Voordat ik aan mijn stage begon wist ik niet van lesgeven. Ik kon wel informatie overbrengen op mensen van mijn eigen leeftijd en binnen mijn vakgebied maar tieners lesgeven, dat is toch hele andere koek Ik vond het van belang te weten te komen wat er allemaal bij zou komen kijken om een goede les te draaien op het VMBO. Ik heb mezelf daarom de volgende vragen gesteld om te onderzoeken: - - - - - - - - - -
Hoe is het om les te geven aan een VMBO klas op het niveau Basis en Kader Wat komt er bij kijken bij het lesgeven aan een VMBO klas? Hoe benader ik deze jongeren? Hoe zorg ik ervoor dat ik orde in de lessen houd? Hoe creeer ik vetrouwen en respect? Hoe word ik de leraar die ik zou willen worden/ben? Is dit de doelgroep waarbij ik mezelf voor de klas zie staan? Op welke manier kan ik mijn niveau van communiceren afstellen op deze doelgroep? Op welke manier kan ik de doelgroep prikkelen in opdrachten? Op welke manier kan ik leerpoblemen bij de doelgroep oplossen?
Deze vragen ben ik gaan onderzoeken door deze te koppelen verschillende competenties. Aan de hand van verschillende lesobservaties en het daarbij behorende beeldmateriaal (foto’s van tijdens de lessen maar ook zelf gemaakte lesplannen en uitwerkingen) heb ik dit portfolio opgesteld. Op deze manier heb ik geprobeerd om een globaal overzicht neer te zetten van de werkzaamheden die ik verricht heb en wat ik daarvan geleerd heb.
Anco Salari Docent Beeldende Kunst & Vormgeving Duaal 2013/2014
B.1: je ontwikkeld ‘ beschouwingsvermogen’ dat o.a. blijkt uit het kunnen onderhouden van een beeldend proces in inhoudelijke en materële zin. B.2: je bent je bewus van de belangrijkste opvattingen en ideeën die in verschillende cultuurperioden gehanteerd worden, en de mogelijke invloed daarvan op je werk. B.3: je bent in staat om je opvattingen over beroep te verwoorden en planmatig an de gewenste beroepsmatige ontwikkelingen te werken Het is noodzakelijk als docent te weten waar je informatie kunt vinden met betrekking tot lessen en lesmateriaal maar ook dat je ervoor zorgt dat je materiaan aan kunt bieden aan leerlingen die voor inspiratie zorgen. Het is daarvoor van belang dat je weet wat leerlingen interessant vinden of lessen zo brengen dat het interessant wordt. Daarvoor moet je om je heen kijken, dingen lezen, analyses maken zodat je dit kan koppelen aan de maatschappij. Kennis van kunst, filosofie etc. is op dit gebied een must. Dit zet bij jezelf aan tot nadenken en geeft nieuwe inzichten en zet aan tot eventueel anders of nieuw denken. Zo ben ik anders gaan kijken na mijn onderzoek in het Deconstructie denken van Derrida en architectuurstroming die daar uit is voort gekomen. Ook het kijken naar kunst uit vroegere tijden, zoals bijvoorbeeld de Gouden Eeuw, maar ook hetgedachtegoed op het gebied van levensbeschouding geeft (nieuw) inzicht voor het geven van lessen en het laten kijken naar kunst voor de leerlingen. Op mijn vorige opleiding heb ik kunstgeschiedenis gehad maar niet zo diepgaand als tijdens deze opleiding. Hierdoor vond ik het soms vrij lastig om een goed overzicht te krijgen in deze periodes en hetgeen er destijds heeft afgespeeld. Echter, door de enorme hoeveelheid nieuwe kennis en het opnieuw aanboren en verbreden van de kennis die ik al bezat, is het voor mij ook duidelijker geworden hoe ik dit in kan zetten in mijn lessen. Het geven van input is soms minder belangrijk dat het vragen naar input omdat de leerlingen dan meer aangewezen zijn op hun eigen manier van kijken, net zoals ik ook opnieuw heb moeten leren kijken naar dingen. Het analyseren van de optische kijkkast van Samuel van Hoogstraten, een kunstobject uit de 17e eeuw, het analyseren en toepassen van de denkwijze van de filosoof Derrida, het opzetten van een Excursie in een Europese stad en daarbij de belangrijkste bezichtigingen selecteren maar informatie daarover tot je nemen zodat deze overgebracht zou kunnen worden op leerlingen zodat zij ook nieuwe ervaring en kennis op doen (en vooral een leuke en leerzame trip kunnen maken), heeft mijn kijk op mijn toekomstige baan als docent verbreed. Maar in zekere zin ook heel goed bevestigd. Doordat je zelf veel meer te weten komt, is het ook veel makkelijker om dingen uit te leggen. Niet alleen op het gebied van kunst maar ook op het gebied van levensbeschouwing. Dit zorgt er namelijk voor dat een conflict in de klas ook een manier van input kan zijn om een stukje geschiedenis te behandelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan rascisme in de klas en de slavenhandel die in de 17e eeuw is ontstaan. Ik vind het niet alleen belangrijk om als kunstdocent mijn leerlingen iets te leren over hoe de leerlingen iets op een bepaalde manier kunnen tekenen, ik vind het ook belangrijk dat we weten hoe deze manier is ontstaan. Zo ben ik nu bezig met een project waarin de leerlingen een muurschildering mogen maken. Het eerste waar zij aan denken is het gebruik van GRAFFITI en STREET-ART. Maar hoe het tot street art is gekomen is ook ontzettend interessant. Dit probeer ik dan in een klein stukje geschiedenis aan de man te brengen en door middel van LEUK huiswerk, bijvoorbeeld foto’s maken van street art, wil ik hn laten kijken naar hun omgeving om daar iets van te leren. Op deze manier leren ze vooral iets van zichzelf. Ze leren kijken naar wat zij mooi of lelijk vinden en leren dat te benoemen. Door het gebruik van film en het vragen stellen hierover probeer ik met mijn leerlingen in gesprek te gaan over eigen handelen, kunsttheoretisch handelen en hun eigen denken en handelen in het elgemeen. Deze didactische werkvorm zorgt ervoor dat ik hen begrijp, zij mij begrijpen en vooral meer inzicht krijgen in alles om hen heen. Zowel kunst als mensen en de samenleving.
Input materiaal voor de lessen voor een muurschildering. Ik geef de leerlingen informatie over tijdsperioden en vraag het wat ze zien of wat de funtie is van bepaalde tekeningen en schilderijgen. Ik vraag hen wat er gebeurd en probeer hen op die manier na te laten denken over ethische kwesties.
Is dit de doelgroep waarbij ik mezelf voor de klas zie staan? Competentie B.4. Je hebt een goed beeld van je sterke en zwakke kanten, en je hebt een persoonlijke methode om aan je ontwikkeling te werken. Als “volwassene” heb je natuurlijk een hele andere kijk op dingen dan pubers. Daar tegenover staat dat jezelf ook puber bent geweest dus dat je jezelf in moet kunnen leven. Voordat mijn stage begon had ik veel zin om met deze pubers aan de gang te gaan en dit is nog steeds zo. Gaandeweg ben ik er wel achter gekomen dat het lastiger is om leerlingen actief te maken voor bepaalde dingen terwijl je er zelf helemaal lyrisch van bent. Voordat ik aan deze opleiding en stage begon was ik heel zwart wit. Ik had een mening en een ander heeft een mening. Scharen die niet of heeft iemand een argument waar ik geen antwoord heb? Dan ben ik er klaar mee. Maar dat was een half jaar geleden. Door juist veel in discussie te gaan, bijv. met leerlingen, en door veel te vragen, zowel binnen het werkvlak als bij mensen met kinderen, heb ik mezelf een meer open houding weten te geven. Ik probeer vragen tegenwoordig ook zo te stellen dat de andere persoon echt moet nadenken voordat er geantwoord kan worden. Dit komt door de pedagogische kant die me heel erg intrigeert. Ik wil weten wat mensen beweegt om iets te doen, of juist te laten. Hierdoor krijg ik meer contact met mensen en dus ook de leerlingen en voel ik me meer verwant met hen. Dit heeft tot gevolg dat ik mezelf inderdaad bij deze groep voor de klas zie staan. Juist omdat ik meer weet denk dan hen over bepaalde dingen en hen ook die dingen wil leren. Het voordeel van deze doelgroep is namelijk dat ze nog geen grote mening over bepaalde dingen hebben of weinig weet hebben over bepaalde dingen. Dit zorgt ervoor dat ze extra enthousiast gemaakt kunnen worden door bijvoorbeeld zelfgemaakt werk mee te nemen voor een les om te laten zien wat er allemaal met techniek mogelijk is.
B vermogen tot reflectie en ontwikkeling De student kan het eigen beeldend handelen, het kunsttheoretisch handelen, het pedagogisch en didactisch handelen beoordelen in onderling verband hanteren en zo nodig verbeteren. B; afstudeerfase – je kunt een relatie leggen tussen je visie op je vak en het schoolvak. De relatie tussen beelden en kunsttheoretisch handelen is iets waar ik veel interesse in heb maar minder van weet dan ik dacht. Juist mede door deze opleiding ben ik erachter gekomen dat ik filosofie eigenlijk enorm interessant vind. Ik heb deze tak van sport vaak gemeden omdat het boven mijn pet ging. Bij de opdracht van theorie voor de kunsten, waarbij ik het deconstructie denken van Derrida en de deconstructivistische architectuur onderzocht en vergeleken heb, heb ik ook dit keer weer geworsteld met de teksten. Toen ik deze echter doorhad werden er juist wel een hele boel knoppen de andere kant op gezet. Het anders denken vanuit de deconstructie, is ook een ideale manier om toe te kunnen passen binnen het onderwijs. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het maken van een mindmap, waarbij je eerst de woorden opschrijft rondom een bepaald thema en daarna verder gaat graven. Deze didactische werkvorm heeft tot gevolg dat leerlingen tot inzichten komen die ze eerst niet voor mogelijk hielden. Daarnaast kunnen nagenoeg alle leerlingen hiermee uit de voeten. De doener gaat direct schrijven en schrijft alles op wat in hem opkomt. De dromer gaat dromen over bepaalde beelden bij het thema en maakt dan tekeningetjes of schrijft woorden op. De beslisser weet al meteen wat er bij het thema past. Hij/zij zal snel ‘klaar’ zijn maar juist dan kan je als docent verder ingaan op de woorden die verder uitgediept kunnen worden. De denker denkt wellicht eerst na over een praktische kant van het thema. Dit zorgt voor een solide basis om vervolgens te kunnen gaan divergeren. Kunsttheoretische onderwerpen worden in veel gevallen stoffig gevonden. Dit komt vooral omdat de leerlingen dan vaak alleen maar MOETEN zitten en luisteren. Juist mijn doelgroep (vmbo leerjaar 1 t/m 4) moeten geactiveerd worden op een manier die hen interesseert. Zo kunnen de leerlingen bijvoorbeeld een analyse maken van plaatjes die jij als docent laat zien maar dergelijke plaatjes in het echt bezoeken spreekt veel meer tot de verbeelding. Op een afbeelding die op internet staat is niet goed te zien hoe groot bijvoorbeeld de kubuswoningen van Rotterdam zijn. Maar door een excursie te organiseren, de leerlingen in groepjes foto’s te laten nemen en daar ter plekke vragen te laten beantwoorden, kunnen ze wat ze zien direct omzetten naar woorden. Hierdoor blijven de beelden en woorden en de combinaties daartussen veel beter hangen.
