Bijlage bij Kerkmozaïek Nr. 10| oktober 2004| 26ste jaargang
DIACONIE VANDAAG Dit jaar bestaat het Diaconaal Centrum Kuurne 30 jaar en het PSC Antwerpen 25 jaar. Ter ere van de 25 jarige wordt de Vlaams Diaconale Dag op 16 oktober georganiseerd met als thema “DE KERK DIENT”, redenen genoeg een dossier hier rond op te nemen. In 1998 bracht de Commissie Gemeentediaconaat (intussen opgegaan in de Werkgroep Missionaire Gemeente Opbouw) de brochure “Dienend Getuigen” uit. Nog altijd een knap stuk werk en bruikbaar voor elke gemeente die aan diaconie wil werken (*). Zes jaar na de uitgave van de brochure leek het goed om het hoofdstuk Diaconie Vandaag opnieuw te schrijven om een aanzet te geven om de dienst aan de samenleving en de wereld weer ter sprake te brengen in de gemeenten (*)
De brochure kunt u overigens nog altijd aanvragen bij het volwassenenvormingswerk of downloaden van de VPKBwebsite onder het kopje diaconie.
Presentatie Handboek Diaconiewetenschap , Dienen : maakt recht wat krom is, Het geweten van de gemeenten ,
Eefje van der Linden
ds. Egbert Rooze
ds. Lianne de Oude.
Protestants Sociale Centra - PSC Antwerpen - PSC Brussel - Sociale dienst voor Vreemdelingen te Oostende - Diaconaal Centrum Kuurne
Kerkmozaïek oktober 2004
1
Presentatie Handboek Diaconiewetenschap, barmhartigheid en gerechtigheid Handboek diaconiewetenschap uitg. Kok/kampen ISBN 9043509272 Binnen het werk van de diaconie worden, zo zal ook blijken uit de verslagen van de PROTESTANTSE SOCIALE CENTRA , diverse bondgenoten gevonden met een grote diversiteit aan godsdienstige en levensbeschouwelijke achtergronden. Blijkbaar, als het gaat om hulp verlenen, wordt er snel over muren heen gekeken. Het nieuwe handboek, voor studenten en zij die beroepsmatig bezig zijn in de diaconie, heeft met het overdenken van de diaconie als studiegebied met deze realiteit rekening gehouden en het begrip diaconie breed oecumenisch overdacht. Aan vertegenwoordigers van de PKN, de RKK en de Evangelische Alliantie uit deze drie richtingen werd het boek dan ook uitgereikt. In het boek wordt een hoofdstuk besteed aan “diaconaat “in andere levensbeschouwelijke stromingen. Het is nu niet aan mij om een recensie te schrijven over dit boek. Wel wil ik met u enkele standpunten die uit de presentatie naar voren kwamen met u delen. Diaconie is evenals bijvoorbeeld missie een wezenskenmerk van de kerk. Dit betekent dat de principiële vragen en kwesties rond diaconie ook in de exegetische, de dogmatische, de ethische, de historische vakken binnen de theologische opleiding aan de orde moeten komen. Zo wordt er in het handboek exegetische aandacht besteed aan de woorden diaconia in het Nieuwe Testament en aan de woorden barmhartigheid en gerechtigheid in het Oude Testament. De sprekers en auteurs wezen er al op dat andere woorden die met diaconie samenhangen, zoals het woord dienen, verder zou moeten worden onderzocht. Ik verwijs dan ook graag naar het artikel DIENEN: MAAKT RECHT WAT
2
Kerkmozaïek oktober 2004
KROM IS van ds. Egbert Rooze in dit
dossier. Omdat diaconie een wezenskenmerk van de kerk is, kan men stellen dat een kerk zonder diaconie geen kerk is, en een diaconie zonder kerk geen diaconie. Er zijn een aantal bemerkingen te maken bij deze uitspraak. Hoe waar deze uitspraak ook is, ze mag niet leiden tot het sluiten van de kring. Ook niet als het gaat om de diaconale kas. Een kring met Christus in het midden staat dit niet toe. Wie God zoekt krijgt de naaste er gratis bij. Deze naasten zijn niet uitsluitend geloofsgenoten, de naaste kies je niet zelf en daarom is diaconie meer een zaak van genade dan men op het eerste gezicht zou zeggen. De diaconie hoeft niet te wachten op de kerk bijvoorbeeld wanneer de kerk diaconaal in slaap gesukkeld is. Ze moet dan door middel van bijvoorbeeld individuen vooruit lopen en de ruimte nemen en krijgen. Diaconie blijft iets ongemakkelijks hebben, zie ook de inbreng HET GEWETEN VAN DE GEMEENTE van ds. Lianne de Oude. De ontstellende ongelijkheid in onze wereld zorgt er immers voor dat er nog altijd hulp moet worden aangenomen. Diaconaat is ook getuigenis. Getuigenis en verkondiging van bevrijdend en hoopgevend handelen van Godswege. Het is een getuigenis van een geloofwaardig verzet tegen antibarmhartigheid en anti-gerechtigheid. Voor iedereen die werkzaam is binnen de diaconie wil ik enkele opgepikte raadgevingen niet laten ontbreken. Een gemeente of gemeenschap is voor mensen die afhankelijk zijn van
