Digital Controller and Media Player
DN-SC2900 Gebruiksaanwijzing
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
CAUTION
LEES DIT VOORDAT U HET APPARAAT GEBRUIKT
RISK OF ELECTRIC SHOCK DO NOT OPEN
Dit product werd ontworpen en vervaardigd om te voldoen aan de strikte kwaliteits- en veiligheidsnormen. Er zijn echter enkele installatie- en voorzorgsmaatregelen waarvan u zich vooral bewust moet zijn.
WAARSCHUWING:
1. Lees deze instructies.
OM HET RISICO OP ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN MAG U DE KLEP (OF DE RUGZIJDE) NIET VERWIJDEREN). DIT APPARAAT BEVAT GEEN ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER KUNNEN WORDEN ONDERHOUDEN OF GEREPAREERD. LAAT ONDERHOUD EN REPARATIES OVER AAN BEVOEGDE ONDERHOUDSTECHNICI.
2. Bewaar deze instructies. 3. Let op alle waarschuwingen. 4. Volg alle instructies.
The lightning flash with arrowhead symbol, within an equilateral triangle, is intended to alert the user to the presence of uninsulated “dangerous voltage” within the product’s enclosure that may be of sufficient magnitude to constitute a risk of electric shock to persons.
5. Gebruik het apparaat niet bij water. 6. Reinig het apparaat alleen met een droge doek. 7. Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Installeer het toestel in overeenstemming met de instructies van de fabrikant.
The exclamation point within an equilateral triangle is intended to alert the user to the presence of important operating and maintenance (servicing) instructions in the literature accompanying the appliance.
8. Niet gebruiken bij warmtebronnen zoals radiatoren, warmteregisters, ovens en andere apparatuur (zoals versterkers) die warmte produceren. 9. Maak de gepolariseerde of geaarde stekker niet onklaar. Een poolstekker heeft twee pinnen waarvan de ene breder is dan de andere. Een geaarde stekker heeft twee pinnen en een derde aardepin. De brede pen van de gepolariseerde stekker en de aardklem van de aardlekstekker zijn bedoeld voor uw veiligheid. Als de geleverde stekker niet in uw stopcontact past, moet u een elektricien raadplegen om het verouderde stopcontact te vervangen.
BELANGRIJK VOOR DE VEILIGHEID WAARSCHUWING:
Om het risico op brand en elektrische schok te beperken, mag het apparaat niet worden blootgesteld aan regen of vocht en mogen er geen met vloeistoffen gevulde objecten, zoals vazen, op het apparaat worden geplaatst.
10. Bescherm de netkabel, zodat men er niet over kan lopen en hij niet bekneld raakt. Let vooral op de nabijheid van stekkers, stopcontacten en het punt waar de kabel op het apparaat is aangesloten. 11. Gebruik alleen toebehoren en accessoires die zijn aanbevolen door de fabrikant.
WAARSCHUWING:
12. Gebruik het toestel alleen met een wagentje, standaard, statief, steun of tafel die door de fabrikant is opgegeven of die bij het toestel wordt verkocht. Wordt een wagen gebruikt, wees dan voorzichtig als de wagen met de apparatuur wordt verplaatst, zodat ze niet kunnen omvallen en letsel veroorzaken.
HET GEBRUIK VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN OF HET AANPASSEN OF UITVOEREN VAN ANDERE PROCEDURES DAN HIERIN ZIJN VERMELD, KUNNEN GEVAARLIJKE BLOOTSTELLING AAN STRALEN VEROORZAKEN. DIT PRODUCT MAG ALLEEN WORDEN AANGEPAST OF GEREPAREERD DOOR EEN GOED OPGELEIDE ONDERHOUDSTECHNICUS.
13. Neem de stekker uit het stopcontact tijdens onweer en als het apparaat langere tijd niet wordt gebruikt. 14. Laat reparaties uitvoeren door bevoegd reparatiepersoneel. Reparaties zijn nodig als het apparaat is beschadigd, bijvoorbeeld als de voedingskabel of stekker is beschadigd, als er vloeistof op het apparaat is gemorst of als er voorwerpen in het apparaat zijn gevallen, het apparaat is blootgesteld aan regen of vocht, het apparaat niet normaal werkt of het apparaat is gevallen.
I
nnLaser Class
ADVARSEL: VAROITUS! VARNING:
WAARSCHUWING 1. Ga voorzichtig om met de voedingskabel Zorg dat u de voedingskabel niet beschadigt of vervormt. Als de kabel beschadigd of vervormd raakt, kan dit elektrische schok of storingen veroorzaken bij het gebruik. Wanneer u de kabel uit het stopcontact trekt, moet u de stekker vasthouden en niet aan de kabel zelf trekken. 2. Open de achterklep niet Om elektrische schok te voorkomen, mag u de bovenklep niet openen. Neem contact op met uw DENON-DEALER. 3. Plaats niets binnenin Plaats geen metalen objecten of mors geen vloeistof in het systeem. Hierdoor kan een elektrische schok of storing ontstaan.
CLASS 1 ,, LASER PRODUCT ,,
(IEC60825-1:2007) CLASS 1 LASER PRODUCT LUOKAN 1 LASERLAITE KLASS 1 LASERAPPARAT USYNLIG LASERSTRÅLING VED ÅBNING, NÅR SIKKERHEDSAFBRYDERE ER UDE AF FUNKTION. UNDGÅ UDSAETTELSE FOR STRÅLING. LAITTEEN KÄYTTÄMINEN MUULLA KUIN TÄSSÄ KÄYTTÖOHJEESSA MAINITULLA TAVALLA SAATTAA ALTISTAA KÄYTTÄJÄN TURVALLISUUSLUOKAN 1 YLITTÄVÄLLE NÄKYMÄMTTÖMÄLLE LASERSÄTEILYLLE. OM APPARATEN ANVÄNDS PÅ ANNAT SÄTT ÄN I DENNA BRUKSANVISNING SPECIFICERATS, KAN ANVÄNDAREN UTSÄTTAS FÖR OSYNLIG LASERSTRÅLNING SOM ÖVERSKRIDER GRÄNSEN FÖR LASERKLASS 1.
Noteer en bewaar de modelnaam en het serienummer van uw set, zoals weergegeven op het vermogenslabel. Modelnr. DN-SC2900 Serienummer
ATTENZIONE: QUESTO APPARECCHIO E’ DOTATO DI DISPOSITIVO OTTICO CON RAGGIO LASER. L’USO IMPROPRIO DELL’APPARECCHIO PUO’ CAUSARE PERICOLOSE ESPOSIZIONI A RADIAZIONI!
II
nnNOTES ON USE/HINWEISE ZUM GEBRAUCH/OBSERVATIONS RELATIVES A L’UTILISATION/ NOTE SULL’USO/NOTAS SOBRE EL USO/ALVORENS TE GEBRUIKEN/OBSERVERA WARNINGS
WARNHINWEISE
AVERTISSEMENTS
AVVERTENZE
ADVERTENCIAS
WAARSCHUWINGEN
VARNINGAR
• Handle the power cord carefully. Hold the plug when unplugging the cord. • Keep the unit free from moisture, water, and dust. • Unplug the power cord when not using the unit for long periods of time. • Do not obstruct the ventilation holes. • Do not let foreign objects into the unit. • Do not let insecticides, benzene, and thinner come in contact with the unit. • Never disassemble or modify the unit in any way. • Ventilation should not be impeded by covering the ventilation openings with items, such as newspapers, tablecloths or curtains. • Naked flame sources such as lighted candles should not be placed on the unit. • Do not expose the unit to dripping or splashing fluids. • Do not place objects filled with liquids, such as vases, on the unit. • Do not handle the mains cord with wet hands. • When the switch is in the OFF position, the equipment is not completely switched off from MAINS. • The equipment shall be installed near the power supply so that the power supply is easily accessible.
• Gehen Sie vorsichtig mit dem Netzkabel um. Halten Sie das Kabel am Stecker, wenn Sie den Stecker herausziehen. • Halten Sie das Gerät von Feuchtigkeit, Wasser und Staub fern. • Decken Sie den Lüftungsbereich nicht ab. • Wenn das Gerät längere Zeit nicht verwendet werden soll, trennen Sie das Netzkabel vom Netzstecker. • Lassen Sie keine fremden Gegenstände in das Gerät kommen. • Lassen Sie das Gerät nicht mit Insektiziden, Benzin oder Verdünnungsmitteln in Berührung kommen. • Versuchen Sie niemals das Gerät auseinander zu nehmen oder zu verändern. • Die Belüftung sollte auf keinen Fall durch das Abdecken der Belüftungsöffnungen durch Gegenstände wie beispielsweise Zeitungen, Tischtücher, Vorhänge o. Ä. behindert werden. • Auf dem Gerät sollten keinerlei direkte Feuerquellen wie beispielsweise angezündete Kerzen aufgestellt werden. • Das Gerät sollte keiner tropfenden oder spritzenden Flüssigkeit ausgesetzt werden. • Auf dem Gerät sollten keine mit Flüssigkeit gefüllten Behälter wie beispielsweise Vasen aufgestellt werden. • Das Netzkabel nicht mit feuchten oder nassen Händen anfassen. • Wenn der Schalter ausgeschaltet ist (OFF-Position), ist das Gerät nicht vollständig vom Stromnetz (MAINS) abgetrennt. • Das Gerät sollte in der Nähe einer Netzsteckdose aufgestellt werden, damit es leicht an das Stromnetz angeschlossen werden kann.
• Manipuler le cordon d’alimentation avec précaution. Tenir la prise lors du débranchement du cordon. • Protéger l’appareil contre l’humidité, l’eau et la poussière. • Débrancher le cordon d’alimentation lorsque l’appareil n’est pas utilisé pendant de longues périodes. • Ne pas obstruer les trous d’aération. • Ne pas laisser des objets étrangers dans l’appareil. • Ne pas mettre en contact des insecticides, du benzène et un diluant avec l’appareil. • Ne jamais démonter ou modifier l’appareil d’une manière ou d’une autre. • Ne pas recouvrir les orifices de ventilation avec des objets tels que des journaux, nappes ou rideaux. Cela entraverait la ventilation. • Ne jamais placer de flamme nue sur l’appareil, notamment des bougies allumées. • L’appareil ne doit pas être exposé à l’eau ou à l’humidité. • Ne pas poser d’objet contenant du liquide, par exemple un vase, sur l’appareil. • Ne pas manipuler le cordon d’alimentation avec les mains mouillées. • Lorsque l’interrupteur est sur la position OFF, l’appareil n’est pas complètement déconnecté du SECTEUR (MAINS). • L’appareil sera installé près de la source d’alimentation, de sorte que cette dernière soit facilement accessible.
• Manneggiate il cavo di alimentazione con attenzione. Tenete ferma la spina quando scollegate il cavo dalla presa. • Tenete l’unità lontana dall’umidità, dall’acqua e dalla polvere. • Scollegate il cavo di alimentazione quando prevedete di non utilizzare l’unità per un lungo periodo di tempo. • Non coprite i fori di ventilazione. • Non inserite corpi estranei all’interno dell’unità. • Assicuratevi che l’unità non entri in contatto con insetticidi, benzolo o solventi. • Non smontate né modificate l’unità in alcun modo. • Le aperture di ventilazione non devono essere ostruite coprendole con oggetti, quali giornali, tovaglie, tende e così via. • Non posizionate sull’unità fiamme libere, come ad esempio candele accese. • L’apparecchiatura non deve essere esposta a gocciolii o spruzzi. • Non posizionate sull’unità alcun oggetto contenente liquidi, come ad esempio i vasi. • Non toccare il cavo di alimentazione con le mani bagnate. • Quando l’interruttore è nella posizione OFF, l’apparecchiatura non è completamente scollegata da MAINS. • L’apparecchio va installato in prossimità della fonte di alimentazione, in modo che quest’ultima sia facilmente accessibile.
• Maneje el cordón de energía con cuidado. Sostenga el enchufe cuando desconecte el cordón de energía. • Mantenga el equipo libre de humedad, agua y polvo. • Desconecte el cordón de energía cuando no utilice el equipo por mucho tiempo. • No obstruya los orificios de ventilación. • No deje objetos extraños dentro del equipo. • No permita el contacto de insecticidas, gasolina y diluyentes con el equipo. • Nunca desarme o modifique el equipo de ninguna manera. • La ventilación no debe quedar obstruida por haberse cubierto las aperturas con objetos como periódicos, manteles o cortinas. • No deberán colocarse sobre el aparato fuentes inflamables sin protección, como velas encendidas. • No exponer el aparato al goteo o salpicaduras cuando se utilice. • No colocar sobre el aparato objetos llenos de líquido, como jarros. • No maneje el cable de alimentación con las manos mojadas. • Cuando el interruptor está en la posición OFF, el equipo no está completamente desconectado de la alimentación MAINS. • El equipo se instalará cerca de la fuente de alimentación de manera que resulte fácil acceder a ella.
• Hanteer het netsnoer voorzichtig. Houd het snoer bij de stekker vast wanneer deze moet worden aan- of losgekoppeld. • Laat geen vochtigheid, water of stof in het apparaat binnendringen. • Neem altijd het netsnoer uit het stopkontakt wanneer het apparaat gedurende een lange periode niet wordt gebruikt. • De ventilatieopeningen mogen niet worden beblokkeerd. • Laat geen vreemde voorwerpen in dit apparaat vallen. • Voorkom dat insecticiden, benzeen of verfverdunner met dit toestel in contact komen. • Dit toestel mag niet gedemonteerd of aangepast worden. • De ventilatie mag niet worden belemmerd door de ventilatieopeningen af te dekken met bijvoorbeeld kranten, een tafelkleed of gordijnen. • Plaats geen open vlammen, bijvoorbeeld een brandende kaars, op het apparaat. • Stel het apparaat niet bloot aan druppels of spatten. • Plaats geen voorwerpen gevuld met water, bijvoorbeeld een vaas, op het apparaat. • Raak het netsnoer niet met natte handen aan. • Als de schakelaar op OFF staat, is het apparaat niet volledig losgekoppeld van de netspanning (MAINS). • De apparatuur wordt in de buurt van het stopcontact geïnstalleerd, zodat dit altijd gemakkelijk toegankelijk is.
• Hantera nätkabeln varsamt. Håll i kabeln när den kopplas från el-uttaget. • Utsätt inte apparaten för fukt, vatten och damm. • Koppla loss nätkabeln om apparaten inte kommer att användas i lång tid. • Täpp inte till ventilationsöppningarna. • Se till att främmande föremål inte tränger in i apparaten. • Se till att inte insektsmedel på spraybruk, bensen och thinner kommer i kontakt med apparatens hölje. • Ta inte isär apparaten och försök inte bygga om den. • Ventilationen bör inte förhindras genom att täcka för ventilationsöppningarna med föremål såsom tidningar, bordsdukar eller gardiner. • Placera inte öppen eld, t.ex. tända ljus, på apparaten. • Apparaten får inte utsättas för vätska. • Placera inte föremål fyllda med vätska, t.ex. vaser, på apparaten. • Hantera inte nätsladden med våta händer. • Även om strömbrytaren står i det avstängda läget OFF, så är utrustningen inte helt bortkopplad från det elektriska nätet (MAINS). • Utrustningen ska vara installerad nära strömuttaget så att strömförsörjningen är lätt att tillgå.
III
• DECLARATION OF CONFORMITY
CAUTION: (English)
(English)
To completely disconnect this product from the mains, disconnect the plug from the wall socket outlet. The mains plug is used to completely interrupt the power supply to the unit and must be within easy access by the user.
We declare under our sole responsibility that this product, to which this declaration relates, is in conformity with the following standards: EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 and EN61000-3-3. Following the provisions of Low Voltage Directive 2006/95/EC and EMC Directive 2004/108/EC, the EC regulation 1275/2008 and its frame work Directive 2009/125/EC for Energy-related Products (ErP).
• ÜBEREINSTIMMUNGSERKLÄRUNG
(Deutsch)
VORSICHT: (Deutsch)
Wir erklären unter unserer Verantwortung, daß dieses Produkt, auf das sich diese Erklärung bezieht, den folgenden Standards entspricht: EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 und EN61000-3-3. Gemäß den Bestimmungen der Niederspannungsrichtlinie 2006/95/EG und EMV Richtlinie 2004/108/ EG, der Verordnung (EG) Nr. 1275/2008 der Kommission und deren Rahmenrichtlinie 2009/125/EG zu energieverbrauchsrelevanten Produkten (ErP).
• DECLARATION DE CONFORMITE
Um dieses Gerät vollständig von der Stromversorgung abzutrennen, trennen Sie bitte den Netzstecker von der Wandsteckdose ab. Die Hauptstecker werden verwendet, um die Stromversorgung zum Gerät völlig zu unterbrechen; er muss für den Benutzer gut und einfach zu erreichen sein.
(Français)
PRECAUTION: (Français)
Nous déclarons sous notre seule responsabilité que l’appareil, auquel se réfère cette déclaration, est conforme aux standards suivants: EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 et EN61000-3-3. Selon la directive 2006/95/EC concernant la basse tension et la directive CEM 2004/108/EC, la réglementation européenne 1275/2008 et la directive 2009/125/EC établissant un cadre de travail applicable aux produits liés à l’énergie (ErP).
• DICHIARAZIONE DI CONFORMITÀ
Pour déconnecter complètement ce produit du courant secteur, débranchez la prise de la prise murale. La prise secteur est utilisée pour couper complètement l’alimentation de l’appareil et l’utilisateur doit pouvoir y accéder facilement.
(Italiano)
ATTENZIONE: (Italiano)
Dichiariamo con piena responsabilità che questo prodotto, al quale la nostra dichiarazione si riferisce, è conforme alle seguenti normative: EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 e EN61000-3-3. Facendo seguito alle disposizioni della direttiva sul basso voltaggio 2006/95/EC alla direttiva EMC 2004/108/EC, alla norma EC 1275/2008 e alla relativa legge quadro 2009/125/EC in materia di prodotti alimentati ad energia (ErP). QUESTO PRODOTTO E’ CONFORME AL D.M. 28/08/95 N. 548
• DECLARACIÓN DE CONFORMIDAD
Per scollegare definitivamente questo prodotto dalla rete di alimentazione elettrica, togliere la spina dalla relativa presa. La spina di rete viene utilizzata per interrompere completamente l’alimentazione all’unità e deve essere facilmente accessibile all’utente.
PRECAUCIÓN: (Español)
(Español)
Para desconectar completamente este producto de la alimentación eléctrica, desconecte el enchufe del enchufe de la pared. El enchufe de la alimentación se utiliza para interrumpir por completo el suministro de alimentación a la unidad y debe de encontrarse en un lugar al que el usuario tenga fácil acceso.
Declaramos bajo nuestra exclusiva responsabilidad que este producto al que hace referencia esta declaración, está conforme con los siguientes estándares: EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 y EN61000-3-3. De acuerdo con la directiva sobre baja tensión 2006/95/CE y la directiva sobre CEM 2004/108/CE, la normativa CE 1275/2008 y su directiva marco 2009/125/EC para productos relacionados con la energía (ErP).
• EENVORMIGHEIDSVERKLARING
VOORZICHTIGHEID: (Nederlands)
(Nederlands)
Om de voeding van dit product volledig te onderbreken moet de stekker uit het stopcontact worden getrokken. De netstekker wordt gebruikt om de stroomtoevoer naar het toestel volledig te onderbreken en moet voor de gebruiker gemakkelijk bereikbaar zijn.
Wij verklaren uitsluitend op onze verantwoordelijkheid dat dit produkt, waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende normen: EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 en EN61000-3-3. Volgens de voorzieningen van lage spanningsrichtlijn 2006/95/EC en EMC-richtlijn 2004/108/EC, de EU-richtlijn 1275/2008 en de kaderrichtlijn 2009/125/EC voor energieverbruikende producten (ErP).
• ÖVERENSSTÄMMELSESINTYG
(Svenska)
FÖRSIKTIHETSMÅTT: (Svenska)
Härmed intygas helt på eget ansvar att denna produkt, vilken detta intyg avser, uppfyller följande standarder: EN60065, EN55013, EN55020, EN61000-3-2 och EN61000-3-3. Uppfyller reglerna i lågspänningsdirektivet 2006/95/EC och EMC-direktivet 2004/108/EC, EU-förordningen 1275/2008 och ramverksdirektivet 2009/125/EC för energirelaterade produkter (ErP).
Koppla loss stickproppen från eluttaget för att helt skilja produkten från nätet. Stickproppen används för att helt bryta strömförsörjningen till apparaten, och den måste vara lättillgänglig för användaren.
D&M Professional Europe A division of D&M Europe B.V. Beemdstraat 11 5653 MA Eindhoven The Netherlands
IV
A NOTE ABOUT RECYCLING:
This product’s packaging materials are recyclable and can be reused. Please dispose of any materials in accordance with the local recycling regulations. When discarding the unit, comply with local rules or regulations. Batteries should never be thrown away or incinerated but disposed of in accordance with the local regulations concerning battery disposal. This product and the supplied accessories, excluding the batteries, constitute the applicable product according to the WEEE directive.
nnVermogenslabel LOCATIE: ONDERKANT
HINWEIS ZUM RECYCLING:
Das Verpackungsmaterial dieses Produktes ist zum Recyceln geeignet und kann wieder verwendet werden. Bitte entsorgen Sie alle Materialien entsprechend der örtlichen RecyclingVorschriften. Beachten Sie bei der Entsorgung des Gerätes die örtlichen Vorschriften und Bestimmungen. Die Batterien dürfen nicht in den Hausmüll geworfen oder verbrannt werden; bitte entsorgen Sie die Batterien gemäß der örtlichen Vorschriften. Dieses Produkt und das im Lieferumfang enthaltene Zubehör (mit Ausnahme der Batterien!) entsprechen der WEEE-Direktive.
MODEL NO. / MODELE NO. DN - SC2900
230V~ NO.
UNE REMARQUE CONCERNANT LE RECYCLAGE:
Les matériaux d’emballage de ce produit sont recyclables et peuvent être réutilisés. Veuillez disposer des matériaux conformément aux lois sur le recyclage en vigueur. Lorsque vous mettez cet appareil au rebut, respectez les lois ou réglementations en vigueur. Les piles ne doivent jamais être jetées ou incinérées, mais mises au rebut conformément aux lois en vigueur sur la mise au rebut des piles. Ce produit et les accessoires inclus, à l’exception des piles, sont des produits conformes à la directive DEEE.
NOTA RELATIVA AL RICICLAGGIO:
I materiali di imballaggio di questo prodotto sono riutilizzabili e riciclabili. Smaltire i materiali conformemente alle normative locali sul riciclaggio. Per lo smaltimento dell’unità, osservare le normative o le leggi locali in vigore. Non gettare le batterie, né incenerirle, ma smaltirle conformemente alla normativa locale sui rifiuti chimici. Questo prodotto e gli accessori inclusi nell’imballaggio sono applicabili alla direttiva RAEE, ad eccezione delle batterie.