Hoe is het om les te geven aan een VMBO klas op het niveau Basis en Kader binnen Scala? C.1. Hoofdfasefase Je kunt een veilig en sociaal leerklimaat in een groep creëren. Als antwoord op de gestelde vraag: Daar kan ik heel kort over zijn: Gewoon heel erg leuk! Natuurlijk is het soms ook moeilijk en ook niet leuk. En soms ook zwaar omdat je niet goed kan connecten met een leerling. Maar over het algemeen gewoon heel erg leuk! Dit komt vooral omdat er op Scala een enorme diversiteit aan leerlingen en ook leraren rondloopt. De diversiteit van de leraren zorgt voor een levendige sfeer wat er bij mij voor zorgde dat ik me direct welkom en thuis voelde op Scala. Ik heb dan wel de nodige kennis op het gebied van techniek en vormgeven, maar op het gebied van lesgeven was ik een leek , toen ik daar in september binnen kwam. Gelukkig heb ik van alle kanten die ik maar kon bedenken alle hulp gehad wat geresulteerd heeft in het feit dat ik mezelf ook direct over durfde te geven aan het onbekende. De diversiteit van de leerlingen heeft 2 kanten. Er zitten veel leerlingen van allochtone afkomst of waarvan de ouders allochtoon zijn, op Scala. Ik vind dit zelf zeer interessant en omdat ik een aantal woorden Marokkaans ken, is dit meteen een aanknopingspunt als je daar als nieuweling binnen stapt. Het nadeel van deze diversiteit, is dat sommige jongeren door hun afkomst, een andere manier van omgaan met elkaar hebben. Dit neemt niet weg dat ik hierdoor juist veel heb geleerd, misschien nog wel meer dan de leerlingen van mij hebben geleerd. Ook zitten er veel leerlingen op Scala met bijvoorbeeld gedragsproblemen. Ze zijn ergens anders van school gestuurd en zitten nu op Scala (bijvoorbeeld bij de creatieve richting) omdat men uit ervaring weet dat dit een goede school is met veel aandacht voor de leerlingen. Gedragsproblemen kunnen in deze context 2 dingen betekenen: Ofwel een mentale stoornis, denk bijvoorbeeld aan ADHD, of agressief gedrag. Zelf heb ik geen mentale stoornis en heb ook nooit problematisch gedrag vertoond tijdens mijn studie(s). Des te meer reden voor mij om goed op te letten hoe dat mijn SLB-ers hiermee omgingen. Veelal is het leren omgaan met gedragsproblemen het uitproberen van pedagogische trucjes. Straffen helpt in sommige gevallen bijvoorbeeld wel, maar bij sommige leerlingen is het noodzaak om in te spelen op het denken van de persoon zelf. Het aanzetten tot denken over bepaalde acties zorgt ervoor dat de leerling gaat nadenken over wat goed of fout is, zonder afgeblaft te worden. Het ‘afblaffen’ van leerlingen kan namelijk een averechts effect hebben waardoor ze zich tegen jou als docent keren, waardoor de omgang alleen maar zal verslechteren. Al deze ervaring, gecombineerd met de enorme vrijheid om te doen in wat ik wilde doen en de daarbij komende sprongen die ik ineens in het diepe moest maken hebben er toe geleid dat ik kan zeggen: “Lesgeven op Scala aan een VMBO klas is gewoon heel erg leuk!”.
Lesobservatie t.o.v. competentie C.1. Lesdag 28-11-2013 Project: Drijvend Paviljoen Klas: clusterklas Kunst&Vormgeven Via Powerpont begin ik te vertellen (klassikaal) over het project. Ik vraag naar de voorkennis. Ze weten een beetje wat een paviljoen is maar ik nog ook woorden als belcrum beach en culturele hotspot. Didactisch oplossing: laat de leerlingen de woorden opschrijven die ik belangrijk vind en die ze dus moeten leren. Na de uitleg ingaan op de woorden en daarbij uitleg geven. Opschrijven, dan hebben ze het altijd bij zich. Note: van te voren papier klaar leggen Doel van de les: collage maken van gebouwen om inspiratie op te doen voor het paviljoen. ik heb een projectboek gemaakt, maar die gebruik ik niet. Waarom? Ik wilt te snel. Hierdoor maak ik grote stappen in mijn uitleg, waardoor de leerlingen een warrig beeld krijgen van wat ze moeten doen. Net voor de pause krijg ik de vraag van Angel over wat ik wil dat ze na de les doen. In het OLC verder werken of in 1.23? Ik besluit 1.23. dit voor extra uitleg. Angel vraagt wat ik denk dat de leerlingen nu aan het onderzoeken zijn. Gebouwen. maar gebouwen zijn voor mij wat anders dan voor hen. Ik moet concretiseren. Ik heb in het werkboek het plan staan om een mindmap te maken mbt gebouwen die zich verhouden tot de begrippen: - Kunst&cultuur - Ontmoeten - Vrije tijd - Entertainment Wanneer de leerlingen de les binnen komen. Leg ik uit dat we een mindmap gaan maken. Ik laat zien hoe ze dit moet doen. Ik leg uit dat ze bij alle 4 de begrippen gebouwen moeten zoeken. Ze moeten dus eerst bij zich te raden gaan wat gebouwen zijn. Wat ze hierbij leren is zelf nadenken over bepaalde begrippen. Ik vergeet alleen hoe uit te leggen hoe ze dit het beste kunnen doen: ik wild at ze stijlkenmerken zoeken, maar dat leg ik niet uit. Dus weer een stap te ver.
Oplossing Leg het woord mindmap eerst uit met een voorbeeld. Laat ze het voorbeeld na tekenen. Met de woorden erbij. Oplossing: voordat ik aan een lessenreeks begin, voor mezelf nagaan of dat de begrippen klein genoeg zijn. Desnoods de begrippen met uitleg op laten schrijven zodat ze altijd kunnen terug kijken naar wat ze zoeken. Op het bord aangeven wat ze in het olc moeten doen: Terug komen met een verzameling foto’s. Maar die foto’s moeten ze later ook weer kunnen vinden. Dus een overzicht maken of die voorbeeld stencils voor de les uitprinten uitdelen en de leerlingen deze in laten vullen: Welk gebouw Welke architect Waar staat het Welk jaar is het gebouwd Als ze dat hebben gedaan terug laten komen naar de les. Desnoods tijdslimiet instellen. Terug in de les: Lijm, schaar en extra papier moet klaar liggen Idereen terug in het lokaal, afbeelding van een gebouw laten zien via beamer. Vraag: wat valt je op aan dit gebouw? Krijgen 1 min om dingen op te schrijven Kleur Wat weten jullie over kleur? Warm, koud, primair? Vorm Rond = zacht recht = hard. Materiaal Hard, zacht, duur, makkelijk te zagen, zwaar? Note: Kleine stappen zorgen voor overzicht. Grote stappen snel thuis werkt hier niet. Dan sla ik teveel over en missen de leerlingen belangrijke info. Tijdens uitleg Tijdens de uitleg wordt er gepraat. Hoe kan ik dit voorkomen of minimaliseren? Tip van Angel: Intonatie. Eigen oplossing: Niet meteen reageren, eerst negeren. Wanneer het begint te storen: breng het luchtig maar wel met overgave. Of heel simpel “dus wat wordt daarmee bedoelt, (naam leerling)?”
Of naam van leerling noemen en vragen “ wat zou jij doen als je een verhaal aan het vertellen bent, en iemand zit steeds een ander verhaal er doorheen te vertellen..?” VOLGENDE WEEK Bij binnenkomst leerlingen artbox laten pakken (of map) en verder gaan met mindmap volgens plan hierboven. Klaar? Jan&Truus tas showen. (re-use) laten zien en bevragen wat er opvalt aan de tas. Onderwerp is recycle re-use. Ja inderdaad, weer. Maar dit is iets waar we de wereld op het moment om draait. Filmpje: Dirk van der Kooij -> stoelen uit oude koelkasten. Waarom dit filmpje? Laat zien wat je kan maken van oude dingen. Waarom is dit nodig? Paviljoen moet gebouwd worden op een cradle to cradle manier -> uitleg: wat is cradle to cradle? Filmpje? Zelf opzoeken? Opdracht: alternatieve materialen zoeken voor de materialen die we nu gebruiken. Wat wordt er gebruikt bij de bouw van een huis? Kan je glas recyclen?
C 2. Je geeft ruimteaan inbreng van leerlingen, en houdt rekening met de verschillende tussen leerlingen bij het samenstellen van je opdrachten. Omdat ik lesgeef aan leerlingen op basis en kader niveau en ook aan klassen waar deze leerlingen gemengt zitten, heb ik veel moeten kijken hoe ik dit het beste in goede banen kon leiden. In mijn lessenreeks van het paviljoen heb ik daardoor ook voor zoveel mogelijk afwisseling gezorgd in het aanbieden van stof en het uitwerken van de stof. Daarnaast heb ik bij sommige leerlingen meer een coachende functie aangenomen en bij andere leerlingen een meer sturende functie. (Voor de diversiteit van het aanbieden van de stof, zie docenten handleiding en lessenreeks in de bijlage). Verder heb ik natuurlijk ook zelf dingen op papier gezet om te kijken wat het beste verloop van de lessen konden zijn, door hier snelle opsommingen van begrippen voor te maken. Dit heb ik gedaan om de les te beginnen met het aanboren van voorkennis om het daarna al discussierend uit te breiden. Hieronder is te zien hoe ik zo’n overzicht voor mezelf maak.
C. 3. Hoofdfase: je onderzoek en toetst mogelijkheden om het sociaal klimaat in de groep te verbeteren; je creëert een veilige leeromgeving. Ik vind het belangrijk dat er respectvol met elkaar om wordt gegaan en dat er, bijvoorbeeld in het technieklokaal, ook veilig met elkaar om wordt gegaan. Ik heb getracht dit duidelijk te maken door aan het begin van de les, of soms aan het einde van de les, even een korte reflectie te geven op het werkgedrag van de vorige les. Aangeven wat er goed ging, wat er minder goed ging, etc. Verder heb ik ook af en toe de les stilgelegd wanneer ik vond dat er een onveilige situatie zich voor deed. In het technieklokaal wordt er soms gesoldeerd. De soldeerbouten worden warm en bij onoplettendheid van de leerlingen, omdat ze bijvoorbeeld snel willen werken omdat ze achter lopen, wordt er nog wel eens vergeten om de soldeerbout uit het stopcontact te halen. Door de les even stil te leggen, uit te leggen wat er aan de hand is en zo de aandacht daar even op te focussen, tracht ik de gevarenzone te verkleinen. Verder heb ik ook regelmatig uitzendingen van “De School” bekeken via uitzendinggemist.nl. Dit is een programma over een middelbare school waar allerlei problemen e.d. voorkomen die op elke school voor kunnen komen. Door te analyseren wat er gebeurd en zelf na te denken over hoe ikzelf in een dergelijke situatie zou handelen, tracht ik mezelf te trainen in mijn taak als docent en het creëren van een veilige leeromgeving. Naast deze manieren van leren, kijken en analyseren ben ik ook regelmatig met mijn begeleidende docenten in gesprek gegaan om de lessen door te nemen. Onderstaand is een deel van een lesanalyse te zien en een afbeelding met een korte omschrijving van het programma “De School”.
Op welke manier kan ik leerproblemen bij de doelgroep oplossen? C.4. hoofdfase je herkent –en benoemt ontwikkelingen –en gedragsproblemen bij leerlingen. Ontwikkeling gaat bij niemand hetzelfde. Dit kan tot uiting komen in de vorm van agressief gedrag om onzekerheid te verbloemen. Een andere voorbeeld is een stille leerling die bang is om dingen te zeggen omdat hij/ zij stottert. De uiting van agressief gedrag is vaak onzekerheid. Een leerling die de baard in de keel heeft of juist achterloopt met zijn lichamelijke ontwikkeling wil zichzelf bewijzen. Onzekerheid bij dyslexie kan tot uiting komen in overmatig amicaal gedrag. Wanneer de leerling wordt gevraagd iets voor te lezen, is er een kans dat dit een soort toneelstuk wordt zodat de beurt snel naar iemand anders gaat. Aan de docent dan de taak om na de les even de leerling apart te nemen en, wanneer hij weet heeft van de problematiek, hierop in te haken en aan te geven dat dit geen probleem is. Dat het huist een probleem wordt wanneer hij/zij het lezen te weinig doet. Stuk uit lesreflectie: Het is de laatste dag van de week en ook nog eens de laatste uurtjes van de dag, dus de leerlingen zijn extra druk. 1 leerling wil niet samenwerken een andere leerling. Ik geef aan dat dit nu niet anders kan. 10 min later kom ik terug om te kijken hoe het gaat, prima. Na de les heb ik de leerling nog benaderd, om aan te geven dat ze later ook in dergelijke situaties kan komen waarin ze met iemand moet werken maar dat eigenlijk niet wil. (bijv. Kantoor, irritante collega). Ook aangegeven dat ze iemand pijn kan doen, wanneer ze zoiets zegt. Dus dat ze na moet denken, of in ieder geval moet bedenken HOE ze iets kan zeggen.