hulpverlening belangrijk. Niet alleen zien ze buiten de hulpverlener ook nog gewone mensen, het is een plaats waar ze kunnen ontmoeten en waar ze worden uitgenodigd zelf een bijdrage te leveren. Vraag jezelf af : hoe laat ik mezelf graag dienen ? En dien vanuit de gedachte dat je door Jezus zelf gediend wordt. Probeer te genieten als je ergens royaal geld kunt halen, zeker als de mensen dit ook nog met plezier geven. Tenslotte voor diegenen die menen te moeten waarschuwen voor een teveel aandacht voor het diaconaat wil ik de laatste zinnen citeren uit het Handboek. “Ook in de Schriften is er sprake van eenzijdigheid. Er wordt daar met enige regelmatig gewaarschuwd voor een teveel aan godsdienstigheid maar nooit voor een teveel aan mensdienstigheid”1 Eefje VAN DER LINDEN
1
blz 411 van Handboek Diaconiewetenschap
Van de redactie van De Open Poort kregen we de toestemming om het artikel van dr. Egbert Rooze op te nemen. Deze tekst zult u ook terug vinden in het thema nummer van De Open Poort “Als de kerk niet dient”. De Open Poort heeft al jaren een diaconale rol in de VPKB als het gaat om het geven van informatie en als blikopener voor vragen rond kerk en samenleving en daarom heeft ook zij een plaats in dit dossier.
Dienen: maakt recht wat krom is De Oude Grieken filosofeerden graag. Eén van hun gevleugelde uitspraken was: “Hoe kan een mens gelukkig zijn als hij ergens dienen moet ?” De grondhouding van de mannelijke Griek was : dienen gebeurt aan tafel (door slaven) of betekent : in het levensonderhoud voorzien (door vrouwen). Voor de filosoof zelf gold: “de waarachtige mens zal eigen begeerte met dapperheid en kloekheid dienen”. Zo kon hij een goed staatsman worden: een ‘dienaar van de stad’. Hij diende dapper zijn eigen streven! Hoe actueel klinkt dat…
Bijbel : andere grondhouding De bijbelse grondhouding is anders. Je kan ‘dienstknecht’ zijn en zo God dienen, maar je kan ook de farao van Egypte of andere heren dienen. Dan vertalen we met ‘slaaf’. In het Hebreeuws lees je hetzelfde woord. Wat blijkt: de bijbel kent voor de twee begrippen ‘dienen’ en ‘slaven’ slechts één woord. Het hangt dus van de context af of je vertaalt met ‘slaaf’ of met ‘dienstknecht’. Ofwel zit je in ‘Egypte’ en dan kénnen we het dienstverband, ofwel zitten we in de bevrijdende sfeer, en daar moet ook gediend worden! De ‘dienstknecht des Heren’ zou je dus ook met ‘slaaf van de Heer’ kunnen vertalen. Dat doén we echter niet vanwege de bijklank die eraan vastzit. Hetzelfde woord wordt gebruikt voor de liturgie in het leer- en vierhuis van de God van Israël. Letterlijk vertaald: ‘dienst’. Je diende de bevrijding: met de dienst van het Woord, de dienst van de tafel, de dienst in de tempel. Je was een dienaar.
Dienen is dubbelzinnig Bij ons – in kerkelijke kring - heeft ‘dienen’ al een positieve klank gekregen. Het is mooi als je je diensten aanbiedt, als je je diaconaal inzet. Anders wordt het als je dit werkwoord dienen vertaalt met ‘slaven’. Dat wordt negatief ervaren. Je slaaft en zwoegt maar door; je bent een slaaf van je werk… We ontdekken dat ‘dienen’ niet automatisch positief of negatief is. Je moet je steeds de vraag stellen: in welk kader wordt mijn handelen gezet? Hoe plaats ik het zelf? Onderdrukkers hebben ook ‘dienaars’ nodig! De gevestigde orde en moraal moeten gediend worden. Hoeveel mensen buigen niet onnadenkend hun hoofd voor deze machten? Het zit niet in het ‘woord’ dat je gebruikt, maar in de daad die je stelt! Daarmee vangen de Tien Woorden als motto voor de hele bijbel ook aan: Ik ben de HEER, jullie God, die jullie uit het diensthuis geleid heb. Dien dus geen andere goden!
