Digitaal Leren “A learning theory for the digital age”
Profielwerkstuk • Door: Natasja v. Stavel & Martijn Smits • januari 2008
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
1
Digitaal Leren INHOUDSOPGAVE
Inleiding
3
Definitie van ‘Digitaal Leren’
5
De geschiedenis
8
Gevolgen voor leraar en leerling
10
De economische kant van Digitaal Leren
14
Digitaal Leren en de overheid
15
De huidige status van Digitaal Leren
17
Voor- en tegenstanders aan het woord
19
Toekomstbeeld van Digitaal Leren
21
Scenario's
21
Enkele concepten van het onderwijsgebouw
23
Het Onderzoek
25
De conclusie
28
Bibliografie
32
Bijlagen
33
De enquête
33
Resultaten van de enquête
36
Plan van aanpak
37
Logboek
38
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
2
Digitaal Leren
“A learning theory for the digital age” INLEIDING
Het schoolgebouw als spannende ontdekkingstocht
Digitaal Leren, "a learning theory for the digital age" is het onderwerp van dit werkstuk. Leren is een van de belangrijkste werkwoorden die er bestaan. Zonder dat werkwoord toe te passen in ons leven betekenen we voor de maatschappij niets. Het is dus belangrijk dat wij dat begrip, dat werkwoord, (vooral) in onze jeugd goed toepassen. Dat is niet altijd is dat één van de leukste dingen in het leven. De één gaat met plezier naar school maar er zijn genoeg mensen die hier een vreselijke hekel aan hebben. Maar ook school is belangrijk in het proces om dingen te leren. Bestaat er niet een manier om het leren 'aantrekkelijker' te maken zodat iedereen het naar zijn zin kan hebben op school en zijn talenten gemotiveerd kan ontwikkelen? Maar, hoe kwamen we nu op het onderwerp? Hieronder een interview. Om maar direct met de deur in huis te vallen: Hoe komen jullie nu op het onderwerp 'Digitaal Leren'? Natasja: Ik werd gevraagd door Martijn. Het leek me meteen een leuk onderwerp, waar ik eigenlijk helemaal niet veel over wist en wat me dan ook erg leerzaam leek. In tegenstelling tot vele andere onderwerpen is dit een onderwerp wat vooral in de toekomst ter sprake komt en dat is erg interessant. Ik vraag me wel af of de theorieën die gespecialiseerde professoren schetsen ooit werkelijkheid worden. De meeste theorieën zijn werkelijk het tegenovergestelde van de huidige leermanieren. Leren is erg belangrijk, ook in de economie dus het is dus best een risico. Het is dan ook nog maar de vraag of scholen zich zomaar totaal zullen veranderen. Toch zal de school er waarschijnlijk op een bepaald moment niet aan ontkomen. Ik ben benieuwd hoelang het zal duren voordat er enige veranderingen komen en om te zien wélke veranderingen er komen. Het zal vooral de overheid zijn die overtuigd moet worden van deze geheel nieuwe manier van leren.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
3
Martijn: Het onderwerp 'Digitaal Leren' was het eerste waar ik aan dacht toen ik te horen kreeg dat we een profielwerkstuk moesten gaan maken. Ook was het mogelijk om het pws met z'n tweeën te maken. Op die manier kunnen we samen onderzoeken doen en meningen uitwisselen. Zo kwam ik dus bij Natasja aan die het, zoals ze net vertelde, erg leuk vond om samen te werken. Je dacht het eerst aan Digitaal Leren. Verklaar? Martijn: Iets maken omdat het moet vind ik nutteloos. Ik probeer dus, als er iets van me gevraagd wordt, iets nuttigs te zoeken waar ik dus ook inhoudelijk een hoop van kan leren. Het is dus ook een stukje eigenbelang. 'Digitaal Leren' is een manier die ik namelijk heel graag zelf zou willen toepassen. Ik heb me namelijk in m'n vrije tijd gespecialiseerd in het uitdenken en ontwikkelen van dynamische websites. (zoals webshops e.d.) Zodoende heb ik inmiddels een volledig bedrijf opgezet en dit bedrijf kan gewoon goed in de maatschappij meedraaien. Ik zou er m'n brood me kunnen verdienen. Maar, de belemmering is m'n school. Natuurlijk is school leerzaam maar je kunt je er niet ontwikkelen. In mijn geval neemt het dan ook te veel tijd in beslag. Ik moet namelijk dingen leren die ik na m'n studie nooit gebruiken zal. Ik beschouw het dus als het weggooien van intellect. Hierdoor ontstaan motivatieproblemen en gaan m'n resultaten omlaag. Ik ontwikkel mezelf liever in de dingen waar ik interesse in heb en daar is op dit moment geen mogelijkheid voor. Een individueel vakkenpakket samenstellen is namelijk niet mogelijk. Digitaal Leren is dus het antwoord op mijn probleem. Ik vind het dan ook een grote uitdaging om dat onderwerp eens goed onder handen te nemen. En, wat is dan jullie hoofdvraag? Wat willen jullie gaan onderzoeken? Als hoofdvraag hebben we het volgende gekozen: “Wat is de huidige status van Digitaal Leren en waar moeten we in de toekomst heen; wat zijn de gevolgen van deze digitalisering voor de overheid en voor het onderwijs?” Om deze vraag te kunnen beantwoorden hebben we de volgende deelvragen opgesteld: ★ ★ ★ ★ ★ ★ ★ ★
Wat Wat Wat Wat Hoe Hoe Hoe Wat
houdt het begrip 'Digitaal Leren' nu precies in? is de geschiedenis van het onderwijs? zijn de gevolgen voor leraar en leerling? is de economische kant van digitalisering? staat de overheid tegenover Digitaal Leren; wat is de rol van de overheid? staat het met het digitaliseren; hoe ver zijn we hiermee? denken de voor- en tegenstanders erover? Wat zijn hun argumenten? is het toekomstbeeld van Digitaal Leren?
Deze deelvragen proberen we te beantwoorden in de volgende hoofdstukken. Als onderzoek hebben we ervoor gekozen om te onderzoeken hoe ver we nu eigenlijk zijn met digitaal leren. Hoe vaak jonge scholieren nu achter de computer zitten en wat ze dan zoal op de computer doen.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
4
Digitaal Leren DEFINITIE VAN ‘DIGITAAL LEREN’ Ten eerste is het noodzakelijk om het begrip leren, en daaropvolgend de filosofie rond het begrip 'Digitaal Leren' (ook wel het Nieuwe Leren genoemd) eens duidelijk te definiëren. Wikipedia omschrijft het begrip leren als volgt: 1) Leren is het proces, de ervaring of de belevenis om kennis, vaardigheden of normen en waarden te vergaren. 2) Leren is het proces, de handeling of het vermogen om die kennis, vaardigheden of normen en waarden over te dragen. Dit wordt ook wel aanleren of doceren genoemd. In het Nederlands is er dus maar één werkwoord voor twee verschillende betekenissen. Het Engels heeft hiervoor twee verschillende werkwoorden; learning en teaching. Digitaal leren geldt zowel voor de leerling als voor de leraar; de leerling gaat op een nieuwe manier leren maar de docent moet deze nieuwe manier dan natuurlijk wel hanteren. Het digitaal leren is geen alternatieve vorm van bijvoorbeeld perceptueel (het herkennen en categoriseren van objecten als bijvoorbeeld een tafel) of motorisch leren (het aanleren van vaardigheden zoals bijvoorbeeld fietsen) maar als alternatief voor het betekenis geven aan informatie. "Leren is zoeken naar betekenis van informatie; kennis is communicatie over betekenis en onderwijs is dus het organiseren van communicatie over betekenis van informatie." 1 Dat is erg filosofisch, maar dit betekent wel dat er grote gevolgen voor het onderwijs zijn omdat het huidige onderwijs namelijk weinig communiceert. Een pratende docent is geen communicatie maar broadcasting, eenrichtingsverkeer. Je leert eigenlijk door iets nieuws in te passen in datgene wat je al weet. Als je iets nieuws hoort en je kunt het niet ergens 'aanhaken' dan vergeet je het. Daarom vergeet iedereen woordjes die ze in rijtjes moeten leren. Losse woordjes hebben geen context en die vergeet je dus. Ditigaal leren is niet wat veel mensen denken als je het over Digitaal Leren hebt. De meeste mensen moeten dan denken aan een klaslokaal vol met laptops en scholieren die les krijgen van de computer en niet meer van een leraar. ICT (Informatie- en Communicatietechnologie) speelt wel een grote rol in de theorie van het Digitaal Leren, maar het is daar niet tot beperkt. Het is een hulpmiddel, geen alternatief. "Leren is het proces van het creëren van connecties en het ontwerpen van een netwerk."¹ Digitaal Leren hoeft dus niet per sé leren met behulp van de computer te zijn. De computer is een belangrijk medium waar het nieuwe leren mee te praktiseren is maar ook andere communicatiemiddelen kunnen onderdeel zijn van het nieuwe leren. Denk aan bijvoorbeeld het discussiëren met vriend(inn)en of via (chat)fora. Digitaal leren moet aangeleerd worden. Door te leren middels dit nieuwe leren moet men kunnen navigeren door informatie en uit die informatie de relevante 1
Citaat van: Prof. dr. Wim Veen; Hoogleraar educatie en technologie aan de TU Delft
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
5
dingen op kunnen pakken en kunnen reproduceren. De jongere generatie (ook wel: de net-generatie) is opgegroeid met een computermuis in de hand en is hier onbewust erg goed in. Hieronder staan tien kenmerken van de net-generatie beschreven: 1) Netwerken als lifestyle. Leven in netwerken is kenmerkend voor de net-generatie. 2) In het echt én virtueel. Jongeren van de net-generatie hebben een online identiteit én een face-to-face identiteit. Face-to-face kan gemakkelijk overgaan in andere vormen en andersom. De net-generatie vindt traditionele communicatiekanalen vaak onhandig. Online heeft meestal de voorkeur. Contact leggen is online makkelijker; contacten verbreken ook. Volgens de net-generatie hoeven interacties met docenten en medestudenten niet in levenden lijve plaats vinden om waardevol en persoonlijk te zijn. Dat betekent natuurlijk niet dat face-to-face contact niet wordt gewaardeerd. 3) Multitasking. Jongeren uit de net-generatie kunnen meerdere taken tegelijk uitvoeren. Ze zijn in staat om snel te switchen van de ene naar de andere taak en besteden geen aandacht aan zaken die ze niet interessant vinden. Ook komt ‘parallel processing’ voor bij de jongeren. Dit is het tegelijkertijd verwerken van informatie. De jongeren kunnen in dezelfde tijd veel meer informatie verwerken dan de generaties vóór hen. 4) Twitch speed en niet-lineair denken. De net-generatie werkt met een snelheid die ouderen maar moeilijk kunnen volgen. Ze reageren snel en ze verwachten snelle reacties en antwoorden op vragen. Van vrienden, maar ook van diensten. De net-generatie wordt ook wel de ‘instant generation’ genoemd. Ze hebben minder geduld. Het lijkt wel of studenten ‘hypertext minds’ ontwikkelen, waardoor ze met behulp van nieuwe media snel kunnen ‘rondspringen’ in informatie en leeromgevingen. 5) Nieuwe taal Er ontstaat een nieuwe woordenschat en een nieuwe, afgekorte taal. Als kinderen aan ouders uitleggen hoe ze in een bepaald spel een niveau verder willen komen, haken ouders vaak af, omdat zij niet begrijpen waar het over gaat, maar ook omdat zij de concentratie van de informatie in de uitgesproken zinnen niet kunnen volgen. 6) Technologie als lucht. Nieuwe media is geïntegreerd in het leven van jongeren. Ze raken er dan ook niet door gefascineerd. Het gaat hen om de dingen die ze kunnen doen, niet om de technologie erachter. In hun ogen moet de technologie zich aanpassen aan hen, en niet andersom. Jongeren bewegen zich zonder moeite tussen online en offline activiteiten. Volgens jongeren is er een groot verschil tussen ICT-gebruik privé en ICT-gebruik op school. ICT-toepassingen op school ervaren jongeren vaak als beperkt, niet uitdagend en verouderd.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
6
