.b.t. de locatienaam 40 (POI informatie)............................................. 91
7
Onderdelen van de camera
Weergavestand
1
Onderdelen van de camera en standaard functies
21 20
26 25 24 23 22
4
2 3 5 6 7 8
15/11/2011 12:00 9999.JPG
9 12 999/999
19 18 17
16
1
Opnamedatum.............................................. 24
2
Opnametijdstip ............................................. 24
3
Spraakmemo aanduiding ....................... 71
4
Albumpictogram in stand favoriete beelden .............................................................. 70 Categoriepictogram in stand automatisch sorteren ................................ 70 Stand sorteer op datum........................... 70
15
13 999/999 9999/9999
1m 0s 1m 0s
a
b
14
15 Aanduiding intern geheugen .............. 32 16
Gids Eenvoudig panorama weergave..................................................... E4 Gids reeksweergave.............................. E7 Gids filmweergave....................................... 84
17 Sorteer op datum gids......................E14 18 Volumeaanduiding ............................. 71, 84
5
Aanduiding batterijniveau ..................... 22
Informatie locatienaam 19 (POI-informatie)............................................. 91
6
Beveiligen pictogram ................................ 71
20 D-Lighting pictogram ............................... 71
7
21 Snel retoucheren pictogram................. 71
8
GPS-ontvangst............................................... 86 Logweergave.................................................. 91
9
Kompasmeter (kompas) .......................... 91
23 Kleine afbeelding .........................71, E21
10 Afdrukopdracht pictogram.................... 71
24 Glamour-retouchering pictogram..... 71
11 Beeldmodus .................................................... 61
25 Reeksweergave.............................................. 72
12 Filmopties ......................................................... 83
26 Bestandsnummer en -type ............E85
13 Eenvoudig panorama aanduiding .... 45 14
8
11
10
(a) Nummer huidige foto/totaal aantal foto's.............................................................. 32 (b) Filmduur ..................................................... 84
22 Filtereffecten pictogram.......................... 71
Basisfuncties Schakelen tussen opnamestand en weergavestand
Opnamestand
Onderdelen van de camera en standaard functies
De camera heeft twee standen: de opnamestand om foto's te maken en de weergavestand om foto's te bekijken. Druk op de c (weergave) knop om de weergavestand te kiezen. Druk op de A (opnamestand) knop om de opnamestand te kiezen. • In de weergavestand kunt u ook overschakelen naar de opnamestand door op de ontspanknop of de b (e filmopname) knop te drukken. Weergavestand 15/11/2011 15:30 0004.JPG
50s 4 ޓ4
21
Eenvoudige autostand
Menu met opnamestanden
Afspelen
Menu met weergavestanden
• Als u op de A (opnamestand) knop drukt terwijl de opnamestand wordt weergegeven, dan wordt het menu met opnamestanden weergegeven en kunt u een van de beschikbare opnamestanden selecteren (A26, 27). • Als u op de c (weergave) knop drukt terwijl de weergavestand wordt weergegeven, dan wordt het menu met weergavestanden weergegeven en kunt u een van de beschikbare weergavestanden selecteren (A70). • Gebruik de multi-selector voor het selecteren van een opnamestand of weergavestand (A10).
9
Basisfuncties
De multi-selector gebruiken Bedien door omhoog (H), omlaag (I), naar links (J), naar rechts (K) te drukken of op de k knop te drukken.
In de opnamestand Menu m (flitsstand) (A54) weergeven, bovenstaande optie selecteren Onderdelen van de camera en standaard functies
n weergeven (zelfontspanner) (A56)
Gids o (belichtingscorrectie) (A58) weergeven Flits-stand
Selectie toepassen Menu D (macro-stand) (A57) weergeven, onderstaande optie selecteren
In de weergavemodus De vorige foto selecteren, het weergavegebied verplaatsen als de foto vergroot wordt (A33)
15/11/2011 15:30 0004.JPG
De volgende foto selecteren, het weergavegebied verplaatsen als de foto vergroot wordt Foto's van een reeks weergeven (E7), (A33) panoramafoto's weergeven (E4), films weergeven (A84)*
4 ޓ4
* In de miniatuurweergave of bij een vergroting wordt deze knop gebruikt om de camera naar de schermvullende weergave te schakelen.
Als menu's worden weergegeven
10
Bovenstaande optie selecteren Optie links selecteren, terugkeren naar vorige scherm
Optie rechts selecteren, submenu weergeven (selectie toepassen)
Onderstaande optie selecteren
Selectie toepassen
Opnamemenu Beeldmodus Witbalans Continu ISO-waarde AF-veldstand Autofocus-stand
Basisfuncties
Menu's gebruiken (de d knop) Als de d knop wordt ingedrukt terwijl het opname- of weergavescherm wordt getoond, wordt het menu voor de desbetreffende stand geopend. Zodra het menu geopend is, kunnen diverse instellingen gewijzigd worden. Opnamestand
Weergavestand 15/11/2011 15:30 0004.JPG
4 ޓ4
Eenvoudige autostand
Tabs
Beeldmodus
A tab: Weergave van beschikbare instellingen in huidige opnamestand (A27). Afhankelijk van de huidige opnamestand worden verschillende pictogrammen van de tab weergegeven. D tab: Weergave van de instellingen voor filmopname. z tab: Weergave van opties setup-menu (basisinstellingen).
C
Weergavemenu
Tabs
Snel retoucheren D-Lighting Glamour-retouchering Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
c tab: Weergave van beschikbare instellingen in huidige weergavestand (A70). Afhankelijk van de huidige weergavestand worden verschillende pictogrammen van de tab weergegeven. z tab: Weergave van opties setup-menu (basisinstellingen).
Als geen tabs worden weergegeven
Als u op de d knop drukt en het scherm wordt weergegeven waarmee u de beeldstand kunt wijzigen, druk dan op J om de tabs weer te geven.
Onderdelen van de camera en standaard functies
50s 21
Beeldmodus 4608×3456 4608×3456 4000×3000 3264×2448 2592×1944 2048×1536 1024×768
11
Basisfuncties
Wisselen tussen tabs Opnamemenu
Opnamemenu
Beeldmodus Witbalans Continu ISO-waarde AF-veldstand Autofocus-stand
Onderdelen van de camera en standaard functies
Druk op de multi-selector J om de tab te markeren.
Welkomstscherm Tijdzone en datum Monitorinstellingen Datumstempel Vibratiereductie Bewegingsdetectie AF-hulplicht
Druk op de multi-selector H of I om een tab te selecteren en druk vervolgens op de k knop of K.
Het geselecteerde menu wordt weergegeven.
Menu-opties selecteren Opnamemenu Beeldmodus Witbalans Continu ISO-waarde AF-veldstand Autofocus-stand
Druk op de multi-selector H of I om een optie te selecteren en druk vervolgens op de K of k knop.
C
Autofocus-stand Enkelvoudige AF Fulltime-AF
Druk op H of I om een optie te kiezen en druk op de k knop.
Als u klaar bent met het wijzigen van de instellingen, moet u op de d (menu) knop drukken om het menu te verlaten.
Verschijnt als het menu twee of meer pagina’s beslaat
Set-up Welkomstscherm Tijdzone en datum Monitorinstellingen Datumstempel Vibratiereductie Bewegingsdetectie AF-hulplicht
12
Set-up
Beeldmodus Witbalans Continu ISO-waarde AF-veldstand Autofocus-stand
De schuifbalk wordt weergeven voor de huidige pagina.
Basisfuncties
Actieknop gebruiken Als de actie-knop ingedrukt wordt, kan een van de volgende functies ingesteld in Actieknop toewijzen in het setup-menu (A94) worden uitgevoerd. • Kaarten weergeven. • Functie uitvoeren door de camera te schudden (actiecontrole). Huidige locatie op een kaart tonen tijdens opname (alleen wanneer GPS-geg. opnemen in GPS-opties in het kaartmenu (A86) is ingesteld op Aan). Opnamelocatie van een foto op een kaart tonen tijdens weergave (geeft alleen weer op welke positie informatie is opgeslagen).
500km
Actiecontrole Zoals weergegeven in de illustratie, gebruik uw pols en beweeg uw camera eenmaal omhoog en omlaag of naar voor en naar achter om de functies uit te voeren.
Eenvoudige autostand
Onderdelen van de camera en standaard functies
Kaart weergeven
Bevest.
Actiemenu
In het actiemenu kunt u de volgende opties selecteren door de camera op en neer of van voor naar achteren te bewegen. • Opnamestand: U kunt de Eenvoudige autostand, Autostand, Strand, Sneeuw, Landschap en Onder water stand selecteren. • Filmopname starten: Druk op de actieknop om de opname te starten. Druk nogmaals op de knop om de opname te stoppen. • Snelle weergave: Toon foto's in schermvullende weergave. • Huidige stand: Huidige locatie op een kaart weergeven (alleen wanneer GPSgeg. opnemen in GPS-opties in het kaartmenu (A86) is ingesteld op Aan). Druk op de actieknop om de functie te selecteren. In Snelle weergave of schermvullende weergave, beweeg de camera op en neer om naar de volgende foto te gaan of van voor naar achteren om naar de vorige foto te gaan.
13
Basisfuncties
B
Opmerkingen over actiecontrole
• Zorg bij het gebruik van de actiecontrole dat de camera stevig vastgehouden wordt door uw hand door de camerariem te steken. • Bij de actiecontrole kan alleen de actieknop, de ontspanknop en de hoofdschakelaar gebruikt worden. • Afhankelijk van hoe de camera wordt bewogen, is het mogelijk dat actiecontrole niet altijd correct werkt. Gevoeligheid actiecontrole wijzigen (A95)
De camerariem voor buitengebruik bevestigen Onderdelen van de camera en standaard functies
Verwijder de riem voor buitengebruik, wanneer u de camera onder water gebruikt.
Gebruik van filteradapter en bevestigingsmethode Gebruik de meegeleverde filteradapter om het in de handel verkrijgbare φ 40,5 mm filter te bevestigen. De filteradapter wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer het kleurfilter of polarisatiefilter voor opnames onder water wordt bevestigd. Bevestig de filteradapter met een koord aan de riem.
B 14
Opmerking over de filteradapter
Het licht van de AF-hulpverlichting/filmverlichting (A2) wordt geblokkeerd wanneer de filteradapter bevestigd is. Stel de AF-verlichting (A95) en filmverlichting (A83) op Uit in als de filteradapter wordt gebruikt.
De beginselen van opname en weergave Voorbereiding
Opname Stap 1 De camera aanzetten............................................................................................22 Taal, datum en tijd instellen (Alleen bij eerste gebruik) ................................24 Stap 2 Een opnamestand selecteren ............................................................................26 Stap 3 Het beeld kadreren................................................................................................28 Stap 4 Scherpstellen en afdrukken................................................................................30
De beginselen van opname en weergave
Voorbereiding 1 De batterij opladen ...........................................................................16 Voorbereiding 2 De batterij plaatsen ...........................................................................18 Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen.........................................................20
Weergave Stap 5 Afbeeldingen weergeven....................................................................................32 Stap 6 Ongewenste foto's wissen ..................................................................................34
15
De beginselen van opname en weergave
Voorbereiding 1 De batterij opladen
De beginselen van opname en weergave
1
Sluit het netsnoer aan in de hieronder aangeduide volgorde.
2
Plaats de batterij in de batterijlader door de batterij naar voren te schuiven (1) en aan te drukken tot deze vastklikt (2). • Het CHARGE lampje begint te knipperen zodra het opladen start. • Een volledige lege batterij wordt opgeladen in ca. 2,5 uur. • Als het opladen is voltooid, stopt het CHARGE lampje met knipperen. • Zie “Betekenis van het CHARGE-lampje” (A17).
3
16
Als het opladen is voltooid, dient de batterij verwijderd te worden en de lader vervolgens losgekoppeld te worden.
Voorbereiding 1 De batterij opladen
Betekenis van het CHARGE-lampje Status
Beschrijving
Knippert
Batterij laadt op.
Aan
Batterij is volledig opgeladen.
Knippert
• De batterij is niet correct aangebracht. Verwijder de batterij en plaats deze zodanig in de acculader dat de batterij vlak ligt. • De omgevingstemperatuur is niet geschikt voor opladen. Laad de batterij binnen op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 °C en 35 °C voor gebruik. • De batterij is defect. Stop direct met opladen, ontkoppel de lader en breng zowel de batterij als de batterijlader naar uw dealer of naar een Nikon erkende servicedienst. De beginselen van opname en weergave
B
Opmerkingen over de batterijlader
• Lees, voordat u de batterijlader in gebruik neemt, de waarschuwingen onder “Voor uw veiligheid” (Avi) van deze handleiding en neem deze waarschuwingen in acht. • Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “De batterijlader” (F5) en neem deze in acht.
B
Opmerkingen over de batterij
• Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “Voor uw veiligheid” (Avi) en neem deze in acht. • Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen over “De batterij” (F4) en neem deze in acht.
C
Lichtnetadapter
• Als de lichtnetadaper EH-62F (afzonderlijk verkrijgbaar) (E87) wordt gebruikt, wordt de camera gevoed via het lichtnet en is het mogelijk om foto's te maken en te bekijken. • Gebruik nooit een andere lichtnetadapter dan de EH-62F. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
17
Voorbereiding 2 De batterij plaatsen
1
Druk op de ontgrendeling van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf (1) en draai de vergrendeling van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf (2) om het deksel (3) te openen.
2
Plaats de batterij.
De beginselen van opname en weergave
• Duw met de batterij de oranje batterijvergrendeling in de aangegeven richting (1) en duw de batterij (2) volledig in de camera. • Zodra de batterij volledig is geplaatst, houdt de batterijvergrendeling deze op de plaats.
B
Batterijvergren
De batterij correct plaatsen
Als u probeert de batterij ondersteboven of achterstevoren te plaatsen, kan dit schade aan de camera veroorzaken. Controleer of de batterij correct is geplaatst.
3
Druk op het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf (1) en draai de vergrendeling van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf tot het deksel vergrendeld is.(2). • Draai de vergrendeling van het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf tot deze vastklikt.
B
Opmerking over Deksel sluiten zonder dat de riem of het koord vast komt te zitten
Als de riem of het koord van de filteradapter vast komt te zitten in het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf wanneer dit gesloten wordt, dan kan het deksel beschadigd raken. Zorg bij het sluiten van het deksel dat de riem of het koord niet in het deksel vast komt te zitten.
18
Voorbereiding 2 De batterij plaatsen
De batterij verwijderen Voordat u het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf opent, zet u de camera uit (A23) en controleert u of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn. U verwijdert de batterij door het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf te openen en de oranje batterijvergrendeling in de aangegeven richting te schuiven (1). Verwijder de batterij vervolgens recht (2).
B
Waarschuwing voor hoge temperaturen
B
De beginselen van opname en weergave
De camera, batterij en geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik van de camera. Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de batterij of geheugenkaart.
Het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf openen
Open en sluit het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet in een zanderige of stoffige omgeving of met natte handen. Als het deksel wordt gesloten zonder eerst eventueel aanwezige vreemde deeltjes te verwijderen, kan water binnendringen in de camera resp. kan deze beschadigd raken. • Mochten toch vreemde deeltjes aan de binnenzijde van het deksel of in de camera terechtkomen, verwijder deze dan onmiddellijk met een blaasbalgje of borstel. • Mocht een vloeistof zoals water aan de binnenzijde van het deksel of in de camera terechtkomen, veeg die dan meteen af met een zachte en droge doek.
19
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen
1
Controleer of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn en open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf. • Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld voordat het deksel wordt geopend.
2
Plaats de geheugenkaart.
De beginselen van opname en weergave
• Schuif de geheugenkaart in de sleuf tot deze op zijn plaats klikt.
B
De geheugenkaart correct plaatsen
Als u de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren plaatst, kan dit de camera of de kaart beschadigen. Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
3
Sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
B
Opmerking over Deksel sluiten zonder dat de riem of het koord vast komt te zitten
Als de riem of het koord van de filteradapter vast komt te zitten in het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf wanneer dit gesloten wordt, dan kan het deksel beschadigd raken. Zorg bij het sluiten van het deksel dat de riem of het koord niet in het deksel vast komt te zitten.
B
Een geheugenkaart formatteren
• Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren. • Alle gegevens die opgeslagen zijn op de geheugenkaart worden permanent gewist als de kaart geformatteerd wordt. Maak daarom kopieën van de gegevens die u wilt bewaren, voordat u de geheugenkaart gaat formatteren. • Plaats de geheugenkaart in de camera, druk op de d knop en kies Geheugenkaart form. uit het setup-menu (A94) om de kaart te formatteren.
B 20
Opmerking over geheugenkaarten
Zie de documentatie bij de geheugenkaart en “De geheugenkaarten” (F6) in “Behandeling van de producten”.
Voorbereiding 3 Een geheugenkaart plaatsen
Een geheugenkaart verwijderen Voordat u het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf opent, zet u de camera uit en controleert u of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn. Duw de geheugenkaart voorzichtig met uw vinger (1) naar binnen om deze gedeeltelijk naar buiten te laten komen en trek de kaart vervolgens recht uit de camera (2).
B
Waarschuwing voor hoge temperaturen
De camera, batterij en geheugenkaart kunnen heet zijn direct na gebruik van de camera. Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van de batterij of geheugenkaart.
De gegevens op de camera, inclusief foto's en films, kunnen opgeslagen worden in het interne geheugen van de camera (ong. 83 MB) of op een geheugenkaart. Verwijder eerst de geheugenkaart om het interne geheugen te gebruiken voor opnames en weergave.
Goedgekeurde geheugenkaarten De volgende Secure Digital (SD) geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in deze camera. • Wanneer een film wordt opgenomen op een geheugenkaart, wordt een geheugenkaart aanbevolen met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger. Wanneer de overdrachtsnelheid van de kaart te langzaam is, kan de filmopname plotseling worden onderbroken. SD-geheugenkaarten1
SDHC geheugenkaarten2
SDXC geheugenkaarten3
SanDisk
2 GB
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
TOSHIBA
2 GB
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB 64 GB
Panasonic
2 GB
4 GB, 8 GB, 12 GB, 16 GB, 32 GB
Lexar
-
4 GB, 8 GB, 16 GB, 32 GB -
1 2 3
De beginselen van opname en weergave
Intern geheugen en geheugenkaarten
48 GB, 64 GB
Controleer voordat u een kaartlezer of een vergelijkbaar apparaat gebruikt of deze/dit geschikt is voor 2 GB kaarten. SDHC-compatibel. Controleer voordat u een kaartlezer of een vergelijkbaar apparaat gebruikt of deze/dit geschikt is voor SDHC. SDXC-compatibel. Controleer voordat u een kaartlezer of een vergelijkbaar apparaat gebruikt of deze/dit geschikt is voor SDXC.
• Neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over bovenvermelde kaarten.
21
Stap 1 De camera aanzetten
1
Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. • Als u de camera voor het eerst aanzet, zie “Taal, datum en tijd instellen” (A24). • De monitor wordt ingeschakeld.
2
Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen. Aanduiding batterijniveau
De beginselen van opname en weergave
50s 21
Aantal resterende opnames
Batterijniveau Weergave
Beschrijving
b
Batterijniveau hoog.
B
Batterijniveau laag. U moet de batterij binnenkort vervangen of opladen.
N Batterij is leeg.
Kan geen foto's maken. Laad de batterij op of vervang deze.
Aantal resterende opnamen Het aantal resterende opnamen wordt weergegeven. • Als geen geheugenkaart is geplaatst, wordt C weergegeven en worden foto’s in het interne geheugen (ong. 83 MB) opgeslagen. • Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen is afhankelijk van de capaciteit van het interne geheugen of de geheugenkaart, de beeldkwaliteit en het beeldformaat (beeldstand) (A61). • Het aantal resterende opnamen dat op de afbeelding te zien, verschilt van het werkelijke aantal.
22
Stap 1 De camera aanzetten
De camera aan- en uitzetten • Als de camera wordt aangezet, brandt het camera-aan-lampje (groen) en wordt de monitor aangezet (het camera-aan-lampje gaat uit als de monitor wordt aangezet). • U zet de camera uit door op de hoofdschakelaar te drukken. Zowel de monitor als het camera-aan-lampje worden uitgeschakeld. • Houd de c (weergave) knop ingedrukt om de camera in de weergavestand in te schakelen.
Energiespaarstand (Automatisch uit)
Als de camera een tijdje niet wordt bediend, gaat de monitor uit, gaat de camera naar de standbystand en gaat het camera-aan-lampje knipperen. Als de camera hierna nog 3 minuten lang niet bediend wordt, schakelt de camera automatisch uit. Wanneer de camera in de stand-bystand staat, wordt de monitor weer ingeschakeld als er op een van de volgende knoppen wordt gedrukt. ➝ Hoofdschakelaar, ontspanknop, A (opnamestand) knop, c (weergave) knop of b (e filmopname) knop
De beginselen van opname en weergave
C
Knippert
Niet bediend.
Niet bediend.
3 min
50s 21
Camera wordt op standby gezet.
Camera wordt uitgeschakeld.
• De tijdsduur waarna de camera zichzelf in de standby-stand zet, kan worden gewijzigd via de instelling Automatisch uit in het setup-menu (A94). • De camera wordt standaard in de standby-stand gezet na ongeveer vijf minuten als u de opnameof weergavestand gebruikt. • Als u de optionele lichtnetadapter EH-62F gebruikt, wordt de camera na 30 minuten in de standby-stand gezet.
23
Stap 1 De camera aanzetten
Taal, datum en tijd instellen De eerste keer dat u de camera aanzet, worden dialoogvensters voor taalselectie en klokinstelling weergegeven.
1
Druk op de multi-selector H of I om de gewenste taal te kiezen en druk vervolgens op de k knop. Multi-selector
De beginselen van opname en weergave
2
Druk op H of I om Ja te kiezen en druk op de k knop. • Selecteer Nee om de instelling te annuleren.
Taal/Language Français Indonesia Italiano Magyar Nederlands Norsk Annuleren
Tijdzone en datum Tijdzone kiezen en datum en tijd instellen? Ja Nee Annuleren
3
Druk op J of K om uw eigen tijdzone te kiezen (Tijdzone) en druk vervolgens op de k knop.
London Casablanca
• Zie “Zomertijd” (A25) voor meer informatie over zomertijd. Terug
4
24
Druk op H of I om de datumweergave te selecteren en druk op de k knop of K.
Datumnotatie Jaar/maand/dag Maand/dag/jaar Dag/maand/jaar
Stap 1 De camera aanzetten
5
Druk op H, I, J of K om de datum en tijd in te stellen en druk vervolgens op de k knop.
Datum en tijd D
M
• Optie selecteren: Druk op K of J (te selecteren in de 15 11 volgende volgorde: D (dag) ➯ M (maand) ➯ J (jaar) ➯ 15 uur ➯ minuut). • Waarden instellen: Druk op H of I. • Instelling afsluiten: Selecteer minuut en druk op de k knop of K. • Nadat de instelling is afgesloten, wordt het opnamescherm weergegeven.
J 2011 10 Bewerk.
Zomertijd
C
London Casablanca
Terug
De taalinstelling en de datum- en tijdinstelling wijzigen
• U kunt deze instellingen wijzigen met de instellingen van Taal/Language en Tijdzone en datum in het z setup-menu (A94). • In de Tijdzone instelling van Tijdzone en datum in het z setup-menu, als de zomertijd-optie is geactiveerd, wordt de klok 1 uur vooruitgezet, en als deze gedeactiveerd is, één uur teruggezet. Wanneer de x reisbestemming ingesteld is, berekent de camera automatisch het tijdsverschil tussen de reisbestemming en de w eigen tijdzone en slaat de beelden op aan de hand van de datum en tijd van de reisbestemming. • Als u het scherm verlaat zonder de datum en tijd op te slaan, knippert O als het opnamescherm wordt getoond. Gebruik de instelling Tijdzone en datum in het setup-menu (A94) om de datum en tijd in te stellen.
C
De beginselen van opname en weergave
Als het zomertijd is, moet u op de multi-selector H drukken om de zomertijdfunctie in te schakelen terwijl de regio bij stap 3 ingesteld wordt. Als de zomertijdfunctie is ingeschakeld, wordt W weergegeven bovenin de monitor. Druk op I om de zomertijdfunctie uit te schakelen.
De klokbatterij
• De klok van de camera wordt gevoed door een aparte back-up batterij. • De back-up batterij is opgeladen na ongeveer tien uur laden als de hoofdbatterij in de camera is geplaatst of als de camera op een optionele lichtnetadapter is aangesloten en kan gedurende enkele dagen de ingestelde datum en tijd opslaan. • Als de back-up batterij van de accu leegraakt, wordt het instelscherm voor de datum en tijd weergegeven als de camera wordt ingeschakeld. Stel de datum en tijd opnieuw in. Zie stap 2 in of “Taal, datum en tijd instellen” (A24) voor meer informatie.
C
De opnamedatum afdrukken op foto's
• Stel de datum en tijd in voor de opname. • U kunt de opnamedatum afdrukken op foto's door Datumstempel in het setup-menu (A94) in te stellen. • Als u de opnamedatum wilt afdrukken zonder de instelling Datumstempel te gebruiken, kunt u de foto's afdrukken met behulp van de ViewNX 2 software (A74).
25
Stap 2 Een opnamestand selecteren
1
Druk op de A knop. • Het menu met opnamestanden waarmee u de gewenste opnamestand kunt selecteren, wordt weergegeven.
2
Druk op de multi-selector H of I om een opnamestand te selecteren.
De beginselen van opname en weergave
• In dit voorbeeld wordt G Eenvoudige automatische stand gebruikt. Selecteer G Eenvoudige autostand.
3
Eenvoudige autostand
Multi-selector
Druk op de k knop. • De camera schakelt over naar de G (eenvoudige automatische) stand. Het pictogram verandert in U, e, f, g, h, j of i op basis van het onderwerp en de compositie. Pictogram opnamestand
50s 21
• Zie “De monitor” (A6) voor meer informatie. • De geselecteerde opnamestand wordt opgeslagen, ook als de camera wordt uitgeschakeld.
26
Stap 2 Een opnamestand selecteren
Beschikbare opnamestanden G
Eenvoudige autostand
A38
Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch de meest optimale scènestand en kunt u op eenvoudige wijze fotograferen. b
Onderwerp
A39
De camera-instellingen worden automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp. • Om een onderwerp te selecteren moet eerst het menu met opnamestanden worden weergegeven en vervolgens de multi-selector K worden ingedrukt. Selecteer het gewenste onderwerp door op H, I, J of K te drukken en vervolgens op de k knop te drukken. Speciale effecten
A47
Er kunnen effecten op foto's toegepast worden tijdens het fotograferen. Er zijn zes verschillende effecten beschikbaar. • Om een effect te selecteren drukt u op de multi-selector K in de opnamestand, drukt u op H, I, J of K om effecten te selecteren en drukt u op de k knop. F
Slim portret
A49
De camera detecteert glimlachende gezichten en bedient de sluiter zelfs als u de ontspanknop niet zelf indrukt (glimlachtimer). De functie huid verzachten zorgt ervoor dat de huidtint van gezichten zachter wordt. A
Autostand
A51
De basisfuncties van de camera kunnen worden uitgevoerd. Wijzig tevens de instellingen voor de opties in het opnamemenu (A51) op basis van de opnameomstandigheden en het type foto's dat u wilt maken.
C
De beginselen van opname en weergave
D
Beschikbare functies in opnamestand
• De functies van de multi-selector H (m), I (p), J (n) of K (o) kunnen worden ingesteld. Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A53) voor meer informatie. • Druk op d om het menu voor de geselecteerde opnamestand weer te geven. Zie “Opnamefuncties” (A38) voor meer informatie over de beschikbare instellingen in het menu voor de huidige opnamestand.
C
Actiecontrole
Als Actieknop toewijzen in het setup-menu (A94) is ingesteld op Actiecontrole, kan de opnamestand veranderd worden door actiecontrole (A13).
27
Stap 3 Het beeld kadreren
1
Houd de camera gereed. • Zorg dat uw vingers, haar, camerariem en andere zaken niet voor objectief, flitser, AFhulpverlichting en microfoon komen. • Als u “staand” opnamen maakt, draait u de camera op zo'n manier dat de ingebouwde flitser zich boven de lens bevindt.
De beginselen van opname en weergave
2
Kadreer het beeld. • Als de camera een onderwerpstand bepaalt, verander het pictogram van de opnamestand (A26). • Als de camera een gezicht herkent, wordt een gele 50s dubbele rand (scherpstelveld) weergegeven. Zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A65) voor meer 21 informatie. • Als onderwerpen anders dan mensen worden gefotografeerd, of een onderwerp wordt gekozen waarbij geen gezicht kan worden herkend, wordt het scherpstelveld niet weergegeven. Plaats het hoofdonderwerp ongeveer in het midden van de monitor.
B
Opmerkingen over G (eenvoudige automatische) stand
• Zodra u de digitale zoom activeert, wordt de opnamestand ingesteld op U. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden is het mogelijk dat de camera niet altijd de gewenste onderwerpstand kiest. Selecteer in dat geval een andere opnamestand.
C
ISO-gevoeligheid
Het is mogelijk dat E (ISO-gevoeligheid, A7) wordt weergegeven in het opnamescherm. Als E wordt weergegeven, wordt de ISO-waarde automatisch verhoogd.
C
Een statief gebruiken
• In de volgende situaties wordt het gebruik van een statief aanbevolen om de camera te stabiliseren tijdens opname en om de effecten van cameratrilling te voorkomen. – Bij fotograferen op donkere plekken of als de flitsstand (A54) is ingesteld op W (uit) – Bij fotograferen in de telezoomstand • Als u een foto wilt maken met de camera op een statief, moet u Vibratiereductie in het setupmenu instellen (A94) op Uit.
28
Stap 3 Het beeld kadreren
De zoom gebruiken
Uitzoomen
Optische zoom
Digitale zoom
Digitale zoom Als de zoomknop g continu wordt ingedruktals optische zoom is ingesteld op de maximale telezoomstand (maximale optische zoom), dan wordt digitale zoom geactiveerd. Bij gebruik van digitale zoom kan het onderwerp tot 4× extra worden vergroot bovenop de optische zoom.
Maximale optische zoom
Digitale zoom geactiveerd
De beginselen van opname en weergave
Druk op de zoomknop om optisch zoomen te activeren. • Het onderwerp vult een groter deel van het beeld: Druk op g (inzoomen). • Het zichtbare deel in het beeld neemt toe: Druk op g (uitzoomen). • Zodra de camera wordt ingeschakeld, wordt de zoom ingesteld op de max. groothoekstand. • Een zoomaanduiding verschijnt aan de bovenzijde op de monitor zodra de zoomknop wordt ingedrukt.
Inzoomen
• Wanneer digitale zoom van kracht is, wordt scherpgesteld op het midden van het beeld en wordt het scherpstelveld niet weergegeven.
C
Digitale zoom en interpolatie
In tegenstelling tot optische zoom, wordt bij digitale zoom gebruik gemaakt van een techniek die interpolatie wordt genoemd om beeld te vergroten; deze techniek resulteert in een geringe afname van de beeldkwaliteit afhankelijk van de beeldstand (A61) en vergroting door digitale zoom. Interpolatie wordt gebruikt bij zoomstanden hoger dan V. Als de zoomfactor verder wordt verhoogd dan de V stand, wordt interpolatie geactiveerd en wordt de zoomindicatie geel. V gaat naar rechts naarmate het beeldformaat kleiner wordt en biedt de gebruiker de mogelijkheid de zoomstand te kiezen om te fotograferen zonder verlies van beeldkwaliteit bij de actuele instelling van de beeldstand.
Als het beeldformaat te klein is • Door gebruik te maken van Digitale zoom in het setup-menu (A94) is het mogelijk de digitale zoom zodanig in te stellen dat deze niet werkt.
29
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken
1
Druk de ontspanknop half in, d.w.z. druk de knop iets in totdat u weerstand voelt.
De beginselen van opname en weergave
• Zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt, worden de scherpstelling en de belichting (sluitertijd en diafragmawaarde) ingesteld. De scherpstel- en belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. • Als een gezicht wordt herkend: Er wordt scherpgesteld op het gezicht en om het gezicht wordt een dubbele rand (scherpstelveld) weergegeven (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A65) voor meer informatie). Als de camera klaar is met de scherpstelling op het gezicht, dan licht dubbele rand groen op. 1/250
Sluitertijd
F3.9
Diafragmawaarde
• Als er geen gezicht wordt herkend: Er wordt scherpgesteld op het door de camera geselecteerde scherpstelveld op basis van de opnamestand. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het scherpstelveld (actieve scherpstelveld) groen (maximaal negen velden). 1/250
Sluitertijd
F3.9
Diafragmawaarde
• Als digitale zoom wordt toegepast, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld; het scherpstelveld wordt niet weergegeven. Zodra het onderwerp scherp is, licht de scherpstelaanduiding (A6) groen op. • Als de ontspanknop half is ingedrukt en de het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding rood knippert, kan de camera niet scherpstellen. Wijzig de compositie en druk de ontspanknop opnieuw half in.
2
Druk de ontspanknop volledig in, d.w.z. druk de knop volledig omlaag. • De sluiter wordt ontspannen en de foto wordt gemaakt. • Als u de ontspanknop te hard indrukt, kan de camera trillen, waardoor de foto's onscherp worden. Druk de knop rustig in.
30
Stap 4 Scherpstellen en afdrukken
B
Tijdens de opname
• Terwijl de aanduiding van het aantal resterende opnamen knippert, worden foto's gemaakt. Open het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf niet. Als u in dit geval de stroom wordt onderbroken of de geheugenkaart wordt verwijderd, kan dit leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de camera of de geheugenkaart. • Afhankelijk van de instellingen of opnameomstandigheden kan het langer duren dan normaal voordat de foto's worden opgeslagen (F16).
B
Autofocus
C
AF-hulpverlichting en flitser
De beginselen van opname en weergave
Autofocus levert in de volgende situaties mogelijk niet het gewenste resultaat op. Het kan soms voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het actieve scherpstelveld groen oplicht: • Het onderwerp is zeer donker. • Er zijn voorwerpen met sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de zon achter het onderwerp staat en het onderwerp zelf daardoor erg donker wordt). • Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de persoon op de foto een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat). • Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijvoorbeeld beest in kooi). • Onderwerpen waarin een patroon te herkennen is (bijv. zonneschermen of gebouwen met ramen van gelijke afmetingen). • Het onderwerp beweegt snel. Druk in deze situaties de ontspanknop indien nodig enkele malen half in om opnieuw scherp te stellen Als er nog steeds niet op het onderwerp wordt scherpgesteld, selecteer dan de automatische stand en gebruik de scherpstelvergrendeling (A67) om de foto te maken door eerst scherp te stellen op een voorwerp op dezelfde afstand tot de camera als het gewenste onderwerp.
Op donkere plaatsen zal de AF-hulpverlichting (A95) oplichten zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt en treedt de flitser (A54) in werking als de ontspanknop volledig ingedrukt wordt.
C
Zorgen dat u geen foto mist
Als u denkt dat u een foto niet snel genoeg kunt maken, kunt u de ontspanknop volledig indrukken, zonder deze eerst half in te drukken.
31
Stap 5 Afbeeldingen weergeven
1
Druk op de c (weergave) knop. • Als u vanuit de opnamestand overschakelt naar de weergavestand, wordt de laatst opgeslagen foto weergegeven in de schermvullende weergave.
2
c (weergave) knop Multi-selector
Gebruik de multi-selector om de vorige of de volgende foto te bekijken.
De beginselen van opname en weergave
• Vorige foto bekijken: H of J • Volgende foto bekijken: I of K • De foto kan ook worden geselecteerd met de actiecontrole (A13) en door met de camera te schudden. • Om terug te keren naar de opnamestand, drukt u op de A knop, de ontspanknop of de b (e filmopname) knop. • Verwijder de geheugenkaart om de 15/11/2011 15:30 foto's weer te geven die in het 0004.JPG interne geheugen zijn opgeslagen. C wordt weergegeven rond Nummer “Nummer huidige foto/Totaal huidige foto aantal foto's” op het Totaal aantal 4 ޓ4 weergavescherm. foto's
C
Foto’s weergeven
• Foto's die zijn gemaakt met de instelling gezichtsprioriteit (A65) of huisdierdetectie (A46), worden tijdens schermvullende weergave automatisch gedraaid indien nodig (m.u.v. foto's die zijn gemaakt met Continu in het opnamemenu (A51) ingesteld). • Als er foto's worden weergegeven die met continu-opname zijn gemaakt, dan wordt elke reeks foto's als een groep beschouwd en wordt alleen de “hoofdfoto” van de groep weergegeven (zie “Foto's weergeven die met continu-opname zijn gemaakt (reeks)” (A72) voor meer informatie). • Foto’s kunnen kort met een lage resolutie worden weergegeven direct nadat is gewisseld naar de vorige resp. volgende foto.
C
Meer informatie
• Zie “Beschikbare functies in de weergavestand (weergavemenu)” (A71) voor meer informatie. • Zie “Bepaalde soorten foto's selecteren om weer te geven” (A70) voor meer informatie.
32
Stap 5 Afbeeldingen weergeven
De weergave van foto's wijzigen Als de weergavestand wordt gebruikt, kunt u de weergave van foto's wijzigen door op zoomknop f (h)/g (i ).
Zoomweergave g (i)
15/11/2011 15:30 0004.JPG
4 ޓ4
f (h)
Foto wordt weergegeven in de schermvullende weergave.
De foto wordt ingezoomd.
Positie-aanduiding weergeven
Miniatuurweergave, kalenderweergave f (h)
15/11/2011 15:30 0004.JPG
1 132
Schermvullende weergave
g (i)
1 / 132
f (h)
g (i) Miniatuurweergave van foto (4, 9 en 16 foto's per scherm)
De beginselen van opname en weergave
• U kunt de zoomfactor aanpassen door de zoomknop f (h)/g (i) in te drukken. Er kan tot 10× ingezoomd worden op foto's. • Druk op de multi-selector H, I, J of K om een ander gedeelte van de foto te bekijken. • Foto's die zijn gemaakt met gezichtsdetectie (A65) of huisdierdetectie (A46) worden vergroot in het midden van het gezicht dat herkend is tijdens het maken van de opname (behalve bij foto's die gemaakt zijn met Continu in het opnamemenu (A51) ingesteld). Als de camera meerdere gezichten heeft herkend tijdens de opname, moet u H, I, J of K gebruiken om een ander gezicht weer te geven. Om in te zoomen op een gedeelte van de foto zonder gezichten, verandert u eerst de zoomfactor en drukt u vervolgens op H, I, J of K. • U kunt het weergegeven deel van de foto uitsnijden en dit opslaan als een afzonderlijke foto door op de d knop (E21) te drukken. • Druk op de k knop om terug te keren naar schermvullende weergave. 2011 11 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
3
Kalenderweergave
• U kunt meerdere foto's op één scherm bekijken, zodat u gemakkelijker de gewenste foto kunt vinden. • U kunt de weergave van foto's wijzigen door de zoomknop f (h)/g (i) in te drukken. • Druk op de multi-selector H, I, J of K om een foto te selecteren en druk vervolgens op de k knop om deze foto in de schermvullende weergave te bekijken. • Als 16 foto's worden weergegeven, moet de zoomknop f (h) worden ingedrukt om over te schakelen naar de kalenderweergave. • Druk op de multi-selector H, I, J of K om een datum te selecteren in de kalenderweergave en druk vervolgens op de k knop om de eerste foto te bekijken die op deze datum is gemaakt.
33
Stap 6 Ongewenste foto's wissen
1
Druk op de l knop om de foto te wissen die op de monitor wordt weergegeven.
2
Druk op de multi-selector H of I om de gewenste wismethode te kiezen en druk vervolgens op de k knop.
De beginselen van opname en weergave
• Huidig beeld: Alleen de huidige foto wordt gewist. • Wis gesel. beeld(en): Meerdere foto's kunnen geselecteerd en gewist worden. Zie “Het scherm Geselecteerde foto's wissen bedienen” (A35) voor meer informatie. • Alle beelden: Alle foto's worden gewist. • Druk op de d knop het menu te verlaten zonder te wissen.
3
Druk op H of I om Ja te selecteren en druk op de k knop.
Wissen
Huidig beeld Wis gesel. beeld(en) Alle beelden
1 beeld wissen?
• Gewiste foto's kunnen niet worden hersteld. • Druk op H of I om Nee te kiezen en druk op de k knop om te annuleren.
B
Ja Nee
Opmerkingen over wissen
• Gewiste foto's kunnen niet worden hersteld. Zet belangrijke foto’s over naar de computer voordat u foto’s wist. • Beveiligde foto's kunnen niet worden gewist (A71).
C
Foto's in een reeks wissen
• Wanneer foto's met continu-opname zijn gemaakt, dan wordt elke reeks foto's als een groep beschouwd en wordt alleen de “hoofdfoto” van de groep weergegeven in de standaardinstelling (E7). • Als de l knop wordt ingedrukt wanneer alleen de hoofdfoto wordt weergegeven, dan worden alle foto's in de reeks, inclusief de hoofdfoto, gewist. • Om elke foto in een reeks te wissen, voordat de l knop wordt ingedrukt, drukt u op de k knop om elke foto in de reeks afzonderlijk weer te geven.
C 34
Laatst gemaakte foto in opnamestand wissen
Druk in de opnamestand op de l knop om de laatst opgeslagen foto te wissen.
Stap 6 Ongewenste foto's wissen
Het scherm Geselecteerde foto's wissen bedienen
1
Druk op de multi-selector J of K om een foto te selecteren die gewist moet worden en druk vervolgens op H om y weer te geven. • Druk op I om y te verwijderen en de selectie te annuleren. • Druk op de zoomknop (A29) g (i) om te wisselen naar de schermvullende weergave of f (h) om miniaturen weer te geven.
2
Wis gesel. beeld(en)
Terug
ON/OFF
• Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Volg de aanwijzingen op de monitor.
C
De beginselen van opname en weergave
Voeg y aan alle foto's toe die u wilt wissen en druk vervolgens op de k knop om de selectie toe te passen.
Bepaalde soorten foto's selecteren om te wissen
In de stand favoriete beelden, de stand automatisch sorteren of de stand sorteer op datum (A70), kunnen foto's om hetzelfde album of dezelfde categorie, of foto's gemaakt op dezelfde datum gewist worden.
35
36
Opnamefuncties In dit hoofdstuk worden de opnamestanden en de beschikbare functies tijdens de opnamestanden beschreven. Als u deze informatie raadpleegt, leert u hoe u verschillende opnamestanden kunt selecteren en instellingen kunt aanpassen aan de opnameomstandigheden en het soort foto's dat u wilt maken. Opnamefuncties
29m 0s 1342
Autostand
Opnamemenu
29m 0s 1342
Beeldmodus Witbalans Continu ISO-waarde AF-veldstand Autofocus-stand
29m 0s 1342
Flits-stand
37
Opnamefuncties
G (Eenvoudige automatische) stand Zodra u een foto kadreert, kiest de camera automatisch de meest optimale onderwerpstand en kunt u op eenvoudige wijze fotograferen. Weergave van het opnamescherm M A knop M G (Eenvoudige automatische) stand (A26, 27)
Opnamefuncties
Zodra de camera op een onderwerp wordt gericht, kiest deze automatisch de instelling die het meest geschikt is voor de volgende opnamestand. • e: Portret • f: Landschap • h: Nachtportret • g: Nachtlandschap • i: Close-up • j: Tegenlicht • a: Onder water* • U: Andere onderwerpen
29m 0s 1342
* De camera gaat naar onderwaterstand als deze onder water komt.