C Pedagogisch vermogen De student zet pedagogische kennis en ervaringen in met als doel een zingevend en veilig klimaat te creëren. C – je kunt een veilig sociaal klimaat in een groep creëren; - je houdt rekening met verschillen tussen leerlingen intercultureel, sociaal en emotioneel opzicht. Binnen Scala is er een enorm gemêleerde club van leerlingen aanwezig. Dit verschil is vooral te zien in de afkomst van de leerlingen. Hoewel de meeste van hen in Nederland geboren zijn, hebben veel leerlingen een allochtone achtergrond. Turks, Marokkaans etc. maar ook veel jongeren uit de kleine ‘boeren’ dorpen rondom Breda. Door zo nu en dan te vragen naar de vrijetijdsbesteding van mijn leerlingen tracht ik een inzicht te krijgen in hun belevingswereld en interesses. Door hier steeds meer informatie over in te winnen hebben we steeds meer raakvlakken of juist vraagpunten. Dit versterkt de band met mijn leerlingen omdat ze zien dat ik geïnteresseerd in hen ben. Verder ken ik een aantal woorden Marokkaans waardoor het raakvlak met de Marokkaanse leerlingen in mijn klas al direct daar was. Ze weten dat je interesse hebt in hun roots en vertellen daar dan ook graag over. Hierdoor voelen ze zich verwant met mij waardoor ik een emotionele band met ze leg. Doordat er zoveel diversiteit aanwezig is in de klassen vind ik het wel van belang dat men elkaar respectvol behandeld. Racisme op welk gebied dan ook is uit den boze en wordt door mij direct afgekapt. Ik ondervraag degenen dan over wat zij hiermee denken te bereiken. Daarna vragen wat ze denken dat het zou kunnen bereiken en probeer hiermee aan de leerlingen te laten zien hoe we respectvol met elkaar om moeten gaan en daarbij dat ik niet direct een tiran ben. Er kan met mij gesproken worden of gediscussieerd. Dit moet de leerlingen het gevoel geven dat ze zich tot mij kunnen wenden wanneer zij met een probleem zitten, bijvoorbeeld wanneer ze gepest worden. Daarnaast is er een situatie die lastig kan zijn omdat het nogal een gevoelig onderwerp is. Menstruatie. Aan het begin van het schooljaar vroeg een meisje mij, ongeveer een half uur na de pauze, of ze naar het toilet mocht. Ik vroeg haar waarom ze niet in de pauze was geweest en zo kwam het dat de leerling enigszins boos op me af kwam en siste “ik ben ongesteld!”. Mijn antwoord daarop was: “OW! Ja gaan!”. De leerling kwam daarna terug in het lokaal en ik heb haar toen even met rust gelaten zodat ze kon bedaren. Daarna ben ik even naast haar gaan zitten en heb toen met haar afgesproken dat als er weer zo’n situatie is, zij gewoon 1op 1 tegen mij kan vertellen wat er is en kan zij stilletjes naar het toilet zonder dat de hele klas dit weet. Laatst deed deze situatie zich weer voor. Het liep gesmeerd.
Wat komt er bij kijken bij het lesgeven aan een VMBO klas? Hoe benader ik deze jongeren? Competentie D.1. hoofdfase Je ontwerpt lessenseries, en zorgt voor variatie en een heldere opbouw; Een les komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Er wordt vanuit de overheid bepaald wat er geleerd moet worden, op welke niveau dan ook. Op Scala is Angel Geleens de persoon die bij de creatieve afdeling grote veranderingen wil maken. En het goede van haar werkwijze, is dat ze jou als stagiaire veel verteld maar weinig verklapt. Na 2 maanden stage te hebben gelopen vond ik het tijd dat iets meer zou moeten doen en dus wilde ik lessen gaan draaien. Zo gezegd zo gedaan. Maar dan moest ook beginnen vanaf nul (moet Angel gedacht hebben). Achteraf kijk ik hier met een enorme voldane glimlach op terug. ik had van te voren wel een lesobservatieformulier gehad maar die gebruikte ik bij de lessen waar ik mee liep. Hierop maakte ik mijn aantekeningen m.b.t. lesopbouw, voorbereiding etc. Hoe ik een lessenreeks moest maken? Geen idee. Maar daar ben ik al struikelend achter gekomen. Er was een wedstrijd georganiseerd vanuit gemeente Breda en de bedoeling was om een drijvend cultureel paviljoen te ontwerpen. Dit werd mijn opdracht. Voor mij als afgestudeerd product ontwerper is het allemaal meteen duidelijk wat er voor zo’n ontwerp gedaan moet worden. Maar voor leerlingen op het VMBO niet. Die weten niet wat stijlkenmerken zijn, welke materialen naast papier en glas her te gebruiken zijn. Voor dit project heb ik stapje voor stapje de leerlingen meegenomen in het ontwerpproces. Het ontwerpproces van een ontwerper. Ik heb tijdens deze lessenreeks geprobeerd de verschillende leerstijlen zoveel mogelijk aan te spreken. Dit heb ik gedaan door verschillende werkvormen in te zetten: De denker is tijdens dit project goed aan bod gekomen. Ik heb veel informatie verschaft door het geven van presentaties. Zowel via PowerPoint alsmede door het laten zien van filmpjes, heb ik getracht de denker iets bij te brengen over re-user, recycle en cradle to cradle. De verkregen informatie kon daarna worden toegepast door het na te gaan denken over materialen die gebruikt moesten worden bij het ontwerp van het paviljoen. De denker mocht ook opzoek gaan naar gebouwen die hij/zij interessant vond. D.m.v. het gebruik van voorbeelden heb ik getracht de denken na te laten denken over bepaalde gebouwen die hij/zij kent. Het inzetten van internet en boeken zorgt voor een diversiteit om de leerlingen aan te spreken. De ene leerling zal sneller in een boek kijken dan de ander. De doener heeft tijdens dit project veel kunnen experimenteren. Zo mocht de doener plaatjes zoeken om inspiratie op te doen voor zijn/haar ontwerp. Ook mocht de doener zelf beslissen of hij/zij zijn/haar project met de hand ging tekenen of op de computer. De doener heeft het misschien wel wat zwaarder gehad tijdens de les dat ik veel heb gesproken over recycle en re-use en voorbeelden en filmpjes heb laten zien. De doener had het ik meer kunnen triggers als hij/zij ook bijvoorbeeld echt zijn/haar ontwerp uit had kunnen werken met de gekozen (re-use) materialen die bedacht waren voor dit project. De dromer heeft zijn/haar fantasie rijkelijk kunnen belonen met het paviljoen project. Er mocht nagedacht worden over welke materialen er nu hergebruikt worden en waarvoor. Daarnaast mocht hij/zij ook nog eens nadenken over alternatieve materialen. Denk hierbij aan schapenwol i.p.v. glaswol. Ook de presentaties en filmpjes heeft de denken alle informatie rustig op zich in kunnen laten werken en er daardoor goed over na kunnen denken. De beslisser is ook ruimschoots aan bod gekomen tijden dit project. De verkregen informatie kon meteen omgezet worden naar eigen ideeën voor een ontwerp. Dit kon bijvoorbeeld gedaan worden tijdens de lessen waarin ik uitleg heb gegeven over stijlkenmerken. Ook de andere leerstijlen hebben op dit vlak genoeg aandacht gekregen. De doener kon meteen de vragen beantwoorden nadat ik vragen had gesteld over stijlkenmerken. Voor hem/haar was dit dus ook een activerend onderdeel. De denker werd ná dit onderdeel geactiveerd omdat hij/zij na de verkregen informatie zelf kon gaan analyseren welke stijlkenmerken zijn/haar gekozen gebouwen hadden. De dromer heeft zich hier misschien iets minder kunnen bekoren gezien het feit dat het onderzoek moment vrij kort was. Dit kwam mede door de tijdsdruk omdat dit project tussendoor kwam.
Onderdeel van lessenserie zie volgende pagina
Uitwerking
OPDRACHT 3
Onderzoek welke alternatieve bouwmaterialen er zijn. In Nederland ge- bruiken we veel baksteen en beton maar beton is erg slecht voor het milieu. Het recyclen van materiaal is een goed alternatief. Zo kan je bijvoorbeeld hout planken van een oude schuur weer opnieuw gebruiken voor de buiten gevel. Maar ook flessen, LP’s en zelfs papier kan gebruikt worden om iets mee te bouwen. A) Leg een infoboekje aan met alternatieve bouwmaterialen (minimaal 4 per persoon). Denk hierbij aan rest materialen, hergebruik, verf, dakbedekking, isolatie etc. Geef duidelijk weer welk materiaal we nu vaak gebruiken en welk materiaal we veel beter zouden kunnen gebruiken. Is er bijvoorbeeld ook milieurvriendelijk cement? B) Zoek voorbeelden van ontwerpers (minimaal 4) die jullie hierin voor zijn gegaan, en beschrijf welke stappen zij ondernomen hebben. Dit mogen ook ontwerpers zijn die bijv. stoelen hebben gemaakt van gerecycelde materialen. Uitwerking: Zie training Re-use and Recycle
- Internet - Boeken/tijdschriften
Inspiratie nodig? - http://www.ecodorpbrabant.nl/html/wat-willen-wij/strobalen/strobalenhuis.php - http://www.refdag.nl/nieuws/regio_2_210/zwolle_krijgt_ecologisch_aardehuis_1_278747 Benodigdheden: - A4 papier - Printer - Microsoft Word
Lege flessen? Muur voor een huis!
Tejo Remy - Rag Chair
Oude bus? Nieuw Huis!
Dirk van der Kooij - stoelen gemaakt van gesmolten plastic
Hoe creëer ik vertrouwen en respect? Competentie D.2. hoofdfase Je neemt de belevingen –en ervaringswereld als uitgangspunt van je lessen; - je bevordert de zelfstandigheid van leerlingen. Van de nieuwkomer wil iedereen alles weten. Waar je woont, van wat voor muziek je houdt, of je getrouwd bent etc. Uiteraard wilden de leerlingen dit ook van mij weten. Tot op zeker hoogte heb ik alles verteld. Door me zo open te stellen heb ik getracht de leerlingen een stap in mijn belevingswereld te zetten. Op die manier kreeg ik ook stukje bij beetje steeds meer inzicht i hun belevings (–en ervarings) wereld. Door mezelf een open houding te geven tegenover de leerlingen raken ze vertrouwd met jou als docent. Op die manier zullen ze zich meer open stellen voor jou en kom je dus steeds meer over de leerling te weten. Doordat je steeds meer weet kan je ook gerichter vragen stellen op het gebied van bijvoorbeeld ontwerpen. Zo kan je de leerling met een voorliefde voor rapmuziek dialoog aangaan wanneer je een aantal nummers kent. De leerling die meer van fashion houdt, kan je een handreiking bieden door ontwerpers aan te dragen voor inspiratie. Op deze manier creëer je vertrouwen omdat ze inzien dat je ergens verstand van hebt. Daar hebben ze respect voor. En door hun belevingswereld te betrekken in opdrachten zullen ze uiteindelijk meer durven en meer zien waardoor ze eerder zelf stappen durven nemen als het bijv. gaat om (binnen mijn vakgebied) kiezen tussen materialen, vorm of functie.
Competentie D.3. hoofdfase Je constateert en analyseert leerproblemen; je zorgt voor een betrouwbare van leerproces en leerresultaat. Tijdens de lessen van techniek heb ik vaak ontdekt dat leerlingen het vaak moeilijk vonden om juist aft e tekenen of wat nu precies de bedoeling was van een bepaald punt in de opdracht. Bij de lessen van kunst en vormgeven vonden leerlingen het vaak moeilijk om te bedenken hoe ze iets konden uitbeelden. Ik ben erachter gekomen dat veel leerlingen niet snappen waarom ze iets moeten maken bij techniek, het daardoor niet leuk vinden en dus ook moeite hebben met deze dingen onder de knie te krijgen. Door tijdens de lessen van techniek de vraag “ik weet niet hoe dit moet” te beantwoorden met “wat weet je wel?” heb ik geprobeerd de leerlingen te laten nadenken over de stappen die ze zouden moeten zetten om het probleem op te lossen. Vaak was het probleem dat het op papier minder duidelijk was dan wanneer ik het voorbeeld liet zien aan de hand van directe weergave. Bijvoorbeeld bij het isometrisch tekenen hadden de leerlingen problemen met het visualiseren van de objectjes die ze na moesten tekenen. Door elementen in het lokaal voor hun neus te zetten en het op die manier te analyseren werd het vaak duidelijk. Het leerprobleem is hier dat de leerlingen visueel ingesteld zijn maar niet direct visueel de informatie aangereikt krijgen. Door echte objecten erbij te pakken of door het laten zien van filmpjes gaat dit vaak veel makkelijker.Daarnaast zijn er leerlingen die gewoon iets meer persoonlijke aandacht nodig hebben. Ze durven niet klassikaal iets te vragen omdat ze bang zijn uitgelachen te worden of ze zijn bang om te falen. Door deze leerlingen wat meer persoonlijk te benaderen lukte het vaak daarna wel. Tijdens de lessen van kunst&vormgeven merkte ik vaak dat leerlingen het moeilijk vonden om een thema te bedenken voor iets. Op een creatieve richting moet je out of the box leren denken en dat is vaak een probleem. Groepsdruk om leuk, tof of interessant gevonden te worden speelt daarbij een grote rol. De leerling die zich stoer voordoet kan bijvoorbeeld thuis problemen hebben wat doorspeelt op zijn/haar schoolprestaties. Ook iets meer persoonlijke aandacht is hier vaak de truc. Door na een project een kleine evaluatie te doen, bijvoorbeeld een korte presentatie van 5 minuten, zien de leerlingen wat anderen hebben bedacht en hoe ze iets hebben bedacht. Dit zorgt ervoor dat ze van elkaar leren hoe ze iets aan kunnen pakken en het versterkt de groepsband. Ook hiermee kan een leerprobleem afnemen omdat de normaal ietwat stillere leerlingen nu goed kan laten zien wat hij/zij kan waardoor hij/zij meer geaccepteerd word en dus meer zelfvertrouwen krijgt en als gevolg daarvan meer durft en beter zal gaan presteren.