7) Inverse opvoeding. Tot de leeftijd van vijf jaar vragen kinderen hulp aan hun ouders bij de computer. Maar vanaf de zesjarige leeftijd nemen de vragen snel af en zijn de kinderen zelf in staat met de computer om te gaan. Als ze toch iets niet goed weten vragen ze eerder aan een vriendje dan een ouder om advies. Vanaf acht jaar blijken de kinderen hun ouders te leren hoe ze met fora, chats en telebanking om moeten gaan. Dat verschijnsel heet ‘inverse opvoeding’. Internet is een sociale ruimte waarin kinderen met vele meningen en standpunten worden geconfronteerd en waarin zij hun eigen weg zoeken en zich een mening vormen. Deze rijkdom aan informatie maakt hen tot kritische lezers en kijkers. Ouders krijgen hierdoor ook sneller te maken met de mondigheid van het kind. Zo beïnvloeden kinderen bijvoorbeeld niet allen het koopgedrag van hun ouders, maar ook de normen en waarden waarop dat koopgedrag gebaseerd is. 8) Zelfsturing geeft zelfvertrouwen. ICT biedt jongeren controle. Niet alleen over apparaten, maar vooral over communicatie, sociale netwerken en situaties die ze als volwassenen ook zullen moeten beheersen. Internet kenmerkt zich door een hoge mate van zelfsturing. ICT en met name internet zijn voor jongeren uit de net-generatie het middel om hun eigen identiteit te onderzoeken. Internet biedt hun de mogelijkheid zich te ontwikkelen als onafhankelijk, zelfsturend individu. Zelfsturing leidt tot vertrouwen in eigen kracht. Zelfvertrouwen geeft de net-generatie een open houding ten opzichte van anderen. Ze lijken te zoeken naar interactie. Dat geldt voor hun persoonlijk leven, voor hun online activiteiten en voor hun verwachtingen van het onderwijs. 9) Meerdere identiteiten. Online omgevingen, zoals chatrooms, bieden jongeren de mogelijkheden om te experimenten met sociaal gedrag. Zo kunnen zij experimenteren met verschillende aspecten van hun persoonlijkheid. Met behulp van de reacties van andere op hun handelen leren jongeren veel mogelijke communicatievormen en verkennen zij hun eigen ik en hun verhouding tot anderen. 10) Samenwerken Jongeren van de net-generatie lijken zich veel meer onderdeel van een geheel te voelen dan de generaties vóór hen. Het ligt minder voor de hand om iets individueel op te lossen. De net-generatie werkt liever in teams. De jongeren besteden liever aandacht aan medestudenten dan aan docenten. Uit deze kenmerken is wel te concluderen dat er nogal wat veranderen kan in de toekomst. De net-generatie is namelijk de generatie die over een aantal jaren de economie draaiend moet gaan houden. Er zijn heel wat positieve kenmerken van de net-generatie die zonder een goede aanpak (voornamelijk door het onderwijs) niet goed tot uiting kunnen komen. Dat is kapitaalvernietiging en het is de rol van de het overheids- en onderwijsorgaan om dat tegen te gaan. Hier gaan we verder op in in de volgende hoofdstukken.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
7
Digitaal Leren DE GESCHIEDENIS Een paar maanden geleden is er een programma op de televisie uitgezonden wat heet: "Dat zal ze leren." Hieronder een klein artikel over dit programma. Haaksbergse (16) in tv-programma 'Dat zal ze leren' HAAKSBERGEN - Geen computerspelletjes, mp3-spelers of een Breezer, maar hoepelen en sjoelen en ranja. De deelnemers aan het nieuwe RTL-5 programma 'Dat zal ze leren' gaan terug in de tijd en wel naar de jaren vijftig. De zestienjarige Suzan Derksen uit Haaksbergen is één van de deelnemers, die de afgelopen vier weken heeft doorgebracht in een speciaal ingerichte kostschool. In het nieuwe realityprogramma van RTL gaan havo/vwo-scholieren tussen de vijftien en zeventien jaar zoals gezegd terug naar de jaren vijftig. 'Dat zal ze leren' is de Nederlandse versie van het Britse 'That'll teach 'em'. Het was volgens RTL tevens een enorme hit in Duitsland en in Frankrijk. De negendelige serie gaat over de contrasten tussen toen en nu. Suzan Derksen en de overige deelnemers hebben inmiddels ervaren hoe het was om vijftig jaar geleden jong te zijn in Nederland. In die tijd was er nog geen msn, geen mobiele telefoon en geen fastfood. Maar wat dan wel? De jongeren gingen vier weken lang, op een geheime locatie, terug in de tijd. De pubers ondergingen het schoolsysteem uit de jaren vijftig. Dat gebeurde in een speciaal hiervoor ingerichte kostschool, inclusief HBS-leerstof en onder het toeziend oog van een stel strenge leraren, die het woord inspraak nog nooit gehoord hebben. Ook worden maaltijden en vrijetijdsbestedingen (hoepelen en sjoelen) uit de jaren vijftig ingevoerd. En de leerlingen krijgen zelfs kapsels en kleding uit die tijd aangemeten. 'Tijden van orde en tucht herleven', aldus RTL. 'Maar ook wordt de jachtige tijd van toenemende individualisering ingeruild voor de periode toen iedereen nog tijd voor elkaar had.' De jongeren krijgen de kans om 'de generatiekloof te overbruggen'. 'Wat leren zij van deze ongekende en wellicht confronterende ervaring? En wat leren ze over zichzelf?' 2 In dit programma gingen een aantal jongeren vier weken naar een kostschool van de jaren '50. Ze kregen hier les zoals dat 50 jaar geleden ook gebeurde. Dit was absoluut niet gemakkelijk voor de jongeren. Dit programma is niet voor niets gemaakt. Er is blijkbaar een enorme verandering is het schoolsysteem geweest de afgelopen 50 jaar. Vroeger zaten de leerlingen met jurken en nette pakken kaarsrecht in de schoolbank, ze deden alles wat de leraar zei, ze keken niet af en waren altijd op tijd. Er was vroeger orde, tucht en discipline. Ook in de laatste 15 jaar is er veel veranderd in het schoolsysteem. Hieronder een aantal voorbeelden: 3 ✴ In 1993 werd ‘basisvorming’ (‘BaVo’) ingesteld. Dit hield in dat elke leerling de eerste drie (en later twee) jaren van het voortgezet onderwijs dezelfde vakken op hetzelfde niveau kreeg om daarna een goede keuze te kunnen maken. Dit was niet echt een succes, omdat intelligente leerlingen het te makkelijk vonden en praktisch ingestelde leerlingen teveel moeite hadden met theoretische vakken (en andersom). Bovendien hadden de meeste scholen niet veel zin in de invoering van basisvorming. In de praktijk werkte deze basisvorming niet en het is in 2004 door toenmalig minister Van der Hoeven afgeschaft en ze stelde een nieuwe aanpak van de onderbouw voor. 2
Bron: http://haaksbergen.tctubantia.nl/27048/haaksbergse_16_in_tv_programma_dat_zal_ze_leren
3 Aan de hand van krantenartikel uit de Spits van maandag 26 Nov. 2007 “Generatie proefkonijn”
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
8
✴ In 1998 werd de tweede fase ingevoerd. De meeste scholen begonnen er pas in 1999 mee. Dit werd ingevoerd nadat veel leerlingen een ‘pretpakket’ kozen wat moeilijk aansloot bij een vervolgstudie. Er werden nu profielen ingesteld waardoor er meer samenhang tussen vakken ontstond. Ook werd het aantal vakken uitgebreid om jongeren een bredere kennis mee te geven. Ook kwam er een Studiehuis wat leerlingen zou stimuleren om zelfstandiger te werken. Er kwam veel kritiek op, omdat leerlingen een groot aantal vakken kreeg waar men niet veel aan had. Er was ook niet veel diepgang meer in de lessen. Het aantal verplichte vakken en de studielast werd teruggebracht en binnen de profielen zijn nu meer keuzemogelijkheden. ✴ In 1999 werd het VMBO ingevoerd. De VMBO ontstond uit een fusie van het LBO (lager beroepsonderwijs), VBO (voorbereidend beroepsonderwijs) en de mavo. Dit had als belangrijkste doel de aansluiting op het MBO te verbeteren. Ouders hadden kritiek op deze fusie. Ze hechtten veel waarde aan de oude MAVO en zagen het VMBO als ‘de laagste vorm van onderwijs’. De twee jaar verplichte theorie voor zwakkere en praktisch ingestelde leerlingen te zwaar en de leerlingen kunnen nu moeilijker doorstromen naar de havo. ✴ In 1999 is het bachelor-mastersysteem ingevoerd in alle Europese landen. Het hoger onderwijs is in alle Europese landen hetzelfde ingericht en zo is het onderwijs beter te vergelijken door studenten. Men kan nu dus makkelijker in andere EU landen studeren en werken.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
9
Digitaal Leren GEVOLGEN VOOR LERAAR EN LEERLING Bij het Digitale Leren worden de rollen in de klas omgedraaid. Het is niet meer zo als vroeger en nu dat de leraar een verhaal verteld voor de klas en dat iedereen er naar luistert en het opschrijft. De leerlingen moet meedenken, de leraar moet naast de leerling staan, niet erboven. De kern van het Digitale Leren heeft twee delen. Enerzijds is er het idee dat je beter leert als je behoefte hebt om iets te weten te komen, anderzijds zijn kinderen van nature nieuwsgierig en leren automatisch bij alles wat ze doen. Dit laatste wordt natuurlijk leren genoemd. Samenwerken is bij het Digitale Leren erg belangrijk. Het is namelijk een goede manier om kennis en theorie te doorgronden door het uit te leggen aan andere leerlingen. Leerlingen die veel uitleg geven aan anderen hebben de beste studieresultaten. Leerlingen moeten ook kunnen begrijpen waarom ze iets moeten leren. Als ze zien wat het nut is om het te leren, geeft dat motivatie om zich er echt voor in te zetten. Het begint daarom bij het Digitale Leren niet bij de theorie, maar bij een probleem of een kwestie. Nog een kenmerk van het Digitale Leren is dat de leerlingen zelf hun eigen leerstrategie en hun leertempo kunnen bepalen, dit zal de leerlingen motiveren tot leren, omdat je zo je eigen vooruitgang kunt kiezen.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
10
Er zijn nog een heel aantal kenmerken te noemen van het Digitale leren. Hieronder een tabel waarin we in het kort overzichtelijk het verschil aangeven tussen het ‘oude’ leren en het ‘nieuwe’ leren. ‘Oude' leren
‘Nieuwe' leren
Objectieve kennis
Subjectieve kennis
Kennisoverdracht
Kennisconstructie
Onderwijzen
Leren
Zinvol
Betekenisvol
Van deel naar geheel
Van geheel naar deel
Appel op twee intelligenties
Appel op meerdere intelligenties
Gericht op lezen en luisteren
Gericht op ervaring opdoen en uitleggen
Prestatie vergelijken met gemiddelde
Prestatie vergelijken met vorige prestatie
Op zoek naar wat iemand niet kan
Op zoek naar waar iemand goed in is
Samendoen is afkijken
Samen leer je meer dan alleen
Alle stof moet behandeld zijn
Er moet iets geleerd zijn
Kennis wordt onafhankelijk van context opgeslagen
Er bestaat geen contextloze kennis
De docent (expert) bepaalt de lesinhoud en is vooral instructeur
Leraar stimuleert leerproces en is expert, instructeur, coach, trainer, loods, adviseur
Leren voor later
Leren voor nu
(logisch-positivisme)
(sociaal-constuctivisme)
4
Bij het Digitale Leren staat centraal dat leren altijd subjectief en niet objectief is. Afhankelijk van de kennis die er al is, wordt de nieuwe kennis opgeslagen. Objectieve toetsen van kennis aan de hand van een landelijk gemiddelde heeft weinig zin. Het is beter om de vorige prestatie met een nieuwe prestatie te vergelijken en zo te kijken naar de vooruitgang van de leerling. De leerlingen leren met elkaar en bouwen zo hun eigen kennis op. Ze maken hierbij gebruik van meerdere intelligenties. Iedereen leert op zijn eigen manier. De één doet dat door het gewoon uit het hoofd te leren en de andere leert het met muziek. Met al deze intelligenties moet rekening worden gehouden. En het gaat er ook niet om of alle stof behandeld is, maar of er ook werkelijk iets geleerd is door de leerlingen. Om de kennis die je leert toe te kunnen passen wordt de kennis bijgebracht in de context en omgeving waar je die uiteindelijk ook nodig zult gaan hebben.