• De camera selecteert automatisch het scherpstelveld voor autofocus op basis van de compositie. De camera herkent automatisch het gezicht dat naar de camera kijkt en stelt hierop scherp (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A65) voor meer informatie).
B
Opmerkingen over eenvoudige automatische stand
• Zodra u de digitale zoom activeert, wordt de opnamestand ingesteld op U. • De gewenste onderwerpstand kan onder bepaalde omstandigheden niet worden geselecteerd. Selecteer in dat geval een andere opnamestand.
B
Opmerking over De camera uit het water nemen
Zodra de camera weer uit het water is, schakelt deze soms niet automatisch terug naar een andere opnamestand vanuit de onderwaterstand. Veeg de waterdruppels dan voorzichtig van de camera met uw hand of droog de camera met een zachte en droge doek. Zie “Camera reinigen na gebruik onder water” (Axii) voor meer informatie over de verzorging van de camera.
Instellingen G (Eenvoudige automatische) stand wijzigen • Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A53) voor meer informatie over de flitsstand (A54), zelfontspanner (A56) en belichtingscorrectie (A58). • Functies die ingesteld kunnen worden met de d knop: De combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit (beeldkwaliteit/-formaat) kan worden ingesteld met de d knop (A61).
C 38
Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden
Deze functies kunnen wellicht niet gebruikt worden in combinatie met sommige andere functies (A63).
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) Als een van de volgende onderwerpstanden is geselecteerd, worden foto's gemaakt met instellingen die optimaal zijn voor het geselecteerde onderwerp. Toont het opnamescherm M A (opnamestand) knop M b (het tweede pictogram van bovenaf*) M K M panorama (A26, 27) * Het symbool voor de laatst geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven. De standaardinstelling is b (portret). b Portret (A40)
k Close-up (A42)
c Landschap (A40)
u Voedsel (A43)
d Sport (A40)
l Museum (A43)
e Nachtportret (A41)
m Vuurwerk (A43)
f Party/binnen (A41)
n Zwart-wit-kopie (A43)
Z Strand (A41)
o Tegenlicht (A44) p Panorama (A45) O Dierenportret (A46)
i Schemering (A42)
C Onder water (A46)
Opnamefuncties
z Sneeuw (A41) h Zonsondergang (A41) j Nachtlandschap (A42)
C
Een beschrijving (helpinformatie) van elk onderwerp bekijken
Kies het gewenste onderwerp in het scherm met onderwerpen en druk op de zoomknop (A29) g (j) om de beschrijving (help) van dat onderwerp weer te geven. Om terug te keren naar het vorige scherm, drukt u nogmaals op de zoomknop g (j). Portret
Instellingen onderwerpstand wijzigen • Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A53) voor meer informatie. De instelling verschilt per onderwerpstand. Zie “Standaardinstellingen” (A59) voor meer informatie. • Functies die ingesteld kunnen worden met de d knop: De combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit (beeldkwaliteit/-formaat) kan worden ingesteld met de d knop in de opnamestand ((A61, m.u.v. Eenvoudig panorama).
C
Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden
Deze functies kunnen wellicht niet gebruikt worden in combinatie met sommige andere functies (A63).
39
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen)
Eigenschappen van elk onderwerp Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken bij onderwerpen waarbij O wordt weergegeven. Stel Vibratiereductie in het setup-menu (A94) in op Uit wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren. b Portret Gebruik deze stand voor portretten. • De camera herkent en stelt scherp op het gezicht dat naar de camera kijkt (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A65) voor meer informatie). • Nadat de functie voor het verzachten van huidtinten ervoor heeft gezorgd dat de huid van mensen zachter wordt, wordt de foto opgeslagen (A66). • Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld. • Digitale zoom is niet beschikbaar. Opnamefuncties
c Landschap Gebruik deze stand voor levendige landschappen en stadsgezichten. • Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A6) altijd groen op. d Sport Gebruik deze stand om opnames te maken van sportgebeurtenissen. De camera maakt een reeks foto's waarop u gedetailleerde bewegingen van een bewegend onderwerp kunt zien. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • Houd de ontspanknop volledig ingedrukt om een reeks foto's te maken. De camera maakt 12 foto's met een snelheid van ongeveer 1,4 beelden per seconde (bps) (als de beeldstand is ingesteld op P 4608×3456). • De camera stelt scherp op een onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is. U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen. • Bij alle opnames uit de reeks wordt de scherpstelling, belichting en kleurinstelling aangehouden die de camera voor de eerste opname uit de reeks heeft ingesteld. • Het aantal beelden per seconde bij continu-opnames kan afnemen afhankelijk van de actuele beeldstandinstelling, de gebruikte geheugenkaart of de opnameomstandigheden.
40
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) e Nachtportret
O
Gebruik deze stand voor het maken van portretten bij zonsondergang of 's avonds / 's nachts. • De camera herkent en stelt scherp op het gezicht dat naar de camera kijkt (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A65) voor meer informatie). • Nadat de functie huid verzachten ervoor heeft gezorgd dat de huidtint van gezichten zachter wordt, wordt de foto opgeslagen (A66). • Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld. • Digitale zoom is niet beschikbaar. f Party/binnen
Opnamefuncties
Geschikt voor het maken van foto’s tijdens feestjes. Het effect van kaarslicht en andere achtergrondverlichting binnenshuis wordt vastgelegd. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • Als u opnames maakt in een donkere omgeving, moet u de camera stabiel houden om trillingen tegen te gaan. Als u een foto wilt maken met de camera op een statief, moet u Vibratiereductie in het setup-menu instellen (A94) op Uit. Z Strand Voor heldere onderwerpen, zoals stranden of watervlakten. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
z Sneeuw Voor heldere beelden van zonovergoten sneeuw. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
h Zonsondergang
O
De diepe kleuren van zonsondergangen en zonsopgangen blijven behouden. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
41
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) i Schemering
O
De kleuren van het zwakke, natuurlijke licht vóór zonsopgang en na zonsondergang blijven behouden. • Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A6) altijd groen op. j Nachtlandschap
O
Er wordt een lange sluitertijd gebruikt om de sfeer van nachtelijke landschappen vast te leggen. • Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A6) altijd groen op. k Close-up Opnamefuncties
42
Voor het fotograferen van bloemen, insecten en andere kleine voorwerpen op korte afstand. • De macro-stand (A57) wordt ingeschakeld en de camera zal automatisch de zoomstand kiezen waarmee op de kortste afstand kan worden scherpgesteld. • U kunt het scherpstelveld verplaatsen waarop de camera scherpstelt. Druk op de k knop en druk op de multi-selector H, I, J of K om het scherpstelveld te verplaatsen. Om de volgende instellingen aan te passen, drukt u op de k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan. - Flitsstand, zelfontspanner of belichtingscorrectie • De camera stelt scherp op een onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is. U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) u Voedsel
l Museum Gebruik deze stand binnen als flitsen verboden is (bijvoorbeeld in musea en galeries), of in andere gevallen waarin u geen flitser wilt gebruiken. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • De camera maakt maximaal tien foto's als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt en de scherpste foto uit de reeks wordt automatisch geselecteerd en opgeslagen (BSS (Best Shot Selector) (A52)). m Vuurwerk
Opnamefuncties
Gebruik deze stand voor het maken van foto’s van voedsel. • De macro-stand (A57) wordt ingeschakeld en de camera zal automatisch de zoomstand kiezen waarmee op de kortste afstand kan worden scherpgesteld. • U kunt de kleurinstelling aanpassen door de multi-selector H of I in te drukken. De kleurinstellingen worden opgeslagen in het geheugen van de camera en blijven bewaard, ook als de camera wordt uitgeschakeld. • U kunt het scherpstelveld verplaatsen waarop de camera scherpstelt. Druk op de k knop en druk op de multi-selector H, I, J of K om het scherpstelveld te verplaatsen. 29m 0s Om de volgende instellingen aan te passen, drukt u op de k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te 1342 annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan. - Zelfontspanner of belichtingscorrectie • De camera stelt scherp op een onderwerp zelfs als de ontspanknop niet half ingedrukt is. U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
O
Er worden lange sluitertijden gebruikt om de lichtsporen van vuurwerk vast te leggen. • De camera stelt scherp op oneindig. • Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, licht het scherpstelveld of de scherpstelaanduiding (A6) altijd groen op. n Zwart-wit-kopie Voor scherpe opnames van teksten of tekeningen op een whiteboard of in drukwerk. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • Voor opnames van onderwerpen dichtbij de camera moet u fotograferen met de macro-stand (A57).
43
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) o Tegenlicht Gebruik deze stand wanneer het licht van achter het onderwerp komt, waardoor een gezicht of andere belangrijke details in de schaduw liggen. In het scherm dat wordt weergegeven als o Tegenlicht onderwerpstand is geselecteerd, kan Aan of Uit worden geselecteerd in HDR (high dynamic range) compositie. • Uit (standaardinstelling): De flitser treedt in werking om te voorkomen dat het onderwerp in de schaduw blijft. - De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. - Druk de ontspanknop helemaal in om één foto te maken.
Opnamefuncties
44
• Aan: Gebruik deze stand voor het fotograferen van onderwerpen met een groot contrast. - Het pictogram P wordt weergegeven op het opnamescherm Als er zeer heldere delen en zeer donkere delen in eenzelfde beeld zijn, wordt het P pictogram groen. - De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. - Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera een reeks foto's en slaat de volgende twee beelden op. - Een foto verwerkt via D-Lighting (A71) tijdens het fotograferen - HDR samengesteld beeld (verlies aan detail in de hoge lichten en schaduwpartijen wordt gereduceerd) - Het tweede opgeslagen beeld is een HDR samengesteld beeld. Als er slechts één beeld kan worden opgeslagen, wordt alleen een beeld opgeslagen dat door D-Lighting is verwerkt. - Zodra de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, moet u de camera stabiel houden en niet bewegen tot er een foto wordt weergegeven. Zet de camera niet uit direct nadat u de foto heeft gemaakt maar wacht totdat de monitor weer het opnamescherm weergeeft. - Aanbevolen wordt om een statief te gebruiken. Stel Vibratiereductie in het setupmenu (A94) in op Uit wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren. - Digitale zoom is niet beschikbaar.
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) p Panorama
Gebruik deze stand voor het maken van panoramafoto's. Kies in het scherm dat wordt weergegeven als p Panorama onderwerpstand is geselecteerd, Eenvoudig panorama of Panorama assist.
B
Opnamefuncties
• Eenvoudig panorama (standaardinstelling): Maakt panoramafoto's die op de camera weergegeven kunnen worden door de camera in de richting te bewegen waarin u een panoramafoto wilt maken. - Voor het opnamebereik kan worden gekozen uit Normaal (180°) (standaardinstelling) of Breed (360°). - Druk de ontspanknop volledig in, laat deze weer los en verplaats de camera dan langzaam in horizontale of verticale richting. - De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. - De zoom is vast ingesteld op de groothoekstand. - Als u de foto gemaakt via Eenvoudig panorama schermvullend wilt weergeven, drukt u op de k knop. Geef de korte zijde van de geselecteerde foto schermvullend weer en scroll de foto automatisch. Zie “Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)” (E2). • Panorama assist: Gebruik deze stand als u een reeks foto's maakt die later op een computer worden samengevoegd tot één panorama. - Druk op de multi-selector H, I, J of K om de richting te selecteren waarin de foto's worden samengevoegd en druk op de k knop. - Maak na de eerste foto het benodigde aantal foto's terwijl de overgangen worden bevestigd. Druk op de k knop om te stoppen met fotograferen. - Zet gemaakte foto’s over naar een computer en gebruik de meegeleverde Panorama Maker 5 software (A76, E6) om ze samen te voegen tot één panorama. Zie “Panorama-assistent” (E5) voor meer informatie.
Opmerking over panoramafoto's afdrukken
Bij het afdrukken van panoramafoto's is het mogelijk dat niet de volledige weergave kan worden afgedrukt, afhankelijk van de printerinstellingen. Daarnaast is er afhnakelijk van de printer mogelijk geen afdrukfunctie beschikbaar. Zie de handleiding van uw printer of neem contact op met een digitale fotoservice voor meer informatie.
45
Onderwerpstand (Aangepast op onderwerp fotograferen) O Dierenportret
Opnamefuncties
Gebruik deze stand voor het maken van foto's van honden en katten. • Kies Enkelvoudig of Continu (er worden drie opeenvolgende foto's gemaakt). - Enkelvoudig: Er wordt één foto tegelijk gemaakt. - Continu (standaardinstelling): Als de camera scherpstelt op het gezicht in stand Dierenp. autom. ontsp. (standaardinstelling), worden drie opeenvolgende foto's gemaakt (beeldsnelheid met continu-opname: ongeveer 1,4 beelden per seconden als de beeldstand is ingesteld op P 4608×3456). Als dierenportret automatisch ontspannen niet wordt gebruikt, worden 12 foto's gemaakt met een beeldsnelheid van ongeveer 1,4 frames per seconde als de ontspanknop volledig ingedrukt wordt (als de beeldstand is ingesteld op P 4608×3456). • De camera detecteert dan het gezicht van een hond of kat en stelt vervolgens daarop scherp. Zodra er in de standaardinstelling op het onderwerp scherpgesteld is, ontspant de sluiter automatisch (dierenportret automatisch ontspannen). • De camera kan maximaal 5 gezichten van huisdieren tegelijk herkennen. • Als de camera geen gezicht van een huisdier herkent, moet de ontspanknop half ingedrukt worden om scherp te stellen op het onderwerp in het midden van het beeld. • Druk op de multi-selector J (n) om de instellingen voor dierenportret automatisch ontspannen te wijzigen. - Dierenp. autom. ontsp. (standaardinstelling): Als de camera een gezicht detecteert, ontspant automatisch de sluiter. Als Dierenp. autom. ontsp. geselecteerd is, wordt d weergegeven op het opnamescherm. OFF: Druk op de ontspanknop om de sluiter te bedienen. • In de volgende situaties wordt Dierenp. autom. ontsp. automatisch op OFF gezet. - Als dierenportret automatisch ontspannen vijf keer achter elkaar wordt herhaald. - Als de resterende capaciteit van het interne geheugen of de geheugenkaart laag wordt Druk om door te kunnen fotograferen met dierenportret automatisch ontspannen op J (n) van de multi-selector om te resetten. • Digitale zoom is niet beschikbaar. • Onder bepaalde opnameomstandigheden zoals de afstand tussen huisdier en camera, de snelheid van bewegende huisdieren, de richting waarin de huisdieren kijken en de helderheid van de koppen kan het gebeuren dat de camera geen hond of kat detecteert of dat een kader om iets anders dan een hond of kat wordt getoond. C Onder water Gebruik deze stand voor opnames onder water. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • Digitale zoom is niet beschikbaar. • Zie “ Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/digitaal kompas” (Ax) voor meer informatie over onderwater fotograferen.
46
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname) Selecteer een van de zes speciale effecten voor opname. Het effect kan op foto's worden toegepast tijdens het fotograferen. Toont het opnamescherm M A (opnamestand) knop M D (het derde pictogram van bovenaf*) M K M Het effect selecteren (A26, 27) * Het laatst gekozen pictogram wordt weergegeven. De standaardinstelling is D (Zacht).
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
Zacht
Optie D Zacht
Beschrijving De foto verzachten door het beeld iets te vervagen.
E
Nostalgisch sepia
Een sepiatint toevoegen en het contrast verminderen om een oude foto na te bootsen.
F
Hoogcontrast monochr.
De foto veranderen in zwart-wit en de foto een scherp contrast geven.
G High-key
Opnamefuncties
Eigenschappen van Elk Speciaal Effect
De hele foto een heldere tint geven.
H Low-key
De hele foto een donkere tint geven.
I Selectieve kleur
Maak een zwart-wit foto waarin alleen de aangegeven kleur bewaard wordt.
• Als Selectieve kleur is ingesteld, selecteer dan een kleur die u wilt behouden met de multi-selector H of I. Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de k knop om tijdelijk de gekozen kleur te annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan. Opslaan - Flitsstand (A54) - Macro-stand (A57) Om terug te keren naar het kleurselectiescherm, drukt u nogmaals op de k knop.
47
Stand speciale effecten (effecten toepassen tijdens opname)
Instellingen stand speciale effecten wijzigen • Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A53) voor meer informatie over de flitsstand (A54), zelfontspanner (A56), macro-stand (A57) en belichtingscorrectie (A58). • Functies die ingesteld kunnen worden met de d knop: De combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit (beeldkwaliteit/-formaat) kan worden ingesteld met de d knop (A61).
Opnamefuncties
C 48
Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden
Deze functies kunnen wellicht niet gebruikt worden in combinatie met sommige andere functies (A63).
Stand slim portret (glimlachende gezichten fotograferen) Als de camera glimlachende gezichten herkent, ontspant de sluiter automatisch zonder de ontspanknop in te drukken (glimlachtimer). De functie huid verzachten zorgt ervoor dat de huidtint van gezichten zachter wordt. Weergave van het opnamescherm M A (opnamestand) knop M F Slim portret stand (A26, 27)
1
Kadreer de foto en wacht tot de persoon glimlacht.
2
Opnamefuncties
• Als de camera een gezicht herkent, wordt een gele dubbele rand (scherpstelveld) weergegeven om het gezicht. Als de camera scherpgesteld heeft op het gezicht, licht de dubbele rand groen op en wordt de 1/250 F3.9 scherpstelling vergrendeld. • De camera kan maximaal 3 gezichten herkennen. Als meer dan 1 gezicht wordt herkend, wordt op het gezicht dat zich het dichtst bij het midden van het beeld bevindt, gekadreerd met een dubbele rand, terwijl de overige een enkele rand krijgen. • Zodra de camera detecteert dat een glimlach verschijnt op het gezicht van degene die zich in het kader met dubbele rand bevindt, wordt de functie Glimlachtimer (A50) geactiveerd en ontspant de sluiter automatisch. • Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt automatisch fotograferen met gezichtsdetectie en glimlachdetectie herhaald.
Het fotograferen stopt. • Om het automatische fotograferen van de glimlachdetectie te beëindigen, drukt u op de A knop om naar een andere opnamestand te gaan.
B
Opmerkingen over stand slim portret
• Digitale zoom is niet beschikbaar. • Onder bepaalde opnameomstandigheden is het mogelijk dat gezichten en glimlachende gezichten niet correct worden herkend. • Zie “Opmerkingen over gezichtsdetectie” (A65) voor meer informatie.
C
Automatisch uit in stand glimlachtimer
Als de Glimlachtimer is ingesteld op Aan, wordt de functie automatisch uit (A95) geactiveerd en schakelt de camera uit als zich een van de onderstaande situaties voordoet en geen andere bewerkingen worden uitgevoerd. • De camera herkent geen gezichten. • De camera herkent een gezicht, maar kan geen slimlach herkennen.
C
Als het zelfontspannerlampje knippert
Bij het gebruik van de glimlachtimer knippert het zelfontspannerlampje als de camera een gezicht herkent en flikkert direct nadat de sluiter is ontspannen.
C
De sluiter handmatig bedienen
De sluiter kan ook worden bediend door de ontspanknop in te drukken. Als de camera geen gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het midden van het beeld.
49
Stand slim portret (glimlachende gezichten fotograferen)
Instellingen stand slim portret wijzigen • Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A53) voor meer informatie over de flitsstand (A54), zelfontspanner (A56) en belichtingscorrectie (A58). • Zie “Beschikbare opties in het menu slim portret” (onder) voor meer informatie over functies die ingesteld kunnen worden met de d knop.
Beschikbare opties in het menu slim portret In de stand slim portret kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd.
Opnamefuncties
50
Slim portret Beeldmodus Huid verzachten Glimlachtimer Knipperdetectie
Weergave van het scherm in de stand slim portret M d knop M F tab (A11) Optie
Beschrijving
A
Beeldmodus
Hiermee kunt u de combinatie van het gebruikte beeldformaat en de gebruikte beeldkwaliteit selecteren bij het opslaan van afbeeldingen (A61). De standaardinstelling 61 is P 4608×3456. Deze instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
Huid verzachten
Schakel huid verzachten in. De camera maakt de huidtint van gezichten zachter voordat de foto wordt opgeslagen. De E32 mate van het toegepaste effect kan geselecteerd worden. De standaardinstelling is Normaal.
Glimlachtimer
Indien ingesteld op Aan (standaardinstelling), herkent de camera gezichten. Als vervolgens een glimlach herkend wordt, ontspant de sluiter automatisch. De zelfontspanner kan bij deze functie niet gebruikt worden.
E32
Knipperdetectie
Als Aan geselecteerd is, dan laat de camera de sluiter automatische tweemaal ontspannen elke keer dat er een foto wordt gemaakt. Van de twee foto's, wordt de foto opgeslagen waarop de betreffende persoon de ogen geopend heeft. De flitser kan niet gebruikt worden wanneer Aan geselecteerd is. De standaardinstelling is Uit.
E33
A (Automatische) stand De basisfuncties van de camera kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast kunnen de opties van het opnamemenu worden aangepast aan de opnameomstandigheden en het soort foto's dat u wilt maken. Weergave van het opnamescherm M A (opnamestand) knop M A (Automatische) stand (A26, 27)
Instellingen A (Automatische) stand wijzigen
Opnamefuncties
• Het scherpstelveld voor autofocus verschilt, afhankelijk van de instelling van AF-veldstand die kan worden geselecteerd in de A tab nadat u hebt gedrukt op de d knop. • Als AF-veldstand wordt ingesteld op Gezichtprioriteit 29m 0s (standaardinstelling), stel de camera als volgt scherp: 1342 -De camera herkent automatisch het gezicht dat naar de camera kijkt en stelt hierop scherp (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A65) voor meer informatie). -Als er geen gezichten in het beeld herkend worden, kiest de camera automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. Als het onderwerp is scherpgesteld, wordt het scherpstelveld (actieve scherpstelveld) groen (maximaal negen velden). • Zie “Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector” (A53) voor meer informatie over de flitsstand (A54), zelfontspanner (A56), macro-stand (A57) en belichtingscorrectie (A58). • Zie het opnamemenu (onder) voor meer informatie over functies die ingesteld kunnen worden met de d knop.
Beschikbare opties in het opnamemenu (A (Automatische) stand) In de A (automatische) stand kunnen de volgende instellingen gewijzigd worden.
Opnamemenu Beeldmodus Witbalans Continu ISO-waarde AF-veldstand Autofocus-stand
Weergave van het opnamescherm A (automatische) stand M d knop M A tab (A11) Optie Beeldmodus
Beschrijving
A
Hiermee kunt u de combinatie van het gebruikte beeldformaat en de gebruikte beeldkwaliteit selecteren bij het opslaan van 61 afbeeldingen (A61). De standaardinstelling is P 4608×3456. Deze instelling wordt ook toegepast op andere opnamestanden.
51
A (Automatische) stand Beschrijving
A
Witbalans
Stel de kleuren van de foto in op natuurlijke kleuren. Hoewel u voor de meeste soorten licht Automatisch (standaardinstelling) kunt gebruiken, kunt u voor het beste resultaat ook de witbalans voor de lucht of een bepaalde lichtbron instellen als de standaardinstelling onvoldoende resultaat oplevert. • Als de witbalans niet is ingesteld op Automatisch of Flitser, zet de flitser (A54) dan op W (uit).
E34
Continu
Kies de stand die gebruikt worden om een reeks foto's te maken van Enkelvoudig, Continu H, Continu L, BSS (A43) en Multi-shot 16. De standaardinstelling is Enkelvoudig (d.w.z. er wordt slechts 1 foto tegelijk gemaakt). Wanneer de camera is ingesteld op Continu H kunnen er maximaal drie foto's worden genomen met een snelheid van 7,1 beelden per seconde als de ontspanknop volledig is ingedrukt (als de beeldstand is ingesteld op Q 4608×3456).
E36
ISO-waarde
Met een hogere ISO-gevoeligheid kunt u donkere onderwerpen fotograferen. Bovendien kunt u nu zelfs van onderwerpen met vergelijkbare helderheid foto's maken met kortere sluitertijden, waarbij onscherpte veroorzaakt door cameratrilling en beweging van het onderwerp kunnen worden gereduceerd. Indien ingesteld op Automatisch (standaardinstelling), stelt de camera de ISO-gevoeligheid automatisch in. Als de ISO-gevoeligheid automatisch verhoogd is als Automatisch geselecteerd is, wordt E (A28) op het opnamescherm weergegeven.
E37
AF-veldstand
Hiermee kunt u vaststellen hoe de camera het scherpstelveld voor autofocus selecteert in de stand Gezichtprioriteit (standaardinstelling), Automatisch, Handmatig, Centrum of Onderwerp volgen.
E38
Het is mogelijk Enkelvoudige AF (standaardinstelling) te selecteren voor de aanpassing van de scherpstelling als de ontspanknop half ingedrukt is en zelfs Fulltime-AF voor de Autofocus-stand aanpassing van de scherpstelling als de ontspanknop niet half ingedrukt is. U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen.
E41
Optie
Opnamefuncties
C 52
Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden
Deze functies kunnen wellicht niet gebruikt worden in combinatie met sommige andere functies (A63).
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector Druk op de multi-selector H (m), J (n), I (D) of K (o) tijdens het fotograferen om de volgende functies te gebruiken. m Flitsstand (A54) o Belichtingscompensatie (A58)
n Zelfontspanner (A56)
D Macro-stand (A57)
Beschikbare functies
Functie
Eenvoudige Onder- Speciale autostand werp effecten
Slim portret
A (Automatisch)
m
Flitsstand (A54)
w
w
w
w
n
Zelfontspanner (A56)
w
w
w
w
D
Macro-stand (A57)
w
-
w
o
Belichtingscompensatie (A58)
w
w
w
w
*
Opnamefuncties
De beschikbare functies verschillen per opnamestand. • Zie “Standaardinstellingen” (A59) voor meer informatie over de standaardinstellingen in elke opnamestand.
* De instelling verschilt per onderwerpstand of per speciaal effect. Zie “Standaardinstellingen” (A59) voor meer informatie.
53
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Flitsstanden (de flitser gebruiken) U kunt een flitsstand kiezen die het best past bij de opnameomstandigheden.
1
Druk op H (flitsstand m) op de multi-selector.
2
Druk op de multi-selector om de gewenste stand te selecteren en druk op de k knop.
Opnamefuncties
• Zie “Beschikbare flitserstanden” (A55) voor meer informatie. • Als de k knop niet binnen een paar seconden wordt ingedrukt, wordt de selectie geannuleerd. • Als u U (automatisch) instelt, wordt alleen D gedurende een paar seconden weergegeven, ongeacht de Foto-informatie instellingen (A94).
3
Flits-stand
Kadreer het onderwerp en maak de foto. • Het flitserlampje geeft de status van de flitser aan wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. - Aan: De flitser treedt in werking als u de ontspanknop volledig indrukt. - Knippert: De flitser is aan het laden. De camera kan geen foto's maken. - Uit: De flitser werkt niet wanneer de foto wordt gemaakt. • Als de batterij bijna leeg is, gaat de monitor uit terwijl de flitser wordt opgeladen.
C 54
Effectief bereik van de flitser
De flitser heeft een bereik van ongeveer 0,3 tot 3,5 m voor de groothoekstand en ongeveer 0,5 tot 2,2 voor de telezoomstand (als ISO-waarde is ingesteld op Automatisch).
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Beschikbare flitserstanden U
Automatisch Bij weinig licht wordt automatisch de flitser gebruikt.
V
Autom. met rode-ogenred. Zeer geschikt voor portretten. Vermindert rode ogen in flitsfoto's.
W
Uit De flitser treedt niet in werking. Het gebruik van een statief wordt aanbevolen om de camera te stabiliseren bij opnames in een donkere omgeving.
X
Invulflits De flitser treedt in werking zodra u een foto maakt, ongeacht de helderheid van het onderwerp. Gebruik deze stand om schaduwen en onderwerpen met tegenlicht “in te vullen” (te verlichten). Lange sluitertijd De stand automatisch flitsen wordt gecombineerd met een lange sluitertijd. Geschikt voor portretten van personen die in het donker of bij weinig licht worden gemaakt. De flitser verlicht het hoofdonderwerp. De lange sluitertijd wordt gebruikt om de achtergrond vast te leggen.
C
Opnamefuncties
Y
Flitsstandinstelling
• De instelling verschilt per opnamestand. Zie “Beschikbare functies” (A 53) en “Standaardinstellingen” (A 59) voor meer informatie. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63). • De gewijzigde flitsstandinstelling die wordt toegepast in de A (automatische) stand, blijft in het geheugen van de camera opgeslagen, ook nadat de camera wordt uitgeschakeld.
C
Automatisch met rode-ogenreductie
Deze camera heeft een functie voor geavanceerde rode-ogenreductie (“In-Camera Red-Eye Fix”). Voordat de hoofdflits afgaat, geeft de flitser eerst een paar zwakke flitsen af waardoor het rodeogeneffect wordt onderdrukt. Als de camera rode ogen detecteert zodra de foto is genomen, wordt het beeld in de camera bewerkt door Nikon's geavanceerde rode-ogencorrectie voordat dit wordt opgeslagen. Let op het volgende wanneer u foto's maakt: • Omdat de camera enkele voorflitsen afgeeft, is er een kleine vertraging tussen het moment waarop de ontspanknop wordt ingedrukt en het moment waarop de eigenlijke foto wordt gemaakt. • De tijd vereist om de foto op te slaan, neemt iets toe. • Deze geavanceerde rode-ogenreductie zal in sommige situaties niet het gewenste resultaat opleveren. • In sporadische gevallen zullen ook andere gebieden dan alleen rode ogen door de camera worden nabewerkt. Gebruik in zo’n geval een andere flitsstand en probeer het opnieuw.
55
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Zelfontspanner gebruiken De zelfontspanner is geschikt voor het maken van groepfoto's en het reduceren van trillingen als de ontspanknop wordt ingedrukt. Bij gebruik van de zelfontspanner wordt een statief aanbevolen. Stel Vibratiereductie in het setup-menu (A94) in op Uit wanneer gebruik wordt gemaakt van een statief om de camera te stabiliseren.
1
Druk op J (n zelfontspanner) op de multiselector.
2
Druk op de multi-selector H of I om 10s of 2s te selecteren en druk op de k knop.
Opnamefuncties
• 10s (tien seconden): geschikt voor groepfoto's. • 2s (twee seconden): geschikt voor het voorkomen van cameratrilling. Zelfontspanner • Als de opnamestand is ingesteld op Dierenportret in onderwerpstand, wordt Y (Dierenp. autom. ontsp.) weergegeven (A46). De zelfontspanner 10s en 2s zijn niet beschikbaar. • De geselecteerde zelfontspannerstand wordt weergegeven. • Als de k knop niet binnen een paar seconden wordt ingedrukt, wordt de selectie geannuleerd.
3
Kadreer het onderwerp en druk de ontspanknop half in. • De scherpstelling en belichting worden ingesteld.
4
Druk de ontspanknop helemaal in. • De zelfontspanner wordt gestart en het aantal seconden tot de opname wordt weergegeven. Het zelfontspannerlampje knippert terwijl de timer aftelt. Ongeveer 1 seconde voordat de sluiter wordt ontspannen, gaat het lampje continu branden. • Nadat het ontspannen van de sluiter, schakelt de zelfontspanner OFF. • Als u de zelfontspanner wilt stoppen voordat de foto is genomen, drukt u nogmaals op de ontspanknop.
56
9
1/250
F3.9
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Macro-stand gebruiken Als de macro-stand wordt gebruikt, kan de camera scherpstellen tot op een afstand van ca. 1 cm tot het objectief. Deze functie is handig voor het maken van close-up foto's van bloemen en andere kleine onderwerpen.
1
Druk op I (p macro-stand) op de multiselector.
2
Druk op de multi-selector H of I om ON te selecteren en druk op de k knop.
Macro-stand
3
Gebruik de zoomknop om de zoomfactor in te stellen op een positie waarbij F en de zoomaanduiding groen oplichten.
Opnamefuncties
• Het pictogram macro-stand F wordt weergegeven. • Als de k knop niet binnen een paar seconden wordt ingedrukt, wordt de selectie geannuleerd.
• Hoe dicht u het onderwerp bij het fotograferen kunt benaderen, hangt af van de zoomfactor. Als de zoomfactor is ingesteld op een positie waarbij F en de zoomaanduiding groen oplichten, kan de camera scherpstellen op onderwerpen tot op een afstand van ca. 10 cm tot het objectief. In de middenstand tussen de max. zoom stand en het K pictogram kan de camera scherpstellen op voorwerpen tot op een afstand van circa 1 cm vanaf het objectief.
B
Opmerking over het gebruik van de flitser
De flitser kan onderwerpen op minder dan 50 cm afstand mogelijk niet geheel uitlichten.
C
Autofocus
C
Macro-standinstelling
Als de macro-stand in de stand A (automatische) stand wordt gebruikt, kunt u scherpstellen zonder de ontspanknop half in te drukken door de Autofocus-stand in het opnamemenu (A51) in te stellen op Fulltime-AF. Bij gebruik van andere opnamestanden wordt Fulltime-AF automatisch ingeschakeld zodra de macro-stand wordt gekozen. U kunt het geluid van het scherpstellen van de camera horen. • De macro-stand kan niet worden gebruikt wanneer bepaalde opnamestanden worden gebruikt. Zie “Beschikbare functies” (A 53) en “Standaardinstellingen” (A 59) voor meer informatie. • De gewijzigde macro-standinstelling die wordt toegepast in de A (automatische) stand, blijft in het geheugen van de camera opgeslagen, ook nadat de camera wordt uitgeschakeld.
57
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Belichtingscorrectie (helderheid instellen) Door de belichtingscorrectie bij het maken van foto's aan te passen, kunt u de helderheid van het complete beeld aanpassen.
1
Druk op K (o belichtingscorrectie) op de multi-selector.
2
Druk op de multi-selector H of I om een correctiewaarde te selecteren. • Om het beeld lichter te maken, past u een positieve (+) belichtingscorrectie toe. • Om het beeld donkerder te maken, past u een negatieve (–) belichtingscorrectie toe.
Belichtingscompensatie
Opnamefuncties
Belichtingscorrectiewaarde
3
Druk op de k knop. • Als u niet binnen een paar seconden op de k knop drukt, wordt de selectie ingesteld en verdwijnt het instelmenu. • Zelfs als de ontspanknop wordt ingedrukt zonder dat de k knop wordt ingedrukt, kan een foto worden gemaakt met de gekozen correctiewaarde. • Wanneer een andere belichtingscorrectiewaarde dan 0.0 wordt toegepast, wordt de waarde op de monitor aangeduid met het H pictogram.
4
Druk op de ontspanknop om een foto te maken. • Om de belichtingscorrectie uit te schakelen, gaat u terug naar stap 1 en verandert u de waarde in 0.0. 29m 0s 1342
C
58
Belichtingscorrectiewaarde
• De gewijzigde belichtingscorrectiewaarde die wordt toegepast in de A (automatische) stand, blijft in het geheugen van de camera opgeslagen, ook nadat de camera wordt uitgeschakeld. • Als voor de opnamestand de onderwerpstand Vuurwerk (A43) is gekozen, kan de belichtingscorrectie niet worden gebruikt.
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
Standaardinstellingen De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder beschreven. • Op de volgende pagina staat vergelijkbare informatie over de opnamestand. Flitsstand (A54)
Opnamestand
2 3 4
Macro-stand (A57)
Belichtingscompensatie (A58)
G (Eenvoudige autostand) (A38)
U1
OFF
OFF2
0.0
Speciale effecten (A47)
W
OFF
OFF
0.0
F (Slim portret) (A49)
U3
OFF4
OFF2
0.0
A (Autostand) (A51)
U
OFF
OFF
0.0
U (automatisch) en W (uit) kunnen worden geselecteerd. Als U (auto) geselecteerd wordt, kiest de camera de meest optimale flitsstand voor het onderwerp dat de camera automatisch heeft gekozen. Deze instelling kan niet worden gewijzigd. Kan niet worden gebruikt als Knipperdetectie is ingesteld op Aan. Kan niet worden ingesteld als Glimlachtimer is ingesteld op Uit.
Opnamefuncties
1
Zelfontspanner stand (A56)
• De instelling die wordt toegepast in de A (automatische) stand, blijft in het geheugen van de camera opgeslagen, ook nadat de camera wordt uitgeschakeld (behalve bij de zelfontspanner).
59
Functies die ingesteld kunnen worden met de multi-selector
De standaardinstellingen voor elke opnamestand worden hieronder beschreven. Flitsstand (A54)
Opnamefuncties 1 2 3 4 5 6
Macro-stand (A57)
Belichtingscompensatie (A58)
b (A40)
V
OFF
OFF1
0.0
c (A40)
W1
OFF
OFF1
0.0
d (A40)
W1
OFF1
OFF1
0.0
e (A41)
V2
OFF
OFF1
0.0
f (A41)
V3
OFF
OFF1
0.0
Z (A41)
U
OFF
OFF1
0.0
z (A41)
U
OFF
OFF1
0.0
h (A41)
W1
OFF
OFF1
0.0
i (A42)
W1
OFF
OFF1
0.0
j (A42)
W1
OFF
OFF1
0.0
k (A42)
W
OFF
ON1
0.0
u (A43)
W1
OFF
ON1
0.0
l (A43)
W1
OFF
OFF
0.0
m (A43)
W1
OFF1
OFF1
0.01
n (A43)
W
OFF
OFF
0.0
o (A44)
X/W4
OFF
OFF1
0.0
p (A45)
W5
OFF5
OFF5
0.0
O (A46)
W1
Y6
OFF
0.0
C (A46)
W
OFF
OFF
0.0
Deze instelling kan niet worden gewijzigd. Deze instelling kan niet worden gewijzigd. De flitsstandinstelling is vast ingesteld op een invulflits met trage synchronisatie en rode-ogenreductie. Schakelt mogelijk over naar trage synchronisatie met rode-ogenreductie als flitsstand. Wanneer HDR wordt ingesteld op Uit, is de flitsstand vast ingesteld op X (invulflits). Wanneer HDR wordt ingesteld op Aan, is de flitsstand vast ingesteld op W (uit). Deze instelling kan niet worden gewijzigd wanneer Eenvoudig panorama wordt gebruikt. De zelfontspanner is niet beschikbaar. Dierenportret automatisch ontspannen (A46) kan worden ingesteld op aan of uit.
C 60
Zelfontspanner stand (A56)
Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden
Deze functies kunnen wellicht niet gebruikt worden in combinatie met sommige andere functies (A63).
Beeldformaat wijzigen (beeldstand) Weergave van het opnamescherm M d knop (A11) M Opnamemenu M Beeldmodus
Gebruik de Beeldmodus instelling in het opnamemenu om de gebruikte combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit (compressiewaarde) te selecteren voor het opslaan van beelden. Selecteer de beeldstand die het meest geschikt is voor de manier waarop de beelden worden gebruikt en de capaciteit van het interne geheugen of de geheugenkaart. Hoe hoger de beeldstandinstelling, hoe groter het formaat waarmee de beelden afgedrukt of weergegeven kunnen worden zonder dat deze korrelig worden, maar hoe meer geheugenruimte hiervoor vereist is.
Beeldstandinstellingen (beeldformaat en beeldkwaliteit) Optie*
Beschrijving
P 4608×3456 (standaardinstelling) I 4000×3000
Goede balans tussen bestandsformaat en beeldkwaliteit, geschikt voor de meeste situaties. De compressieverhouding is ongeveer 1:8.
Opnamefuncties
Beelden hebben een hogere kwaliteit dan P. De compressieverQ 4608×3456P houding is ongeveer 1:4.
R 3264×2448 L 2592×1944 M 2048×1536
Kleiner formaat dan P, I, R of L en derhalve kunnen meer beelden worden opgeslagen. De compressieverhouding is ongeveer 1:8.
N 1024×768
Geschikt voor weergave op een computermonitor. De compressieverhouding is ongeveer 1:8.
O 640×480
Geschikt voor weergave op een televisie met een beeldverhouding van 4:3 resp. voor gebruik als e-mailbijlage. De compressieverhouding is ongeveer 1:8.
g 4608×2592
Er kunnen beelden met een beeldverhouding van 16:9 worden gemaakt. De compressieverhouding is ongeveer 1:8.
* Het totale aantal pixels en het aantal pixels horizontaal en verticaal. Voorbeeld: Q 4608×3456 = 16 megapixels, 4.608×3.456 pixels
Het pictogram voor de actuele instelling wordt op de monitor weergegeven in de opname- en weergavestand (A6, 8).
C
Beeldstandinstelling
• De instelling wordt ook toegepast in andere opnamestanden. • De functie kan niet tegelijk worden gebruikt met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
61
Beeldformaat wijzigen (beeldstand)
C
Aantal resterende opnames
In de onderstaande tabel ziet u hoeveel foto’s er ongeveer kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen of op een geheugenkaart van 4 GB. Let op: vanwege de JPEG-compressie hangt het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen af van de compositie van de foto. Het aantal is bovendien afhankelijk van het merk van de geheugenkaart, zelfs bij gelijke capaciteit. Beeldstand
Opnamefuncties
62
2
Geheugenkaart1 (4 GB)
Afdrukformaat2 (cm)
Q 4608×3456P
10
490
P 4608×3456
21
970
39 × 29
I 4000×3000
28
1.280
34 × 25
R 3264×2448
42
1.910
28 × 21
L 2592×1944
65
2.940
22 × 16
M 2048×1536
102
4.640
17 × 13
N 1024×768
334
15.000
9×7
O 640×480
593
24.100
5×4
28
1.290
39 × 22
g 4608×2592 1
Intern geheugen (circa 83 MB)
39 × 29
Als het aantal resterende opnames 10.000 of meer is, is het weergegeven aantal resterende opnames “9999”. Afdrukformaat bij een uitgangsresolutie van 300 dpi. De printformaten worden berekend door het aantal pixels te delen door de printerresolutie (dpi) en te vermenigvuldigen met 2,54 cm. Bij hetzelfde beeldformaat worden foto’s die worden afgedrukt met een hogere resolutie echter kleiner afgedrukt dan het aangegeven formaat, terwijl foto’s die worden afgedrukt met een lagere resolutie groter worden afgedrukt dan het aangegeven formaat.
Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden Sommige opname-instellingen kunnen niet in combinatie met andere functies gebruikt worden. Beperkte functie
Beschrijvingen
Continu (A52)
Als continu voor de opname wordt gebruikt, kan de flitser niet gebruikt worden.
Knipperdetectie (A50)
Als Knipperdetectie is ingesteld op Aan, kan de flitser niet gebruikt worden.
Smile timer (A50)
Als Smile timer voor de opname wordt gebruikt, kan de zelfontspanner niet gebruikt worden.
AF-veldstand (A52)
Als Onderwerp volgen voor de opname wordt gebruikt, kan de zelfontspanner niet gebruikt worden.
Macro-stand
AF-veldstand (A52)
Als Onderwerp volgen voor de opname wordt gebruikt, kan de macro-stand niet gebruikt worden.