D didactisch vermogen De student zet didactische en vakinhoudelijke kennis, vaardigheden en ervaringen op een methodische wijze in bij educatieve activiteiten, met als doel het beelden vermogen van leerling of cursist te ontwikkelen. D – je verantwoord je vakdidactische opvattingen; je stimuleert leerlingen om zelf hun proces vorm en richting te geven; je stelt zelfstandig lessen samen, die worden gekenmerkt door de samenhang en doelmatigheid, voert deze lessen uit, en evalueert ze. Tijdens het schrijven van mijn lessenreeks heb ik nagedacht hoe ik de leerlingen eenvoudig dingen kon laten leren en hoe ik dit op verschillende manier zou kunnen doen. Ik heb daarmee een lessenreeks gemaakt waarbij de leerlingen niet elke week hetzelfde stramien doorlopen. In de lessenreeks zaten ook PowerPoint presentaties en in deze presentaties zaten ook weer filmpjes verwerkt. Het uitwerken van deze lessenreeks verliep eigenlijk wekelijks omdat het project snel opgezet moest worden. Nadat het project was afgerond heb ik het gehele project nog eens doorlopen en ben ik nagegaan wat er goed liep en wat niet. De conclusies die daaruit voortkwamen heb ik verwerkt door het project te herzien en waar nodig aangevuld, verbeterd en/of verwijderd. Tijdens deze lessenreeks heb ik de leerlingen laten zoeken naar architectonische hoogstandjes. Ze mochten zelf kiezen wat ze interessant vonden en moesten vervolgens gaan benoemen waarom. Hieruit volgende een klassikaal stukje waarbij ze een aantal kenmerken voor bepaalde gebouwen op moesten schrijven en deze vervolgens moesten analyseren op de door hen zelf gekozen gebouwen. Het doel was hierbij om inzicht te krijgen welke keuzes worden gemaakt bij welk gebouw en waarom. Dit geeft inzicht hoe zij binnen een project keuzes kunnen/moeten maken op het gebied van architectuur. Tijdens het uitwerken van deze lessenreeks was ik nog niet bekend met het fenomeen 21st century skills of de 5 minds for the future van Gardner. Ik was toen al wel bezig met het bedenken hoe zij dit project zouden kunnen draaien d.m.v. werkgroepen. D.m.v. deze werkgroepen leren de leerlingen samen te werken, te overleggen en keuzes te maken aan de hand van elkaars argumenten. Ik zou het project graag nogmaals kunnen herschrijven en dan toepassen op 21st century skills. Dit thema is een onderwerp in mijn onderwijs en bakvisje en ook mijn afstudeeronderzoek heeft hiermee te maken. De reden hiervoor, is dat de leerlingen met deze manier van werken op verschillende manieren uitgedaagd worden en creatiever zullen moeten denken om tot een oplossing te komen. Met deze manier van werken komt er een kennisopbouw tot stand welke in het lange termijn geheugen zal worden opgeslagen en ook in hele andere situaties van pas kan komen. (Onderwijsvisie: zie bijlage)
E. Interpersoonlijk vermogen De student functioneert open en oprecht in een sociaal verband en je communiceert daarbij effectief. E. 1: Hoofdfase: je toont betrokkenheid en enthousiasme op de ABV en in je stageschool. Verplicht iets doen is meestal niet leuk. Toch heb ik tijdens dit schooljaar erg weinig dipjes gehad. Vooral het CKV project wat we op 12 april jl. (op een zaterdag nota bene) hadden, vond ik een leuke opdracht en heb hier ook heel veel energie en nieuwe ideeën uitgehaald. Verder beschouw ik mezelf wel als groepstrekker. Bij 9 van de 10 presentaties die wij als klas hebben moeten houden, heb ik mezelf geopperd om de spits af te bijten. Ik vind presenteren niet eng en ik weet dat als ik ervoor zorg dat iemand anders wat kan ontstressen door als eerste te gaan, dit enorm scheelt en zorgt voor eenheid, betrouwbaarheid en saamhorigheid. Op mijn stage vond ik het belangrijk om met zoveel mogelijk activiteiten mee te doen danwel zelf op te zetten. Zo heb ik bij het Paviljoen project ook nog een excursie opgezet naar de tentoonstelling en hier vragen aan verbonden. Op deze manier konden de leerlingen leren hoe anderen zo’n opdracht aanpakken en kijken wat er nog meer mogelijk is en ook leren ze kritisch kijken. Daarnaast is het voor hen ook weer een verrijking om in een andere omgeving te zijn. Voor deze excursie heb ik een route op papier gezet met aanwijzingen hoe de groep moest fietsen en een vragenlijst opgesteld. Daarnaast heb een collega docent gevraagd mij bij deze activiteit te assisteren en hierna feedback op te geven.
CKV dag, 12 april jl.
Opdracht Tijdens bezoek aan Huis voor Beeldcultuur Woensdag 22 – 01 – 2014 Opdracht 1: Jij bent nu de jury. Schrijf de namen op waarvan jij vindt dat ze in de top 3 horen. Maak ook foto’s van deze ontwerpen. Nr. 1: Nr. 2: Nr. 3: Geef hieronder aan waarom. Denk hierbij aan kleur, vorm, materiaal, locatie en functie. Nr. 1: …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………................. nr.2: …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………................. ………………………………………………………………….................
nr. 3: …………………………………………………………………………… ………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… ………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Opdracht 2. Ga in de KOPshop opzoek naar 1 leuk, grappig, opvallend objecten. Wat vindt je hier zo leuk, grappig, opvallend aan? Schrijf ook de naam van de ontwerper op. …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………................. …………………………………………………………………................. Hoe is de presentatie? Staat er teveel? Te weinig? Kan je alles goed zien? Staat het door elkaar of past het bij elkaar? Hoe zou jij het neerzetten? …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………................. ………………………………………………………………….................
Reflectie op excursie naar huis voor beeldcultuur. G. Augustijn Algemene indruk is een goede excursie. Je hebt een project uitgeschreven voor de leerling waarbij de leerlingen een gebouw moesten ontwerpen voor op het water. Het was een ‘open tentoonstelling’ waardoor leerlingen er zeker van zijn dat hun werk er hangt. Dit is goed, want de leerlingen hebben dan een succes beleving. Je hebt er een opdracht aan gekoppeld. Naast dat dit van educatieve waarde is, voorkom je hier ook mee dat leerlingen ‘doelloos’ rond gaan lopen op de tentoonstelling. Je voorbereiding was goed; routes uitgeprint, gezorgd voor voldoende begeleiding (de regel is 1 op 10 lln bij een buitenschoolse activiteit, vervoer goed geregeld. Er heeft terug koppeling plaats gevonden? (geen zicht op) Aandachtspunten: Instrueer de leerlingen eerder. Geef uiterlijk een dag van te voren aan wat, wanneer en waar er iets plaats gaat vinden. Leerlingen waren pas om 15.00 uur op de hoogte van wat ze precies moesten gaan doen. Het is een risico om leerlingen buiten les tijden om mee naar een excursie te nemen. dit kan weerstand oproepen, dat gebeurde ook bij sommige leerlingen. Door dit op tijd en duidelijk met leerlingen te communiceren kun je dit voorkomen. Over het algemeen een leuke en leerzame middag voor de leerlingen.
Hoe word ik de leraar die ik zou willen worden/ben? Competentie E.2. hoofdfase Je communiceert doelgericht voor een groep, verbaal en non-verbaal. Eigenlijk kunnen er bij deze vraag meerdere competenties aan vastgeplakt worden. De belevingswereld van leerlingen is hierbij van belang. Maar ook kordaat optreden bij ongewenst gedrag. Daarnaast is het noodzakelijk dat je als docent probeert alle ‘soorten’ leerlingen aan te spreken binnen de les. Verder moet je als docent gewoon gaandeweg ontdekken wat jouw manier van lesgeven is. Die is voor iedereen anders. Zoals ook iedereen anders leert. Ik heb eigenlijk 1 ding waarvan ik vindt dat leerlingen zich aan moeten houden. RESPECT. Zowel richting mij, als richting hun medeleerlingen maar ook richting hunzelf. Daarnaast vind ik het belangrijk dat een leerling mij vertrouwd en wanneer hij zich niet gerespecteerd voelt, zich daar bij mij over kan beklagen. Je hebt als docent niet alleen de functie om informatie aan te bieden maar ook de leerlingen te helpen bij problemen, een opvoedkundige functie. Als het gaat om lesgeven vind ik het belangrijk dat ik de leerlingen zoveel mogelijk kan uitdagen. Dit kan ik doen door zoveel mogelijk ideeën en voorbeelden aan te dragen. Daarnaast ben streef ik naar een enigszins strenge, rechtvaardige manier van lesgegeven. Houdt de leerling zich aan het aspect “respect” dan heeft hij/zij voor de rest enorm veel vrijheid. Stuk uit lesreflectie: Tijdens het opruimen vraagt ‘n van de leerlingen hoe het kan dat ik de ene keer een cirkel in mijn oor heb en dan weer een vierkant. Ik laat zien dat ik dit gewoon kan verwisselen. Ze vragen mij of ik nog een groter gat ga maken. Ik antwoord hierop nee. Omdat ik dit nog acceptabel vindt en bij een eventuele sollicitatie niet meteen een stempel wil krijgen. We krijgen het ook over tattoos en ik vertel dat ik er iemand in Breda is met een tattoo op zijn voorhoofd. Ik vraag naar hun mening hierover. “ wat denken jullie als jullie iemand zien lopen met een tattoo op zijn voorhoofd?” ze zijn het er over eens dat de persoon ik kwestie dan gewoon gek is. Aan mij wordt geraagd hoe ik erover denk. Ook hierbij haal ik het sollicitatie principe op. Daarnaast zeg ik dat je meteen een bepaalde mening over jezelf afroept, en ik vraag of dat slim is. “want stel nu dat die persoon nu heel lief is, maar dit in een dronken bui heeft gedaan?” ik hoop dat dit ze aanzet tot nadenken over hun daden en over mensen.
Op welke manier kan ik mijn niveau van communiceren afstellen op deze doelgroep? Competentie E.2. hoofdfase Je communiceert doelgericht voor een groep, verbaal en non-verbaal. Bij leerlingen van het VMBO is het noodzakelijk dat je duidelijke taal gebruikt. En populair taalgebruik is echt niet noodzakelijk. Het is vooral dat je kleine stappen moet maken omdat ze op veel vlakken nog onwetend zijn. Ook hun empatisch vermogen is nog niet dermate ontwikkeld om zo te handelen. Dit terwijl het lichaam al wel richting het ‘volwassen’ gaan. Het gaat dus niet alleen bij lesgeven om duidelijke taal om buitenschoolse confrontatie vraagt om duidelijke taal. Bijvoorbeeld wanneer je een huilende leerling treft op het schoolplein. Empathie en vragen naar de oorzaak en op persoonlijk vlak communiceren is daarbij belangrijk. Daarnaast is het ook zaak dat je weet hoe je met beeldmateriaal communiceerd. bijv. door middel van een lesbrief, een filmpje of een powerpoint.
Slide uit powerpoint.