4
Bron: Alex van Emst
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
11
Daarnaast gebeurd het bijbrengen van kennis vanuit het geheel en van daaruit wordt naar het deel gekeken, en niet andersom zoals dat nu nog gebeurd. Vooral de docent krijgt een heel andere rol dan nu en zeker dan vroeger. De docent krijgt veel verschillende taken en staat niet (of nauwelijks) meer voor de klas een verhaal te houden. De docent wordt een begeleider bij het leerproces van de leerlingen. Leerlingen moeten wel zelfstandiger worden en mogen zelf bepalen wat ze leren, maar er moet toch iemand zijn die er toezicht over houdt. Het kan voorkomen dat een leerling zich te veel op één gebied richt. Een beperkt blikveld werkt remmend in het leerproces van de leerling. De docent heeft de uitdaging om de leerling te stimuleren om verder te kijken dan zijn eigen kring. De docent is een expert in zijn vakgebied en moet beschikbaar zijn voor de leerlingen. Iemand die de leerlingen kan helpen bij het uitvoeren van studietaken. De docent wordt ook een coach die de leerlingen kan helpen om een goede loopbaankeuze te maken. De docent heeft hier genoeg kennis voor. Hij kan bijvoorbeeld zien waar al zijn vroegere leerlingen terecht zijn gekomen. Tegenwoordig kunnen de leerlingen overal hun informatie vandaan halen. Dit is voor hen niets nieuws, maar het is soms wel moeilijk om te weten wat waardevolle informatie is en wat niet. De docent moet de leerlingen leren om de authenticiteit van informatie te kunnen beoordelen. Het is een steeds belangrijkere vaardigheid om echt van nep te kunnen onderscheiden. De docent moet erg vertrouwd zijn met ICT. Hij moet er veel van af weten, omdat de ICT een grote rol speelt bij het Digitale Leren. Maar hij moet ook de leerlingen de gevolgen onder ogen brengen van het veelvuldige gebruik van ICT. Hij moet de leerlingen begeleiden in het computergebruik om zo computerverslaving, gameverslaving en internetcriminaliteit te voorkomen. De docent wordt dus meer een begeleider en coach, dan een vakinhoudelijke expert, en met die overgang is niet iedereen het eens. De docent moet veel meer kunnen, veel meer verschillende taken kunnen uitvoeren, maar hoeft minder te weten. Vooral docenten die al langer in het vak zitten, hebben hier moeite mee. Toen er een tijd terug op het nieuws kwam dat kinderen uit groep acht beter konden rekenen dan pabo-studenten zorgde dit voor veel verontwaardiging. Het eind van het vak en de vakkennis zal dus nog wel een tijd uitblijven en het laat zien dat dit Digitale leren theoretisch een goed verhaal is, maar dat het in de praktijk veel tijd en moeite gaat kostten voordat de perfecte vorm gevonden is. De leerling moet veel verantwoording gaan dragen als het Digitale Leren wordt ingevoerd. Ze moeten veel zelfstandiger worden en kunnen kiezen wat ze willen leren. Ook het tempo waarmee ze verschillende dingen willen leren kunnen ze zelf
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
12
bepalen. Maar ze moeten wel gemotiveerd zijn en hun tijd goed besteden zodat ze wel iets leren. De leerling kan leren waar hij goed in is, maar moet zich niet beperkt houden tot één gebied. Zo kan een leerling zijn talenten ontwikkelen. Ook belangrijk voor de leerling is de onderling samenwerking met andere leerlingen. Ze moeten elkaar raadplegen en adviseren. Ze kunnen elkaar ook dingen uitleggen waardoor een andere leerling het beter snapt, maar ook zelf hebben ze er veel aan. Door het uitleggen aan een ander weet je het zelf ook weer een stuk beter. De leerling moet een docent elk moment kunnen aanspreken voor hulp. Veel mensen denken bij het horen van Digitaal Leren snel aan onderwijs waarin de docent niet thuis hoort. Maar juist bij dit Digitale Leren heeft de docent een belangrijke rol! Sinds een aantal jaren worden er diverse experimenten gevoerd op alle schooltypen die er zijn. Hierover vertellen we meer in het hoofdstuk `De huidige status van Digitaal Leren`
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
13
Digitaal Leren DE ECONOMISCHE KANT VAN DIGITAAL LEREN Volgens de traditionele manier moet de mens eerst leren voordat hij of zij kan werken. De theorie rondom Digitaal Leren leert ons dat deze schijdslijn tussen leren en werken verdwijnt. Er ontstaat dus een fusie tussen leren en werken. Dit heeft voor de economie veel voordelen. Als mensen de mogelijkheid hebben om snel te kunnen veranderen, veel informatie snel in kunnen passen, snel problemen kunnen ontdekken en oplossen, kunnen multitasken (meerdere dingen tegelijk kunnen doen) zonder dat ze daar gefacineerd van worden, dan kunnen zowel commerciele bedrijven als de overheid dubbel zo hard draaien met als gevolg dat de economie sterker wordt. E-commerce en e-business zijn begrippen die in de toekomst veel gebruikt gaan worden. Consumenten kunnen op het internet producten zoeken, vinden en aanschaffen. Maar de meeste transacties ( 90% 5) vinden plaats tussen de bedrijven onderling. Deze handel (b2b; business-to-business) is dus erg belangrijk. E-business, het gebruik van internet gebaseerde technologie die alle bedrijfsprocessen aan elkaar koppelt, kan dus zorgen voor een optimale informatieketen waardoor bedrijven productiever zullen zijn dan vroeger het geval was. Er ontstaat dus een interneteconomie.
5
Bron: http://www.floor.nl/
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
14
Digitaal Leren DIGITAAL LEREN EN DE OVERHEID Het internet is het perfecte medium om je stem te laten horen, want het is makkelijk bereikbaar, anoniem en wordt druk bezocht. De huidige net-generatie maakt hier dan ook gretig gebruik van. Met het internet in je broekzak ben je altijd op de hoogte van het nieuws dat je wilt volgen. En, hierop reageren is mogelijk. Er ontstaat zo een heuse discussie. Kennis van de schrijver van het nieuwsbericht kan zo door de burger bekrachtigd en/of beargumenteerd worden zodat de betekenis van deze kennis veranderend. Neem bijvoorbeeld Wikipedia. Deze online encyclopedie kan bewerkt worden door jan-en-alleman. Je zou dan denken dat het een erg onbetrouwbare informatiebron is maar het tegendeel is waar. Doordat er heel veel serieuze burgers, wetenschappers en andere wikipedianen constant bezig zijn met het toevoegen, bewerken en onderhouden van artikelen en meestal de regel geld dat de meerderheid gelijk heeft, resulteert dit in een redelijk betrouwbare bron. De rol van de overheid is het besturen van ons land. De grondwet is hierbij de rode draad, maar ook de Algemene Wet Bestuursrecht is belangrijk. Dat laatste is nodig voor het nemen van beslissingen die overheidsorganen nemen en hoe die beslissingen tot stand komen. In ons democratische land heeft de burger hier ook invloed op. Met behulp van stemrecht kunnen wij als burgers namelijk kiezen voor bepaalde manieren van regeren. Toch komt dit recht niet helemaal tot z'n recht. Wij kunnen wel kiezen maar de meeste burgers hebben er weinig tot geen verstand van en kiezen dus op gevoel. Het is aan de overheid om hier dus verandering in te brengen. Dit kan door veel meer met de burger te communiceren. De overheid moet dus niet boven de burger gaan staan maar ertussen. Zo kan de overheid meer inzicht in de behoeftes van de burger krijgen. In plaats van het zenden van ongepersonaliseerde informatie via de massamedia (push) moet de overheid er voor zorgen dat de gegevens waar de burger behoefte aan heeft gemakkelijk te vinden zijn. (pull) Het concept van een Persoonlijke Internet Pagina (P I P) die de overheid aanbied (MijnOverheid.nl) is dan ook een goed initiatief maar de stap van push naar pull moet groter zijn. Nu is het namelijk zo dat de overheid als informatie-eigenaar opstelt. Het zou een grote stap zijn naar een veel efficiëntere overheidsorganisatie als de overheid het model van Web 2.0 invoert - het model dat de overheid geen informatie moet geven maar informatie moet faciliteren. In de digitale maatschappij zit toegevoegde waarde niet in de content maar in het faciliteren van communicatie; gebruikers zijn eigenaar van hun content. Het Web 2.0 businessmodel faciliteert slechts de interactie van hun content. Wikipedia is een mooi voorbeeld van dit businessmodel. Dat deze encyclopedie veel vaker bezocht wordt dan bijvoorbeeld de digitale versie van de Encyclopedia Brittanica bewijst de superioriteit van dit businessmodel. "It's not the content, it's the communication, stupid." 6 "Inderdaad. De schaarste zit hem niet in harde schijven of databases, maar in onze aandacht. Aandacht is het schaarse goed waar de strijd op internet om gaat." 7
6
Citaat van: Drs. Hans Michael Pronk; Partner en principal consultant bij Verdonck, Klooster & Asso-
ciates 7
Citaat van: Ir. Erik van Zegveld; Managing consultant bij Verdonck, Klooster & Associates
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
15
Het is dus de rol van de overheid het internet te gebruiken om democratische vraagstukken onder de burgers te laten beargumenteren, te verbeteren, alternatieven te laten verzinnen. De overheid doet wel pogingen tot het automatiseren van bestaande processen. Dit is alleen geen verandering en dus niet effectief. Dmv het automatiseren van processen krijgen we een passieve burger die vanuit z'n luie stoel kan beslissen over complexe vraagstukken. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. We moeten dus stoppen met het denken dat het technologisch vernieuwd moet worden! Er moet verder gekeken worden. De overheid moet kijken naar de manier van communiceren van de net-generatie. Dat is namelijk de generatie die in de toekomst de (internet)economie draaiend moet gaan houden. Om deze generatie bij besluitvorming te betrekken is een hele klus. Het oude zender-ontvangermodel heeft bij de net-generatie geen waarde meer. Ze vinden bijvoorbeeld reclame hinderlijk; ze bepalen zelf wel wanneer ze welke informatie willen opzoeken. Een commerciele website moet dus niet ingezet worden als reclame-instrument maar als middel om de interactie met klanten te faciliteren. Dus: Tools voor het oplossen van problemen. Als de kennis ook bij de burgers aanwezig is, waarom dan de problemen oplossen binnen het overheidsorgaan? De overheid faciliteert dan onpartijdige informatie en met behulp van bestaande communities kunnen de burgers dan meedenken, alternatieven verzinnen (en dus niet voorleggen). Zo ontstaat een Derde Kamer. Hier hoeft niet eens een speciale applicatie voor gebouwd te worden. Dit kan gewoon via huidige populaire communicatievormen zoals fora. Neem bijvoorbeeld het internetforum GoT (Gathering of Tweakers; verzameling van techneuten) Hier is een apart subforum (General Chat) waar men kan discussiëren over Werk en Inkomen, over Wetenschap en Levensbeschouwing. Werk en Inkomen: "De plaats waar je alle vragen kwijt kunt die gaan over de grote boze wereld van financiën en arbeid, van beleggen en ondernemen tot de belastingzaken rondom je uitkering of bijbaantje." Wetenschap en Levensbeschouwing: "Een uiterst interessant forum waar op hoog niveau wordt gediscussieerd over zaken als de nieuwste ontwikkelingen in de wetenschap, levensbeschouwelijke kwesties en filosofische problemen." In deze subfora worden veel problemen opgelost zonder dat dit daadwerkelijk effect heeft op de praktijk. Als hier nu nog een aantal ministers aanwezig zijn die de leden van onpartijdige informatie voorziet, is het doel al bereikt.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