Nieuwe Testament Het Nieuwe Testament gebruikt het Griekse woord voor dienen : ‘diakonein’. Hier komt ons woord ‘diaken’ vandaan (‘diakonos’). Opvallend is dat er in de evangeliën heel weinig mannen zijn die dienen: o De engelen dienen Jezus, nadat Hij gevast heeft o de schoonmoeder van Petrus dient Jezus, na genezing o de vrouwen van Galilea volgen Jezus en dienen Hem, tot op het laatst o Martha, de zuster van Maria, diende Jezus
De mannen praten er aan tafel wel over en discussiëren vooral wie de eerste zal zijn, maar krijgen dan ook van Jezus het veelbetekenende antwoord: “Machthebbers worden in deze wereld weldoeners genoemd. Doch bij u is dat niet zo. De eerste onder u worde als de jongste, de leider als een dienaar” (Lk.22:26).
Al doende leren dienen Jezus moet zijn mannen nog veel leren. Dat doet Hij voornamelijk aan tafel, soms met gesprekken, maar ook wel door handelingen. Een duidelijk voorbeeld is de voetwassing. Niemand van de leerlingen gaat de ander zijn vuile voeten wassen. Dat is toch slavenwerk? Jezus neemt dan die taak als ‘dienstknecht’ op zich. Er zit soms in dienen iets nederigs, iets slaafs, iets minderwaardigs. Wie doet het anders, dit vuile werk opknappen? Wie geeft zich? Wie geeft zich over? Werken aan bevrijding betekent niet dat er geen ‘minder’ werk moet opgeknapt worden, dat er geen vuile handen gemaakt worden. Het dienen van de hongerigen, de naakten, de minsten is echt niet altijd aangenaam en fijn werk. Je moet al dienend soms heel wat incasseren. Niet voor niets zal bij de scheiding van de schapen en de bokken de ene groep vragen: Heer, wanneer was u dan hongerig en hebben wij u niet gediend? Met andere woorden: als ú dat was geweest, dan wel… Maar ondertussen halen ze voor de minsten hun neus op!
Kerkmozaïek oktober 2004
3
Dienen: maakt recht wat krom is Gemeenschappelijke maaltijd
Toetssteen
Aan de wijze waarop mensen wel of niet samen maaltijd houden, kun je heel wat aflezen. Bij sommigen zitten de mannen apart van de vrouwen. Hoeveel rijken zullen nooit aan een tafel van de armen zitten, laat staan omgekeerd. Hoeveel migranten of mensen van verschillende godsdienst, zijn echt bevriend met autochtonen en eten en delen met elkaar? Die scheidslijnen bestaan nu nog. Wat zou het prachtig zijn als die doorbroken werden! De bijbel waagt de stelling dat in Christus die muren moeten afgebroken worden: o geen klassenonderscheid bepaalt de machtsverhoudingen (“slaaf noch vrije”) o niet één bepaalde sekse deelt de lakens uit (“mannelijk noch vrouwelijk”) o geen ras of godsdienstige kleur is superieur aan de ander (“Jood noch Griek”)
Deze gemeenschappelijke tafel is eigenlijk de toetssteen voor de nieuwe gelovigen. Zullen ze wel echt delen? Gaan ze niet heimelijk toch de vrouwen het (vuile) werk laten opknappen? Zullen de rijken wel echt delen van de lekkere spijs die zij hebben meegebracht? Zal die ‘migrant’ niet moeten voelen dat hij blij mag zijn dat hij er nu bij hoort? Is hij gast of mag hij ook al gastheer zijn? Och, Paulus heeft het zo mooi bedoeld in zijn Galatenbrief (Gal.3:28), maar we leven nog steeds in de oude structuur, waar je die nieuwe machtsverhoudingen helemaal niet kunt toepassen. Je hebt het oude vertrouwde niet zo makkelijk en vanzelfsprekend afgelegd!