Hoe zorg ik ervoor dat ik orde in de lessen houd? Competentie E.3. hoofdfase Je corrigeert ongewenst gedrag en waardeert gewenst gedrag. Als docent in opleiding kom je voor situaties te staan welke soms minder leuk zijn. Bijvoorbeeld wanneer een leerling ongewenst gedrag vertoont. Dit kan zijn, het niet juist omgaan met materiaal, de les verstoren etc. Elke docent gaat hier anders mee om. Tijdens de lessen Martin Maes (techniek) weten de leerlingen wat er kan gebeuren wanneer zij ongewenst gedrag vertonen. Martin is strikt in zijn regels. 1 keer waarschuwen en begaat de leerling dan nogmaals een fout, dan wordt deze verwijderd uit de les. Of vergeet de leerling 2 maal op rij zijn boek voor de les, dan wordt toegang tot de les bij de 2e maal geweigerd. Op deze manier tracht Martin de leerlingen te trainen op het gebied van plannen. Angel probeert haar leerlingen bij ongewenst gedrag te sturen. Na te laten denken over zijn/haar daden. Klassikaal even de focus op de leerling leggen zorgt voor verlegenheid en dat is iets wat leerlingen van die leeftijd niet prettig vinden. Wanneer de spullen niet meegenomen zijn probeert zij de leerling op een andere manier aan de slag te laten gaan zodat er geen tijd verloren gaat en er toch een goede verstandhouding blijft tussen leerling en docent. Tijdens de momenten dat ik zelf les gaf, heb ik ook in moeten spelen op bepaalde situaties. Bij de lessen van Angel die ik overnam voor mijn project, zitten Jelle, Joost en Jonathan bij elkaar. Door hun leeftijd is er veel stoerdoenerij in het spel, ofwel agressiviteit. Er komen geen bloedlippen voor, maar onderling wordt er nog wel eens een stomp uitgedeeld. Ik vind dit niet prettig omdat ik vind dat je je medemens moet respecteren en dat doen we niet met vuisten. Zo heb ik dit ook uitgelegd. Nadat het stompen nog een keer voorkwam heb ik 1 van de 3 apart gezet waarna het gestoei over was. Een ander moment was toen 2 van de heren op internet informatie moesten zoeken voor het project en alleen maar filmpjes via youtube aan het kijken waren. I.p.v. boos te worden of ze publiekelijk aan de schandpaal te zetten, ben ik naar ze toe gelopen en heb gevraagd hoever ze waren met hun zoektocht. De heren hebben daarna keurig gewerkt.
Relectie M. Maes op techniekles 27 - 09
E interpersoonlijk vermogen De student functioneert open en oprecht in een sociaal verband en je communiceert daarbij effectief. E – je bevordert effectieve communicatie door bijvoorbeeld te luisteren, samen te vatten, en dóór te vragen; - je bevordert zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid door een balans te vinden tussen leiden en begeleiden. Tijdens het project wat ik geschreven en gedraaid heb ik veel informatie aan de leerlingen toegespeeld. Met deze informatie konden zij dan aan de slag waarna ik steeds het lokaal rondliep om de leerlingen te helpen. Dit helpen tijdens mijn lessen, en ook tijdens andere lessen, probeer ik zoveel mogelijk te laten uiten in begeleiden. Vooral als het erom gaat dat de leerlingen de fijne kneepjes leren (aftekenen, afwerken) probeer ik hen te helpen door met een wedervraag te komen. “Meneer ik weet niet hoe dit moet” of “meneer ik weet niet wat ik moet doen” beantwoord ik met “wat staat er in je werkboekje?” of “wat weet je al wél?” of “wat is het precies wat je niet snap?”. Op deze manier probeer ik de leerlingen toch eerst weer zelf na te laten denken alvorens ik hen ga leiden in de goede richting. Het is natuurlijk makkelijk om te vragen wat je moet doen en te zeggen dat je iets niet snapt als er 2, soms zelf 3, man aanwezig is in het lokaal. Maar neem je als docent het voortouw, dan leren ze niets. Het is aan jou als docent wel de taak om bijvoorbeeld de leiding te nemen als een werk groep of een leerling individueel vastloopt met het project. Jij moet er dan voor zorgen dat ze even over het ‘muurtje’ kunnen kijken zodat ze kunnen zien welke kant ze evt. op zouden kunnen om ze vanaf daar weer verder te begeleiden. Daarnaast is het vragen naar “waarom” wanneer de leerlingen een keuze hebben gemaakt van belang. Door zomaar een keuze te maken leren ze niet wat dit voor gevolg heeft voor de rest van het project, qua uitstraling, afwerking, constructie, etc. Door te vragen waarom ze deze keuze hebben gemaakt leren ze hierover na te denken, daardoor leren ze hun keuzes onder woorden te brengen en dieper na te denken over hun keuzes. Je geeft daarbij een opsomming van bijvoorbeeld de keuzes die al gemaakt zijn, en voegt daar de laatste keuze aan toe. De vraag is dan “ waarom is dit nu een goede of minder goede keuze? Zijn er nog meer opties?”. Op deze manier probeer ik de leerlingen uit te dagen en semi-zelfstandig verder te laten kijken dan dat ze in eerste instantie doen. Ook vind ik het belangrijk dat de leerlingen verantwoordelijkheid moeten dragen voor hun werk. Het is noodzakelijk dat zij alles netjes opbergen aan het einde van de les zodat ze niets kwijtraken en de volgende les gewoon weer door kunnen. Verder vind ik dat een leerling ook in staat moet kunnen zijn om afspraken na te komen. Tijdens mijn lessenreeks waren een aantal leerlingen afwezig op de laatste dag waardoor zij het werk niet in konden leveren. Met hen de afspraak gemaakt dat ze dit donderdag na de carnavals vakantie in zouden leveren. Iedereen heeft het in de agenda geschreven maar op de dag van inleveren bleek toch dat meer dan de helft van dit groepje amper iets had. En dit terwijl ik net op papier had gezet wat er moest gebeuren, in elk formaat etc. Ik heb toen gezegd dat het die dag erna uiterlijk ingeleverd moest zijn. Ze hadden immers al ruim een week extra de tijd gehad. De afspraak was wel: uitmuntende kwaliteit vanwege extra tijd en niet hoger dan een 7. Met deze leerlingen kon ik deze afspraak maken omdat dit leerlingen zijn die altijd goed meedoen en gedreven zijn. Helaas heb ik toch nog een onvoldoende moeten geven aan 1 leerling omdat hij niet het gehele eindproduct had ingeleverd. Ik heb hem gevraagd hoe dit kwam? De uitwerking was namelijk erg tof, maar de andere helft miste. Hij had geen tijd meer, was zijn antwoord. De volgende keer net voor het inlevermoment de leerling toch even iets meer persoonlijke aandacht geven zodat alles duidelijk in de agenda komt te staan of toch in het werkboekje met dikkere en grotere letters aangeven hoe en wat. (Vakvisie: zie bijlage).
F Vermogen tot Samenwerking de student is in staat een zelfstandige bijdrage te leveren aan een gezamelijk proces of prdouct, educatief en of beelden. F.1. hoofdfase: je kunt kritiek verwerken en ernaar handelen kritiek is goed, daar leer je van. en van wie beter te leren dan van collega docenten die al jaren in het vak zitten en weten hoe je de kneepjes van het vak uit moet oefenen. In de lesobservaties eerder in de portfolio staan plus en minpunten aangegeven. Ik verzoek u deze bekijken. F. 2: je levert een constructieve bijdrage aan een samenwerkingsproject en neemt daarbij verantwoordelijkheid voor een taak. Ook voor deze competentie wil ik u verwijzen naar een eerdere competentie en het geleverde bewijsmateriaal (competentie E afstudeerfase: interpersoonlijk vemogen)
F vermogen tot samenwerking De student is in staat een zelfstandige bijdrage te leveren aan een gezamenlijk proces of product, educatief en/of beeldend. F je bent in staat om in afstemming met anderen, doelen te realiseren. Tijdens mijn eigen project, waarbij de leerlingen meededen aan een officiële wedstrijd, werd er na het insturen van het werk van alle gegadigden een expositie georganiseerd. Een leuke, interessante en vooral leerzamer ervaring omdat ze kunnen bekijken hoe andere deze opdracht hadden aangepakt. De opening van de expositie vond plaats op een woensdag in het huis voor beeldcultuur in Breda. Woensdag is een dag waarbij ik normaal niet aanwezig ben op Scala. Maar omdat het mij interessant voor de leerlingen leek om eens mee te maken hoe zo’n expositie nu eigenlijk werkt en hoe zo’n opening gaat, had ik in overeenstemming met Guido Augustijn, ook docent op Scala, geregeld dat hij met een aantal kinderen op de fiets naar het huis voor beeldcultuur zou gaan, zodat ik met een busje van Scala alle kinderen die van buiten Breda naar de plaats van bestemming konden komen. (Bewijsmateriaal: competentie E: interpersoonlijk vermogen)
G.1. Je neemt deel aan discussies over kunst en onderwijs; - je onderneemt zelfstandig aktiviteiten om inzicht in kunst en cultuur te vergroten. In de kerstvakantie een 3 daagse trip naar Parijs gemaakt. Het was minimal 10 jaar geleden dat ik daar geweest was, hetgeen betekende dat mijn kunstblik nu heel anders is dan toen. Het blijft een mooi gegeven hoe de gehele infrastructuur van de stad vernieuwd is in de 19e eeuw en hoe vooruit strevend dat is geweest. Parijs is een drukke stad maar zeer logisch ingedeeld met haar grote boulevards en pleinen. Tijdens mijn vorige bezoek aan Parijs heb ik ook het Louvre bezocht. Destijds ging mijn oog alleen uit naar de Mona Lisa en zij viel mij toen tegen. Ik had namelijk een heel groot schilderij verwacht, omdat elke tiener geïnteresseerd is in alles wat overrompeld. Afgelopen bezoek ging mijn aandacht uiteraard ook weer uit naar de Mona Lisa, alleen was het erg druk en heb ik haar minder goed kunnen bezichtigen. Echter, de schilderijen die ik destijds oninteressant vond (Nederlandse schilderkunst vanaf de 17e eeuw) was voor mij mnu een must om te zien. Ik ben het afgelopen jaar enorm geïntrigeerd geraakt. de manier van schilderen, het verwerken van het licht, de alledaagse Nederlandse taferelen. Stuk voor stuk, geweldig. Verder ben ik destijds via de hoofdingang gekomen en heb toen ruim een uur in de wachtrij gestaan. Afgelopen keer besloten we om via de ondergrondse te gaan. Wat een beleving! Het immense ondergrondse stelsel en de openheid van de centrale hal en hoe daar de naar binnen gekantlde piramide een enorme oase van ligt brengt. Een lust voor het oog en in mijn optiek zeker geen afbreuk aan het oude immense paleis eromheen. Het versterkt juist de band tussen het oude en het nieuwe, omdat ze juist zo verschillend van elkaar zijn. Het is de generatiekloof tussen de architectuur die hen tot 1 geheel maakt! Ik heb genoten!
Om tijdens mijn stage zoveel mogelijk te weten te komen over hoe de school zich profileert naar de buitenwereld en de aankomende leerlingen, heb ik ook meegeholpen tijdens de open dag op 02 - 02 - 2014. Ik vind het belangrijk om te zien hoe een school hiermee omgaat en hoe ik mezelf nuttig kan maken tijdens deze dagen. Alleen op die manier kan je erachter komen of deze potentiële werkplek ook daadwerkelijk iets voor jou is. En ook alleen op deze manier toon je aan dat je een aanwinst zou kunnen zijn voor deze potentiële werkplek. Tijdens de open dag heb ik de vragen beantwoord die ik kon beantwoorden. De vragen die meer uitleg nodig hadden heb ik doorgestuurd naar de vakdocenten omdat deze precies alle ins en outs van de school kunnen vertellen. Uiteraard heb ik ook mijn mening gegeven over Scala, welke enkel en alleen positief is, en zo getracht mijn verhaal als aankomend docent ook als geldend bewijs te laten klinken om te kiezen voor deze school.