16
Digitaal Leren DE HUIDIGE STATUS VAN DIGITAAL LEREN Tegenwoordig is op elke school wel een groot aantal computers te vinden. De ene school maakt een speciale mediatheek de andere school doet het op een wat kleinere schaal. De computer is niet meer weg te denken op een school. Ook wij moeten, na 13 jaar op school gezeten te hebben, een toets voor biologie op de computer maken. Al vragen we ons wel af of dit wel nuttig is. En we moeten ons Profielwerkstuk en andere opdrachten bij de ELO ‘It’s learning’ inleveren. Al deze veranderen ‘zomaar opeens’. Je kunt hier wel aan zien dat er in de toekomst waarschijnlijk meer gaat veranderen in het schoolsysteem dan sommige denken. Dit alles is een begin voor het Digitale Leren. Op de site van de “Inspectie voor onderwijs” 8 stonden verschillende vormen van Nieuwe Leren. We hebben er een paar uitgekozen die we verder willen toelichten. Coachingsgesprekken met leerlingen. De school “De achtbaan” in Almere is begonnen met coaching gesprekken met de leerlingen. Elke leerling heeft een eigen coach, die ze hun hele schoolcarrière begeleidt. Ze werken regelmatig samen aan het opbouwen van de vaardigheden van de leerling. Er is hierbij ruimt voor de problemen en talenten van de leerling. De coach krijgt bij zulke gesprekken een beeld van de voortgang van de leerling. Elektronische leeromgeving (ELO). De school “Peter Canisius College” in Alkmaar is begonnen met de ELO. Het is geschikt voor individueel gebruik, maar ook voor het werken aan projecten, het inhalen van stof of het vooruitwerken. Op de ELO staan alle opdrachten en toetsen. ICT en visuele beperkingen. De school “Bartiméus” in Zeist is begonnen met ICT voor het onderwijs aan blinden en slechtzienden. Vroeger werd er gewerkt met brailleboeken, nu wordt er bijna alleen nog maar gebruik gemaakt van de computer. Leerling-volg-jezelf-systeem ‘Follow me’. De school “Were di” in Valkenswaard is begonnen met het ‘Leerling-volg-jezelfsysteem’. Er wordt gebruik gemaakt van het natuurlijk leren. De leerling is van nature nieuwsgierig en wil iets leren. De leerling is verantwoordelijk voor zijn eigen leren. De leerling kan zelf kiezen wat hij of zij leert en maakt een portofolio van zijn vooruitgang.
8 Bron: http://www.schoolvoorbeelden.nl/boeithet/
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
17
Online leren. De school “Were di” in Valkenswaard is begonnen met online leren. Ze laten de leerlingen online leren aan de hand van ‘WebQuest”. Een WebQuest (webkwestie) is een eenvoudig activiteit om leerlingen zelfstandig op een unieke wijze informatie te laten verzamelen en dit te ordenen tot een nieuw product. Dit product kan een traditioneel werkstuk op spreekbeurt zijn, maar ook een maquette, tentoonstelling, creatief werkstuk, forumdiscussie, enz.9 Webquest laat de leerlingen online verschillende vakken oefenen met opdrachten of invuloefeningen. Open leercentrum (OLC). De school “Heliomare onderwijs” in Wijk aan Zee is begonnen met een open leercentrum. De leerlingen kunnen op de computer met een koptelefoon en microfoon bijvoorbeeld een taal op hun eigen tempo leren en oefenen. Sporthuis Jason, kantoorsimulatie. De school “Heliomare onderwijs” in Wijk aan Zee is begonnen met het ‘Sporthuis Jason’. De leerlingen kunnen in dit sporthuis, een echt kantoor in een klaslokaal, werken in verschillende functies. Zo krijgen de leerlingen niet alleen te maken met theorie, maar kunnen ze het geleerde ook in praktijk brengen. Werken met Portfolio’s. De school “Technisch College Velsen” in IJmuiden is begonnen met portfolio’s. De leerlingen moeten in een portfolio hun prestaties, kwaliteiten en hun ontwikkeling bijhouden. Ze kunnen zo zien wat ze hebben geleerd en wat ze nog moeten leren. (Waar ze nog aan moeten werken) Werken met workshops en kerndoelen. De school “De Achtbaan” in Almere is begonnen met het geven van workshops die de leerlingen zelf kunnen uitkiezen. Voor een workshop moeten ze wel een aantal stickers verdient hebben, die ze kunnen krijgen met goed gedrag. De school stelt kerndoelen op die ervoor zorgen dat de leerlingen voldoende niveau behalen. Woordenschatles met interactieve whiteboard. De school “De Achtbaan” in Almere is begonnen met interactieve lessen op een whiteboard. Op het whiteboard kunnen plaatjes worden waardoor de lessen erg interactief worden. De leerlingen kunnen er zo meer van opsteken. Al deze nieuwe vormen van leren zijn bij de scholen begonnen die we hebben genoemd en worden inmiddels al door meer scholen gebruikt.
9 Bron: http://webquest.kennisnet.nl
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
18
Digitaal Leren VOOR- EN TEGENSTANDERS AAN HET WOORD Het onderwijs ligt onder grote druk. Er zijn ontzettend veel discussies losgebarsten over het Digitale leren. De onderwijsvernieuwingen staan vaak onder zware kritiek van verschillende kanten. Ouders, leraren en journalisten, iedereen wil er wel wat over te zeggen hebben. School heeft namelijk in het leven van iedereen een grote rol gespeeld. Iedereen is een bepaalde periode in zijn leven naar school geweest, of dat nu lang of kort was, of dat dat leuk gevonden werd of niet. Tegenstanders van het Digitale leren willen weer terug naar de goede oude tijd: Leraar voor de klas die les geeft in het vak waar hij of zij in heeft doorgeleerd, leerlingen die muisstil en gehoorzaam hun best doen. Voorstanders zien dit niet meer gebeuren. De scholen hebben te maken met motivatieproblemen en leerlingen die voortijdig afvallen. Ordeproblemen worden ook steeds groter. Het is steeds moeilijker om de leerlingen te boeien in de klas. Ze zijn snel afgeleid en tonen weinig interesse. Er is concurrentie van het internet en de televisiezender Discovery Channel waar de leerlingen ook heel erg veel informatie vandaan halen en veel van leren. Ze zijn ook buiten school gewend om dingen te leren en zelf keuzes te maken. De tegenstanders vinden dat het onderwijs niet moet aangepast worden aan de leerlingen, maar dat de léérlingen zich moeten aanpassen. De voorstanders vinden juist dat het onderwijs aan de leerling terug moet worden gegeven. Ze zijn bang voor passiviteit van de leerlingen. Doordat de leraar wat verteld en dit gewoon moet aangenomen worden de leerlingen passief. De inbreng van de leerlingen is minimaal. De tegenstanders vinden dit juist goed. Ze willen niet dat de leerlingen te veel vrijheid krijgen. Volgens hen leidt dit tot verlaging van het niveau. Het leidt tot problemen bij de leerlingen: gebrek aan motivatie, ze gaan spijbelen, maken geen huiswerk meer. Dit alles kan ten koste van het tempo gaan en leidt tot een lager leerrendement. Voorstanders van het Digitale Leren vinden dat het onderwijs van nu teveel gericht is op ‘de gemiddelde leerling’. Er zitten alle mogelijke types leerlingen op één school. Het Digitale Leren heeft minder te maken met deze verschillen, omdat hierbij de individuele leerling centraal staat. Tegenstanders betwijfelen of juist aan deze verschillen wel recht wordt gedaan. Bij het Digitale Leren wordt er vanuit gegaan dat elke leerling goed zelfstandig kan werken en eigen verantwoordelijk kan dragen voor zijn of haar leerproces. Maar niet elk kind heeft genoeg discipline om die verantwoordelijkheid te kunnen dragen. Tegenstanders vinden juist de vakinhoudelijke kennis de kern van een leraar. De leraar heeft door de jaren heen veel geleerd over zijn vak, weet er veel van en wil dit doorgeven aan de leerlingen. Ze vinden het een bedreiging van de professionaliteit van een leraar doordat bij het Digitale Leren de lesstof niet meer centraal staat. Het gaat niet alleen om de kennis, maar juist om wat je met die kennis doet en kan. Aan de hand van problemen, kwesties en projecten leert de leerling de stof toe te passen. Voorstan[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
19
ders zijn juist van mening dat de leraar juist bij het Digitale Leren een grote taak heeft. Hij moet veel verschillende rollen kunnen innemen die de leerling kunnen begeleiden bij het leerproces. Voorstanders zien ook dat er steeds minder goede resultaten worden behaald en denken dit door het Digitale Leren op te kunnen lossen. De leerling en leraren begrijpen elkaar steeds minder goed. Er is veel leeftijdsverschil er een grote kloof tussen de leraar en leerling. Omdat er de laatste tientallen jaren veel veranderd is, vooral op het gebied van online activiteiten, is dit ook in de klas te merken. Er is een digitale kloof ontstaan. De tegenstanders zien veel problemen fysieke beperkingen ontstaan, in een school zijn tegenwoordig wel meer klaslokalen met bijvoorbeeld een whiteboard, maar in de meeste klassen zijn deze er nog niet. Ze denken ook dat de nieuwigheid van het Digitale Leren er na een tijdje af is en er dan wel weer een discussie oplaait voor een nieuw schoolsysteem.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
20