ACERCA DEL RECICLAJE:
Los materiales de embalaje de este producto son reciclables y se pueden volver a utilizar. Disponga de estos materiales siguiendo los reglamentos de reciclaje de su localidad. Cuando se deshaga de la unidad, cumpla con las reglas o reglamentos locales. Las pilas nunca deberán tirarse ni incinerarse. Deberá disponer de ellas siguiendo los reglamentos de su localidad relacionados con los desperdicios químicos. Este producto junto con los accesorios empaquetados es el producto aplicable a la directiva RAEE excepto pilas.
EEN AANTEKENING MET BETREKKING TOT DE RECYCLING:
Het inpakmateriaal van dit product is recycleerbaar en kan opnieuw gebruikt worden. Er wordt verzocht om zich van elk afvalmateriaal te ontdoen volgens de plaatselijke voorschriften. Volg voor het wegdoen van de speler de voorschriften voor de verwijdering van wit- en bruingoed op. Batterijen mogen nooit worden weggegooid of verbrand, maar moeten volgens de plaatselijke voorschriften betreffende chemisch afval worden verwijderd. Op dit product en de meegeleverde accessoires, m.u.v. de batterijen is de richtlijn voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten (WEEE) van toepassing.
OBSERVERA ANGÅENDE ÅTERVINNING:
Produktens emballage är återvinningsbart och kan återanvändas. Kassera det enligt lokala återvinningsbestämmelser. När du kasserar enheten ska du göra det i överensstämmelse med lokala regler och bestämmelser. Batterier får absolut inte kastas i soporna eller brännas. Kassera dem enligt lokala bestämmelser för kemiskt avfall. Denna apparat och de tillbehör som levereras med den uppfyller gällande WEEE-direktiv, med undantag av batterierna.
V
50 Hz
30W
8W5441027700P MADE IN CHINA/FABRIQUE EN CHINE
Aan de slag
Aan de slag Inhoud Accessoires·····················································································2 Over deze handleiding···································································2 Hoofdfuncties·················································································3 Waarschuwingen betreffende het hanteren································3 Discs································································································4 Discs die op dit apparaat kunnen worden afgespeeld···················4 Het hanteren van discs··································································4 Plaatsen van discs·········································································4 Informatie over het hanteren van discs·········································4 Informatie over het bewaren van discs·········································4 Het reinigen van discs···································································4 Ondersteunde media en bestanden·············································4 Ondersteunde media·····································································4 Afspeelbare bestanden··································································4
Kabels die worden gebruikt voor de aansluiting······················17 Basisaansluitingen·······································································17 Netwerk verbinden······································································18 MIDI-besturingsaansluitingen·····················································19 Het netsnoer aansluiten······························································19
Gedetailleerde instellingen maken······························43 Kaart menu Utility········································································43 Utility-instellingen (Utility)·························································44 Opslaan als standaard (Save As Def.)··········································44 Vooraf ingestelde instelling (Preset Setting)································44 Vooraf ingestelde import/export (Preset I/O)·······························46 Memogebied (Memo Area)·························································46 Initialiseren (Initialize)···································································46 Information··················································································46
Problemen oplossen···························································47 Specificaties············································································48
Specificaties
Index···························································································49
Problemen oplossen Index
1
Memofunctie················································································40 Media die kunnen worden gebruikt met de memofunctie··········40 Memo-instellingen·······································································41 Vooraf ingesteld oproepfunctie··················································42
Instellingen
Over de bijgeleverde software····················································12 Installeren van het ASIO-stuurprogramma (Alleen Windows)·····12 Het ASIO-stuurprogramma opstarten··········································14 Installeren van TRAKTOR LE 2····················································15 Automatische installatie stuurprogramma···································16 Muziekbeheersoftware “engine” installeren·······························16 De muziekbeheertoepassing “engine for iPad” verkrijgen··········16
Overige······················································································40
Overige
Voorbereidingen···································································12
Basisfuncties·················································································35 Schakelen tussen MIDI-lagen 1/2···············································35 Schakelen tussen MIDI-kanalen··················································35 MIDI commandolijst ····································································36 Versturen commando··································································36 Ontvangstopdrachten··································································37
MIDI-besturing
Bovenpaneel ·················································································5 q Gedeelte audio-ingang/uitgang·················································5 w TRAKTOR LE 2/PRO 2······························································7 Display·····························································································9 q Gedeelte audio-ingang/uitgang·················································9 w TRAKTOR LE 2/PRO 2····························································10 Voorpaneel···················································································11 Achterpaneel················································································11
De voeding inschakelen·······························································20 De voeding uitschakelen·····························································20 Voorbereiding voor afspelen······················································20 Voorbereiden voor CD-weergave·················································20 Voorbereiden voor het afspelen van CD-ROM/CD-R/CD-RW······21 Voorbereiden voor USB-geheugenapparaat of HDD-weergave············································································22 Voorbereiden voor weergave vanaf een met het netwerk verbonden apparaat·······················································23 Tracks zoeken···············································································24 Tracks zoeken op categorie·························································24 Tracks zoeken op crate································································25 Tracks zoeken op afspeellijst·······················································25 Bewerkingen tijdens het afspelen··············································26 De weergavemodus instellen······················································26 Weergave····················································································26 Pauze···························································································26 Snel vooruitspoelen/achteruitspoelen··········································26 Het cuepunt instellen··································································27 De afspeelsnelheid aanpassen····················································28 De afspeelsnelheid aanpassen zonder de toon te wijzigen·········28 De afspeelsnelheid tijdelijk wijzigen (functie toonkromming)······28 Afspelen bij inschakelen······························································28 Handmatige lusweergave ···························································29 Automatische lusweergave·························································30 Hot cue-weergave·······································································30 Hot list·························································································31 Auto BPM-teller···········································································31 Scratch-weergave········································································31 De draaikoppel van het jogwiel regelen·······································32 De gevoeligheid van de touchsensor van het jogwiel aanpassen (Touch Adjust)···············································32 Achteruit afspelen·······································································32 SLIP-functie·················································································32 De start/eindtijd van de track aanpassen·····································33
Gebruik MIDI-besturing·····················································35
Weergave
Namen en functies van onderdelen······························5
Weergave·················································································20
Netwerkweergavebewerkingen·················································33 Tracks delen op het netwerk·······················································33 Relay-weergave···········································································34 Automatisch BPM aanpassen······················································34 Hot list-informatie delen······························································35 Memogegevens delen·································································35
Voorbereidingen Aansluiting
Aansluiting··············································································17
Namen en functies van onderdelen
Aan de slag················································································1
Over deze handleiding
t
y
v
Dit symbool geeft een referentiepagina aan waarop verwante informatie is beschreven.
m
Dit symbool geeft items aan die zijn beschreven in de “engine-gebruiksaanwijzing” op de bijgeleverde schijf. Dit symbool geeft extra informatie en tips voor de bewerkingen aan.
OPMERKING
Dit symbool wijst punten aan om bewerkingen of functiebeperkingen te onthouden.
nnAfbeeldingen
Houd ermee rekening dat de afbeeldingen in deze handleiding uitsluitend informatief zijn bedoeld en kunnen verschillen van het eigenlijke apparaat.
u
Voorbereidingen Aansluiting
(Inhoud) • Gebruiksaanwijzing (Deze handleiding) • Beknopte handleiding • Gebruiksaanwijzing “engine” • Muziekbeheersoftware “engine” • ASIO stuurprogramma • AUDIO/MIDI-handleiding voor MAC OS X r DJ software-schijf (TRAKTOR LE 2)......................................... 1 t Netsnoer (alleen voor gebruik met dit toestel) ........................ 1 y RCA -kabel................................................................................ 1 u USB-kabel................................................................................. 1
nnSymbolen
Namen en functies van onderdelen
q Gebruiksaanwijzing................................................................... 1 w Beknopte handleiding............................................................... 1 e DN-SC2900 Resource-schijf..................................................... 1
Aan de slag
Accessoires Controleer of de volgende onderdelen bij het product zijn geleverd.
Weergave MIDI-besturing Overige Instellingen Problemen oplossen Specificaties Index
2
7. Uitgerust met functie voor FL- en golfvormweergave • Zeer informatief display met drie lijnen tekeninformatie. • Track golfvormgegevensz wordt weergegeven. • De indicator voor het 32-posities markeerpunt volgt snel en nauwkeurig de bewegingen van uw hand.
8. Uitgerust met Burr Brown 24-bits DAC verwerking voor een natuurgetrouwe weergave en een superieure audiogetrouwheid.
• Voordat u de voeding inschakelt Controleer nogmaals of alle aansluitingen correct zijn en of er geen problemen zijn met de aansluitkabels. • De stroom wordt toegevoerd naar het circuit, zelfs wanneer de eenheid is ingesteld op stand-by. Wanneer u op vakantie gaat of voor langere tijd afwezig zult zijn, moet u de voedingskabel uit het stopcontact trekken. • Goede ventilatie • Als het toestel gedurende lange tijd wordt geplaatst in een ruimte met veel sigarettenrook en dergelijke, kan het oppervlak van de optische pick-up vuil worden waardoor de signalen niet correct worden ontvangen. • Plaatsen op een stabiele ,platte locatie.
4. Ondersteunt CD-DA-weergave, CD-rom-weergave (AAC, AIFF, MP3, WAV) en audioweergave vanaf een USBgeheugenapparaat en externe HDD’s (massaopslagklasse)
Specificaties
• Over het onderhoud • Veeg de behuizing en het bedieningspaneel schoon met een zachte doek. • Volg de instructies wanneer u een chemisch reinigingsproduct gebruikt. • Benzeen, thinner of andere organische oplosmiddelen, evenals insecticiden kunnen veranderingen en verkleuring veroorzaken als ze in contact komen met het apparaat. Ze mogen daarom niet worden gebruikt.
Problemen oplossen
5. Ingebouwde USB-audio-interface • Ontwerp voor hoge geluidskwaliteit, geschikt voor een bemonsteringsfrequentie van 44.1 kHz. • Bijgeleverde ASIO stuurprogramma’s voor een korte latentietijd (vblz. 12).
Instellingen
• Het apparaat verplaatsen • Schakel de voeding uit en trek de voedingskabel uit het stopcontact. Koppel vervolgens de kabels los die op andere systeemeenheden zijn aangesloten voordat u het apparaat verplaatst. • Wanneer u dit toestel draagt terwijl een plateau is geïnstalleerd, moet u ervoor zorgen dat het plateau niet valt. • Wanneer u dit apparaat vervoert, moet u het jogwiel en het plateau verwijderen en ze afzonderlijk verpakken voor het vervoer.
Overige
3. Ingebouwde USB MIDI-bedieningsfunctie • Uitgerust met een fysieke controllerfunctie waarmee de DJ-software zowel vanaf dit toestel als vanaf de computer kan worden bediend.
MIDI-besturing
• Waarschuwingen betreffende het gebruik van mobiele telefoons Wanneer u een mobiele telefoon in de buurt van dit apparaat gebruikt, kan er ruis ontstaan. Verplaats in dat geval de mobiele telefoon verder van het apparaat wanneer het in gebruik is.
Weergave
• Over condensatie Als er een groot verschil is in de temperatuur tussen de binnenkant van het apparaat en de omgeving, kan er condensatie (dauw) worden gevormd op de werkende onderdelen binnenin het apparaat waardoor het mogelijk niet correct zal werken. Laat het apparaat in dat geval ongeveer twee uur rusten terwijl de voeding is uitgeschakeld en wacht tot er een klein verschil is in de temperatuur voordat u het apparaat gebruikt.
Voorbereidingen Aansluiting
zz Om golfvormgegevens weer te geven, kunt u de “engine” muziekbeheersoftware gebruiken (vmgebruiksaanwijzing engine).
Waarschuwingen betreffende het hanteren
Namen en functies van onderdelen
2. Netwerkmediaspeler uitgerust met geavanceerde functies. • Tracks kunnen worden gedeeld wanneer twee of meer DN-SC2900 zijn verbonden met hetzelfde netwerk. (Maximum vier DN-SC2900) • Wanneer u een iPad via wifi met dit toestel verbindt en de toepassing voor muziekbeheer “engine for iPad” gebruikt, kunt u het aanraakscherm van de iPad gebruik om tracks te zoeken en de status weer te geven (vblz. 16). • U kunt CD’s, USB-geheugenapparaten of HDD-tracks afspelen, zelfs wanneer u MIDI DJ-software gebruikt. Hierdoor is een continue weergave mogelijk zonder dat er audio wordt geknipt, zelfs wanneer de computer opnieuw wordt opgestart of DJ’s worden vervangen.
6. Uitgerust met een groot jogwiel met hoge resolutie en een touchsensor
Aan de slag
Hoofdfuncties 1. Wordt geleverd met “engine”, de nieuwe muziekbeheersoftware voorgesteld door DENON DJ (vmgebruiksaanwijzing engine) • Maakt een database en maakt zoeken aan hoge snelheid en efficiënt beheer van muziekbestandslijsten mogelijk. • Uitgerust met een functie voor het automatisch genereren van BPM, ritmepunten en golfvorminformatie en een functie voor het bewerken van cue- en luspunten. • Uitgerust met de functie PC-Link waarmee het mogelijk is tracks af te spelen die door “engine” worden beheerd op een computer en waarmee kan worden gezocht naar tracks die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat of een HDD die op dit toestel zijn aangesloten via “engine”.
Index
3
Discs die op dit apparaat kunnen worden afgespeeld Disks met het logotyperecht kunnen in dit toestel worden afgespeeld.
w CD-R/CD-RW OPMERKING
Het reinigen van discs
Plaatsen van discs
OPMERKING • Bij gebruik van een multisessie disc, zal het aflezen van de disc meer tijd kosten naarmate er meer sessies zijn. • Wanneer HFS+ wordt gebruikt, zal dit toestel de bestandsnaam mogelijk niet herkennen als er andere tekens dan de met ISO88591 geregistreerde tekens of andere dan de Japanse tekencodes worden gebruikt.
Afspeelbare bestanden Bestandsindelingen MP3 AAC WAV AIFF
Extensie .mp3 .m4a .aac .wav .aif .aiff
Details CBR/VBR 44,1kHz Stereo CBR/VBR 44,1kHz Stereo 44,1kHz 16/24bit Stereo 44,1kHz 16/24bit Stereo
OPMERKING Met DRM beveiligde bestanden kunnen niet worden weergegeven.
Veeg nooit met een draaiende beweging.
OPMERKING
4
Index
Gebruik geen reinigingssprays, antistatische vloeistoffen of benzeen, verdunningsmiddelen of andere oplosmiddelen.
Specificaties
Veeg altijd voorzichtig vanuit het midden naar de rand van de disc.
Problemen oplossen
• Laad slechts één schijf per keer. Wanneer u twee of meer schijven laadt, kan dit het toestel beschadigen of krassen op de schijven veroorzaken. • Wanneer de schijf naar het toestel wordt getrokken, moet u ervoor zorgen dat uw vingers niet gekneld raken. • Stop uitsluitend schijven in de laadsleuf. • Gebruik geen gebarsten of verbogen schijven, schijven die met kleefstof zijn gerepareerd, enz. • Gebruik geen schijven waarop het kleverige deel van cellofaantape of labels is blootgesteld of waarop er sporen zijn van labels die werden verwijderd. Dergelijke schijven kunnen in de speler vastraken en deze beschadigen. • Als de labelzijde van de schijf vuil is, moet u deze schoonvegen vóór het gebruik. Als de rol voor het laden/uitwerpen van de schijf vuil is, zullen de schijven mogelijk niet goed worden geladen of uitgeworpen.
: FLASH, HDD : FAT16/FAT32, HFS+ (alleen lezen)
Instellingen
• Voordat de disc gebruikt wordt moeten vingerafdrukken of vuil er van afgeveegd worden. Vingerafdrukken of stof kunnen de geluidskwaliteit aantasten en onderbrekingen in de weergave veroorzaken. • Gebruik een los verkrijgbaar reinigingssetje voor discs of een zachte doek om de disc te reinigen.
USB-geheugenapparaat
Overige
Raak het oppervlak van de discs niet aan.
• Neem discs na de weergave altijd uit de CD-speler. • Bewaar de discs in hun hoes om te voorkomen dat er stof of krassen op komen, of dat ze krom kunnen trekken. • Discs niet op de volgende plaatsen bewaren: • Op plaatsen waar ze gedurende langere tijd aan direct zonlicht worden blootgesteld • Op vochtige of stoffige plaatsen • Op plaatsen waar ze worden blootgesteld aan de hitte van verwarmingstoestellen, enz.
: CD, CD-R, CD-RW, CD-ROM : CD-DA (compatibel met CD-TEXT), CD-ROM (ISO9660/Joliet-formaat)
MIDI-besturing
Het hanteren van discs
Informatie over het bewaren van discs
Mediatype Formaat
Schijf Schijftype Formaat
Weergave
zz Wat is voltooiing? Voltooiing is het proces als gevolg waarvan opgenomen CD-R/ CD-RW-discs op compatibele spelers afspeelbaar zijn.
Ondersteunde media
Voorbereidingen Aansluiting
• Merk echter op dat CD-schijfjes met een speciale vorm (hartvormige CD-schijfjes, achthoekige CD-schijfjes, enz.) niet afgespeeld kunnen worden. Probeer ze niet af te spelen, anders kan dit product worden beschadigd. • Bepaalde discs en bepaalde opnameformaten zijn mogelijk niet afspeelbaar. • Niet-voltooide discs kunnen niet worden afgespeeld.
• Voorkom dat er vingerafdrukken, vuil of vet op de discs komen. • Neem de discs voorzichtig uit de hoes om krassen te voorkomen. • Discs niet buigen of verhitten. • Het gat in het midden van de disc niet groter maken. • Schrijf niet met pen of potlood, enz. op de kant met het (gedrukte) label of plak nieuwe labels op de discs. • Als de disc van een koude in een warme kamer wordt gebracht kan zich condens op de disc vormen. Gebruik geen haardrogers, e.d. om de discs te drogen.
Namen en functies van onderdelen
q Muziek-CDs
Informatie over het hanteren van discs
De volgende media en bestanden kunnen worden afgespeeld op dit toestel.
Aan de slag
Ondersteunde media en bestanden
Discs
Aan de slag
Namen en functies van onderdelen Bovenpaneel Dit gedeelte beschrijft het bovenpaneel in de volgende secties: q Deel audio-ingang/uitgang en w TRAKTOR LE 2/PRO 2. Lees de beschrijvingen van uw DJ software. Toetsen die hier niet worden beschreven, worden beschreven op de tussen haakjes ( ) vermelde bladzijde.
5V 500mA
Q2 Q2
Q3 Q4 Q5 Q6
Q7
W0 W1
Q1 Q0
W2
o i u y t
W9
e
(CD/USB/LINK/MIDI) ··················· (20 – 23, 35)
E4
Q8 Display···························································· (9) Q9 Toets toevoegen/verwijderen hot list (HOT LIST
E5 q
E6
ADD/
REMOVE) ··························· (31)
HOT LIST-toets············································ (31)
W4 DISPLAY/CRATE-toets • DISPLAY : wanneer u op deze toets drukt, schakelt het display tussen het afspeelscherm en het zoekscherm en wordt de taginformatie van het nummer dat momenteel wordt afgespeeld, weergegeven. • CRATE : Wanneer u op deze toets drukt terwijl u W7 SHIFT ingedrukt houdt, wordt de “engine”-crate weergegeven.
Specificaties
w
W3 TIME-toets······················································ (9)
Problemen oplossen
Q3 USB DRIVE-indicator··································· (22) Q4 USB uitwerpknop ( USB 5)····················· (23) Q5 EXIT/RELOOP-toets···································· (29) Q6 Knop Wissen (CLR)······································ (30) Q7 Bronselectietoetsen
Instellingen
E0 E1 E2 E3
• Draai aan deze knop om de modi of instelwaarden te selecteren. • Druk op deze knop om het geselecteerde item te kiezen. • Wanneer u tracks zoekt op een muziek-CD, kunt u deze knop draaien terwijl u erop drukt om tracks te selecteren in eenheden van 10 tracks. • Wanneer u tracks zoekt in de database, kunt u deze knop draaien terwijl u erop drukt om te springen naar de items die beginnen met de opgegeven eerste letter.
Overige
Plaats een USB-geheugenapparaat of sluit een HDD aan.
r
W1 DISC EJECT-toets (DISC EJECT5)············· (21) W2 Selectieknop (SEL.)
MIDI-besturing
y MIDI BANK 2-toets······································ (35) u HOT CUE-toetsen (1/2/3/4)························ (30) i B-toets (B TRIM)·········································· (29) o A-toets (A TRIM)·········································· (29) Q0 Toetsen AUTO LOOP +/–···························· (30) Q1 AUTO LOOP-toets······································· (30) Q2 USB-poort
W3 W4 W5 W6 W7 W8
)·························· (21, 24, 25, 44) Toets vooruitspoelen ( )··························· (24) CLR/ ALL CLR-toets ······················· (25, 30) • BACK : keert terug naar de vorige laag of de vorige instelling van de geselecteerde modus. • : Schakelt het actieve paneel binnen “engine”. Wanneer de resterende tijd van de track minder is dan de ingestelde tijd, knipperen de indicators op de selectieknoppen links en rechts afwisselend.
Weergave
• 8 : Wanneer u op deze toets drukt, wordt het afspelen gepauzeerd bij het begin van de vorige track. • 9 : Wanneer u op deze toets drukt, wordt het afspelen gepauzeerd bij het begin van de volgende track.
Q8 Q9
W0 BACK-toets (
Voorbereidingen Aansluiting
q Knop afspelen/pauzeren (13)·················· (26) w CUE-toets····················································· (27) e REVERSE-toets············································ (32) r FAST SEARCH-toetsen (6, 7)············· (26) t TRACK SEARCH-toetsen (8, 9)
OPMERKING Er zijn veel toetsen met twee verschillende functies die worden geselecteerd door kort of lang (1 seconde of langer) op de toetsen te drukken. De markering “ ” geeft een functie aan voor kort drukken en de markering “ ” geeft een functie aan voor lang drukken.
Namen en functies van onderdelen
q Gedeelte audio-ingang/uitgang
Index
R1
R0
E9
E8
E7
5
W5 SINGLE/CONT.-toets·································· (26)
OPMERKING 5V 500mA
Q2
Q3 Q4 Q5 Q6
Er zijn veel toetsen met twee verschillende functies die worden geselecteerd door kort of lang (1 seconde of langer) op de toetsen te drukken. De markering “ ” geeft een functie aan voor kort drukken en de markering “ ” geeft een functie aan voor lang drukken.