Beeldmodus
Continu (A52)
Als Multi-shot 16 voor de opname wordt gebruikt, is de instelling vast ingesteld op L (beeldformaat: 2.560×1.920 pixels).
Continu
Zelfontspanner (A56)
Als de zelfontspanner wordt gebruikt, is de instelling vast ingesteld op Enkelvoudig.
ISO-waarde
Continu (A52)
• Wanneer Continu L wordt gebruikt, kan de ISOwaarde niet worden ingesteld op 3200. Wanneer Continu L wordt geselecteerd wanneer de ISOwaarde is ingesteld op 3200, wordt deze waarde automatisch gewijzigd naar 1600. • Als Multi-shot 16 voor de opname wordt gebruikt, wordt de ISO-waarde automatisch gespecificeerd aan de hand van de helderheid.
Autofocus-stand
AF-veldstand (A52)
Als Gezichtprioriteit voor de opname wordt gebruikt, wordt Autofocus-stand vast ingesteld op Enkelvoudige AF.
Continu (A52)
Als Continu H, Continu L of BSS voor de opname wordt gebruikt, kan het afdrukken van de datum niet gebruikt worden.
Knipperdetectie (A50)
Als Knipperdetectie is ingesteld voor Aan voor de opname, kan het afdrukken van de datum niet gebruikt worden.
Continu (A52)
Als Multi-shot 16 voor de opname wordt gebruikt, wordt Bewegingsdetectie uitgeschakeld.
ISO-waarde (A52)
Als de ISO-waarde vast is ingesteld op een instelling anders dan Automatisch, is Bewegingsdetectie gedeactiveerd.
Flitsstand
Zelfontspanner
Datumstempel
Bewegingsdetectie
Opnamefuncties
Optie
63
Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden Beperkte functie
Geluidsinstellingen
Knipperwaarsch.
Optie
Beschrijvingen
Continu (A52)
Als continu voor de opname wordt gebruikt, wordt het sluitergeluid uitgeschakeld.
Glimlachtimer (A50)
Als Glimlachtimer is ingesteld op Aan, wordt het sluitergeluid uitgeschakeld.
Continu (A52)
Als continu voor de opname wordt gebruikt, wordt de knipperwaarschuwing uitgeschakeld.
AF-veldstand (A52)
Als Onderwerp volgen voor de opname wordt gebruikt, kan de digitale zoom niet gebruikt worden.
Continu (A52)
Als Multi-shot 16 voor de opname wordt gebruikt, kan de digitale zoom niet gebruikt worden.
Digitale zoom
Opnamefuncties
B 64
Opmerking over digitale zoom
• Afhankelijk van de opnamestand is de digital zoom niet beschikbaar. • Als digitale zoom wordt gebruikt, stelt de camera scherp in het midden van het kader.
Gezichtsdetectie gebruiken In de volgende opnamestanden gebruikt de camera gezichtsdetectie om automatisch scherp te stellen op gezichten. Als meer dan één gezicht wordt herkend, wordt een dubbele rand weergegeven om het gezicht waarop de camera scherpstelt en enkele randen om de andere gezichten. Opnamestand G (Eenvoudige autostand) (A38) A (Autostand) (AF-veldstand (A51) is Gezichtprioriteit) Portret, Nachtportret onderwerpstand (A39)
Aantal gezichten die herkend kunnen worden
29m 0s 1342
Scherpstelveld (dubbele rand)
Het gezicht dat het dichtst bij de camera is
Maximaal 3
Het gezicht dat het dichtst bij het midden van het beeld is
Slim portret stand (A49)
• Als de G (eenvoudige automatische) stand is geselecteerd, verandert het scherpstelveld, afhankelijk van het onderwerp dat de camera automatisch selecteert. • Als Gezichtprioriteit wordt gebruikt en u de ontspanknop half indrukt terwijl geen gezichten herkend worden, selecteert de camera automatisch één of meer van de negen scherpstelvelden met daarin het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. • Als de camera geen gezichten herkent als u de ontspanknop half indrukt in Portret of Nachtportret onderwerpstand of de stand slim portret, zal de camera scherpstellen op het onderwerp in het midden van het beeld.
B
Opnamefuncties
Maximaal 12
Opmerkingen over gezichtsdetectie
• Of de camera gezichten herkent, hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld of het gezicht van de persoon naar de camera is gericht. In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten herkennen: - Als een gezicht deels verscholen gaat achter een zonnebril of een ander voorwerp - Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld • Als het kader meer dan één gezicht bevat, zijn de door de camera herkende gezichten en het gezicht waarop de camera scherpstelt afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de richting waarin het onderwerp kijkt. • In sommige gevallen, zoals beschreven onder “Autofocus” (A31), kan het gebeuren dat het onderwerp niet scherpgesteld is, zelfs als wordt de dubbele rand groen. Als de camera niet scherpstelt, gebruikt u “Scherpstelvergrendeling” (A 67).
C
Foto's met gezichtsdetectie bekijken
• Tijdens de weergave draait de camera foto's automatisch, afhankelijk van de richting waarin de gezichten kijken tijdens de opname. (Foto's die gemaakt zijn met Continu (A52) worden niet gedraaid.) • Als ingezoomd wordt op een foto in schermvullende weergave door op de zoomknop g (i) te drukken, wordt de foto vergroot in het midden van het gezicht dat tijdens de opname herkend is (A33). (Foto's die gemaakt zijn met Continu (A52) worden niet weergegeven.)
65
Huid verzachten gebruiken In de volgende stand herkent de camera maximaal drie gezichten terwijl de sluiter ontspant en bewerkt de camera de foto om de huidtint van de gezichten te verzachten voordat de foto wordt opgeslagen. • G (eenvoudige automatische) stand (A38) • Portret (A40) of Nachtportret (A41) in onderwerpstand • Stand slim portret (A49) Huid verzachten in Glamour-retouchering (A71) kan ook worden toegepast op foto's die zijn opgeslagen, zelfs na het fotograferen.
Opnamefuncties
B
66
Opmerkingen over huid verzachten
• Het kan langer duren om de foto's op te slaan. • Onder bepaalde omstandigheden kunnen de gewenste resultaten niet bereikt worden en kan huid verzachten toegepast worden op delen van de foto zonder gezichten. Indien niet de gewenste resultaten verkregen worden, selecteer een andere opnamestand of stel Huid verzachten in op Uit als de stand slim portret wordt gebruikt en probeer de opname opnieuw te maken. • De mate van huid verzachten kan niet worden aangepast bij de opname in G (eenvoudige automatische) stand, of onderwerpstand Portret of Nachtportret.
Scherpstelvergrendeling Als centrum is geselecteerd voor de AF-veldstand, gebruik dan de scherpstelvergrendeling om scherp te stellen op een onderwerp dat zich niet in het midden van het beeld bevindt. Als Centrum is geselecteerd voor AF-veldstand voor het opnamemenu (A51) in de A (automatische) stand en u wilt scherpstellen op een onderwerp dat zich niet in het midden van het beeld bevindt, gebruik dan de scherpstelvergrendeling zoals hieronder beschreven.
1
Posiitoneer het onderwerp in het midden van het beeld.
29m 0s
2
Druk de ontspanknop half in. • De scherpstelling wordt vergrendeld en het scherpstelveld licht groen op. • De belichting wordt eveneens vergrendeld.
3
1/250
F3.9
1/250
F3.9
Opnamefuncties
1342
Blijf de ontspanknop half ingedrukt houden en pas de kadrering aan. • De afstand tussen de camera en het onderwerp moet hierbij hetzelfde blijven.
4
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
67
68
Weergavefuncties In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe bepaalde soorten foto's geselecteerd kunnen worden voor weergave en wat de beschikbare functies zijn tijdens de weergave van foto's.
15/11/2011 15:30 0004.JPG
Automatisch sorteren 4ޓ132 132 132
4ޓ132 132 132
Weergavefuncties
Weergavemenu 15/11/2011 15:30 0004.JPG
Snel retoucheren D-Lighting Glamour-retouchering Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
69
Weergavefuncties
Bepaalde soorten foto's selecteren om weer te geven De weergavestand kan gewijzigd worden op basis van het type beelden dat u wilt weergeven.
Beschikbare weergavestanden c Afspelen
A32
Alle beelden worden weergegeven zonder beeldtypen te selecteren. Als u van opnamestand naar weergavestand wisselt, wordt deze stand geselecteerd.
E9
h Favoriete beelden
Geef alleen de aan een album toegevoegde beelden weer. Voordat er naar deze stand gewisseld wordt, moeten beelden aan de albummap worden toegevoegd (A72, E9).
E12
F Automatisch sorteren De gemaakte beelden worden automatisch gesorteerd in categorieën zoals portret, landschap en films. Alleen beelden van dezelfde categorie worden weergegeven.
E14
C Sorteer op datum Alleen beelden van dezelfde datum worden weergegeven.
Wisselen tussen weergavestanden Weergavefuncties
1
Druk bij het weergeven van beelden op de c knop. • Het scherm voor het selecteren van de weergavestand (het menu met weergavestanden) wordt weergegeven.
2
Druk op de multi-selector H of I om een stand te selecteren en druk vervolgens op de k knop. • Als u Afspelen selecteert, wordt het weergavescherm Automatisch sorteren weergegeven. • Als u een andere stand dan Afspelen selecteert, dan wordt het selectiescherm voor favoriete beelden, automatisch sorteren of sorteer op datum weergegeven. • Druk op de c knop om naar de huidige weergavestand terug te keren, zonder van weergavestand te wisselen.
3
70
Selecteer een album, een categorie of opnamedatum en druk vervolgens op de c knop. • h Zie “Stand favoriete beelden” (E9) voor meer informatie. • F Zie “Stand automatisch sorteren” (E12) voor meer informatie. • C Zie “Stand sorteer op datum” (E14) voor meer informatie. • Herhaal de bewerking vanaf stap 1 om opnieuw favoriete beelden, automatisch sorteren of sorteer op datum te selecteren.
Portretten
Andere onderwerpen
Stand automatisch sorteren
Beschikbare functies in de weergavestand (weergavemenu) Als foto's worden bekeken in de schermvullende weergave of miniatuurweergave, kunt u de volgende functies configureren door op de d knop te drukken om het menu te openen en vervolgens de c tab, h tab, F tab of C tab (A11) te selecteren. Optie
Weergavemenu Snel retoucheren D-Lighting Glamour-retouchering Filtereffecten Afdrukopdracht Diashow Beveiligen
Beschrijving
A E17
I D-Lighting1
Kan worden gebruikt om kopieën te maken met een verbeterde helderheid en contrast, waardoor donkere gedeeltes van een foto lichter worden.
E17
s Glamourretouchering1
Maak huidtinten van gezichten zachter en laat gezichten E18 kleiner uitzien met grotere ogen.
p Filtereffecten1
Meerdere effecten toepassen m.b.v. digitaal filter. De beschikbare effecten zijn Kleuropties, Zacht, Selectieve kleur, Ster, Fisheye, Miniatuureffect en Waas verwijderen.
E19
a Afdrukopdracht
Als een printer word gebruikt om foto's af te drukken die op een geheugenkaart zijn opgeslagen, kan de printopdrachtfunctie worden gebruikt om te selecteren welke foto's afgedrukt moeten worden en hoeveel afdrukken gemaakt moeten worden.
E42
b Diashow2
Bekijk de foto’s in het interne geheugen of op een geheugenkaart in een automatische diashow.
E45
d Beveiligen2
Geselecteerde foto’s tegen ongewild wissen beveiligen.
E46
f Beeld draaien
Geef aan in welke richting de opgeslagen foto's in de weergavestand getoond moeten worden.
E48
g Kleine afbeelding1
Maak een kleine afbeelding van de gemaakte foto's. Deze functie is handig om kopieën te maken voor websites of E20 e-mailbijlagen.
E Spraakmemo
Gebruik de microfoon van de camera om spraakmemo's op te nemen en voeg ze als bijlage toe aan een foto. Spraakmemo's kunnen ook afgespeeld of gewist worden.
E49
h Kopiëren3
Kopieer foto’s tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
E50
2
Weergavefuncties
k Snel retoucheren1
Maak geretoucheerde foto’s waarin contrast en verzadiging zijn verhoogd.
71
Beschikbare functies in de weergavestand (weergavemenu)
1
2
3 4
Weergavefuncties
72
5 6
Optie
Beschrijving
A
C Reeksweergaveopties
Geef een reeks foto's die met met continu-opname zijn gemaakt weer of geef alleen de hoofdfoto van een reeks weer.
E51
x Kies hoofdfoto4
Wijzig de hoofdfoto van de reeks foto's die met continuopname zijn gemaakt (Foto's in een reeks E7).
E51
h Favoriete beelden5
Foto's selecteren en aan een album toevoegen.
E9
h Verwijderen uit favor.6
Verwijder een foto uit een album.
E10
Deze functie wordt gebruikt om de geselecteerde foto te bewerken en op te slaan als een apart bestand, naast het originele bestand. Foto's gemaakt met een Beeldmodus (A61) of g 4608×2592, foto's gemaakt met eenvoudig panorama en films kunnen niet bewerkt worden (E15, E16). Bewerkte foto's kunnen soms niet geretoucheerd worden (E16). Druk in de stand sorteer op datum op de d knop in het datumsorteervenster (E14) om dezelfde instelling te gebruiken voor alle foto's die op de geselecteerde datum gemaakt zijn. De functie wordt niet geselecteerd in de Favoriete foto's stand, de Automatisch sorteren stand of de Stand sorteer op datum. Als deze instelling wordt gebruikt, selecteer dan de gewenste reeks voordat het menu wordt weergegeven. Deze optie wordt niet weergegeven in de stand favoriete beelden. Deze optie wordt alleen weergegeven in de stand favoriete beelden.
Zie “Foto's bewerken” (E15) en “Weergavemenu” (E42) in het referentiegedeelte voor meer informatie over elke functie.
Camera aansluiten op een tv, computer of printer U kunt meer plezier hebben van foto's en films door de camera aan te sluiten op een tv, computer of printer. • Voordat de camera op een extern apparaat wordt aangesloten, moet u controleren of het batterijniveau voldoende is en moet u de camera uitzetten. Zie voor informatie over aansluitmethodes en procedures de documentatie die bij het externe apparaat hoort.
HDMI-mini-aansluiting (type C) USB/AV-uit-aansluiting Steek de stekker recht in het apparaat. Het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf openen (A18) Foto's op een tv bekijken
E22
Foto's bekijken en beheren op een computer
A74
Als u foto's kopieert naar een computer, kunt u foto's retoucheren, fotogegevens beheren en foto's en films bekijken en afspelen. Aansluitmethode: Sluit de camera aan op de USB-aansluiting van de computer met de bijgeleverde USB-kabel UC-E6. • Installeer eerst ViewNX 2 op de computer met behulp van de meegeleverde ViewNX 2 Installer CD (ViewNX 2 installatie-cd), voordat u de camera op een computer aansluit. Zie A76 voor meer informatie over de ViewNX 2 Installer CD (ViewNX 2 installatie-cd) en het kopiëren van beelden naar een computer. Foto's afdrukken zonder computer
Weergavefuncties
U kunt foto's en films die gemaakt zijn met de camera op een tv bekijken. Aansluitmethode: Sluit de video- en audiostekkers van de meegeleverde AV-kabel EG-CP16 aan op de aansluitingen van de tv. Of sluit een apart verkrijgbare HDMI-kabel (type C) aan op de HDMI-aansluiting van de tv.
E24
Als u de camera op een PictBridge-compatibele printer aansluit, kunt u foto's afdrukken zonder een computer te gebruiken. Aansluitmethode: Sluit de camera rechtstreeks op de USB-aansluiting van de printer aan met de meegeleverde USB-kabel UC-E6.
73
ViewNX 2 gebruiken ViewNX 2 is een alles-in-één softwarepakket waarmee u foto's kunnen kopiëren, bekijken, bewerken en delen. Installeer ViewNX 2 met behulp van de ViewNX 2 installatie-cd.
Uw toolbox voor beeldbewerking
ViewNX 2™
Installeren van ViewNX 2 Weergavefuncties
• Een internetaansluiting is vereist.
Compatibele besturingssystemen Windows • Windows 7 Home Basic/Home Premium/Professional/Enterprise/Ultimate • Windows Vista Home Basic/Home Premium/Business/Enterprise/Ultimate (Service Pack 2) • Windows XP Home Edition/Professional (Service Pack 3) Macintosh • Mac OS X (versie 10.5.8, 10.6.7) Raadpleeg de Nikon website voor de meest recente informatie over compatibele besturingssystemen.
1
Start de computer op en plaats de ViewNX 2 installatie-cd in het cdromstation. • Mac OS: Als het ViewNX 2 venster verschijnt, moet u dubbelklikken op het Welcome pictogram.
74
ViewNX 2 gebruiken
2
Kies een taal in het taalkeuzedialoogvenster om het installatievenster te openen. • Als de gewenste taal niet beschikbaar is, kunt u op Regiokeuze klikken om een andere regio en vervolgens de gewenste taal te kiezen (de Regiokeuze knop is niet beschikbaar in de Europese versie). • Klik op Volgend om het installatiescherm weer te geven.
3
Start het installatieprogramma.
4
Download de software. • Zodra het Software Download scherm wordt weergegeven, klik op Akkoord Begin met downloaden. • Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren.
5
Weergavefuncties
• Wij raden u aan om op Installatiehandleiding in het installatievenster te klikken om de helpinformatie over de installatie en de systeemeisen te raadplegen voordat u ViewNX 2 installeert. • Klik op Standaardinstallatie (aanbevolen) in het installatievenster.
Verlaat het installatieprogramma als het eindscherm voor installatie verschijnt. • Windows: Klik op Ja. • Mac OS: Klik op OK. De volgende software wordt geïnstalleerd: • ViewNX 2 (bestaat uit de drie onderstaande modules) - Nikon Transfer 2: Voor het kopiëren van foto's naar een computer - ViewNX 2: Voor het bekijken, bewerken en afdrukken van foto's - Nikon Movie Editor: Voor de standaard bewerking van overgespeelde films • Panorama Maker 5 (voor het maken van een panoramafoto van een reeks foto's gemaakt in de onderwerpstand Panorama-assistent) • QuickTime (alleen voor Windows)
6
Verwijder de ViewNX 2 installatie-cd uit het cd-romstation. 75
ViewNX 2 gebruiken
Foto's naar een computer kopiëren
1
Kies hoe foto's naar een computer gekopieerd worden. Kies van de onderstaande methodes: • Rechtstreekse USB-aansluiting: Schakel de camera uit en zorg dat de geheugenkaart in de camera zit. Sluit de camera aan op de computer met de bijgeleverde USB-kabel UC-E6 en zet de camera aan.
Weergavefuncties
• SD-kaartsleuf: Als uw computer een SD-kaartsleuf heeft, kan de kaart rechtstreeks in de sleuf geplaatst worden. • SD-kaartlezer: Sluit een kaartlezer (apart verkrijgbaar bij derden) aan op de computer en plaats de geheugenkaart in de lezer. Als een bericht verschijnt met de vraag om een programma te kiezen, selecteer dan Nikon Transfer 2. • Voor Windows 7 Als het dialoogvenster rechts verschijnt, moet u de onderstaande stappen volgen om Nikon Transfer 2 te selecteren. 1 Er verschijnt een programmakeuzedialoogvenster. Selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op OK. 2 Dubbelklik op Bestand importeren.
Als de geheugenkaart een groot aantal foto's bevat, kan het even duren voordat Nikon Transfer 2 wordt opgestart. Wacht totdat Nikon Transfer 2 is opgestart.
B 76
De USB-kabel aansluiten
De verbinding wordt mogelijk niet herkend als de camera via een USB-hub op de computer is aangesloten.
ViewNX 2 gebruiken
2
Kopieer de foto's naar de computer. • Bevestig de naam van de aangesloten camera of verwisselbare schijf in het “Bron” paneel van het Nikon Transfer 2 veld “Opties” (1). • Klik op Overspelen starten (2).
1
2 • Als de standaardinstellingen zijn ingesteld, worden alle foto's op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd.
3
Verbreek de verbinding.
Foto's bekijken
Weergavefuncties
• Als de camera is aangesloten op de computer, moet de camera uitgezet worden en de USB-kabel losgetrokken worden. Als u een kaartlezer of kaartsleuf gebruikt, moet u de juiste optie kiezen in het besturingssysteem van de computer om de verwisselbare schijf te verwijderen die bij de geheugenkaart hoort en vervolgens moet u de kaart uit de kaartlezer of kaartsleuf verwijderen.
Start ViewNX 2. • Foto's worden weergegeven in ViewNX 2 als het kopiëren voltooid is. • Raadpleeg de on-line helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2.
C
ViewNX 2 handmatig starten
• Windows: Dubbelklik op de ViewNX 2 snelkoppeling op het bureaublad. • Mac OS: Klik op het ViewNX 2 pictogram op het bureaublad.
77
ViewNX 2 gebruiken
Foto's retoucheren Klik op Bewerking in de ViewNX 2 werkbalk.
De beeldbewerkingsfuncties zijn o.a. tooncompensatie, scherpte instellen en bijsnijden (uitsnijden).
Films bewerken Klik op Movie Editor in de ViewNX 2 werkbalk.
De filmbewerkingsfuncties zijn o.a. het verwijderen van ongewenste scènes. Weergavefuncties
Foto's afdrukken Klik op Afdrukken in de ViewNX 2 werkbalk.
Er wordt een dialoogvenster getoond en foto's kunnen worden afgedrukt via een op de computer aangesloten printer.
78
Films opnemen en afspelen U kunt films opnemen door eenvoudig op de b (D filmopname) knop te drukken.
29m 9s 9
7m23s
Druk in de weergavestand op de k knop om een film af te spelen.
10m16s
7m42s
Films opnemen en afspelen
15/11/2011 15:30 0004.MOV
79
Films opnemen en afspelen
Films opnemen U kunt films opnemen door eenvoudig op de b (e filmopname) knop te drukken. Kleurtinten, witbalans en andere instellingen zijn bij filmopname en bij het maken van foto's hetzelfde.
1
Zet de camera aan en ga naar het opnamescherm. • Het pictogram voor de filmopties duidt het opgenomen filmtype aan. De standaardinstelling is d HD 1080pP (1920×1080) (A83). • Bij het opnemen van films is de beeldhoek (d.w.z. het zichtbare deel in het beeld) kleiner dan die bij foto's. Als Foto-informatie (A94) is ingesteld op Filmbeeld+autom. info kunt u het zichtbare deel in het beeld controleren voordat de filmopname wordt gestart. * De maximale filmduur die op de afbeelding te zien is, verschilt van de werkelijke waarde.
2
Filmoptie
29m 0s 1342
Maximale filmduur*
Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te starten.
Films opnemen en afspelen
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Scherpstelvelden worden tijdens de opname niet weergegeven. • Bij het opnemen met filmopties met een beeldverhouding van 16:9, zoals Filmopties is d HD 1080pP (1920×1080), verandert de weergave op de monitor naar een beeldverhouding van 16:9 (de film wordt opgenomen in het bereik dat rechts op het scherm wordt weergegeven). • De bij benadering resterende filmduur wordt weergegeven op de monitor. C wordt weergegeven terwijl wordt opgeslagen naar het interne geheugen. • De opname stopt automatisch zodra de max. filmduur is opgenomen.
3
Druk nogmaals op de b (e filmopname) knop om de opname te beëindigen.
B
Opmerking over films opslaan
7m23s
Nadat een film is opgenomen, wordt deze niet volledig in het interne geheugen of op de geheugenkaart opgeslagen voordat de monitor het opnamescherm weergeeft. Open het deksel van het batterijvak/ de geheugenkaartsleuf niet. Als de geheugenkaart of de batterij wordt verwijderd tijdens het opslaan van een film, kunnen gegevens verloren raken of kan de camera of geheugenkaart beschadigd raken.
C 80
Actiecontrole
Als Actieknop toewijzen in het setup-menu (A94) is ingesteld op Actiecontrole (A13), kan de opnamestand veranderd worden door actiecontrole.
Films opnemen
B
Opmerkingen over films opnemen
• Wanneer een film wordt opgeslagen op een geheugenkaart, wordt een geheugenkaart aanbevolen met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger (A21). Wanneer de overdrachtsnelheid van de kaart te langzaam is, kan de filmopname plotseling worden onderbroken. • Bij gebruik van digitale zoom zal de beeldkwaliteit afnemen. Als u een opname gaat maken zonder gebruik te maken van digitale zoom en tijdens de opname op de zoomknop g drukt, zal tot maximaal de optische zoomfactor worden ingezoomd. Laat de zoomknop los en druk nogmaals op g om de digitale zoom te activeren. Nadat het opnemen is beëindigd, wordt de digitale zoom uitgeschakeld. • Het geluid van de zoom, autofocus, vibratiereductie of diafragmaregeling als de helderheid wijzigt, kan worden opgenomen. • De volgende verschijnselen kunnen op de monitor zichtbaar zijn tijdens het opnemen van films. Deze verschijnselen worden opgeslagen in de opgenomen films. - Er kunnen strepen optreden in beelden die zijn bij tl-lampen, kwikdamplampen of natriumlampen. - Onderwerpen die snel door het beeld bewegen, bijvoorbeeld treinen of auto's, kunnen vervormd worden weergegeven. - Het gehele filmbeeld kan vervormd worden weergegeven wanneer de camera wordt bewogen. - Verlichting of andere lichte plekken kunnen resterende beelden achterlaten wanneer de camera wordt bewogen.
B
Opmerkingen over autofocus
B
Opmerkingen over de temperatuur van de camera
• Het is mogelijk dat de camera warm wordt tijdens het opnemen van films gedurende een langere tijd resp. bij gebruik van de camera in een warme omgeving. • Als de temperatuur in de camera extreem hoog wordt tijdens het opnemen van een film, stopt de opname na 30 seconden automatisch. De resterende opnametijd (B30 s) wordt op de monitor getoond. De camera wordt 5 seconden na het automatisch stopzetten van de filmopname uitgeschakeld. Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld en schakel de camera dan weer in. 7m23s
Films opnemen en afspelen
• Als Autofocus-stand (A83) in het filmmenu is ingesteld op A Enkelvoudige AF (standaardinstelling), dan is de scherpstelling vergrendeld wanneer de b (e filmopname) knop wordt ingedrukt om de filmopname te starten. • Het is mogelijk dat autofocus niet werkt zoals verwacht (A31). Mocht dit het geval zijn, probeer dan het volgende: 1. Zet de Autofocus-stand voordat u gaat opnemen in de filmstand op A Enkelvoudige AF (standaardinstelling). 2. Plaats een ander onderwerp op dezelfde afstand in het midden van het scherm. Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te starten en verander de compositie.
81
Films opnemen
C
Maximale filmduur Filmopties (A83)
Intern geheugen (ca. 83 MB)
Geheugenkaart (4 GB)*
d HD 1080pP (1920×1080)
50 s
35 min
e HD 1080p (1920×1080)
58 s
40 min
f HD 720p (1280×720) p
1 min 18 s
55 min
29 s
20 min
3 min 53 s
2 u 55 min
iFrame 540 (960×540)
g VGA (640×480)
Alle vermelde waarden zijn bij benadering. De maximale filmduur varieert per geheugenkaart en de bitrate van de film die wordt gemaakt. * De maximale lengte voor een film is 4 GB of 29 minuten, zelfs als er voldoende ruimte is op de geheugenkaart. De maximale opnametijd voor een film wordt tijdens het opnemen weergegeven.
C
Beschikbare functies in films opnemen
Films opnemen en afspelen
• De belichtingscorrectie en Witbalans instellingen in de opnamestand (A51) worden ook toegepast bij filmopname. Als de macro-stand ingeschakeld is, kunnen films of onderwerpen dichter bij de camera worden opgenomen. Bevestig de instellingen voordat de filmopname wordt gestart. • De zelfontspanner (A56) kan gebruikt worden. Als de zelfontspanner is ingesteld en de b (e filmopname) knop wordt ingedrukt, dan stelt de camera scherp op het midden van het beeld en start de filmopname na tien of twee seconden. • De flitser treedt niet in werking. • Druk op de d knop voordat u de film begint op te nemen en de e (film) tab om de filmstandinstellingen weer te geven (A83).
C
HS (High Speed) films opnemen
Als Filmopties in het filmmenu is ingesteld op k HS 240 bps (320×240), h HS 120 bps (640×480), i HS 60 bps (1280×720), of j HS 15 bps (1920×1080), kunnen films worden opgenomen die in slow motion of fast motion kunnen worden weergegeven (E54).
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
82
Films opnemen
Instellingen filmopname wijzigen (filmmenu) De volgende instellingen kunnen gewijzigd worden.
Film Filmopties Openen met HS-beelden Autofocus-stand Filmlicht Windruisreductie
Weergave van het opnamescherm M d knop M D tab (A11) Optie
Beschrijving
A
Openen met HS-beelden
Als Aan (standaardinstelling) geselecteerd is, worden er vanaf het begin van de opname slow motion of fast motion films opgenomen.
Autofocusstand
Kies hoe de camera bij het opnemen van films op normale snelheid moet scherpstellen. U kunt kiezen uit Enkelvoudige AF (standaardinstelling) waarbij de scherpstelling is vergrendeld als de filmopname begint of FulltimeE56 AF waarbij de camera continu scherpstelt tijdens de filmopname. Als Fulltime-AF is geselecteerd, kan het geluid van de scherpstelling te horen zijn tijdens de opname. Als u niet wilt dat het geluid van de scherpstelling wordt opgenomen, moet u Enkelvoudige AF kiezen.
Filmlicht
Als Aan is geselecteerd, schakel dan het filmlicht voor het maken van opnames op donkere plaatsen in. De standaardinstelling is Uit.
E56
Windruisreductie
Stel in of windgeluiden wel of niet onderdrukt moeten worden tijdens de opname. Tijdens het afspelen zijn niet alleen het windgeluid, maar ook andere geluiden moeilijk te horen. De standaardinstelling is Uit.
E56
E53
Films opnemen en afspelen
Filmopties
Selecteer het type film dat wordt opgenomen. De standaardinstelling is d HD 1080pP (1920×1080). • Films op normale snelheid: Als p iFrame 540 (960×540) geselecteerd is, kunnen films worden opgenomen in het formaat dat door Apple Inc. ondersteund wordt. • HS-films: Als k HS 240 bps (320×240), h HS 120 bps (640×480) of i HS 60 bps (1280×720) geselecteerd wordt, E52 kunnen films worden opgenomen die in slow motion worden afgespeeld. Als j HS 15 bps (1920×1080) geselecteerd is, kunnen films worden opgenomen die in fast motion worden afgespeeld. Elke keer dat de k knop wordt ingedrukt, wisselt de camera tussen filmopname met normale snelheid naar slow motion of fast motion filmopname.
83
Films afspelen
1
Druk op de c (weergave) knop om de weergavestand te kiezen.
15/11/2011 15:30 0004.MOV
• Gebruik de multi-selector om de film te selecteren. • Films zijn te herkennen aan het pictogram voor filmopties (A82, 83). 10m16s
2
Druk op de k knop en speel de film af.
Volume aanpassen
Pauzeren
Druk op de zoomknop g of f (A3) tijdens het afspelen.
Beschikbare functies tijdens afspelen Boven in de monitor worden bedieningsknoppen voor het weergeven getoond. Druk op de multi-selector J of K om een bedieningsknop te selecteren en druk vervolgens op de k knop om de geselecteerde functie uit te voeren. U kunt de volgende functies uitvoeren.
7m42s
Tijdens afspelen
Volumeaanduiding
Films opnemen en afspelen
Functie
Knop
Beschrijving
Terugspoelen
A
De film wordt teruggespoeld zolang u de k knop ingedrukt houdt.
Vooruitspoelen
B
De film wordt teruggespoeld zolang u de k knop ingedrukt houdt.
Pauze
E
In de pauzestand kunt u de volgende functies uitvoeren met de bedieningsknoppen aan de bovenzijde van de monitor. Film één beeld terugspoelen. Houd de k knop ingedrukt C om continu terug te spoelen. Film één beeld vooruitspoelen. Houd de k knop ingedrukt D om continu vooruit te spoelen. Alleen de gewenste delen uit de film knippen en deze I opslaan (E30). F
Stoppen
G
Afspelen hervatten.
Terug naar de schermvullende weergave.
Gebruik als u een film wilt wissen de schermvullende weergave (A32) of de miniatuurweergave (A33) om een film te selecteren en druk vervolgens op de l knop (A34).
B 84
Opmerking over filmweergave
Films opgenomen op andere camera's dan de COOLPIX AW100 kunnen niet worden afgespeeld.
GPS gebruiken/kaarten weergeven In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de positie-informatie met behulp van het GPS op de afbeelding wordt opgeslagen en hoe de huidige positie en de opnamelocatie op het scherm moet worden weergegeven met behulp van de interne kaartinformatie van de camera.
500km
GPS gebruiken/kaarten weergeven
85
GPS gebruiken/kaarten weergeven
GPS-gegevensopname starten Het Global Positioning System (GPS) is een navigatiesysteem op satellietbasis dat gebruik maakt van elektromagnetische golven afkomstig van een netwerk van GPS-satellieten in een baan rond de aarde. Hiermee kunnen gebruikers hun locatie overal in de wereld bepalen. Het interne GPS van de camera ontvangt signalen van de GPS-satellieten en berekent de huidige tijd en positie. Het berekenen van de positie wordt ook wel positionering genoemd. De positie-informatie (breedtegraad en lengtegraad) kan worden opgenomen op de foto's die gemaakt worden. Om het opnemen van de positie-informatie te starten, moet GPS-opties op GPSgeg. opnemen worden ingesteld. Weergave van het opnamescherm M Druk op de actieknop om een kaart weer te geven* (A13) M d knop (A11) M GPS opties M GPS-gegevens opnemen * Om de kaart weer te geven door de actieknop in te drukken, moet de Actieknop toewijzen in het setup-menu (A94) worden ingesteld op Kaart weergeven.
Indien ingesteld op Aan, worden signalen van de GPS-satelliet ontvangen en begint de positionering. • De standaardinstelling is Uit. • Bedien in de open lucht als er met het ontvangen van signalen vanaf GPSsatellieten begonnen wordt. • Stel de datum/tijd van de camera in als deze niet ingesteld is voordat de GPSfunctie (A24) gebruikt wordt. Functies zoals Log aanmaken kunnen niet worden gebruikt als de datum/tijd niet is ingesteld.
C GPS gebruiken/kaarten weergeven
86
GPS-ontvangstaanduiding en informatie bezienswaardigheid (POI)
• De GPS-ontvangst kan op het opnamescherm (A6) gecontroleerd GPS-ontvangst worden. - n: De signalen worden ontvangen van vier of meer satellieten en de positie wordt bepaald. De positie-informatie wordt op de foto opgenomen. - o: De signalen worden ontvangen van drie satellieten en de positie wordt bepaald. De positie-informatie wordt op de foto opgenomen. 29m 0s - z: De signalen worden ontvangen van één satelliet, maar positionering is niet mogelijk. De positie-informatie wordt niet op de 1342 foto opgenomen. - y: De signalen kunnen niet van de satelliet worden ontvangen en Informatie bezienswaarpositionering is niet mogelijk. De positie-informatie wordt niet op de digheid (POI) foto opgenomen. • Als POI weergeven in Informatie bezienswaardigheid (POI) van het kaartmenu (A90) is ingesteld op Aan, dan wordt de informatie van de bezienswaardigheid (POI) weergegeven. De POI-informatie geeft de namen van de dichtstbijzijnde herkenningspunten (faciliteiten) en andere gegevens weer. • “----” kan worden weergegeven, afhankelijk van het instellingsniveau in Detailleringsniveau van Informatie bezienswaardigheid (POI). Mogelijk zijn ook bepaalde namen van herkenningspunten niet geregistreerd of kan de naam van het herkenningspunt afwijken. • Om de POI-informatie op een foto op te nemen, moet POI inbedden in Informatie bezienswaardigheid (POI) op Aan worden ingesteld.
GPS-gegevensopname starten
B
Opmerkingen over GPS
C
Foto's met positie-informatie
• Het z pictogram wordt weergegeven tijdens de weergave van foto's met positie-informatie (A8). • Positie-informatie die op een foto opgenomen is, kan met ViewNX 2 op een kaart worden gecontroleerd nadat de foto op een computer gekopieerd is (A74). • De daadwerkelijke plaats van opname kan afwijken van de GPS-informatie die op de afbeeldingsbestanden is opgenomen door de nauwkeurigheid van de verkregen positie-informatie en een verschil in het gebruikte geodesiesysteem.
GPS gebruiken/kaarten weergeven
• Wanneer de positionering voor het eerst wordt uitgevoerd nadat dit ca. 2 uur niet mogelijk was of na het vervangen van de batterij, dan duurt het enkele minuten om de positie-informatie te verkrijgen. • De posities van de GPS-satellieten veranderen voortdurend. U kunt de positie mogelijk niet bepalen of dit duurt enige tijd afhankelijk van uw locatie en het tijdstip. Voor het gebruik van de GPS-functie dient de camera zo veel mogelijk in de open lucht gebruikt te worden. De signaalontvangst verloopt soepeler als de GPS-antenne (A2) omhoog gericht is. • Als de camera moet worden uitgeschakeld in een vliegtuig of ziekenhuis, stel GPS-geg. opnemen dan in op Uit. • De volgende locaties die signalen blokkeren of reflecteren, kunnen resulteren in een mislukte of onnauwkeurige positionering. - In gebouwen of kelders van gebouwen - Tussen hoge gebouwen - Onder bruggen - In tunnels - Bij hoogspanningskabels - Tussen een groep bomen - Onderwater • Het gebruik van een mobiele telefoon op een 1,5 GHz band in de buurt van deze camera kan de positionering verstoren. • Als u deze camera met u meedraagt tijdens de positionering, plaats deze dan niet in een metalen behuizing. De positionering kan niet worden uitgevoerd als de camera wordt afgedekt door metalen materialen. • Als er een aanzienlijk verschil in de signalen van de GPS-satelliet is, kan dit resulteren in een afwijking van honderden meters. • Neem uw omgeving in acht bij de positionering. • Als GPS-geg. opnemen is ingesteld op Aan en de camera uit staat, vindt elke 30 minuten gedurende max. zes uur positionering plaats. Als positionering niet mogelijk is, zal deze elke 15 minuten gedurende max. één uur worden herhaald. De positionering wordt geannuleerd als de positionering na drie minuten niet kan worden uitgevoerd. • De datum en tijd van de interne cameraklok op het moment van de opname wordt geregistreerd op de datum en tijd van de opname-aanduidingen die tijdens de weergave op de camera worden getoond. De tijd die wordt verkregen door de positie-informatie en op foto's wordt opgenomen, wordt niet op de camera weergegeven. • De positie-informatie wordt opgenomen op het eerste beeld van foto's die in de continu-opnamestand zijn gemaakt. • Als geodisch systeem voor de GPS-functie van deze camera is WGS 84 (World Geodetic System 1984) toegepast.
87
Kaarten weergeven De huidige positie of opnamelocatie kan op het scherm worden weergegeven met behulp van de interne kaartinformatie van de camera. Druk voor het weergeven van de kaart op de actieknop in de opnamestand of de weergavestand.
In de opnamestand Om de huidige positie op het scherm weer te geven, drukt u op de actieknop in de opnamestand als GPSgeg. opnemen in GPS-opties van het kaartmenu is ingesteld op Aan. • Gebruik de zoomknop (f (h)/g (i)) om de schaal van de kaart aan te passen.
Schaal
GPS-ontvangst
500km
Huidige positie
Locatienaam (A86)
In de weergavemodus Als er een foto met z in de schermvullende weergave Schaal wordt geselecteerd en de actieknop wordt ingedrukt, dan wordt de opnamelocatie op het scherm weergegeven. • Gebruik de zoomknop (f (h)/g (i)) om de schaal van de kaart aan te passen. • Druk op de multi-selector H, I, J of K om de kaartweergave te verplaatsen. 500km
GPS gebruiken/kaarten weergeven
88
Locatienaam (A86)
• Als de k knop wordt ingedrukt, kan een andere foto Opnamelocatie geselecteerd worden. Alleen foto's met de en richting opgenomen positie-informatie worden in de miniatuurweergave weergegeven. • De opnamelocatie en globaal de richting worden aangeduid door C (C duidt het noorden aan) en de geselecteerde foto wordt geel gemarkeerd. • Druk op de multi-selector J of K om de foto te selecteren. • Druk op de zoomknop g (i) om de foto te vergroten. Miniatuurweergave Druk op f (h) om terug te keren naar de kaartweergave. 500km
Kaarten weergeven
B
Kaartweergave
• De kaartweergave kan niet gedraaid worden. Alleen de weergave noord boven (de bovenzijde van het scherm duidt het noorden aan) is beschikbaar. • De schaal van de kaartweergave varieert afhankelijk van het land waarin de kaart wordt weergegeven. • Als in de opnamestand GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het kaartmenu is ingesteld op Uit of wanneer positionering niet kon worden uitgevoerd, wordt een wereldkaart gecentreerd op de regio die is ingesteld in de Tijdzone van Tijdzone en datum in het setup-menu (A94) weergegeven. • Als de positie-informatie niet op het weergegeven beeld is opgeslagen, kan de kaart niet worden weergegeven.
C
Actiecontrole
Als Actieknop toewijzen in het setup-menu (A94) is ingesteld op Actiecontrole, kan de kaart worden weergegeven door actiecontrole (A13).
GPS gebruiken/kaarten weergeven
89
GPS-instellingen of Elektronische kompas instellingen wijzigen (kaartmenu) In de stand kaartweergave kunnen de volgende instellingen worden gewijzigd.
Kaartmenu GPS-opties Afstandseenheden Afstand berekenen Points of interest (POI) Log aanmaken Log weergeven Elektronisch kompas
Druk op de actieknop om een kaart weer te geven (A13) M d knop M U tab (A11)
Optie
GPS gebruiken/kaarten weergeven
90
Beschrijving
A
GPS-opties
GPS-geg. opnemen: Indien ingesteld op Aan, worden signalen van de GPS-satelliet ontvangen en begint de positionering (A86). De standaardinstelling is Uit. Synchroniseren: De signalen van de GPS-satelliet worden gebruikt om de datum en tijd van de interne cameraklok in te stellen (alleen als GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het kaartmenu is ingesteld op Aan). A-GPS-best. bijwerken: Voor het updaten van het AGPS (assist GPS) bestand wordt een geheugenkaart gebruikt. Door gebruik te maken van het meest recente A-GPS bestand kan de tijd voor het volgen van de positieinformatie worden ingekort.
E57
Afstandseenheden
Voor de afstandeenheden van de kaartweergave kan gekozen worden uit km (m) (kilometers, meters) (standaardinstelling) of mi (yd) (mijlen, yards).
E58
Afstand berekenen
Bereken de afstand van de actuele locatie tot de opnamelocatie van het beeld (alleen als GPS-geg. E59 opnemen of GPS-opties van het kaartmenu is ingesteld op Aan) of tussen opnamelocaties (alleen in weergavestand).