Aanstoot Wel, die stelling – van de conservatieve Paulus nog wel ! – wordt door de eerste christengemeente moedig en creatief in praktijk gebracht. En dat niet achter een hoekje in het geheim, maar openbaar en uitnodigend voor wie maar wil! Aan tafel. Dus ook een aanstoot voor velen die daartegen gekant zijn en hun macht zien tanen! U moet zich dat voorstellen in een maatschappij waar meer dan 90% nog slaaf is, waar de macht en de filosofie van de man zeer dominant is, waar de muren tussen Joden en Grieken op vlak van ‘rein en onrein’ nog ontzaglijk groot zijn. Daar oefenen de eerste christenen aan tafel de nieuwe gemeenschap: gelijkheid van vrije én slaaf, van man én vrouw, van Jood én Griek. Daar leren ze wat delen is, op allerlei terreinen.
4
Kerkmozaïek oktober 2004
Diaken: doorzien en toezien Daarom die diaken: die dienaar van een nieuw rijk, waar de eersten moeten leren de laatsten te worden. De man, de Jood, de vrije: alledrie waren zij de ‘eersten’. Daar waar de deuren worden opengezet voor de laatkomers, de anderen, de minsten, de niet-rechtzinnigen, dáár begint het rijk van God op te komen. Aan de maaltijd des Heren oefen je dit nieuwe regime, in al zijn facetten. Je wordt bevriend met een slaaf en neemt de gevolgen op de koop toe. Vreemdelingen en buitenstaanders, worden gastheren en medeverantwoordelijken. Man en vrouw leren hun specifieke rol af. Van meer en minder is geen sprake meer. En de diaken? Hij kijkt toe en helpt een handje: o of de Griekssprekende weduwen niet verwaarloosd worden ten opzichte van de oude kern; o of de rijke man wel degelijk zijn 10 meegebrachte pistolets deelt en ze niet van tevoren met zijn soortgenoten opeet; o of een weggelopen slaaf veilig is bij die nieuwe gemeente en asiel
(vervolg)
kan aanvragen; o of er toch niet andere grenzen binnensluipen, die nieuwe machtigen creëren. Jawel, de diaken is wezenlijk om de gemeente van de toekomst gestalte te geven. Juist aan de tafel doorzie je welke mechanismen er nog spelen en wat er veranderd moet worden. Vanuit een dienende houding blijf je klaar staan om die diaconale gemeente vorm en inhoud te geven. De bron en inspirator kennen we: Jezus Christus, als dienaar in ons midden! Hij maakte recht wat krom is, in alle opzichten! De diaken evenzo! ds. Egbert ROOZE, Antwerpen.
Elke kerkelijke gemeente heeft zijn structurele hulp aan projecten in binnen of buitenland of kent een structureel diaconaal engagement van mensen van de kerk voor projecten in de wijk of de stad1. Maar hoe ga je om met de man of vrouw die ineens voor de kerkdeur staat en vraagt om geld of hulp? Steeds meer kerken worden door de toenemende armoede in de wereld en onze samenleving hiermee geconfronteerd. Niet om een pasklaar antwoord te geven, wel om het gesprek hierover op gang te brengen volgt hier een getuigenis. 1
In 2004 is er een sociologisch onderzoek verschenen onder redactie van Herman Noordegraaf en Rainer Volz, European churches confronting poverty , social action against social exlusion. Uitg SWI, ISBN 3-925895-90-6
Het geweten van de gemeente Het geweten, wat is dat? Een lastige horzel, een luis in de pels, of een stemmetje heel diep van binnen, in je hoofd of in je hart (?), dat knaagt, want: je hebt het “geweten”? Je hebt het geweten dat deze mens hier voor jou stond met deze vraag!? Ik zal proberen een paar lastige voorbeelden uit die weerbarstige praktijk van alledag te geven. Waarschijnlijk herkenbaar voor iedereen die zich gelovig noemt? Op zondagmorgen zijn wij altijd eerder in de kerk, druk in de weer met het voorbereiden van de dienst. Deze keer is het een speciale dienst, een doopdienst van een baby van twee mensen waarvan de één uit Kameroen, de ander uit Iran komt. Zij hebben niet zo veel ervaring hoe alles bij ons in de kerk eraan toe gaat. Een beetje zenuwachtig deel ik de liturgieën uit, me ondertussen afvragend of alles in orde is en of het wel goed zal gaan. Ineens komt er een duidelijk Islamitisch uitziende vrouw binnen. Ik maak kennis met haar, heet haar welkom en vraag of ze misschien verwant is aan één van de doopouders. Nee, ze wist daar zelfs niets van af. Ik maak een kort praatje met haar. Ik verontschuldig me om nog een beetje de dienst voor te bereiden. Ze blijft staan, ondanks dat het nog een uur duurt voor de dienst begint. Ik ga naar de consistorie en kom er na een tijdje achter dat zij met andere mensen uit de kerk gesproken heeft en om geld vraagt, dat ze van plan is als er meer mensen komen nog meer vragen, omdat ze