Q7
W6 Toets Memo/hulpprogramma
W0 W1
Q1 Q0
W2
o i
W7 SHIFT-toets
W3 W4 W5 W6 W7 W8
u y t
Wanneer de i B TRIM- toets, o A TRIMtoets, W3 HOT LIST- toets, W4 CRATE- toets, W5 PLAYLIST- toets, W6 FOLDER- toets of E1 TOUCH ADJ. worden ingedrukt terwijl u deze toets ingedrukt houdt, schakelt de functie naar de toegewezen toetsmodus.
W9
e
W9 START TIME-knop, STOP TIME-knop········ (33) E0 TORQUE ADJUST-schakelaar E4
E6
E2 SLIP-toets····················································· (32) E3 Jogwiel························································· (27) E4 Pitchschuiver··············································· (28) E5 PITCH RANGE-toets···································· (28) E6 PITCH BEND-toets (+/–)······························ (28) E7 KEY ADJUST-toets······································ (28)
(TOUCH ADJ.)···························· (27, 28, 31, 32)
q
R1
R0
E9
E8
E7
Specificaties
E1 VINYL-toets, Aanraaktoets voor aanpassing
MASTER-toets ················ (34)
Problemen oplossen
E5
SYNC/
Instellingen
w
R1 BPM
Overige
(LIGHT/HEAVY)··········································· (32) Het draaimoment van het jogwiel kan worden aangepast naar een van 5 niveaus door deze schakelaar te schuiven. Schuif in de richting van “LIGHT” om het draaimoment te verminderen en in de richting van “HEAVY” om het draaimoment te verhogen.
Het afspeelpunt licht rood op en het cuepunt licht paars op. U kunt echter de kleurinstellingen wijzigen. Zie “Utility” – “Preset Setting” – “Jog Ind. Color” voor meer informatie.
MIDI-besturing
Wanneer u op deze toets drukt, wordt de shiftfunctie vergrendeld en kan de shiftfunctie worden gebruikt zonder dat u hoeft te drukken op W7 SHIFT. Druk opnieuw op deze toets om de vergrendeling op te heffen.
E0 E1 E2 E3
R0 Indicator jogwiel···································· (27, 45)
Weergave
W8 Shift-vergrendelingstoets (LOCK)
r
Licht rood op wanneer het apparaat detecteert dat de bovenkant van het jogwiel is aangeraakt.
Voorbereidingen Aansluiting
( MEMO/ UTIL.)································ (41, 44) FOLDER-toets • FOLDER : Wanneer u op deze toets drukt terwijl u W7 SHIFT ingedrukt houdt, worden de mappen in het USB-geheugenapparaat, de HDD of “engine” weergegeven.
Q8 Q9
E8 TAP LOCK/ AUTO-toets······················· (31) E9 Indicator touchsensor
Namen en functies van onderdelen
Q2
PLAYLIST-toets • PLAYLIST : Wanneer u op deze toets drukt terwijl u W7 SHIFT ingedrukt houdt, wordt de “engine”-afspeellijst weergegeven.
Aan de slag
Bovenpaneel
Index
6
w TRAKTOR LE 2/PRO 2 OPMERKING
q Toets afspelen/pauzeren (13)
Q2 Q3
w CUE-toets
Q5 Q1 Q0
e REVERSE-toets
Q6
o i u
r FAST SEARCH-toetsen (6, 7)
Laadt het bestand dat is geselecteerd met SEL. naar DECK A of DECK B.
W2
u HOT CUE-toetsen (1/2/3/4) y MIDI BANK 2 instellen
q
W8
E0
W9
) Toets vooruitspoelen ( ) CLR/ ALL CLR-toets Schakelen tussen de weergegeven vensters FAVORITES.
Q6 Selectieknop (SEL.) Draai de knop om door de browserlijst te schuiven en druk op de knop om een bestand te selecteren. Draai de trackselectieknop: Schuift door de browserlijst. • Houd W1 SHIFT ingedrukt en schuif door de browserstructuur. Druk op de trackselectieknop: • Houd W1 SHIFT ingedrukt en draai de knop om door de Browserstructuur te schuiven.
Q7 TIME/HOT LIST-toets Modificator verschuiven voor sample-slot 1.
Q8 DISPLAY/CRATE-toets Modificator verschuiven voor sample-slot 2.
Specificaties
E1
Q5 BACK-toets (
Problemen oplossen
W7
(HOT LIST ADD/ REMOVE) Vouwt het browservenster open of samen. • Houd W1 SHIFT ingedrukt en druk op deze toets om de titel te voegen aan de voorbereiding.
Instellingen
w
Q2 EXIT/RELOOP-toets
Overige
op ON/OFF om CUE1–4/SAMPLE SLOT1–4 te selecteren. (Deze functie wordt ingeschakeld wanneer de bijgewerkte versie TRAKTOR PRO 2 (afzonderlijk verkrijgbaar) wordt gebruikt.) ON: • Druk op deze knop om het voorbeeld af te spelen. • Houd W1 SHIFT ingedrukt en druk op de knop om de sample-slot-activering af te spelen. • Houd Q3 CLR ingedrukt en druk op deze toets om het dempen voor de sample-slot AAN of UIT te zetten. • Houd W1 SHIFT en Q3 CLR samen ingedrukt en druk op deze toets om de sample-slot te wissen. • Houd e REVERSE ingedrukt en druk op deze knop om het bestand dat u in de browser hebt geselecteerd, te laden naar de sample-slot. OFF: U kunt maximaal 4 cuepunten instellen.
W6
Zet de automatische lus op ON/OFF.
MIDI-besturing
De knop schakelt tussen CUE 1 – 4/SAMPLE SLOT 1 – 4. • Wanneer SAMPLE SLOT 1 – 4 is geselecteerd, licht het display op.
W3 W4 W5
e
Q6
y MIDI BANK 2-toets
r
Q1 AUTO LOOP-toets
Q3 CLR-toets Q4 Toets toevoegen/verwijderen hot list
Snel vooruitspoelen/achteruitspoelen.
t TRACK SEARCH-toetsen (8, 9)
De lusgrootte aanpassen. • Houd W1 SHIFT ingedrukt en druk op deze knop om de luspositie links of rechts te bewegen.
Weergave
y t
Stelt het lus-in-punt in.
Q0 AUTO LOOP +/– -toetsen
Modificator verschuiven voor het laden van het trackdeck voor sample-slots.
Modificator verschuiven voor sample-slots.
Q7 Q8 Q9 W0 W1
o A-toets (A TRIM)
Voorbereidingen Aansluiting
Voor het instellen van het cuepunt en het stotteren van het cuepunt door herhaaldelijk te drukken. • Houd W1 SHIFT ingedrukt en druk op deze knop om naar het begin van het deck te springen.
Q4
Stelt het lus-uit-punt in.
Namen en functies van onderdelen
5V 500mA
i B-toets (B TRIM)
Speelt af wanneer de knop wordt ingedrukt terwijl de weergave is gestopt. Pauzeert de weergave wanneer de knop wordt ingedrukt tijdens het afspelen.
Er zijn veel toetsen met twee verschillende functies die worden geselecteerd door kort of lang (1 seconde of langer) op de toetsen te drukken. De markering “ ” geeft een functie aan voor kort drukken en de markering “ ” geeft een functie aan voor lang drukken.
Aan de slag
Bovenpaneel
Index
7
Q9 SINGLE/CONT. /PLAYLIST-toets
OPMERKING
Q2 Q3
W0 Toets Memo/Utility ( W1 SHIFT-toets W2 START TIME-knop:
Q6
u
Q7 Q8 Q9 W0 W1
y t
W2
W3 VINYL-toets ON: Schakelt naar de VINYL-functie. • De touchsensor is ingeschakeld wanneer u in de VINYL-functie werkt. OFF: Schakelen naar de BEND-modus. • De touchsensor is uitgeschakeld wanneer u in de BEND-functie werkt.
W4 SLIP-toets
q
W8
E1
E0
W6 Pitchschuiver Voor het regelen van de afspeeltoon. • Verplaats de knop in de richting van “–” om de afspeeltoon te vertragen en in de richting van “+” om de toon te versnellen.
W9
AUTO-toets
SYNC/ MASTER-toets Voer het automatisch afstemmen van het ritme uit. • Houd W1 SHIFT ingedrukt en druk op deze knop om het momenteel geselecteerde deck in te stellen als masterdeck voor de ritmesynchronisatie.
Problemen oplossen
Voert de zoekbewerking of buigbewerking uit. • Houd W1 SHIFT ingedrukt en draai om te bladeren door de lijst.
W7
LOCK/
Instellingen
W5 Jogwiel
w
E0 TAP E1 BPM
Overige
W6
Wanneer dit ON is, verandert de toon niet, zelfs als u het tempo tijdens de weergave regelt.
MIDI-besturing
W3 W4 W5
e
Pas de toon tijdelijk aan.
W9 KEY ADJUST-toets
Weergave
Schakelt de sample-slotfilter ON/OFF. • Houd Q7 TIME ingedrukt en druk op deze toets om de sample-slotfilter 1 ON/OFF te schakelen. • Houd Q8 DISPLAY ingedrukt en druk op deze toets om de sample-slotfilter 2 ON/OFF te schakelen. • Houd Q9 SINGLE/CONT. ingedrukt en druk op deze toets om de sample-slotfilter 3 ON/OFF te schakelen. • Houd W0 MEMO-UTIL. ingedrukt en druk op deze toets om de sample-slotfilter 4 ON/OFF te schakelen.
r
Schakelt het pitchbereik.
W8 PITCH BEND-toets (+/–)
Voorbereidingen Aansluiting
De afsnijfrequentie van de sample-slot aanpassen. STOP TIME-knop: Het volume van de sample-slot aanpassen.
Q5
o i
UTIL.)/
FOLDER-toets Modificator verschuiven voor sample-slot 4.
Q4
Q1 Q0
MEMO/
Namen en functies van onderdelen
Er zijn veel toetsen met twee verschillende functies die worden geselecteerd door kort of lang (1 seconde of langer) op de toetsen te drukken. De markering “ ” geeft een functie aan voor kort drukken en de markering “ ” geeft een functie aan voor lang drukken.
5V 500mA
W7 PITCH RANGE-toets
Modificator verschuiven voor sample-slot 3.
Aan de slag
Bovenpaneel
Specificaties Index
8
Aan de slag
Display q Gedeelte audio-ingang/uitgang Dit gedeelte beschrijft het display in de volgende secties: q Gedeelte audio-ingang/uitgang en w TRAKTOR LE 2/PRO 2. Lees de beschrijvingen van uw DJ software.
Q6
Q5
Q4 Q3
Q2
y KEY ADJ.-indicator
Q1
Licht op wanneer de toetsaanpassingsmodus wordt gebruikt.
u MEMO-indicator
r
t
y ui
o Q0
i Krasmarkering De afspeelpositie wordt weergegeven.
q Indicator afspeelpositie
Golfvormen worden niet weergegeven wanneer er geen golfvormgegevens zijn.
e Gedeelte teken- en golfvormweergave
Dit licht op wanneer er golfvormgegevens zijn in de track die wordt afgespeeld of op de CD-track.
Q1 PITCH-display Deze indicator toont de weergavesnelheid (pitch).
Telkens wanneer u op de knop TIME drukt, schakelt de indicator zoals hieronder weergegeven. • ELAPSED : de verstreken tijd van de track of het bestand wordt weergegeven. • REMAIN : de resterende tijd van de track of het bestand wordt weergegeven. • T.ELAPSED : wanneer u in de CD-modus bent, wordt de verstreken tijd vanaf het eerste bestand van de CD weergegeven. • T.REMAIN : wanneer u in de CD-modus bent, wordt de resterende tijd van alle tracks op de CD weergegeven.
Q6 Trackindicator Wanneer de afspeellijstmodus of de CD-modus wordt weergegeven, wordt het nummer van de track die op dat ogenblik wordt afgespeeld, weergegeven. Wanneer u in de USB- of LINK-modus bent, wordt “Network ID” weergegeven.
Q7 SOURCE-weergave De bron die momenteel wordt afgespeeld, wordt weergegeven.
r Indicators bestandsgegevens
Specificaties
Het formaat van het bestand dat wordt afgespeeld, wordt weergegeven.
Problemen oplossen
Toont tekens in het onderste gedeelte van de golfvormweergave. In de tekenweergave, wordt informatie, zoals de bewerking, modusnaam en gegevens, weergegeven. De itemnaam die in de instelbewerking is geselecteerd, is gemarkeerd.
Q5 Indicators tijdmodus
Instellingen
Q0 WFM-indicator
Dit toont tijden, zoals de verstreken tijd of de resterende tijd voor bestanden of tracks.
Overige
Geeft aan waar het cue-punt, het hot cue-punt of het punt voor de automatische lus in de weergavepositie is.
Q4 Minuten-, seconden- en frameweergave
MIDI-besturing
w Puntindicators
Dit toestel heeft twee types indicators voor de lusmodus, A en B. De respectieve A- en B-indicators worden weergegeven wanneer A of B is ingesteld. De twee pijlen geven de lusmodus aan, zoals hieronder getoond. • Wanneer beide van knipperen: Handmatige lusweergave • Wanneer de rechterzijde van knippert: Handmatige lus gepauzeerd (tijdens afsluiten)
• CONT. : licht op in de continue weergavemodus. • SINGLE : licht op in de enkele weergavemodus of in de enkele (weergavevergrendeling) weergavemodus
Weergave
De weergaveduur voor de track wordt weergegeven. De normale weergaveduur wordt in het blauw getoond en de tijd voor het achteruit afspelen is gemarkeerd. Wanneer de resterende weergaveduur korter is dan de ingestelde tijd, knippert de indicator van de weergavepositie.
o Indicators lusmodus
Dit geeft de toon aan op het PITCH-display.
Q3 Indicators weergavemodus
Voorbereidingen Aansluiting
qw e
Dit geeft aan of er memogegevens zijn. • Licht op wanneer memogegevens worden opgeslagen in het bestand of de track die wordt afgespeeld of in stand-by is. • Wanneer u via LINK bent verbonden in de CD-modus, licht deze op wanneer memogegevens worden opgeslagen op het USB-geheugenapparaat van het aangesloten apparaat.
Q2 PITCH-modusindicator
Namen en functies van onderdelen
Q7
t Indicator bevestiging LINK-verbinding Licht op wanneer een track op het apparaat dat met LINK is verbonden, wordt afgespeeld.
Index
9
w TRAKTOR LE 2/PRO 2 u
y
t
Aan de slag
Display
r Namen en functies van onderdelen
q Indicator afspeelpositie
r PITCH-display
u Indicators tijdmodus
Deze indicator toont de weergavesnelheid (pitch)
t PITCH-modusindicator Dit geeft de toon aan op het PITCH-display.
y Minuten-, seconden- en frameweergave Dit toont tijden, zoals de verstreken tijd of de resterende tijd voor bestanden of tracks.
w Tracknaam (gescrolld) e Artiestnaam (gescrolld)
MIDI-besturing Overige
Telkens wanneer u op de knop TIME drukt, schakelt de indicator zoals hieronder weergegeven. • ELAPSED : de verstreken tijd van de track of het bestand wordt weergegeven. • REMAIN : de resterende tijd van de track of het bestand wordt weergegeven. • T.ELAPSED : wanneer u in de CD-modus bent, wordt de verstreken tijd vanaf het eerste bestand van de CD weergegeven. • T.REMAIN : wanneer u in de CD-modus bent, wordt de resterende tijd van alle tracks op de CD weergegeven.
Weergave
De weergaveduur voor de track wordt weergegeven. De normale weergaveduur wordt in het blauw getoond en de tijd voor het achteruit afspelen is gemarkeerd. Wanneer de resterende weergaveduur korter is dan de ingestelde tijd, knippert de indicator van de weergavepositie.
Voorbereidingen Aansluiting
qw e
Instellingen Problemen oplossen Specificaties Index
10
Achterpaneel Voor knoppen die hier niet zijn toegelicht, kunt u de pagina raadplegen die tussen haakjes ( ) is aangegeven.
Aan de slag
Voorpaneel Voor knoppen die hier niet zijn toegelicht, kunt u de pagina raadplegen die tussen haakjes ( ) is aangegeven.
Namen en functies van onderdelen
q Laadsleuf voor schijven······························ (20)
w er t y
q Voedingsschakelaar (VOEDING AAN/UIT) ······································································ (20)
w AC-ingang (AC IN)······································· (19) e AC-kabelhouder··········································· (19)
r Netwerkaansluiting (LINK)··················· (17, 18)
Voert digitale audiosignalen uit.
i Analoge uitgangen (LINE OUT)·········· (17 – 19) Voert analoge audiosignalen uit. Het zijn niet-gebalanceerde RCA-uitgangen.
Problemen oplossen
Wordt gebruikt voor het aansluiten op een DJ-mixer, voor het ontvangen van verschillende besturingssignalen (afspelen, pauzeren, cue, enz.) voor het bedienen van dit apparaat vanaf de mixer.
u Digitale uitgang (DIGITAL OUT)········· (17 – 19)
Instellingen
t FADER-aansluiting································ (17, 18)
Aansluiting voor USB-aansluitingen. Gebruiken voor het aansluiten van dit apparaat op een computer voor het bedienen van de DJ-software.
Overige
Aansluiting voor het aansluiten op andere apparaten via het netwerk. Sluit dit toestel end e computer aan op hetzelfde netwerk om “engine” te gebruiken. Er kunnen maximum 4 DN-SC2900 toestellen via het netwerk worden aangesloten op 1 computer.
y USB B-poort (USB B (PC/MIDI))················· (19)
MIDI-besturing
Deze houder verhindert dat de stekker van het stroomsnoer wordt uitgetrokken. Gebruik een schroevendraaier om het stroomsnoer aan de houder te bevestigen.
i
Weergave
Stop hier de schijven in het toestel. Plaats de schijf langzaam met de labelzijde omhoog gericht. Laat de schijf los zodra u voelt dat het toestel de schijf naar binnen trekt.
u
Voorbereidingen Aansluiting
q
q
Specificaties Index
11
Aan de slag
Voorbereidingen Voordat u dit toestel aansluit op een computer, installeert u de software van de bijgeleverde CD-rom op de computer. • ASIO-stuurprogramma • Muziekbeheersoftware “engine”
Installeren van het ASIO-stuurprogramma (Alleen Windows) • Gebruik de volgende stappen om het ASIO-stuurprogramma te installeren. • Wanneer u een Mac gebruikt, is er geen installatie vereist.
nnOver dit toestel en de computer
Het zoekscherm voor het schijfstation wordt weergegeven. • Als het zoekscherm niet wordt weergegeven, klikt u op het schijfstation op Deze computer.
2 Klik op “Asio Driver Installation”.
Het scherm voor de gebruiksrechtovereenkomst (License Agreement) verschijnt. DENON DJ ASIO Driver Welcome to the DENON DJ ASIO Driver Setup Wizard The installer will guide you through the steps required to install DENON DJ ASIO Driver on your computer.
De Setup Wizard van het ASIOstuurprogramma wordt opgestart.
WARNING: This computer program is protected by copyright law and international treaties. Unauthorized duplication or distribution of this program, or any portion of it, may result in severe civil or criminal penalties,and will be prosecuted to the maximum extent possible under the law.
Cancel
Zorg dat u de nieuwste firmware-update uitvoert. Wij zullen af en toe de huidige functies verbeteren of nieuwe functies toevoegen. Waar mogelijk zullen wij proberen ideeën van de feedback van onze klanten, te implementeren. De updates zijn beschikbaar gemaakt via onze website op www.denondj.com.
< Back
Next >
DENON DJ ASIO Driver
MIDI-besturing
nnSoftware-upgrade
Weergave
zz Mac, Mac OS, iPad, iTunes en Quicktime is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Apple Inc. in de Verenigde Staten en/of andere landen. zz Windows is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Voorbereidingen Aansluiting
de bijgeleverde “DN-SC2900 1 Plaats 3 Klik op “Next >”. Resource-schijf” in de computer.
• Computers met de volgende versies van het besturingssysteem kunnen worden aangesloten op dit apparaat. • Mac OS X 10.6 of later • Windows XP SP3 of later (alleen 32-bits) • Windows Vista SP2 of later (32- of 64-bits) • Windows 7 SP1 of later (32- of 64-bits) Computers die andere OS-versies uitvoeren, zijn mogelijk niet compatibel met USB MIDI. De computer kan hierdoor verkeerd werken nadat u dit toestel via USB op de computer hebt aangesloten.
Namen en functies van onderdelen
Over de bijgeleverde software
License Agreement
I Agree
Cancel
< Back
Next >
Problemen oplossen
I Do Not Agree
Instellingen
SOFTWARE LICENSE AGREEMENT NOTICE TO USER: Please read this Agreement carefully. By installing and using all or any portion of the software (“Software”) supplied by D&M Holdings Inc (“D&M”), you accept all the terms and conditions of this Agreement. You agree that this agreement is enforceable like any written negotiated agreement signed by you. This Agreement is enforceable against you and person or legal entity that obtained the software and on whose behalf it is used. If you do not agree, do not install or use this Software.
Overige
Please take a moment to read the license agreement now. if you accept the terms below, click “l Agree”, then “Next”, Otherwise click “Cancel”.
Specificaties Index
12
u akkoord gaat, selecteert u “I 4 Als 5 Klik op “Next >”. Agree” en klikt u op “Next >”. DENON DJ ASIO Driver
Please take a moment to read the license agreement now. if you accept the terms below, click “l Agree”, then “Next”, Otherwise click “Cancel”. SOFTWARE LICENSE AGREEMENT
NOTICE TO USER: Please read this Agreement carefully. By installing and using all or any portion of the software (“Software”) supplied by D&M Holdings Inc (“D&M”), you accept all the terms and conditions of this Agreement. You agree that this agreement is enforceable like any written negotiated agreement signed by you. This Agreement is enforceable against you and person or legal entity that obtained the software and on whose behalf it is used. If you do not agree, do not install or use this Software. I Do Not Agree
klikt u op “Next >”.
DJ ASIO Driver HetDENON startscherm voor de installatie (Confirm Create lcons Installation) wordt weergegeven.
The installer will install DENON DJ ASIO Driver to the following folder. To install in this folder, click “Next”. To install to a different folder, enter it below or click “Browse”. Folder:
C:¥Program Files¥DENON_DJ¥DDJASIO¥
Tell setup if you want it to create to a few icons for convenient access to the DENON DJ ASIO Driver
Browse...
(Installation Complete) wordt weergegeven, klikt u op “Close”. DENON DJ ASIO Driver Installation Complete
Disk Cost... DENON DJ ASIO Driver has been successfully installed.
Create icon on Desktop
Install DENON DJ ASIO Driver for yourself. or for anyone who uses this computer:
Click “Close” to exit.
Everyone Just me
I Agree
< Back
Cancel
Next >
< Back
Next >
Cancel
< Back
Next >
DENON DJ ASIO Driver
DENON DJ ASIO Driver
Cancel
Create lcons
Select Installation Folder
Tell setup if you want it to create to a few icons for convenient access to the DENON DJ ASIO Driver
The installer will install DENON DJ ASIO Driver to the following folder.