Digitaal Leren TOEKOMSTBEELD VAN DIGITAAL LEREN Scenario's Op dit moment is er maar één scenario voor het begrip 'school'. Dat is de school als leerplek waar je leert voor later. In de toekomst zullen er verschillende scenario's van het begrip 'school' kunnen zijn. Hieronder een aantal scenario's (opgesteld door Staro) De zuilschool Nieuwe culturele groepen komen bij elkaar in een zuil. Bij deze zuil hoort de zuileigen school, waarin de normen en waarden van de eigen cultuur worden doorgegeven. De integrerende school Het onderwijs heeft de klassen en de zuilen al weten te slechteren. Onderwijs zal weer worden ingezet als instrument om met de vele etnische groepen tot een nieuwe Nederlandse cultuur te komen. In het onderwijs zal er ruimte zijn voor bewustwording van de eigen cultuur, bewustwording van de andere cultuur, acceptatie en leren van de andere cultuur. De zapschool Afhankelijk van de behoefte worden specifieke stukjes aanbod geconsumeerd. Een vaste binding met een instituut is er niet. Contacten zijn vluchtig en niet bindend. De 24-uursschool Gebouwen worden veel intensiever gebruikt. De mondialisering, de internationale contacten doen de plaatselijke werktijden verdwijnen. Iedereen kan op elk moment delen van de school gebruiken. De school als huis Met de toenemende krapte op de arbeidsmarkt, verschoven werktijden, et cetera, vormt het huis vanzelfsprekend de thuisbasis. Leerlingen verblijven steeds grotere delen van de dag op school. Zullen er wellicht soms overnachten. De school zal in toenemende mate de thuissituatie gaan vervangen. De leven-lang-lerenschool De maatschappij wordt steeds complexer, kennis vermeerdert zich snel, inzichten idem. Om levenslang inzetbaar te zijn zal ieder regelmatig kennis moeten vergaren en eigen maken. De doelgroep van het onderwijs wordt leeftijd-ongebonden. De school met een inspirerende, gevarieerde leeromgeving Bewust zal de school omgevingen aanbieden die appelleren aan de diverse soorten intelligentie zoals door Gardner omschreven. De eenzijdige gerichtheid op de cognitieve intelligentie wordt verlaten. Er komen ook ruimtes die de ontwikkeling stimuleren van de sociale, emotionele, motorische en emotionele intelligentie.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
21
De netwerkschool Onderwijsinstellingen gaan steeds meer samenwerkingsverbanden aan. Onderling, maar ook met andere maatschappelijke organisaties en het zakenleven. De leeromgeving valt deels ook buiten de school, tegelijk maken naast leerlingen/ studenten ook andere doelgroepen gebruik van de school. De virtuele school ICT-mogelijkheden maken de fysieke aanwezigheid in veel gevallen overbodig. De ruimtebehoefte en de situering van de fysieke school zal ingrijpend veranderen. De school als onderdeel van een gestapeld programma Om een kwalitatief of kwantitatief beter aanbod te kunnen realiseren, ofwel om bepaalde voorzieningen veilig te stellen ofwel om tot een geïntegreerde aanpak te komen, worden combinaties met andere functies gemaakt. Het monofunctionele schoolgebouw heeft afgedaan. De school als praktijksituatie De school zal steeds meer de praktijksituatie nabootsen. Het studiehuis als leeromgeving voor de kennisvaardigheden, het leerbedrijf voor de handelingsvaardigheden. De school als onderneming De overheid zal maar een deel van het onderwijsaanbod (de basis) kunnen financieren. Opleidingen boven dit aanbod zullen zichzelf moeten kunnen bedruipen. Onderdelen van de opleiding werken commercieel. De opbrengsten hiervan bekostigen de onderdelen die niet commercieel uit te nutten zijn. Er ontstaan allerlei ondernemingen in en aan de school. De school als stedenbouwkundig/ruimtelijk baken Als een van de openbare functies die zich daar het meest voor lenen zal het schoolgebouw worden aangegrepen als middel om in de anonieme uniforme omgevingen stedenbouwkundige bakens te plaatsen. De school als (tijdelijke) invulling van een multifunctionele superinfrastructuur In een tijd waar alles zeer snel van functie verandert, kan een school zich geen eigen gebouw meer veroorloven. Wat nu een school is kan straks een kantoor zijn, of een woning.
Digitalisering Digitalisering maakt nieuwe onderwijsvormen mogelijk. Zo is bijvoorbeeld het werken met een ELO (Elektronische Leeromgeving) zoals its-learning een goede stap naar digitalisering. Voordeel is dat leraren voordat ze een les of college gaan geven, eerst de inhoud op de ELO zetten. Leerlingen kunnen dan thuis zich er alvast in verdiepen en een mening vormen. De discussie kan dan bij binnenkomst van de les meteen beginnen. Het is niet zo dat deze manier het huidige 'vis-à-vis' onderwijs zal vervangen. Het is een vervanging van sommige dingen maar het kan beter een goede aanvulling genoemd worden. De meeste mensen lezen / leren toch liever gewoon van papier. Op het gebied van de inrichting van het schoolgebouw hoeft deze digitalisering niet voor een grote verandering te zorgen. Natuurlijk moeten de voorzieningen goed voor elkaar zijn en computerlokalen zullen verdwijnen; iedereen zal overal in het gebouw draadloos kunnen werken met bijvoorbeeld een laptop. Voor docenten
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
22
is dat ook prettiger; ze hoeven zich dan niet meer met het hele gezelschap naar het computerlokaal te verplaatsen. Flexibiliteit is wel de kern van deze manier van lesgeven. Een flexibel gebouw met meerdere soorten ruimtes - klein en groot - is dan nodig. Een voorbeeld is dat je een les begint met een korte speech in een aula-achtige ruimte. Vervolgens gaat men uit elkaar in kleinere projectgroepen, die het thema verder uitdiepen. Daar zijn dus kleinere ruimtes voor noodzakelijk. Overal moet toegang zijn tot kennis en we moeten gemakkelijk met iedereen kunnen communiceren. ICT kan zorgen voor deze flexibiliteit.
Educatie en entertainment Maar, zoals nu het geval zal zijn is dat leerlingen niet zo enthousiast zijn over bijvoorbeeld een ELO. De jeugd moet dus enthousiast gemaakt worden voor de techniek. "Het gebouw als spannende ontdekkingstocht" Een goed voorbeeld van een spannend gebouw is het nationale science center NEMO in Amsterdam. Veel kinderen (en hun ouders en grootouders) maken hier kennis met de wondere wereld van wetenschap en technologie. Van educatie is zeker sprake, maar op een niet-alledaagse manier. Er zijn bijvoorbeeld veel interactieve tentoonstellingen. "Al doende moeten de kinderen iets van wetenschap en techniek opsteken. Er staan wel bordjes bij, maar in principe moet een kind het zonder uitleg zelf kunnen ontdekken. Learning by doing dus, met de 'multiple intelligence'-theorie van Gardner als basis. Die theorie gaat ervan uit dat een mens meerdere intelligenties heeft, die op verschillende manieren kunnen worden aangesproken. Bijvoorbeeld sociale intelligentie, door dingen samen te doen met anderen. Of via sport of juist kunst - de culturele intelligentie. Wanner het ons lukt om meerdere intelligenties van een kind aan te spreken, dan wordt de opgedane eravring het diepst.l Dan krijgen kinderen een flow, een wezenlijke ervaring. Met als gevolg dat het ze bijblijft; ze ontdekken ineens hoe dingen werken en vinden dat leuk. Net zoals vroeger in het Evoluon, waar met een citroen, brandstof voor een elektromotor werd opgewekt. Ik ben ervan overtuigd dat veel kinderen dat hebben gezien en daardoor de smaak van de wetenschap en techniek te pakken hebben gekregen. (...) Het is zeker niet zo dat elk kind bij elke opstelling zo'n diepe ervaring moet ondergaan .Maar we proberen wel zo veel mogelijk uit te dagen en te prikkelen. NEMO moet vooral ook leuk worden gevonden (...) Anders komt de boodschap niet over." 10
Enkele concepten van het onderwijsgebouw Leren in een bubbel Voor het cognitieve onderwijs trekt ieder kind zich terug in zijn of haar ‘bubble’. De lesprogramma’s zijn volledig aangepast aan het niveau, het tempo en de interesse van het kind. In de grote collectieve ruimtes vindt het groepsonderwijs plaats. Binnen de schelp fungeert de centrale spiraalvormige ruimte mede als ontsluiting. In de bubbel kunnen kinderen hun eigen werkomgeving creeëren.
10
Citaat van: Michiel Buchel; Algemeen directeur van NEMO
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
23
Midden in het zakencentrum Doordat de kennis aanwezig is bij de beroepsbevolking en er op school kennis wordt ontwikkeld die voor de werkenden interessant kan zijn, worden deze twee werelden gemengd. Op een ‘onderwijsplint’ worden enkele kantoortorens gewitueerd. Omdat er tijdens werktijd steeds meer wordt gerecreëerd, bevat het complex ook voorzieningen in de sfeer van sport, kunst en muziek. Van vensterschool naar 24-uursschool Een gebouw dat 24 uur per dag bruist van leven, met functies als een bibliotheek, peuterspeelzaal, basis- en voortgezet onderwijs, winkels, theater en een grand café. Op een ‘parkplein’ ontmoeten verschillende groepen elkaar. Een mini-stad in de stad.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
24
Digitaal Leren HET ONDERZOEK Inhoud van de enquête We hebben als onderzoek gekozen voor een enquête. We wilden deze eerst houden op basisscholen, maar dit bleek erg lastig om te regelen. We hebben ervoor gekozen om de enquête door brugklassers in te laten vullen. Achteraf zijn we hier erg blij mee. Het kostte ons niet veel tijd en we denken dat we ook meer resultaat zullen zien bij brugklassers dan bij basisschoolleerlingen, omdat deze misschien nog niet erg met een computer bezig zijn. De enquête is uiteindelijk ingevuld door 100 brugklasleerlingen van het Driestarcollege in Gouda. We proberen hieronder de enquête toe te lichten op een aantal punten. Vraag 1 De vraag: “Hebben jullie een computer thuis?” werd door elke leerling positief beantwoord. Er is hier dan ook geen tabel van gemaakt. Bij de vraag: “Welke site bezoek je het meest” werd vooral geantwoord, www.google.nl en www.spele.nl, maar ook www.hyves.nl, www.youtube.nl. Vraag 2 Ze moesten 5 verschillende punten (zie enquête bij de Bijlage) in de volgorde zetten van als eerste zoeken en als laatste zoeken. We hebben gekozen deze volgorde te verwerken in ons onderzoek. De eerste keus hebben we 5 punten gegeven, de tweede keus 4 punten enzovoorts. Hieronder een tabel van het aantal punten bij de keuzes. Hier hebben we 87 enquêtes gebruikt, omdat niet iedereen hier volledig in was. Keuze
Aantal Punten
1
230
2
277
3
217
4
190
5
391 1305
De vragen 3, 4 & 5 Deze 3 vragen hebben we samengevoegd en er één gezamenlijke vraag bij bedacht: “Zoeken de brugklassers doelgericht”. We hebben het opgedeeld in 3 waarderingen: goed, matig, slecht. Maar wat vonden wij goed, matig of slecht?