GPS-instellingen of Elektronische kompas instellingen wijzigen (kaartmenu) Optie
Beschrijving
A
Informatie bezienswaardighei d (POI)
Maak de instellingen voor de POI (bezienswaardigheden, informatie locatienaam). POI inbedden: Indien ingesteld op Aan, wordt de informatie m.b.t. de locatienaam opgeslagen op de foto's die gemaakt worden. De standaardinstelling is Uit. POI weergeven: Indien ingesteld op Aan, wordt de informatie m.b.t. de locatienaam weergegeven op het opnamescherm of weergavescherm. De standaardinstelling is Uit. E60 Detailleringsniveau: Stel het weergaveniveau van de informatie m.b.t. de locatienaam in. Een hoger weergaveniveau toont nauwkeurige regio-informatie en een lager weergaveniveau toont regio-informatie voor een groter gebied (zoals landnamen). POI bewerken: Het niveau van de informatie m.b.t. de locatienaam die op de foto wordt weergegeven, kan gewijzigd worden en de regio-informatie kan gewist worden.
Log aanmaken
Wanneer het opnemen van een log wordt gestart, wordt de gemeten volginformatie voor een bepaalde duur opgeslagen tot een vooraf ingestelde tijd verstreken is (alleen als GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het kaartmenu is ingesteld op Aan). • Om de loggegevens weer te geven, moeten deze op een geheugenkaart worden opgeslagen.
E61
Log weergeven
Geeft de opgeslagen loggegevens op de kaart weer om uw reisroute te controleren.
E63
Elektronisch kompas
E64
GPS gebruiken/kaarten weergeven
Kompasweergave: Indien ingesteld op Aan, wordt een kompas weergegeven op het opnamescherm. De standaardinstelling is Uit. Kompascorrectie: Corrigeer het kompas als de richting van het kompas niet correct wordt weergegeven. Zwaai de camera dan in de vorm van een acht in de lucht rond terwijl u uw pols draait om de camera vooruit en achteruit, van zijkant naar zijkant en op en neer te richten.
91
92
Basisinstellingen In dit hoofdstuk worden de verschillende instellingen beschreven die kunnen worden ingesteld in het z setup-menu.
Set-up
29m 0s
1 3 4 21 3 4 2
Welkomstscherm Tijdzone en datum Monitorinstellingen Datumstempel Vibratiereductie Bewegingsdetectie AF-hulplicht
Basisinstellingen
• Zie “Menu's gebruiken (de d knop)” (A11) voor meer informatie over de cameramenu's. • Voor meer informatie over elke instelling, raadpleegt u “Het setup-menu” in het naslaggedeelte (E66).
93
Basisinstellingen
Het setup-menu Druk op de d knop M z (setup) tab (A11)
Selecteer vanuit het menuscherm de z tab voor weergave van het set-up menu waarna u de volgende instellingen kunt wijzigen.
Optie
Basisinstellingen
94
Set-up Welkomstscherm Tijdzone en datum Monitorinstellingen Datumstempel Vibratiereductie Bewegingsdetectie AF-hulplicht
Beschrijving
A
Welkomstscherm
Selecteer de foto die wordt weergegeven op het welkomstscherm als de camera wordt ingeschakeld. Selecteer COOLPIX om het COOLPIX logo weer te geven. E66 Selecteer Selecteer beeld om een foto die met de camera genomen is, te gebruiken als welkomstscherm. De standaardinstelling is Geen.
Tijdzone en datum
Instellen van instellingen m.b.t. de datum en tijd van de camera. Met de Tijdzone instelling kunt u de de tijdzone opgeven waarin de camera hoofdzakelijk wordt gebruikt en of zomertijd wel of niet van toepassing is. Wanneer de x reisbestemming geselecteerd is, berekent de camera automatisch het tijdsverschil tussen de reisbestemming en de w eigen tijdzone en slaat de beelden op aan de hand van de datum en tijd van de reisbestemming.
E67
Monitorinstellingen
Selecteer in Foto-informatie het type informatie dat in de opnamestand en weergavestand op de monitor wordt weergegeven. Selecteer het type informatie dat in de opnamestand en weergavestand op de monitor wordt weergegeven. Als u Raster+autom. info selecteert, wordt er bij de opname een raster weergegeven als hulp voor het kadreren van de foto. Stel ook het controlebeeld na het maken van de foto en de schermhelderheid in.
E70
Datumstempel
Afdrukken van de opnamedatum en -tijd op foto's tijdens het fotograferen. De standaardinstelling is Uit. • Als de onderwerpstand is ingesteld op Sport, Museum, E72 Tegenlicht met HDR ingesteld op Aan, Panorama, Dierenportret met Continu, of bij filmopnames, kan er geen datum worden afgedrukt.
Vibratiereductie
Verminderen van onscherpte als gevolg van cameratrilling tijdens fotograferen. De standaardinstelling is Aan. • Als u een statief gebruikt om de camera stil te houden, E73 stel deze functie dan in op Uit om een storing van deze functie te voorkomen.
Het setup-menu Optie
Beschrijving
A
Bewegingsdetectie
Als de camera registreert dat de camera trilt of het onderwerp beweegt tijdens het fotograferen, worden de ISO-waarde en de sluitertijd automatisch verhoogd om onscherpte te voorkomen. De standaardinstelling is Automatisch. Het r pictogram licht groen op zodra de camera camerabeweging detecteert en de sluitertijd verlengt. • Bij gebruik van bepaalde opnamestanden of instellingen, wordt beweging niet gedetecteerd. In dit geval wordt het r pictogram niet weergegeven.
AF-hulplicht
In de instelling Automatisch (standaardinstelling) licht de AF-hulpverlichting (A31) op tijdens het fotograferen op donkere plekken om de camera te helpen bij scherpstellen. • De hulpverlichting heeft een bereik van circa 3,5 m in de E75 maximale groothoekstand en circa 2,5 m in de maximale telestand. • Ook wanneer Automatisch geselecteerd is, kan het zijn dat de AF-hulpverlichting niet oplicht afhankelijk van het scherpstelveld of de geselecteerde onderwerpstand.
Digitale zoom
Indien ingesteld op Aan (standaardinstelling), wordt de digitale zoom ingeschakeld als de zoomknop g (i) ingedrukt wordt wanneer de optische zoom is ingesteld op de maximale telezoomstand (A29). • Als bepaalde opnamestanden of instellingen worden gebruikt, is het niet mogelijk om tegelijktijd de digitale zoom te gebruiken.
E75
Geluidsinstellingen
In- en uitschakelen van de verschillende camerageluiden. In de standaardinstelling is een pieptoon hoorbaar. • Bij het gebruik van bepaalde opnamestanden of instellingen wordt het bedieningsgeluid uitgeschakeld.
E76
Gevoeligh. actiecontrole
Stel de bedieningsgevoeligheid van de actieknop in. Als deze optie is ingesteld op Hoog (standaardinstelling), dan wordt de bediening zelfs bij weinig beweging uitgevoerd. Als deze optie is ingesteld op Laag, dan wordt de E77 bedieining bij veel beweging uitgevoerd. • Bij het bekijken van foto's met Snelle weergave van actiecontrole resp. in schermvullende weergave, wordt de bediening voor beeldselectie vast ingesteld.
Automatisch uit
Instellen van de lengte van de tijd voor de monitor uitschakelt om energie te besparen. De standaardinstelling E77 is 5 min..
E74
Basisinstellingen
95
Het setup-menu Beschrijving
A
Geheug. formatteren/ Geheugenkaart form.
Formatteren van het interne geheugen (uitsluitend als geen geheugenkaart is geplaatst) of de geheugenkaart (als een geheugenkaart is geplaatst). • Alle gegevens in het interne geheugen of op de geheugenkaart worden gewist tijdens het formatteren en kunnen niet worden hersteld. Zet daarom belangrijke beelden over naar de computer en sla deze op voordat u gaat formatteren.
E78
Taal/Language
Wijzigen van de taal van de camera.
E78
TV-instellingen
Selecteer deze optie wanneer geen beeld wordt weergegeven op een televisie, zelfs wanneer de audio/ video-kabel of HDMI-kabel aangesloten is op de televisie. E79 HDMI-apparaatbesturing wordt gebruikt om in te stellen of de camera wel of niet signalen ontvangt van een televisie als de televisie, geschikt voor HDMI-CEC norm, wordt aangesloten met een HDMI-kabel.
Knipperwaarsch.
Als de camera registreert dat een persoon zijn ogen heeft gesloten meteen na gezichtsherkenning tijdens fotograferen in standen anders dan met de glimlachtimer (A65), wordt het Knipperde er iemand? scherm weergegeven op de monitor om de genomen foto te controleren. De standaardinstelling is Uit.
E80
Wissel de bediening van de actieknop. In de Actieknop toewijzen standaardinstelling geeft de camera een kaart weer als de actieknop wordt ingedrukt.
E81
Optie
Basisinstellingen
96
Standaardwaarden
Resetten van de camera-instellingen naar de standaardwaarden. • Sommige instellingen, zoals Tijdzone en datum en Taal/Language worden niet gereset.
E81
Firmware-versie
Weergeven van de huidige firmware-versie van de camera.
E84
E
Referentiegedeelte
Het referentiegedeelte bevat gedetailleerde informatie en hints voor het gebruik van de camera.
Opname Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave) .......................... E2 Panorama-assistent gebruiken.............................................................................. E5
Weergave Foto's weergeven die zijn opgenomen in de continu-opnamestand (reeks) .............................................................................................................................. E7 Stand favoriete beelden............................................................................................. E9 Stand automatisch sorteren....................................................................................E12 Stand sorteer op datum ...........................................................................................E14 Foto's bewerken........................................................................................................E15 Camera aansluiten op een tv (weergeven op een tv) .................................E22 Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen) .........................E24 Films bewerken .........................................................................................................E30
Menu slim portret.....................................................................................................E32 Het opnamemenu (A (Automatische) stand) ..............................................E34 Weergavemenu.........................................................................................................E42 Het filmmenu .............................................................................................................E52 Kaartmenu ..................................................................................................................E57 Het setup-menu........................................................................................................E66
Aanvullende informatie Bestands- en mapnamen.......................................................................................E85 Optionele accessoires .............................................................................................E87 Foutmeldingen..........................................................................................................E88
E1
Referentiegedeelte
Menu
Referentiegedeelte
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave) Foto's maken met eenvoudig panorama Toont het opnamescherm M A (opnamestand) knop M b (het tweede pictogram van bovenaf*) M K M p (panorama) * Het symbool voor de laatst geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven. De standaardinstelling is b (portret).
1
Selecteer Eenvoudig panorama en druk op de k knop.
Panorama Eenvoudig panorama Panorama assist
2
Selecteer het opnamebereik van Normaal (180°) of Breed (360°) en druk op de k knop.
Eenvoudig panorama
Referentiegedeelte
Normaal (180°) • Het beeldformaat (B × H) wanneer de camera in Breed (360°) liggende stand wordt gehouden, is als volgt. - Normaal (180°): 3200 × 560 wanneer de camera horizontaal wordt bewogen, 1024 × 3200 wanneer de camera verticaal wordt bewogen, - Breed (360°): 6400 × 560 wanneer de camera horizontaal wordt bewogen, 1024 × 6400 wanneer de camera verticaal wordt bewogen • Voor het beeldformaat wanneer de camera in de portretstand (staand) wordt gehouden, zijn de combinaties van de bewegingsrichting en B × H het tegenovergestelde van hierboven.
3
Kadreer het eerste gedeelte van het panorama en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling aan te passen. • De zoom is vast ingesteld op de groothoekstand. • Het hulpsjabloon wordt op de monitor weergegeven. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • De belichtingscorrectie (A58) kan worden aangepast. • Als de scherpstelling of belichting niet kan worden in gesteld voor het hoofdonderwerp, probeer dan de scherpstelvergrendeling (A67).
E2
29m 0s 1342
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)
4
Druk de ontspanknop helemaal in en laat deze los. • De I pictogrammen die de panoramarichting aanduiden, worden weergegeven.
5
Beweeg de camera recht en langzaam in een van de vier richtingen om de opname te starten. • Wanneer de camera de panoramarichting detecteert, wordt de opname gestart. • De aanduiding van het huidige opnamepunt wordt weergegeven. • Wanneer de aanduiding van het opnamepunt het einde bereikt, wordt de opname beëindigd.
Aanduiding
Voorbeeld van het bewegen van de camera
B
Opmerkingen over opname met eenvoudig panorama
• Het beeldveld dat zichtbaar is in het opgeslagen beeld zal smaller zijn dan dat op de monitor op het moment van opname. • Als de camera te snel bewogen wordt, er te veel cameratrilling is of er weinig verandering van het onderwerp is, zoals een muur of in het donker, dan wordt de opname als fout beschouwd en beëindigd. • Panoramafoto's worden niet opgeslagen wanneer de opname stopt vóór de helft van het panoramabereik. • Als de opname na de eerste helft van het panoramabereik, maar voor het eindpunt stopt, dan wordt het niet opgenomen bereik opgenomen als een grijs gedeelte.
E3
Referentiegedeelte
• De gebruiker beweegt de camera zonder onderbreking van het ene uiteinde naar het andere, horizontaal of verticaal in een boog. • Als ca. 15 seconden (in Normaal (180°)) of 30 seconden (in Breed (360°)) vanaf het begin van de opname verstrijken en voordat de aanduiding weergeeft dat het opnamepunt het einde bereikt, dan wordt de opname beëindigd.
Eenvoudig panorama gebruiken (opname en weergave)
Eenvoudig panorama bekijken (Scroll) Wissel naar de weergavestand (A32), toon de opgenomen foto met eenvoudig panorama in de schermvullende weergave en druk op de k knop. De camera geeft de korte zijde van de foto weer die het scherm vult en schuift het weergegeven gedeelte automatisch verder.
15/11/2011 15:30 0004.JPG
4 132
• De foto wordt in de richting van de panoramaopname verder geschoven. Boven in de monitor worden tijdens de weergave bedieningsknoppen getoond. Als u een bedieningsknop kiest met de multi-selector J of K en op de k knop drukt, dan kunt u de volgende functies uitvoeren. Functie
Knop
Beschrijving
Terugspoelen
A
Schuif snel terug terwijl de k knop wordt ingedrukt.
Vooruitspoelen
B
Schuif snel vooruit terwijl de k knop wordt ingedrukt. In de pauzestand kunt u de volgende functies uitvoeren met de bedieningsknoppen aan de bovenzijde van de monitor.
Pauze Referentiegedeelte
Stoppen
B
E
G
C
Spoel terug terwijl de k knop wordt ingedrukt.
D
Schuif vooruit terwijl de k knop wordt ingedrukt.
F
Start automatisch vooruit schuiven.
Terug naar de schermvullende weergave.
Opmerking over foto's weergeven met eenvoudig panorama
Panoramafoto's die zijn opgenomen met andere functies dan eenvoudig panorama van de COOLPIX AW100 kunnen mogelijk niet op deze camera verschoven of ingezoomd worden.
E4
Panorama-assistent gebruiken De compositie wordt gemakkelijker als een statief wordt gebruikt. Als een statief gebruikt wordt om de camera te stabiliseren, moet Vibratiereductie (E73) op Uit ingesteld worden in het setup-menu. Toont het opnamescherm M A (opnamestand) knop M b (het tweede pictogram van bovenaf*) M K M p (panorama) * Het symbool voor de laatst geselecteerde onderwerpstand wordt weergegeven. De standaardinstelling is b (portret).
1
Selecteer Panorama assist en druk op de k knop. • De I pictogrammen worden weergegeven om de richting aan te geven waarin de foto’s voor het panorama worden samengevoegd.
2
Panorama Eenvoudig panorama Panorama assist
Gebruik de multi-selector om de richting te selecteren en druk op de k knop.
3
Kadreer het eerste gedeelte van het panorama en maak de eerste opname. • De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. • 1/3 van het beeld zal doorschijnend worden weergegeven.
29m 0s 1342
E5
Referentiegedeelte
• Selecteer de richting waarin foto's in het panorama worden samengevoegd: rechts (I), links (J), omhoog 29m 0s (K) of omlaag (L). • Het gele panoramarichting pictogram (II) wordt 1342 weergegeven voor de huidige richting en de richting wordt vast ingesteld als de k knop wordt ingedrukt. Er wordt een wit pictogram (I) weergegeven in de geselecteerde richting. • Stel, indien nodig, bij deze stap de instellingen van de flitsstand (A54), zelfontspanner (A56), macro-stand (A57) en belichtingscorrectie (A58) in. • Druk op de k knop om de richting te veranderen.
Panorama-assistent gebruiken
4
Maak de volgende opname. • Kadreer de volgende foto zodanig dat ca. 1/3 van het kader overlapt met de voorgaande foto en druk vervolgens op de ontspanknop. • Herhaal dit totdat u genoeg foto’s hebt genomen voor een compleet beeld.
5
29m 0s Einde
1341
Nadat u alle foto’s hebt gemaakt, drukt u op de k knop. • De camera keert terug naar stap 2.
B
Opmerkingen over panorama-assistent
Referentiegedeelte
• Stel de flitsstand, zelfontspanner, macro-stand en belichtingscorrectie in voordat u de sluiter ontspant voor de eerste foto. De instellingen kunnen niet worden gewijzigd nadat de eerste foto is gemaakt. Foto's kunnen niet worden gewist en de zoom of Beeldmodus (A61) kan niet worden aangepast nadat de eerste foto is gemaakt. • De opname van de reeks foto’s voor het panorama wordt beëindigd als de functie automatisch uit (E77) de stand-bystand activeert tijdens de opname. Aangeraden wordt om een langere tijd in te stellen voor de functie automatisch uit om dit te voorkomen.
C
R (belichtingsvergrendeling) aanduiding
Bij gebruik van de panorama-assistent, krijgen alle foto's in het panorama dezelfde belichting, witbalans en scherpstelling als de eerste foto van het panorama. Zodra de eerste foto is genomen, verschijnt R op de monitor om aan te geven dat de belichting, witbalans en scherpstelling vergrendeld zijn.
29m 0s Einde
C
1341
Panorama's maken
Zet foto’s over naar een computer (A76) en gebruik Panorama Maker 5 om ze samen te voegen tot één panorama. Installeer Panorama Maker 5 op een computer met de meegeleverde ViewNX 2 Installer CD (ViewNX 2 installatie-cd).
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
E6
Foto's weergeven die zijn opgenomen in de continu-opnamestand (reeks) De foto's die in de volgende continu-opnamestanden zijn gemaakt worden als een groep (een zogenaamde “reeks”) opgeslagen bij elke opname. • Continu H, Continu L in Continu (E36) in het opnamemenu • Sport (A40) of Continu in de onderwerpstand Dierenportret (A46)
Foto's in een reeks draaien In de schermvullende weergave of miniatuurweergave (A33) wordt de eerste foto van een reeks als de “hoofdfoto” gebruikt, d.w.z. deze foto vertegenwoordigt alle foto's in de reeks. Druk terwijl de hoofdfoto van een reeks in de schermvullende weergave wordt getoond op de k knop om elk beeld in de reeks afzonderlijk weer te geven. Druk op de multi-selector H. om terug keren naar de weergave van alleen de hoofdfoto.
15/11/2011 0004.JPG
15:30
Terug
4 ޓ5
B
Opmerking over reeks
Een reeks foto's die met de continu-opname van een andere camera dan de COOLPIX AW100 zijn gemaakt, kunnen niet als een reeks worden weergegeven.
C
Reeksweergaveopties
Selecteer Reeksweergaveopties (E51) in het weergavemenu om in te stellen of alle reeksen weergegeven moeten worden aan de hand van de hoofdfoto of als afzonderlijke beelden. Als een beeld uit een reeks wordt geselecteerd terwijl Reeksweergaveopties is ingesteld op Individuele foto's, wordt het F pictogram weergegeven op het scherm.
C
Hoofdfoto in reeks wijzigen
De hoofdfoto van een reeks kan gewijzigd worden met Kies hoofdfoto (E51) in het weergavemenu.
E7
Referentiegedeelte
U kunt de volgende functies uitvoeren wanneer elk beeld in een reeks afzonderlijk wordt weergegeven. • Kies een beeld: Druk op de multi-selector J of K. • Zoom in: Druk op de zoomknop g (i) (A33).
Foto's weergeven die zijn opgenomen in de continu-opnamestand (reeks)
C
Beschikbare opties weergavemenu bij gebruik van reeks
Als de d knop wordt ingedrukt tijdens een reeksweergave, dan zijn de volgende menuopties beschikbaar. ➝ E17 ➝ E17 • Snel retoucheren1 • D-Lighting1 1 ➝ E18 ➝ E19 • Glamour-retouchering • Filtereffecten1 ➝ E42 ➝ E45 • Afdrukopdracht2 • Diashow ➝ E46 ➝ E48 • Beveiligen2 • Beeld draaien1 ➝ E20 ➝ E49 • Kleine afbeelding1 • Spraakmemo1 ➝ E50 ➝ E51 • Kopiëren2 • Reeksweergaveopties ➝ E51 ➝ E9 • Kies hoofdfoto • Favoriete beelden2 1
Druk op de d knop na de weergave van afzonderlijke foto's. Instellingen kunnen op afzonderlijke foto's worden toegepast. 2 Als de d knop wordt ingedrukt tijdens de weergave van de hoofdfoto, dan kunnen dezelfde instellingen op alle foto's in de betreffende reeks worden toegepast. Druk op de d knop na weergave van afzonderlijke foto's om de instellingen op afzonderlijke foto's toe te passen.
Foto's in een reeks wissen
Referentiegedeelte
Als Reeksweergaveopties (E51) wordt ingesteld op Enkel hoofdfoto in het weergavemenu, de l knop wordt ingedrukt en de wismethode wordt geselecteerd, dan worden de volgende foto's gewist. • Als een reeks wordt weergegeven met alleen de hoofdfoto: - Huidig beeld: Als de reeks geselecteerd wordt, worden alle foto's in de reeks gewist. - Wis gesel. beeld(en): Als de hoofdfoto geselecteerd wordt in het scherm geselecteerde foto's wissen (A35), worden alle foto's in de reeks gewist. - Alle beelden: Alle foto's in de weergegeven reeks worden gewist. • Als de hoofdfoto geselecteerd wordt en de k knop wordt ingedrukt om elke foto in de reeks afzonderlijk weer te geven voordat de l knop wordt ingedrukt: De wismethodes zorgen voor de volgende wijzigingen. - Huidige foto wissen: Wis de foto die wordt weergegeven. Wissen - Wis gesel. beeld(en): Selecteer meerdere foto's in de reeks om te wissen in het scherm Huidige foto wissen geselecteerde foto's wissen (A35). Wis gesel. beeld(en) - Volledige reeks wissen: Alle foto's in de reeks, Volledige reeks wissen inclusief de weergegeven foto. worden gewist.
E8
Stand favoriete beelden U kunt favoriete beelden die u gemaakt heeft aan een van de negen albums toevoegen op basis van categorie (m.u.v. films). Nadat de beelden zijn toegevoegd, kunnen ze eenvoudig worden afgespeeld in de “h stand favoriete beelden”. • Het is eenvoudiger om beelden te vinden als ze aan afzonderlijke albums zijn toegevoegd op basis van items of onderwerptype. • Hetzelfde beeld kan aan meerdere albums worden toegevoegd. • Het maximale aantal beelden dat aan een album kan worden toegevoegd is 200.
Beelden aan albums toevoegen Selecteer een stand anders dan Favoriete beelden M d knop M Weergavemenu (A11) M h Favoriete beelden
1
Druk op de multi-selector J of K, kies vervolgens een beeld en druk op H om y weer te geven.
Favoriete beelden
ON/OFF
2
Geef y weer voor alle beelden die aan een album moeten worden toegevoegd en druk op de k knop om de gekozen beelden in te stellen.
3
Gebruik de multi-selector om het album te kiezen waaraan de beelden worden toegevoegd en druk op de k knop. • De geselecteerde beelden worden toegevoegd en de camera wisselt naar het weergavemenu. • Om hetzelfde beeld aan meerdere albums toe te voegen, selecteert u h Favoriete beelden en herhaalt u de procedure vanaf stap 1.
B
Favoriete beelden
Terug
Toev.
Opmerking over favoriete beelden
Als er beelden aan een album worden toegevoegd, worden ze niet uit de map verwijderd waarin ze opgeslagen (E85) of gekopieerd werden. Alleen de bestandsnamen van de beelden worden aan het album toegevoegd. Als de stand favoriete beelden wordt gebruikt, dan worden de beelden weergegeven door de beelden op te vragen die met de aan de albums toegevoegde bestandsnamen overeenkomen.
E9
Referentiegedeelte
• Herhaal deze stap indien nodig om meer beelden aan hetzelfde album toe te voegen. • Druk op I om y te verwijderen en de selectie te annuleren. Terug • Druk op de zoomknop (A29) g (i) om te wisselen naar de schermvullende weergave of f (h) om miniaturen weer te geven.
Stand favoriete beelden
Beelden in albums weergeven Selecteer de weergavestand M c button (A70) M h Favoriete beelden
Gebruik de multi-selector om een album te selecteren Favoriete beelden en druk op de k knop om alleen beelden weer te geven die aan hetzelfde album zijn toegevoegd. • U kunt de volgende functies uitvoeren in het scherm met de albumlijst. Kies pictogram - l (wissen) knop: Wis alle beelden in het geselecteerde album. - d knop: Wijzig het albumpictogram (kleur en ontwerp) (E11). • Als foto's in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden bekeken en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens de h tab (menu favoriete beelden) kiest, kunt u een functie uit het weergavemenu (A71) selecteren.
Beelden uit albums verwijderen Stand favoriete beelden M Selecteer een album waaruit beelden verwijderd worden (E10) M k knop M d knop M h tab (A11) M h Verwijderen uit favor.
Referentiegedeelte
1
Druk op de multi-selector J of K, kies vervolgens een beeld en druk op H om y weer te geven.
Verwijderen uit favor.
• Herhaal deze stap indien nodig om meer beelden uit hetzelfde album te verwijderen. • Druk op I om y te verwijderen en de selectie te Terug annuleren. • Druk op de zoomknop (A29) g (i) om te wisselen naar de schermvullende weergave of f (h) om miniaturen weer te geven.
ON/OFF
2
Geef y weer voor alle beelden die uit een album moeten worden verwijderd en druk op de k knop om de gekozen beelden in te stellen.
3
Selecteer Ja en druk op de k knop. • Selecteer Nee om het verwijderen te annuleren.
B
Opmerking over wissen
Als een beeld verwijderd wordt in de stand favoriete beelden, dan wordt het beeld uit het album verwijderd en permanent verwijderd uit het interne geheugen of van de geheugenkaart.
E10
Stand favoriete beelden
Pictogram album favoriete beelden wijzigen Stand favoriete beelden M Selecteer een album om te wijzigen (E10) M d knop
1
Druk op de multi-selector J of K om een pictogramkleur te kiezen en druk op de k knop.
Kies pictogram
Terug
2
Druk op H, I, J of K om een pictogram te kiezen en druk op de k knop.
Kies pictogram
• Het pictogram verandert en de monitorweergave keert terug naar het scherm met de albumlijst. Terug
Referentiegedeelte
B
Opmerkingen over albumpictogrammen
Stel de albumpictogrammen afzonderlijk in voor het interne geheugen en voor de geheugenkaart. • Om de albumpictogrammen voor het interne geheugen te wijzigen, dient eerst de geheugenkaart uit de camera verwijderd te worden. • De standaardinstelling voor het pictogram is het nummerpictogram (zwart).
E11
Stand automatisch sorteren Gemaakte beelden worden automatisch gesorteerd in categorieën zoals portret, landschap en films. Als u F Automatisch sorteren selecteert met de procedure beschreven in “Wisselen tussen weergavestanden” (A70), dan wordt het categorieselectiescherm weergegeven. Gebruik de multi-selector om een categorie te selecteren en druk vervolgens op de k knop om de beelden in de geselecteerde categorie weer te geven.
Portretten
Andere onderwerpen
Categorieën stand automatisch sorteren Optie
Beschrijving
a Glimlach
Foto's gemaakt in stand slim portret (A49) met glimlachtimer ingesteld op Aan
D Portretten
Foto's gemaakt in A (automatische) stand (A51) met de gezichtsdetectie (A65) Foto's gemaakt in Portret*, Nachtportret*, Party/binnen of Tegenlicht* onderwerpstand (A39) Foto's gemaakt in stand slim portret (A50) met glimlachtimer ingesteld op Uit
Referentiegedeelte
u Voedsel
Foto's gemaakt in Voedsel onderwerpstand (A39)
U Landschap
Foto's gemaakt in Landschap* onderwerpstand (A39)
V Zonsop-ondergang
Foto's gemaakt in Nachtlandschap*, Zonsondergang, Schemering of Vuurwerk onderwerpstand (A39)
D Close-ups
Foto's gemaakt in A (automatische) stand met macro-stand (A57) Foto's gemaakt in Close-up* onderwerpstand (A39)
O Dierenportret
Foto's gemaakt in Dierenportret onderwerpstand (A39)
D Film
Films (A80)
X Geretoucheerde kopieën
Kopie gemaakt met bewerkingsfunctie (E15)
W Andere onderwerpen
Alle andere beelden die niet gedefinieerd kunnen worden door de bovenstaande categorieën
* Foto's gemaakt in de G (eenvoudige automatische) stand (A38) worden ook gesorteerd in de betreffende categorieën.
• In het categorieselectiescherm kunt u de volgende functie uitvoeren. - l (wissen) knop: Wis alle beelden in de geselecteerde categorie. • Als foto's in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden bekeken en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens de F tab (menu stand automatisch sorteren) kiest, kunt u een functie uit het weergavemenu (A71) selecteren.
E12
Stand automatisch sorteren
B
Opmerkingen over stand automatisch sorteren
• Er kunnen in totaal maximaal 999 beeld- en filmbestanden in elke categorie gesorteerd worden in de stand automatisch sorteren. Als er reeds 999 beelden of films in een specifieke categorie zijn gesorteerd, kunnen nieuwe beelden en films niet gesorteerd worden in de betreffende categorie of in de stand automatisch sorteren weergegeven worden. Beelden en films die niet in een categorie gesorteerd konden worden, kunnen worden weergegeven in de normale weergavestand (A32) of de stand sorteer op datum (E14). • Beelden die van het interne geheugen of een geheugenkaart gekopieerd worden, kunnen niet worden weergegeven in de stand automatisch sorteren. • Foto's of films die met een andere camera dan COOLPIX AW100 zijn opgeslagen, kunnen niet in de stand automatisch sorteren worden weergegeven.
Referentiegedeelte
E13
Stand sorteer op datum Als u C Sorteer op datum selecteert met de Sorteer op datum procedure beschreven in “Wisselen tussen 4 26/11/2011 weergavestanden” (A70), dan wordt het 11 20/11/2011 selectiescherm opnamedatum weergegeven. Gebruik 18/11/2011 8 de multi-selector om een datum te selecteren en druk 15/11/2011 4 vervolgens op de k knop om de foto's weer te geven die op de geselecteerde datum zijn gemaakt. • De eerste foto die op de geselecteerde datum is gemaakt, wordt weergegeven. • In het scherm met de opnamedatumlijst kunt u de volgende functies uitvoeren. - l (wissen) knop: Alle foto's wissen die op de geselecteerde datum zijn gemaakt. - d knop: Als u de C tab (menu sorteer op datum) in het menuscherm selecteert om het weergavemenu (A71) te tonen, kunt u een van de volgende functies selecteren en toepassen op de foto's die op de geselecteerde datum zijn gemaakt. ➝ Printopdracht, diashow, beveiligen en favoriete beelden • Als foto's in de schermvullende weergave of miniatuurweergave worden bekeken en u op de d knop drukt om het menu te openen en vervolgens de C tab (menu favoriete beelden) kiest, kunt u een functie uit het weergavemenu (A71) selecteren. • Kalenderweergave (A33) kan niet worden gebruikt in stand sorteer op datum. Referentiegedeelte
B
Opmerkingen over de Stand sorteer op datum
• U kunt maximaal 29 data selecteren. Als er foto's van meer dan 29 data zijn, worden alle beelden die eerder dan de meest recente 29 data zijn opgenomen onder Overige gecombineerd. • De 9.000 meest recente foto’s kunnen worden weergegeven in de Stand sorteer op datum. • Foto's die worden gemaakt terwijl geen cameradatum is ingesteld, worden gemarkeerd als foto's gemaakt op 1 januari 2011.
E14
Foto's bewerken Bewerkingsfuncties Foto's kunnen bij deze camera eenvoudig worden bewerkt m.b.v. de volgende functies. Bewerkte foto's worden als aparte bestanden opgeslagen (E85). Bewerkingsfunctie
Toepassing
Snel retoucheren (E17)
Maak eenvoudig een kopie met hoger contrast en verbeterde kleuren.
D-Lighting (E17)
Maak van de geselecteerde foto een kopie met een verbeterde helderheid en contrast, waardoor donkere gedeeltes van de foto lichter worden.
Glamour-retouchering (E18)
Maak huidtinten van gezichten zachter en laat gezichten kleiner uitzien met grotere ogen.
Filtereffecten (E19)
Meerdere effecten toepassen m.b.v. digitaal filter. De beschikbare effecten zijn Kleuropties, Zacht, Selectieve kleur, Ster, Fisheye, Miniatuureffect en Waas verwijderen.
Kleine afbeelding (E20)
Maak van foto’s een kleiner beeld dat bijvoorbeeld geschikt is als e-mailbijlage.
Uitsnede (E21)
Snijd een gedeelte van de foto bij. Zoom in op een onderwerp om een compositie samen te voegen.
Opmerkingen over foto’s bewerken
• Foto's gemaakt met een Beeldmodus (A61) van g 4608×2592 kunnen niet aangepast worden. • Foto's die met eenvoudig panorama panorama gemaakt zijn, kunnen niet bewerkt worden. • Als geen gezichten in de foto worden herkend, dan kan Glamour-retouchering niet worden toegepast (E18). • De COOLPIX AW100 bewerkfuncties zijn niet beschikbaar voor foto's gemaakt met digitale camera's anders dan de COOLPIX AW100. • Als u een kopie die is gemaakt met de COOLPIX AW100 op een andere digitale camera wilt bekijken, wordt de foto mogelijk niet weergegeven of kan deze niet naar een computer worden overgespeeld. • De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne geheugen of op de geheugenkaart. • Voer voor reeksen waarvoor alleen een hoofdfoto wordt weergegeven (E7) een van de volgende functies uit voordat er bewerkingen worden uitgevoerd. - Druk op de k knop om afzonderlijke foto's weer te geven en selecteer vervolgens een foto in de reeks - Stel Reeksweergaveopties (E51) in op Individuele foto's, zodat elke foto afzonderlijk wordt weergegeven en selecteer vervolgens een foto
Referentiegedeelte
B
E15
Foto's bewerken
C
Beperkingen m.b.t. foto’s bewerken
De volgende beperkingen zijn van toepassing bij het bewerken van beelden die zijn opgeslagen na een eerdere bewerkingsfunctie.
Gebruikte bewerkingsfuncties
Bewerkingsfuncties om toe te voegen
Snel retoucheren D-Lighting Filtereffecten
Glamour-retouchering, kleine afbeelding of uitsnijden kunnen worden gebruikt. Snel retoucheren, D-Lighting of filtereffecten kunnen niet in combinatie met elkaar worden gebruikt.
Glamour-retouchering
Snel retoucheren, D-Lighting, filtereffecten, kleine afbeelding of uitsnijden kunnen gebruikt worden.
Kleine afbeelding Uitsnijden
Er kunnen geen andere bewerkingsfuncties worden gebruikt.
• Kopieën die zijn opgeslagen na een bewerking kunnen niet opnieuw worden bewerkt met dezelfde bewerkingsfunctie. • Wanneer de functie kleine afbeelding of uitsnijden en een andere bewerkingsfunctie gecombineerd worden, gebruik de functie kleine afbeelding of uitsnijden nadat de andere bewerkingsfuncties zijn toegepast. • Retoucheereffecten zoals het effect huid verzachten van de glamour-retouchering kunnen worden toegepast op foto's die bij de opname gemaakt zijn met de functie huid verzachten.
C
Originele en bewerkte foto’s
Referentiegedeelte
• Kopieën die met bewerkingsfuncties zijn gemaakt, worden niet gewist als de originele foto wordt gewist. De originele foto’s worden niet gewist als kopieën die met bewerkingsfuncties zijn gemaakt, worden gewist. • Bewerkte kopieën worden met dezelfde opnamedatum en -tijd opgeslagen als het origineel. • Zelfs als de foto’s gemarkeerd voor Afdrukopdracht (E42) of Beveiligen (E46) worden gebruikt voor bewerken, hebben deze instellingen geen effect op de bewerkte kopieën.
E16
Foto's bewerken
k Snel retoucheren: Contrast en verzadiging verbeteren Selecteer een foto (A32) M d knop M Weergavemenu (A11) M k Snel retoucheren
Druk op de multi-selector H of I om het instellingniveau te kiezen en druk vervolgens op de k knop.
Snel retoucheren
• Het origineel wordt weergegeven aan de linkerzijde en de bewerkte versie aan de rechterzijde. • Druk op J om te annuleren. • Met snel retoucheren gemaakte kopieën kunt u herkennen aan het s pictogram dat in de weergavestand wordt weergegeven.
Normaal Waarde 15/11/2011 15:30 0004.JPG
4 132
I D-Lighting: Helderheid en contrast verbeteren
Druk op de multi-selector H of I om Uitvoeren te kiezen en druk vervolgens op de k knop. • Het origineel wordt weergegeven aan de linkerzijde en de bewerkte versie aan de rechterzijde. • Selecteer Annuleren en druk op de k knop om te annuleren. • Met D-Lighting gemaakte kopieën kunt u herkennen aan het c pictogram dat in de weergavestand wordt weergegeven.
Referentiegedeelte
Selecteer een foto (A32) M d knop M Weergavemenu (A11) M I D-Lighting
D-Lighting
Uitvoeren Annuleren 15/11/2011 15:30 0004.JPG
4 132
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
E17
Foto's bewerken
s Glamour-retouchering: Huidtinten zachter maken, kleiner gezicht of grotere ogen Selecteer een foto (A32) M d knop M Weergavemenu (A11) M s Glamourretouchering
1
Druk op de multi-selector H of I om het gewenste effecttype te selecteren en druk vervolgens op de k knop.
Glamour-retouchering
• Alles: Maak huidtinten zachter, laat gezichten kleiner uitzien en laat ogen groter uitzien. Alles • Huid verzachten: Maak huidtinten zachter. Select. • Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven en de foto wordt weergegeven waarbij ingezoomd is op het gezicht dat bewerkt is. • Druk op J om te annuleren.
2
Bevestig de resultaten.
Referentiegedeelte
• Maximaal 12 gezichten, gerekend vanaf de nabijheid tot het midden van het beeld, kunnen worden verbeterd. • Wanneer meerdere gezichten worden bewerkt, druk dan op de multi-selector J en K om te wisselen tussen de gezichten die worden weergegeven. • Druk op de d knop om het effecttype van de glamour-retouchering te wijzigen en keer terug naar stap 1. • Druk op de k knop om een kopie te maken die bewerkt is met glamour-retouchering.. • Met glamour-retouchering gemaakte kopieën kunt u herkennen aan het pictogram u dat in de weergavestand wordt weergegeven
Voorbeeld
Terug
Opslaan
15/11/2011 15:30 0004.JPG
4 132
B
Opmerkingen over glamour-retouchering
• Het is mogelijk dat het gezicht niet correct gedetecteerd wordt, afhankelijk van bepaalde omstandigheden, zoals de richting waarheen het onderwerp kijkt of de helderheid van het gezicht; ook kan de bewerking niet resulteren in het gewenste effect. • Wanneer geen gezichten worden gedetecteerd op de foto, wordt een waarschuwing weergegeven en keert het scherm terug naar het weergavemenu.
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
E18
Foto's bewerken
p Filtereffecten: Effecten toepassen m.b.v. digitaal filter Selecteer een foto (A32) M d knop M Weergavemenu (A11) M p Filtereffecten Optie
Beschrijving
Zacht
Verzacht de scherpte vanuit het midden van de foto naar de rand toe. Bij foto's gemaakt met gezichtsdetectie (A65) of huisdierdetectie (A46) geselecteerd, worden de delen om de gezichten heen onscherp.
Selectieve kleur
Behoud alleen de geselecteerde beeldkleuren en maakt andere kleuren zwart-wit.
Ster
Maak oplichtende lichtstralen die van heldere onderwerpen zoals zonreflecties en verlichting af straalt. Geschikt voor nachtlandschappen.
Fisheye
Maak foto's die uitzien of ze zijn gemaakt met een fisheye lens. Geschikt voor foto's gemaakt in macro-stand.
Miniatuureffect
Maak foto's die op close-up foto's van een diorama lijken. Geschikt voor foto's gemaakt u vanaf een hoge locatie omlaag met het hoofdonderwerk in het midden van het beeld.
Waas verwijderen
Verminder onscherpte in foto's die ontstaat bij onderwaterfotografie.
1
Druk op de multi-selector H of I om het filtereffecttype te selecteren en druk op de k knop. • Als Ster, Fisheye, Miniatuureffect of Waas verwijderen is geselecteerd, gaat u verder met stap 3.
2
Pas het effect aan en druk op de k knop. • Kleuropties: Druk op H of I om een kleurtint te selecteren. • Zacht: Druk op H of I om de mate van het effect te selecteren. • Selectieve kleur: Druk op H of I om de kleur die u wilt houden, te selecteren.
Referentiegedeelte
Kleuropties
Pas kleurtinten aan. • Selecteer de optie Levendig, Zwart-wit, Sepia of Koelblauw.
Filtereffecten Kleuropties Zacht Selectieve kleur Ster Fisheye Miniatuureffect Waas verwijderen
Zacht
Normaal Intensiteit
Zacht
E19
Foto's bewerken
3
Probeer het effect uit en druk op de k knop.
Voorbeeld
• Er wordt een nieuwe, bewerkte kopie gemaakt. • Druk op J om te annuleren.
Terug
• Met filtereffect gemaakte kopieën kunt u herkennen aan het c pictogram dat in de weergavestand wordt weergegeven.
Opslaan
15/11/2011 15:30 0004.JPG
4 132
g Kleine afbeelding: Het beeldformaat verkleinen Selecteer een foto (A32) M d knop M Weergavemenu (A11) M g Kleine afbeelding
1 Referentiegedeelte
Druk op de multi-selector H of I om het gewenste kopieformaat te kiezen en druk vervolgens op de k knop.
Kleine afbeelding 640×480 320×240 160×120
• Het beschikbare formaat is 640×480, 320×240 of 160×120.
2
Selecteer Ja en druk op de k knop. • Er wordt een nieuwe, kleinere kopie gemaakt. • De compressieverhouding van het nieuwe beeld is 1:16. • Kies Nee om te annuleren en druk op de k knop. • De kopie wordt weergegeven met een zwarte rand.
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
E20
Kleine kopie maken?
Ja Nee
Foto's bewerken
a Uitsnijden: Een uitgesneden kopie maken Maak een kopie van alleen het op de monitor zichtbare deel van het beeld terwijl u wordt weergegeven als inzoomen bij weergave (A33) is geactiveerd. Uitgesneden kopieën worden als aparte bestanden opgeslagen.
1 2
Vergroot de foto om uit te snijden (A33). Pas de compositie van de kopie aan. • Druk op de zoomknop g (i) of f (h) om de zoomfactor in te stellen. • Druk op de multi-selector H, I, J of K om alleen het gedeelte van de foto dat u wilt kopiëren op de monitor weer te geven.