Confirm Installation
Create icon on Desktop
C:¥Program Files¥DENON_DJ¥DDJASIO¥
The installer is ready to install DENON DJ ASIO Driver on your computer.
Browse...
Click “Next” to start the installation.
Install DENON DJ ASIO Driver for yourself. or for anyone who uses this computer: Everyone Just me
DENON DJ ASIO Driver Next >
OPMERKING
< Back
Next >
Confirm Installation
The installer is ready to install DENON DJ ASIO Driver on your computer. Cancel < Back Click “Next” to start the installation.
Next >
7 Klik op “Next >”.
De installatie wordt gestart.
Cancel
< Back
Next >
< Back
Next >
DENON DJ ASIO Driver
Problemen oplossen
Installing DENON DJ ASIO Driver
DENON DJ ASIO Driver is being installed. Please wait...
Specificaties
Cancel
Instellingen
• De standaard installatiemap voor het ASIOstuurprogramma is “C:/Program Files/DENON_ DJ/DDJASIO”. Om deze locatie te wijzigen, klikt u op “Browse” en selecteert u een andere map. • Selecteer “Everyone” om het gebruik van deze software op de computer te delen of selecteer “Just me” om de software te gebruiken zonder deze te delen.
Overige
Als “I Do Not Agree” is geselecteerd, kunt u niet op “Next >” klikken.
Cancel
MIDI-besturing
< Back
Weergave
De software kan worden verwijderd via het Configuratiescherm van de computer.
Disk Cost...
Cancel
Close
nnHet ASIO-stuurprogramma verwijderen
To install in this folder, click “Next”. To install to a different folder, enter it below or click “Browse”. Folder:
< Back
DENON DJ ASIO Driver
Voorbereidingen Aansluiting
Cancel
Namen en functies van onderdelen
License Agreement Een scherm verschijnt voor het selecteren van de map waarin het ASIOstuurprogramma moet worden geïnstalleerd (Select Installation Folder).
een pictogram te maken, plaatst het volgende scherm voor 6 Om 8 Wanneer u een “P” in het selectievakje en het voltooien van de installatie
Er DENON verschijnt DJ ASIO Drivereen venster waarin u wordt Select Installationof Folder u gevraagd snelkoppelingen op het bureaublad wilt maken (Create Icons).
Aan de slag
Over de bijgeleverde software
Index
13
Het ASIO-stuurprogramma opstarten Start het ASIO-stuurprogramma vanaf de DJ-software of het bureaubladpictogram. “ASIO Control Panel” verschijnt op het computerscherm.
u
y
OPMERKING
DENON DJ ASIO Driver Ver.2.2.2
Devices SC2900_1
Sampling Rate
Device Description
44.1kHz 48.0kHz 88.2kHz 96.0kHz
Device Name: SC2900_1 Unit Number. 1 Software Version: 0.057 Audio input channels: 0 Audio output channels: 2 Sampling frequency: 44.1 kHz Bit resolution: 16 / 24 bit Audio buffer size: 512
Bit Resolution 16 bit 24 bit
Audio Buffer Size
Disable
w
e
r
t
Enable
Disable
Specificaties
OPMERKING Indien de apparaatinformatie niet kan worden verkregen, dan worden er voor alle items “–” (koppeltekens) getoond.
Problemen oplossen
u Device Description Dit is het gebied waarin de informatie wordt getoond van het apparaat dat in de apparaatinformatielijst is geselecteerd. Het volgende wordt weergegeven: • Apparaatnaam (Device Name) • Unitnummer (Unit Number) • Softwareversie (Software Version) • Audio-ingangskanalen (Audio input channels) • Audio-uitgangskanalen (Audio output channels) • Bemonsteringsfrequentie (Sampling frequency) • Max. bitresolutie (Max bit resolution) • Audiobuffergrootte (Audio buffer size)
Instellingen
q
Cancel
y Sampling Rate De bemonsteringsratio selectie wordt hier weergegeven. Het DENON DJ ASIO-stuurprogramma ondersteunt de frequenties 44,1 kHz, 48 kHz, 88,2 kHz en 96 kHz. 44.1 kHz is geselecteerd wanneer dit apparaat wordt aangesloten.
Overige
OK
De ASIO-apparaatstatus kan ook worden geschakeld door te dubbelklikken op de apparaatnaam. Telkens wanneer u dubbelklikt op de apparaatnaam schakelt de ASIO-apparaatstatus zoals hieronder weergegeven. q.
t Bit Resolution Toont de selectiestatus van de bitresolutie.
MIDI-besturing
512sample(11ms)
r OK/Cancel-toets OK: voert de wijzigingen aan de instellingen in. Cancel: annuleert de wijzigingen aan de instellingen.
Weergave
w Schakeltoets ASIO-apparaat (Enable/Disable) Deze knop wordt gebruikt voor het schakelen naar een apparaat dat is geselecteerd in q (Devices) om het in of uit te schakelen als een ASIO-apparaat. GASIO-apparaatstatusH Enable: De apparaatnaam wordt vet weergegeven en er verschijnt een vinkje links ervan. Disable: de apparaatnaam wordt weergegeven in een licht lettertype en het vinkje links wordt verwijderd.
• Het aanpasbare bereik is 88 – 2048 samples. Dit kan worden aangepast in eenheden van 1 ms. • Wanneer meerdere apparaten zijn ingeschakeld als ASIO-apparaten, gelden de instellingen voor alle ASIO-apparaten.
Voorbereidingen Aansluiting
Selecteer één apparaat per keer. Het is niet mogelijk meerdere apparaten tegelijk te selecteren.
Namen en functies van onderdelen
nnOver het configuratiescherm (ASIO Control Panel)
e Audio Buffer Size Gebruik deze schuifregelaar om de buffergrootte aan te passen. Als geluid wordt overgeslagen tijdens het afspelen, moet u de numerieke waarde verhogen. Als er echter een vertraging optreedt, moet u de numerieke waarde verlagen.
Aan de slag
Over de bijgeleverde software q Apparaatlijst (Devices) Alle aangesloten DENON DJ-apparaten worden weergegeven in een lijst. (Voorbeeld: SC2900_1) • Wanneer het apparaat dat u wilt controleren is geselecteerd in de lijst, worden de huidige instellingen van het geselecteerde apparaat weergegeven in u.
Index
14
Installeren van TRAKTOR LE 2 Gebruik de volgende stappen voor het installeren van de DJ software “TRAKTOR LE 2” van de bijgeleverde schijf.
nnInstalleren op een Windows computer
de schijf “TRAKTOR LE 2” in uw 1 Plaats computer.
de schijf “TRAKTOR LE 2” in uw 1 Plaats computer.
Het schijfpictogram voor TRAKTOR LE 2 wordt weergegeven op het bureaublad.
Het zoekscherm voor het schijfstation wordt weergegeven.
op het schijfpictogram van TRAKTOR 2 Dubbelklik LE 2. 2 Dubbelklik op “Traktor Setup.exe”. De bestanden op de schijf TRAKTOR LE 2 worden weergegeven zodat u erdoor kunt bladeren.
3
Dubbelklik op “Traktor Installer” .
Er wordt een venster geopend en de installatie van TRAKTOR LE 2 wordt gestart.
Instellingen Problemen oplossen Specificaties
• Als het ASIO Control Panel open is, moet u het sluiten voordat u TRAKTOR LE 2 start. • Activeer de software na het installeren. Zie de servicecentrumhandleiding in de documentatiemap onder de servicecentrummap die tijdens het installeren werd gemaakt voor meer informatie omtrent het activeren van de software. • Gebruik bij voorkeur de laatste versie van de TRAKTOR LE 2 software. • Zie voor meer informatie omtrent het gebruik van DJ software de bij de DJ software geleverde handleiding of het help-menu. • Het serienummer is op de achterkant van het schijf doosje gedrukt. • TRAKTOR LE 2 is een NI software. Voor het installeren en gebruik van de software, moet u instemmen met de voorwaarden van de softwarelicentie-overeenkomst. D&M is niet aansprakelijk voor problemen met uw computer of andere software die mogelijk het gevolg zijn van het installeren en gebruik van TRAKTOR LE 2.
Overige
• Activeer de software na het installeren. Zie de servicecentrumhandleiding in de documentatiemap onder de servicecentrummap die tijdens het installeren werd gemaakt voor meer informatie omtrent het activeren van de software. • Gebruik bij voorkeur de laatste versie van de TRAKTOR LE 2 software. • Zie voor meer informatie omtrent het gebruik van DJ software de bij de DJ software geleverde handleiding of het help-menu. • Het serienummer is op de achterkant van het schijf doosje gedrukt. • TRAKTOR LE 2 is een NI software. Voor het installeren en gebruik van de software, moet u instemmen met de voorwaarden van de softwarelicentie-overeenkomst. D&M is niet aansprakelijk voor problemen met uw computer of andere software die mogelijk het gevolg zijn van het installeren en gebruik van TRAKTOR LE 2.
de stappen op het installatiescherm voor het 3 Volg installeren. het installatiescherm nadat het installeren is 4 Sluit voltooid.
MIDI-besturing
de stappen op het installatiescherm voor het 4 Volg installeren. het installatiescherm nadat het installeren is 5 Sluit voltooid.
• Kies complete installation of custom installation om het installeren te starten. Kies complete installation indien u niet zeker bent over custom installation.
Weergave
• Kies complete installatie of Aangepaste installatie om het installeren te starten. Kies complete installatie indien u niet zeker bent over Aangepaste installatie.
Er wordt een venster geopend en de installatie van TRAKTOR LE 2 wordt gestart.
Voorbereidingen Aansluiting
• Als het zoekscherm niet wordt weergegeven, klikt u op het schijfstation op Deze computer.
OPMERKING • Wanneer u meerdere DENON DJ-apparaten gebruikt, zoals DN-SC2900, wijzigt u “Unit No.” (vblz. 44) in de Utilityinstellingen, zodat er geen dubbele nummers zijn. • Wanneer u DN-SC2900 gebruikt met een DENON DJ-mixer (DNX1700/DN-X1600/DN-X600), moet u de bemonsteringsfrequentie (FS) op de DENON DJ-mixer (DN-X1700/DN-X1600/DN-X600) instellen op 44,1 kHz. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de DENON DJ-mixer (DN-X1700/DN-X1600/DN-X600) voor informatie hierover. • Er werd gecontroleerd of dit apparaat correct werkt met de TRAKTOR LE 2/PRO 2-software. • Gebruik de nieuwste versie van het TRAKTOR-toewijzingsbestand (tsi-bestand). De nieuwste versie kan worden gedownload op www.denondj.com.
Namen en functies van onderdelen
nnInstalleren op een Mac computer
Aan de slag
Over de bijgeleverde software
Index
15
Muziekbeheersoftware “engine” installeren
Wanneer dit toestel op de computer wordt aangesloten, worden de stuurprogramma’s voor het toestel automatisch geïnstalleerd op de computer. Wanneer dit apparaat wordt aangesloten op een Windows-computer, verschijnt het volgende bericht onderaan rechts op het scherm.
Installeer de “engine”-software van de bijgeleverde schijf op uw computer. Meer informatie over de installatiemethode en bewerkingen vindt u in de gebruiksaanwijzing mengine.
De muziekbeheertoepassing “engine for iPad” verkrijgen
Found New Hardware
U kunt “engine for iPad” downloaden van de App Store (in de iTunes Store).
USB AUDIO Device
Namen en functies van onderdelen
Automatische installatie stuurprogramma
Aan de slag
Over de bijgeleverde software
Voorbereidingen Aansluiting
Wanneer de installatie is voltooid, verschijnt het volgende bericht onderaan rechts op het scherm. Found New Hardware Your new hardware is installed and ready to use.
Weergave
Als het besturingssysteem van uw computer Windows is, selecteert u op de DN-SC2900 het menu “Utility” – “Preset Setting” – “PC/MAC” (vblz. 45 “PC/MAC”) – “PC”. De standaardinstelling is “MAC”.
MIDI-besturing Overige Instellingen Problemen oplossen Specificaties Index
16
Aan de slag
Aansluiting Basisaansluitingen
Namen en functies van onderdelen
Kabels die worden gebruikt voor de aansluiting
• Dit is een voorbeeld van de basisaansluiting bij het aansluiten van dit toestel op een DJ-mixer.
Selecteer de kabels volgens het apparaat dat wordt aangesloten.
nn Voor LINE OUT-aansluitingen L R
Voorbereidingen Aansluiting
L R
RCA-kabel (bijgeleverd) of
nn Voor DIGITAL OUT-aansluitingen
USBgeheugenapparaat of HDD
Coaxkabel (apart verkrijgbaar)
L
R
L R
nn Voor FADER-aansluiting
L
DIGITAL- FADER IN
R
Weergave
Stereo minikabel (afzonderlijk verkrijgbaar)
MIDI-besturing
nn Voor LINK-aansluiting 5V 500mA
Ethernetkabel (apart verkrijgbaar)
Overige
nn Voor USB B (MIDI)-poort
OPMERKING
DJ-mixer
DN-SC2900
OPMERKING • U kunt geen USB-hubs gebruiken. • Om te voorkomen dat er delen worden geknipt bij het afspelen vanwege verschillen in het weergaveniveau wanneer een effector wordt gebruikt, stelt u het weergaveniveau in op –6 dB van het normale weergaveniveau na het converteren van de digitale uitvoer naar analoge. • DENON kan niet garanderen dat alle USB-geheugenapparaten zullen werken of kunnen worden gevoed. Wanneer u een draagbare HDD met USB-aansluiting gebruikt waarop een netadapter kan worden aangesloten voor het leveren van stroom, raden wij u aan de netadapter te gebruiken.
Problemen oplossen Specificaties
• Sluit de voedingskabel pas aan nadat alle aansluitingen zijn voltooid. • Wanneer u aansluitingen uitvoert, moet u ook de gebruiksrichtlijnen van de andere componenten raadplegen. • Zorg dat de stekkers goed zijn aangesloten. Losse aansluitingen kunnen ruis veroorzaken. • Zorg dat u de linker- en rechterkanalen correct aansluit (links op links, rechts op rechts). • Sluit de kabels aan op de juiste ingangen en uitgangen. • Bundel de voedingskabels niet samen met de aansluitkabels. Hierdoor kan gezoem of ruis ontstaan.
DN-SC2900
Instellingen
USB-kabel (bijgeleverd)
Index
17
L
USBgeheugenapparaat of HDD
Router L R
DIGITAL- FADER IN
Weergave
L
R
Voorbereidingen Aansluiting
of
Namen en functies van onderdelen
Computer
Aan de slag
Netwerk verbinden • Dit is een voorbeeld van een aansluiting van meerdere DN-SC2900-toestellen op een computer via een netwerk en router. Er kunnen maximaal vier DN-SC2900-toestellen worden aangesloten. • Gebruik het volgende type netwerkkabel. • RJ45-categorie 5 (CAT5) of hoger. • STP- of ScTP-kabel. • U kunt gekruiste of rechte kabels gebruiken.
R
MIDI-besturing
5V 500mA
Overige Instellingen
DJ-mixer
DN-SC2900
DN-SC2900
DN-SC2900
• Installeer de “engine”-muziekbeheersoftware op de computer die zal worden aangesloten op dit toestel. • Om “engine” meerdere aangesloten toestellen te laten herkennen, gebruikt u “Utility” – “Preset Setting” – “Network ID” (vblz. 44) om de verschillende Netwerk-ID’s voor elk toestel in te stellen. • Wij raden u aan een router te gebruiken die een DHCP-serverfunctie heeft voor netwerkverbindingen. Wanneer een switch wordt gebruikt, kan het na het maken van de verbinding, enkele minuten duren tot het netwerkadres vast te stellen.
Index
18
Specificaties
OPMERKING • Sluit de DN-SC2900 altijd aan op een computer via een bekabeld LAN. • Nadat de router is gestart, sluit u de router aan op de DN-SC2900 en op uw computer en schakelt u ze in. • Als de computer meerdere LAN-poorten heeft, raden wij u aan alle LAN-poorten, behalve de poort die u gebruikt, uit te schakelen. Als de andere poorten niet zijn uitgeschakeld, wordt er mogelijk geen verbinding met dit toestel gemaakt. • Sluit de router niet aan op internet of WAN. Hierdoor kan het weergavegeluid worden afgekapt of zullen apparaten mogelijk niet goed worden aangesloten. • Dit toestel kan direct op een computer worden aangesloten, zonder het gebruik van een router. Stel in dit geval de netwerkadresinstellingen van de computer in op een vast IP-adres en gebruik de volgende instellingen: IP-adres: 169.254.0.1 Subnetmasker: 255.255.0.0 • Wanneer u 4 toestellen aansluit op een computer,moet u een router of LAN-hub gebruiken die 5 of meer LAN-poorten heeft. • Indien u een router voor het verbinden gebruikt, moeten dit toestel en de computer met de LAN-poorten worden verbonden.
Problemen oplossen
DN-SC2900
Het netsnoer aansluiten
L
R
L R L
R
DIGITALIN
AC-kabelhouder
Voorbereidingen Aansluiting
of
OPMERKING • Steek de stekker van het netsnoer pas in het stopcontact nadat alle aansluitingen tot stand zijn gebracht. • Stop de stekker volledig en veilig in het stopcontact. Een slechte aansluiting op de netstroom kan het toestel beschadigen of ruis veroorzaken.
Namen en functies van onderdelen
Computer
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op dit apparaat en stop de stekker in het stopcontact.
Aan de slag
MIDI-besturingsaansluitingen • Dit is een voorbeeld van het aansluiten van dit toestel op een computer waarop DJ software is geïnstalleerd en van het gebruik van dit toestel met de MIDI-besturing. • Zorg dat u de bijgeleverde USB-kabel gebruikt voor de aansluiting. • Als het besturingssysteem van uw computer Windows is, selecteert u “Utility” – “Preset Setting” – “PC/MAC” (vblz. 45) – “PC”. Als het besturingssysteem van uw computer Mac is, selecteert u “Utility” – “Preset Setting” – “PC/MAC” (vblz. 45) – “MAC”. De standaard instelling is “MAC”.
Weergave
Naar wisselstroomuitgang (230 V wisselstroom, 50 Hz)
MIDI-besturing
Netsnoer (bijgeleverd)
Overige
DJ-mixer
Problemen oplossen
OPMERKING De DJ-software is niet bij dit toestel geleverd. Wanneer u een MIDI-besturingsaansluiting gebruikt, moet u de DJ-software afzonderlijk gebruiken op de computer. Meer informatie over de installatiemethode vindt u in de handleiding die bij de DJ-software is geleverd.
Om te voorkomen dat de stekker uit het stopcontact valt, raden wij u aan het netsnoer vast te maken aan de AC-kabelhouder. Gebruik een kruiskopschroevendraaier om het stroomsnoer aan de AC-kabelhouder te bevestigen.
Instellingen
DN-SC2900
Specificaties Index
19
Aan de slag
Weergave De voeding inschakelen
Voorbereiding voor afspelen In dit gedeelte wordt het gebruik van elk type media toegelicht.
Druk op POWER ON/OFF.
“DENON DJ” verschijnt op het scherm en de voeding wordt ingeschakeld.
Druk op POWER ON/OFF.
De voeding wordt uitgeschakeld.
1 Druk op CD om de bron te schakelen naar CD. 2 Plaats een CD in de laadsleuf.
De eerste track op de CD wordt in cue stand-bymodus geplaatst en CUE licht op.
OPMERKING Schakel de voeding niet uit terwijl u een schijf plaatst of uitwerpt. Hierdoor kan het bedieningsgedeelte van de CD worden beschadigd en kan het toestel defect raken.
4 Druk op SEL.
De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
CUE
MIDI-besturing
• Druk en draai aan SEL. om 10 tracks tegelijk te selecteren.
Weergave
aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 3 Draai afspelen.
Voorbereidingen Aansluiting
De voeding uitschakelen
Voorbereiden voor CD-weergave
Namen en functies van onderdelen
CD SHIFT BACK SEL. DISC 5
Overige Instellingen Problemen oplossen
POWER ON/OFF
Specificaties Index
20
Voorbereiden voor het afspelen van CDROM/CD-R/CD-RW
OPMERKING
1 Druk op CD om de bron te schakelen naar CD. 2 Plaats een CD in de laadsleuf.
De CD wordt uitgeworpen uit de laadsleuf.
OPMERKING Zorg dat de CD is gepauzeerd voordat u deze uitwerpt. Als u op DISC 5 drukt tijdens de CD-weergave, wordt de CD niet uitgeworpen.
nnAls de CD niet kan worden uitgeworpen
Als de CD niet wordt uitgeworpen vanwege een storing in het apparaat, zelfs wanneer op DISC 5 wordt gedrukt, kan de schijf worden uitgeworpen met andere toetsen.
Houd SHIFT ingedrukt en druk op CD. De CD wordt uitgeworpen uit de laadsleuf.
• De mapnamen en tracknamen op de schijf worden weergegeven op het scherm. • De bestanden zijn in geselecteerde status.
Voorbereidingen Aansluiting
Dit gedeelte biedt u meer uitleg over de gebruiksprocedures voor CD-ROM/CD-R/CD-RW-schijven die werden gefinaliseerd als gegevens-CD’s. Voor CD’s die zijn gefinaliseerd als muziek-CD’s, zie “Voorbereiden voor CD-weergave” (vblz. 20).
Druk op DISC 5.
Namen en functies van onderdelen
• Bereid u voor om tracks af te spelen vanaf een CD-ROM/CD-R/ CD-RW. • Meer informatie over de bestanden die op dit toestel kunnen worden afgespeeld, vindt u op blz. 4.
nnCD’s uitwerpen
Aan de slag
Voorbereiding voor afspelen
Weergave MIDI-besturing
Draai aan SEL. in om de map te kiezen die de track 3 bevat die u wilt afspelen. 4 Druk op SEL. De mapnamen of tracknamen in de map worden weergegeven op het scherm.
Overige
aan SEL. in om de track te kiezen die u wilt 5 Draai afspelen. • Druk op BACK om terug te keren naar de vorige map.
Instellingen
6 Druk op SEL.
De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
Problemen oplossen Specificaties Index
21
Zie de afbeelding op de voorgaande bladzijde voor details aangaande de toetsen die voor de handelingen op deze bladzijde worden gebruikt.
USB 5
USB SHIFT SEL. FOLDER LINK BACK
Voorbereiden voor USB-geheugenapparaat of HDD-weergave
5V 500mA
1
Een database maken voor het zoeken van muziek
• Gebruik de “engine”-muziekbeheersoftware om een database te maken voor het zoeken van muziek (vmgebruiksaanwijzing engine).
De USB DRIVE-indicator knippert rood en blijft vervolgens opgelicht. Wanneer de indicator is opgelicht, kan het USBgeheugenapparaat of de HDD worden gebruikt.
• U kunt tracks ook zoeken op categorie (vblz. 24).