Uitnsijden van elementjes om te laten zeef drukken tijdens open dag
Presentatie van de werkjes in het technieklokaal tijdens de open dag
Presentatie K&V lokaal tijdens de open dag
Routing voor tijdens de open dag. Stickers worden intern gemaakt in “de Spie” in de richting Signmaking
G.2. je houdt je op de hoogte van werk en ideeën van kunstenaars en/of vormgevers uit eigen en andere culturen, en je laat je daardoor inspireren voor zowel eigen werk als dan van leerlingen. Regelmatig ben ik te vinden in museau of koop ik een tijdschrift/boek waarin nieuwe ontwerpers hun projecten showen. Daarnaast heb ik een aantwal websites die ik regelatig bekijk om daar bruikbare foto’s ter inspiratie voor mijn leerlingen vandaan te halen (www.droog.com, www.dezeen. com of www.trendland.com vind ikzelf erg interessant.). Daarnaast vind ik het ook leuk om leerlingen een stukje kunstgeschiedenis mee te geven bij een project. Niet alleen is het noodzakelijk om te kijken wat er op het gebied van kunst is gebeurd door de tijd heen, er is ook op die manier weer inspiratie uit te halen voor hen. Voor een project op Prinsentuin van Cooth, de school waar ik nu ook lesgeef, gaan we beginnen met een muurschildering. Hiervoor heb ik de Documentaire over de street-art artiest Banksy gekeken en geanalyseerd hoe hij en vele anderen te werk gaan. Op deze manier zorg ik er zelf voor dat ik weet waar en hoe ik leerlingen moet coachen en/of sturen en kan ik goed inspelen op vragen of problemen bij dit project.
Op welke manier kan ik de doelgroep prikkelen in opdrachten? Competentie G1. Je neemt deel aan discussies over kunst –en onderwijs; je onderneemt zelfstandig activiteiten om inzicht kunst en cultuur te vergroten. G.2. hoofdfase: Je houdt je op de hoogte van werk en ideeën van kunstenaars en/of vormgevers uit eigen en andere culturen, en laat je daardoor inspireren voor zowel eigen werk als dat van de leerlingen. G.3. hoofdfase: Je kunt culturele evenementen selecteren op hun bruikbaarheid voor educatie doelen; - je verzamelt en verwerkt informatie van de culturele infrastructuur van de stage-omgeving, en benut deze informatie actief Tijdens de lessen over re-use en recycle van Angel liep ik de les binnen om te kijken welke inspiratiebronnen de leerlingen al hadden gevonden. Leerling A had nog niets, dus ik vroeg hem va welke materialen hij iets wist op dit gebied. Aan de hand daarvan heb ik hem een aantal ontwerpers laten zien waar hij laaiend enthousiast over was. Voor mijn eigen werk heb ik me laten inspireren door houtverbindingen. Tijdens de technieklessen van Martin kwam een gelijknamig hoofdstuk voorbij en ik heb deze toen voor mijn rekening genomen. Voor de uitleg had ik mijn stoel meegenomen waarin een aantal houtverbindingen verwerkt zaten. Op deze manier heb ik hen laten zien dat houtverbindingen niet alleen functioneel maar esthetisch belangrijk zijn. Daarnaast is het voor leerlingen interessant om te daadwerkelijk iets te zien en aan te raken dan alleen op een beeldscherm. Elk jaar is er het glazen huis van 3FM. Dit jaar organiseerde Scala een kerstmarkt waarbij de opbrengst naar dit goede doel ging. Tijdens de lessen PDT van Guido Augustijn heb ik een les overgenomen van hem en daarin een verandering aangebracht. IP een Mickey Mouse te zeefdrukken konden de leerlingen dit maal kiezen uit 3 verschillende kerstobjecten waarmee zij een kerstkaart konden maken. Deze konden dan weer verkocht worden op de markt. De lat lag hierdoor nog hoger omdat de leerlingen zelf ook wisten dat het geld voor een goed doel bestemt was en dat roept emoties op. Voor het project van het paviljoen wordt er een tentoonstelling georganiseerd waarin al het ingezonden werk wordt getoond. Dit was voor mij een uitstekende kans op een min excursie te organiseren. Op deze manier kon niet alleen ikzelf, maar ook de leerlingen een bredere blik krijgen. Kijken naar het werk van anderen laat het brein altijd weer werken. Daarnaast is er in het gebouw waar de expo gehouden wordt, ook een designshop aanwezig. Ook hier kunnen leerlingen weer inspiratie opdoen en kan ik uitleg geven over materialen e.d. 2 vliegen in 1 klap!
Stil uit een filmpje over recycle met ontwerper Dirk van der Kooij
G.3. je kunt culturele evenementen selecteren op hun bruikbaarheid voor educatieve doeleinden; je verzamelt en verwerkt informatie van de culturele infrastructuur van de stageomgeving, en benut deze informatie actief. Voor mijn werk op Prinsentuin van Cooth ben ik in mijn eerste werkweek meegegaan als begeleidend docent naar het “Nerds on stage” festival in Rotterdam. Deze beurs is gericht op technologie waar allerlei ontwerpers, game ontwikkelaars etc komen en waar leerlingen ook zelf mee kunnen doen aan workshops. Deze technologische ontwikkelingen komen niet aan bod bij de lessen Techniek op Scala. Dit was voor mij een uitstekend moment om te kijken wat er allemaal gaande is op dit gebied, vooral omdat ik zelf ook nog veel kan leren, en heb deze informatie ook verwerkt in mijn afstudeeronderzoek. (zie bijlage) Daarnaast komende deze technologische aspecten in de lessen op mijn werk wel naar voren. Ook hier heb ik dus direct nieuwe inspiratie en kennis op kunnen doen voor het onderwijs.
G je toont engagement ten aanzien van (sub)culturen en maatschappelijke ontwikkelingen door bezoek aan culturele evenementen in binnen- en buitenland, en deelname aan symposia. Het is belangrijk om als docent op de hoogte te blijven van wat er allemaal georganiseerd wordt en te beleven valt in de culturele sector. Het bezoeken van festivals, concerten, musea etc. is iets wat jou als docent kan inspireren om na te denken wat er goed is (of wat je goed vind) of wat jij anders zou doen. Ook doe je hier natuurlijk weer inspiratie op voor nieuwe projecten. Zelf heb ik ooit een voor een klein dansen-art festival in Eindhoven (life-line) een ‘muur’ ontworpen die bestond uit 2 lappen zeer flexibele stof waar tussen men kon dansen. Dit gaf aan de buitenkant van de ‘muur’ een steeds veranderend beeld van bewegende armen en benen. Een soort dansend sculptuur. Een heel interessante beleving voor zowel danser als toeschouwer, aangezien de stof ook reflecterend zilver was, waardoor de discolampen nog een extra dimensie gaven aan het object. Het is natuurlijk ook een fantastisch fenomeen om als bezoeker van een event een object zelf in leven te moeten houden!
Dit project was weer een voortvloeisel uit één van mijn afstudeerprojecten waarbij ik een bar had ontworpen waarin de mensen plaats moesten nemen in de wanden, die van hetzelfde materiaal waren als de muur, waardoor ook hier steeds het veranderende beeld ontstond van mensen die kwamen en gingen. Festivals vind ik daarom altijd een enorme inspiratie bron. Zowel de aankleding alsmede de bezoekers die er zijn. Zoveel verschillende culturen die met elkaar samen gaan en eigenlijk op die dag(en) allemaal dezelfde interesses hebben. Dit creëert mogelijkheden op het gebied van kunst en cultuur. Op 22 – 03 jl. ben ik naar het concert van Red Fang, een stonerrock band uit Portland, Oregon. In de Effenaar in Eindhoven geweest. Het optreden was goed, strak gespeeld, goed geluid en gezellige mensen. Echter, wat ik de laatste jaren zo jammer vind, is dat de aankleding van deze shows weinig meer aan de beleving over laat. De band staat op het podium en doet zijn ding (goed!). natuurlijk worden er hier en daar ondersteunende video’s getoond maar een echte show is er veelal niet meer bij. Naar mijn idee zonde, want dat kan een show nog meer goeds brengen. Een goed voorbeeld waarbij het nog wel vaak gebeurd zijn de optredens van Muse, een Engelse band, waarbij er grote balen het publiek in worden geslingerd, en de lasers, lampen en visuals je om de oren vliegen. Het is een totaalpakket. Zo’n totaalpakket zorgt voor zo’n enorme blijvende herinnering en zorgt ook voor nieuwe gedachten voor degenen die zich met dit soort dingen bezig houden. Ook zie je steeds meer dat (kleine) musea in het weekend optreden hebben van bandjes of dichters komen hun poëtische teksten voordragen. Dit kan gepaard gaan met dans of een andere vorm van theater. Kortom, het gaat in mijn ogen niet alleen om de band, de kunst of de gedichten het gaat om de totaalbeleving. En deze beleving is in mijn ogen een combinatie van deze elementen. Verder heb ik afgelopen jaar ook meegedaan aan een designbeurs samen met mij compagnon. Tijdens deze beurs stonden er allerlei ontwerpers met hun projecten en ideeën op het gebied van design. Het onderwerp van deze beurs ‘handwerk’. De ontwerpers en makers tijdens deze beurs vervaardigden als hun producten met de hand met uiteen lopende ontwerpen van handgemaakte tassen van leer tot (in ons geval) een houten tafel die altijd wiebelt.
Het mooie aan zo’n beurs is dat je door de contacten die je opdoet je netwerk wordt vergroot en de passie en energie weer helemaal opkomen. Daarnaast geeft de bewondering voor je werk ook weer een enorme boost waarmee je weer met frisse moed je volgende projecten gaat maken. Daarnaast houden dergelijke evenementen je blik op jouw vak gebied scherp en het zet ook aan tot kritisch denken en geeft inspiratie tot projecten en manieren van organiseren binnen jouw eigen lessen of binnen school/stage/werk.
Bijlagen Vanaf hier zijn alle grote bestanden te vinden zoals: - Lesplan paviljoen - Docentenhandleiding paviljoen - Vakvisie - Onderwijsvisie - Afstudeeronderzoek op het gebied van onderwijs - Afstudeeronderzoek op het gebied van kunst
Lesplan Drijvend Cultureel Paviljoen
Ontwerp Project Cultureel Paviljoen Domein Architectuur Opdrachtgever: Gemeente Breda, Gebouw F en BNA Kunst en Vormgeven Leerjaar 3, KV - pr - cultureelpaviljoen
Breda is druk bezig met de ontwikkeling van het stations gebied. Daar hoort ook een deel van de wijk Belcrum bij. In deze wijk is men een cultureel gebied aan het ontwikkelen. Dit gebied beschiikt nu al over een cultureel strand en een skatebaan maar aan dit gebied moet nu ook nog een paviljoen toegevoegd worden. Één ding als wel duidelijk rondom dit paviljoen, het moet zich op het water bevinden. Gemeneete Breda heeft voor het ontwerp van dit paviljoen de hulp ingeroepen van Gebouw F en de BNA. Deze 3 organisaties zullen aan het einde van de wedstrijd bepalen welk ontwerp er wordt uitgekozen.
Breda is in ontwikkeling. Een nieuw station, veel nieuwe woontorens in de wijk Heuvel en nu: Een cultureel paviljoen voor de wijk Belcrum. Breda moet hiermee, en met nog veel meer nieuwe projecten, een nieuwe culturele trekpleister worden!
Gebouw F is het Bredase centrum voor architectuur Gebouw F besteedt aandacht aan architectuur, stedenbouw, landschapsarchitectuur, interieurarchitectuur en nieuwe media. Het centrum is begin 2000 officieel opgericht en is bedoeld om de Bredase bevolking enthousiast te maken voor architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur. Daarom organiseert Gebouw F publieksdebatten, lezingen, exposities, prijsvragen en excursies. Daarnaast geeft Gebouw F publicaties, boeken en architectuurroutes uit.
Bijna 1300 architectenbureaus zijn verenigd in de BNA, de branchevereniging voor Nederlandse architectenbureaus. De BNA is een netwerk dat modern, creatief ondernemerschap bevordert. Met als drijfveer de kracht van architectuur voor de leefomgeving.
De BNA werkt aan het versterken van bureaus, om op kansrijke markten toegevoegde waarde te leveren aan opdrachtgevers en maatschappij.
Omschrijving
Opdracht Inspiratie
Breda is een Nederlandse stad in het westen van de provincie Noord-Brabant. De gemeente telt in 2012 178.280 inwoners en is daarmee in grootte de derde van Noord-Brabant en de negende van Nederland. Breda is vanouds de voornaamste stad van West-Brabant en is de oude hoofdstad van de Baronie van Breda, waaronder onder meer de huidige steden Roosendaal, Etten-Leur en Oosterhout behoren. In Breda bevindt zich de Koninklijke Militaire Academie. In 2012 telde de stad 27.000 studenten in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en werd door het bestuur van de Nationale OnderwijsWeek gekozen als Onderwijsstad van het Jaar 2012 en 2013. In de Bredase binnenstad, die in 2009 tot beste binnenstad van Nederland in de categorie grote steden werd gekroond, bevinden zich onder meer de gotische Onze-Lieve-Vrouwekerk, het Begijnhof, het Spanjaardsgat, het Oude Stadhuis en de Prinsenkade. Zowel vanwege zijn historisch stadsschoon als om zijn fraaie, bosrijke omgeving wordt Breda in zijn volkslied ook wel de Parel van het Zuiden genoemd.