arm is en in de problemen zit. Waarom ze niet naar de moskee gaat? Ja, daar was ze al geweest, maar daar geven ze alleen geld als je familie bent, was haar verhaal. Is dat zo? Toch eens vragen aan mijn Islamitische broeders en zusters... Een beetje boos , dat ze met deze troebele motieven naar de dienst kwam, hebben ze haar een beetje geld gegeven en daarna weggestuurd, want als je niet voor de dienst komt, dan moet je hier niet zijn, zo redeneerde men. Hebben we daar als kerk goed aan gedaan? Ik krijg vaak mailtjes binnen of wij geen opvang kunnen verzorgen voor een vluchteling(engezin) met of zonder kinderen, alleenstaande man of vrouw met kind, dat op straat staat, zonder inkomen, zonder dak boven het hoofd. Je krijgt als gemeente een naam dat je mensen wilt helpen. Vaak zijn dat mensen die we op de één of andere manier kennen, die verzeild zijn geraakt in onze gemeente en die we leren kennen als meelevende leden. Maar we krijgen ook oproepen om hulp en opvang aan mensen die we van haver noch gort kennen. Wij hebben als gemeente wel ons best gedaan om onderdak te verzorgen voor vluchtelingen zonder huis, maar dat kan alleen maar voor tijdelijk en dan nog is het veel gevraagd. Want het geeft spanningen. Wie zet zijn of haar huis ervoor open, hoe lang gaat het duren, waar komt het geld vandaan om die mensen te onderhouden? Waar ligt de grens?
De illustratie komt uit: J. Hendriks, overal waar mensen zijn. De diakonale gemeente, Kampen 1973
Moet je voorwaarden stellen aan de hulp, moeten de hulpvragers protestant zijn of worden? Dat mag toch niet? We zijn als gemeente een bepaalde koers gaan varen en hebben grenzen gesteld aan de hulp. Nooit zo expliciet naar buiten toe, maar wel naar binnen toe als ‘maatstaf’ voor jezelf. We proberen mensen te helpen die we kennen, die naar onze kerkdiensten of andere kerkelijke activiteiten komen, altijd in de mate van het mogelijke. Je probeert in te schatten hoe dringend de vraag is. En dan zijn het vaak de mensen die het hardst nodig hebben die het minst vragen, en (tegenstrijdig maar waar) zelfs nog het meest geven...! We hebben in onze gemeente, een aantal jaar terug een noodfonds opgericht ‘uit de nood geboren’, een soort specifiek diaconaal fonds. Het noodfonds wordt gespijzigd door giften van individuen of organisaties, doorlopende opdrachten, soms collectes. Hieruit worden voor een deel de kampprijs voor vluchtelingenkinderen uit gezinnen die van het
Kerkmozaïek oktober 2004
5
OCMW leven of zonder inkomen zitten betaald , de prijs van O.V.V.weekenden voor die kinderen, af en toe dringende advocaten kosten. Er worden leningen mee aangegaan voor mensen die acute uitgaven hebben zoals hoge mazoutkosten, een huurwaarborg, en het geld niet hebben. Maar wie help je en wie niet? En wat is daadwerkelijke hulp? Het blijft een vraag. Het geweten speelt hierin een lastige rol! Je hebt een verantwoordelijkheid naar de hulpvrager: is de nood acuut en terecht? Soms kun je het niet inschatten en geef je de voordeel van de twijfel. En je hebt je verantwoordelijkheid naar de hulpgevers, naar de mensen die geld storten op ons noodfonds.
We hebben het afgeleerd om mensen, die we niet kennen en die komen aanbellen aan het gebouw van de kerk met een vraag zo maar cash geld te geven. Wel wordt er meestal acuut overlegd met verantwoordelijken van kerkenraad of diaconie. Er kan dan door een paar telefoontjes concreet ingegaan worden op de vraag om eten of een treinkaartje door samen met de persoon naar de bakker te gaan of naar het station. Maar het blijft moeilijk. Een theologisch antwoord is het niet maar wel een antwoord uit de praktijk. Het blijft een bescheiden pogen om te doen wat er te doen staat, in te schatten wat er gedaan moet worden vanuit het geweten, het weten van een bijbelse
boodschap , dat toch blijft knagen van binnen, en waarnaar we toch maar moeten blijven luisteren, en ons door laten verstoren , zo denk ik. Want, wat indien ik in die situatie zou zijn? Jezus liet zich ook raken door het leed van de ander in de dagdagelijkse praktijk, hij werd van binnen ‘met ontferming bewogen’. Wij mogen, in navolging van Hem, ons laten raken door de mens in nood die op ons pad komt. Het mag ons niet onberoerd laten. Ds. Lianne DE OUDE, Hasselt.