4 Draai aan SEL. om de map te selecteren. 5 Druk op SEL.
De mapnamen of tracknamen in de geselecteerde map worden weergegeven op het scherm.
• Druk op BACK om 1 mapniveau terug te keren.
aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 6 Draai afspelen. 7 Druk op SEL.
De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
Specificaties
aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 6 Draai afspelen.
• Als er geen database bestaat is op het USB-geheugenapparaat of de HDD, schakelt de modus automatisch naar de modus voor het zoeken van mappen.
Problemen oplossen
Titels van de tracks die zijn geregistreerd in de database, worden weergegeven op het display.
De modus schakelt naar de modus voor het zoeken van mappen en de mapnamen of tracknamen in de hoofdmap worden weergegeven op het display.
Instellingen
3 4 Draai aan SEL. in om “TITLE” te selecteren. 5 Druk op SEL.
Druk op USB om de bron te schakelen naar USB.
2 Druk op USB de bron te schakelen naar USB. 3 Houd SHIFT en druk op FOLDER.
Overige
het USB-geheugenapparaat of HDD aan op de 2 Sluit USB-poort.
De USB DRIVE-indicator knippert rood en blijft vervolgens opgelicht. Wanneer de indicator is opgelicht, kan het USBgeheugenapparaat of de HDD worden gebruikt.
MIDI-besturing
Wanneer u met behulp van de “engine” muziekbeheersoftware een database maakt voor het zoeken van muziek, kunt u op een multifunctionele wijze en extreem snel muziek zoeken. Dit gedeelte legt uit hoe u een database kunt gebruiken om u voor te bereiden op het afspelen.
het USB-geheugenapparaat of HDD aan op de 1 Sluit USB-poort.
Weergave
nnEen database gebruiken
nnWanneer u geen database gebruikt
Voorbereidingen Aansluiting
USBgeheugenapparaat of HDD
De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
Namen en functies van onderdelen
• Sluit het USB-geheugenapparaat of de HDD aan op de USB-poort op het bovenpaneel en bereid het afspelen van een track voor. • Meer informatie over de bestandsindelingen die kunnen worden afgespeeld op dit toestel, vindt u op blz. 4.
7 Druk op SEL.
Aan de slag
Voorbereiding voor afspelen
Index
22
OPMERKING
1 Sluit dit toestel aan op de computer (vblz. 18). • Er kan slechts één computer op dit toestel worden aangesloten.
2 Start “engine” op de computer.
Er wordt een pictogram dat het toestel voorstelt dat is aangesloten op het netwerk, weergegeven op het “engine”scherm.
2 of meer DN-SC2900-toestellen met het 1 Verbind netwerk (vblz. 18). 3 Druk op LINK. • Er kunnen maximaal vier DN-SC2900-toestellen worden verbonden met het netwerk. • Gebruik voordat u start: “Utility” – “Preset Setting” – “Network ID” (vblz. 44) om de verschillende Netwerk-ID’s voor elk toestel in te stellen. De “Network ID”-lijst van alle toestellen die op USBgeheugenapparaten en HDD’s zijn aangesloten, worden weergegeven op het scherm.
• Meer informatie over het gebruik van “engine”, vindt u in de mengine-gebruiksaanwijzing.
OPMERKING
aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 6 Draai afspelen. • U kunt tracks ook zoeken op categorie (vblz. 24).
7 Druk op SEL.
De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
Specificaties Index
• Zorg dat het USB-geheugenapparaat of HDD is gepauzeerd voordat u het uitwerpt. • Schakel de USB DRIVE indicator als hierboven beschreven uit alvorens een USB-geheugenapparaat of een HDD te verwijderen. Wanneer u een USB-geheugenapparaat of HDD verkeerd verwijdert, kunnen de gegevens die op het apparaat zijn opgeslagen, beschadigd worden. • DENON aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade of verlies van gegevens van USB-geheugenapparaten of HDD’s die worden gebruikt in combinatie met dit apparaat. • Er is geen garantie dat dit toestel compatibel is met alle types USBgeheugenapparaten of HDD’s.
Problemen oplossen
Titels van de tracks die zijn geregistreerd in de database, worden weergegeven op het display.
Instellingen
Draai aan SEL. in om “TITLE” te selecteren. 1 Houd USB 5. 4 de USB DRIVE-indicator uitschakelt, Druk op SEL. 2 Wanneer koppelt u het USB-geheugenapparaat of de HDD los 5 van de USB-poort.
De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
Overige
3
Selecteer de “Network ID” van het toestel dat is aangesloten op het USB-geheugenapparaat of de HDD die de track bevat die u wilt afspelen.
4 Selecteer “engine” in de “Network ID”-lijst. aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 5 Draai afspelen. 6 Druk op SEL.
MIDI-besturing
2 Druk op LINK.
De “Network ID”-lijst van alle toestellen die op USBgeheugenapparaten en “engine” zijn aangesloten, worden op het display getoond.
Weergave
nnHet USB-geheugenapparaat of de HDD verwijderen
nnTracks delen tussen meerdere DN-SC2900toestellen
Wanneer dit toestel op een computer wordt aangesloten, moet u controleren of de volgende toepassingen op de computer zijn geïnstalleerd. • Muziekbeheersoftware “engine” (vblz. 16)
Voorbereidingen Aansluiting
• Afhankelijk van het type USB-geheugenapparaat voor massaopslag of draagbare muziekspeler, kan het even duren tot het toestel het apparaat herkent. • Sluit geen apparaten of kabels aan die niet voldoen aan de USBstandaarden. • USB-geheugenapparaten kunnen niet worden aangesloten via een USB-hub. • Wanneer HFS+ wordt gebruikt, zal dit toestel de bestandsnaam mogelijk niet herkennen als er andere tekens dan de met ISO88591 geregistreerde tekens of andere dan de Japanse tekencodes worden gebruikt. • Met dit toestel kunnen HDD’s met een grootte tot 2 TB worden geformatteerd. • USB-geheugenapparaten en HDD’s in NTFS-formaat worden niet ondersteund. Indien dit toch wordt gebruikt, kan dit toestel defect raken. • Wanneer u een HDD gebruikt die een functie voor automatisch in/ uitschakelen heeft die de HDD-voeding synchroon met de computer in- en uitschakelt, moet u deze functie uitschakelen in de instellingen.
• Wanneer dit toestel is verbonden via een netwerk, kunnen tracks worden gedeeld tussen meerdere DN-SC2900-toestellen en kunnen ook de tracks die op de computer zijn opgeslagen, worden gedeeld. Dit gedeelte legt uit hoe u zich moet voorbereiden op de weergave van tracks vanaf apparaten die via het netwerk zijn verbonden. • Meer informatie over de bestanden die op dit toestel kunnen worden afgespeeld, vindt u op blz 4.
nnTracks tussen dit toestel en een computer delen
Namen en functies van onderdelen
• De formaten FAT16/FAT32 en HFS+ (alleen lezen) worden ondersteund voor het USB-geheugenapparaat en de HDD. • Wanneer u een USB HDD gebruikt van het type waarop een netadapter kan worden aangesloten voor het leveren van stroom, raden wij u aan de netadapter te gebruiken. • Als het USB-geheugenapparaat niet wordt herkend, koppelt u het USB-geheugenapparaat los en sluit u het vervolgens opnieuw aan.
Voorbereiden voor weergave vanaf een met het netwerk verbonden apparaat
Aan de slag
Voorbereiding voor afspelen
23
Zie de afbeelding op de voorgaande bladzijde voor details aangaande de toetsen die voor de handelingen op deze bladzijde worden gebruikt.
Tracks zoeken op categorie Tracks kunnen worden gezocht vanaf de volgende categorieën.
USB
BACK PLAYLIST CRATE SEL.
• TITLE • GENRE • BPM • ARTIST • ALBUM
GVoorbeeldH Tracks zoeken op genre en albumnaam
1 Druk op USB om de bron te schakelen naar USB.
Het hoofdmenu voor het zoeken wordt weergegeven op het scherm.
GVoorbeeldH Tracks zoeken op artiestnaam
1 Druk op USB om de bron te schakelen naar USB.
Het hoofdmenu voor het zoeken wordt weergegeven op het scherm.
• Om het hoofdmenu voor het zoeken weer te geven vanaf het weergavescherm, drukt u op BACK.
Voer de zoekvoorwaarden in. Het hoofdmenu voor het zoeken wordt weergegeven op het scherm.
6 Draai aan SEL. om “ALBUM” te selecteren. 7 Druk op SEL.
Albumnamen die zijn geregistreerd in de database, worden op het scherm weergegeven als een lijst.
Specificaties
• De titel van de geselecteerde track wordt weergegeven op het scherm. • De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
Problemen oplossen
• De titel van de geselecteerde track wordt weergegeven op het scherm. • De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
Er wordt een lijst weergegeven met tracknamen, verfijnd volgens de categorieën die zijn geselecteerd op het scherm (genre, albumnaam).
Instellingen
Op het scherm verschijnt een lijst van tracks van de geselecteerde artiest.
Overige
aan SEL. om de artiestnaam in de lijst te 4 Draai selecteren. Draai aan SEL. om de albumnaam in de lijst te 8 selecteren. 5 Druk op SEL. 9 Druk op SEL. aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 6 Draai afspelen van de lijst. Draai aan SEL. om de track te kiezen die u wilt Druk op SEL. 10 afspelen van de lijst. 7 11 Druk op SEL.
MIDI-besturing
Artiestnamen die zijn geregistreerd in de database, worden op het scherm weergegeven als een lijst.
4 Draai aan SEL. om het genre in de lijst te selecteren. 5 Druk op →.
Weergave
2 Draai aan SEL. om “ARTIST” te selecteren. 3 Druk op SEL.
Genres die zijn geregistreerd in de database, worden op het scherm weergegeven als een lijst.
Voorbereidingen Aansluiting
nnTracks van 1 categorie zoeken
2 Draai aan SEL. om “GENRE” te selecteren. 3 Druk op SEL.
Namen en functies van onderdelen
SHIFT
nnTracks zoeken op meerdere categorieën
Aan de slag
Tracks zoeken Dit gedeelte legt uit hoe u tracks kunt zoeken via een database die is gemaakt met de muziekbeheersoftware “engine”.
Index
24
Tracks zoeken op crate
Tracks zoeken op afspeellijst
1 Druk op BACK.
Gebruik de crate die is gemaakt door “engine” om tracks te zoeken.
Gebruik de afspeellijst die is gemaakt door “engine” om tracks te zoeken.
Het hoofdmenu voor het zoeken wordt weergegeven op het scherm.
2
Draai aan SEL. om de categorie te selecteren die u wilt annuleren uit de categorieën die zijn ingesteld als zoekvoorwaarden. Artiestnamen die zijn geregistreerd in de database, worden op het scherm weergegeven als een lijst.
4 Draai aan SEL. om “ALL” te selecteren. 5 Druk op SEL. Annuleert de zoekvoorwaarden.
Houd BACK, en druk op →.
• Druk op BACK om 1 crate-niveau terug te keren.
4 Druk op →.
• Tracks binnen de geselecteerde crate worden gezocht. • Het hoofdmenu voor het zoeken wordt weergegeven op het scherm.
5 6 Druk op SEL.
Draai aan SEL. om de track te kiezen die u wilt afspelen van de lijst.
De afspeellijst wordt weergegeven op het scherm.
De titels van de tracks in de geselecteerde afspeellijst worden weergegeven op het scherm.
aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 4 Draai afspelen van de lijst. 5 Druk op SEL.
• De titel van de geselecteerde track wordt weergegeven op het scherm. • De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
• De titel van de geselecteerde track wordt weergegeven op het scherm. • De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
MIDI-besturing
Alle ingestelde zoekvoorwaarden van de categorie zijn geannuleerd.
Een lijst van sub-crates binnen de geselecteerde crate wordt weergegeven op het scherm.
1 Houd SHIFTingedrukt en druk op PLAYLIST. Draai aan SEL. om de afspeellijst te kiezen die u wilt 2 zoeken. 3 Druk op SEL.
Weergave
Alle zoekvoorwaarden annuleren
De crate-lijst wordt weergegeven op het scherm.
Voorbereidingen Aansluiting
3 Druk op SEL.
1 Houd SHIFTingedrukt en druk op CRATE. 2 Draai aan SEL. om een crate te selecteren. 3 Druk op SEL.
Namen en functies van onderdelen
Zoekvoorwaarden annuleren
Aan de slag
Tracks zoeken
Overige Instellingen Problemen oplossen Specificaties Index
25
Zie de afbeelding op de voorgaande bladzijde voor details aangaande de toetsen die voor de handelingen op deze bladzijde worden gebruikt.
67
VINYL
De weergavemodus instellen Dit stelt in hoe tracks worden afgespeeld.
Druk op SINGLE/CONT.
• De weergavemodus wordt geschakeld in de volgende volgorde, telkens wanneer op de toets wordt gedrukt. SINGLE (PLAY LOCK) SINGLE CONT.
13
Jogwiel
Snel vooruitspoelen/achteruitspoelen Er zijn twee methoden voor het snel vooruitspoelen/achteruitspoelen.
nnSnel vooruitspoelen/achteruitspoelen met de 6 7 -toetsen Snel vooruitspoelen/achteruitspoelen tijdens het afspelen Druk op 6 7 tijdens het afspelen.
Het afspeelpunt wordt ongeveer 3 seconden vanaf het huidige punt verplaatst en het afspelen wordt hervat vanaf het nieuwe afspeelpunt.
Houd 6 7 ingedrukt tijdens het afspelen.
Het afspeelpunt beweegt aan hoge snelheid en het afspelen start vanaf het punt waar de knop is losgelaten.
Druk op 13.
13 licht groen op en het afspelen wordt gestart.
Druk op 6 7 wanneer de track is gepauzeerd.
Houd 6 7 ingedrukt terwijl de track is gepauzeerd.
Het afspeelpunt beweegt aan hoge snelheid en het pauzeren wordt hervat op het nieuwe punt.
Problemen oplossen
Het afspeelpunt wordt 1 beeld per keer verplaatst en het pauzeren wordt hervat op het nieuwe punt.
Instellingen
Snel vooruitspoelen/achteruitspoelen tijdens het pauzeren
Overige
Weergave
waarop de track werd gepauzeerd. • De track die wordt afgespeeld, wordt gepauzeerd wanneer het jogwiel wordt aangeraakt terwijl VINYL is opgelicht.
MIDI-besturing
CUE
13 knippert en de track wordt gepauzeerd. • Druk opnieuw op 13 om het afspelen te hervatten vanaf het punt
Weergave
OPMERKING “CONT.”-modus kan niet worden gebruikt wanneer dit toestel is verbonden met “engine”. De modus wordt geforceerd gewijzigd naar de “SINGLE”-modus.
Druk op 13 tijdens het afspelen.
Voorbereidingen Aansluiting
De SINGLE-indicator licht op en “Play Lock” SINGLE wordt weergegeven. (PLAY LOCK) (weergavevergrendeling) Wanneer het afspelen van een track voltooid is in deze modus, keert de track terug naar het cue-point en wordt deze gepauzeerd. De SINGLE-indicator licht op en “Lock Off” SINGLE (vergrendeling uit) wordt weergegeven. Wanneer het afspelen van een track voltooid is in deze modus, keert de track terug naar het cue-point en wordt deze gepauzeerd. De indicator CONT. op het display licht op. Wanneer CONT. het afspelen van een track voltooid is in deze modus, wordt de volgende track afgespeeld.
Pauze
Namen en functies van onderdelen
SINGLE/ CONT.
Aan de slag
Bewerkingen tijdens het afspelen
Specificaties Index
26
nnHet jogwiel gebruiken voor snel vooruitspoelen/ nnHet cuepunt instellen achteruitspoelen nn Wanneer u de modus “Standard” gebruikt De VINYL-modus schakelt uit en VINYL dooft.
13 knippert en de track wordt gepauzeerd.
Het afspeelpunt wordt 1 frame per keer verplaatst.
Het cuepunt instellen
Het cuepunt wordt ingesteld op de gepauzeerde positie.
nn Wanneer u de modus “DENON” gebruikt
Pauzeer de track op de positie waar u het cuepunt wilt instellen en start het afspelen.
• Ongeacht de modus wordt het cuepunt ingesteld aan het begin van de track wanneer de track wordt geladen.
nnDe cuepuntmodus instellen
Terugkeren naar het cuepunt
Druk tijdens het afspelen op CUE.
Het afspelen stopt, gaat naar de startpositie voor het afspelen (cuepunt) en pauzeert.
nn Wanneer u de modus “Standard” gebruikt
Druk op CUE.
Het cuepunt wordt ingesteld op de verplaatste positie.
nn Wanneer u de modus “DENON” gebruikt
Druk op 13.
Het cuepunt wordt ingesteld op de verplaatste positie en het afspelen wordt gestart.
Instellen met het jogwiel
1 Druk op VINYL. het jogwiel terwijl het afspelen is gepauzeerd 2 Draai om het cuepunt te verplaatsen naar de positie waar VINYL licht blauw op.
u het wilt instellen.
3
• De standaardinstelling is “Standard”.
nn Wanneer u de modus “Standard” gebruikt
Druk op CUE.
Het cuepunt wordt ingesteld op de verplaatste positie.
Druk op 13.
Het cuepunt wordt ingesteld op de verplaatste positie en het afspelen wordt gestart.
Problemen oplossen
nn Wanneer u de modus “DENON” gebruikt
Instellingen
• U kunt het cuepunt zoeken door te luisteren naar het weergavegeluid in eenheden van 1 frame.
Overige
DENON
Stelt het cuepunt vast via de standaardmethode die wordt gebruikt in algemene DJ-producten. Stelt het cuepunt in op dezelfde manier als bij standaard DENON DJ-producten.
• Het afspelen stopt, keert terug naar de positie waar u het afspelen opnieuw wilt starten (cuepunt) en wordt gepauzeerd (back cuefunctie). • Wanneer deze functie wordt gebruikt, kan het afspelen altijd worden gestart vanaf dezelfde positie.
2
MIDI-besturing
Standard
positie waar u dit wilt instellen.
Telkens wanneer u op de toets drukt, wordt het cuepunt 1 frame verplaatst.
Weergave
Door het instellen van een cuepunt kan de track worden afgespeeld vanaf de ingestelde positie.
Schakel de instellingsmodus voor het cuepunt via “UTILITY” – “Preset Setting” – “Cue Mode” (vblz. 45).
het afspelen is gepauzeerd, drukt u op 1 Wanneer 6 7 en verplaatst u het cuepunt naar de
Het cuepunt wordt ingesteld op de gepauzeerde positie.
Het cuepunt wordt paars op de indicator van het jogwiel. U kunt echter de kleurinstellingen wijzigen. Zie “Utility” – “Preset Setting” – “Jog Ind. Color” voor meer informatie (vblz. 45).
De gebruiksprocedures voor het instellen van het cuepoint verschillen afhankelijk van de modus. Selecteer de gewenste gebruiksprocedures, samen met de modus.
Instellen met de 6 7 -toetsen
Voorbereidingen Aansluiting
Het afspelen wordt hervat vanaf het volgende afspeelpunt.
Pauzeer de track op de positie waar u het cuepunt wilt instellen en druk op CUE.
Er zijn twee methoden voor het verplaatsen van het cuepunt, met de toetsen 6 7 of met het jogwiel.
Namen en functies van onderdelen
1 Druk op VINYL. 2 Druk op 13 tijdens het afspelen. 3 Draai het jogwiel om het afspeelpunt te zoeken. 4 Druk op 13.
nnHet cuepunt verplaatsen
Aan de slag
Bewerkingen tijdens het afspelen
Specificaties Index
27
Zie de afbeelding op de voorgaande bladzijde voor details aangaande de toetsen die voor de handelingen op deze bladzijde worden gebruikt.
A, B
EXIT/ VINYL SHIFT RELOOP
De afspeelsnelheid aanpassen
nnMet het jogwiel
Gebruik de pitchschuiver om de afspeelsnelheid (pitch) aan te passen.
Wanneer de VINYL-modus uit is
De PITCH RANGE-indicator licht op de display op.
Telkens wanneer u op de knop drukt, kan het bereik waarin de afspeelsnelheid kan worden afgespeeld, geschakeld zoals hieronder weergegeven. 6% 10 % 16 %
2
Beweeg de pitchschuiver en stel de gewenste afspeelsnelheid in.
Druk op KEY ADJUST.
De PITCH BEND-toetsen gebruiken Druk op PITCH BEND +/–. wordt ingedrukt.
PITCH BEND – De afspeelsnelheid wordt verlaagd terwijl de knop wordt ingedrukt.
Als de voeding wordt ingeschakeld wanneer een schijf in de ladesleuf is geplaatst, start het afspelen vanaf de eerste track op de schijf.
Stel “Utility” – “Preset Setting” – “Power on Play” (vblz. 45) in op “ON”.
Wanneer u een gefinaliseerde CD-ROM/CD-R/CD-RW als gegevensCD gebruikt, mag u muziekbestanden alleen direct in de hoofdmap van de schijf opslaan.
Problemen oplossen
PITCH BEND + De afspeelsnelheid wordt verhoogd terwijl de knop
Afspelen bij inschakelen
Instellingen
Deze functie wijzigt tijdelijk de afspeelsnelheid. Er zijn 2 methoden voor het wijzigen van de afspeelsnelheid.
De afspeelsnelheid verandert afhankelijk van de draaisnelheid van het jogwiel.
Overige
De afspeelsnelheid tijdelijk wijzigen (functie toonkromming)
1 Druk op VINYL, en het VINYL-lampje licht blauw op. 2 Draai het jogwiel tijdens het afspelen.
MIDI-besturing
De KEY ADJ.-indicator licht op het display op.
Wanneer de VINYL-modus aan is
Weergave
Wanneer de afspeelsnelheid is aangepast, wordt de toon niet is gewijzigd.
Jogwiel
Draai het jogwiel naar rechts om de toon te verhogen en naar links om de toon te verlagen.
100%
De afspeelsnelheid aanpassen zonder de toon te wijzigen
PITCH RANGE PITCH BEND +/– KEY ADJUST Pitchschuiver
De modus schakelt naar de modus BEND/SCRATCH.
Voorbereidingen Aansluiting
OFF
1 Druk op VINYL en VINYL dooft. 2 Draai het jogwiel tijdens het afspelen.
Namen en functies van onderdelen
1 Druk op PITCH RANGE.
Aan de slag
Bewerkingen tijdens het afspelen
Specificaties Index
28
Handmatige lusweergave Stel het startpunt (A-punt) en eindpunt (B-punt) in en het afspelen wordt naadloos herhaald tussen de twee punten.
De A-indicator licht op het display op en het afspelen start vanaf het ingestelde A-punt.
De B-indicator licht op het display op en de handmatige lusweergave wordt herhaald tussen A en B.
Wanneer het bestand of de track wordt gewijzigd, worden de ingestelde luspunten gewist.