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
25
Vraag 3 Zoekwoorden: ✴ Canada : matig ✴ Informatie over Canada : slecht ✴ Canadese cultuur : goed ✴ Bezienswaardigheden Canada : goed Het zoekwoord ‘Canada’ is te kort. Je krijgt hier erg veel resultaten waarvan er heel veel niet nuttig is. Het zoekwoord ‘informatie over Canada’ geeft ook er veel informatie. Ook het woordje ‘over’ is overbodig. De zoekwoorden ‘Canadese cultuur’ en ‘bezienswaardigheden Canada’ zijn goed, omdat dit erg doelgericht is. Verschillende sites na het zoekwoord ‘Canada’ in te hebben getypt bij www.google.nl: ✴ 1 : slecht ✴ 2 : goed ✴ 3 : goed ✴ 4 : slecht ✴ 5 : slecht ✴ 6 : slecht Site 1, 4 en 6 verwijzen naar een reis of vakantie naar Canada. Niet erg nuttig dus. Site 2 is een verwijzing naar wikipedia waar altijd erg goede informatie op staat. Deze site hebben wij dan ook gerekend onder ‘goed’. Ook bij site 3 kun je goede dingen vinden voor een werkstuk bijvoorbeeld. Site 5 is in het Engels en is ontzettend breed waardoor het niet echt doelgericht is. Vraag 4 ✴ Provincies en territoria van Canada : goed ✴ Rocky Mountains : goed ✴ Verenigde Staten : slecht ✴ Poolcirkel : slecht ✴ Koningin Elisabeth ΙΙ : matig ✴ Canadese dollar : matig ✴ Geschiedenis van Canada : goed De blauwgedrukte woorden: provincies en territoria van Canada, Rocky Mountains en geschiedenis van Canada zijn goed, omdat dit goed doelgerichte woorden zijn. Verenigde Staten is slecht, omdat dit niet doelgericht is. Ook poolcirkel is slecht, omdat dit werkstuk over Canada gaat en de poolcirkel hier niet heel veel mee te maken heeft. Koningin Elisabeth ΙΙ en Canadese dollar zijn iets te specifiek en dus niet erg nuttig. Vraag 5 ✴ Wat is het aantal inwoners in Canada? : slecht ✴ Is er veel criminaliteit in Canada? : matig ✴ Waar denkt u aan als ik Canada zeg? : goed [PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
26
✴ Wat is de hoofdstad van Canada? : slecht ✴ Kunt u verschillen noemen tussen Canada en Nederland? : goed De eerste en de vierde vraag zijn niet echt goede vragen, omdat je dit beter als feitje kan opzoeken op het internet. De tweede vraag is matig. Aan de ene kant wel goed, omdat een familielid er misschien wel eens wat van heeft gezien in Canada, maar het is beter hier op het internet wat over te zoeken, omdat het daar precies staat beschreven en omdat op internet eventueel (betrouwbaardere) statistieken zijn te vinden. Vraag drie en vier zijn beide goed. Als iemand in Canada heeft gewoond heeft hij er ervaring mee en kan ook goed kenmerkende feiten en verschillen noemen tussen Nederland en Canada. Wij hebben bij deze beoordeling gekeken naar het totaal plaatje van wat de brugklasser had ingevuld en aan de hand daarvan in één van de drie categorieën gedeeld. Vraag 6 Hier wordt naar het internetgebruik bij het maken van huiswerk gevraagd. En, bij welke vakken van school ze wel eens of vaak gebruik maken van het internet. Ook hebben we gevraagd waarvoor ze het internet dan gebruiken. Ze konden de volgende keuzes aankruisen: ✴ Ik zoek iets op het internet op, omdat ik het interessant vind en er meer over wil weten ✴ Ik zoek het op het internet op, omdat ik het niet snap en er meer over wil wil weten ✴ Hulp te vragen via een chatbox en/of internetforum ✴ Hulp te vragen van een klasgenoot op MSN ✴ Uitwerkingen / antwoorden op te zoeken op het internet ✴ Ik heb van school en CD-rom gekregen die ik ga bekijken De vragen 7 & 8 Ook deze vragen hebben we samengevoegd. Omdat dit eigenlijk de zelfde vragen zijn. Alleen bij vraag 7 met meerkeuzevragen en bij vraag 8 met open vragen. We hebben ons twee dingen afgevraagd: ✴ “Staan de kinderen positief tegenover ‘Digitaal Leren’?” ✴ “Waarom lijkt het ze leuk?” ✴ Kan er misbruik van maken. (= We hoeven dan minder op te letten, kunnen we stiekem spelletjes spelen) ✴ Lijkt het leuker. (= ik vind het op de computer leuker dan uit een boek) ✴ Makkelijker te onthouden, dingen beter oppakken. (= we zien de dingen dan levendig voor ons, ik steek er zo waarschijnlijk meer van op) ✴ Makkelijk en snel iets opzoeken op internet. (= dit was een veel voorkomend antwoord bij de open vragen) ✴ Handig (= Ik kan toch niet netjes schrijven dus kan ik het later nog eens duidelijk nakijken, eindelijk geen punten meer slijpen en geen geknoei meer met pen en typex)
Uitslag enquête Zie bijlage voor een tabel met alle resultaten; bij de conclusie wordt er een toelichting op de resultaten gegeven.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
27
Digitaal Leren DE CONCLUSIE Wij hebben een heel aantal conclusies getrokken uit de antwoorden die de brugklassers gaven bij de enquête. Alle brugklassers hebben een computer thuis. Hieraan kunnen we zien dat de computer tegenwoordig niet meer weg te denken is. Voor school, werk en privé is een computer erg belangrijk geworden. Ongeveer 98% van de brugklassers heeft internet op de computer thuis. Dus ook het internet is niet meer weg te denken en erg belangrijk. Ongeveer 75% van de brugklassers heeft geen computer op zijn of haar kamer. Wat betekend dat dus 25% van de brugklassers wel een computer op zijn of haar kamer heeft. Enkele voorbeelden van redenen om geen computer op de kamer te hebben: Geen geld om een eigen computer te kopen, geen ruimte in de kamer, er geen behoefte aan hebben of ouders die het niet goed vinden, omdat ze het overbodig vinden óf omdat ze denken dat de kinderen dan erg vaak achter de computer zullen zitten. Meer dan de helft (63%) van de brugklassers zit langer dan 3 dagen per week achter de computer. Het minste aantal brugklassers (16%) zit 0 of 1 dag per week achter de computer. Het meeste aantal brugklassers zit 4 of 5 dagen per week (33%) achter de computer, maar ook veel leerlingen zitten 6 of 7 dagen per week (30%) achter de computer. Je kunt hieraan zien dat de brugklassers veel dagen van de week achter de computer zitten. We vonden het opvallend dat zelfs één derde van de brugklassers de hele week achter de computer zit en dat maar één zesde van de brugklassers geen dag of 1 dag achter de computer zit. Dit zegt veel over wat voor plaats de computer inneemt in het leven van een brugklasser.
Computergebruik in dagen per week
16% 30% 21%
33%
0-1 2-3 4-5 6-7
Het meeste aantal van de brugklassers zit 20 tot 40 minuten achter de computer. (50%) Bijna één derde van de brugklassers (31%) zit 50 tot 70 minuten achter de computer. Het minste aantal leerlingen zit 0 tot 10 minuten achter de computer (3%), ook langer dan 100 minuten wordt niet erg vaak geantwoord (5%). Ondanks het hoge aantal dagen dat de brugklassers achter de computer zitten, zitten toch de meeste (maar?) 20 tot 40 minuten of 50 tot 70 minuten achter de computer. (31% + 50% = 81%) Niet veel brugklassers zitten langer dan 70 minuten achter de computer (16%), maar er zijn ook erg weinig brugklassers die niet of nauwelijks achter de computer zitten. De meeste brugklassers (37%) doen spelletjes op de computer. E-mail, MSN en informatie zoeken zijn nagenoeg gelijk. Ongeveer 1% van de brugklassers ant[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
28
woordde op de computer een chatbox te bezoeken. Er is te zien dat de computer niet erg veel wordt gebruikt voor informatieve dingen, maar meer een vorm van tijdverdrijf is. Er is ook te zien dat het spelletjes spelen erg populair is en een chatbox bezoeken vrijwel nooit gebeurd door de brugklassers. Bijna een kwart van de brugklassers (24%) gebruikt een zoekmachine een ook een kwart komt op een spelletjes website. Bijna een kwart kijkt bij een e-mailbox. (21%) Daarnaast wordt ook internet-tv redelijk vaak gebruikt. (11%) En ook de informatiesite (9%) en een profielen website -zoals hyves- (6%). Je kunt zien dat door de meeste brugklassers (30%) het eerst wordt gezocht op het internet thuis. Maar toch wordt er in totaal eerder gezocht op de ‘klassieke’ manier - boekenkast, bibliotheek, familie - dan op het internet. (56% <-> 44%) De meeste brugklassers kunnen maar matig zoeken naar informatie op internet, maar er wordt wel meer goed gezocht dan slecht. Je kunt zien dat de brugklassers nog in ontwikkeling zijn wat betreft het zoeken naar informatie. Ongeveer 66% van de brugklassers gebruikt de computer voor het huiswerk. Ongeveer 34% doet dit niet. De computer wordt vooral gebruikt voor de vakken: ICT (14%), Aardrijkskunde (12%), Nederlands (12%) en Project (12%), maar ook voor: Geschiedenis (9%), wiskunde (7%), Duits (7%) en Engels (7%). Je kunt zien dat vooral ook voor school de computer onmisbaar aan het worden is.
Doelgerichtheid van het zoeken
17% 36%
47% Goed Matig Slecht
De meeste brugklassers (30%) gebruikt de computer om een Cd-rom van school te bekijken. Ook wordt de computer veel gebruikt (27%) om iets op internet op te zoeken, omdat men iets niet snapt en er meer over wil weten. Ook hulp vragen via MSN is populair (19%) en ongeveer evenveel brugklassers (23%) zoeken iets op het internet op, omdat ze het interessant vinden. 1% van de brugklassers vraagt hulp via een chatbox of forum. De meeste brugklassers (95%) denken dat het ‘digitale leren’ zinvol is. De leerlingen die denken dat het zinvol is geven als reden aan: dat het ze leuker lijkt (35%) en omdat ze denken dat ze dingen beter oppakken en makkelijker onthouden. (40,5%) Een aantal (16%) denkt er misbruik van te kunnen maken. De meeste brugklassers (ongeveer 5/6) denken er wel serieus op vooruit te gaan als men over zou gaan op ‘digitaal leren’. Ze weten waarschijnlijk niet echt goed wat het inhoudt. We hebben bij de vragen 7&8 een beetje laten doorschemeren wat ‘digitaal leren’ zo ongeveer inhoudt. Het ‘digitaal leren’ bestaat namelijk niet alleen uit PowerPoint presentaties en het werken met laptops in de klas. Aan de hand van onze (niet volledige) uitleg vonden veel brugklassers het zinvol. Uit al deze resultaten kunnen we concluderen dat de computer tegenwoordig een primaire voorziening is. Dit praktische bezwaar tegen Digitaal Leren, het bezwaar dat iedereen toegang nodig heeft tot voorzieningen zoals internet om in dit systeem mee te kunnen komen, en dat de overheid van computers dus een basis[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
29
voorziening moet maken, is dus bij deze geen bezwaar meer. Deze voorziening hebben we namelijk allang geprivatiseerd. En, een abonnement op telefoon en internet kost tegenwoordig nog zo'n 30 euro per maand. De Nederlandse overheid zorgt er nog altijd voor dat iedereen in ons land dat kan betalen. Nog niet veel brugklassers (1%) zijn bekend met comunities zoals chatboxen of fora. Dit zal waarschijnlijk komen doordat ze gewoonweg nog niet weten dat het bestaat. Dit zal in de toekomst waarschijnlijk wel veranderen; hulp vragen via MSN is namelijk wel populair (19%) Op fora is een veel grotere hoeveelheid kennis aanwezig; iedereen mag daaraan meedelen en het beperkt zich dus niet tot alleen de vrienden op MSN. Het is dus veel effectiever om via fora een vraag te stellen of een probleem te schetsen. We vinden dan ook dat het gebruik van zulke online communicatiemiddelen gestimuleerd moet worden.