Protestantse Sociale Centra Ieder op eigen wijze laten ze zien wat er gedaan wordt op de rand van kerk en samenleving.
Sociale Dienst voor Vreemdelingen te Oostende Het diaconaat staat vandaag de dag niet alleen maar voor ‘armenzorg’, ‘bedeling der armen’. Nu werkt men vanuit een breder diaconaal denken. Sociale centra zijn opgericht om mensen te helpen die in grote sociaal-economische moeilijkheden terecht zijn gekomen. Deze centra zijn ontstaan vanuit zowel kerkelijke gemeenschappen als niet-kerkelijk gebonden instanties. De mensen die in de centra werkzaam zijn, willen de ‘ander ‘ helpen, iets voor ze betekenen, problemen mee oplossen, op weg helpen in onze moeilijke, ingewikkelde maatschappij. Deze sociale dienst is ooit opgericht vanuit de VPKB (nu al meer dan 20 jaar geleden). Vier leden van de Raad van Beheer zijn actief betrokken in verschillende gemeenten van de VPKB. En de naam zegt het al, werkt met vreemdelingen. Men kan er terecht voor : • SOCIALE EN JURIDISCHE DIENSTVERLENING : info, advies en begeleiding bij asielprocedure, verblijfswetgeving, sociale zeker-
6
Kerkmozaïek oktober 2004
heid, naturalisatie, vrijwillige repatriëring, relatieproblemen, gelijkwaardigheid diploma, aanvraag beëdigd vertaler/tolk, noodhulp voedselpakketten. Dit is een project in samenwerking met het Adviescentrum voor Allochtonen, CAWMiddenkust. • COMPUTERKLAS : een computercursus voor jongeren en volwassenen, gebruik van computer, internet en e-mail tegen een kleine vergoeding. • WEGWIJSROUTES : allochtonen wegwijs maken in onze samenleving door middel van routes zoals de porte-monneeroute, de stadhuisroute, de leerroute, de gezondheidsroute,… • KUNST-, CULTUUR-, SPORT- EN JEUGDACTIVITEITEN : bezoeken aan musea, theater, bioscoop, concerten en activiteiten met en voor het allochtoon kunstenaarscollectief en het allochtoon theatercollectief. Meedoen aan sportinitiatieven, grabbelpas, enz…
•
MEISJES- EN VROUWENWERKING : regelmatige bijeenkomsten. • DE TAALVALIES : een uitleendienst voor educatief leer- en spelmateriaal inzake Nederlandse taal. • BOOKMAKER : allochtonen maken een boek met verhalen, getuigenissen, anekdoten,… • SDV-VIPS : 3-maandelijkse ontmoetingen voor allochtone sleutelfiguren. Interesse om meer van de Sociale Dienst voor Vreemdelingen te willen weten of zelf het jaarverslag te willen ontvangen dan kunt u contact opnemen met : Sociale Dienst voor Vreemdelingen vzw, St.-Catharinapolderstraat 33, 8400 Oostende tel. 059 50 78 51, fax 059 51 22 68 e-mail :
[email protected], www.sdv.be namens de Raad van Beheer, Lydia VIS
Diaconie in het Protestants
Protestants Sociaal
Sociaal Centrum
Centrum Centrum voor algemeen welzijnswerk VZW
Vanuit een diaconale bewogenheid binnen de protestantse kerken is het PSC 25 jaar geleden gestart in Antwerpen Noord, een levendige multiculturele volkswijk. Echte banden hadden de meeste kerken niet met de bewoners van deze arbeiderswijk, maar de verhalen over de wijk, de vragen die gesteld werden en de leefomstandigheden waren redenen om er present te willen zijn. De bedoeling was zorg te dragen voor mensen, die in armoede leefden, met oog op het gebrek aan kansen die zij hadden, gestimuleerd door de geloofsovertuiging dat iedereen het recht heeft zich als mens gelukkig te voelen, erbij te horen en kansen te krijgen. In sociologische taal heet dat empowerment en participatie. In het PSC van vandaag proberen we daar handen en voeten aan te geven via de individuele gesprekken in de Open Huis werking en het vluchtelingenwerk, maar ook via het groepswerk dat heel belangrijk is. Er zijn vormingsactiviteiten rond taal, werkloosheid, globalisatie