3
Druk op de d knop.
4
Gebruik de multi-selector om Ja te selecteren en druk op de k knop.
C
Dit beeld opslaan als getoond?
Referentiegedeelte
• Er wordt een nieuwe foto gemaakt van het gedeelte dat nu op de monitor te zien is. • Selecteer Nee en druk op de k knop om te annuleren.
4.0
Ja Nee
Beeldformaat
Hoe kleiner de uitsnede wordt, hoe kleiner het formaat (aantal pixels) van de uitgesneden kopie. Wanneer de instelling voor beeldformaat voor een uitgesneden kopie 320×240 of 160×120 is, dan wordt deze foto in de weergavestand met een zwarte rand weergegeven en wordt het C pictogram voor kleine afbeelding weergegeven aan de linkerzijde van de monitor.
C
De foto bijsnijden in de actuele “staande” oriëntatie
Gebruik de Beeld draaien optie (E48) om de foto zodanig te draaien, dat deze in liggende stand wordt weergegeven. Draai de foto na bijsnijden terug naar de “staande” oriëntatie. De foto weergegeven in “staande” oriëntatie kan worden uitgesneden door in te zoomen op het beeld tot de zwarte randen aan de beide zijden van de monitor verdwijnen. De uitgesneden foto wordt liggend weergegeven.
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
E21
Camera aansluiten op een tv (weergeven op een tv) Sluit de camera aan op een televisie om foto's te bekijken. Als uw televisie een HDMI-aansluiting heeft, kunt u deze op de camera aansluiten met een HDMI-kabel (normaal in de handel verkrijgbaar) om films weer te geven.
1
Zet de camera uit.
2
Sluit de camera aan op de televisie. Bij aansluiting via de meegeleverde audio/video-kabel • Sluit de gele plug aan op de video-in-aansluiting van de televisie en de rode en witte pluggen op de audio-in-aansluiting. Geel
Wit
Rood
Referentiegedeelte
Bij aansluiting met een normaal in de handel verkrijgbare HDMIkabel • Sluit de plug aan op de HDMI-aansluiting op de televisie.
Naar de HDMIaansluiting HDMI-miniaansluiting (type C)
E22
Camera aansluiten op een tv (weergeven op een tv)
3
Stem de televisie af op het videokanaal. • Raadpleeg de handleiding van uw televisie voor meer informatie.
4
Houd de c knop ingedrukt om de camera aan te zetten. • De camera schakelt over naar de weergavestand en de opgeslagen foto’s worden op de televisie weergegeven. • Als de camera op de televisie is aangesloten, blijft de monitor uit.
B
Opmerkingen over het aansluiten van een HDMI-kabel
• Er wordt geen HDMI-kabel meegeleverd. Gebruik een normaal in de handel verkrijgbare HDMIkabel om de camera op een televisie aan te sluiten. De uitgang op deze camera is een HDMI-miniaansluiting (type C). Als u een HDMI-kabel koopt, let dan op dat het apparaat uiteinde van de kabel is voorzien van een HDMI-ministekker. • Geadviseerd wordt foto's te maken met Beeldmodus (A61) ingesteld op M 2048×1536 of hoger en films op te nemen met Filmopties (E52) ingesteld op f HD 720p (1280×720) of hoger.
B
Opmerkingen over het aansluiten van een A/V-kabel
B
Indien niets verschijnt op de televisie
Controleer of de TV-instellingen (E79) in het setup-menu geschikt zijn voor uw televisie.
C
Referentiegedeelte
• Zorg ervoor dat u de stekker op de juiste manier op de camera is aangesloten. Gebruik geen kracht om de stekker in de camera te steken. Zorg er bij het loskoppelen van de stekker voor dat u deze recht uit de aansluiting trekt. • Sluit niet tegelijk kabels aan op de HDMI mini connector en de USB/Audio video connector.
De afstandsbediening van de TV gebruiken (regeling HDMI-apparaat)
De afstandsbediening van een TV die voldoet aan de HDMI-CEC norm kan worden gebruikt om de camera te bedienen tijdens weergave. In plaats van de multi-selector of zoomknoppen, kan de afstandsbediening worden gebruikt voor het selecteren van foto's, het weergeven/pauzeren van films of met eenvoudig panorama gemaakte foto's en om te schakelen tussen schermvullende weergave en 4-miniatuurweergave. • Stel de HDMI-apparaatbesturing (E79) of TV-instellingen in op Aan (standaardinstelling) in het setup-menu, en sluit de camera met een HDMI-kabel aan op de televisie aan. • Richt de afstandsbediening op de TV om te gebruiken. • Zie de handleiding van uw TV of andere gerelateerde documentatie om te controleren of de TV de HDMI-CEC norm ondersteunt.
E23
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen) Gebruikers van een PictBridge-compatibele (F23) printer kunnen de camera rechtstreeks op de printer aansluiten en foto's afdrukken zonder gebruik te maken van een computer. Ga als volgt te werk om een afdruk te maken. Maak foto's Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken met de printopdrachtoptie (Afdrukopdracht: E42) Sluit de camera aan op de printer (E25)
Druk foto’s één voor één af (E26)
Druk meerdere foto’s af (E27)
Zodra het afdrukken gereed is, kunt u de camera uitzetten en de USB-kabel lostrekken. Referentiegedeelte
B
Opmerkingen over de voedingsbron
• Gebruik een volledig opgeladen batterij wanneer u de camera op een printer aansluit; zo voorkomt u dat de camera onverwachts wordt uitgeschakeld. • Als de lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar) (E87) wordt gebruikt, kan de COOLPIX AW100 gevoed worden via een stopcontact. Gebruik nooit een andere lichtnetadapter dan de EH-62F. Als u deze waarschuwing negeert, kan dit leiden tot oververhitting van of schade aan de camera.
C
Foto’s afdrukken
U kunt uw foto’s met een printer afdrukken nadat u ze naar een computer hebt overgezet of via een rechtstreekse aansluiting van de camera op een printer. Daarnaast kunt u uit de volgende opties kiezen voor het afdrukken van foto's die op een geheugenkaart staan: • Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van een DPOF-compatibele printer. • Breng een geheugenkaart naar een digitale fotoservice. Als u uw foto’s op bovenstaande manieren wilt afdrukken, kunt u de foto’s en het gewenste aantal afdrukken per foto opgeven via de Afdrukopdracht (E42) optie in het weergavemenu.
E24
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
Camera aansluiten op een printer
1
Zet de camera uit.
2
Zet de printer aan. • Controleer de printerinstellingen.
3
Sluit de camera aan op de printer met de meegeleverde USB-kabel. • Let erop dat u de stekker correct plaatst. Zorg er bij het loskoppelen van de stekker voor dat u deze recht uit de aansluiting trekt.
Referentiegedeelte
4
Zet de camera aan. • Als de camera correct is aangesloten, wordt het PictBridge opstartscherm (1) weergegeven op de cameramonitor. Vervolgens wordt het Afdrukselectie venster (2) weergegeven.
1
2
Afdrukselectie
15/11 2011 NO. 32 32
E25
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
Afzonderlijke foto's afdrukken Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (E25), kunt u als volgt foto’s afdrukken.
1
Gebruik de multi-selector om de af te drukken foto te selecteren en druk op de k knop.
Afdrukselectie
15/11 2011
• Druk op de zoomknop f (h) om 12 miniaturen weer te geven, of naar g (i) om terug te keren naar de schermvullende weergave.
2
Selecteer Kopieën en druk op de k knop.
NO. 32 32
PictBridge 001 afdrukken
Afdrukken starten Kopieën Papierformaat
3
Selecteer het aantal afdrukken (maximaal negen) en druk op de k knop.
Kopieën
4
Referentiegedeelte
4
Selecteer Papierformaat en druk op de k knop.
PictBridge 004 afdrukken
Afdrukken starten Kopieën Papierformaat
E26
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
5
Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de k knop. • Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt selecteren, kiest u Standaard in het menu papierformaat.
6
Selecteer Afdrukken starten en druk op de k knop.
Papierformaat Standaard 3,5×5 in. 5×7 in. 100×150 mm 4×6 in. 8×10 in. Letter
PictBridge 004 afdrukken
Afdrukken starten Kopieën Papierformaat
7
Het afdrukken begint. • Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm uit stap 1 weer op de monitor weergegeven. • Als u wilt annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt, drukt u op de k knop.
Afdrukken 002 / 004
Annuleren
Meerdere foto’s afdrukken
Huidige afdruk/totaal aantal afdrukken
1
Als het Afdrukselectie scherm wordt weergegeven, drukt u op de d knop. • Het scherm Afdrukmenu wordt weergegeven.
2
Gebruik de multi-selector om Papierformaat te selecteren en druk op de k knop. • Druk op de d knop om het printmenu te verlaten.
Referentiegedeelte
Nadat u de camera op de juiste manier op de printer hebt aangesloten (E25), kunt u als volgt foto’s afdrukken.
Afdrukmenu Afdrukselectie Druk alle beelden af DPOF-afdrukken Papierformaat
E27
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen)
3
Selecteer het gewenste papierformaat en druk op de k knop. • Als u het papierformaat via de printerinstellingen wilt selecteren, kiest u Standaard in het menu papierformaat.
4
Selecteer Afdrukselectie, Druk alle beelden af of DPOF-afdrukken en druk op de k knop.
Papierformaat Standaard 3,5×5 in. 5×7 in. 100×150 mm 4×6 in. 8×10 in. Letter
Afdrukmenu Afdrukselectie Druk alle beelden af DPOF-afdrukken Papierformaat
Afdrukselectie
Referentiegedeelte
Selecteer de foto’s (max. 99) en het aantal Afdrukselectie 10 afdrukken per foto (maximaal negen). • Druk op J of K van de multi-selector om foto’s 1 1 2 3 te selecteren en druk daarna op H of I om het gewenste aantal per foto aan te geven. • Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u aan het pictogram (vinkje) en een Terug getal dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft. Als geen aantal afdrukken is opgegeven voor beelden, wordt de selectie geannuleerd. • Druk op de zoomknop g (i) om te wisselen naar de schermvullende weergave of naar f(h) om 12 miniaturen weer te geven. • Wanneer u alle instellingen hebt voltooid, drukt u op de k knop. • Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld Afdrukselectie wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten en drukt u vervolgens op de k knop om het 010 afdrukken afdrukken te starten. • Selecteer Annuleren en druk op k om terug te keren naar het printmenu. Afdrukken starten Annuleren
E28
Camera aansluiten op een printer (rechtstreeks printen) Druk alle beelden af Alle foto’s die in het interne geheugen of op de geheugenkaart zijn opgeslagen, worden een voor een afgedrukt. • Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten en drukt u vervolgens op de k knop om het afdrukken te starten. • Selecteer Annuleren en druk op k om terug te keren naar het printmenu.
Druk alle beelden af 018 afdrukken
Afdrukken starten Annuleren
DPOF-afdrukken Foto's waarvoor een afdrukopdracht is gegeven in de Afdrukopdracht optie (E42) kunnen worden afgedrukt. • Wanneer het menu zoals rechts afgebeeld wordt weergeven, kiest u Afdrukken starten en drukt u vervolgens op de k knop om het afdrukken te starten. • Selecteer Annuleren en druk op k om terug te keren naar het printmenu. • Als u de huidige printopdracht wilt bekijken, selecteert u Bek. beelden en drukt u op de k knop. Om het afdrukken te starten, drukt u nogmaals op de k knop.
DPOF-afdrukken 010 afdrukken
Afdrukken starten Bek. beelden Annuleren
Bek. beelden
10
Referentiegedeelte
Terug
5
Het afdrukken begint. • Wanneer het afdrukken is voltooid, wordt het scherm uit stap 2 weer op de monitor weergegeven. • Als u wilt annuleren voordat alle foto’s zijn afgedrukt, drukt u op de k knop.
Afdrukken 002 / 010
Annuleren
Huidige afdruk/totaal aantal afdrukken
C
Papierformaat
De camera ondersteunt de volgende papierformaten: Standaard (het standaard papierformaat voor de huidige printer), 3,5×5 in., 5×7 in., 100×150 mm, 4×6 in., 8×10 in., Letter, A3, en A4. Alleen de formaten die door de huidige printer worden ondersteund, worden weergegeven.
E29
Films bewerken Alleen de gewenste delen van de film kopiëren De gewenste delen van een opgenomen film kunnen als apart bestand worden opgeslagen (behalve voor films opgenomen met p iFrame 540 (960×540)).
1
Speel de te bewerken film af en stop op het beginpunt van het gedeelte dat moet worden gekopieerd (A84).
2
Gebruik de multi-selector J of K om I op het weergavepaneel te kiezen en druk op de k knop. • Het filmbewerkingsscherm verschijnt. 7m42s
3
Druk op H of I om J (Kies beginpunt) te kiezen op het bewerkingspaneel.
Kies beginpunt
• Druk op J of K om de startpositie aan te passen. • Druk op H of I om L (Terug) te kiezen en druk op de k knop om te annuleren. 8m48s
4 Referentiegedeelte
Druk op H of I om K (Kies eindpunt) te kiezen.
Kies eindpunt
• Druk op J of K om het eindpunt rechts op het eindpunt van het gewenste deel in te stellen. • Kies c (Voorbeeld) en druk op de k knop om de weergave van de film binnen het opgegeven bereik te 5m52s controleren, voordat deze wordt opgeslagen. Tijdens de weergave van het voorbeeld kan het volume worden aangepast met de zoomknop g/f. Druk nogmaals op de k knop om de weergave van het voorbeeld te stoppen.
5
Druk op H of I om m (Opslaan) te kiezen en druk op de k knop nadat de instellingen zijn afgerond.
6
Selecteer Ja en druk op de k knop. • De bewerkte film wordt opgeslagen. • Als u het opslaan wilt annuleren, selecteert u Nee.
Opslaan OK?
Ja Nee
E30
Films bewerken
B
Opmerkingen over Films bewerken
• Als een film is bewerkt, kan deze niet opnieuw worden gebruikt om delen uit een film te selecteren. Selecteer en bewerk de originele film om een ander bereik te selecteren. • Omdat bewerkte films worden onderverdeeld in 1 sec. units, is het mogelijk dat het ingestelde begin- en eindpunt iets afwijken. Secties korter dan twee seconden kunnen niet worden geselecteerd. • De bewerkingsfuncties zijn niet beschikbaar als er onvoldoende vrije ruimte is in het interne geheugen of op de geheugenkaart.
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
Referentiegedeelte
E31
Menu slim portret Beeldstand (beeldformaat en beeldkwaliteit) Zie “Beeldformaat wijzigen (beeldstand)” (A61) voor meer informatie over Beeldmodus.
Huid verzachten Opnamescherm weergeven in stand slim portret (A49) M d knop M F tab (A11) M Huid verzachten
Schakel huid verzachten in. Als de sluiter ontspant, herkent de camera een of meer gezichten (maximaal drie) en bewerkt de camera de foto om de huidtint van de gezichten te verzachten voordat de foto wordt opgeslagen. Voor de mate van huid verzachten die wordt toegepast, kan gekozen worden uit Hoog, Normaal (standaardinstelling) en Laag.
• Als huid verzachten ingeschakeld is, wordt het pictogram voor de actuele instelling op de monitor weergegeven tijdens de opname (A6). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven. De effecten van huid verzachten zijn niet zichtbaar tijdens het kadreren van het beeld voor het maken van de opname. Controleer de mate van huid verzachten die in de weergavestand wordt uitgevoerd.
Referentiegedeelte
Glimlachtimer Opnamescherm weergeven in stand slim portret (A49) M d knop M F tab (A11) M Glimlachtimer
Als Aan (standaardinstelling) is geselecteerd, herkent de camera gezichten. Als vervolgens een glimlach herkend wordt, ontspant de sluiter automatisch. • Als de glimlachtimer ingeschakeld is, wordt het pictogram voor de actuele instelling op de monitor weergegeven tijdens de opname (A6). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
E32
Menu slim portret
Knipperdetectie Opnamescherm weergeven in stand slim portret (A49) M d knop M F tab (A11) M Knipperdetectie
Als Aan geselecteerd is, dan laat de camera de sluiter automatische tweemaal ontspannen elke keer dat er een foto wordt gemaakt. Van de twee foto's, wordt de foto opgeslagen waarop de betreffende persoon de ogen geopend heeft. • Als de camera een foto heeft opgeslagen waarop de ogen van de betreffende persoon gesloten zijn, wordt het dialoogvenster aan de rechterzijde enkele seconden Er werd geknipperd op de foto die zojuist werd genomen. weergegeven. • De flitser kan niet gebruikt worden wanneer Aan geselecteerd is. • De standaardinstelling is Uit. • Als de knipperdetectie ingeschakeld is, wordt het pictogram voor de actuele instelling op de monitor weergegeven tijdens de opname (A6). Als Uit is gekozen, wordt geen pictogram voor de actuele instelling weergegeven.
Referentiegedeelte
E33
Het opnamemenu (A (Automatische) stand) Beeldstand (beeldformaat en beeldkwaliteit) Zie “Beeldformaat wijzigen (beeldstand)” (A61) voor meer informatie over Beeldmodus.
Witbalans (kleurinstelling aanpassen) Opnamescherm weergeven in A (Automatische) stand (A51) M d knop M A tab (A11) M Witbalans
De kleur van het licht dat door een voorwerp wordt weerkaatst, is afhankelijk van de kleur van de lichtbron. De hersenen van de mens passen zich aan wanneer de kleur van de lichtbron verandert. Hierdoor zijn witte voorwerpen in onze ogen altijd wit, of we ze nu in de schaduw, in de zon of bij het licht van een gloeilamp zien. Digitale camera’s doen iets vergelijkbaars door beelden te bewerken overeenkomstig de kleur van de lichtbron. Dit wordt de “witbalans” genoemd. Als u een foto met natuurlijke kleuren wilt maken, selecteert u van tevoren een witbalansinstelling die past bij de lichtbron. Voor de meeste soorten licht kunt u de standaardinstelling Automatisch gebruiken, maar voor het beste resultaat kunt u ook de witbalans voor een bepaalde lichtbron instellen. Optie
Beschrijving
Referentiegedeelte
a Automatisch (standaardinstelling)
De witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast. Dit is in de meeste omstandigheden de beste keuze.
b Handm. voorinstelling
Handig tijdens het fotograferen onder ongewone lichtomstandigheden. Zie “Handm. voorinstelling gebruiken” voor meer informatie (E35).
c Daglicht
Witbalans afgestemd op direct zonlicht.
d Gloeilamplicht
Voor opnames bij gloeilamplicht.
e TL-licht
Voor opnames bij TL-verlichting.
f Bewolkt
Voor het fotograferen bij een bewolkte hemel.
g Flitser
Voor opnames in flitsstand.
Het pictogram voor de actuele instelling, anders dan Automatisch, wordt weergegeven op de monitor (A6).
B
Opmerkingen over witbalans
• Als de witbalans niet is ingesteld op Automatisch of Flitser, stel de flitsstand dan in op W (uit) (A54). • Deze functie kan soms niet tegelijk worden gebruikt met andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
E34
Het opnamemenu (A (Automatische) stand)
Handm. voorinstelling gebruiken Gebruik deze instelling wanneer de witbalansinstelling (Automatisch, Gloeilamplicht, etc.) niet het gewenste resultaat oplevert, zoals bij het fotograferen onder ongebruikelijke lichtomstandigheden (bijv. wanneer u foto's wilt maken bij lamplicht en deze een roodachtige uitstraling moeten krijgen alsof deze bij normaal licht zijn gemaakt). Volg de onderstaande procedure om de witbalanswaarde te meten onder het opnamelicht.
1
Plaats een wit of grijs referentievoorwerp onder de verlichting die voor de foto wordt gebruikt.
2
Ga naar het opnamemenu (A51), gebruik de multi-selector om Witbalans op b Handm. voorinstelling in te stellen en druk vervolgens op de k knop. • Het objectief schuift uit in de zoomstand voor de meting.
3
Kies Meten. • Om de meest recent gemeten witbalanswaarde toe te passen, selecteert u Annuleren en drukt u op de k knop. De meest recent gemeten witbalanswaarde wordt ingesteld.
Kadreer een wit of grijs referentievoorwerp in de kadrering van het referentievoorwerp.
Automatisch Handm. voorinstelling Daglicht Gloeilamplicht TL-licht Bewolkt Flitser
Handm. voorinstelling
Annuleren Meten
Referentiegedeelte
4
Witbalans
Handm. voorinstelling
Annuleren Meten
Kadrering referentievoorwerp
5
Druk op de k knop om de witbalanswaarde te meten. • De sluiter ontspant en de witbalans wordt ingesteld op de nieuwe waarde (er wordt geen foto opgeslagen).
B
Opmerking over Handm. voorinstelling
De camera kan geen witbalans meten bij gebruik van de flitser. Bij gebruik van de flitser, stel Witbalans in op Automatisch of Flitser.
E35
Het opnamemenu (A (Automatische) stand)
Continu-opname Opnamescherm weergeven in A (Automatische) stand (A51) M d knop M A tab (A11) M Continu
Instellingen wijzigen voor continu-opname en BSS (Best Shot Selector). Optie Enkelvoudig U (standaardinstelling)
Beschrijving Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto.
Zolang de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera continu foto's met een snelheid van ongeveer 7,1 beelden per seconde (als de beeldstand is ingesteld op Q 4608×3456). De opname wordt gestopt wanneer de ontspanknop wordt losgelaten of er drie foto's continu zijn gemaakt. Zolang de ontspanknop volledig ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera ca. 12 foto's met een snelheid van ongeveer 1,4 beelden per seconde (als de m Continu L beeldstand is ingesteld op Q 4608×3456). Gebruik BSS als u bij weinig licht en zonder flitser wilt fotograferen met de camera in de telezoomstand of in andere situaties waarbij cameratrilling tot BSS (Best Shot onscherpe foto’s kan leiden. D De camera maakt max. 10 opnames terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt Selector) wordt gehouden. Daarna wordt automatisch de scherpste foto (die met de meeste details) geselecteerd en opgeslagen. Telkens wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt, maakt de camera 16 foto's met een snelheid van circa 30 beelden per seconde, waarna de foto's W Multi-shot 16 worden samengevoegd tot één beeld. • De beeldstand is vast ingesteld op L (2560 × 1920 pixels). • Digitale zoom is niet beschikbaar. k Continu H
Referentiegedeelte
Het pictogram voor de actuele instelling, anders dan Enkelvoudig, wordt weergegeven op de monitor (A6).
B
Opmerkingen over continu-opnamen
• Scherpstelling, belichting en witbalans worden vastgezet op de waarden van de eerste opname in elke reeks. • De beeldsnelheid kan afnemen afhankelijk van de beeldstand, het type geheugenkaart of de opnameomstandigheden. • Deze functie kan soms niet tegelijk worden gebruikt met andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
B
Opmerking over Best Shot Selector
BSS is bedoeld voor het fotograferen van stilstaande onderwerpen. BSS kan misschien niet de gewenste resultaten opleveren als het onderwerp beweegt of de compositie verandert.
B
Opmerking over Multi-shot 16
Er kunnen strepen of afwijkingen in helderheid of kleurinstelling optreden bij foto's die zijn gemaakt bij lichtbronnen die met een hoge frequentie flikkeren, zoals tl-lampen, kwikdamplampen of natriumlampen.
E36
Het opnamemenu (A (Automatische) stand)
ISO-waarde Opnamescherm weergeven in A (Automatische) stand (A51) M d knop M A tab (A11) M ISO-waarde
Hoe hoger de ISO-waarde, hoe minder licht nodig is voor het maken van foto's. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe donkerder onderwerp kan worden gefotografeerd. Bovendien kunt u nu zelfs van onderwerpen met vergelijkbare helderheid foto's maken met snellere sluitertijden, waarbij onscherpte veroorzaakt door cameratrilling en beweging van het onderwerp kunnen worden gereduceerd. • De ISO-waarde instellen op een hoog niveau is effectief bij het fotograferen van donkere onderwerpen zonder flitser, als gefotografeerd wordt in de telestand en vergelijkbare situaties, maar de gemaakte foto's kunnen korrelig zijn. Optie
Beschrijving
Vast bereik automatisch
De gevoeligheid is ISO 125–400 als de camera de ISOgevoeligheid automatisch aanpast. De ISO-gevoeligheid overschrijdt de maximale waarde niet. Stel de maximale waarde voor ISO-gevoeligheid in voor een effectieve regeling van de hoeveelheid “korrel” in de foto's.
125, 200, 400, 800, 1600, 3200
De ISO-gevoeligheid wordt vergrendeld op de vastgestelde waarde.
Het pictogram voor de ingestelde ISO-gevoeligheid wordt weergegeven op de monitor (A6). • Als Automatisch is geselecteerd, wordt het E pictogram niet weergegeven bij ISO 125, maar wel zodra de ISO-gevoeligheid automatisch wordt verhoogd naar meer dan 125 (A28). • Wanneer Vast bereik automatisch is geselecteerd, worden het pictogram U en de maximale waarde voor de ISO-gevoeligheid weergegeven.
B
Referentiegedeelte
Automatisch (standaardinstelling)
De gevoeligheid is ISO 125 bij voldoende verlichting; de camera compenseert te weinig verlichting door de gevoeligheid tot max. ISO 800 te verhogen.
Opmerking over instellingen ISO-waarde
Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
E37
Het opnamemenu (A (Automatische) stand)
AF-veldstand Opnamescherm weergeven in A (Automatische) stand (A51) M d knop M A tab (A11) M AF-veldstand
U kunt instellen hoe de camera het scherpstelveld kiest voor autofocus. Optie
a
Referentiegedeelte
w
E38
Beschrijving
Gezichtprioriteit (standaardinstelling)
De camera herkent en stelt scherp op het gezicht dat naar de camera kijkt (zie “Gezichtsdetectie gebruiken” (A65) voor meer informatie). 29m 0s 9s Als de camera meer dan één 1342 gezicht herkent, wordt scherpgesteld op het gezicht dat Scherpstelveld zich het dichtst bij de camera bevindt. Als onderwerpen anders dan mensen worden gefotografeerd, of een onderwerp wordt gekozen waarbij geen gezicht kan worden herkend, wordt de AF-veldstand ingesteld op Automatisch. De camera kiest automatisch het scherpstelveld (max. negen velden) met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt.
Automatisch
De camera kiest automatisch het scherpstelveld (max. negen velden) met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. 29m 0s 9s Druk de ontspanknop half in om het scherpstelveld te activeren. 1342 Wanneer de ontspanknop half Scherpstelvelden wordt ingedrukt, dan wordt het door de camera geselecteerde scherpstelveld weergegeven op de monitor (max. negen velden).
Het opnamemenu (A (Automatische) stand)
x
y
Optie
Beschrijving
Handmatig
Kies de scherpstelpositie uit 99 velden op het scherm. Deze optie is geschikt in situaties waarin het beoogde onderwerp relatief stil staat en zich niet in het midden van het beeld bevindt. Druk op de multi-selector H, I, J of K om een van de 99 Scherpstelveld scherpstelvelden te kiezen in het Te kiezen velden scherm met scherpstelvelden op de monitor en maak de opname. • Om de volgende instellingen aan te passen, druk op de k knop om tijdelijk het gekozen scherpstelveld te annuleren, en pas vervolgens elke instelling aan. - Flitsstand, macro-stand of zelfontspanner - Belichtingscorrectie Om terug te keren naar het scherm met scherpstelvelden, drukt u nogmaals op de k knop.
Centrum
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Het scherpstelveld wordt altijd in het midden van het beeld weergegeven.
29m 0s 9s 1342
Referentiegedeelte
Scherpstelveld
s
B
Onderwerp volgen
Onderwerp volgen begint zodra u heeft scherpgesteld op een onderwerp, waarna het scherpveld het onderwerp zal verplaatsen en het onderwerp zal volgen. Zie “Stand onderwerp volgen (scherpstellen op een bewegend onderwerp)” (E40).
Einde
Opmerkingen over AF-veldstand
• Als de digitale zoom actief is, stelt de camera altijd scherp op het onderwerp in het midden van het beeld, ongeacht de geselecteerde AF-veldstand optie. • In uitzonderlijke gevallen als onderwerpen worden gefotografeerd waarbij de autofocus niet werkt zoals verwacht (A31), is het onderwerp misschien niet scherpgesteld. • Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
E39
Het opnamemenu (A (Automatische) stand)
Stand onderwerp volgen (scherpstellen op een bewegend onderwerp) Opnamescherm weergeven in A (Automatisch) stand (A51) M d knop M A tab (A11) M AF-veldstand
Kies deze stand om bewegende onderwerpen te fotograferen. Onderwerp volgen begint zodra u heeft scherpgesteld op een onderwerp, waarna het scherpveld het onderwerp zal verplaatsen en het onderwerp zal volgen.
1
Gebruik de multi-selector om s Onderwerp volgen te selecteren en druk op de k knop. • De camera gaat naar onderwerp volgen-stand en een witte rand wordt weergegeven in het midden van het kader.
2
Gezichtprioriteit Automatisch Handmatig Centrum Onderwerp volgen
Kadreer het onderwerp in het midden van de rand en druk op de k knop.
Referentiegedeelte
• Het onderwerp wordt geregistreerd. • Als de camera niet kan scherpstellen op het onderwerp, licht de rand rood op. Wijzig de compositie en probeer het opnieuw. • Zodra het onderwerp is geregistreerd, wordt het omkaderd door een geel scherpstelveld, waarna het volgen van het onderwerp start. • Druk op de k knop om de registratie van het onderwerp te annuleren. • Als de camera het onderwerp uit beeld verliest, verdwijnt het scherpstelveld; registreer het onderwerp opnieuw.
3
AF-veldstand
Start
Einde
Druk op de ontspanknop om de foto te maken. • Als de camera scherpstelt binnen het scherpstelveld wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, wordt het scherpstelveld groen en wordt de scherpstelling vergrendeld. 1/250 F3.9 1/25 • Als de ontspanknop half wordt ingedrukt terwijl geen rand wordt weergegeven, stelt de camera scherp op het onderwerp in het midden van het beeld.
E40
Het opnamemenu (A (Automatische) stand)
B
Opmerkingen over Onderwerp volgen
• Digitale zoom is niet beschikbaar. • Stel de instellingen voor zoomstand, flitsstand of het menu in voordat u een onderwerp registreert. Als een van deze standen wijzigt nadat een onderwerp is geregistreerd, wordt de registratie geannuleerd. • Onder bepaalde condities, zoals bij snel bewegende onderwerpen, bij overmatig veel cameratrilling, of bij meerdere onderwerpen die op elkaar lijken, is het mogelijk dat de camera een onderwerp niet kan registreren of volgen of dat de camera een ander onderwerp volgt. Bovendien is het mogelijk dat het onderwerp niet correct wordt gevolgd t.g.v. de afmeting resp. helderheid daarvan. • In uitzonderlijke gevallen zien foto’s met automatische scherpstelling er niet uit als werd verwacht (A31). Het onderwerp is niet scherp ondanks het feit dat het scherpstelveld groen oplicht. Als u niet kunt scherpstellen, moet de instelling van de AF-veldstand gewijzigd worden naar Handmatig of Centrum, of kunt u proberen opnames te maken met de scherpstelvergrendeling (A67) door opnieuw scherp te stellen op een ander voorwerp op dezelfde afstand. • Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
Autofocus-stand Opnamescherm weergeven in A (Automatisch) stand (A51) M d knop M A tab (A11) M Autofocus-stand
Selecteer de manier waarop de camera scherpstelt. Beschrijving De camera stelt scherp wanneer u de ontspanknop half indrukt.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp zolang u de ontspanknop half indrukt. Gebruik deze optie voor bewegende onderwerpen. De camera geeft een geluidssignaal bij het scherpstellen.
B
Referentiegedeelte
Optie Enkelvoudige A AF (standaardinstelling)
Opmerking over AF-stand
Deze functie kan soms niet tegelijk worden gebruikt met andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
C
Autofocusstand voor Filmopname
De autofocus-stand voor filmopname kan worden ingesteld met Autofocus-stand (E56) in het filmmenu.
E41
Weergavemenu Zie “Foto's bewerken” (E15) voor de werking van de bewerkingsfuncties (Snel retoucheren, D-Lighting, Glamour-retouchering, Filtereffecten, Kleine afbeelding).
a Afdrukopdracht (een DPOF-afdrukopdracht maken) Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M a Afdrukopdracht
Wanneer u een van de volgende methodes kiest om foto's af te drukken die opgeslagen zijn op een geheugenkaart, kunnen de foto's en het aantal foto's dat moet worden afgedrukt van tevoren worden ingesteld op de geheugenkaart. • Afdrukken op een DPOF-compatibele (F23) printer die voorzien is van een kaartsleuf. • De afdrukken bestellen bij een digitale fotoservice met een DPOF-service. • Afdrukken door de camera aan te sluiten op een PictBridge-compatibele (F23) printer (E24). (Wanneer de geheugenkaart uit de camera wordt gemaakt, kunnen de afdrukopdrachten ook worden uitgevoerd voor de foto's die zijn opgeslagen op het intern geheugen.)
1
Gebruik de multi-selector om Beelden selecteren te selecteren en druk op de k knop.
Afdrukopdracht Beelden selecteren Afdrukopdracht wissen
Referentiegedeelte
• Als de favoriete foto's stand (E9), automatisch sorteren stand (E12) of de stand sorteer op datum (E14) is geselecteerd, wordt het menu rechts niet weergegeven. Ga verder bij stap 2.
2
Selecteer de foto’s (max. 99) en het aantal afdrukken per foto (maximaal negen).
Afdrukselectie 1
1
3
• Druk op J of K van de multi-selector om foto’s te selecteren en druk daarna op H of I om het gewenste aantal per foto aan te geven. • Foto’s die zijn geselecteerd voor afdrukken, herkent u Terug aan het pictogram (vinkje) en een getal dat het gewenste aantal afdrukken aangeeft. Als geen aantal afdrukken is opgegeven voor beelden, wordt de selectie geannuleerd. • Druk op de zoomknop g (i) om te wisselen naar de schermvullende weergave of naar f(h) om 12 miniaturen weer te geven. • Wanneer u alle instellingen hebt voltooid, drukt u op de k knop.
E42
Weergavemenu
3
Geef aan of u de opnamedatum en -informatie wilt afdrukken. • Selecteer Datum en druk op de k knop om de opnamedatum af te drukken op alle foto’s binnen de afdrukopdracht. • Selecteer Info en druk op de k knop om de fotoinformatie (sluitertijd en diafragmawaarde) af te drukken op alle foto’s binnen de afdrukopdracht. • Selecteer Gereed en druk op de k knop om de afdrukopdracht af te ronden.
Foto's die zijn geselecteerd voor afdrukken, kunt u herkennen aan het pictogram w in de weergavestand.
Afdrukopdracht
Gereed Datum Info
15/11/2011 15:30 0004.JPG
4 132
Opmerkingen over Afdrukken van opnamedatum en -informatie
Als u in het menu afdrukdracht de opties Datum en Info hebt geactiveerd, worden de opnamedatum en -informatie op de foto's afgedrukt indien u een DPOF-compatibele (F23) printer gebruikt die het afdrukken van de opnamedatum en -informatie ondersteunt. • Bij DPOF (E29) kan opname-informatie niet worden afgedrukt als de camera via de meegeleverde USB-kabel rechtstreeks is aangesloten op de printer. • Datum en Info worden gereset telkens wanneer het Afdrukopdracht-menu wordt weergegeven. • De datum en tijd die op de foto worden afgedrukt, zijn de datum en tijd van opname De datum en tijd die via deze optie worden afgedrukt, veranderen niet als de Tijdzone en datum-instellingen in het setup-menu van de camera worden aangepast nadat de foto is opgeslagen.
Referentiegedeelte
B
15/11/2011
E43
Weergavemenu
B
Opmerkingen over Afdrukopdracht
Als u een afdrukopdracht geeft in de stand favoriete beelden, de stand automatisch sorteren of de stand sorteer op datum, wordt het onderstaande scherm weergegeven indien er andere foto's voor afdrukken zijn geselecteerd dan die in het geselecteerde album, de geselecteerde categorie of de geselecteerde opnamedatum. • Selecteer Ja om de afdrukopdrachtinstelling aan de bestaande afdrukopdracht toe te voegen. • Selecteer Nee om de afdrukopdracht te verwijderen en de afdrukopdrachtinstelling te beperken. Afdrukopdracht
Afdrukopdracht
Afdrukmarkering voor andere beelden opslaan?
Afdrukmarkering voor andere data opslaan?
Ja Nee
Ja Nee
Stand favoriete beelden of automatisch sorteren
Stand sorteer op datum
Bovendien wordt het onderstaande scherm weergegeven wanneer er meer dan 99 foto's zijn na het toevoegen van de actuele afdrukopdrachtinstellingen. • Selecteer Ja om de afdrukopdracht te verwijderen en de afdrukopdrachtinstelling te beperken. • Selecteer Annuleren om de bestaande afdrukopdracht te behouden en de afdrukopdrachtinstelling te verwijderen.
Referentiegedeelte
C
Afdrukopdracht
Afdrukopdracht
Teveel geselecteerde beelden. Afdrukmarkering van andere beelden verwijderen?
Teveel geselecteerde beelden. Afdrukmarkering voor andere data verwijderen?
Ja Annuleren
Ja Annuleren
Stand favoriete beelden of automatisch sorteren
Stand sorteer op datum
Alle printopdrachten wissen
Selecteer bij stap 1 van de printopdrachtprocedure (E42) Afdrukopdracht wissen en druk op de k knop om de printopdrachten voor alle foto's te wissen.
C
Datumstempel
De opnamedatum en -tijd kunnen tijdens de opname worden afgedrukt op foto's door Datumstempel (E72) in te stellen in het setup-menu. Deze gegevens kunnen ook worden afgedrukt op printers die het afdrukken van datum en tijd niet ondersteunen. Alleen de datum en tijd van de datumstempel op foto's wordt afgedrukt, ook al is Afdrukopdracht geactiveerd door datum te selecteren in het afdrukopdrachtscherm.
E44
Weergavemenu
b Diashow Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M b Diashow
Bekijk de foto’s in het interne geheugen of op een geheugenkaart in een automatische diashow.
1
Gebruik de multi-selector om Start te selecteren en druk op de k knop.
Diashow Pauze
• Kies de volgende opties voordat Start geselecteerd Start Effecten wordt en druk op de k knop om de instelling te wijzigen. 1 Achtergrondmuziek OFF - Effecten: Selecteer Klassiek (standaardinstelling) of Tussenpauze 3s Zoomen als effect voor een diashow. Herhalen - Achtergrondmuziek: Selecteer Aan/Uit (standaardinstelling) voor BGM. - Tussenpauze: Selecteer Enkel handm. voortgang of weergavetijd van een foto. • Om de diashow automatisch te herhalen, activeert u Herhalen en drukt u op de k knop alvorens Start te kiezen. Als de optie herhalen is geactiveerd, wordt er een vinkje (w) in het selectievakje weergegeven.
2
De diashow begint.
3
Referentiegedeelte
• Druk op de multi-selector K om de volgende foto weer te geven of op J om de vorige foto weer te geven. Houd K ingedrukt om snel vooruit te spoelen of J om snel terug te spoelen. • Als Achtergrondmuziek is ingesteld, druk dan op de zoomknop g of f om het volume aan te passen. • Als u halverwege wilt afbreken of pauzeren, druk dan op de k knop.
Selecteer Stoppen of Herstarten. • Wanneer u de diashow verlaat of deze pauzeert, verschijnt het scherm zoals rechts wordt weergegeven. Kies G en druk op de k knop om naar stap 1 terug te keren. Kies F om de diashow nogmaals af te spelen.
B
Opmerkingen over diashows
• Van films (A84) die in een diashow zijn opgenomen, wordt alleen het eerste beeld weergegeven. • Bij reeksen (E51) waarvan de weergaveopties zijn ingesteld op Enkel hoofdfoto, wordt alleen de hoofdfoto weergegeven. • Foto's die met eenvoudig panorama zijn genomen, worden in de schermvullende weergave getoond wanneer ze worden weergegeven in een diashow. Ze worden niet vooruit geschoven. • Diashows worden max. 30 minuten weergegeven, ook als Herhalen is geselecteerd (E77).
E45
Weergavemenu
d Beveiligen Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M d Beveiligen
Geselecteerde foto’s tegen ongewild wissen beveiligen. Selecteer in het fotoselectiemenu een foto en stel beveiligen in of annuleer dit. Zie “Het fotoselectiescherm” (E47) voor meer informatie. Let op: Wanneer het interne geheugen van de camera of de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden beveiligde bestanden permanent gewist (E78). Beveiligde foto’s zijn te herkennen aan het pictogram s in de weergavestand (A8).
Referentiegedeelte
E46
Weergavemenu
Het fotoselectiescherm Het fotoselectiescherm wordt weergegeven in de volgende menu's Er kan voor een aantal menu's slechts één beeld worden geselecteerd, terwijl voor andere menu-items meerdere beelden tegelijk kunnen worden gekozen. Functies waarvoor slechts één beeld kan worden geselecteerd • Weergavemenu: Beeld draaien (E48), Kies hoofdfoto (E51) • Setup-menu: Selecteer beeld in Welkomstscherm (E66)
Functies waarvoor meerdere beelden tegelijk kunnen worden geselecteerd • Weergavemenu: Beelden selecteren in Afdrukopdracht (E42), Beveiligen (E46), Geselecteerde beelden in Kopiëren (E50), Favoriete beelden (E9), Verwijderen uit favor. (E10) • Wis gesel. beeld(en) in Overbodige foto’s wissen (A34)
Volg de onderstaande procedure om beelden te selecteren.
1
Druk op de multi-selector J of K om het gewenste beeld te selecteren. • Druk op de zoomknop g (i) om te wisselen naar de schermvullende weergave of naar f(h) om te wisselen naar 12 miniaturen. • Voor functies waarbij slechts 1 beeld wordt geselecteerd, gaat u verder met stap 3.
Druk op H of I om te selecteren of te deselecteren (of het aantal afdrukken).
Terug
ON/OFF
Referentiegedeelte
2
Beveiligen
Beveiligen
• Als een beeld geselecteerd is, verschijnt een vinkje (y) naast het beeld. Herhaal stap 1 en 2 als u nog meer beelden wilt selecteren. Terug
3
ON/OFF
Druk op de k knop om de beeldselectie toe te passen. • Bij selecties zoals Geselecteerde beelden, wordt het bevestigingsvenster weergegeven. Volg de aanwijzingen op het scherm.
E47
Weergavemenu
f Beeld draaien Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M f Beeld draaien
Wijzig de beeldoriëntatie van foto’s die worden weergegeven op de cameramonitor na opname. Foto’s kunnen 90° met de klok mee en 90° tegen de klok worden geroteerd. Foto’s die in “staande” portretstand zijn gemaakt, kunnen 180° omhoog worden gedraaid in beide richtingen. Kies een foto in het fotoselectiescherm (E47) om het scherm Beeld draaien weer te geven. Druk op de multi-selector J of K om de foto 90° te draaien. Druk op de k knop om de weergegeven oriëntatie in te stellen en bewaar deze informatie samen met de foto.
Referentiegedeelte
B
Foto's in een reeks draaien
Terwijl de hoofdfoto van een reeks wordt weergegeven, kunnen beelden niet worden gedraaid. Pas de instelling toe na de weergave van afzonderlijke foto's (E7, E51).