• Het B-punt (eindpunt) wordt verplaatst naar de positie waar B werd ingedrukt.
“Exit Loop” wordt weergegeven op het scherm en de normale weergave wordt hervat.
Wanneer u de modus “Standard” gebruikt (vblz. 27) De weergavepositie verplaatst naar het A-punt (startpunt) en de handmatige lusweergave wordt gestart.
B
Einde van de track
op B op de positie waar u het afspelen wilt 3 Druk beëindigen. De aanpassing van het B-punt (eindpunt) is voltooid.
nnDe luspunten aanpassen Het A-punt (startpunt) aanpassen tijdens de handmatige lusweergave 1 Houd SHIFTingedrukt en druk op A. het jogwiel terwijl u luistert naar het 2 Draai weergavegeluid en ga naar de positie waar u het afspelen wilt starten.
• Dit kan worden aangepast in eenheden van 1 frame. GAfstelbaar bereikH • Bereik tot ±30 frames vanaf A-point (startpunt). • Bereik tot 1 frame voor het B-punt (eindpunt).
z A -30 f zz Afstelbereik voor A-punt
z +30 f
-1 f
B
op A op de positie waar u het afspelen wilt 3 Druk beëindigen. De aanpassing van het A-punt (startpunt) is voltooid.
Specificaties
Druk in de normale weergave op EXIT/RELOOP.
+1 f zz Afstelbereik voor B-punt
Problemen oplossen
nnTerugkeren naar de handmatige lusweergave
Als u op de toets EXIT/RELOOP drukt voordat het afspeelpunt het A-punt (startpunt) passeert, wordt “Exit Loop” weergegeven op het display en wordt de normale weergave hervat.
A
Instellingen
Druk tijdens de handmatige lusweergave op EXIT/ RELOOP.
• Verplaatst het afspeelpunt naar het A-punt (startpunt) en de handmatige lusweergave wordt gestart.
GAfstelbaar bereikH Dit kan worden aangepast vanaf 1 frame na het A-punt (startpunt) tot het einde van de track. z
Overige
nnDe handmatige lusweergave afsluiten
nn Als de huidige weergavepositie na de A-B-posities ligt,
afspelen wilt starten.
• Dit kan worden aangepast in eenheden van 1 frame.
MIDI-besturing
Druk tijdens de handmatige lusweergave of het pauzeren op B op de positie waar u het afspelen wilt beëindigen.
• “Exit Off” wordt weergegeven op het display. • Wanneer de weergavepositie naar het A-punt (startpunt) gaat, wordt de handmatige lusweergave automatisch gestart.
Weergave
nnHet eindpunt van de handmatige lusweergave wijzigen
nn Als de huidige weergavepositie voor de A-B-posities ligt,
tijdens de handmatige lusweergave 1 Houd SHIFTingedrukt en druk op B. het jogwiel terwijl u luistert naar het 2 Draai weergavegeluid en ga naar de positie waar u het
Voorbereidingen Aansluiting
op B op de positie waar u het afspelen wilt 2 Druk beëindigen.
Druk in de normale weergave of tijdens het pauzeren op EXIT/RELOOP.
Het B-punt (eindpunt) aanpassen
Namen en functies van onderdelen
1
Druk tijdens het afspelen of pauzeren op A op de positie waar u het afspelen wilt starten.
Wanneer u de modus “DENON” gebruikt (vblz. 27)
Aan de slag
Bewerkingen tijdens het afspelen
Index
29
Zie de afbeelding op de voorgaande bladzijde voor details aangaande de toetsen die voor de handelingen op deze bladzijde worden gebruikt.
AUTO LOOP +/– EXIT/ AUTO LOOP RELOOP
HOT LIST VINYL SEL. ADD/REMOVE
Automatische lusweergave Deze functie herhaalt de weergave automatisch in het juiste ritme.
Druk op AUTO LOOP.
OPMERKING Als de BPM van de track die wordt afgespeeld, niet is ingesteld, zal de automatische lusweergave mogelijk niet goed werken.
Het lusbereik uitbreiden CLR TIME SHIFT
TAP
• Telkens wanneer op de knop wordt gedrukt, wordt het lusbereik uitgebreid zoals hieronder weergegeven. X2 X4 X8 X16
nnHot cue-punten registreren Druk op een van de gedimd blauw opgelichte HOT CUE 1 – 4 toetsen bij de positie waar u de weergave wilt starten. De ingedrukte toets licht helder blauw op en het hot cue-punt wordt geregistreerd.
OPMERKING Voor toetsen die helder blauw zijn opgelicht, zijn er al hot cue-punten geregistreerd. Deze kunnen niet worden overschreven. Deze kunnen niet worden overschreven. Annuleer de huidige registratie van hot cue-punten om een hot cue-punt opnieuw te registreren.
nnHot cue-weergave Druk op een van de helder blauw opgelichte HOT CUE 1 – 4 toetsen.
nnHot cue-punten wissen
Druk op AUTO LOOP –.
Houd CLR ingedrukt en druk op een van de toetsen HOT CUE 1 – 4 waarvoor u de registratie wilt annuleren.
• Telkens wanneer op de knop wordt gedrukt, wordt het lusbereik verkleind zoals hieronder weergegeven. X1/2 X1/4 X1/8 X1/16
Specificaties
• Het B-punt (eindpunt) wordt verplaatst zodat het overeenstemt met het verkleinde lusbereik. • Het minimumbereik voor het B-punt (eindpunt) is 1 frame achter het A-punt.
Het hot cue-punt wordt gewist voor de ingedrukte toets.
Problemen oplossen
A-B-lusbereik verkleinen
Instellingen
Het afspelen wordt gestart vanaf het hot cue-punt dat is ingesteld voor de ingedrukte toets.
Overige
• Het B-punt (eindpunt) wordt verplaatst zodat het overeenstemt met het uitgebreide lusbereik. • De maximale limiet van het bereik voor het B-punt (eindpunt) is het einde van de track.
De posities (hot cue-punten) waar u het afspelen wilt starten, kan worden geregistreerd in HOT CUE 1 – 4.
MIDI-besturing
Druk op AUTO LOOP +. HOT CUE 1 ~ 4
Hot cue-weergave
Weergave
nnHet bereik van de automatische lusweergave aanpassen
De automatische lusweergave wordt afgesloten en de normale weergave wordt hervat.
Voorbereidingen Aansluiting
• AUTO LOOP licht op en de A- en B-indicators op het display knipperen. • De weergavepositie wanneer de knop wordt ingedrukt, wordt ingesteld als het A-punt (startpunt). Vanaf dat punt wordt de ritmebron die is ingesteld in “Auto Loop Cnt.” (vblz. 45) automatisch ingesteld als het B-punt (eindpunt) en start de automatische lusweergave tussen A – B.
Druk tijdens de automatische lusweergave op EXIT/ RELOOP.
Namen en functies van onderdelen
nnDe automatische lusweergave instellen
nnDe automatische lusweergave afsluiten
Aan de slag
Bewerkingen tijdens het afspelen
Index
30
Hot list
OPMERKING Wanneer de voeding van het toestel wordt uitgeschakeld, wordt alle inhoud die is geregistreerd op de hot list, gewist.
nnRegistreren op de hot list
“Add” wordt weergegeven en de geselecteerde track wordt geregistreerd op de hot list.
De hot list wordt weergegeven op het scherm.
Wanneer er meerdere DN-SC2900-toestellen zijn aangesloten via een netwerk, kunnen hot lists worden gedeeld tussen de toestellen. Meer informatie vindt u onder “Hot list-informatie delen” (vblz. 35).
Auto BPM-teller
nnBPM handmatig meten TAP-invoer Het tempo (BPM) wordt gemeten volgens het interval tussen het herhaald drukken op TAP.
Wanneer BPM is vergrendeld, drukt u herhaaldelijk op TAP in de maat van het ritme. Het gemeten tempo (BPM) wordt weergegeven op het scherm.
Handmatige BPM-invoer
Tijdens het afspelen of de cue-stand-by, wordt het tempo (BPM) van de track automatisch gemeten en weergegeven.
nnAuto BPM-teller
Voer het tempo (BPM) in als een cijfer.
1 Houd TAPingedrukt en draai aan SEL. aan SEL. volgens het tempo (BPM) dat u wilt 2 Draai instellen en laat TAP los. BPM-waarde verschijnt op het scherm.
Houd TAP.
• De auto BPM-teller wordt ingeschakeld en het tempo (BPM) wordt weergegeven op het scherm. • Als de track verandert wanneer de BPM vergrendeld is, wordt de vergrendeling verwijderd en wordt de auto BPM-teller ingeschakeld.
• Druk en draai aan SEL. om cijfers in te voeren achter het decimaalpunt.
Scratch-weergave
VINYL licht blauw op.
De scratch-weergave wordt gestart.
• Wanneer het jogwiel wordt vrijgegeven, wordt de scratchweergave beëindigd en de normale weergave hervat.
Specificaties
1 Druk op VINYLen selecteer “VINYL MODE”. 2 Draai de vinyl schijf.
Problemen oplossen
Draai het jogwiel tijdens het afspelen om scratch-weergave te gebruiken.
Instellingen
OPMERKING Afhankelijk van de track wordt de automatische BPM-meting mogelijk niet correct uitgevoerd. Voer in dat geval “TAP-invoer” of “handmatige BPM-invoer” in en meet handmatig.
De ingestelde waarde wordt ingevoerd en de gegevens worden vergrendeld.
Overige
De cue stand-bymodus wordt ingesteld aan het begin van de geselecteerde tracks.
nnHot lists delen
“BPM LOCK” wordt weergegeven op het scherm en de gegevens die worden gemeten door de auto BPM-teller worden vergrendeld.
MIDI-besturing
1 aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 2 Draai afspelen. 3 Druk op SEL. Houd SHIFT ingedrukt en druk op TIME.
De geselecteerde track wordt gewist.
Wanneer de auto BPM-teller aan is, drukt u op TAP.
Weergave
nnTracks afspelen die zijn geregistreerd op de hot list
De hot list wordt weergegeven op het scherm.
Deze functie vergrendelt gegevens die gemeten zijn door de auto BPM-teller.
Voorbereidingen Aansluiting
aan SEL. om de track weer te geven die u wilt 1 Draai registreren. 2 Druk op HOT LIST ADD/REMOVE.
1 aan SEL. om de track te kiezen die u wilt 2 Draai wissen. 3 Houd HOT LIST ADD/REMOVE . Houd SHIFT ingedrukt en druk op TIME.
nnBPM-vergrendeling
Namen en functies van onderdelen
Wanneer de tracklijst (zoekscherm) wordt weergegeven, kan een geselecteerde track tijdelijk worden geregistreerd voor de muziekbestandslijst (hot list).
nnTracks wissen van de hot list
Aan de slag
Bewerkingen tijdens het afspelen
Index
31
Zie de afbeelding op de voorgaande bladzijde voor details aangaande de toetsen die voor de handelingen op deze bladzijde worden gebruikt.
REVERSE
LINK SHIFT SEL.
De draaikoppel van het jogwiel regelen
Achteruit afspelen
Regelt het draaimoment van het jogwiel naar de gewenste torsiekracht.
Deze functie speelt de track achteruit af.
Schuif in de richting van “LIGHT” om het draaimoment te verminderen en in de richting van “HEAVY” om het draaimoment te verhogen.
Druk tijdens het afspelen op REVERSE.
Het achteruit afspelen start vanaf het weergavepunt waarop de toets werd ingedrukt. • Telkens wanneer op REVERSE wordt gedrukt, schakelt het afspelen tussen normaal en achteruit afspelen.
Namen en functies van onderdelen
Schuif TORQUE ADJUST.
Aan de slag
Bewerkingen tijdens het afspelen
De draaikoppel kan worden aangepast tijdens het afspelen.
Past de gevoeligheid van de touchsensor aan wanneer de bovenkant van het jogwiel wordt aangeraakt.
VINYL knippert.
START TIME
SLIP STOP TORQUE TIME ADJUST
VINYL
GAfstelbaar bereikH
Druk op SEL.
U kunt een gevoeligheid voor de touchsensor instellen, zelfs terwijl u een track afspeelt.
SLIP-functie U kunt het afspelen voorzetten met dezelfde beat, zelfs na achteruit afspelen, lusweergave of scratch-weergave.
Druk tijdens het afspelen op SLIP.
SLIP licht rood op en de SLIP-functie wordt ingeschakeld. • Het afspeelpunt verplaatst zich in de normale weergaverichting, zelfs bij achteruit afspelen, lusweergave of scratch-weergave. • Nadat de weergavebewerking is beëindigd, wordt de normale weergave hervat vanaf het bereikte weergavepunt.
Instellingen
De gevoeligheid voor de touchsensor is ingesteld.
Het achteruit afspelen wordt afgesloten en de normale weergave wordt hervat.
Overige
3
Min, 1, 2, 3, Max
Druk tijdens het achteruit afspelen op REVERSE.
MIDI-besturing
Jogwiel
• De gevoeligheid voor de touchsensor wordt weergegeven in 5 niveaus. De fabrieksinstelling is “2”.
nnAchteruit afspelen afsluiten
Weergave
1 Houd SHIFT ingedrukt en druk op VINYL. aan SEL. om een gevoeligheid voor de 2 Draai touchsensor te selecteren.
• Achteruit afspelen wordt uitgeschakeld wanneer hot cue-weergave wordt gebruikt. • Wanneer u achteruit afspelen gebruikt in de SINGLE-modus en de weergavepositie het begin van de track bereikt, schakelt de weergave naar cue stand-by.
Voorbereidingen Aansluiting
De gevoeligheid van de touchsensor van het jogwiel aanpassen (Touch Adjust)
Wanneer de SLIP-functie is ingeschakeld, drukt u op SLIP. SLIP dooft en de slipfunctie wordt uitgeschakeld.
Problemen oplossen
nnDe SLIP-functie uitschakelen
Specificaties Index
32
De start/eindtijd van de track aanpassen
Tracks delen op het netwerk De tracks op het USB-geheugenapparaat of de computer worden gedeeld.
nnDelen tussen DN-SC2900-toestellen (Players Link)
Draai aan START TIME.
• Draai naar links om de opstarttijd van de track te versnellen. • Draai naar rechts om de opstarttijd van de track te vertragen.
nnDe eindtijd van de track aanpassen
1
• De zoekstatus van het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “2” wordt dezelfde als het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “1”. • Wanneer het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “2” wordt gebruikt, voert het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “1” dezelfde bewerkingen uit bij de synchronisatie.
aan SEL. om een track te zoeken en druk op 2 Draai SEL. op het apparaat dat is ingesteld als “Network ID” “1”.
De track wordt geladen en het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “1” schakelt naar cue stand-by. • Meer informatie over het gebruik van “engine”, vindt u in de mengine-gebruiksaanwijzing.
OPMERKING • Als dezelfde “Network ID” wordt gebruikt tussen verschillende toestellen, kunnen ze niet worden verbonden met het netwerk. Als dezelfde netwerk-ID’s worden gedupliceerd, wordt “SET ID >>>1 (gedupliceerd “Network ID”-nummer)” weergegeven. Gebruik SEL. voor het instellen van een ander “Network ID”. • Wanneer u tracks deelt tussen dit toestel en de computer, moeten de firewall-instellingen op de computer worden geannuleerd voor “engine”. Meer informatie over de instelmethode vindt u in de mengine-gebruiksaanwijzing.
Instellingen
Het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “2” schakelt naar cue stand-by.
• Het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “1” wordt weergegeven op het “engine”-bedieningspaneel. • Het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “1” kan worden gebruikt als de “engine”-controller.
Overige
en voer de track in op het toestel dat is ingesteld 2 Zoek als “Network ID” “2”.
engine” .
MIDI-besturing
• Draai naar links om de tijd voor het beëindigen van de track te versnellen. • Draai naar rechts om de tijd voor het beëindigen van de track te vertragen.
Druk op LINK op het apparaat dat is ingesteld als 1 “Network ID” “1” en selecteer de “computer/
Weergave
Draai aan STOP TIME.
Druk op LINK op het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “2” en selecteer het toestel waarvan de “Network ID” “1” is.
• Tracks kunnen worden gedeeld tussen dit toestel en een computer • In dit voorbeeld worden tracks op de computer gezocht en afgespeeld met het toestel dat is ingesteld als “Network ID” “1”.
Voorbereidingen Aansluiting
nnDe starttijd van de track aanpassen
• Wanneer meerdere DN-SC2900-toestellen zijn aangesloten, kunnen tracks tussen de toestellen worden gedeeld. • In dit voorbeeld wordt een USB-geheugenapparaat dat is aangesloten op een DN-SC2900-toestel dat is ingesteld met “Network ID” “1”, gezocht door een ander DN-SC2900-toestel met “Network ID” “2” en de tracks worden afgespeeld vanaf het USB-geheugenapparaat. • Stel in “Utility” – “Preset Setting” – “Network ID” (vblz. 44) de netwerk-ID’s voor de DN-SC2900-toestellen vooraf in.
nnDelen tussen dit toestel en een computer (PC Link)
Namen en functies van onderdelen
Deze functie past de start- en eindtijden van de track aan. Door deze functie te gebruiken, kunnen tracks worden gestart en gestopt met soortgelijke kenmerken van een analoge speler.
Netwerkweergavebewerkingen Dit gedeelte geeft uitleg over de bewerkingen die worden gebruikt wanneer het toestel met het netwerk wordt verbonden.
Aan de slag
Bewerkingen tijdens het afspelen
Problemen oplossen Specificaties Index
33
Zie de afbeelding op de voorgaande bladzijde voor details aangaande de toetsen die voor de handelingen op deze bladzijde worden gebruikt.
MIDI BANK 2
MIDI
SEL.
Automatisch BPM aanpassen
• Wanneer er meerdere DN-SC2900-toestellen zijn verbonden op het netwerk, worden de tracks afgespeeld in de volgorde van het geregistreerde “Network ID”-nummer. Er kunnen maximaal vier DN-SC2900-toestellen worden aangesloten. • Gebruik voordat u start: “Utility” – “Preset Setting” – “Network ID” (vblz. 44) om de netwerk-ID’s in te stellen.
Wanneer meerdere DN-SC2900-toestellen zijn verbonden op het netwerk, wordt de BPM-waarde van de gewenste speler (MASTER) ingesteld als de BPM op alle andere spelers (slave) (BPM SYNCfunctie).
Stel “Utility” – “Preset Setting” – “Relay” (vblz. 45) in op “ON”.
“Network ID” : 4
“Network ID” : 3
BPM SYNC
Pitchschuiver
nnOver de volgorde van de trackweergave
Druk op BPM SYNC op het toestel dat is ingesteld als “Slave”. • “BPM-SYNC” wordt weergegeven op het scherm en de BPM wordt ingesteld als “Master” BPM. • De PITCH-indicator knippert en de pitchwaarde wordt weergegeven op het scherm. • De pitchaanpassing wordt vergrendeld.
OPMERKING
34
Index
Deze instelling kan niet worden gebruikt tenzij een van de apparaten is ingesteld op “Master”.
Specificaties
• Wanneer de pitchwaarde waarop de pitchschuiver is vergrendeld, is afgestemd, wordt de pitchvergrendeling vrijgegeven. • Zelfs als de verbinding tussen de toestellen in de BPM SYNC-status is geannuleerd, blijft de pitchvergrendeling behouden. • Wanneer de track op het “Master”-toestel verandert, worden de “Master”-instellingen overgedragen naar de aanvankelijk gesynchroniseerde “Slave”. Als de pitch op dit ogenblik wordt vergrendeld voor het “Master”-apparaat, wordt de pitchvergrendeling behouden.
Problemen oplossen
In CONTINUOUS-weergavemodus Wanneer het afspelen van de laatste track eindigt, start het afspelen van de eerste track op de speler die is geregistreerd met de volgende “Network ID”.
nnDe “Master” BPM instellen naar “Slave” BPM
Instellingen
In SINGLE-weergavemodus Wanneer het afspelen van de track eindigt, start het afspelen van de volgende track op de speler die is geregistreerd met de volgende “Network ID”.
• Wanneer de “Master” is ingesteld, worden alle andere aangesloten spelers ingesteld als “Slave”. • Als er al een andere speler is ingesteld als “Master”, stelt u de andere spelers in op “Slave” voordat u het gewenste toestel instelt op “Master”.
Overige
Afhankelijk van de weergavemodus, verschilt de volgorde van de trackweergave. Meer informatie vindt u onder “De weergavemodus instellen” (vblz. 26).
• “SYNC Master” verschijnt op het scherm. • BPM SYNC knippert en de “Master”-instelling is voltooid.
MIDI-besturing
13 HOT CUE 1 ~ 4
Houd BPM SYNC ingedrukt op het apparaat dat u wilt instellen als “MASTER”.
Weergave
• Wanneer “OFF” is geselecteerd in “Utility” – “Preset Setting” – “Relay” (vblz. 45), wordt de normale weergave hervat. • Als de relay-weergavemodus is ingesteld op ON tijdens het afspelen, start de relay-weergave vanaf de volgende track.
Dit stelt het apparaat in dat het standaard apparaat zal zijn bij het aanpassen van de BPM-waarde.
Voorbereidingen Aansluiting
De modus schakelt naar de relay-weergave. • In de relay-weergave worden de tracks afgespeeld in de volgende volgorde. • Als de relay-weergavemodus uit is voor een toestel, worden de tracks niet afgespeeld. • Als een “Network ID”-nummer ontbreekt, wordt het nummer overgeslagen voor weergave. “Network ID” : 1 “Network ID” : 2
nnInstellen als “Master”
Namen en functies van onderdelen
Relay-weergave
Aan de slag
Netwerkweergavebewerkingen
nnHet “Slave”-ritmeraster automatisch instellen naar het “Master”-ritmeraster
Het ritmeraster is alleen beschikbaar voor tracks die zijn geregistreerd in de database. Dit kan niet worden gebruikt met CD’s.
Hot list-informatie delen
De MIDI-indicator op het display licht op.
OK Cancel
4
Wijzigt naar de MIDI-modus waarin de USB-audio-interface en de MIDI-besturing beschikbaar zijn. Annuleert de selectie van de MIDI-modus en schakelt over naar het originele toestel.
Druk op SEL.
De MIDI-indicator op het display licht op en de modus schakelt naar de MIDI-besturingsmodus.
de toetsen en knoppen op dit apparaat om 5 Gebruik MIDI-opdrachten uit te voeren. De DJ-software op de computer wordt bestuurd.
• Tracks die worden afgespeeld door de DJ-software kunnen worden uitgevoerd via dit apparaat.
Druk op MIDI BANK 2.
• De MIDI-laag wordt geschakeld zoals hieronder weergegeven. MIDI-laag 1 (De MIDI BANK 2-indicator dooft)
MIDI-laag 2 (De MIDI BANK 2-indicator licht op)
Schakelen tussen MIDI-kanalen • U kunt meer dan een DN-SC2900 aansluiten op een computer om de DJ-software te besturen. Schakel MIDI-kanalen zoals nodig. • Stel een MIDI-kanaal in voor elk aangesloten apparaat. De standaardinstelling is “1”.