en lokale gevolgen, energie en actualiteit er zijn ontspanning momenten rond sport en cultuur. Vaak worden die georganiseerd in groepen van mensen die elkaar ‘over’leven, mogelijkheden en onmogelijkheden kennen en die samen een veilige thuishaven voor zichzelf en elkaar creëren in de Open Huis groep , het vrouwenwerk en de jongerenwerking. Vanuit het gevoel dat er mensen achter hen staan en dat ze kunnen starten vanuit een stukje waardering, gebeuren kleine wonderen die moed geven om verder te gaan met deze diaconale taak. Behalve de mensen zijn wij als medewerkers ook deelnemers in dit gebeuren. We hebben nog altijd het gevoel dat er een opdracht en een uitdaging ligt om diaconaal bezig te zijn. Zo nu en dan bezinnen we ons erop wat (hierin) de betekenis van het “geloof op protestantse wijze”, omdat onze motivatie regelmatig bevraagd wordt. Het feit dat we een multireligieus team zijn maakt dat we er niet met gemakkelijke antwoorden vanaf komen, maar wel dat we hierover verdiepende gesprekken voeren. Vanuit onze visie vinden we het erg belangrijk om de problemen waar mensen mee te maken hebben maatschappelijk te kaderen, van daaruit geven we ook signalen naar de samenleving waar wij, zij en ik en jij deel van uit maken. Op 29/10/04 gaat er een Colloquium door waar we hopen tot een uitwisseling te komen rond het thema ‘Een andere wereld is mogelijk’. We blijven namelijk dromen om te kunnen werken! Voor meer informatie kun je contact opnemen met het PSC-Antwerpen, Lange Stuivenbergstraat 54-56, 2060 Antwerpen tel: 03/2353405, fax: 03/2722085, E-mail:
[email protected] of
[email protected]
Het Protestants Sociaal Centrum is een hulpverleningscentrum dat in 1957 opgericht werd en ondersteund wordt door de Protestantse Kerken van Brussel. Het centrum biedt hulp aan allen die in moeilijkheden verkeren onafhankelijk van oorsprong, religieuze, politieke of filosofische overtuiging. Onze hulpverlening bestaat onder andere in een persoonlijk onthaal met alle respect voor de mensenrechten, om het even wat de persoon heeft meegemaakt. De dienst is enerzijds een eerstelijnsdienst (dienst voor algemeen maatschappelijk welzijn) en biedt anderzijds drie gespecialiseerde diensten : de dienst voor vluchtelingen en asielvragers, de schuldbemiddelingsdienst en de dienst voor hulp aan gedetineerden. Het PSC werkt samen met andere sociale diensten en is lid van verschillende federaties of koepelorganisaties hetgeen het Centrum toestaat niet alleen individuele problemen aan te pakken maar de onrechtvaardigheid die hieraan aan de basis ligt aan te klagen. Over de jaren heeft het PSC nevendiensten opgericht voor het grotere comfort van onze cliënten zoals : • een sociaal restaurant • een boetiek van tweedehandskleding • een tweedehands meubelzaal • een dienst gezinshulp • een socio-culturele animatiedienst voor de bezoekers van het sociaal restaurant • animaties in de gevangenissen van Vorst en SintGillis • begeleiding bij het zoeken naar werk of opleidingen • begeleiding bij het zoeken naar woongelegenheid Punctuele projecten zien regelmatig de dag om tegemoet te komen aan de problemen die zich stellen tijdens de permanenties. Het Protestants Sociaal Centrum kan een contactpunt zijn bij moeilijkheden. Personen die ons een gift willen schenken en vrijstelling van belasting wensen kunnen dat door uitsluitend te storten op onze speciale rekening van de “Fédération des Centres de Service Social” : 523-0801508-72. Er mag niets vermeld worden in de medelingszone. U kunt ons eventueel het tweede luik van uw overschrijving opsturen met het doel van uw gift. C. MOLLATE, Directrice Coordinatrice.