E48
Weergavemenu
E Spraakmemo Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M E Spraakmemo
Met de microfoon in de camera kunt u spraakmemo's opnemen voor foto's. • Het spraakopnamescherm wordt weergegeven voor een foto zonder spraakmemo, terwijl het scherm voor het afspelen van een spraakmemo wordt weergegeven voor een foto met spraakmemo (een foto gemarkeerd met p in de schermvullende weergave).
Spraakmemo’s opnemen • De opname eindigt na ongeveer 20 seconden of wanneer u de k knop loslaat. • Raak de microfoon tijdens de opname niet aan. • Tijdens de opname knipperen o en p op de monitor. • Nadat het opnemen is beëindigd, wordt het scherm voor het afspelen van een spraakmemo weergegeven. 17s
Spraakmemo’s afspelen Foto's waarvoor een spraakmemo is opgenomen zijn te herkennen aan p in de schermvullende weergave. • Druk op de k knop en houd deze ingedrukt om een spraakmemo af te spelen. Om het afspelen te beëindigen, drukt u nogmaals op de k knop. • Druk op de zoomknop g of f tijdens de weergave om het afspeelvolume aan te passen. • Druk op de multi-selector J voor of na het afspelen van een spraakmemo om terug te keren naar het weergavemenu. Druk op de d knop om het weergavemenu te verlaten.
12s
Druk op de l knop op het scherm voor het afspelen van een spraakmemo. Druk op multi-selector H of I om Ja te selecteren en druk op de k knop om alleen de spraakmemo te wissen.
B
Bestand wordt gewist. OK?
Referentiegedeelte
Spraakmemo’s wissen
Ja Nee
Opmerkingen over Spraakmemo’s
• Wanneer een foto met een spraakmemo wordt gewist, worden zowel de foto als de spraakmemo gewist. • Spraakmemo’s kunnen niet worden opgenomen bij een foto waaraan reeds een spraakmemo is gekoppeld. De actuele spraakmemo moet eerst worden gewist voordat een nieuwe spraakmemo kan worden opgenomen. • COOLPIX AW100 kan geen spraakmemo's opnemen voor een foto gemaakt met andere camera's dan de COOLPIX AW100. • Spraakmemo's kunnen niet gewist worden voor een foto in Beveiligen (E46).
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
E49
Weergavemenu
h Kopiëren (kopiëren tussen interne geheugen en geheugenkaart) Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M h Kopiëren
Kopieer foto’s tussen het interne geheugen en een geheugenkaart.
1
Selecteer met de multi-selector de gewenste optie in het kopieerscherm en druk vervolgens op de k knop.
Kopiëren
• q: Foto’s kopiëren van het interne geheugen naar de geheugenkaart. • r: Foto’s kopiëren van de geheugenkaart naar het interne geheugen.
2
Selecteer een kopieeroptie en druk op de k knop.
Geselecteerde beelden Alle beelden
Referentiegedeelte
• Geselecteerde beelden: Geselecteerde foto’s van het beeldselectiescherm kopiëren (E47). Als een reeks wordt geselecteerd waarvoor alleen een hoofdfoto wordt weergegeven (E7), dan worden alle foto's in de weergegeven reeks gekopieerd. • Alle beelden: Alle foto’s kopiëren. Als een foto in een reeks wordt geselecteerd, wordt deze optie niet weergegeven. • Huidige reeks: Deze optie wordt weergegeven als een foto in een reeks geselecteerd is voordat het weergavemenu wordt weergegeven. Alle foto's in de actuele reeks worden gekopieerd.
B
Opmerkingen over het kopiëren van foto’s
• Bestanden van het JPEG-, MOV- en WAV-formaat kunnen worden gekopieerd. Bestanden die in een andere indeling zijn opgenomen, kunnen niet worden gekopieerd. • “Spraakmemo” (E49) toegevoegd aan foto's en Beveiligen instelling (E46) worden ook samen met de foto's gekopieerd. • Foto’s die met een camera van een ander merk of ander model zijn gemaakt of op een computer zijn bewerkt, kunnen niet worden gekopieerd. • Afdrukopdracht instellingen (E42) en de inhoud van het album (E9) worden niet samen met de foto's gekopieerd. • Foto's of films die van het interne geheugen of een geheugenkaart gekopieerd worden, kunnen niet worden weergegeven in de stand automatisch sorteren (E12). • Als Reeksweergaveopties (E51) is ingesteld op Enkel hoofdfoto, een foto in de reeks geselecteerd wordt en de k knop wordt ingedrukt om afzonderlijke foto's (E7) weer te geven, dan is alleen r (geheugenkaart naar intern geheugen) foto kopiëren beschikbaar.
E50
Weergavemenu
C
Bericht: “Geheugen bevat geen beelden.”
Als u de weergavestand selecteert terwijl er geen foto’s op de geheugenkaart staan, wordt het bericht Geheugen bevat geen beelden. weergegeven. Druk op de d knop om het scherm Kopiëren weer te geven en kopieer de foto’s in het interne geheugen van de camera naar de geheugenkaart.
C
Meer informatie
Zie “Bestands- en mapnamen” (E85) voor meer informatie.
C Reeksweergaveopties Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M C Reeksweergaveopties
Kies de methode die gebruikt wordt voor het weergeven van een serie continu gemaakte foto's (reeks, E7) wanneer ze in de schermvullende weergave (A32) of in miniatuurweergave bekeken worden (A33). De instellingen worden op alle reeksen toegepast en de instelling wordt opgeslagen in het geheugen van de camera, zelfs als de camera uitgeschakeld wordt. Optie
Beschrijving Elke foto in een reeks wordt weergegeven.
Enkel hoofdfoto (standaardinstelling)
Verander de weergave van een reeks waarbij foto's afzonderlijk worden weergegeven naar de weergave van alleen de hoofdfoto.
x Kies hoofdfoto
Referentiegedeelte
Individuele foto's
Druk op de c knop (weergavestand) M d knop (A11) M x Kies hoofdfoto
Als Reeksweergaveopties is ingesteld op Enkel hoofdfoto, kan de hoofdfoto in de schermvullende weergave (A32) of miniatuurweergave (A33) voor elke reeks foto's worden ingesteld. • Als deze instelling wordt gewijzigd voordat d wordt ingedrukt, selecteer dan eerst de gewenste reeks met behulp van de schermvullende weergave of de miniatuurweergave. • Als het selectiescherm voor de hoofdfoto wordt weergegeven, selecteert u een foto. Zie “Het fotoselectiescherm” (E47) voor meer informatie.
E51
Het filmmenu Filmopties Weergave van het opnamescherm M d knop M e (film) tab (A11) M Filmopties
U kunt het type film kiezen dat moet worden opgenomen. De camera kan films opnemen op normale snelheid en op hoge snelheid (HS) (E54), die vertraagd of versneld kunnen worden weergegeven. Hoe groter het beeldformaat en de bitsnelheid, hoe hoger de beeldkwaliteit; het bestandsformaat wordt echter ook groter.
Films op normale snelheid Optie
Beschrijving
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden d HD 1080pP (1920×1080) opgenomen. (standaardinstelling) • Filmbitsnelheid: 14 Mbps • Beeldsnelheid: 30 beelden per seconde
Referentiegedeelte
e HD 1080p (1920×1080)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen. • Filmbitsnelheid: 12 Mbps • Beeldsnelheid: 30 beelden per seconde
f HD 720p (1280×720)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen. • Filmbitsnelheid: 9 Mbps • Beeldsnelheid: 30 beelden per seconde
p iFrame 540 (960×540)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen. Dit is een van de formaten die ondersteund worden door Apple Inc. • Filmbitsnelheid: 24 Mbps • Beeldsnelheid: 30 beelden per seconde Wanneer het interne geheugen van de camera wordt gebruikt voor opname, is het mogelijk dat de filmopname plotseling stopt afhankelijk van de samenstelling van het beeld. Geadviseerd wordt om een geheugenkaart met een SD snelheidsklasse van “Class 6” of hoger te gebruiken voor belangrijke films.
g VGA (640×480)
Films met een hoogte/breedte-verhouding van 4:3 worden opgenomen. • Filmbitsnelheid: 3 Mbps • Beeldsnelheid: 30 beelden per seconde
B
Opmerking over p iFrame 540 (960×540)
De filmbewerkingsfuncties kunnen niet worden gebruikt.
C
Meer informatie
Zie “Maximale filmduur” (A82) voor meer informatie.
E52
Het filmmenu
HS-films Zie “Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film)” (E54) voor meer informatie. Optie
Beschrijving
k HS 240 bps (320×240)
Slow motion films op 1/8 van de normale snelheid met een hoogte/ breedte-verhouding van 4:3 worden opgenomen. • Max. filmlengte*: 10 s (afspeeltijd: 1 min 20 s) • Filmbitsnelheid: 640 kbps • Beeldsnelheid: 240 beelden per seconde
h HS 120 bps (640×480)
Slow motion films op 1/4 van de normale snelheid met een hoogte/ breedte-verhouding van 4:3 worden opgenomen. • Max. filmlengte*: 15 s (afspeeltijd: 1 min) • Filmbitsnelheid: 3 Mbps • Beeldsnelheid: 120 beelden per seconde
i HS 60 bps (1280×720)
Slow motion films op 1/2 van de normale snelheid met een hoogte/ breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen. • Max. filmlengte*: 30 s (afspeeltijd: 1 min) • Filmbitsnelheid: 9 Mbps • Beeldsnelheid: 60 beelden per seconde
j HS 15 bps (1920×1080)
Fast motion films op 2× de normale snelheid met een hoogte/ breedte-verhouding van 16:9 worden opgenomen. • Max. filmlengte*: 2 min (afspeeltijd: 1 min) • Filmbitsnelheid: 14 Mbps • Beeldsnelheid: 15 beelden per seconde
Openen met HS-beelden
Referentiegedeelte
* De maximale opnametijd heeft uitsluitend betrekking op het gedeelte dat wordt opgenomen voor slow motion of fast motion weergave. • De filmbitsnelheid geeft de hoeveelheid gegevens die per seconde wordt opgenomen aan. Omdat een variabele bitsnelheid (VBR)-systeem wordt toegepast, zal de filmopnamesnelheid automatisch variëren afhankelijk van het onderwerp, waardoor meer gegevens per seconde worden opgenomen voor films waarin onderwerpen regelmatig bewegen; hierdoor zal de totale bestandsgrootte van een dergelijke film hoger zijn.
Weergeven van het opnamescherm M d knop M e (film) tab (A11) M Openen met HSbeelden
Als er HS-films worden opgenomen, selecteer dan aan het begin van de opname of er al dan niet slow motion of fast motion films moeten worden opgenomen. Optie
Beschrijving
Aan HS-films worden opgenomen wanneer de opname begint. (standaardinstelling) Uit
Films op normale snelheid worden opgenomen zodra de opname start. Druk op de k knop om over te schakelen naar HS-filmopname op het punt waarbij de camera moet opnemen voor slow motion of fast motion weergave.
E53
Het filmmenu
Films opnemen in slow motion en fast motion (HS-film) Weergeven van het opnamescherm M d knop M e (film) tab (A11) M Filmopties
HS (high speed)-films kunnen worden opgenomen. Films opgenomen met HS-film kunnen in slow motion worden afgespeeld op 1/8, 1/4 of 1/2 van de normale afspeelsnelheid, of worden afgespeeld in fast motion op twee keer de normale snelheid. Tijdens het opnemen van films kan de camera worden overgeschakeld van filmopname met normale snelheid naar slow motion of fast motion filmopname.
1
Gebruik de multi-selector om HS-film te selecteren (E53) en druk op de k knop. • Druk op de d knop na het wijzigen van de instellingen en keer terug naar het opnamescherm.
2
Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te starten.
Filmopties HD 1080p (1920×1080) HD 1080p (1920×1080) HD 720p (1280×720) iFrame 540 (960×540) VGA (640×480) HS 240 bps (320×240) HS 120 bps (640×480)
HS-filmopties
Referentiegedeelte
• De monitor wordt even even uitgeschakeld en vervolgens start de HS-filmopname. • De camera stelt scherp op het midden van het beeld. Scherpstelvelden worden tijdens de opname niet weergegeven. 7m23s • Bij het opnemen van films met i HS 60 bps (1280×720) of j HS 15 bps (1920×1080), Bij het opnemen van films verandert de monitorweergave naar een hoogte/ op normale snelheid breedte-verhouding van 16:9. • Als de Openen met HS-beelden (E53) is ingesteld op Uit, worden films op normale snelheid opgenomen wanneer de opname begint. Druk op de k knop om over te schakelen naar HS-filmopname op het punt waarbij de camera moet opnemen voor slow motion of fast motion weergave. 9s • Elke keer dat de k wordt ingedrukt, wisselt de camera Bij het opnemen van tussen filmopname met normale snelheid naar slow HS-films motion of fast motion filmopname. • Als de beschikbare opnametijd voor HS-films (E53) op raakt, schakelt de camera over op filmopname met normale snelheid. • Bij het opnemen van HS-films verandert de weergave van de maximale filmlengte en wordt de beschikbare opnametijd voor HS-filmopname getoond. • De HS-filmopties geven het type HS-film weer dat wordt opgenomen en veranderen afhankelijk van het type film dat wordt opgenomen.
3 E54
Druk op de b (e filmopname) knop om de filmopname te beëindigen.
Het filmmenu
B
Opmerkingen over HS-film
• Delen die worden opgenomen voor slow motion of fast motion weergave worden zonder geluid opgenomen. • Zoomstand, scherpstelling, belichting en witbalans worden vergrendeld wanneer de b (e filmopname) knop wordt ingedrukt om de opname te starten.
D
HS-film
Opgenomen films kunnen worden afgespeeld met ca. 30 beelden per seconde, inclusief delen die zijn opgenomen met HS-film. Als Filmopties (E52) in het filmmenu is ingesteld op k HS 240 bps (320×240), h HS 120 bps (640×480) of i HS 60 bps (1280×720), kunnen films worden opgenomen die in slow motion kunnen worden weergegeven. Indien ingesteld op j HS 15 bps (1920×1080) kunnen films worden opgenomen die in fast motion kunnen worden afgespeeld met twee keer de normale snelheid. Delen opgenomen met h HS 120 bps (640×480): Een film van 10 seconden wordt opgenomen wanneer er wordt opgenomen met als doel een opname met hoge snelheid. Films die met hoge snelheid worden opgenomen, kunnen in slow motion vier keer langzamer dan de normale snelheid worden weergegeven.
Opnemen
15 s
Weergave
1 min
Delen opgenomen met j HS 15 bps (1920×1080): Een film van 2 minuten wordt opgenomen wanneer er wordt opgenomen met als doel een weergave op hoge snelheid. De weergave is twee keer sneller.
Opnemen Weergave
Referentiegedeelte
Slow motion weergave (geen geluid)
2 min 1 min Fast motion weergave (geen geluid)
E55
Het filmmenu
Autofocus-stand Weergave van het opnamescherm M d knop M e (film) tab (A11) M Autofocus-stand
Kies hoe de camera bij het opnemen van films op normale snelheid moet scherpstellen (E52). Optie
Beschrijving
A Enkelvoudige AF (standaardinstelling)
De scherpstelling is vergrendeld als op de b (e filmopname) knop wordt gedrukt om de opname te starten. Kies deze optie als de afstand tussen de camera en het onderwerp nagenoeg gelijk blijft.
B Fulltime-AF
De camera stelt continu scherp tijdens de filmopname. Geschikt voor het maken van opnames als de afstand tussen de camera en het onderwerp verandert. Het is mogelijk dat camerageluid als deze scherpstelt mee wordt opgenomen. Geadviseerd wordt om Enkelvoudige AF te selecteren als dit hoorbaar is op de opname.
Filmlicht Weergeven van het opnamescherm M d knop M e (film) tab (A11) M Filmlicht
Filmlicht voor het maken van opnames op donkere plaatsen in- resp. uitschakelen. Optie
Beschrijving
Referentiegedeelte
Aan
Het filmlicht wordt ingeschakeld voor het maken van films.
Uit (standaardinstelling)
Het filmlicht is uitgeschakeld.
Windruisreductie Weergeven van het opnamescherm M d knop M D (film) tab (A11) M Windruisreductie
Stel in of windruis wel of niet onderdrukt moet worden tijdens een filmopname met normale snelheid (E52). Optie
Beschrijving
Y
Aan
De windruis op de ingebouwde cameramicrofoon tijdens de opname wordt geminimaliseerd. Deze instelling is geschikt voor opnames bij harde wind. Andere geluiden zijn mogelijk moeilijk te horen tijdens het afspelen.
k
Uit (standaardinstelling)
Windruis is niet verminderd.
Als Aan is ingeschakeld, verschijnt het betreffende pictogram op de monitor tijdens de opname (A6).
E56
Kaartmenu GPS-instellingen Weergave van een kaart (A88) M d knop M U tab (A11) M GPS-opties Optie
Beschrijving
Indien ingesteld op Aan, worden signalen van de GPS-satelliet GPS-geg. opnemen ontvangen en begint de positionering (A86). • De standaardinstelling is Uit.
Synchroniseren
De signalen van de GPS-satelliet worden gebruikt om de datum en tijd van de interne cameraklok in te stellen (alleen als GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het kaartmenu is ingesteld op Aan). Controleer de positioneringsstatus voordat het synchroniseren wordt gestart.
A-GPS-best. bijwerken
Voor het updaten van het A-GPS (assist GPS) bestand wordt een geheugenkaart gebruikt. Door gebruik te maken van het meest recente A-GPS bestand kan de tijd voor het volgen van de positie-informatie worden ingekort.
A-GPS bestand updaten
1
Download het meest recente A-GPS bestand van de website naar uw computer.
2
Gebruik een kaartlezer of een ander apparaat om het gedownloade bestand naar de “NCFL” map op de geheugenkaart te kopiëren.
Referentiegedeelte
Download het meest recente A-GPS bestand van de onderstaande website en gebruik dit om het bestand te updaten. http://nikonimglib.com/agps/index.html • Het A-GPS bestand voor COOLPIX AW100 is alleen beschikbaar op bovenvermelde website.
• De “NCFL” map bevindt zich direct onder de hoofddirectory van de geheugenkaart. Als de geheugenkaart niet over een “NCFL” map beschikt, maak dan een nieuwe map aan.
3 4
Plaats de geheugenkaart met het gekopieerde bestand in de camera.
5
Druk op de d knop om het mapmenu weer te geven en gebruik de multi-selector om GPS-opties te selecteren.
6
Selecteer A-GPS-best. bijwerken en update het bestand.
Zet de camera aan en druk op de actieknop om een map weer te geven.
E57
Kaartmenu
B
Opmerkingen over synchroniseren
• De aanpassing van de datum/tijd door Synchroniseren wordt ingesteld op basis van de tijdzone die is ingesteld in Tijdzone en datum (A24, E67) van het setup-menu. Controleer de tijdzone voordat Synchroniseren wordt ingesteld. • De datum/tijd die met Synchroniseren is ingesteld, is niet zo nauwkeurig als een radiografische klok. Gebruik Tijdzone en datum in het setup-menu om de tijd in te stellen als deze in Synchroniseren niet nauwkeurig is.
B
Opmerkingen over A-GPS bestand updaten
• De geldigheidsperiode van het A-GPS bestand is zeven dagen. De geldigheidsperiode kan op het updatescherm gecontroleerd worden. • Als de geldigheidsperiode van het A-GPS bestand verlopen is, wordt het volgen van de positieinformatie niet ingekort. Geadviseerd wordt om het A-GPS bestand bij te werken voordat de GPSfunctie wordt gebruikt.
Afstandeenheden Weergave van een kaart (A88) M d knop M U tab (A11) M Afstandeenheden
Voor de afstandeenheden van de kaartweergave kan gekozen worden uit km (m) (kilometers, meters) (standaardinstelling) of mi (yd) (mijlen, yards).
Referentiegedeelte
E58
Kaartmenu
Afstand berekenen Druk op de c knop (weergavestand) M Weergave van een kaart (A88) M d knop M U tab (A11) M Afstand berekenen
Hiermee wordt de lineaire afstand van de actuele locatie tot de opnamelocatie op het beeld of tussen opnamelocaties.
1
Selecteer met de multi-selector het doel voor het berekenen van de afstand en druk vervolgens op de k knop.
Afstand berekenen Positie nu<–>beeld Beeld<–>beeld
• Positie nu<–>beeld: Berekent de afstand van de actuele locatie tot de opnamelocatie van het beeld (alleen als GPS-geg. opnemen in GPS-opties van het kaartmenu is ingesteld op Aan). De bevestiging van de actuele positie wordt gestart. Ga verder met stap 3. • Beeld<–>beeld: Berekent de afstand tussen de opnamelocatie van twee beelden.
2
Druk op J of K om het beeld te selecteren dat het beginpunt is en druk op de k knop. • Gebruik de zoomknop (f (h)/g (i)) om de schaal van de kaart aan te passen.
500km
Kies beginpunt
Terug
Druk op J of K om het beeld te selecteren dat het eindpunt is. • Elke keer dat een beeld geselecteerd wordt, wordt de afstand op het scherm weergegeven. • Druk op de k knop om de berekening van de afstand te beëindigen.
500km
Kies eindpunt
Terug
100m
Referentiegedeelte
3
Beeld selecteren
Beeld selecteren
Afstand
B
Opmerking over Afstand berekenen
Als de positie-informatie niet op het beeld wordt opgeslagen, kan de afstand niet berekend worden.
E59
Kaartmenu
Bezienswaardigheden (POI) (opslaan en weergeven van informatie m.b.t. locatienaam) Weergave van een kaart (A88) M d knop M U tab (A11) M Bezienswaardigheden (POI)
Hiermee wordt aangeduid hoe de POI (bezienswaardigheid, informatie m.b.t. locatienaam) moet worden ingesteld. Optie
Beschrijving
POI weergeven
Indien ingesteld op Aan, wordt de informatie m.b.t. de locatienaam weergegeven op het opnamescherm of weergavescherm (A6, 8). • De standaardinstelling is Uit.
Detailleringsniveau
Stel het weergaveniveau van de informatie m.b.t. de locatienaam in. Een hoger weergaveniveau toont nauwkeurige regio-informatie en een lager weergaveniveau toont regio-informatie voor een groter gebied (zoals landnamen). Indien ingesteld op niveau 1, worden landnamen weergegeven. Indien ingesteld op niveau 6, worden namen van herkenningspunten (faciliteiten) weergegeven. De weergegeven informatie voor niveau 2 tot 5 varieert afhankelijk van het land waar de kaart wordt weergegeven.
Referentiegedeelte
POI inbedden
Indien ingesteld op Aan, wordt de informatie m.b.t. de locatienaam opgeslagen op de foto's die gemaakt worden. • De standaardinstelling is Uit. • De informatie m.b.t. de locatienaam kan worden opgeslagen op een foto of een video.
Als POI bijwerken geselecteerd is tijdens de weergavestand, dan kan de opgeslagen informatie m.b.t. de locatienaam op het beeld gewijzigd worden. POI bewerken
• Indien niveau 6 geselecteerd is, druk dan op de multi-selector J of K om de naam van het herkenningspunt te wijzigen. • Om het kaartinformatieniveau te wijzigen, drukt u op de multiselector H of I.
Als POI verwijderen geselecteerd is, wordt de informatie m.b.t. de locatienaam op het beeld gewist.
C
Weergave van POI
Als er geen informatie m.b.t. de locatienaam in het weergaveniveau ingesteld was, wordt “---” weergegeven.
E60
Kaartmenu
Log aanmaken (log met reisinformatie opnemen) Weergave van een kaart (A88) M d knop M U tab (A11) M Log aanmaken
Wanneer het opnemen van een log wordt gestart, wordt de gemeten volginformatie voor een bepaalde duur opgeslagen tot een vooraf ingestelde tijd verstreken is. Om de loggegevens (E63) weer te geven, moeten deze op een geheugenkaart worden opgeslagen.
1
2
Gebruik de multi-selector om Log starten te selecteren en druk op de k knop.
Selecteer de duur dat de log moet worden opgenomen en druk vervolgens op de k knop.
Log aanmaken Log starten Log beëindigen
Log starten Gegev. voor volg. 6 uur loggen Gegev. vr. volg. 12 uur loggen Gegev. vr. volg. 24 uur loggen Gegev. vr. volg. 72 uur loggen
• Het opnemen van de log wordt gestart. • De loggegevens worden elke minuut opgenomen tot de vooraf ingestelde tijd verstreken is.
3
Wanneer het opnemen van de log voltooid is, selecteer dan Log beëindigen in Log aanmaken in het kaartmenu en druk op de k knop.
500km
Referentiegedeelte
• Tijdens het opnemen van de log wordt D op het scherm weergegeven.
Log aanmaken Log starten Log beëindigen
E61
Kaartmenu
4
Selecteer Log opslaan en druk op de k knop. • De loggegevens worden opgeslagen op een geheugenkaart.
B
Log beëindigen Log opslaan Log wissen
Opmerkingen over Log opnemen
Referentiegedeelte
• Als de datum en tijd niet zijn ingesteld, kan de log niet worden opgenomen. • Als de datum en tijd in Tijdzone en datum (A24, E67) in het setup-menu of Synchroniseren in GPS-opties (E57) van het kaartmenu gewijzigd worden tijdens het opnemen van de log, dan wordt het opnemen van de log geannuleerd. • Het opnemen van de log wordt gepauzeerd bij de onderstaande bewerkingen. Het opnemen van de log wordt hervat zodra deze bewerkingen geannuleerd worden. - Tijdens een continu-opname - Tijdens een filmopname - Indien verbonden met een USB-kabel • Zelfs als de batterij van de camera verwijderd wordt, verstrijkt de logopslagtijd op basis van de interne klok en wordt de log opgenomen. • De loggegevens worden tijdelijk in de camera opgeslagen. Nieuwe logs kunnen niet opgenomen worden als de loggegevens in de camera achterblijven. Na het opnemen van de loggegevens moeten deze op een geheugenkaart worden opgeslagen. • Er kunnen maximaal 36 items met loggegevens op één dag worden opgenomen. • Er kunnen maximaal 100 items met loggegevens op één geheugenkaart worden opgeslagen.
C
Loggegevens wissen
• Om tijdelijk in de camera opgeslagen loggegevens te wissen, selecteert u Log wissen bij stap 4. • Om de op de geheugenkaart opgeslagen loggegevens te wissen, drukt u op de l knop in Log weergeven (E63).
E62
Kaartmenu
Log weergeven (log op een kaart weergeven) Weergave van een kaart (A88) M d knop M U tab (A11) M Log weergeven
Geef de loggegevens opgeslagen op de geheugenkaart weer op de kaart met Log aanmaken (E61) om uw reisroute te controleren.
1
Selecteer met de multi-selector de weer te geven loggegevens en druk vervolgens op de k knop. • De reisroute wordt aangeduid met een blauwe lijn.
2
Controleer de reisroute.
Log weergeven 26/11/2011 [1] 26/11/2011 [2] 20/11/2011 18/11/2011 15/11/2011
500km
• Gebruik de zoomknop (f (h)/g (i)) om de schaal van de kaart aan te passen. • Gebruik de multi-selector H, I, J of K om de kaartweergave te verplaatsen. • Druk op de l knop om de weergegeven loggegevens te wissen.
Loggegevens wissen
C
Referentiegedeelte
Druk op de l knop bij stap 1 om de loggegevens te wissen. • Geselecteerd log: De geselecteerde loggegevens worden gewist. • Alle logs: Alle loggegevens op de geheugenkaart worden gewist.
Loggegevens
De loggegevens voldoen aan het NMEA-formaat. De weergave daarvan in andere software of op een andere camera is echter niet gegarandeerd.
E63
Kaartmenu
Elektronisch kompas Weergave van een kaart (A88) M d knop M U tab (A11) M Elektronisch kompas Optie
Beschrijving
Kompasweergave
Indien ingesteld op Aan, wordt een kompas weergegeven op het opnamescherm. • De standaardinstelling is Uit. • De aanduiding van het kompas verandert op basis van de richting waarin de camera gehouden wordt (A6). • Het kompas geeft richting naar de bestemming vanuit de actuele locatie aan op basis van de gemeten richtingsinformatie. - Weergave: noord, oost, zuid en west - Weergavebereik: 16 belangrijke punten - De rode pijl in de kompascirkel wijst naar noord. Corrigeer het kompas als de richting van het kompas niet correct wordt weergegeven. Als het rechts getoonde scherm Kompascorrectie wordt weergegeven, zwaai de Camera in vorm van acht camera dan in de vorm van een verplaatsen acht in de lucht rond terwijl u uw pols draait om de camera vooruit en achteruit, van zijkant naar zijkant en op en neer te richten.
Referentiegedeelte
E64
Kompascorrectie
Kaartmenu
B
Opmerkingen over Digitaal kompas gebruiken
• Het digitale kompas wordt niet weergegeven wanneer het objectief van de camera naar boven wijst. • Gebruik het digitale kompas in deze camera niet voor bergklimmen en andere gespecialiseerde toepassingen. De weergegeven informatie is alleen bedoeld als een algemene richtlijn. • Het is mogelijk dat de richting niet correct wordt weergegeven in de buurt van de volgende objecten: magneet, metaal, elektromotor, elektrisch apparaat of netsnoer • Het is mogelijk dat de richting niet correct wordt bepaald op de volgende plaatsen: in auto's, treinen, schepen, vliegtuigen, in gebouwen en in ondergrondse winkelcentra • De richting wordt mogelijk niet correct weergegeven als de positie-informatie niet wordt opgeslagen.
Referentiegedeelte
E65
Het setup-menu Welkomstscherm Druk op de d knop M z tab (A11) M Welkomstscherm
Kies of het welkomstscherm op de monitor wel of niet moet worden getoond als de camera wordt ingeschakeld. Optie Geen (standaardinstelling) COOLPIX
Selecteer beeld
Referentiegedeelte
E66
Beschrijving Toon het opname- of weergavescherm zonder het welkomstscherm te tonen. Toon het welkomstscherm voordat het opname- of weergavescherm wordt getoond. Kies een gemaakte foto als welkomstscherm. Bekijk het fotoselectiescherm, kies een beeld (E47) en druk op de k knop om de foto te registreren. • Het geselecteerde beeld wordt opgeslagen op de camera; het beeld verschijnt ook op het welkomstscherm wanneer het originele beeld gewist is. • Foto's gemaakt met Beeldmodus (A61) van g 4608×2592, foto's gemaakt met Eenvoudig panorama (E2) en foto's gemaakt met kleine afbeelding (E20) of uitsnijden (E21) met een formaat van 320×240 of kleiner kunnen niet worden geregistreerd.
Het setup-menu
Tijdzone en datum Druk op de d knop M z tab (A11) M Tijdzone en datum Optie
Datum en tijd
Datumnotatie
Tijdzone
Beschrijving Stel de cameraklok in op de huidige datum en tijd. Gebruik de multi-selector om de datum Datum en tijd en tijd in te stellen. • Kies een item: Druk op K of J (te D M J 11 15 2011 selecteren in de volgende volgorde: D (dag) ➝ M (maand) ➝ J (jaar) ➝ 15 10 uur ➝ minuut). • Stel de inhoud in: Druk op H of I. Bewerk. • Instelling afsluiten: Selecteer minuut en druk op de k knop of K. Kies de volgorde waarin de dag, de maand en het jaar worden weergegeven (Jaar/maand/dag, Maand/dag/jaar of Dag/maand/ jaar). w (eigen tijdzone) kan worden ingesteld en de zomertijd in- en uitgeschakeld. Wanneer x (bestemming) is geselecteerd, wordt automatisch het tijdsverschil (E69) met w (eigen tijdzone) berekend en worden de datum en de tijd in de geselecteerde regio opgeslagen. Dit is erg handig wanneer u op reis bent.
Referentiegedeelte
E67
Het setup-menu
De tijdzone van uw bestemming instellen
1
Gebruik de multi-selector om Tijdzone te selecteren en druk op de k knop. • Het scherm Tijdzone wordt weergegeven.
Tijdzone en datum 15/11/2011 15:30 London, Casablanca Datum en tijd Datumnotatie Tijdzone
2
Selecteer x Reisbestemming en druk op de k knop. • De datum en tijd die op de monitor worden weergegeven, zijn afhankelijk van de geselecteerde regio.
3
Druk op K.
Tijdzone Tokyo, Seoul 15/11/2011 0:30 Eigen tijdzone Reisbestemming
Tijdzone
• Het tijdzonekeuzemenu wordt weergegeven. Tokyo, Seoul 16/11/2011 0:30 Eigen tijdzone Reisbestemming
Referentiegedeelte
4
Druk op J of K om de bestemming te kiezen (Tijdzone). • Het tijdverschil tussen thuis en de reisbestemming wordt weergegeven. • Als de camera wordt gebruikt in een andere tijdzone waarin zomertijd van kracht is, kunt u zomertijd kiezen met H. Als de zomertijd is ingeschakeld, wordt het W pictogram getoond bovenaan het scherm en wordt de klok een uur vooruit gezet. Druk op I om deze weer uit te schakelen. • Druk op de k knop om de tijdzone van uw bestemming in te voeren. • Zolang de tijdzone van de bestemming is geselecteerd, wordt het pictogram Z in de opnamestand op de monitor weergegeven.
C
Tijdsverschillen 10:30
-5:00
EDT: New York Toronto Lima
Terug Tijdzone EDT:New York Toronto, Lima 15/11/2011 10:30 Eigen tijdzone Reisbestemming
w Eigen tijdzone
• Om terug te schakelen naar uw eigen tijdzone, selecteert u w Eigen tijdzone bij stap 2 en drukt u op de k knop. • Als u de eigen tijdzone wilt wijzigen, selecteert u w Eigen tijdzone bij stap 2 en voert u de stappen voor x Reisbestemming uit voor de eigen tijdzone.
E68
Het setup-menu
C
Tijdzones
De camera ondersteunt de onderstaande tijdzones. Voor de tijdsverschillen die niet hieronder worden vermeld, dient de cameraklok te worden ingesteld via Tijdzone en datum.
UTC +/-
Locatie
UTC +/-
Locatie
-11
Midway, Samoa
+1
Madrid, Paris, Berlin
-10
Hawaii, Tahiti
+2
Athens, Helsinki, Ankara
-9
Alaska, Anchorage
+3
Moscow, Nairobi, Riyadh, Kuwait, Manama
-8
PST (PDT): Los Angeles, Seattle, Vancouver
+4
Abu Dhabi, Dubai
-7
MST (MDT): Denver, Phoenix
+5
Islamabad, Karachi
-6
CST (CDT): Chicago, Houston, Mexico City
+5,5
-5
EST (EDT): New York, Toronto, Lima
+6
Caracas
+7
Bangkok, Jakarta
+8
Beijing, Hong Kong, Singapore
-4,5
New Delhi Colombo, Dhaka
Manaus
-3
Buenos Aires, Sao Paulo
+9
Tokyo, Seoul
-2
Fernando de Noronha
+10
Sydney, Guam
-1
Azores
+11
New Caledonia
±0
London, Casablanca
+12
Auckland, Fiji
Referentiegedeelte
-4
E69
Het setup-menu
Monitorinstellingen Druk op de d knop M z tab (A11) M Monitorinstellingen Optie
Beschrijving
Foto-informatie
Selecteer de informatieweergave op de monitor tijdens opname en weergave.
Beeld terugspelen
Aan (standaardinstelling): De foto wordt direct na de opname weergegeven op de monitor en de monitor keert terug naar het opnamescherm. Uit: De foto wordt na de opname niet direct weergegeven.
Helderheid
Kies uit vijf instellingen voor de helderheid van de monitor. De standaardinstelling is 3.
Foto-informatie Selecteer of er al dan niet foto-informatie op de monitor wordt weergegeven. Zie “De monitor” (A6) voor meer informatie over aanduidingen die op de monitor worden weergegeven. Opnamestand
Weergavestand 15/11/2011 15:30 0004.JPG
Info tonen Referentiegedeelte
29m 0s 1342
4ޓ132 132
Dezelfde informatie als in Info tonen wordt weergegeven. Als erna een Automatische info paar seconden geen bewerkingen worden uitgevoerd, dan is de (standaardweergave hetzelfde als Info verbergen. De informatie wordt opnieuw instelling) weergegeven wanneer een bewerking wordt uitgevoerd.
Info verbergen
E70
Het setup-menu Opnamestand
Weergavestand 15/11/2011 15:30 0004.JPG
29m 0s
Raster+autom. info
4ޓ132 132
1342
Naast de informatie die met Automatische info hierboven wordt weergegeven, wordt ook een raster weergegeven als hulp bij het kaderen van beelden. De informatie wordt niet weergegeven tijdens het opnemen van films.
Dezelfde informatie als in Automatische info wordt weergegeven.
15/11/2011 15:30 0004.JPG
Filmbeeld+autom. info
29m 0s 1342
4ޓ132 132
Dezelfde informatie als in Automatische info wordt weergegeven.
Referentiegedeelte
Naast de informatie die met Automatische info hierboven wordt weergegeven, wordt ook het filmbeeld voordat films worden opgenomen.
E71
Het setup-menu
Datumstempel (datum en tijd afdrukken op foto's) Druk op de d knop M z tab (A11) M Datumstempel
De datum en tijd van een opname kan worden weergegeven op foto's op het moment van opname. Deze gegevens kunnen ook worden afgedrukt via printers die het afdrukken van datum en tijd niet ondersteunen (E43). 15/11/2011
Optie
Beschrijving
f
Datum
De datum wordt afgedrukt op foto's.
S
Datum en tijd
Datum en tijd worden op foto's afgedrukt.
k
Uit (standaardinstelling)
Datum en tijd worden op foto's afgedrukt.
Het pictogram voor de actuele instelling, anders dan Uit, wordt weergegeven op de monitor (A6).
B
Opmerkingen over Datumstempel
Referentiegedeelte
• De opgenomen data kunnen niet worden gewist van de foto en er kunnen geen data worden opgenomen nadat de foto is gemaakt. • De datum kan niet worden opgenomen in het fotobestand in de volgende gevallen. - Als de onderwerpstand is ingesteld op Sport, Museum, Tegenlicht met HDR ingesteld op Aan, Panorama, of Dierenportret met Continu - Wanneer Knipperdetectie (E33) in de intelligente portretstand is ingesteld op Aan - Tijdens een filmopname • Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie. • Data die worden opgenomen in een foto met de instelling Beeldmodus (A61) voor O 640×480 kunnen moeilijk leesbaar zijn. Stel het beeldformaat in op N 1024×768 of groter. • De datum wordt vastgelegd op de manier die is geselecteerd in de setup-menu's Tijdzone en datum optie (A24, E67).
C
Datumstempel en Afdrukopdracht
Bij het afdrukken op DPOF-compatibele printers die het afdrukken van de opnamedatum en informatie ondersteunen, kunt u op foto’s waarvoor geen datum en tijd zijn vastgelegd deze informatie alsnog afdrukken met Datumstempel, waarbij u gebruik maakt van de opties in het Afdrukopdracht menu (E42).
E72
Het setup-menu
Vibratiereductie Druk op de d knop M z tab (A11) M Vibratiereductie
Specificeer de instelling van de vibratiereductie voor de opname van foto's of films. Corrigeer onscherpte als gevolg van lichte handbewegingen of cameratrilling. Onscherpte komt veel voor als gefotografeerd wordt in de telestand of met een lange sluitertijd. Als u een statief gebruikt om de camera stil te houden, stel de vibratiereductie dan in op Uit. Optie
V
g
Beschrijving
Aan (hybride)
Neem op met optische correctie van cameratrilling tijdens fotograferen met de lensverschuivingsmethode en voert, onder de volgende omstandigheden, ook elektronische VR met beeldverbetering uit. • Als de flitser niet in werking treedt. • Als de sluitertijd korter is dan 1/60 seconde • Als de zelfontspanner uitgeschakeld is • Als Enkelvoudig is geselecteerd voor de Continu instelling
Aan (standaardinstelling)
Corrigeer cameratrilling met de lensverschuivingsmethode. De camera registreert automatisch de kantelrichting en corrigeert alleen trillingen veroorzaakt door cameratrillingen. Bij horizontale bewegingen vermindert vibratiereductie bijvoorbeeld alleen de verticale trillingen. Bij verticale bewegingen compenseert vibratiereductie alleen de horizontale trillingen. Vibratiereductie is niet ingeschakeld.
B
Opmerkingen over vibratiereductie
Referentiegedeelte
k Uit
Het pictogram voor de actuele instelling, anders dan Uit, wordt weergegeven op de monitor (A6).
• Nadat de camera is aangezet of deze vanuit de weergavestand in de opnamestand is gezet,kan het enkele seconden duren totdat de vibratiereductie geactiveerd wordt. Wacht tot de monitor een stabiel beeld weergeeft voordat u een foto maakt. • Vanwege de kenmerken van de functie voor vibratiereductie kunnen foto’s die direct na de opname op de cameramonitor worden weergegeven wazig lijken. • In sommige gevallen kan vibratiereductie de effecten van cameratrilling niet helemaal opheffen. • Bij extreem hoge of lage cameratrilling is fotocorrectie met elektronische VR niet mogelijk, zelfs als Aan (hybride) ingesteld is. • Bij een snelle of extreem langzame sluitertijd werkt elektronische VR niet, zelfs als Aan (hybride) ingesteld is. • Als elektronische VR in Aan (hybride) werkt, duurt het opslaan van de foto langer dan normaal, omdat bij het maken van de foto de sluiter automatische twee keer wordt ontspannen voor het uitvoeren van een fotocorrectie. De Sluitergeluid (E76) is slechts eenmaal hoorbaar. Er wordt een beeld opgenomen.
E73
Het setup-menu
Bewegingsdetectie Druk op de d knop M z tab (A11) M Bewegingsdetectie
Schakel bewegingsdetectie in om de effecten van cameratrillingen en beweging van het onderwerp te beperken bij het maken van foto’s. Optie
U
Automatisch (standaardinstelling)
k Uit
Beschrijving Als de camera registreert dat het onderwerp beweegt of de camera trilt, worden de ISO-waarde en de sluitertijd verhoogd om het effect hiervan te beperken. Bewegingsdetectie werkt echter niet in de volgende gevallen. • Als de flitser in werking treedt • In de volgende onderwerpstanden: Sport, Nachtportret, Schemering, Nachtlandschap, Museum, Vuurwerk, Tegenlicht en Dierenportret • Als Continu (E36) is ingesteld op Multi-shot 16 • Als ISO-waarde (E37) is ingesteld op een andere instelling dan Automatisch • Als AF-veldstand is ingesteld op Onderwerp volgen Bewegingsdetectie functioneert nu niet.
Referentiegedeelte
Als Automatisch geselecteerd is, wordt een pictogram voor deze instelling op de monitor weergegeven (A6). Het pictogram Bewegingsdetectie licht groen op telkens wanneer de camera beweging detecteert en de sluitertijd wordt verkort.