Het is het opvallend dat diegene die lang achter de computer zitten ook strategisch kunnen zoeken. Dit zegt wel wat over de noodzaak van een computer en dus de noodzaak van ICT. Maar ook de noodzaak van het betrekken van het leren werken met de computer; het integreren van ICT in het onderwijs. Er zullen vast leerlingen zijn die niet in dit nieuwe systeem meekunnen. In ons onderzoek zijn dit leerlingen (5%) die er gewoonweg geen weet van hebben en op gevoel 'het maar niets vinden', maar het kan ook dat dit dan waarschijnlijk kinderen zijn die geen behoefte hebben om zich te ontwikkelen en die bestaan volgens ons niet. Iedereen wil leren lopen en praten. Vervolgens ontdekt hij de zaken waar hij goed in is en wil hij zich daarin verder ontwikkelen. Wat wij wel denken is dat niet voor alle kinderen het onderwijs daarvoor de geschikte manier is. Voor sommigen is werken wat ze heel graag en gemotiveerd doen. (meestal de kinderen met een laag niveau) Maar waarom gewoon niet aan het werk zetten? Door ze te laten werken voelen ze zich gewaardeerd en verantwoordelijk voor de maatschappij. Waarom zou je op je 15e geen loodgieter of op je 22e niet als notaris [PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
30
aan de slag mogen als je dat wilt en kunt? Eerder beginnen met werken is vervolgens een oplossing voor de vergrijzing. De traditionele scheidslijn tussen leren en werken verdwijnt zo dus. Dat is geen probleem want ook in je werk blijf je je ontwikkelen. Je leven lang leren. Begin september 2006 gaf het CBS een onderzoek vrij waaruit blijkt dat het percentage werknemers dat naast hun baan een opleiding volgt is gezakt van 17,4 procent in 2003 naar 16,6 procent in 2005. Dit zou betekenen dat er steeds minder mensen naast het werk een opleiding volgen. Een leven lang leren lijkt dus voorlopig nog geen realiteit. Maar, volgens ons blijkt hier juist uit dat een leven lang leren realiteit wordt. Mensen doen die opleidingen tegenwoordig namelijk ín hun werk. Ook hier is dus de traditionele scheidslijn aan het vervagen. Het CBS meet dus gewoon verkeerd. Maargoed, stel dat het systeem ingevoerd gaat worden. Dan moet de onderwijssector dus mee. Zitten docenten hier wel op te wachten? Waarschijnlijk wel. Elke docent heeft namelijk ooit voor het onderwijs gekozen omdat hij het leuk vindt om lerende in interactie iets bij te brengen. Het maakt niet uit of dit in groepjes van drie of voor klassen van dertig gebeurt. We kunnen ons voorstellen dat leraren aardig wat hoofdpijn krijgt van alle bemoeienis vanuit Den Haag. Nu ook weer met het minimaal aantal voorgeschreven contacturen met leerlingen ... Waarom niet gewoon loslaten en ruimte bieden aan vernieuwing? Dit is dan ook direct de rol van de overheid. We stellen dus aan de minister van OCW voor om niet elke invoering van ideeën de kop in te drukken. De inspectie zou bijvoorbeeld geen scholen moeten controleren maar ze helpen beter te worden. Als de overheid eens loslaat, dan komt dit nieuwe onderwijssysteem vanzelf tot stand. Hiermee is de hoofdvraag "Wat is de huidige status van Digitaal Leren en waar moeten we in de toekomst heen; wat zijn de gevolgen van deze digitalisering voor de overheid en voor het onderwijs?" hopelijk goed en onderbouwend beantwoord.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
31
Digitaal Leren BIBLIOGRAFIE Lijst met geraadpleegde literatuur: ★ J. Boschma & I. Groen; Generatie Einstein: slimmer, sneller en socialer; communiceren met jongeren van de 21e eeuw (Amsterdam, 2006), p. 2325, 52-60 ★ M. Duimel en J. de Haan; Nieuwe links in het gezin: De digitale leefwereld van tieners en de rol van hun ouders (Den Haag, maart 2007), p. 23-29 ★ K. de Graaf & H. Ibelings; De school in de 21ste eeuw (Amsterdam, januari 2005), p. 8-17, 32-57 ★ Drs. Metje Jantje Groeneveld; Generaties en generatieleren in organisaties (Hilversum, januari 2007), p. 6-13, 15 ★ Drs. Metje Jantje Groeneveld; Digitale wereld, een nieuwe kijk op de wereld? (Hilversum, februari 2007), p. 13-21, 36-41 ★ Prof. Wim Veen & Ben Vrakking; Homo Zappiens: Growing up in a digital age (Cornwall, 2006), p 111-139 ★ Prof. Wim Veen & Frans Jacobs; Leren van jongeren: Een literatuuronderzoek naar nieuwe geletterdheid (Utrecht, november 2005), p. 10-12, 14-21, 23-33, 39-47 ★ Verdonck, Klooster & Associate; Smart Society (Zoetermeer, december 2006), p. 6, 12-29, 38-41, 46-57
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
32
Digitaal Leren BIJLAGEN De enquête
!"#$ê%&!'(&)!*+,+%--.!/&)&" www.digitaalleren.tinux-design.nl
Beste brugklasser, Voor ons werkstuk willen we je vragen om onderstaande vragen te willen beantwoorden. Belangrijk: Vul bij elke vraag het antwoord in dat het eerste in je op komt! Omcirkel of kruis de antwoorden aan. Bij de vragen zijn altijd meerdere antwoorden mogelijk! Verder vragen we je of je de vragen zo serieus mogelijk wilt invullen. We wensen je veel succes! Groetjes, Martijn & Natasja ( Klas: L65 ) Vraag 1 • Hebben jullie een computer thuis? [ Ja | Nee ] • Kan je op Internet? [ Ja | Nee ] • Heb je een computer op je eigen kamer? [ Ja | Nee ] • Hoeveel dagen zit je per week achter de computer? [ 0-1 | 2-3 | 4-5 | 6-7 ] • Hoeveel minuten zit je meestal op de computer? [ 0-10 | 20-40 | 50-70 | 80-100 | langer dan 100 ] • Wat doe je als je op internet gaat? [ informatie opzoeken | spelletjes | MSN | e-mail | chatrooms ] • Welke site bezoek je het meest? ..................................................................... • Welk soort sites bezoek je verder regelmatig? • Nieuwssites ( nu.nl, tweakers.net enz.) • Zoeksites ( google, YouTube enz.) • Informatiewebsites (wikipedia) • Spelletjes websites ( miniclip, YouTube ) • Internetforums / chatbox (websites waar je met (onbekende) mensen kunt praten) • Internet-tv (tvopjepc.nl, uitzendinggemist.nl enz.) • Profielenwebsites (hyves enz.) • E-mail box (hotmail, gmail) Vraag 2 Je moet een werkstuk maken over Canada. Voor dit werkstuk heb je informatie nodig. Deze informatie kun je op verschillende manieren zoeken. Waar zou je als eerste informatie vandaan halen? 1. 2.
Zodra ik thuis kom zoek ik in onze eigen boekenkast Ik ga naar de bibliotheek en zoek boeken over Canada
3. 4. 5.
Je vraagt iemand van je familie die veel weet over Canada Ik ga zoeken op het internet op de computer op school Ik ga zoeken op het internet op de computer thuis.
In welke volgorde zoek je meestal de informatie? Zet bovenstaande mogelijkheden in volgorde van eerst naar laatst. Volgorde: ..... , ..... , ..... , ..... , ..... Ik zoek liever op de computer: -
Op school, omdat ......................................................................................................... - Thuis, omdat ............................................................................................................... Vraag 3
Je gaat naar google.nl Hier ga je zoeken naar informatie over Canada. Met welke woorden zoek je naar informatie over Canada? -
Canada Informatie over Canada
-
Canadese cultuur Bezienswaardigheden Canada Anders, namelijk .......................................................................................................... [ 1]
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
33
Je krijgt de volgende resultaten. Waar klik je het eerste op? [ 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 ]
Verder klik ik ook nog op: [ 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 ] Vraag 4 Vervolgens ga je naar Wikipedia ( nl.wikipedia.org/wiki/canada ) Er staan op deze pagina verschillende blauwgedrukte woorden waarop je op verder kunt klikken als je niet goed weet wat het betekent en/of er meer over wilt weten. Welke woorden zou je aanklikken als je een werkstuk over Canada moet maken? -
Provincies en territoria van Canada Rocky Mountains
-
Verenigde Staten Poolcirkel Koningin Elizabeth II Canadese dollar Geschiedenis van Canada Vraag 5
Stel je hebt een oom die woont / woonde in Canada of die er is geweest. Je oom weet veel over Canada. Je wilt nog iets weten voor je werkstuk. Wat zou je hem vragen? -
Wat is het aantal inwoners in Canada?
-
Is er veel criminaliteit in Canada? Waar denkt u aan als ik Canada zeg? Wat is de hoofdstad van Canada? Kunt u verschillen noemen tussen Canada en Nederland? Anders, ................................................................ [ 2]
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
34
Vraag 6 Gebruik je het internet wel eens voor je huiswerk? -
Nee ( ga naar vraag 7 ) Ja ( vul de vragen hieronder in )
Bij welke vakken van school gebruik je wel eens / vaak het internet? [ Geschiedenis | Aardrijkskunde | Wiskunde | Duits | Godsdienst | Gym | Techniek | Nederlands | Beeldende vorming | Tekenen | Handvaardigheid | Project | Engels | ICT | Mens&Natuur | Muziek ] Waarvoor gebruik je het internet? -
Ik zoek iets op het internet op, omdat ik het interessant vind en er meer over wil weten Ik zoek het op het internet op, omdat ik het niet snap en er meer over wil wil weten Hulp te vragen via een chatbox en/of internetforum Hulp te vragen van een klasgenoot op MSN Uitwerkingen / antwoorden op te zoeken op het internet
-
Ik heb van school en CD-rom gekregen die ik ga bekijken Vraag 7
Het lijkt me [ goed | niet goed ] dat de leraar veel met digitale presentaties (powerpoint) ons dingen gaat uitleggen. Want: -
We zien de dingen dan levendig voor ons We hoeven dan minder op te letten Anders, namelijk .................................................................................................................