Kerkmozaïek oktober 2004
7
Een sociaal centrum stelt zich voor :
Diaconaal Sociaal Centrum Kuurne 14 oktober 1974 – 14 oktober 2004: 30 jaar Ontving in 1989 de erkentelijkheids trofee van de Orde van de Ezel en de orde van de Geus
Het begon allemaal zonder de bedoeling een centrum op te richten. 31 Jaar geleden vroeg men aan de huidige voorzitter, die lid was van een kerkenraad, of hij de taak van diaken op hem wilde nemen. Na een degelijk onderzoek, wat die taak inhield, stemde hij toe. Na de meeste nood in eigen gemeente gezocht en bezocht te hebben kwam de nood buiten de gemeente aan de beurt. Het begon met het plaatsen van een huishoudtoestel bij een bejaard leefloon trekkend koppel en het bezorgen van een voedselpakket bij joodse migranten, om via gezin - en andere problemen uit te breiden van “armenhulp” naar “algemene sociale hulp”. Zodoende, wat in 1973 werkte onder de naam “armenhulp” kreeg de stichting op 14 oktober 1974 de naam Diaconaal Sociaal Centrum. De naam “diaconaal” werd gekozen, omdat de drempel minder hoog was dan “Protestants”. De geboden hulp en de christelijke inzet liet toen ook zijn vruchten zien. Na korte tijd was de kleine kerkgemeenschap met 20 nieuwkomers gegroeid. Met de inzameling en verkoop van oud papier, probeerden we onze eerste centjes binnen te krijgen. De eerste gave die mochten ontvangen bedroeg dan 400 Bf. Waarmee we ons eerste voedingspakket aankochten voor de prijs van 650 Fr. Dus onmiddellijk in de rode cijfers. Dank zij de 2é Vlaamse diaconale dag kwamen we een beetje van de grond, en ontvingen we van enkele gemeenten een collecte. Intussen kwam ons tijdschrift “Diaconaal Nieuws” op de markt, en kregen we zo verschillende donateurs. De vraag om hulp was groter dan het aanbod van fondsen en goederen. De minderbedeelden kwamen hulp vragen, de gewone mens, maar ook sommige dominees en dokters kwa-
8
Kerkmozaïek oktober 2004
men hulp vragen voor hen persoonlijk. Zo groeide de hulpvraag uit naar gemiddeld 400 (x30) oproepen per jaar. Op een districtvergadering kwamen de gemeenten in Oost en West Vlaanderen akkoord om een jaarlijkse collecte te organiseren, maar na jaren is dat bij de meeste uit het oog verloren. (wissel van kerkenraden en voorgangers) Het centrum werkte en werkt nog steeds met vier, enkel onbezoldigde christelijke vrijwilligers, waarvan de enige overblijver uit 1974, de stichter en voorzitter is. Een van de medewerkers is een vroegere hulpvrager. We werken niet met een begroting, maar met de middelen die we binnenkrijgen; fondsen van enkele gemeenten en een 45 tal donateurs, bezorgen ons jaarlijks gemiddeld 7.300 •, met inbegrip van de subsidie van 125 • van de burgergemeente Kuurne, van wie we ook ons kantoor te beschikking krijgen, tegen de huurprijs van 125 • per jaar. Dit kantoor in Kuurne staat open voor iedereen die wil praten of zijn problemen delen, op vaste zitdagen, terwijl we in bepaalde instellingen zitdagen houden op aanvraag. Naast het sociale aspect, verzorgen we eveneens het culturele, bij middel van een verscheidenheid van diavoordrachten, gespreksavonden enz. Deze gaan zowel door in Vlaanderen als in Nederland. De geestelijke kant van de zaak is uiteraard de hoofdzaak van het centrum. Door de naastenliefde van u te ontvangen, en door ons uit gedragen, kunnen we getuigen van de christelijke naastenliefde en de liefde van God voor ieder mens. Daarom verzorgen we nog steeds zondagse erediensten, bezorgen we
onze hulpvragers evangelische lectuur en voeren gesprekken in de huiskring. Het centrum mag in alle stilde en dankbaarheid terugblikken op 30 jaar arbeid, ,goede tijden, droevige tijden en slechte tijden, door alles steeds gesterkt door de geestelijke wetenschap die we elke dag opnieuw uit Gods woord mogen putten. De werkingsmiddelen gaan zienderogen achteruit en de belangstelling van vroeger sympathisanten minderd iedere dag , wat normaal is. Als iets te lang duurt kan het soms vervelen. Gelukkig voorziet de Heer in de meeste noden, op het ogenblik de nood zich voordoet. DIACONAAL SOCIAAL CENTRUM Eric Vanhalst Voorzitter KERKSTRAAT 10 – 8520 KUURNE Rn.001- 0576006-96 Gsm. 0479.296.244
Niet alles kon in dit dossier van 8 bladzijden worden opgenomen. We hopen dat de verwijzingen naar de verschillende publicaties de leemte zal vullen. Namens het WMGO en het Volwassenvormingswerk Koen Debruycker en Eefje van der Linden.