B
Opmerkingen over Bewegingsdetectie
• Bewegingsdetectie is niet altijd in staat om de gevolgen van cameratrillingen en beweging van het onderwerp volledig te reduceren. • Bewegingsdetectie werkt soms niet als het onderwerp flink beweegt of het te donker is. • De foto’s kunnen in die gevallen korrelig worden. • Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
E74
Het setup-menu
AF-hulp Druk op de d knop M z tab (A11) M AF-hulplicht
Schakel de AF-hulpverlichting in of uit. De AF-hulplichtverlichting assisteert de autofocus als het licht slecht is. Optie
Beschrijving
Automatisch (standaardinstelling)
Het AF-hulplicht gaat automatisch branden bij weinig licht. De hulpverlichting heeft een bereik van circa 3,5 m in de uiterste groothoekstand en van 2,0 m in de uiterste telestand. • In sommige scherpstelvelden en onderwerpstanden zoals Museum (A43) en Dierenportret (A46) gaat de AFhulpverlichting niet aan ook al is Automatisch ingesteld.
Uit
AF-hulpverlichting brandt niet. De camera kan mogelijk niet scherpstellen bij weinig licht.
Digitale zoom Druk op de d knop M z tab (A11) M Digitale zoom
Schakel de digitale zoom in of uit. Optie
Beschrijving
Uit
B
Digitale zoom is niet beschikbaar.
Referentiegedeelte
Als de zoomknop g (i) continu wordt ingedrukt als optische zoom Aan is ingesteld op de maximale telezoomstand, dan wordt digitale (standaardinstelling) zoom (A29) geactiveerd.
Opmerkingen over digitale zoom
• Als digitale zoom wordt gebruikt, stelt de camera scherp in het midden van het kader. • De digitale zoom kan niet worden gebruikt wanneer Portret, Nachtportret , Tegenlicht met HDR ingeschakeld, Dierenportret, Onder water of de stand Slim portret is geselecteerd als onderwerpstand. • Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
E75
Het setup-menu
Geluid instellen Druk op de d knop M z tab (A11) M Geluidsinstellingen
U kunt de volgende geluidsinstellingen aanpassen. Optie
Beschrijving
Knopgeluid
Stel de volgende geluidsinstellingen in op Aan (standaardinstelling) of Uit. • Pieptoon instelling (één pieptoon zodra de instellingen correct zijn uitgevoerd) • Scherpstelpieptoon (twee pieptonen als de camera heeft scherpgesteld op het onderwerp) • Fout-pieptoon (drie pieptonen als er een fout wordt geconstateerd) • Opstartgeluiden
Sluitergeluid
Kies of u het sluitergeluid wilt instellen op Aan (standaardinstelling) of Uit.
Referentiegedeelte
B
Opmerkingen over Geluid instellen
• In Dierenportret onderwerpstand worden het knopgeluid en sluitergeluid uitgeschakeld, zelfs als Aan is ingesteld. • Zelfs als Aan is ingesteld, is het sluitergeluid uitgeschakeld tijdens filmopnames. • Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
E76
Het setup-menu
Gevoeligheid actiecontrole Druk op de d knop M z tab (A11) M Gevoeligh. actiecontrole
Stel de gevoeligheid in van de uitgevoerde bewerking bij het schudden van de camera (actiecontrole) (A13). Als deze optie is ingesteld op Hoog (standaardinstelling), dan wordt de bediening zelfs bij weinig beweging uitgevoerd. Als deze optie is ingesteld op Laag, dan wordt de bediening bij veel beweging uitgevoerd.
B
Opmerkingen over Gevoeligh. actiecontrole
Bij het bekijken van foto's met Snelle weergave van actiecontrole resp. in schermvullende weergave, wordt de bediening voor beeldselectie vast ingesteld.
Automatisch uit Druk op de d knop M z tab (A11) M Automatisch uit
C
Referentiegedeelte
Als geen handelingen worden uitgevoerd gedurende een bepaalde tijd terwijl de camera aan staan, gaat de monitor uit om stroom te sparen en gaat de camera naar stand-bystand (A23). Via deze optie wordt de tijd ingesteld voordat de camera naar de stand-bystand gaat. Kies uit 30 sec., 1 min., 5 min. (standaardinstelling) en 30 min..
Auto uit stand
In de volgende gevallen is de tijd waarna de camera naar stand-bystand gaat, vast. • Menu’s worden weergegeven: drie minuten • Tijdens weergave van een diashow: max. 30 minuten • Als de lichtnetadapter EH-62F is aangesloten: 30 minuten
E77
Het setup-menu
Geheugen formatteren/Geheugenkaart formatteren Druk op de d knop M z tab (A11) M Geheug. formatteren/Geheugenkaart form.
Formatteer het interne geheugen of een geheugenkaart. Als u het interne geheugen of een geheugenkaart formatteert, worden alle gegevens voorgoed gewist. De gewiste foto's kunnen niet meer worden hersteld. Zet daarom belangrijke foto’s over naar de computer voordat u gaat formatteren.
Intern geheugen formatteren Als u het interne geheugen wilt formatteren, moet u de geheugenkaart uit de camera verwijderen. De optie Geheug. formatteren wordt in het setup-menu weergegeven.
Geheugenkaarten formatteren Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, kan de geheugenkaart worden geformatteerd. De optie Geheugenkaart form. wordt in het setup-menu weergegeven.
B
Intern geheugen en geheugenkaart formatteren
• Wanneer het interne geheugen van de camera of de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden albumpictogrammen (E11) gewijzigd in de standaardinstelling (nummerpictogram). • Zet de camera niet uit en open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet tijdens het formatteren. • Wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren. Referentiegedeelte
Taal/Language Druk op de d knop M z tab (A11) M Taal/Language
Kies een van de 29 talen voor cameramenu’s en berichten.
E78
Tsjechisch Deens Duits (standaardinstelling)
Nederlands Noors Pools Braziliaans Portugees
Spaans
Portugees
Grieks Frans Indonesisch Italiaans Hongaars
Russisch Roemeens Fins Zweeds Vietnamees
Turks Oekraïens Arabisch Vereenvoudigd Chinees Traditioneel Chinees Japans Koreaans Thai Hindi
Het setup-menu
Tv-instellingen Druk op de d knop M z tab (A11) M TV-instellingen
Stel de instellingen in voor het aansluiten op een televisie. Optie
Beschrijving
Videostand
Selecteer het analoge video-uitgang systeem uit NTSC en PAL overeenkomstig uw televisie.
HDMI
Kies een beeldresolutie voor de HDMI-uitgang uit Automatisch (standaardinstelling), 480p, 720p of 1080i. Wanneer Automatisch is ingesteld, wordt de meest geschikte uitgangsresolutie voor de aangesloten televisie automatisch geselecteerd uit 480p, 720p of 1080i.
HDMIapparaatbesturing
Kies of de camera al dan niet signalen moet ontvangen van een tv wanneer een tv die voldoet aan de HDMI-CEC norm is aangesloten m.b.v. een HDMI kabel. Indien ingesteld op Aan (standaardinstelling), kan de afstandsbediening van de televisie worden gebruikt om de camera te bedienen tijdens weergave. Zie “De afstandsbediening van de TV gebruiken (regeling HDMIapparaat)” (E23) voor meer informatie.
Referentiegedeelte
C
HDMI en HDMI-CEC
“HDMI” is een afkorting van High-Definition Multimedia Interface, een bepaald type multimediainterface. “HDMI-CEC” is een afkorting van HDMI-Consumer Electronics Control, waarmee bewerkingen kunnen worden gekoppeld tussen compatibele apparaten.
E79
Het setup-menu
Knipperwaarschuwing Druk op de d knop M z tab (A11) M Knipperwaarsch.
Kies of de knipperdetectie wel of niet wordt ingeschakeld bij gezichtsdetectie (A65) in de volgende opnamestanden. • G (Eenvoudige automatische) stand • In de volgende onderwerpstanden: Portret (A40) of Nachtportret (A41) • A (Automatische) stand (als Gezichtprioriteit (E38) geselecteerd is voor AFveldstand) Optie
Beschrijving
Aan
Het Knipperde er iemand? scherm wordt weergegeven op de monitor als de camera registreert dat een persoon zijn ogen heeft gesloten meteen na gezichtsherkenning. Het gezicht van de persoon die de ogen dicht heeft, wordt gemarkeerd met een geel kader. U kunt de genomen foto controleren en bepalen of u nog een foto moet maken.
Uit (standaardinstelling)
De camera herkent niet knipperen met de ogen.
Het Knipperde er iemand? scherm
Referentiegedeelte
Als gedurende enkele seconden geen handelingen Knipperde er iemand? worden uitgevoerd, wordt automatisch teruggegaan naar het scherm voor de opnamestand. • Druk op de zoomknop g (i) om in te zoomen op het gezicht waarbij knipperende ogen zijn Sluiten gedetecteerd. Druk op de zoomknop f (h) om terug te keren naar schermvullende weergave. • Als de camera registreert dat een of meerdere personen hun ogen hebben gesloten, druk dan op H, I, J of K tijdens de weergavezoom om andere gezichten te bekijken. • Druk op de l knop om de gemaakte foto te wissen. • Druk op de k knop om terug te keren naar het opnamescherm.
B
Opmerking over knipperwaarschuwing
Deze functie kan wellicht niet tegelijk worden gebruikt in combinatie met sommige andere functies. Zie “Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden” (A63) voor meer informatie.
E80
Het setup-menu
Actieknop toewijzen Druk op de d knop M z tab (A11) M Actieknop toewijzen
Stel de functie in die moet worden uitgevoerd als de actieknop (A13) wordt ingedrukt. Optie
Beschrijving
Kaart weergeven (standaardinstelling)
Kaart weergeven (A13)
Actiecontrole
Bedien de functie door de camera te schudden (actiecontrole).
Standaardwaarden Druk op de d knop M z tab (A11) M Standaardwaarden
Als Standaard geselecteerd is, worden de camera-instellingen gereset naar de standaardwaarden. Pop-up menu Optie
Standaardwaarde Automatisch
Zelfontspanner (A56)
OFF
Macro-stand (A57)
OFF
Belichtingscompensatie (A58)
0.0
Onderwerpstand Standaardwaarde
Optie Onderwerp (A39)
Referentiegedeelte
Flitsstand (A54)
Portret
Kleurinstelling in stand voedselfotografie (A43)
Centrum
HDR bij achtergrondverlichting (A44)
Uit
Panorama (A45)
Normaal (180°) in eenvoudig panorama
Dierenportret (A46)
Dierenp. autom. ontsp.: Aan Continu: Continu
Stand speciale effecten Optie Speciale effecten (A47)
Standaardwaarde Zacht
E81
Het setup-menu
Menu slim portret Optie Huid verzachten (E32)
Standaardwaarde Normaal
Glimlachtimer (E32)
Aan
Knipperdetectie (E33)
Uit
Opnamemenu Optie
Standaardwaarde P 4608×3456
Beeldmodus (A61) Witbalans (E34)
Automatisch
Continu (E36)
Enkelvoudig
ISO-waarde (E37)
Automatisch
AF-veldstand (E38)
Gezichtprioriteit
Autofocus-stand (E41)
Enkelvoudige AF
Filmmenu Optie
Standaardwaarde
Referentiegedeelte
Filmopties (E52)
d HD 1080pP (1920×1080)
Openen met HS-beelden (E53)
Aan
Autofocus-stand (E56)
Enkelvoudige AF
Filmlicht (E56)
Uit
Windruisreductie (E56)
Uit
Kaartmenu Optie
Standaardwaarde
GPS-geg. opnemen (E57)
Uit
Afstandseenheden (E58)
km (m)
POI inbedden (E60)
Uit
POI weergeven (E60)
Uit
Detailleringsniveau (E60)
Niveau 6 (gedetailleerd)
Kompasweergave (E64)
Uit
Setup-menu Optie
Standaardwaarde
Welkomstscherm (E66)
Geen
Foto-informatie (E70)
Automatische info
Beeld terugspelen (E70)
Aan
E82
Het setup-menu Optie
Standaardwaarde
Helderheid (E70)
3
Datumstempel (E72)
Uit
Vibratiereductie (E73)
Aan
Bewegingsdetectie (E74)
Automatisch
AF-hulplicht (E75)
Automatisch
Digitale zoom (E75)
Aan
Knopgeluid (E76)
Aan
Sluitergeluid (E76)
Aan
Gevoeligh. actiecontrole (E77)
Hoog
Automatisch uit (E77)
5 min.
HDMI (E79)
Automatisch
HDMI-apparaatbesturing (E79)
Aan
Knipperwaarsch. (E80)
Uit
Actieknop toewijzen (E81)
Kaart weergeven
Overige Optie
Standaardwaarde Standaard
Diashow (E45)
Effecten: Klassiek Achtergrondmuziek: Uit Tussenpauze: 3 sec.
Albumpictogrammen en kleur (E11)
Nummerpictogram (zwart)
• Als u Standaardwaarden kiest, wordt ook het huidige bestandsnummer (E85) uit het geheugen gewist. Na een reset gaat de nummering verder bij het laagst beschikbare nummer in het interne geheugen of op de geheugenkaart. Als Standaardwaarden wordt uitgevoerd nadat alle foto's zijn gewist in het intern geheugen of op de geheugenkaart (A34), start de bestandsnummering voor de volgende te maken foto's bij 0001. • De volgende instellingen blijven ongewijzigd, ook als Standaardwaarden wordt uitgevoerd. Opnamemenu: Handmatige preset-waarden voor Witbalans (E34) Weergavemenu: Reeksweergaveopties (E51) en Kies hoofdfoto (E51) Setup-menu: Tijdzone en datum (E67), Taal/Language (E78) en Videostand (E79) in TV-instellingen
Referentiegedeelte
Papierformaat (E26, E27)
E83
Het setup-menu
Firmware-versie Druk op de d knop M z tab (A11) M Firmware-versie
Geeft de huidige firmware-versie van de camera weer. COOLPIX AW100Ver.X.X
Terug
Referentiegedeelte
E84
Bestands- en mapnamen De namen van foto's, films en spraakmemo’s zijn op de volgende manier opgebouwd.
DSCN0001.JPG Identificatie (wordt niet weergegeven op de monitor) Originele foto’s (inclusief spraakmemo), films Kleine kopieën (inclusief spraakmemo) Uitgesneden kopieën (inclusief spraakmemo) Foto's gemaakt met fotobewerking anders dan uitsnijden en kleine afbeelding en gekoppelde spraakmemo's, films gemaakt met filmbewerking
DSCN SSCN RSCN
Extensie (verwijst naar het bestandstype) Foto’s Films Spraakmemo's
.JPG .MOV .WAV
Bestandsnummer (wordt automatisch toegewezen in oplopende volgorde, vanaf “0001”)
FSCN
Referentiegedeelte
• Er wordt automatisch een map aangemaakt om bestanden in op te slaan met de volgende naamregels: “Mapnummer + NIKON” (bijv., “100NIKON”). Als er 200 bestanden in de map staan, wordt een nieuwe map gemaakt. (De naam van de map die volgt op “100NIKON” is bijvoorbeeld “101NIKON”). Er wordt ook een nieuwe map aangemaakt als de bestandsnummer in een map 9999 bereikt heeft. Het volgende bestandsnummer wordt automatisch ingesteld op “0001”. • Spraakmemo-bestandsnamen hebben dezelfde identificatie en hetzelfde bestandsnummer als de foto’s waartoe deze behoren. • In Panorama-assistent (E5) wordt een map aangemaakt voor elke opnamesessie, waarbij de volgende naamregels worden toegepast: “Mapnummer + P_XXX” (bijv. “101P_001”). Foto's worden opgeslagen met een volgnummer beginnend bij 0001.
E85
Bestands- en mapnamen
• Als beeldbestanden of spraakbestanden naar of van het interne geheugen of de geheugenkaart (E50) worden gekopieerd, zijn de naamgevingregels als volgt: - Bestanden die worden gekopieerd m.b.v. Geselecteerde beelden, worden naar de huidige map gekopieerd (of de map voor daaropvolgende foto's), waar ze bestandsnummers krijgen toegewezen in oplopende volgorde, volgend op het hoogste bestandsnummer in het geheugen. - Bestanden die worden gekopieerd m.b.v. Alle beelden, worden samen met hun map gekopieerd. Mapnummers worden in oplopende volgorde toegewezen, volgend op het hoogste mapnummer op het doelmedium. De bestandsnamen worden niet gewijzigd. • Als de huidige map nummer 999 heeft, de map 200 bestanden bevat of een bestand nummer 9999 heeft, kunt u geen foto’s meer maken totdat u het interne geheugen of de geheugenkaart hebt geformatteerd (E78) of een nieuwe geheugenkaart hebt geplaatst.
Referentiegedeelte
E86
Optionele accessoires Oplaadbare batterij
Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12*
Batterijlader
Batterijlader MH-65* Lichtnetadapter EH-62F (aangesloten zoals weergegeven)
Lichtnetadapter AC Steek het snoer van de lichtnetadapter volledig in de gleuf in de lichtnetadapter en steek de lichtnetadapter daarna in het batterijvak. • Als de lichtnetadapter wordt gebruikt, kan het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet worden gesloten. Trek niet aan het snoer van de lichtnetadapter. Als aan het snoer wordt getrokken, wordt de verbinding tussen camera en stroombron onderbroken en gaat de camera uit. USB-kabel UC-E6*
Audio/videokabel
Audio/video-kabel EG-CP16*
Filteradapter
Filteradapter UR-E23*
* Meegeleverd met de camera bij aankoop (zie “De inhoud van het pakket controleren” (Aii) voor meer informatie).
Zie onze websites of productcatalogus voor up-to-date informatie over accessoires voor de COOLPIX AW100. Accessoires zijn niet waterdicht.
Referentiegedeelte
USB-kabel
E87
Foutmeldingen In de volgende tabel vindt u een overzicht van de foutmeldingen en andere waarschuwingen die op de monitor kunnen worden weergegeven en wordt uitgelegd wat u kunt doen. Beschrijving
Oplossing
A
O (knippert)
Klok niet ingesteld.
Wijzig de datum en tijd.
E67
N Batterij is leeg.
Batterij bijna leeg.
Laad de batterij op of vervang deze.
16, 18
P Batterijtemperatuur hoog
De temperatuur van de batterij is hoog.
Zet de camera uit en laat de batterij afkoelen alvorens deze weer te gebruiken. Vijf seconden nadat dit bericht is verschenen, gaat de monitor uit en knipperen het camera-aan-lampje, het AF-lampje 23 en het flitserlampje. Nadat het lampje drie minuten knippert, wordt de camera automatisch uitgezet, maar u kunt ook op de hoofdschakelaar drukken om de camera handmatig uit te zetten.
P De camera schakelt uit om oververhitting te voorkomen.
De binnenkant van de camera is te warm geworden. De camera schakelt automatisch uit.
Laat de camera uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is – afgekoeld en schakel de camera dan weer in.
Q (knippert rood)
Camera kan niet scherpstellen.
• Stel opnieuw scherp. • Gebruik scherpstelvergrendeling.
30, 31 67
Wacht tot de melding automatisch verdwijnt nadat de opname is voltooid.
–
Beveiligingsschakelaar Schuif de beveiligingsschakelaar in is vergrendeld. de “schrijfstand”.
–
Weergave
Referentiegedeelte
Camera kan geen P andere bewerkingen Wacht tot camera klaar is uitvoeren voordat de met opnemen. opname is voltooid. N Geheugenkaart beschermd tegen overschrijven. P Deze kaart kan niet gebruikt worden. P Deze geheugenkaart kan niet gelezen worden.
E88
Fout bij toegang tot geheugenkaart.
• Gebruik een goedgekeurde kaart. • Controleer of de contactpunten schoon zijn. • Controleer of de geheugenkaart correct is geplaatst.
21 20 20
Foutmeldingen Weergave
Beschrijving
A
Oplossing
Alle gegevens op de geheugen kaart wordt gewist tijdens formatteren. Als u bepaalde P gegevens op de kaart wilt bewaren, Ongeformatteerde kaart. Geheugenkaart is niet selecteer dan Nee en maak een backKaart formatteren? geformatteerd voor up van de gegevens naar een 20 Ja gebruik in de camera. computer, voordat u de Nee geheugenkaart formatteert. Ga als volgt te werk om de geheugenkaart te formatteren: kies Ja en druk op de k knop. N Geen geheugen meer.
Kies een kleiner beeldformaat. Wis foto's en films. Plaats een andere geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart en gebruik het interne geheugen.
61 34, 84 20 21
Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het opslaan van de foto.
Formatteer het interne geheugen of de geheugenkaart.
E78
Camera kan geen nieuwe bestandsnummers genereren.
Vervang de geheugenkaart of formatteer het interne geheugen / de geheugenkaart.
20, E78
Foto kan niet worden gebruikt voor welkomstscherm.
De onderstaande foto's kunnen niet worden gebruikt. • Foto's gemaakt met Beeldmodus van g 4608×2592 • Foto's gemaakt met kleine afbeelding of uitsnijden met een formaat van 320 × 240 of kleiner • Beelden opgenomen met eenvoudig panorama
Er is onvoldoende ruimte om een kopie op te slaan. N Album is vol. Er kunnen geen foto's worden toegevoegd.
61 E20, E21 E2
Referentiegedeelte
P Beeld kan niet worden opgeslagen.
• • Geheugenkaart is vol. • •
Verwijder foto’s van het doelmedium. 34
Er zijn reeds 200 foto's • Verwijder foto's uit het album. in het album • Sla foto's op in een ander album. opgeslagen.
E10 E9
E89
Foutmeldingen Weergave N Kan geen panorama maken. N Kan geen panorama maken. Zwenk de camera slechts in een richting. N Kan geen panorama maken. Zwenk de camera langzamer.
Beschrijving
A
Oplossing
Opname met eenvoudig panorama is mogelijk niet beschikbaar in de volgende situaties. Opname met • Als de opname na een bepaalde eenvoudig panorama periode niet voltooid is E2 kan niet worden • Als de beweging van de camera te uitgevoerd. snel is • Als de camera niet recht t.o.v. de panoramarichting is
Het is niet mogelijk P om een spraakmemo Geluidsbestand kan niet aan dit bestand te worden opgeslagen. koppelen.
• Spraakmemo’s kunnen niet worden toegevoegd aan films. • Kies een foto die is gemaakt met deze camera.
– E49
Referentiegedeelte
N Er werd geknipperd op de foto die zojuist werd genomen.
Iemand had mogelijk Controleer het effect hiervan in de de ogen dicht toen de weergavestand. foto werd gemaakt.
N Beeld kan niet worden gewijzigd.
Geselecteerde foto kan niet worden bewerkt.
• Bevestig de voorwaarden die nodig zijn voor bewerking. • Deze opties werken niet bij filmopnamen.
N Kan film niet opnemen.
Time-out tijdens opname van film.
Gebruik een snellere geheugenkaart. 21
N Geheugen bevat geen beelden.
• Foto’s in het interne geheugen 20 kunnen alleen worden weergegeven als geen geheugenkaart is geplaatst. • Als u bestanden wilt kopiëren van E50 Geen foto’s in het het interne geheugen naar de interne geheugen of geheugenkaart, moet u op de op de geheugenkaart. d knop drukken om het kopieerscherm weer te geven en vervolgens de bestanden uit het interne geheugen naar de geheugenkaart kopiëren.
E90
E33 E15 –
Foutmeldingen Weergave N Bestand bevat geen beeldgegevens. P Dit bestand kan niet weergegeven worden. N Alle beelden zijn verborgen.
Beschrijving
A
Oplossing
Bestand kan niet worden bekeken op deze camera. Bestand niet gemaakt Bekijk het bestand op de computer – met COOLPIX AW100. of het apparaat waarop dit is gemaakt of bewerkt. De foto kan niet worden weergegeven in een diashow.
N Dit beeld kan niet gewist Foto is beveiligd. worden. N Bestemming ligt in Reisbestemming is in de dezelfde tijdzone als huidige tijdzone. de eigen tijdzone.
–
Schakel de beveiliging uit.
–
E45
E46
E69
Zet de camera uit en weer aan. Als de fout zich blijft voordoen, neemt u contact op met de leverancier of met 23 een door Nikon erkende servicedienst.
Lensfout Q
Objectief werkt niet correct.
P Communicatiefout
Fout opgetreden Zet de camera uit en sluit de kabel tijdens communicatie weer aan. met de printer.
Systeemfout Q
Er is een fout opgetreden in de interne schakelingen van de camera.
Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats deze weer terug en zet de camera aan. Als de fout zich blijft 23 voordoen, neemt u contact op met de leverancier of met een door Nikon erkende servicedienst.
Q Lensinitialisatie… Scherpstellen niet mogelijk.
De camera kan niet scherpstellen.
Wacht tot de camera automatisch wordt hersteld.
–
N GPS-gegevens konden niet worden verkregen.
De cameraklok is niet correct ingesteld.
Wijzig de locatie of tijd en bepaal de locatie opnieuw.
–
E25
Referentiegedeelte
E91
Foutmeldingen Weergave
Beschrijving
A
Oplossing
N Geen A-GPS-bestand gevonden op de kaart
Er is geen A-GPS bestand op de geheugenkaart gevonden voor een update.
Controleer de volgende items. • Of de geheugenkaart geplaatst is • Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart is opgeslagen • Of het A-GPS bestand op de – geheugenkaart recenter is dan het A-GPS bestand in de camera • Of het A-GPS bestand nog geldig is
N Bijwerken mislukt
Update van A-GPS bestand kan niet worden uitgevoerd.
Het A-GPS bestand is mogelijk corrupt. Download het bestand nogmaals van de website.
N Kan huidige positie niet bepalen
Huidige positie kan niet worden bepaald Wijzig de locatie of tijd en bepaal de bij het berekenen van locatie opnieuw. de afstand.
–
Er is geen geheugenkaart geplaatst.
20
N Kan niet opslaan op kaart
Er zijn reeds 36 items met loggegevens op één dag opgenomen.
Plaats een geheugenkaart.
–
Er zijn reeds 100 items Wis de loggegevens die niet meer met loggegevens nodig zijn van de geheugenkaart of opgenomen. plaats een nieuwe geheugenkaart. Referentiegedeelte
N Kan kompas niet corrigeren
E92
Het digitale kompas kan niet gecorrigeerd worden.
E57
–
E63
Zwaai de camera dan in de vorm van een acht in de lucht rond terwijl u uw pols draait om de camera vooruit en E64 achteruit, van zijkant naar zijkant en op en neer te richten.
Foutmeldingen Weergave
Beschrijving
A
Oplossing
PR Printerfout: controleer printerstatus
Printerfout
Controleer de printer. Los het probleem op, selecteer Hervatten en druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
PR Printerfout: controleer papier
De printer bevat niet het gespecificeerde papierformaat.
Plaats het gespecificeerde papierformaat, selecteer Hervatten en druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
–
Het papier is PR vastgelopen in de Printerfout: papierstoring printer.
Verwijder het vastgelopen papier, selecteer Hervatten en druk op k om het afdrukken te hervatten.*
–
PR Printerfout: geen papier
Er zit geen papier in de printer.
Plaats het gespecificeerde papierformaat, selecteer Hervatten en druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
–
PR Printerfout: controleer inkt
Inktfout
Controleer de inkt, selecteer Hervatten en druk op k om het afdrukken te hervatten.*
–
PR Printerfout: geen inkt
Inktcartridge is leeg.
Vervang de inkt, selecteer Hervatten – en druk op de k knop om het afdrukken te hervatten.*
PR Printerfout: beschadigd bestand
Het beeldbestand heeft een fout veroorzaakt.
Selecteer Annuleren en druk op de k knop om het afdrukken te annuleren.
– Referentiegedeelte
* Raadpleeg de printerhandleiding voor meer instructies en informatie.
–
E93
E94
Technische opmerkingen en index Behandeling van de producten................................F2 De camera ...............................................................................................................F2 De batterij ...............................................................................................................F4 De batterijlader .....................................................................................................F5 De geheugenkaarten ..........................................................................................F6
Behandeling van uw camera ....................................F7 Reinigen...................................................................................................................F7 Opslag.......................................................................................................................F8
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS....F9 Problemen oplossen................................................F13 Specificaties .............................................................F20
F1
Technische opmerkingen en index
Ondersteunde standaards ............................................................................. F23
Index .........................................................................F24
Technische opmerkingen en index
Behandeling van de producten De camera Als u lang plezier van dit Nikon product wilt hebben, is het belangrijk dat u de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt wanneer u het apparaat gebruikt of opbergt. Lees, voordat u de camera in gebruik neemt, de informatie onder “Voor uw veiligheid” (Avi tot viii) en “ Schok-, water- en stofbestendigheid, condens, GPS/ digitaal kompas” (Ax tot xv) en maak uzelf vertrouwd met de informatie in deze handleiding.
B
Laat geen vocht in de camera komen
De COOLPIX AW100 is voorzien van JIS/IEC bescherming tegen binnendringen van water, vergelijkbaar aan categorie 8 (IPX8). Als er echter water de camera binnendringt, dan kan dit leiden tot roest aan de componenten, hoge reparatiekosten of een camera die niet te repareren is. Zorg na het gebruik van de camera op het strand of onder water ervoor dat het batterijvak/ het deksel van de geheugenkaartsleuf goed gesloten is en dompel de camera vervolgens tien minuten in een ondiepe bak met kraanwater. Laat de camera na gebruik onder water niet langer nat dan 60 minuten.Dit kan leiden tot een afname van de waterdichtheid van de camera.
B
Voorkom dat water de camera binnendringt
Technische opmerkingen en index
Als de binnenzijde van de camera nat wordt, dan kan dit tot een functiestoring van de camera of een camera die niet meer te repareren is. Om ongelukken met betrekking tot het binnendringen van water te voorkomen (bij onder water dompelen), moeten bij het gebruik van de camera de volgende voorzorgsmaatregelen in acht genomen worden. • Let bij het sluiten van het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf erop dat de afdichting of delen daarvan niet goed afdichting t.g.v. camerariem, haren, lint, stof, zandkorrels, andere vreemde voorwerpen of vuil. • Open en sluit het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet op plaatsen waar de camera wordt blootgesteld aan spatwater, harde wind, stof of zand. • Wanneer er een externe kracht op de camera wordt uitgeoefend, dan kan deze vervormd raken of kunnen de luchtdichte afdichtingen beschadigd raken, waardoor er water de camera kan binnendringen. Plaats geen zwaar voorwerp op de camera, laat de camera niet vallen en oefen geen overmatige kracht op de camera uit. • Als er water de camera binnendringt, stop dan direct het gebruik van de camera. Veeg het vocht van de camera en breng uw camera direct naar een door Nikon erkende servicedienst.
B
Schokken en trillingen
Laat de camera niet vallen, sla hiermee niet op een hard object zoals een steen en gooi deze niet op een wateroppervlak. Leg de camera niet op plaatsen waar deze blootstaat aan schokken.
B
Max. diepte
De COOLPIX AW100 is ontworpen voor een waterdruk tot een diepte van 10 m gedurende ca. 60 minuten. Bij een grotere diepte kan water binnendringen in de camera, waardoor deze defect kan raken.
B
Voorzorgsmaatregelen bij het werken met de camera in koude omgevingen
• Deze camera werkt nog correct tot een temperatuur van -10 °C. Als de camera wordt blootgesteld aan sneeuw of zich waterdruppels aan de buitenzijde van de camera bevinden, is het mogelijk dat de sneeuwvlokken of waterdruppels in de naden van de behuizing bevroren raken en deze delen van de camera slechts moeilijk te bedienen zijn.
F2
Behandeling van de producten • Bij temperaturen tussen -10 °C en 0 °C is het mogelijk dat de prestatie van de batterijen (aantal opnames dat kan worden gemaakt en de opnametijd) tijdelijk afneemt. • Als de camera extreem koud wordt in koude omgevingen, is het mogelijk dat de prestatie van de monitor tijdelijk achteruit gaat direct nadat de camera wordt ingeschakeld (d.w.z. het beeld is donkerder dan normaal of de monitor geeft schaduwbeelden weer). • Houd de camera bij gebruik in koude omgevingen resp. op grote hoogtes, warm in een bescherming tegen koud of onder uw kleding
B
Laat de camera niet vallen
Als de camera wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen, kan deze defect raken.
B
Wees voorzichtig bij het hanteren van het objectief en alle bewegende onderdelen
Oefen geen kracht uit op het objectief, de objectiefbescherming, de monitor, de kaartsleuf of het batterijvak. Deze onderdelen raken gemakkelijk beschadigd. Als u kracht uitoefent op de lensdop, kan dit tot gevolg hebben dat de camera niet meer goed werkt of dat het objectief beschadigd raakt. Als de monitor beschadigd raakt, dient u erop te letten dat u zich niet verwondt aan de glassplinters en te voorkomen dat de vloeibare kristallen in de monitor in aanraking komen met uw huid, ogen of mond.
B
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op een sterke lichtbron
Richt het objectief niet gedurende langere tijd op de zon of een andere sterke lichtbron wanneer u de camera gebruikt of opbergt. Door intens licht kan de kwaliteit van de beeldsensor afnemen, waardoor er een witte waas op de foto's kan ontstaan.
B
Houd de camera uit de buurt van sterke magnetische velden
B
Vermijd plotselinge temperatuurverschillen
Plotselinge temperatuurverschillen, die bijvoorbeeld kunnen optreden als u op een koude dag een verwarmd gebouw binnengaat of verlaat, kunnen condensatie in de camera veroorzaken. U voorkomt condensatie door de camera in de cameratas of in een plastic tas te doen voordat u deze aan plotselinge temperatuurverschillen blootstelt. Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen door deze op het strand resp. elders rechtstreeks in de zon te laten liggen voordat u het water in gaat.
B
Schakel de camera uit voordat u de voedingsbron of de geheugenkaart verwijderd
Verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of gewist. Het onderbreken van de stroom kan in dit geval leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen.
B
De monitor
• De monitor bevat mogelijk enkele pixels die permanent branden of die helemaal niet branden. Dit komt voor bij praktisch alle TFT-LCD-schermen en duidt niet op een defect. Foto's die met het product zijn opgeslagen worden niet beïnvloed. • Bij helder licht zijn de beelden op de monitor mogelijk niet goed te zien. • De monitor wordt verlicht via een LED-verlichting. Neem contact op met de servicedienst van Nikon als de monitor zwakker gaat branden of begint te flikkeren.
F3
Technische opmerkingen en index
U mag deze camera niet gebruiken of opbergen in de buurt van apparatuur die een sterke elektromagnetische straling of magnetische velden produceert. Sterke statische ladingen en sterke magnetische velden die worden geproduceerd door bijvoorbeeld een radio of televisie, kunnen storingen veroorzaken in de monitor en gegevens op de geheugenkaart of de interne schakelingen van de camera beschadigen.
Behandeling van de producten
De batterij
Technische opmerkingen en index
• Lees, voordat u de batterij gaat gebruiken, de waarschuwingen onder “Voor uw veiligheid” (Avi tot viii) en neem deze in acht. • Controleer het batterijniveau wanneer u de camera gaat gebruiken en laad de batterij zo nodig op. Verwijder de batterij uit de lader zodra deze volledig is opgeladen. Doet u dat niet, dan is dit nadelig voor de prestaties van de batterij. Neem zo mogelijk een volledig opgeladen reservebatterij mee als u foto's maakt van belangrijke gelegenheden. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur lager is dan -10 °C of hoger dan 40 °C. • Laad de batterij voor gebruik binnenshuis op bij een omgevingstemperatuur tussen 5 °C en 35 °C. • Wanneer de temperatuur van de batterij tussen 0 °C en 10 °C of 45 °C en 60 °C ligt, dan kan de laadcapaciteit afnemen. • De batterij laadt niet op als de omgevingstemperatuur lager dan 0 °C of hoger dan 60 °C is. • Neem in acht dat de batterij tijdens gebruik heet kan worden; wacht tot de batterij afgekoeld is voordat deze opgeladen wordt. Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in acht neemt, dan kan dit tot beschadiging van de batterij leiden, de prestaties ervan negatief beïnvloeden of normaal opladen van de batterij voorkomen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit leiden tot een elektrische schok. • Op koude dagen neigt de capaciteit van batterijen af te nemen. Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen voordat u bij koud weer naar buiten gaat om te fotograferen. Houd reservebatterijen bij de hand op een warme plaats en verwissel ze zo nodig. Een koude batterij die weer op temperatuur is gekomen, kan soms een deel van de lading terugkrijgen. • Vuil op de aansluitingen van de batterij kan voorkomen dat de camera werkt. Als de aansluitingen van de batterij vuil zijn, veeg deze dan voor gebruik met een schone, droge schoon. • Als de batterij enige tijd niet gebruikt wordt, laat de batterij dan in de camera zitten voordat deze verwijderd wordt om opgeborgen te worden. Bewaar de batterij op een koele plaats bij een omgevingstemperatuur tussen 15 °C en 25 °C. Bewaar de batterij niet op hete of extreem koude plekken. • Verwijder altijd de batterij uit de camera of batterijlader als het apparaat niet wordt gebruikt. Als de batterij blijft zitten, worden er zelfs als het apparaat niet wordt gebruikt geringe hoeveelheden stroom van de batterij verbruikt. Dit kan ertoe leiden dat de batterij zover leeg raakt dat deze niet meer kan worden gebruikt. Het in- en uitschakelen van de camera terwijl de batterij leeg is, kan leiden tot een verkorte levensduur van de batterij. Als de batterij bijna leeg is, laad deze dan op voordat u deze weer gaat gebruiken. • Laad de batterij tenminste eenmaal per zes maanden op en maak de batterij volledig leeg voordat u deze weer opbergt. • Plaats de batterij, nadat u deze uit de camera of batterijlader hebt verwijderd, in de meegeleverde batterijhouder en bewaar deze op een koele plek.
F4
Behandeling van de producten
• Als de tijd die nodig is voordat een volledig opgeladen batterij leeg is aanzienlijk afneemt bij gebruik op kamertemperatuur betekent dit dat de batterij moet worden vervangen. Koop een nieuwe EN-EL12 batterij. • Vervang de batterij als deze niet meer kan worden opgeladen. Gebruikte batterijen bevatten kostbare grondstoffen. Recycle gebruikte batterijen volgens de plaatselijke voorschriften voor klein chemisch afval.
De batterijlader • Lees, voordat u de batterijlader gaat gebruiken, de waarschuwingen onder “Voor uw veiligheid” (Avi tot viii) en neem deze in acht. • De meegeleverde batterijlader kan alleen worden gebruikt met een oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12.
Technische opmerkingen en index
F5
Behandeling van de producten
De geheugenkaarten
Technische opmerkingen en index
• Gebruik uitsluitend SD-geheugenkaarten (Secure Digital). Zie “Goedgekeurde geheugenkaarten” (A 21) • Volg de voorzorgsmaatregelen zoals vermeld in de geheugenkaartdocumentatie op bij gebruik van de kaarten. • Plak geen labels of stickers op de geheugenkaart. • Formatteer de geheugenkaart niet met behulp van een computer. • Als een geheugenkaart voor het eerst wordt gebruikt, wordt geadviseerd deze eerst te formatteren in de camera. Met name wanneer u een geheugenkaart die in een ander apparaat is gebruikt voor het eerst in deze camera plaatst, moet u deze kaart voor gebruik in combinatie met deze camera formatteren. • Formatteren verwijdert permanent alle gegevens op de geheugenkaart. Zet daarom belangrijke foto's over naar de computer voordat u gaat formatteren. • Als de foutmelding “Ongeformatteerde kaart. Kaart formatteren?” verschijnt ndat u een geheugenkaart in deze camera heeft geplaatst, moet die geheugenkaart worden geformatteerd. Als de betreffende geheugenkaart foto's bevat die u wilt bewaren, kies dan Nee en sla die foto's vervolgens op uw computer op voordat u de geheugenkaart formatteert. Selecteer Ja en druk op de k knop om de geheugenkaart te formatteren. • Tijdens het formatteren, het schrijven en wissen van gegevens en het overzetten van gegevens van de geheugenkaart naar de computer mag u de onderstaande handelingen niet uitvoeren. Als u deze waarschuwing negeert, kunnen de volgende handelingen leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de geheugenkaart: - Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf om de batterij of de geheugenkaart te verwijderen. - Zet de camera uit - Koppel de lichtnetadapter los
F6
Behandeling van uw camera Reinigen
Monitor
Verwijder vuil en stof met behulp van een blaasbalgje. Verwijder vingerafdrukken, olieachtige substanties en andere vlekken op de monitor met een droge zachte doek of een brillendoekje. Oefen geen druk uit op de monitor en gebruik geen harde materialen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet inacht neemt, kan dit beschadigingof defecten veroorzaken.
Camerabody
Verwijder vuil, stof of zand met behulp van een blaasbalgje en veeg de camerabody voorzichtig af met een zachte, droge doek. Na gebruik van de camera onder water of op het strand, dient u zand, stof of zout te verwijderen met een zachte doek die licht is bevochtigd met kraanwater. Droog de camera daarna grondig af. Als u de camera gebruikt terwijl u zonnebrandcreme op uw handen heeft, dan kan dit een negatieve invloed hebben op de buitenzijde van de camera. Let erop dat vuil of stof in de camera schade kan veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt.
Gebruik geen vluchtige, organische oplosmiddelen, zoals alcohol of thinner, chemische schoonmaakmiddelen of anticondensmiddelen.
F7
Technische opmerkingen en index
Objectief
Raak glazen onderdelen niet met uw vingers aan. Verwijder stof of pluisjes met een blaasbalgje (gewoonlijk een rubberen bal met een spuitmondje waaruit lucht wordt geblazen). Vingerafdrukken, olieachtige vloeistoffen en ander vuil dat niet met een blaasbalgje kan worden verwijderd, kunt u voorzichtig wegvegen van het objectief met een droge zachte doek of brillendoekje, waarbij u een ronddraaiende beweging maakt vanuit het midden naar de randen toe. Gebruik geen kracht of een hard voorwerp bij het schoonvegen van het objectief. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit beschadiging of defecten veroorzaken. Als u het objectief op deze manier niet kunt reinigen, veegt u het schoon met een doek die licht is bevochtigd met lensreiniger.
Behandeling van uw camera
Opslag Verwijder de batterij als de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt. Berg de camera niet op in de buurt van mottenballen op basis van nafta of kamfer of op plaatsen: • In de nabijheid van apparaten die sterke elektromagnetische velden genereren, zoals televisie- of radiotoestellen • Waar het kouder wordt dan –10 °C of warmer dan 50 °C • Plaatsen die slecht geventileerd zijn of waar de luchtvochtigheid hoger is dan 60% Haal de camera minstens eenmaal per maand uit de opslag om schimmel tevoorkomen. Schakel de camera in en druk een aantal malen op de ontspanknop alvorens de camera weer op te bergen. Lees de waarschuwingen met betrekking tot het bewaren van de baterij onder “De batterij” (F4) in “Behandeling van de producten”.