Het lijkt me [ goed | niet goed ] als we in de klas bijvoorbeeld met het vak Nederlands allemaal met een laptop werken, want: -
Ik kan toch niet zo netjes schrijven dus kan ik het later nog eens duidelijk nakijken Eindelijk geen punten meer slijpen en geen geknoei meer met pen en typex Kunnen we stiekem spelletjes spelen Ik vind het op de computer leuker dan uit een boek
-
Ik steek er zo waarschijnlijk meer van op Vraag 8
Tot slot nog wat vragen over de toekomst: Lijkt het je leuk als je in de toekomst in de klas en op andere plekken in school heel gemakkelijk op het internet zou kunnen werken zoals bijvoorbeeld met een laptop? Ja / Nee, omdat .................................................................................................................... ........................................................................................................................................... Lijkt het je leuk als je in de toekomst veel meer de computer gebruikt om te leren en alle schoolborden zijn vervangen door een digitaal bord (wit schoolbord dat zowel als computer beeldscherm als gewoon schoolbord gebruikt kan worden)? Ja / Nee, omdat .................................................................................................................... ........................................................................................................................................... Denk je dat je met deze hulpmiddelen (computer, laptop, digitaal bord) beter les zult krijgen op school en meer zult leren en onthouden? Ja / Nee, omdat .................................................................................................................... ........................................................................................................................................... Super bedankt voor het invullen van deze enquête! Als ons werkstuk af is (Januari 2008) kun je het resultaat bekijken op: www.digitaalleren.tinux-design.nl [ 3]
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
35
Resultaten van de enquête Algemeen: - Percentage met een computer thuis - Percentage met een internetverbinding thuis - Percentage met een computer op eigen kamer - Computergebruik (tijd, het wat, het soort) tijd - 0-1 dagen/week - 2-3 dagen/week - 4-5 dagen/week - 6-7 dagen/week - 0-10 min - 20-40 min - 50-70 min - 80-100 min - > 100 min wat? - Informatie opzoeken - Spelletjes - MSN - e-mail - chatrooms soort? - Nieuwssites - Zoekmachines - Informatiewebsites - Spelletjes websites - Internetforums - Internet-tv - Profielenwebsites - E-mailbox Informatieverwerking: - bron - boekenkast thuis - bibliotheek - familie - internet op school - internet thuis - doelgericht zoeken - goed - matig - slecht Digitaal onderwijs: - internetgebruik voor huiswerk - ja - nee - internetgebruik bij het vak: - geschiedenis - aardrijkskunde - wiskunde - duits - godsdienst
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
Resultaten: 102 van de 100 van de 25 van de
102 102 101
16 21 34 31 3 51 31 11 5 40 79 41 54 2 7 75 27 78 5 35 17 64
van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de
102 102 102 102 101 101 101 101 101 102 102 102 102 102 102 102 102 102 102 102 102 102
230 277 217 190 391
van de van de van de van de van de
1305 1305 1305 1305 1305
37 van de 48 van de 17 van de
102 102 102
67 van de 35 van de
102 102
17 24 14 13 11
van de van de van de van de van de
95 95 95 95 95
36
-
1 8 24 4 0 0 24 14 27 10 7 28 24 1 19 31
- gym - techniek - nederlands - beeldende vorming - tekenen - handvaardigheid - project - engels - ict - mens&natuur - muziek zoekt om te snappen zoekt door (leergierig) gebruik chatbox/forum gebruikt msn voor uitleg gebruikt CD-rom van school presentaties nuttig want: - levendiger - minder opletten - niet nuttig
Motivatie: - denkt dan makkelijker fraude te plegen - denkt het leuker te vinden - denkt dingen beter op te pakken / onthouden (effectiever) - wil makkelijker en sneller iets op kunnen zoeken op internet - denkt het handiger te vinden (geen typex etc)
van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de van de
95 95 95 95 95 95 95 95 95 95 95 102 102 102 102 102
77 van de 12 van de 5 van de
94 94 94
32 70 81 17 35
van de van de van de van de van de
102 102 102 102 102
Plan van aanpak Hieronder een globale planning van de uit te voeren activiteiten Wanneer
Activiteit
Mei 2007
Onderwerp verzinnen
Juni 2007
Opstellen van hoofd- en deelvragen
Juli 2007
Verzinnen en opstellen onderzoek
September 2007
Website opzetten zodat we ons PWS online kunnen maken en zo veel mogelijk informatie over het onderwerp opzoeken
Oktober 2007
Onderzoek uitvoeren
November 2007
Begin maken aan het verslag
December 2007
Verslag verder afronden
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
37
Logboek Door
Datum en tijd
Activiteit
Beide
22 Mei. 2007
15:10 - 16:00
PWS Middag 1
Beide
12 Jun. 2007
15:10 - 16:00
PWS Middag 2
Martijn
16 Jul. 2007
15:00 - 18:00
Schrijven en sturen van brief aan verschillende basisscholen om aan ons onderzoek deel te nemen
Martijn
10 Sep. 2007
15:00 - 17:00
Communicatie met basisscholen
Beide
11 Sep. 2007
15:10 - 16:00
PWS Middag 3
Martijn
23 Sep. 2007
15:00 - 18:00
Gewerkt aan deze site
Beide
25 Sep. 2007
15:10 - 16:00
PWS Middag 4
Natasja
27 Sep. 2007
19:45 - 20:45
Informatie gezocht
Martijn
27 Sep. 2007
20:00 - 22:30
Gewerkt aan deze site en meegeholpen met informatie zoeken
Martijn
03 Okt. 2007
01:00 - 02:00
Bedenken van deelvragen ahv opgezochte, en uitgepluisde informatie
Beide
05 Okt. 2007
10:00 - 10:45
Verder met bedenken van deelvragen en begin maken met uitwerken van eerste deelvraag.
Martijn
07 Okt. 2007
17:30 - 18:00
Informatie doorspitten voor het bedenken van een alternatief
Martijn
08 Okt. 2007
15:00 - 16:00
E-mail gestuurd naar Professor Dr. Wim Veen met daarin de vraag of hij ons wil helpen met het pws + inhoud van de website aangepast.
Natasja
08 Okt. 2007
19:06 - 20:06
Informatie gezocht, veranderingen op de site
Natasja
09 Okt. 2007
18:30 - 19:15
Informatie gezocht, aanpassingen op de site
Martijn
10 Okt. 2007
15:22 - 15:56
Telefoongesprek met Professor Wim Veen
Martijn
11 Okt. 2007
09:15 - 10:45
Maken van een vragenlijst om in te laten vullen door ong. 100 basisschoolleerlingen
Natasja
11 Okt. 2007
18:30 - 19:45
Vragenlijst bijgewerkt..
Martijn
11 Okt. 2007
19:30 - 20:30
Achtergrondinformatie over communicatie en (data)visualisatie op me in laten werken en definities van Leren en Digitaal Leren in het verslag verwerkt.
Beide
12 Okt. 2007
14:30 - 16:30
Middag bij Professor Dr. Wim Veen geweest, boekjes gehaald en ons laten adviseren.
Martijn
13 Okt. 2007
12:00 - 13:00
Aanpassen Hoofd- en deelvragen
Natasja
16 Okt. 2007
17:40 - 18:00
Uitwerken vragen van de enquete, lay-out mooier gemaakt
Natasja
17 Okt. 2007
15:55 - 17:25
De enquete afgemaakt, Wim Veen gemaild.
Natasja
18 Okt. 2007
19:00 - 19:30
De enquete echt helemaal afgewerkt.
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
38
Door
Datum en tijd
Activiteit
Martijn
18 Okt. 2007
21:00 - 23:45
De enquete in Pages gezet en de layout zo aangepast dat ie precies 3 pagina's is. De enquete is nu printklaar om morgen rond te strooien over bruggerland.
Beide
19 Okt. 2007
09:00 - 11:45
Ruim 100 enquetes uitgeprint, gesorteerd, geniet en laten invullen door 4 havo/lyceum brugklassen.
Martijn
19 Okt. 2007
21:00 - 22:00
Menu 'The Project' geschreven
Natasja
26 Okt. 2007
10:30 - 12:00
Defenitie van leren, The Report bijwerken
Martijn
26 Okt. 2007
10:30 - 12:00
Conclusies opstellen van de enquete
Beide
26 Okt. 2007
12:30 - 17:00
Conclusies bekijken, uitkomsten tellen
Martijn
01 Nov. 2007
10:00 - 13:00
Doorlezen van boekje 'Leren van Jongeren; een literatuuronderzoek naar nieuwe geletterdheid'
Natasja
02 Nov. 2007
18:27 - 19:27
Laatste 2 vragen bekeken en uitkomsten geteld
Martijn
29 Nov. 2007
10:00 - 10:40
Werken aan hoofdstuk 'Defenitie van Digitaal Leren'
Natasja
01 Dec. 2007
14:00 - 17:00
Boekjes beetje doorgelezen, stukjes gemaakt van de hoofdstukken
Natasja
04 Dec. 2007
17:15 - 18:15
Inleiding, verandering schoolsysteem
Natasja
10 Dec. 2007
19:30 - 20:30
Boekje doorgelezen, informatie gezocht, kleine aanpassingen gedaan op de site
Natasja
12 Dec. 2007
11:20 - 11:50
Informatie zoeken
Natasja
12 Dec. 2007
18:00 - 21:00
The report bijgewerkt (geschiedenis digitaal leren, rol docenten&leerlingen)
Natasja
13 Dec. 2007
10:00 - 10:45
Grafieken maken
Natasja
13 Dec. 2007
16:00 - 18:00
Grafieken afgemaakt
Natasja
13 Dec. 2007
19:20 - 20:20
Inleiding (interview)
Beide
14 Dec. 2007
10:00 - 10:45
Informatie zoeken
Natasja
17 Dec. 2007
09:00 - 10:00
Boekje doorgelezen
Natasja
17 Dec. 2007
15:30 - 19:00
Gewerkt aan de uitleg bij de enquete
Beide
22 Dec. 2007
10:00 - 18:00
Informatie gezocht, Verder gewerkt aan de deelvragen, plaatjes gezocht, opzet lay-out.
Natasja
24 Dec. 2007
10:30 - 14:30
Gewerkt aan de conclusie van de enquete
Martijn
25 Dec. 2007
13:00 - 18:00
Gewerkt aan deelvraag: Hoe staat de overheid tegenover digitaal leren. Wat is de rol van de overheid?
Martijn
26 Dec. 2007
11:30 - 13:30
Verder gewerkt aan rol vd overheid
Natasja
26 Dec. 2007
16:00 - 18:00
Inleiding aangepast, argumenten voor- en tegenstanders op n rij gezet, bronvermelding.
Natasja
27 Dec. 2007
10:00 - 13:00
Gewerkt aan de geschiednis van (digitaal) leren
Natasja
27 Dec. 2007
15:00 - 17:00
Kenmerken netgeneratie
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
39
Door
Datum en tijd
Activiteit
Martijn
27 Dec. 2007
20:00 - 23:00
Reconstructie definitie van digitaal leren
Natasja
28 Dec. 2007
09:00 - 11:00
Gevolgen voor leraar en leerling gemaakt
Natasja
28 Dec. 2007
12:30 - 15:00
Gevolgen voor leraar en leerling afgemaakt.
Martijn
28 Dec. 2007
13:00 - 16:00
Economische kant van digitaliseren
Natasja
28 Dec. 2007
15:00 - 16:00
Begin gemaakt aan "Hoe staat het met het digitaliseren? Hoe ver zijn we hiermee?"
Martijn
28 Dec. 2007
19:00 - 21:00
Algemene conclusie; antwoord op de hoofdvraag
Natasja
29 Dec. 2007
10:00 - 12:00
"Voor- en tegenstanders aan het woord" gemaakt
Natasja
29 Dec. 2007
18:30 - 19:00
Gevolgen voor leraar en leerling nog iets uitgebreid.
Natasja
29 Dec. 2007
19:00 - 21:30
"Hoe staat het met het digitaliseren? Hoe ver zijn we hiermee?" afgemaakt.
Martijn
29 Dec. 2007
19:00 - 22:00
Gewerkt aan het toekomstbeeld van Digitaal Leren
Beide
31 Dec. 2007
11:00 - 18:00
Afwerking; maken van lay-out en toevoegen bijpassend beeldmateriaal
Beide
04 Jan. 2007
12:00 - 18:00
Afwerking; Controleren spelling en waar nodig teksten aanpassen
Totaaltijd: 161 uren en 14 minuten
[PWS] Digitaal Leren • www.digitaalleren.tinux-design.nl
40