CASUS / opdrachtomschrijving
Opdracht
De komende jaren zal het stationsgebied van Breda enorm veranderen. Er komen enorm grote gebouwen rond het station waar mensen kunnen wonen, werken en recreeren. Omdat de mensen ook vertier zoeken heeft gemeente Breda bedacht dat er een drijvend Paviljoen moet komen. Sinds afgelopen zomer is er in de wijk Belcrum al stand en een skatepark aangelegd. Deze 2 nieuwe spots zijn te vinden bij het Electron. Een plek ten westen van het station waar vaak exposities worden gehouden. Het gebied van de Belcrum moet het nieuwe creatieve hart van Breda worden, en daarbij hoort een Paviljoen om het geheel af te maken. Wedstrijd!
Voor dit project heeft gemeente Breda bedacht dat er een wedstrijd georganiseerd wordt voor iedereen die in Breda woont, werkt of op school zit. Gemeente Breda is beniewd wat de mensen van Breda nog missen in hun stad en vraagt daarom de mensen om een idee in te sturen voor een Cultureel Paviljoen. Dit paviljoen moet kunnen drijven en moet een bepaalde functie hebben en gemaakt zijn d.m.v. hergebruik van materialen.
Welke functie dat is, mag jij als ontwerper zelf bedenken. Alle ontwerpen moeten op 9 januari worden ingeleverd. Daarna zullen ze van, 22 januari t/m 29 januari, tentoongesteld worden in het Huis Voor Beeldcultuur.
Opdrachten
Drijvend paviljoen Rotterdam Uitwerking Totaal aan te leveren - Mindmap met daarin jouw woorden/tekeningen/afbeelding die pas sen bij Breda, Kunst&Cultuur, Recycle, Ontmoeten. - Bekijk verschillende gebouwen over de hele wereld die jij bijzonder vindt met daarbij de beschrijving van de stijlkenmerken kleur, vorm, materiaal en functie. - Onderzoek welke alternatieve bouwmaterialen zijn. Zoek hierbij ver schillende voorbeelden door te kijken naar gebouwen die zijn gebouwd met hergebruik of gerecyclede materialen. - Maak een vlekkenplan met daarin alle ruimtes die in jouw paviljoen moeten komen. Denk hierbij goed na over de fuctie. - Maak een plattegrond n.a.v. het vlekkenplan. Ga goed na of alle ruimtes logisch met elkaar zijn verbonden. - Maak een 3D tekening van jouw ontwerp. Denk hierbij goed na over de materiaalkeuze en of deze goed bij de functie past. - Verwerk de 3D tekening in een foto om zo te laten zien hoe deze er in de omgeving uitziet. - Geef een beschrijving van jouw paviljoen. Bedenk een naam, een slogan, beschrijf waarom je voor die materialen hebt gekozen en waarom je voor die plek hebt gekozen.
Uitwerking
OPDRACHT 1
OPDRACHT 2
Maak een mindmap met daarin als onderwerp PAVILJOEN. Dit woord zet je in het midden van het blad (A3). De woorden die je eromheen schrijft zijn: - Ontmoeten - Kunst en Cultuur - Hergebruik - Breda Uitwerking: Zie training Mindmap Uitwerking
A) Zoek bij de woorden Ontmoeten -Kunst en Cultuur - Hergebruik verschillende gebouwen van over de hele wereld die jij hierbij vindt passen en welke jij echt BIJZONDER vindt. Een museum past bijv. bij kunst en cultuur maar ook bij ontmoeten. Schrijf de volgende punten erbij: - Naam ontwerper - Plek waar het staat - Functie van het gebouw - Wat zegt de kleur over de functie? - Wat zegt het materiaal over de functie? - Wat zegt vorm over de functie?
- Boeken/tijdschriften - OLC - Lijm - Schaar
B) Zoek daarna andere gebouwen (huizen, kantoren enz.) die jij bijzonder vindt. Hoe diverser, hoe beter! Schrijf ook hier weer bovenstaande punten bij. Ben je klaar dan plak je alle afbeeldingen op je mindmap. Benodigdheden: - A3 papier - Pen - Gekleurde stiften - Internet
Uitwerking
OPDRACHT 3
Onderzoek welke alternatieve bouwmaterialen er zijn. In Nederland ge- bruiken we veel baksteen en beton maar beton is erg slecht voor het milieu. Het recyclen van materiaal is een goed alternatief. Zo kan je bijvoorbeeld hout planken van een oude schuur weer opnieuw gebruiken voor de buiten gevel. Maar ook flessen, LP’s en zelfs papier kan gebruikt worden om iets mee te bouwen. A) Leg een infoboekje aan met alternatieve bouwmaterialen (minimaal 4 per persoon). Denk hierbij aan rest materialen, hergebruik, verf, dakbedekking, isolatie etc. Geef duidelijk weer welk materiaal we nu vaak gebruiken en welk materiaal we veel beter zouden kunnen gebruiken. Is er bijvoorbeeld ook milieurvriendelijk cement? B) Zoek voorbeelden van ontwerpers (minimaal 4) die jullie hierin voor zijn gegaan, en beschrijf welke stappen zij ondernomen hebben. Dit mogen ook ontwerpers zijn die bijv. stoelen hebben gemaakt van gerecycelde materialen. Uitwerking: Zie training Re-use and Recycle
- Internet - Boeken/tijdschriften
Inspiratie nodig? - http://www.ecodorpbrabant.nl/html/wat-willen-wij/strobalen/strobalenhuis.php - http://www.refdag.nl/nieuws/regio_2_210/zwolle_krijgt_ecologisch_aardehuis_1_278747 Benodigdheden: - A4 papier - Printer - Microsoft Word
Lege flessen? Muur voor een huis!
Tejo Remy - Rag Chair
Oude bus? Nieuw Huis!
Dirk van der Kooij - stoelen gemaakt van gesmolten plastic
OMSCHRIJVING OMSCHRIJVING
3D en Perspectief
OPDRACHT
We hebben nu de plattegrond getekend. Nu moet deze tekeningen tot een 3D tekening of perspectief tekening gemaakt worden Perspectief is de perfecte weergave van de wereld zoals we die zien als we door een straat kijken. Alles wat verder weg licht is kleiner dan wat dichterbij ligt. Sommige lijnen lijken hierdoor schuin te lopen, en dat teken je ook zo. Dit komt omdat we naar 1 punt kijken. 3D tekeningen is eigenlijk hetzelfde maar dit gebeurd tegenwoordig bijna altijd op de computer. Architecten, meubel ontwerpers etc. gebruiken bijvoorbeeld Autocad, skecth-up of Vectorworks. Dit is veel sneller en nauwkeuriger dan het tekenen met de hand. Toch is het tekenen met de hand wel iets wat je moet kunnen, want stel dat je een opdracht moet maken en je computer crashed ineens?!
UITWERKING
OPDRACHT 6
Wat weet je nog van de training Isometrisch tekenen? Maak hieronder een snelle schets van jouw paviljoen met de hand of met Sketch-up!
Klaar? Dan mag je jouw paviljoen gaan tekenen op een A3 vel.
Ook daarmee klaar? Dan kan je verder gaan met detailleren en levendiger maken van de tekening. Dit kan je op verschillende manier doen. - Met een fineliner - Met ecoline/aquarelverf - Potlood/stiften/ Zoek een aantal van deze beelden (minimaal 2) op en plak deze achterin je werkboekje op de daarvoor bestemde pagina. Benodigdheden - A3 papier - Geodriehoek - Potlood - Gum
OMSCHRIJVING OMSCHRIJVING OPDRACHT
Maquette Een maquette is een 3D model op schaal, bijvoorbeeld 1:20. Dit word gedaan omdat het anders veel te groot wordt (1:1 is ware grootte) Maquettes worden gemaakt om een beter beeld te krijgen dan alleen het kij-ken naar plattegronden en gevelaanzichten. Maquettes werden ook gebruikt voor het controleren van het ontwerp van een fabriek zodat alle foutjes eruit gehaald kunnen worden. Dit wordt tegenwoordig ook wel gedaan met bijvoorbeeld AutoCad, door het maken van een 3D model. Het nadee hiervan is dat je nog niet goed kan zien of het genouw mooi in de omgeving past. Er worden ook maquettes van stedelijke gebieden gemaakt om te tonen hoe het ooit was of hoe het zal worden.
Maquette van de Londense wijk Kings Cross
UITWERKING
OPDRACHT 7
Bij de vorige stap heb je op papier al de stap van 2D naar 3D gemaakt, door het isometrisch tekenen. Nu ga je weer een stapje verder en in 3D werken! Je gaat namelijk een maquette bouwen van jouw ontwerp!
Dit lijkt misschien moeilijk en dat is het ook wel een beetje. Het moeilijk is vooral om alles zo precies mogelijk te doen omdat anders je maquette straks niet overal netjes aansluit.
Snijd uit foambaord één voor één alle muurtjes etc. Snijd ook alle raamopeningen en deuren eruit.
Benodigdheden - Foambaord - Geodriehoek - Potlood - Gum - Snijmat - Mesje
Presentatie Aanpak Uitwerking De ontwerpperiode van het paviljoen is nu klaar. Nu komt misschien wel het moeilijkste gedeelte, jouw project zo presenteren dat de opdrachtgever overtuigd is en jouw ontwerp uitkiest om te laten bouwen! A) Schrijf voor jezelf een presentatietekst waarin staat welke keuzes jij hebt gemaakt bij de het tot stand komen van dit project. B) Beschrijf de onderdelen die onderzocht zijn en waarom je juist díe keuzes gemaakt hebt. C) Zet alles netjes in een PowerPoint presentatie. D) Sluit de presentatie af met een “slogan”. Een slogan is kreet (ook wel one-liner genoemd) waarmee het ontwerp extra power krijgt! Enkele voorbeelden van slogans: • Nike: Just Do It • MacDonalds: I’m Loving It • Scala: Daar Ontdenk Je Het! De gehele presentatie duurt maximaal 5 minuten.
Benodigdheden - Microsoft Word - Microsoft PowerPoint
[[ logboek Cultureel Paviljoen]]
Onderzoek Verslag Aanpak Wat heb je gedaan om je voor te bereiden op dit project: .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. ..............................................................................................................................
.........................................................................
Materialenlijstje: ......................................................................... ..................................................................................................................... ..................................................................................................................... Techniekenlijstje:
.....................................................................................................................
.........................................................................
..................................................................................................................... Gereedschappen:
.....................................................................................................................
Heb je andere locaties bezocht? Denk aan excursies, bedrijfsbezoek enz. ..................................................................................................................... .....................................................................................................................
Welke bronnen heb je geraadpleegd? ................................................................................. ................................................................................. .................................................................................
Plan
Heb je samengewerkt met klas -of groepsgenoten? Zoja,met wie? Vermeld een taakverdeling of jouw rol in de samenwerking. Tijdspad
Maak een foto van jouw/jullie eindprduct en zet deze in een A4 document (photoshop bijv.). Druk dit bestand of en doe het in je portfolio. Plaats het ook online op jouw tumblr account, facebook o.i.d.
Beoordeling
Vlekkenplan Schrijf op welke ruimtes in jouw paviljoen moeten komen.
Aanpak Uitwerking
Denk hierbij goed aan de functie die jouw paviljoen heeft. Er hoeft bijvoorbeeld geen schoonheidshoekje te komen als je alleen maar bands laat optreden. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Voorbeelden uitwerking isometrische schetsen
Plattegrond
Dit is de legenda voor het maken van de plattegrond. Elk onderdeel in huis (deur, raam enz.) heeft een ander symbool. Dit is ooit zo afgesproken zodat elke tekening van een gebouw (waar dan ook ter wereld) door iedereen gelezen kan worden.