Technische opmerkingen en index
F8
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS De kaartgegevens en locatienaamgegevens die op deze digitale camera zijn opgeslagen (“Gegevens”) zijn uitsluitend bedoeld voor persoonlijk, intern gebruik en niet voor wederverkoop. Deze gegevens zijn beschermd door copyright en zijn onderworpen aan de volgende algemene voorwaarden die door u, enerzijds, en door Nikon Corporation (“Nikon”) en haar licentiegevers (met inbegrip van hun licentiegevers en leveranciers) anderzijds, zijn overeengekomen. Raadpleeg “Mededelingen met betrekking tot copyrighthouders van in licentie uitgegeven software.” (F11) en voor informatie over copyright en licentiegevers. Voorwaarden
F9
Technische opmerkingen en index
Uitsluitend voor persoonlijk gebruik. U komt overeen deze Gegevens in combinatie met deze digitale camera en de fotogegevens die door deze digitale camera zijn vastgelegd uitsluitend te gebruiken voor de persoonlijke, niet-commerciële doeleinden waarvoor u een licentie hebt gekregen en niet voor servicebureauactiviteiten, gezamenlijke of andere soortgelijke doeleinden. Dienovereenkomstig, maar onderworpen aan de hiernavolgende bepalingen, komt u overeen niets van deze Gegevens te verveelvoudigen, te kopiëren, te wijzigen, te decompileren, te disassembleren of daarop reverse-engineering toe te passen, noch mag u de Gegevens in enige vorm of voor enig doel, anders dan in zoverre toegestaan door toepasselijk recht, overdragen of verspreiden. Beperkingen. Tenzij u hiertoe uitdrukkelijk toestemming hebt gekregen door Nikon en zonder afbreuk te doen aan hetgeen hiervoor is bepaald, mag u deze Gegevens niet gebruiken (a) met producten, systemen of toepassingen die zijn geïnstalleerd of anderszins zijn aangesloten op of in verbinding staan met vervoermiddelen met autonavigatie, positiebepaling, zendmogelijkheden, realtime routebegeleiding, beheer van wagenparken of soortgelijke toepassingen; of (b) met of wanneer deze in verbinding staan met apparaten voor positiebepaling of mobiele of draadloze elektronische of computerapparatuur, met inbegrip van, maar niet beperkt tot mobiele telefoons, palmtops en handhelds, pagers en PDA's. Waarschuwing. De Gegevens kunnen onnauwkeurige of onvolledige informatie bevatten doordat het verstrijken van tijd, veranderende omstandigheden, gebruikte bronnen en het verzamelen van complexe geografische gegevens, factoren zijn die op zichzelf onjuiste resultaten kunnen opleveren.
Geen garantie. Deze Gegevens worden aan u verstrekt “zoals ze zijn” en u komt overeen deze voor eigen risico te gebruiken. Nikon en haar licentiegevers (en hun licentiegevers en leveranciers) geven geen garanties, verklaringen of waarborgen van enig soort, uitdrukkelijk of impliciet, op grond van de wet of anderszins, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de inhoud, kwaliteit, nauwkeurigheid, volledigheid, doeltreffendheid, betrouwbaarheid, geschiktheid voor een specifiek doel, bruikbaarheid of toepassing of ten aanzien van de resultaten die op basis van de Gegevens kunnen worden verkregen of dat de Gegevens of server ononderbroken of vrij van fouten zal zijn. Uitsluiting van garantie: NIKON EN HAAR LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) SLUITEN ALLE GARANTIES UIT, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, TEN AANZIEN VAN DE KWALITEIT, PRESTATIES, VERHANDELBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN SPECIFIEK DOEL OF VAN NIET-INBREUK. In sommige staten, staatsgebieden en landen is uitsluiting van garantie niet toegestaan en indien zulks het geval is, is bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing. Uitsluiting van aansprakelijkheid: NIKON EN HAAR LICENTIEGEVERS (MET INBEGRIP VAN HUN LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) ZIJN NIET AANSPRAKELIJK JEGENS U: MET BETREKKING TOT ELKE CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, ONGEACHT DE AARD VAN DE AANLEIDING VAN DE CLAIM, EIS OF RECHTSVORDERING, VOOR VERMEENDE VERLIEZEN, LETSEL OF SCHADE, DIRECT OF INDIRECT, DIE KAN VOORTVLOEIEN UIT HET GEBRUIKEN OF HET BEZITTEN VAN DE INFORMATIE, OF VOOR VERLIES VAN WINST, INKOMSTEN, CONTRACTEN OF OPBRENGSTEN OF VOOR ELKE ANDERE DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIFIEKE SCHADE OF GEVOLGSCHADE DIE VOORTVLOEIT UIT HET GEBRUIKEN VAN OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN DEZE INFORMATIE, UIT EEN OMISSIE IN DE INFORMATIE OF HET SCHENDEN VAN DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN, HETZIJ IN EEN CONTRACTUELE VORDERING, EEN ONRECHTMATIGE DAAD OF GEBASEERD OP EEN GARANTIE, ZELFS ALS NIKON OF HAAR LICENTIEGEVERS ZIJN GEWEZEN OP DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. In sommige staten, staatsgebieden en landen is uitsluiting van aansprakelijkheid niet toegestaan en indien zulks het geval is, is bovengenoemde uitsluiting mogelijk niet op u van toepassing.
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS
Technische opmerkingen en index
Exportbeperking. U komt overeen om vanaf geen enkele locatie niets van de Gegevens of een rechtstreeks afgeleid product uit te voeren, tenzij in overeenstemming met, en met alle vereiste licenties en goedkeuringen, onder toepasselijke exportwetten, regels en voorschriften, met inbegrip van, maar niet beperkt tot de wetten, regels en voorschriften die zijn gepubliceerd door de Office of Foreign Assets Control van de U.S. Department of Commerce en het Bureau of Industry and Security van de U.S. Department of Commerce. Indien Nikon en de licentiegevers van Nikon op grond van exportwet- en regelgeving niet kunnen voldoen aan hun verplichtingen, zijn zij gevrijwaard tegen aansprakelijkheid en houdt het niet-nakomen van hun verplichtingen, geen schending in van deze Overeenkomst. Volledige Overeenkomst Deze voorwaarden vormen de volledige overeenkomst tussen Nikon (en haar licentiegevers, met inbegrip van hun licentiegevers en leveranciers) en u ten aanzien van het onderhavige onderwerp, en vervangen in hun volledigheid elke en alle schriftelijke of mondelinge overeenkomst(en) tussen ons met betrekking tot dit onderwerp. Heersend recht. Bovengenoemde voorwaarden worden beheerst door Japans recht en zijn niet (i) strijdig met wettelijke bepalingen of (ii) het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken, dat uitdrukkelijk wordt uitgesloten; op voorwaarde dat, indien om enige reden Japans recht niet van toepassing wordt geacht voor deze Overeenkomst in het land waar u de Gegevens hebt verkregen, deze Overeenkomst zal worden beheerst door het land waar u de Gegevens hebt verkregen. U verklaart zich te zullen onderwerpen aan de jurisdictie van Japan voor elk(e) en alle geschillen, claims en rechtsvorderingen die voortvloeien uit of in verband staan met de Gegevens die ingevolge deze overeenkomst aan u zijn verstrekt.
F10
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS
Mededelingen met betrekking tot copyrighthouders van in licentie uitgegeven software. • Kaartgegevens en locatienaamgegevens voor Japan ©2011 ZENRIN CO., LTD.. Alle rechten voorbehouden. Deze service maakt gebruik van kaart- en POI-data van ZENRIN CO., LTD.. “ZENRIN” is een geregistreerd handelsmerk van ZENRIN CO., LTD..
• Kaartgegevens en locatienaamgegevens met uitzondering van Japan © 1993-2010 NAVTEQ. Alle rechten voorbehouden.
Italy Norway Portugal Spain Sweden Switzerland
© Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen
© EuroGeographics
Traffic Codes for Belgium are provided by the Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap and the Ministèrie de l’Equipement et des Transports.
®
source: © IGN 2009 - BD TOPO “Die Grundlagendaten wurden mit Genehmigung der zuständigen Behörden entnommen” Contains Ordnance Survey data © Crown copyright and database right 2010 Contains Royal Mail data © Royal Mail copyright and database right 2010 Copyright Geomatics Ltd. Copyright © 2003; Top-Map Ltd. La Banca Dati Italiana è stata prodotta usando quale riferimento anche cartografia numerica ed al tratto prodotta e fornita dalla Regione Toscana. Copyright © 2000; Norwegian Mapping Authority Source: IgeoE - Portugal Información geográfica propiedad del CNIG Based upon electronic data © National Land Survey Sweden. Topografische Grundlage: © Bundesamt für Landestopographie
F11
Technische opmerkingen en index
Austria Croatia Cyprus Estonia Latvia Lithuania Moldova Poland Slovenia Ukraine Belgium (Traffic Codes for Belgium) France Germany Great Britain Great Britain (Royal Mail data) Greece ** Hungary
GEBRUIKERSLICENTIEOVEREENKOMST VOOR KAARTGEGEVENS EN LOCATIENAAMGEGEVENS
Canada Mexico United States
Australia
Israel Jordan Mozambique Réunion Ecuador
Technische opmerkingen en index
Guadeloupe Guatemala French Guiana Martinique Mexico
F12
This data includes information taken with permission from Canadian authorities, including © Her Majesty the Queen in Right of Canada, © Queen’s Printer for Ontario, © Canada Post Corporation, GeoBase , © The Department of Natural Resources Canada. All rights reserved. Fuente: INEGI (Instituto Nacional de Estadística y Geografía.) © United States Postal Service 2010. Prices are not established, controlled or approved by the United States Postal Service . The following trademarks and registrations are owned by the USPS: United States Postal Service, USPS, and ZIP+4. © Hema Maps Pty. Ltd, 2010. Copyright. Based on data provided under license from PSMA Australia Limited (www.psma.com.au). Product incorporates data which is © 2010 Telstra Corporation Limited, GM Holden Limited, Intelematics Australia Pty Ltd, NAVTEQ International LLC, Sentinel Content Pty Limited and Continental Pty Ltd. © Survey of Israel data source © Royal Jordanian Geographic Centre Certain Data for Mozambique provided by Cenacarta © 2010 by Cenacarta source: © IGN 2009 - BD TOPO INSTITUTO GEOGRAFICO MILITAR DEL ECUADRO AUTORIZACION N° IGM-2011-01- PCO-01 DEL 25 DE ENERO DE 2011 source: © IGN 2009 - BD TOPO Aprobado por el INSTITUTO GEOGRAFICO NACIONAL - Resolución del IGN N° 186-2011 source: © IGN 2009 - BD TOPO source: © IGN 2009 - BD TOPO Fuente: INEGI (Instituto Nacional de Estadística y Geografía)
®
®®
® ® ® ®
Problemen oplossen Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst het volgende overzicht met de meest voorkomende problemen voordat u zich tot de leverancier of tot een door Nikon erkende servicedienst wendt. Raadpleeg de pagina’s in de rechterkolom voor meer informatie. • Zie “Foutmeldingen” (E88) voor meer informatie.
Voeding, monitor en instellingen Probleem
A
Oorzaak/Oplossing
• Batterij is leeg. • Camera is automatisch uitgeschakeld om energie te besparen. Camera gaat zonder • De binnenkant van de camera is te warm geworden. Laat de camera waarschuwing uit uitgeschakeld totdat de binnenkant van de camera is afgekoeld. • Bij lage temperaturen is het mogelijk dat de camera en de batterij niet normaal functioneren.
22 23 –
• Camera staat uit. • Batterij is leeg. Monitor geeft geen • Stand-bystand om energie te besparen: druk op de hoofdschakelaar, beeld de ontspanknop, A knop, c knop of b (e filmopname) knop. • De camera is op de computer aangesloten via de USB-kabel. • De camera is op de TV aangesloten via de AV-kabel of HDMI-kabel.
23 22 23
Beeld op monitor is • Pas de helderheid van de monitor aan. • Monitor is vuil. Reinig de monitor. niet goed te zien.
94 F2
F4
73 73
Er zijn geen aanduidingen op de monitor te zien
Info verbergen is ingesteld op Foto-informatie onder Monitorinstellingen in het setup-menu.
94
Datumstempel niet beschikbaar.
Tijdzone en datum in het setup-menu is niet ingesteld.
24, 94
Datum wordt niet • Een opnamestand zonder datum afdrukken is geselecteerd. op foto's weergege• Een andere functie die nu wordt ingesteld is de beperking op het ven, zelfs wanneer afdrukken van de datum. Datumstempel • De datum kan niet worden afgedrukt op een film. ingeschakeld is. Standaardwaarden zijn hersteld.
Klokbatterij is leeg; alle standaardwaarden zijn hersteld.
Technische opmerkingen en index
Datum en tijd van de opname zijn onjuist.
• Als de cameraklok niet is ingesteld (“Datum niet ingesteld” 24, 94 aanduiding knippert tijdens de opname), krijgen foto's het datumstempel “00/00/0000 00:00” en worden films gedateerd met “01/01/2011 00:00”. Stel de juiste datum en tijd in via Tijdzone en datum in het setup-menu. • De cameraklok is niet zo nauwkeurig als een normaal uurwerk, zoals 94 een horloge. Controleer af en toe de tijdsaanduiding van uw camera en stel zo nodig de tijd bij.
94 63 – 25
F13
Problemen oplossen Probleem
A
Oorzaak/Oplossing
De temperatuur van de batterij is hoog. Zet de camera uit en laat de Monitor staat uit en batterij afkoelen alvorens deze weer te gebruiken. Nadat het lampje drie het camera-aanminuten knippert, wordt de camera automatisch uitgezet, maar u kunt 23 lampje knippert. ook op de hoofdschakelaar drukken om de camera handmatig uit te zetten. Cameratemperatuur stijgt.
Als functies zoals een filmopname lange tijd worden gebruikt of als de camera wordt gebruikt op een plaats met een hoge omgevingstemperatuur, kan de temperatuur van de camera oplopen. Dit is geen storing.
81
b Elektronisch gestuurde camera’s In zeer uitzonderlijke gevallen kunnen er ongewone tekens op de monitor worden weergegeven en functioneert de camera niet meer. Meestal is dit het gevolg van een sterke externe statische lading. Zet de camera uit, verwijder de batterij, plaats deze terug en zet de camera weer aan. Als u de stroomvoorziening van de camera onderbreekt, zoals hierboven wordt beschreven, kan dit ertoe leiden dat gegevens die op het moment dat de storing optrad nog niet in het interne geheugen of op de geheugenkaart waren opgeslagen, verloren gaan. Dit is niet van invloed op gegevens die al zijn opgeslagen. Neem contact op met de leverancier of met een door Nikon erkende servicedienst als de storing zich blijft voordoen.
Opnameproblemen Probleem
Oorzaak/Oplossing
Technische opmerkingen en index
Kan de opnameMaak de HDMI- of USB-kabel los. stand niet instellen.
A 73
Er wordt geen foto gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
• Als de camera in de weergavestand staat, druk dan op de A knop, de ontspanknop of de b (e filmopname) knop. • Als menu’s worden weergegeven, drukt u op d knop. • Batterij is leeg. • Als het flitserlampje knippert, wordt de flitser opgeladen.
32
38, 42, 57
Camera kan niet scherpstellen.
• Onderwerp te dicht bij de camera. Probeer een opname te maken in de macro-stand, G (eenvoudige automatische) stand of Close-up onderwerpstand. • Autofocus werkt niet goed met het onderwerp dat u wilt fotograferen. • Stel AF-hulplicht in het setup-menu in op Automatisch. • Het onderwerp bevindt zich niet binnen het scherpstelveld op het moment dat de ontspanknop half wordt ingedrukt. • Zet de camera uit en weer aan.
• • Foto’s zijn onscherp. • •
F14
Gebruik de flitser. Gebruik de vibratiereductie en bewegingsdetectie. Gebruik D (Best Shot Selector). Gebruik een statief om de camera stevig neer te zetten (gebruik de zelfontspanner voor betere resultaten).
11 22 54
31 94 30, 51 23 54 94 51 56
Problemen oplossen Probleem Foto’s die met flitslicht zijn gemaakt bevatten heldere vlekken.
Oorzaak/Oplossing
A
Flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht. Zet de flitsstand op 55 W (uit).
55 • De flitsstand wordt op W gezet (uit). • U hebt een onderwerpstand geselecteerd waarbij de flitser niet 54 Flitser treedt niet in werkt. werking. • Als de camera een film opneemt. • Een andere functie die nu wordt ingesteld, zorgt ervoor dat de flitser 63 niet werkt.
Digitale zoom is niet beschikbaar.
• Uit is ingesteld op Digitale zoom in het setup-menu. • Wanneer Portret, Nachtportret , Tegenlicht met HDR ingeschakeld Aan, Dierenportret, Onder water of de stand Slim portret is geselecteerd als onderwerpstand, kan de digitale zoom niet worden gebruikt.. • Andere functies waarbij gebruik van de digitale zoom niet mogelijk is.
Beeldmodus niet beschikbaar.
Een andere functie die nu is ingesteld, zorgt ervoor dat de Beeldmodus niet werkt.
Geen geluid wanneer de sluiter ontspant.
• Uit is ingesteld op Sluitergeluid onder Geluidsinstellingen in het setup-menu. • Sport, Museum of Dierenportret is geselecteerd als onderwerpstand. • Als de camera een film opneemt. • Andere functies waarbij gebruik van het sluitergeluid niet mogelijk is. • Blokkeer de luidspreker niet. Uit is ingesteld op AF-hulplicht in het setup-menu. Zelfs als Automatisch is ingesteld, is het mogelijk dat de AF-hulpverlichting niet gaat branden, afhankelijk van de positie van het scherpstelveld of de opnamestand.
63 63 94 40, 43, 46 63 3 Technische opmerkingen en index
AF-hulpverlichting brandt niet.
94 40, 41, 44, 46
94
Foto’s zijn vlekkerig. Objectief is vuil. Reinig het objectief.
F2
Kleuren zijn onnatuurlijk.
Witbalansinstelling komt niet overeen met lichtbron.
51
Ringvormige of regenboogkleurige strepen zijn zichtbaar op het scherm of in de opname.
Als een onderwerp van achter wordt verlicht of wanneer een opname wordt gemaakt met een extreem heldere lichtbron in beeld, zoals de zon, is het mogelijk dat ringvormige of regenboogkleurige strepen – verschijnen in het beeld. Verander de positie van de lichtbron of zorg dat deze buiten beeld valt en probeer nogmaals om de opname te maken.
Willekeurig verspreide pixels ('ruis') worden in het beeld weergegeven.
Het onderwerp is donker, waardoor de sluitertijd te kort wordt of de ISO-waarde te hoog. • Gebruik de flitser. • Een lagere ISO-waarde instellen.
54 51
F15
Problemen oplossen Probleem
Oorzaak/Oplossing
• • • Foto’s zijn te donker • • (onderbelicht). •
De flitsstand wordt op W gezet (uit). Flitsvenster is afgedekt. Onderwerp bevindt zich buiten flitsbereik. Pas belichtingscorrectie aan. Verhoog de ISO-waarde. Onderwerp is gefotografeerd met tegenlicht. Stel de onderwerpstand in op Tegenlicht met HDR ingesteld op Uit of stel de flitsstand in op X (invulflits).
A 55 28 54 58 51 44, 54
Foto’s zijn te licht (overbelicht).
Pas belichtingscorrectie aan.
Delen van de foto waarin geen rode ogen voorkomen, worden ook gecorrigeerd.
Als V (automatisch met rode-ogenreductie) of “invulflits met rodeogenreductie” van de onderwerpstand Nachtportret wordt toegepast tijdens de opname, kan de ingebouwde rode-ogencorrectie in zeer zeldzame gevallen worden toegepast op delen van de foto waarin geen 41, 54 rode ogen voorkomen. Zet de flitsinstelling op een andere stand dan V (automatisch met rode-ogencorrectie), kies een onderwerpstand anders dan Nachtportret en maak vervolgens de opname.
58
• Huid verzachten levert niet de gewenste resultaten op, afhankelijk 66 De resultaten van van de opnamecondities. huid verzachten zijn • Voor foto's met vier of meer gezichten, probeer Huid verzachten in 71 niet zoals verwacht. het weergavemenu.
Technische opmerkingen en index
Het opslaan van foto's kost tijd.
Continu-stand kan niet ingesteld of gebruikt worden.
F16
Het kan zelfs langer duren om foto's op te slaan in de volgende omstandigheden: • Als de geluidsreductiefunctie geactiveerd is • Als de flitser is ingesteld op V (automatisch met rodeogenreductie) • Als foto's worden gemaakt in de volgende onderwerpstanden - HDR ingesteld op Aan in o (achtergrondverlichting) - Eenvoudig panorama in Panorama • Als de functie huid verzachten tijdens de opname wordt gebruikt Een andere functie die nu is ingesteld, zorgt ervoor dat de continustand niet werkt.
– 55
44 45 66 63
Problemen oplossen
Weergaveproblemen Probleem
A
Oorzaak/Oplossing
Bestand kan niet worden weergegeven.
• Het bestand is overschreven of de naam is gewijzigd met – de computer of een camera van een ander merk. • Films opgenomen op andere camera's dan de COOLPIX 84 AW100 kunnen niet worden afgespeeld.
Reeks kan niet worden weergegeven.
• Een reeks foto's die met de continu-opname van een andere camera dan de COOLPIX AW100 zijn gemaakt, kunnen niet als een reeks worden weergegeven. • Controleer de Reeksweergaveopties instelling.
Kan niet op beeld inzoomen.
• Zoomweergave kan niet worden gebruikt bij films, kleine – foto’s of uitgesneden kopieën van 320 × 240 pixels of minder. – • Zoomweergave is mogelijkerwijs niet beschikbaar bij foto's die zijn gemaakt op een andere camera dan de COOLPIX AW100. • Spraakmemo’s kunnen niet worden toegevoegd aan films. • Spraakmemo's kunnen niet worden toegevoegd aan foto's die met camera's anders dan de COOLPIX AW100 zijn gemaakt, terwijl het ook niet mogelijk is om spraakmemo's af te spelen die met een andere camera zijn gemaakt.
84
Kan geen spraakmemo opnemen of weergeven.
Foto's en films kunnen niet worden bewerkt.
• Bevestig de voorwaarden die nodig zijn voor bewerking van foto's of films. • Foto's gemaakt met andere camera's dan de COOLPIX AW100 kunnen niet worden bewerkt.
72, E16 –
–
71
71
Technische opmerkingen en index
• Videostand of HDMI is niet correct ingesteld in het TV- 94 instellingen setup-menu. Beelden worden • Kabels worden aangesloten op zowel de HDMI-mini73 niet weergegeven aansluiting als de USB/AV-uit-aansluiting. op een televisie. • Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats een andere 20 geheugenkaart. Verwijder de geheugenkaart om foto’s in het interne geheugen weer te geven. De albumpictogrammen wordt gereset naar de standaardpictogra mmen of beelden die aan albums zijn toegevoegd kunnen niet worden weergegeven in de stand favoriete beelden.
Gegevens die in het interne geheugen of op de geheugenkaart zijn opgeslagen, kunnen mogelijk niet worden weergegeven indien deze door een computer overschreven zijn.
–
F17
Problemen oplossen Probleem
Nikon Transfer 2 wordt niet gestart wanneer de camera wordt aangesloten op een computer.
Technische opmerkingen en index
De af te drukken foto’s worden niet weergegeven.
A
Oorzaak/Oplossing
• Het gewenste beeld werd in een andere categorie gesorteerd dan de huidig weergegeven categorie. • Beelden die door andere camera's dan de COOLPIX AW100 zijn opgeslagen en beelden die met de optie De opgeslagen Kopiëren gekopieerd zijn, kunnen niet worden beelden worden weergegeven in de stand automatisch sorteren. niet weergegeven • Beelden die in het interne geheugen of op de in de stand geheugenkaart zijn opgeslagen, kunnen mogelijk niet automatisch worden weergegeven indien deze door een computer sorteren. overschreven zijn. • Er kunnen in totaal maximaal 999 beelden en films aan elke categorie worden toegevoegd. Als de gewenste categorie in totaal al 999 beelden of films bevat, kunnen geen nieuwe beelden of films worden toegevoegd. • • • • •
70, E12 E13
–
E13
Camera staat uit. Batterij is leeg. USB-kabel is niet correct aangesloten. Camera wordt niet herkend door de computer. Controleer of het besturingssysteem dat wordt gebruikt, compatibel is met de camera. • De computer is niet zodanig ingesteld dat Nikon Transfer 2 automatisch wordt gestart. Voor meer informatie over Nikon Transfer 2 raadpleegt u de help in ViewNX 2.
23 22 73 – 74
• Geheugenkaart bevat geen beelden. Plaats een andere geheugenkaart. • Verwijder de geheugenkaart om foto’s in het interne geheugen af te drukken.
20
77
21
Papierformaat kan niet worden gekozen vanuit de camera in de volgende gevallen, zelfs niet bij gebruik van PictBridge Kan het compatibele printers. Selecteer het papierformaat met de papierformaat niet printer. selecteren in de • Het via de camera gekozen papierformaat is niet E26, camera. compatibel met de printer. E27 • Een printer die automatisch het papierformaat instelt, – wordt gebruikt.
F18
Problemen oplossen
GPS Probleem
A
Oorzaak/Oplossing
87 • De camera kan de locatie in sommige omgevingen mogelijk niet bepalen. Voor het gebruik van de GPSDe locatie kan niet functie dient de camera zo veel mogelijk in de open lucht worden bepaald of gebruikt te worden. het duurt lang 87 voordat de locatie • Wanneer de positionering voor het eerst wordt uitgevoerd nadat dit ca. 2 uur niet mogelijk was of na het kan worden vervangen van de batterij, dan duurt het enkele minuten bepaald. om de positie-informatie te verkrijgen. De positieinformatie kan niet op gemaakte foto's worden opgenomen.
Als z of y op het opnamescherm wordt weergegeven, dan wordt de positie-informatie niet opgenomen. Voordat er foto's worden gemaakt, moet gecontroleerd worden of de camera een voldoende sterk GPS-signaal ontvangt.
86
Verschil tussen de actuele opnamelocatie en opgeslagen positie-informatie.
De verkregen positie-informatie kan in sommige omgevingen afwijken. Als er een aanzienlijk verschil in de signalen van de GPS-satelliet is, kan dit resulteren in een afwijking van honderden meters.
87
–
Technische opmerkingen en index
Er wordt een De gewenste naam van het herkenningspunt wordt niet incorrecte geregistreerd of er wordt een incorrecte naam van het locatienaam herkenningspunt weergegeven. opgenomen of de correcte locatienaam wordt niet weergegeven.
– • Controleer de volgende items. - Of de geheugenkaart geplaatst is - Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart is Update van A-GPS opgeslagen bestand kan niet - Of het A-GPS bestand op de geheugenkaart recenter is worden dan het A-GPS bestand in de camera uitgevoerd. - Of het A-GPS bestand nog geldig is E57 • Het A-GPS bestand is mogelijk corrupt. Download het bestand nogmaals van de website.
Loggegevens kunnen niet worden opgeslagen.
– • Controleer of de geheugenkaart in de camera is geplaatst. • Er kunnen maximaal 36 items met loggegevens op één – dag worden opgenomen. • Er kunnen maximaal 100 items met loggegevens op één E63 geheugenkaart worden opgeslagen. Wis de loggegevens die niet meer nodig zijn van de geheugenkaart of plaats een nieuwe geheugenkaart.
F19
Specificaties Nikon COOLPIX AW100 Digitale camera Type Effectieve pixels Beeldsensor Objectief Brandpuntsafstand f-waarde Constructie Digitale zoom Vibratiereductie Autofocus (AF) Scherpstelbereik (afstand tot objectief) Selectie scherpstelveld Monitor
Technische opmerkingen en index
Beelddekking (opnamestand) Beelddekking (weergavestand) Opslag Media Bestandssysteem Bestandsindelingen
Beeldformaat (pixels).
F20
Compact digitale camera 16,0 miljoen 1/2,3-inch CMOS; ca. 16,79 miljoen pixels 5× optische zoom, NIKKOR objectief 5,0-25,0mm (beeldhoek equivalent aan die van een 28-140mm lens bij kleinbeeldformaat [135]) f/3.9-4.8 12 elementen in 10 groepen (inclusief 2 ED- objectiefelementen) Max. 4× (beeldhoek equivalent aan die van een ca. 560 mm lens bij kleinbeeldformaat [135]) Lens-shift en elektronische VR methodes (foto's) Lens-shift methode (films) AF met contrastdetectie • Ong. 50 cm tot ∞ (f); ong. 1m tot ∞ (g) • Macro-stand: 1 cm (bij een groothoekzoomstand boven G) tot ∞ Gezichtsprioriteit, automatisch (automatische 9-velds selectie), centrum, handmatig met 99 scherpstelvelden, onderwerp volgen 7,5 cm (3-inch), ca. 460.000 beeldpunten, TFT LCD-breedbeeldmonitor met antireflectiecoating en helderheidsaanpassing met 5 niveaus Circa 98% horizontaal en 98% verticaal (vergeleken met werkelijke beeld) Circa 100% horizontaal en 100% verticaal (vergeleken met werkelijke beeld) Intern geheugen (circa 83 MB), SD/SDHC/SDXC geheugenkaart DCF, Exif 2.3 en DPOF Foto’s: JPEG Geluidsbestanden (spraakmemo): WAV Films: MOV (Video: H.264/MPEG-4 AVC, Audio: AAC stereo) • • • • • • • • •
16 M 16 M 12 M 8M 5M 3M PC VGA 16:9
4608×3456P 4608×3456 4000×3000 3264×2448 2592×1944 2048×1536 1024×768 640×480 4608×2592
Specificaties ISO-waarde (standaard uitvoergevoeligheid)
• ISO 125, 200, 400, 800, 1600, 3200 • Automatisch (automatische gevoeligheidsinstelling van ISO 125 tot 800) • Vast bereik automatisch (ISO 125 tot 400)
Belichting Lichtmeting Belichtingsregeling Sluiter Sluitertijd Diafragma Bereik Zelfontspanner Ingebouwde flitser Bereik (circa) (ISO-gevoeligheid: Automatisch) Flitsinstelling Interface Gegevensoverdrachtprotocol Video-uitgang HDMI-uitgang
Digitaal kompas GPS
Ondersteunde talen
Voedingsbronnen Gebruiksduur batterij (EN-EL12) Statiefaansluiting Afmetingen (B × H × D) Gewicht
[Groothoek]: Ca. 0,3 tot 3,5 m [Tele]: Ca. 0,5 tot 2,2 m TTL auto flits met monitor voorflits Hi-Speed USB MTP, PTP Keuze tussen NTSC en PAL Er kan worden gekozen tussen Auto, 480p, 720p en 1080i Audio/video(AV) -uitgang; digitale in-/uitgang (USB), HDMI ministekker (Type C) (HDMI-uitgang) 8 windstreken om te detecteren (positiecorrectie m.b.v. 3-assige versnellingssensor, automatische correctie voor de afgeweken hoek en automatische afwijkingsaanpassing) Ontvangstfrequentie 1574,52 MHz (C/A-code), geodesiesysteem WGS 84 Arabisch, Braziliaans Portugees, Chinees (Vereenvoudigd en Traditioneel), Deens, Duits, Engels, Fins, Frans, Grieks, Hindi, Hongaars, Indonesisch, Italiaans, Japans, Koreaans, Nederlands, Noors, Oekraïens, Pools, Portugees, Roemeens, Russisch, Spaans, Thai, Tsjechisch, Turks, Vietnamees, Zweeds • Eén oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 (meegeleverd) • Lichtnetadapter EH-62F (apart verkrijgbaar) Foto’s1: Circa 250 opnamen Films2: Circa 1 u 35 min (HD 1080pP (1920×1080)) 1/4 (ISO 1222) Circa 110,1 × 64,9 × 22.8 mm (exclusief uitstekende delen) Ca. 178 g (met batterij en SD-geheugenkaart)
F21
Technische opmerkingen en index
In-/uitgang
256-segment matrix, centrumgericht (indien digitale zoom minder dan 2×), spot (indien digitale zoom 2× of meer) Automatisch programma, bewegingsdetectie, belichtingscorrectie (–2,0 tot +2,0 EV in stappen van 1/3 EV) Mechanische en CMOS elektronische sluiter 1/1500 - 1 s , 4 s (Vuurwerk onderwerpstand) Elektronisch geregeld ND filter (–2 AV) selectiestand 2 (f/3.9, f/7.8 [W]) Tijden van 2 of 10 seconden kunnen worden geselecteerd
Specificaties Gebruiksomstandigheden Temperatuur Luchtvochtigheid Waterdichtheid
Stofdichtheid Schokbestendigheid
-10 °C tot +40 °C (voor buitengebruik) 0 °C tot 40 °C (voor gebruik onderwater) 85% of lager (niet-condenserend) Equivalent aan JIS/IEC beschermingsklasse 8 (IPX8) (onder onze testomstandigheden) Capaciteit om foto's onder water te maken tot een diepte van 10 m en 60 minuten lang Equivalent aan JIS/IEC beschermingsklasse 6 (IP6X) (onder onze testomstandigheden) Heeft onze testomstandigheden3 doorstaan en voldoet aan de MIL-STD 810F methode 516.5-Shock
• Tenzij anders wordt vermeld, hebben alle getallen betrekking op een camera met een volledig opgeladen oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 bij een omgevingstemperatuur van 25 °C. 1
2 3
Technische opmerkingen en index
Gebaseerd op de CIPA-standaarden (Camera and Imaging Products Association; Vereniging voor camera- en beeldvormingsproducten) waarmee de gebruiksduur voor camerabatterijen wordt gemeten. Gemeten bij 23 (±2) °C; zoom is aangepast bij elke opname, flitser is gebruikt om de andere opname, beeldstand ingesteld op P, 4608×3456. De gebruiksduur van de batterij is afhankelijk van het opname-interval en de tijd dat menu’s en beelden worden weergegeven. Bij het maken van een enkele film bedraagt de max. opnametijd 29 minuten en de bestandsgrootte max. 4 GB, ook al is er voldoende ruimte op de geheugenkaart. Valtest vanaf een hoogte van 152 cm op een oppervlak van 5 cm dik multiplex (veranderingen in uiterlijk, zoals lakschade en vervorming van schokdempend gedeelte en waterdichtheid zijn niet meegenomen in deze test). Deze tests garanderen niet onder alle omstandigheden dat de camera niet beschadigd raakt of storingen ondervindt.
F22
Specificaties
Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12 Type
Oplaadbare Li-ion batterij
Capaciteit
DC 3,7 V, 1050 mAh
Gebruikstemperatuur
–10 °C tot +40 °C
Afmetingen (B × H × D)
Circa 32 × 43,8 × 7,9 mm (exclusief uitstekende delen)
Gewicht
Circa 22,5 g (zonder afdekkapje)
Batterijlader MH-65 Invoer
AC 100 - 240 V, 50/60 Hz, 0,08 tot 0,05 A
Uitvoer
DC 4,2 V, 0,7 A
Ondersteunde oplaadbare batterijen
Oplaadbare Li-ion batterij EN-EL12
Oplaadtijd
Circa 2 uur en 30 minuten als batterij volledig leeg is
Gebruikstemperatuur
0 °C tot 40 °C
Afmetingen (B × H × D)
Circa 58 × 27,5 × 80 mm (exclusief netsnoer)
Lengte van netsnoer
Ca. 1,8 m
Gewicht
Circa 70 g (zonder voedingskabel)
B
Specificaties
Ondersteunde standaards • DCF: DCF (Design Rule for Camera File System; Ontwerpnormen voor camerabestandssystemen) is een algemeen erkende standaard voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt gewaarborgd. • DPOF: Het Digital Print Order Format (digitaal afdrukformaat voor digitale camera's) is een industriestandaard die het mogelijk maakt foto’s af te drukken op basis van een afdrukopdracht die is opgeslagen op de geheugenkaart. • Exif versie 2.3: Deze camera ondersteunt Exif (Exchangeable Image File Format for Digital Still Cameras; Uitwisselbare beeldbestandsindeling voor digitale fotocamera's) versie 2.3, een standaard die het mogelijk maakt gegevens bij foto's op te slaan. Deze gegevens leveren een optimale kleurreproductie op bij afdrukken met Exif-compatibele printers. Zie het instructieboekje van de printer voor gedetailleerde informatie. • PictBridge: Een standaard die is ontwikkeld in samenwerking met fabrikanten van digitale camera’s en printers en die het mogelijk maakt foto’s rechtstreeks vanuit de camera naar een printer te sturen zonder de camera op een computer aan te sluiten.
F23
Technische opmerkingen en index
• Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele fouten in deze handleiding. • Het uiterlijk en de specificaties van dit product kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Index Symbolen
Technische opmerkingen en index
R E6 A Automatische stand 51 o Belichtingscorrectie 58 G Eenvoudige automatische stand 38 b (e filmopname) knop 80 m Flitsstand 54 f Groothoek 29 p Macro-stand 57 d Menu-knop 4, 5, 11 h Miniatuurweergave van foto 33 C Onderwerpstand 39 A Opnamestandknop 9, 26 k Selectie toepassen-knop 5, 10 F Stand automatisch sorteren 70, E12 h Stand favoriete beelden 70, E9 F Stand slim portret 49 C Stand sorteer op datum 70, E14 g Tele 29 c Weergaveknop 4, 5, 32 l Wissen-knop 4, 5, 34, E49 n Zelfontspanner 56 i Zoomweergave 33 .JPG E85 .MOV E85 .WAV E85
A A/V-kabel E87 Aanduiding batterijniveau 22 Aantal resterende opnames 22, 62 Actiecontrole 13 Actieknop 13 Actieknop toewijzen 96, E81 Afdrukken E27 Afdrukopdracht 71, E42 Afdrukopdracht datumoptie E43 AF-hulp E75 AF-hulpverlichting 95 AF-stand E41 AF-veld 52 AF-veldstand 52, E38
F24
Album E9, E11 Audio/video-in jack E22 Audio/video-kabel E22 Autofocus 52, 57, E41, E56 Autofocus-stand 52, E41, E56 Automatisch 55 Automatisch uit 95, E77 Automatische stand 51 AV-in-aansluiting 73 AV-kabel 73, E22
B Batterij 16, 18, E87 Batterijlader 16, E87 Bedieningsgeluid 95 Beeld draaien 71, E48 Beeldstand 61, 62 Belichtingscorrectie 58 Best Shot Selector 52, E36 Bestandsnaam E85 Beveiligen 71, E46 Bewegingsdetectie 95, E74 BSS 52, E36
C Close-up k 42 Compressieverhouding 61 Computer 73 Continu 52, E36
D Datum en tijd 24, E67 Datumstempel 94, E72 De camerariem bevestigen 14 Deksel batterijvak/geheugenkaartsleuf 18, 20 Delen van de film kopiëren 84 Diashow 71, E45 Digitale zoom 29, 95, E75 D-Lighting 71, E17 DPOF-printen E29 DSCN E85
Index
E
H
Eenvoudig panorama 45, E2 Enkelvoudig 52, E36 Enkelvoudige AF 52, E41, E56 Extensie E85
Handmatig instellen E35 HDMI 96, E22, E79 HDMI-mini-aansluiting 73, E22 Helderheid monitor 94, E70 Hoofdfoto kiezen E51 Hoofdschakelaar 22, 23, 24 Hoofdschakelaar/camera-aan-lampje 23 HS-film E53, E54 HS-films 83 Huid verzachten 50, 66, E32
F
G Geheugencapaciteit 22 Geheugenkaart 20, 21 Geheugenkaart formatteren 20, E78 Geheugenkaartsleuf 20 Geluid instellen 95, E76 Gevoeligheid actiecontrole 95, E77 Gezichtprioriteit 52, E38 Gezichtsdetectie 65 Glamour-retouchering 71, E18 Glimlachtimer 50, E32 Groothoek 29
I Identificatie E85 Intern geheugen formatteren 96, E78 Invulflits 55 ISO-gevoeligheid 52 ISO-waarde E37
K Kaart weergeven 13 Kalenderweergave 33 Kies hoofdfoto 72 Kleine afbeelding 71, E20 Knipperdetectie 50, E33 Knipperwaarsch. 96 Knipperwaarschuwing E80 Knopgeluid E76
Technische opmerkingen en index
Favoriete beelden 70, 72, E9 Filmduur 82 Filmlicht 83, E56 Filmopties 83, E52 Films afspelen 84 Films bewerken E30 Films opnemen 80 Filteradapter 14 Filtereffecten 71, E19 Firmware-versie 96, E84 Flitser 54 Flitsstand 54 Formatteren 20, 96, E78 Foto kopiëren E50 Foto's bewerken E15 Foto's kopiëren 71 Foto’s selecteren E47 Foto-informatie 94, E70 FSCN E85 Fulltime-AF 52, E41, E56 Functies die niet gelijktijdig gebruikt kunnen worden 63
L Lader 16, E87 Landschap c 40 Lichtnetadapter 17, E87 Lithium-ion type batterij E87
M Macro-stand 57 Mapnaam E85 Menu slim portret 50 Menu speciale effecten 48 Microfoon 71, 83, E49 Miniatuurweergave 33 Monitor 6, 8, F7 Monitorinstellingen 94, E70 Multi-selector 4, 5, 10, 53 Multi-shot 16 52, E36 Museum l 43
F25
Index
N Nachtlandschap j 42 Nachtportret e 41
O Objectief 28, F20 Onder water C 46 Onderwerp volgen 52, E39, E40 Onderwerpstand 39, 40 Ontspanknop 4, 5, 30 Openen met HS-footage 83, E53 Oplaadbare batterij 16, E87 Oplaadbare Li-ion batterij 16, E87 Opname 26 Opnamemenu 51 Opnamemenu eenvoudig automatisch 38 Optionele accessoires E87 Optische zoom 29
P
Technische opmerkingen en index
Panorama p 45 Panorama-assistent 45, E5 Papierformaat E26, E27 Party/binnen f 41 PictBridge E24, F23 Portret b 40 Portret van huisdier O 46 Printen E24, E26 Printer E24
R Reeks E7 Reeksweergaveopties 72, E51 Regeling HDMI-apparaat 96, E79 Rode-ogenreductie 55 RSCN E85
S Schemering/dageraad i 42 Scherpstelling 30, 52, E38, E41 Scherpstelveld E38 Scherpstelvergrendeling 67 Setup-menu 94
F26
Slow motion films opnemen E54 Sluitergeluid E76 Sneeuw z 41 Snel retoucheren 71, E17 Sport d 40 Spraakmemo 71, E49 SSCN E85 Stand automatisch sorteren 70, E12 Stand favoriete beelden 9 Stand slim portret 49 Stand sorteer op datum 70, E14 Stand speciale effecten 47 Standaardwaarden 96, E81 Strand Z 41
T Taal 96, E78 Tegenlicht R 44 Tele 29 Tijdsverschillen E69 Tijdzone 24, E69 Tijdzone en datum 24, 94, E67 Trage synchronisatie 55 Tv-instellingen 96, E79
U Uit 55 Uitsnede E30 Uitsnijden E21 USB/Audio video connector E22, E25 USB/AV-uit-aansluiting 73 USB-kabel 73, E25, E87
V Verwijderen uit favorieten 72, E10 Vibratiereductie 94, E73 Videostand 96 Video-uitgang E79 ViewNX 2 74 Voedsel u 43 Volume 84 Vuurwerk m 43
Index
W Weergave 32, 84, E49 Weergavemenu 71 Weergavestanden 70 Weergeven 70 Welkomstscherm 94, E66 Windruisreductie 83, E56 Wissen 34, 84, E49 Witbalans 52, E34
Z Zelfontspanner 56 Zelfontspannerlampje 56 Zomertijd 25 Zonsondergang h 41 Zoom 29 Zoomknoppen 4, 5, 29 Zoomweergave 33 Zwart-wit kopie n 43
Technische opmerkingen en index
F27
Niets uit deze handleiding mag geheel of gedeeltelijk, in welke vorm dan ook (behalve via korte citaten in productbesprekingen of recensies), worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
FX1H01(1F) © 2011 Nikon Corporation
6MM1561F-01