Selecteer een in te stellen MIDI-kanaal door het selecteren van “Utility” – “Preset Setting” – “MIDI CH” (vblz. 45). OPMERKING
Informatie over de memofunctie vindt u op blz. 40.
Problemen oplossen
Voordat u de MIDI-besturingsmodus gebruikt, moet u de DJ-software installeren op de computer waarop dit apparaat is aangesloten. Na de installatie, moet u het toewijzingsbestand voor de bewerkingsgegevens op de computer installeren met dit apparaat.
Instellingen
• Memogegevens die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat of HDD kunnen worden gedeeld tussen apparaten die met het netwerk zijn verbonden. • Wanneer meerdere DN-SC2900-toestellen zijn verbonden op het netwerk, worden memogegevens samen gecreëerd als 1 lijst.
2 3 Draai aan SEL. en selecteer de MIDI-modus. Druk op MIDI.
Overige
Memogegevens delen
DJ-software is geïnstalleerd (vblz. 19 “MIDIbesturingsaansluitingen”).
De MIDI-laag van de HOT CUE 1 – 4 -toetsen kunnen worden geschakeld. Door de MIDI-laag te schakelen, veranderen de MIDI-opdrachten die kunnen worden uitgevoerd.
MIDI-besturing
Meer informatie over hot lists, vindt u op blz. 31.
dit toestel aan met de bijgeleverde 1 Sluit USB-kabel aan op een computer waarop de
Schakelen tussen MIDI-lagen 1/2
Weergave
• Hot lists kunnen worden gedeeld tussen toestellen die via een netwerk zijn aangesloten. • Wanneer meerdere DN-SC2900’s zijn verbonden op het netwerk, worden hot lists samen weergegeven als 1 lijst. Op dit ogenblik wordt de hot list gemaakt in de volgorde van registratie.
Basisfuncties
Voorbereidingen Aansluiting
OPMERKING
Dit apparaat is uitgerust met een functie voor USB MIDI-opdracht invoer/uitvoer. Met deze functie kan de DJ-software op de computer worden bestuurd via dit apparaat. • Meer informatie over het gebruik van de DJ-software, vindt u in de handleiding van de DJ-software of het Help-menu.
Namen en functies van onderdelen
• Wanneer het ritmeraster wordt geannuleerd met “engine” voor de “Master”-track en de “Slave”-track, kan de afspeelpositie worden aangepast aan het raster op het ogenblik dat de “Slave” overeenkomt met de “Master” (functie SYNC ritmeraster). • Deze functie kan worden ingesteld in “Utility” – “Preset Setting” – “Beat Point” (vblz. 45). • Meer informatie over het gebruik van het ritmeraster, vindt u in de mengine-gebruiksaanwijzing.
Gebruik MIDI-besturing
Aan de slag
Netwerkweergavebewerkingen
Specificaties Index
35
Zie de afbeelding op de voorgaande bladzijde voor details aangaande de toetsen die voor de handelingen op deze bladzijde worden gebruikt.
Versturen commando
A#5
CD SHIFT ADD – (Loop Length) + (Loop Length) SYNC LINK SHIFT LOCK USB EJECT HOT1 (MIDI BANK2) HOT2 (MIDI BANK2) HOT3 (MIDI BANK2)
86 96 104 105 106 107 112 113 114 115 116 117
D6 C7 G#7 A7 A#7 B7 E8 F8 F#8 G8 G#8 A8
Jog wheel fwd/rev
–
A#8 B8
120 121
NOTE ON : 64 NOTE OFF : 0 Reverse 63-1 Foward 65-127 fast slow • Relative data Increment 0 Decrement 127 0-127 0-127
Pitch Slider MSB
122
0-127 (MSB)
Pitch Slider LSB
123
0-127 (LSB)
52 53
Parameters KNOB Increment/Decrement Start Time Stop Time
54 55
51
118 119 81 84
CC : 0xBn
– 3600 puls/cyclus
– 14-bits gegevens 0 (min) 8192 (gemiddeld) 16383 (max) –
NOTE ON : 64 NOTE OFF : 0
Houd MEMO ingedrukt. • Het toestel schakelt naar de utilitymodus. Wanneer de utility-modus UIT is • Moeten alle gegevens op het display worden verzonden naar de controller van de computer.
–
Index
82
50
NOTE ON : 0x9n NOTE OFF : 0x8n
Specificaties
Utility mode
NOTE ON : 0x9n NOTE OFF : 0x8n
HOT4 (MIDI BANK2) MIDI BANK2
Problemen oplossen
C#-1 E-1 F-1 F#-1 G-1 G#-1 A-1 C0 C#0 E0 F0 A#0 B0 C1 C#1 D1 F1 G#1 B1 C2 D2 E2 F2 C3 D#3 F3 G3 A3 E4 F#4 G4 A4 A#4 A5
48 49
Instellingen
1 4 5 6 7 8 9 12 13 16 17 22 23 24 25 26 29 32 35 36 38 40 41 48 51 53 55 57 64 66 67 69 70 81
Opmerkingen
Overige
36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
Waarde
Opmerkingen
MIDI-besturing
35
Nummer
Waarde
Weergave
Disc EJECT VINYL Pitch Range KEY ADJUST TAP Pitch Bend + Pitch Bend – Track Search + Track Search – Fast search + Fast search – DISPLAY MODE HOT1 HOT2 HOT3 CLR AUTO LOOP HOT4 TIME MEMO/Util CONT./SINGLE SELECT SW FWD BACK MIDI USB A B EXIT/Reloop Cue Play SLIP REVERSE Jog wheel touch
Opdracht
Nummer
Voorbereidingen Aansluiting
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34
MIDI-opdracht
MIDI-opdracht Opdracht
Namen en functies van onderdelen
Items
Items
Aan de slag
MIDI commandolijst
36
Ontvangstopdrachten
30 32
Pitch slider request Start Time request Stop Time request
Items (Indicator jogwiel)
–
50 51 52
CC : 0xBn
74
60 120 121
MIDI-opdracht Opdracht
Nummer
1
LED (Blue) 0-5
1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
LED (Blue) 6-11 LED (Blue) 12-17 LED (Blue) 18-23 LED (Blue) 24-29 LED (Blue) 30-35 LED (Blue) 36-41 LED (Blue) 42-47 LED (Red) 0-5 LED (Red) 6-11 LED (Red) 12-17 LED (Red) 18-23 LED (Red) 24-29 LED (Red) 30-35 LED (Red) 36-41 LED (Red) 42-47 CUE position Scratch position
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
0xAn
Waarde
Positie pitchschuiver herstellen
Opmerkingen LED-nr.: rechtsom vanaf bovenste LED
0-63
0-95 96-127 : OFF
Rechtsom vanaf bovenste positie (0) 96 punten/cyclus
53 54
Instellingen
31
7 8 17 18 19 20 21 22 23 24 30 36 43 62 64 42 38 39 41 58 59 72 82 89 49
1 2 3
Opmerkingen
Opmerkingen
Overige
29
ON TRG : 74 OFF TRG : 75 Blink ON TRG : 76
Waarde
Waarde
MIDI-besturing
28
CC : 0xBn
Nummer
Nummer
Weergave
27
Opdracht
Opdracht
Voorbereidingen Aansluiting
26
MIDI-opdracht
MIDI-opdracht
Namen en functies van onderdelen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Items (Opgelicht display (LED)) Pitch Range/OFF Key Adjust HOT1 HOT1 Dimmer HOT2 HOT2 Dimmer HOT3 HOT3 Dimmer HOT4 HOT4 Dimmer SELECT A Auto Loop A Dimmer B B Dimmer Cue Play SLIP REVERSE JOG wheel/TT CD IN SYNC SHIFT LOCK HOT1 (MIDI BANK2) HOT1 Dimmer (MIDI BANK2) HOT2 (MIDI BANK2) HOT2 Dimmer (MIDI BANK2) HOT3 (MIDI BANK2) HOT3 Dimmer (MIDI BANK2) HOT4 (MIDI BANK2) HOT4 Dimmer (MIDI BANK2)
Items (Overige)
Aan de slag
MIDI commandolijst
55 56
Problemen oplossen Specificaties Index
37
Items (VFD-parameter)
MIDI-opdracht Opdracht
0-99 100-109 : “-0” to “-9” 110 : “--”, 111 :“ ” ‘0 ‘+‘ 1 ‘-‘ 2 0-99 100-109 : “-0” to “-9” 110 : “--”, 111 :“ ”
6
Pitch POL
69
7
Pitch MSB
70
8
Pitch LSB
71
9
Track Position
72 normal 73 reverse
0-100 %
10
Point indicator
58 ON 59 OFF
0 to 99 (=left edge to right end)
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
Segment 1-1 MSB Segment 1-2 MSB Segment 1-3 MSB Segment 1-4 MSB Segment 1-5 MSB Segment 1-6 MSB Segment 1-7 MSB Segment 1-8 MSB Segment 1-9 MSB Segment 1-10 MSB Segment 1-11 MSB Segment 1-12 MSB Segment 1-13 MSB Segment 1-14 MSB Segment 1-15 MSB Segment 1-16 MSB Segment 1-1 LSB Segment 1-2 LSB Segment 1-3 LSB Segment 1-4 LSB Segment 1-5 LSB Segment 1-6 LSB Segment 1-7 LSB Segment 1-8 LSB Segment 1-9 LSB Segment 1-10 LSB Segment 1-11 LSB Segment 1-12 LSB Segment 1-13 LSB Segment 1-14 LSB Segment 1-15 LSB Segment 1-16 LSB
1 2 3 4 5 7 8 9 10 11 12 13 88 89 90 91 33 34 35 36 37 39 40 41 42 43 44 45 92 93 94 95
CC : 0xBn
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74
–
ASCII+origineel MSB • Er moet een segmentatieopdracht worden verzonden naar een paar in volgorde van MSB, LSB.
0-15
Segment 2-1 MSB Segment 2-2 MSB Segment 2-3 MSB Segment 2-4 MSB Segment 2-5 MSB Segment 2-6 MSB Segment 2-7 MSB Segment 2-8 MSB Segment 2-9 MSB Segment 2-10 MSB Segment 2-11 MSB Segment 2-12 MSB Segment 2-13 MSB Segment 2-14 MSB Segment 2-15 MSB Segment 2-16 MSB Segment 2-1 LSB Segment 2-2 LSB Segment 2-3 LSB Segment 2-4 LSB Segment 2-5 LSB Segment 2-6 LSB Segment 2-7 LSB Segment 2-8 LSB Segment 2-9 LSB Segment 2-10 LSB Segment 2-11 LSB Segment 2-12 LSB Segment 2-13 LSB Segment 2-14 LSB Segment 2-15 LSB Segment 2-16 LSB
CC : 0xBn
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 108 109 110 111 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 112 117 118 119
Opmerkingen
ASCII+origineel MSB
0-15
ASCII+origineel LSB
Overige
64 65 66 67 68
Waarde
MIDI-besturing
Tr number MSB Tr number LSB Time mini Time sec Time frame
Nummer
Weergave
1 2 3 4 5
Opdracht
Voorbereidingen Aansluiting
Waarde
MIDI-opdracht
Namen en functies van onderdelen
Nummer
Items (VFD-parameter)
Opmerkingen
Aan de slag
MIDI commandolijst
Instellingen Problemen oplossen
ASCII+origineel LSB
Specificaties Index
38
Items (VFD-symbool)
Only use 78/79
52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 –
Totaal knippert ON/OFF
34
CC : 0xBn
Only use 77/78
Waarde 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Opmerkingen
–
Instellingen Problemen oplossen
Only use 77/78
–
Specificaties
35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
Scratch Position 19 Scratch Position 20 Scratch Position 21 Scratch Position 22 Scratch Position 23 Scratch Position 24 Scratch Position 25 Scratch Position 26 Scratch Position 27 Scratch Position 28 Scratch Position 29 Scratch Position 30 Scratch Position 31 Scratch Position 32(Top)
Nummer
Overige
50 51
CC : 0xBn
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 24 26 28 70 71 72 73 30 31 32 33
Opdracht
MIDI-besturing
49
ON TRG : 77 OFF TRG : 78 Blink ON TRG : 79
Waarde
Weergave
35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48
Nummer
MIDI-opdracht
Voorbereidingen Aansluiting
34
T. REMAIN ELAPSED CONT. SINGLE BPM m s f Pitch dot Right Pitch dot Center Pitch dot Left CD USB MIDI MP3 WAV LINK KB KEY ADJ. MEMO ( ) A B PITCH AAC AIFF WFM Scratch Ring out side Scratch Ring in side Touch dot Track Position Scratch Position 1 (Top right) Scratch Position 2 Scratch Position 3 Scratch Position 4 Scratch Position 5 Scratch Position 6 Scratch Position 7 Scratch Position 8 Scratch Position 9 Scratch Position 10 Scratch Position 11 Scratch Position 12 Scratch Position 13 Scratch Position 14 Scratch Position 15 Scratch Position 16(Bottom) Scratch Position 17 Scratch Position 18
Opdracht
Items (VFD-symbool)
Opmerkingen
Namen en functies van onderdelen
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
MIDI-opdracht
Aan de slag
MIDI commandolijst
49 50 51
Index
39
Aan de slag
Overige nnUSB-geheugenapparaat of HDD
Media die kunnen worden gebruikt met de memofunctie
• Cuepunt • Handmatig luspunt (A/B-punt) • Hot cue-punt 1/2/3/4 • Afspeelsnelheid • Toonbereik • Toetsaanpassing AAN/UIT • BPM (Cuepunt, Handmatig luspunt (A), Hot cue-punt 1 – 4 BPM-waarde)
• Memogegevens worden gemaakt in de map die de track bevat. • Bij het afspelen van tracks waarvoor memogegevens zijn opgeslagen op een andere speler, kunnen de memogegevens worden opgeroepen.
Details die kunnen worden opgeslagen als memogegevens
De methode voor het opslaan van memogegevens verschilt afhankelijk van de gebruikte weergavemedia.
nnCD/CD-ROM
De memogegevens worden opgeslagen in het memogebied dat is gemaakt op het USBgeheugenapparaat of de HDD. Maak het memogebied voordat u de memofunctie gebruikt. Meer informatie over het maken van het memogebied vindt u onder “Memogebied” (vblz. 46).
OPMERKING Memogegevens kunnen niet worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat of een HDD die is geformatteerd in het formaat HFS+. Gebruik het formaat FAT16 of FAT32.
MIDI-besturing
• Cuepunt • Handmatig luspunt (A/B-punt) • Hot cue-punt 1/2/3/4 • Afspeelsnelheid • Toonbereik • Toetsaanpassing AAN/UIT • BPM (Cuepunt, Handmatig luspunt (A), Hot cue-punt 1 – 4 BPM-waarde)
Weergave
Details die kunnen worden opgeslagen als memogegevens
Voorbereidingen Aansluiting
• Details die vooraf zijn ingesteld, kunnen worden opgeslagen als memogegevens op een USBgeheugenapparaat of een HDD. Wanneer u de instellingen in een korte tijdspanne moet configureren, kunnen de instellingen automatisch worden geconfigureerd door gewoon de opgeslagen memogegevens op te roepen. • 1 memo wordt gemaakt voor 1 track en er kunnen maximaal 100.000 memo’s worden opgeslagen.
Namen en functies van onderdelen
Memofunctie
Overige Instellingen Problemen oplossen Specificaties Index
40
SEL. MEMO UTIL.
Memo-instellingen Sla de instelgegevens op naar de memogegevens.
1 Stelt dit toestel in met memogegevens. 2 Druk op MEMO UTIL. 3 Druk op SEL. “Set” wordt weergegeven op het display.
nnAuto memo laden (Auto Memo Load)
nnMemo oproepen (Memo Call)
met de
• Wanneer een track waarvoor memogegevens zijn opgeslagen, wordt geselecteerd, licht de MEMO-indicator op het display op. “Call” wordt weergegeven op het display.
De memogegevens worden opgeroepen. Wanneer het oproepen van de memogegevens is voltooid, schakelt de track naar stand-by op het cuepunt dat is opgeslagen in de memogegevens.
Specificaties
De opgeslagen memogegevens worden opgeroepen. Wanneer het oproepen van de memogegevens is voltooid, schakelt de track naar stand-by op het cuepunt dat is opgeslagen in de memogegevens.
3 Druk op SEL.
Problemen oplossen
2 Druk op MEMO UTIL. 3 Druk op SEL.
de track die is opgeslagen 2 Selecteer memogegevens die u wilt oproepen.
Instellingen
de track die is opgeslagen 1 Selecteer memogegevens die u wilt oproepen.
• De standaard instelling is “ON”.
Overige
Deze functie roept opgeslagen memogegevens op.
Wanneer een track waarvoor memogegevens zijn opgeslagen, wordt geselecteerd, licht de MEMO-indicator op het display op.
“Utility” – “Preset Setting” – “Auto Memo 1 Stel Load” (vblz. 45) in op “ON”.
MIDI-besturing
Pitchschuiver
met de
Weergave
• Wanneer “MEMO” wordt weergegeven op het display, zijn de memogegevens al opgeslagen. Om nieuwe memogegevens op te slaan, selecteert u “Overwrite”. • Als de memogegevens niet kunnen worden opgeslagen, controleert u de resterende capaciteit van het USB-geheugenapparaat of de HDD. Het is wellicht niet mogelijk om memogegevens op te slaan als er onvoldoende reservegeheugen is. • Als het USB-geheugenapparaat of de HDD is uitgerust met een beveiligingsfunctie, moet u controleren of de beveiliging is uitgeschakeld.
Voorbereidingen Aansluiting
Wanneer het opslaan is voltooid, licht de MEMO-indicator op en verschijnt “Complete!” op het display.
Wanneer een track waarvoor memogegevens zijn opgeslagen, wordt geselecteerd, worden de memogegevens voor die track automatisch opgeroepen.
Namen en functies van onderdelen
Wanneer de afspeelsnelheid wordt opgeroepen vanaf de memogegevens, knippert de PITCH-indicator en kan de pitch worden vergrendeld. Dit is te wijten aan het feit dat de werkelijke afspeelsnelheid en de snelheid die door de pitchschuiver is geselecteerd, verschillen. Om de pitchvergrendeling te annuleren, past u de pitchschuiver aan naar dezelfde pitch als de opgeroepen memogegevens.
nnMemo instellen (Memo Set)
Aan de slag
Memofunctie
Index
41
SEL. MEMO UTIL.
nnMemo wissen (Memo Clear)
Deze functie wist opgeslagen memogegevens.
• Wanneer een track waarvoor memogegevens zijn opgeslagen, wordt geselecteerd, licht de MEMO-indicator op het display op. “Call” wordt weergegeven op het display.
De MEMO-indicator op het display dooft en de memogegevens worden gewist.
Overschrijft de memogegevens met de insteldetails. “Call” wordt weergegeven op het display.
Instellingen
De memogegevens worden overschreven.
• Wanneer het USB-geheugenapparaat of de HDD worden losgekoppeld, keert dit apparaat terug naar de status voordat de voorinstellingen zijn gelezen.
Overige
1 Druk in de cue stand-bymodus op MEMO UTIL. 2 Draai aan SEL. om “Overwrite” te selecteren. 3 Druk op SEL.
De vooraf ingestelde instellingen die zijn opgeslagen op het USB-geheugenapparaat of de HDD die op dit toestel zijn aangesloten, worden gelezen.
MIDI-besturing
nnOverschrijven (Overwrite)
2 Draai aan SEL. om “OK” te selecteren. 3 Druk op SEL.
Weergave
Memogegevens kunnen ook worden gewist in een batch met de utility-modus. Meer informatie vindt u onder “Memo Area” – “Area Delete” (vblz. 46) in de hulpprogramma’s.
“Preset Recall” wordt weergegeven op het display.
Voorbereidingen Aansluiting
2 3 Draai aan SEL. om “Clear” te selecteren. 4 Druk op SEL. Druk op MEMO UTIL.
het USB-geheugenapparaat of de HDD aan die 1 Sluit de voorinstelling voor dit toestel bevat.
Namen en functies van onderdelen
de track die is opgeslagen met de 1 Selecteer memogegevens die u wilt wissen.
Vooraf ingesteld oproepfunctie Met “Preset Export” (vblz. 46), kunnen vooraf ingestelde insteldetails die op een USB-geheugenapparaat of HDD zijn opgeslagen, tijdelijk worden gebruikt zonder ze te overschrijven op dit toestel.
Aan de slag
Memofunctie
Problemen oplossen Specificaties Index
42
Aan de slag
Gedetailleerde instellingen maken Raadpleeg de pagina’s in de onderstaande tabel voor meer informatie over elk instelitem. Setupitems
Gedetailleerde items
Save As Def
Unit No. Network ID Touch Adjust Fader Mode Panel Contrast Jog Contrast Cue Mode Auto Cue
Specificaties
Information
45 45 45 46 46 46 46 46 46 46
Problemen oplossen
Initialize
45 45 45 45 45
Instellingen
Memo Area
45 45 45 45 45
Overige
Preset I/O
BPM Range EOM Time iPad Connect Preset Import Preset Export Area Create Area Delete USB Format Preset Init. System Version
44 44 44 44 44 44 45 45
MIDI-besturing
PC/MAC MIDI CH Jog Trans Int Jog Ind. Color Eclipse Res.
44
Weergave
Power on Play Relay Auto Loop Cnt. Beat Point Auto Memo Load
Blz.
Voorbereidingen Aansluiting
Preset Setting
Beschrijving Bewaart de huidige instellingen voor het pitchbereik, de tijdweergave-instellingen voor het display, de instellingen van de weergavemodus en de toetsaanpassingsinstellingen, en de standaardinstellingen op het ogenblik waarop de voeding wordt ingeschakeld. Stelt het nummer van dit toestel in dat het ASIO-stuurprogramma herkent wanneer het wordt aangesloten op een computer. Stelt het nummer van dit toestel in dat de “engine” herkent wanneer het wordt aangesloten op een netwerk. De gevoeligheid van de touchsensor van het jogwiel aanpassen. Schakelt de bediening voor het starten van de fader voor de mixer die is aangesloten op dit toestel. Stelt de helderheid in van het display en knoppen en de indicator van de touchsensor. Stelt de helderheid in van de indicator van het jogwiel. Schakelt de instelmodus van het cuepunt. Stelt het detectieniveau in van het startpunt van het geluid wanneer het geluidloze deel aan het begin van een track wordt genegeerd bij het afspelen. Schakelt de weergave bij inschakelen in of uit. Schakelt de relay-weergave in of uit. Stelt de ruimte in tussen punt A (startpunt) en punt B (eindpunt) voor de automatische lusweergave. Selecteert of het ritmeraster dat door “engine” is gemaakt, moet worden gebruikt. Stelt in of de memogegevens automatisch moeten worden gelezen wanneer er memogegevens werden gemaakt voor een weergavetrack. Stelt het besturingssysteem in van de computer die via USB is aangesloten op dit toestel. Selecteert het MIDI-kanaal dat moet worden gebruikt. Stelt het transmissie-interval voor de JOG-impulsen van de MIDI-uitgang in. Stelt de kleur in van het indicatorlampje van het jogwiel. Stelt de resolutie in voor de weergave van het indicatorpunt van het jogwiel (waarbij het cuepunt/de huidige weergavelocatie wordt weergegeven). Stelt de BPM-breedte in voor het zoeken van BPM. Stelt de melding in voor de resterende tijd tot het einde van de track die wordt afgespeeld. Stelt de omgeving in voor de iPad-aansluiting. Importeert de voorinstellingen die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat of een HDD op dit toestel. Slaat vooraf ingestelde instellingen op naar een USB-geheugenapparaat of een HDD. Maakt memogegevens op het USB-geheugenapparaat of de HDD. Wist memogegevens die op het USB-geheugenapparaat of de HDD zijn gemaakt. Initialiseert een op dit toestel aangesloten USB-geheugenapparaat of HDD. Stelt alle vooraf ingestelde instellingen opnieuw in naar de standaardinstellingen. Toont de firmwareversie voor dit toestel.
Namen en functies van onderdelen
Kaart menu Utility
Index
43
Aan de slag
Utility-instellingen (Utility) Selecteer de utility-instelitems met de volgende bewerkingen.
Opslaan als standaard (Save As Def.) Slaat de huidige instellingen voor het pitchbereik op (vblz. 28), tijdweergave-instellingen voor het display (vblz. 9), instellingen van de weergavemodus (vblz. 26) en toetsaanpassingsinstellingen (vblz. 28) als de basisinstellingen wanneer de voeding wordt ingeschakeld. Insteldetails CANCEL : het scherm keert terug naar het vorige scherm zonder de instellingen op te slaan. OK : de instellingen worden opgeslagen en het scherm keert terug naar het vorige scherm.
Standaardinstellingen zijn onderstreept
Deze instellingen zijn voor de bewerkingen met het toestel of voor het afspelen. Items instellen
SEL. knippert blauw, “Utility” wordt weergegeven op de 1ste lijn en “Save As Def.” wordt weergegeven op de 2de lijn van het display.
1–4
OPMERKING Als dezelfde “Network ID” wordt gebruikt tussen verschillende toestellen, kunnen ze niet worden verbonden met het netwerk. Als dezelfde netwerkID’s worden gedupliceerd, wordt “SET ID >>>1 (gedupliceerd “Network ID”-nummer)” weergegeven. Stel een andere “Network ID” in. Min/1/2/3/Max
2 Draai aan SEL. en selecteer de items die u wilt instellen. 3 Druk op SEL.
Draai aan SEL. en het item dat wordt weergegeven op de 2de lijn van het display, wordt gewijzigd. Het geselecteerde item wordt ingevoerd.
Index
44
Specificaties
• Om terug te keren naar het vorige item, drukt u op BACK. • Om Utility af te sluiten, drukt u wanneer het hulpprogramma wordt weergegeven, op MEMO UTIL. Het scherm keert terug naar het vorige scherm.
Problemen oplossen
1L Play/Cue : Als de mixer een 1-draad mixer is, verhoogt u de fader voor de weergave of verlaagt u deze voor cue stand-by. 1L Play/Pause : Als de mixer een 1-draad mixer is, verhoogt u de fader voor de weergave of verlaagt u deze om te pauzeren. 2L Play/Cue : Als de mixer een 2-draad mixer is, verhoogt u de fader voor de weergave of verlaagt u deze voor cue stand-by. 2L Play/Pause : Als de mixer een 2-draad mixer is, verhoogt u de fader Schakel deze instelling zodat voor de weergave of verlaagt u deze om te pauzeren. deze overeenstemt met de aangesloten mixer. Panel Contrast 0 – 4 : “0” is de helderste en “4” is de donkerste. Stelt de helderheid in van het display en knoppen en de indicator van de touchsensor. 0 – 4 : “0” is de helderste en “4” is de donkerste. Jog Contrast Stelt de helderheid in van de indicator van het jogwiel.
Instellingen
1 UTIL. ingedrukt
Wanneer u meerdere DENON DJ-apparaten gebruikt, zoals DN-SC2900, moet u deze instelling wijzigen zodat er geen dubbele nummers zijn.
Overige
Touch Adjust De gevoeligheid van de touchsensor van het jogwiel aanpassen (vblz. 32). Fader Mode Schakelt de bediening voor het starten van de fader voor de mixer die is aangesloten op dit toestel.
Houd tijdens stand-by, pauze of wanneer er geen bestand is geselecteerd, MEMO
OPMERKING
MIDI-besturing
Menu bedienen
Insteldetails 1 – 14
Weergave
Unit No. Stelt het nummer van dit toestel in dat het ASIOstuurprogramma herkent wanneer het wordt aangesloten op een computer. Network ID Stelt het nummer van dit toestel in dat de “engine” herkent wanneer het wordt aangesloten op een netwerk.
Voorbereidingen Aansluiting
Vooraf ingestelde instelling (Preset Setting)
Namen en functies van onderdelen
BACK SEL. MEMO UTIL.
Items instellen
Insteldetails
Items instellen MIDI CH 1 – 16 Selecteert het MIDI-kanaal dat moet worden gebruikt. 1ms – 3ms – 10ms Jog Trans Int Stelt het transmissie-interval voor de JOG-impulsen van de MIDI-uitgang in.
Index
45
Specificaties
Zelfs als meerdere DN-SC2900-toestellen zijn verbonden via het network, wordt de iPad verbonden door slechts één keer de verbindings-ID in te voeren.
Problemen oplossen
PC : Stel in wanneer de computer die via USB is aangesloten op dit toestel, werkt op Windows. MAC : Stel in wanneer de computer die via USB is aangesloten op dit toestel, werkt op Mac.
Instellingen
AAN : De memogegevens worden automatisch gelezen. UIT : De memogegevens worden niet automatisch gelezen.
Overige
AAN : Gebruikt het ritmeraster dat is gemaakt door “engine”. UIT : Maakt geen gebruik van het ritmeraster dat is gemaakt door “engine”.
MIDI-besturing
Auto Loop Cnt. Stelt de ruimte in tussen punt A (startpunt) en punt B (eindpunt) voor de automatische lusweergave (vblz. 30). Beat Point Selecteert of het ritmeraster dat door “engine” is gemaakt, moet worden gebruikt. Auto Memo Load Stelt in of de memogegevens automatisch moeten worden gelezen wanneer er memogegevens werden gemaakt voor een weergavetrack. PC/MAC Stelt het besturingssysteem in van de computer die via USB is aangesloten op dit toestel.
Weergave
OPMERKING Tracks op toestellen die zijn ingesteld op “UIT” kunnen niet worden afgespeeld. 1 Beat/2 Beat/4 Beat/8 Beat
Voorbereidingen Aansluiting
Positive BLUE : Op de jogwielindicator wordt het weergavepunt rood, het cuepunt paars en de achtergrond blauw. Positive RED : Op de jogwielindicator wordt het weergavepunt blauw, het cuepunt paars en de achtergrond rood. Positive PURPLE : Op de jogwielindicator wordt het weergavepunt blauw, het cuepunt rood en de achtergrond paars. Negative BLUE : Op de jogwielindicator wordt het weergavepunt blauw, het cuepunt rood en de achtergrond donker. Negative RED : Op de jogwielindicator wordt het weergavepunt rood, het cuepunt blauw en de achtergrond donker. Negative PURPLE : Op de jogwielindicator wordt het weergavepunt paars, het cuepunt blauw en de achtergrond donker. LED - 48 : Stelt 48 in voor de resolutie voor de weergave van Eclipse Res. Stelt de resolutie in voor het indicatorpunt van het jogwiel (waarbij het cuepunt/de huidige de weergave van het weergavelocatie wordt weergegeven). indicatorpunt van het jogwiel LED - 96 : Stelt 96 in voor de resolutie voor de weergave van (waarbij het cuepunt/de het indicatorpunt van het jogwiel (waarbij het cuepunt/de huidige huidige weergavelocatie weergavelocatie wordt weergegeven). wordt weergegeven). 0/3/5/10 BPM Range Stelt de BPM-breedte in voor het zoeken van BPM. OFF/10sec/20sec/30sec/40sec/50sec/60sec EOM Time Stelt de melding in voor De indicator van de weergavepositie knippert wanneer de ingestelde de resterende tijd tot het resterende tijd is overschreden. einde van de track die wordt afgespeeld. iPad Connect Disable : Uitschakelen: de verbinding met de iPad is uitgeschakeld. Enable : Inschakelen: de verbinding met de iPad is ingeschakeld. Voer de Stelt de omgeving in voor verbindings-ID wanneer u een verbinding maakt met de iPad. de iPad-aansluiting. Auto : Automatisch: de verbinding met de iPad is ingeschakeld. Voer de verbindings-id alleen in wanneer de iPad de eerste keer wordt verbonden. Het aanmelden wordt automatisch uitgevoerd vanaf daaropvolgende verbindingen. Jog Ind. Color Stelt de kleur in van het indicatorlampje van het jogwiel (vblz. 27).
Namen en functies van onderdelen
Cue Mode Standard : Stelt het cuepunt vast via de standaardmethode die wordt Schakelt de instelmodus van gebruikt in algemene DJ-producten. het cuepunt (vblz. 27). DENON : Stelt het cuepunt in op dezelfde manier als bij standaard DENON DJ-producten. OFF/–60dB/–54dB/–48dB Auto Cue Stelt het detectieniveau Wanneer dit is ingesteld op “OFF”, wordt het afspelen gestart vanaf in van het startpunt van het begin van de track, zonder het geluidloze deel over te slaan. het geluid wanneer het geluidloze deel aan het begin van een track wordt genegeerd bij het afspelen. Power on Play AAN : Weergave bij inschakelen wordt uitgevoerd. Schakelt weergave bij UIT : Weergave bij inschakelen wordt niet uitgevoerd. inschakelen (vblz. 28) in of uit. AAN : Wanneer meerdere DN-SC2900-toestellen zijn verbonden via een Relay Schakelt de relay-weergave netwerk en het afspelen van een track of schijf eindigt, wordt de volgende track afgespeeld volgens het “Network ID”-nummer. (vblz. 34) in of uit. UIT : Er wordt geen relay-weergave uitgevoerd.
Insteldetails
Aan de slag
Utility-instellingen (Utility)
Initialiseren (Initialize)
Voorinstellingen worden opgeslagen en gelezen vanaf een USB-geheugenapparaat of HDD die op dit toestel is aangesloten.
Initialiseert het USB-geheugenapparaat of de HDD die op dit toestel is aangesloten en stelt de vooraf ingestelde instellingen van dit toestel opnieuw in naar de standaardinstellingen.
Items instellen
Insteldetails
Items instellen
CANCEL : Voorinstellingen worden niet gelezen. OK : Importeert de voorinstellingen die zijn opgeslagen op een USBgeheugenapparaat of een HDD op dit toestel en overschrijft de instellingen.
USB Format Initialiseert een op dit toestel aangesloten USBgeheugenapparaat of HDD.
CANCEL : Slaat geen voorinstellingen op. OK : Slaat voorinstellingen op naar een USB-geheugenapparaat of een HDD.
Preset Init. Stelt alle vooraf ingestelde instellingen opnieuw in naar de standaardinstellingen.
De ingestelde inhoud van de voorinstellingen die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat of HDD met “Preset Export”, kunnen tijdelijk worden gelezen zonder dat ze worden opgeslagen op dit toestel (vblz. 42 “Vooraf ingesteld oproepfunctie”).
Weergave
Toont informatie over dit toestel.
Insteldetails
Insteldetails Wanneer de firmwareversie wordt weergegeven, drukt u op SEL. om terug te keren naar het vorige scherm.
MIDI-besturing
Items instellen System Version Toont de firmwareversie voor dit toestel.
Geheugengebieden maken en memogegevens wissen. Items instellen
OPMERKING • Wanneer de initialisatie wordt uitgevoerd, worden alle gegevens op het USB-geheugenapparaat en de HDD verwijderd. • Met dit toestel kunnen HDD’s met een grootte tot 2 TB worden geformatteerd. Grotere HDD’s worden niet ondersteund. CANCEL : De instellingen worden niet opnieuw ingesteld naar de standaardinstellingen. OK : De instellingen worden opnieuw ingesteld naar de standaardinstellingen.
Information
Memogebied (Memo Area)
Overige
CANCEL : Er wordt geen memogebied gemaakt. OK : Er wordt een memogebied gemaakt. Sluit het USB-geheugenapparaat of HDD vooraf aan op dit toestel.
Instellingen
CANCEL : De memogegevens worden niet gewist. OK : De memogegevens worden gewist. Alleen specifieke memo’s kunnen worden gewist. Meer informatie vindt u onder “Memo wissen (Memo Clear)” (vblz. 42).
Problemen oplossen
Area Create Maakt een memogebied voor het opslaan van memogegevens. Area Delete Alle opgeslagen memogegevens worden gewist.
Insteldetails CANCEL : De initialisatie wordt niet uitgevoerd. OK : De initialisatie wordt uitgevoerd.
Voorbereidingen Aansluiting
Preset Import Importeert de voorinstellingen die zijn opgeslagen op een USBgeheugenapparaat of een HDD op dit toestel. Preset Export Slaat vooraf ingestelde instellingen op naar een USB-geheugenapparaat of een HDD.
Namen en functies van onderdelen
Vooraf ingestelde import/export (Preset I/O)
Aan de slag
Utility-instellingen (Utility)
Specificaties Index
46
Symptoom
Als dit apparaat niet correct werkt, moet u de items in de onderstaande tabel controleren. Als het symptoom niet wordt vermeld in de controlelijst, moet u contact opnemen met uw dealer of servicecentrum De servicecentra kunt u vinden op http://www.d-mpro.com of http://www.denondj.com. blz.
De schijf kan niet in de laadsleuf worden geplaatst.
• Controleer of de voeding is ingeschakeld. • Als er al een schijf is geplaatst, verwijdert u die schijf voordat u een nieuwe plaatst.
21 –
Kan schijf niet uitwerpen.
• Controleer of de voeding is ingeschakeld. • De schijven kunnen niet worden uitgeworpen tijdens het afspelen. Stop het afspelen voordat u de schijf uitwerpt.
21 21
“Disc Error” wordt weergegeven.
• De schijf is mogelijk vuil of gekrast. Verwijder het vuil van de schijf of plaats een andere schijf.
–
De voeding wordt niet ingeschakeld.
• Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit en of het netsnoer in dit toestel is gestopt.
19 17 – 19 –
Er is geen geluid. Of het geluid is vervormd.
• Controleer de mixeraansluitingen. • Het aanpassen of schakelen van de mixer zal mogelijk niet geschikt zijn. Regel de knoppen op de mixer.
17 – 19 –
Er is geen geluid. Of het geluid is te stil.
• Controleer de aansluitingen van alle apparaten. • Stel de schakelknop van de invoerbron in op het apparaat dat momenteel afspeelt.
17 – 19 21
De toets- of displayverlichting is te donker.
• Controleer de instellingen in “Utility” – “Preset Setting” – “Contrast”.
44
“Fail” wordt weergegeven.
• Wanneer u memogegevens opslaat, sluit u een USBgeheugenapparaat of HDD aan op dit toestel. • Als het USB-geheugenapparaat of de HDD is uitgerust met een beveiligingsfunctie, moet u controleren of de beveiliging is uitgeschakeld. • Memogegevens kunnen niet worden opgeslagen op een USBgeheugenapparaat of een HDD die is geformatteerd in het formaat HFS+. Gebruik het formaat FAT16 of FAT32.
40 – 40
MIDI-besturing
Dit toestel werkt niet • Controleer de aansluitingen van alle apparaten. goed of er is geen • Controleer of de volumeinstellingen voor de aangesloten geluid. apparaten en de DJ-software op de computer goed zijn aangepast. • Stem de instellingen op het apparaat af op de instellingen van de DJ-software. • Controleer de bemonsteringsfrequentie van het bestand. Alleen bestanden met een andere bemonsteringsfrequentie dan 44.1 kHz kunnen worden afgespeeld op dit toestel. • Wanneer andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten, sluit u alleen het toestel aan op de computer en controleert u of het werkt.
– –
Weergave
Oorzaak/oplossing
blz.
• Sluit alle andere toepassingen af. • Wanneer meerdere WAV-bestanden tegelijk worden afgespeeld, kan het weergavegeluid worden afgekapt, afhankelijk van de computerspecificaties. Probeer 1 WAV-bestand af te spelen.
Voorbereidingen Aansluiting
Symptoom
Oorzaak/oplossing
Het geluid wordt afgekapt. Of het geluid is vervormd.
Namen en functies van onderdelen
Als er zich een probleem voordoet, dient u eerst het volgende te controleren: 1. Zijn de aansluitingen correct uitgevoerd? 2. Wordt het apparaat bediend zoals beschreven in de handleiding? 3. Werkt het externe apparaat goed (DJ-mixer, speler of effectenprocessor)?
Aan de slag
Problemen oplossen
– –
Overige
–
Instellingen Problemen oplossen Specificaties Index
47
Aan de slag
Specificaties nn Audio
Onmiddellijk starten: Variabele toonhoogte:
nn General
Binnen 20 msec. ±6 % (0,02 % toonhoogte) ±10 % (0,05 % toonhoogte) ±16% (0,05 % toonhoogte) ±100 % (0,5 % toonhoogte) Pitchbereik ±6 % – ±16 %: ±32 % Pitchbereik ±100 % : –99 % – +100 % 1/75 sec. 9 lagen (inclusief hoofdmap) IN : 1 ch, OUT : 1 ch MIDI 1,0, USB B 230 V wisselstroom, 50 Hz 30 W +5 °C – +35 °C 25 % – 85 % –20 °C – +60 °C
Overige Instellingen
USB MIDI-ingang/uitgang Voeding: Stroomverbruik: Bedrijfstemperatuur: Bedrijfsvochtigheid: Opslagtemperatuur:
0,5 Vp-p 75Ω
MIDI-besturing
Zoekprecisie: Map zoeken
2,0 Vrms
Weergave
Toonkromming:
106 dB of meer 6 dB 100 dB of meer 20 – 20 kHz, ±0,5 dB
Voorbereidingen Aansluiting
nn Functies
(0 dBu =0,775 Vrms, 0 dBV =1 Vrms) 32-bits (intern DSP-proces) 44,1 kHz (bij normale pitch) 0,05 % of minder
Namen en functies van onderdelen
Quantisatie: Bemonsteringsfrequentie: Totale harmonische vervorming: Signaal/ruisverhouding: Hoofdruimte Kanaalscheiding: Frequentieweergave: • Analoge uitgang Uitgangsniveau: • Digitale uitgang Uitgangsniveau:
Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar.
Problemen oplossen Specificaties Index
48
vvA
Fader Mode························································· 44 Functie toonkromming········································ 28
vvH Handmatige lusweergave··································· 29 Hot cue-weergave··············································· 30 Hot list································································· 31
vvI
vvR
Information·························································· 46 Initialize······························································· 46 iPad Connect······················································· 45
Relay··································································· 45 Relay-weergave··················································· 34
vvS
vvJ
Save As Def.······················································· 44 Scratch-weergave··············································· 31 SLIP-functie························································· 32 Snel vooruitspoelen/achteruitspoelen················· 26 System Version··················································· 46
Jog Contrast························································ 44 Jog Ind. Color················································ 27, 45 Jog Trans Int······················································· 45
vvK
vvT Torque Adjust······················································ 32 Touch Adjust················································· 32, 44 TRAKTOR LE 2·········································· 7, 10, 15
vvU
vvL Luspunt······························································· 29
vvM
vvV
Memo Area························································· 46 Memofunctie······················································· 40 MIDI CH······························································ 45 MIDI-lagen··························································· 35 MIDI-opdracht··············································· 35, 36 Muziek-CDs··························································· 4
Voltooiing······························································ 4 Vooraf ingesteld oproepfunctie··························· 42 Voorpaneel·························································· 11
Problemen oplossen
Unit No.······························································· 44 USB Format························································· 46 Utility··································································· 44
Instellingen
Kabel Coaxkabel························································· 17 Ethernetkabel··················································· 17 RCA-kabel························································· 17 Stereo minikabel··············································· 17 USB-kabel························································· 17
vvZ Zoeken································································ 24
Overige
De voeding inschakelen······································ 20 De voeding uitschakelen····································· 20 Display··································································· 9
Panel Contrast····················································· 44 Pauze··································································· 26 PC/MAC······························································ 45 Power on Play····················································· 45 Preset Export······················································ 46 Preset Import······················································ 46 Preset Init.··························································· 46 Preset I/O···························································· 46 Preset Setting····················································· 44
MIDI-besturing
vvD
vvP
vvF
vvW Weergave···························································· 26 CD····································································· 20 CD-R································································· 21 CD-ROM··························································· 21 CD-RW······························································ 21 HDD·································································· 22 Netwerk······················································ 23, 33 USB-geheugenapparaat···································· 22 Weergavemodus················································· 26
Weergave
vvC CD-R/CD-RW························································· 4 Cue Mode··························································· 45 Cuepunt······························································· 27
vvN Network ID·························································· 44
Voorbereidingen Aansluiting
vvB Beat Point···························································· 45 Bovenpaneel························································· 5 BPM···································································· 31 BPM Range························································· 45 BPM SYNC-functie·············································· 34
vvE Eclipse Res.························································· 45 EOM Time··························································· 45
Namen en functies van onderdelen
Aansluiting Computer···················································· 18, 19 DJ-mixer··············································· 17, 18, 19 HDD···························································· 17, 18 Netsnoer··························································· 19 USB-geheugenapparaat······························ 17, 18 Achterpaneel······················································· 11 Achteruit afspelen··············································· 32 AC-kabelhouder··················································· 19 Afspeelsnelheid··················································· 28 Afspelen bij inschakelen······································ 28 Area Create························································· 46 Area Delete························································· 46 ASIO-stuurprogramma·································· 12, 14 Auto BPM-teller··················································· 31 Auto Cue····························································· 45 Auto Loop Cnt.···················································· 45 Automatische lusweergave································· 30 Auto Memo Load················································ 45
Aan de slag
Index
Specificaties Index
49
Problemen oplossen
123,8
Instellingen
90,0
Overige
Specificaties
55,0
Index
Gewicht: 4,35 kg
50
44,0
MIDI-besturing
74,0
Weergave
326,0
366,0
280,0
Voorbereidingen Aansluiting
16,0
42,0
Eenheid: mm
Namen en functies van onderdelen
38,0 250,0 38,0
Aan de slag
Dimensies
V00
3525 10117 00AS