Aanpak Uitwerking
Plattegrond
Aanpak Uitwerking
Docentenhandleiding Drijven Cultureel Paviljoen Inleiding. “Drijvend Paviljoen” Bij Kunst en vormgeven gaan we komende periode deelnemen aan een officiële ontwerp wedstrijd. Een ontwerpwedstrijd voor een paviljoen hier in Breda. Een drijvend paviljoen welteverstaan. Er zijn op het moment veel ontwikkelingen gaande voor het stationsgebied. Het gehele station moet straks omringt zijn met gebouwen waarin gewoond, gewerkt en gewinkeld kan worden. Maar alleen wonen, werken en winkelen maakt een stad niet tot een goede stad. Daarbij moet er ook ontspannen kunnen worden. Natuurlijk kan men naar de kroeg of naar een discotheek. Ook musea en theatervoorstellingen vallen hier ook onder. Momenteel is gemeente Breda druk bezig met het havenkwartier om te toveren tot een culturele hotspot. In dit gebied zit al Electron (een skatebaan) en in de zomer de Belcrum Beach zijn. Bij Electron worden regelmatig exposities gegeven waar jong en oud op af komt en ook zitten hier veel kunstenaars gevestigd. De skatebaan, Belcrum Beach en Electron zijn mooie ontmoetingsplekken, maar toch mist er nog iets. En dit “iets” is in de ogen van de gemeente Breda een paviljoen. Wat is een paviljoen? Een paviljoen is een ruimte waar mensen van gelijke interesses elkaar kunnen treffen. Zo kan het bijvoorbeeld een ruimte worden waar regelmatig schrijvers samen komen om hun gedichten voor te dragen. Of een ruimte waar lokale bandjes intieme concerten geven. Of een horeca gelegenheid, waar men onder het genot van een drankje kan geniet van het uitzicht vanaf het water. Of alles in 1 inde vorm van een Pop-up store. Dat is een concept waarbij er bijvoorbeeld elke 3 maanden een nieuwe onderneming in het pand zit. Kortom keuze genoeg en dit is nog maar een hele kleine selectie van ideeën die ervoor geschikt zouden kunnen zijn. Waar moet het paviljoen aan voldoen? Zoals al eerder gezegd moet het paviljoen kunnen drijven. Maar naaste deze ene eis zijn er nog een aantal andere eisen en dat zijn de volgende: - het moet gebouwd worden a.d.h.v. hergebruik van materialen. - Het moet een vaste aanmeerplaats hebben, maar ook verplaatsbaar zijn (denk aan hoogte van bruggen etc.). De vaste aanmeerplaats moet goed onderbouwd zijn. - ook moet er al een deels worden nagedacht over de constructie. Het is een drijvend paviljoen, dus denk aan gewicht. - Denk na over de kosten - Ruimtelijke tekening - Collage (met referentie materiaal) - Evt. Maquette - Concept moet beoogde gebruik ondersteunen (bij muziek moet het dus geen open paviljoen zijn ivm geluidsoverlast - Passende naam en motto (slogan) Functie Het moet dus een (culturele) ontmoetingsplek worden. Maar dan wel één zoals we die nog niet kennen. Een aantal grote hier in Breda zijn Mezz, Chasse theater en MOTI. Daarnaast hebben we nog wat kleine expositie ruimtes zoals het Huis voor Beeldcultuur en een redelijk nieuwe, New York Creations Gallery. Niveau Mavo 3 klassen
Doelen - De leerlingen na laten denken hoe het drijvend paviljoen er uit moet komen te zien - De leerlingen na laten denken over recyclen - De leerlingen mee laten denken over ‘hun’ stad - De leerlingen laten samenwerken als een onderneming - De leerlingen laten nadenken of hoe ze hun product kunnen presenteren en verkopen Lesindeling Week 1, Les 1 t/m 3 Uitleg over het project drijvend paviljoen Officiële wedstrijd, leerlingen worden ingeschreven, gemeente Breda, Gebouw F, BNA, al het ingezonden werk wordt tentoon gesteld. 1e uur - Uitdelen opdracht PPT of prezi over ontwikkelingen in het havenkwartier en stations gebied Electron, belcrum beach Uitleg over paviljoen (zie info op powerpoint) Kunst, cultuur etc. Chase, Mezz en galeries – maar dan in paviljoen vorm Voorbeelden laten zien Benodigdheden: computer met powerpoint en werkboek 2e en 3e uur Maken van mindmap paviljoen - voorbeelden zoeken - pluspunten en minpunten opschrijven - wat moeten de mogelijkheden zijn - wat past er in het straatbeeld Benodigdheden: pen en papier Leerdoel: Laten zien hoe een mindmap werkt en waar ze dit middel voor kunnen gebruiken Leerstijlen: Denker, Doener, Les 4 t/m 6 1e uur Discissieren over mindmaps - Concept ontwikkeling: wat is hetgeen wat we nog missen in Breda? Mis jezelf iets voor jouw leeftijd of misschien voor de ouderen? Combie? Multi functioneel? 1 organisatie -> verhuur van paviljoen? Graffity? Benodigdheden: pen en papier Leerdoel: Leren van elkaars inzichten en discussieren met elkaar over elkaars ideeen
Leerstijlen: Denker, Beslisser 2e uur - de leerlingen zoeken samen informatie op over alternatieve materialen: Recycle re-use: milieuvriendelijk en groen, prijzen. (schapenwol ipv glaswol etc) Benodigdheden: Een laptop/ computer per tweetal 3e uur - Collage maken voor paviljoen Kleur, vorm, materiaal: inspiratiebeelden. Benodigdheden: Tijdschriften, computers/ printers, scharen, lijm, papier, stiften. Leerdoel: Na laten denken over recyclen en hergebruik maar ook over duurzaamheid Deze opdracht zorgt er ook voor dat de leerlingen materiaal verzamelen waar ze later nog iets aan kunnen hebben. Effecientie. Leerstijlen: Doener, dromer Week 2, Les 7 t/m9 1e uur - Afronden van de collage maken voor paviljoen Kleur, vorm, materiaal: inspiratiebeelden. - OPTIONEEL: Aan de hand van de collages kunnen groepen gevormd worden door leerlingen met (ongeveer) dezelfde ideeën. - Tekening: vormschets van het paviljoen Benodigdheden: Papier, potloden, kleurpotloden Leerdoel: Na laten denken over vorm en functie en de relatie daartussen. Leren kijken naar omgeving waar ze zich bevinden wat ze normaal voor lief nemen. Leerstijlen: Denker, Doener Uitwerking “Drijvend paviljoen” 2e en 3e uur - (In groepjes) een plattegrond tekenen van het drijven paviljoen (met maten) Benodigdheden: A3 formaat (raster)papier, potloden, gum, liniaal etc 4e en 5e uur - In groepjes verschillende aanzichten tekenen van het paviljoen (minimaal 3) Benodigdheden: A4 of A3 papier, potloden, kleurpotloden, gum, liniaal, etc.
Week 3, les 6 t/m 9 - De leerlingen bouwen in hun groepje een maquette. Zij moeten hiervoor zelf spullen meenemen om te knutselen. Denk aan: flesjes, wc rollen, lijm, plastic, touwtjes, etc. Benodigdheden: knutselmaterialen. Leerdoel: Leren werken van idee naar tekening in 2D en van 2D naar 3D. Na laten denken over beroepen, preciesiewerk. Leerstijlen: Doener Week 4 - presenteren aan klas waarin het paviljoen ‘verkocht’ wordt. Benodigdheden - Photoshop - Indesign - Internet - Powerpoint Leerdoel: Groep als ‘bedrijf ’ laten denken en laten werken. Leerstijl: Denker, doener, beslisser
Onderwijsvisie Anco Salari m.b.t. Beeldende Vakken Doel Leerlingen hun eigen talenten laten ontwikkelen d.m.v. vakoverstijgende projecten. In deze projecten worden de verschillende disciplines van de beeldende vorming gecombineerd. Binnen deze projecten zullen de leerlingen allerlei vaardigheden ontdekken die ze binnen dat project leren en deze weer toe kunnen passen bij andere projecten. Doordat ze kennis opdoen van deze vaardigheden zullen ze ook sneller een concept kunnen uitwerken bij een volgend project. Denk hierbij aan zeefdrukken, naaien maar ook het opmaken van poster in Indeling of Photoshop. Ook het leren denken vanuit een materiaal of een statement (het conceptualiseren van een idee) vind ik belangrijk. Hierdoor leren de leerlingen te denken vanuit zichzelf en hoe zij denken over een bepaald onderwerp. Eindterm SLO: • BV/K/3: Leervaardigheden: beheersen van beeldende vaardigheden die bijdragen tot het leervermogen. Inhoud en Methode Ik vind dat er op de verschillende afdelingen door de leerlingen meer samengewerkt moet worden. Zo leren ze extra informatie in te winnen op gebieden die ze niet (goed) kennen, zoals bijvoorbeeld ICT, en kan hun project een extra dimensie krijgen. Daarnaast leren ze hierdoor samenwerken en al deels als een bedrijf te opereren. Het is daarbij wel noodzakelijk dat de opdrachten gekoppeld zijn aan de maatschappij. Actuele problemen of ontwerpwedstrijden bieden hierbij een uitstekende uitkomst, omdat de leerling zo wordt geacht vanuit extrinsieke motivatie een project persoonlijk te benaderen en geeft aanleiding om de leerling te laten bedenken wat zijn/haar positie in de maatschappij is of hoe hij/zij over een maatschappelijk probleem denkt. Ik baseer me hierbij op een combinatie van constructivisme en (meta) cognitivisme. In het VMBO (of VO in het algemeen) heeft de leerling nog weinig kennis op het gebied van kunst. Ik ben daarom van mening dat de leraar de expert is maar deze moet zijn expertise niet de overhand laten nemen. De opdrachten dienen kort uitgelegd te worden door te doen, bijvoorbeeld het klassikaal via een online filmpje uitleg verschaffen over het vouwen van een folder, en vervolgens de leerlingen zelf op onderzoek uit laten gaan en te laten doen. Tevens is het noodzakelijk om een lesbrief te hebben waar deze uitleg nog eens in staat. Op deze manier heb je de aandacht van alle leerlingen en dus alle leerstijlen. Denker, doener, beslisser en dromer. De leerstijltheorie van Kolb. Ik ben van mening dat leren vanuit probleem gestuurd onderwijs het beste in de leerlingen naar boven haalt. We kennen allemaal de leerling die iets meer aandacht nodig heeft bij een opdracht of de andere die juist meteen aan de slag wil. Ik ben van mening dat je door het combineren van verschillende visies, in dit geval leerlinggericht en maatschappijkritisch gericht, de leerling uit zichzelf kan trekken en zijn eigen ideeën naar voren kan laten komen. Jongeren hebben een mening, een vooroordeel of een ervaring met iets. Dit zorgt voor een bepaalde kijk op dingen. Door deze kijk verder te ontwikkelen (te verbreden), zien zij dat er meer mogelijk is waardoor ze meer combinaties zullen leggen en dus meer dingen snappen. Op deze manier krijgt de leerling meer interesse in allerlei zaken en kan zichzelf daardoor uiten jegens allerlei vormen van kritiek, positief en negatief. Door de aandacht te vestigen op de leerling in een maatschappij kritische context stelt het onderwijs zich in op de ontwikkeling van de leerling en hoe hij/zij zich het best kan ontplooien. Ik vind het belangrijk dat leerlingen klaar worden gestoomd voor de arbeidsmarkt maar aangezien de arbeidsmarkt enorm aan het veranderen is, is het beter om hen zo breed mogelijk te laten ontwikkelen zodat ze divers inzetbaar zijn in de toekomst. Niet gericht op een bepaald beroep maar door kundigheid in het algemeen zullen zij hun mannetje kunnen staan. A.d.h.v. lessen middels probleemoplossende insteek, wordt de leerling geacht buiten gebaande paden te denken. Hij/zij bouwt kennis op d.m.v. onderzoek en tijdens dit onderzoek worden er onderdelen behandeld, zoals technieken en technologieën, die in de breedste zin van het woord gebruikt kunnen worden. Op deze manier zorgt de leerling dat hij/zij
veelzijdig inzetbaar is, een vereiste voor de toekomstige arbeidsmarkt. Eindterm SLO: • BV/K/4: Beeldend werk, productief: naar aanleiding van een probleemstelling beeldend werk maken. Vakinhoudelijk moet dit leiden tot eigen uitwerkingen van opdrachten, waarbij de leerling zijn eigen creatieve geest gebruikt om de opdracht naar zijn/haar hand te zetten. Als voorbeeld de kleurencirkel, waar kleuren worden gemengd om te zien wat het verloop is, terwijl dat iedereen weet dat groen met wit, lichtgroen word. Ik snapte vroeger niet waarom ik die moest maken, zoals zoveel leerlingen nog steeds niet. Want hoe vaak kijk je daarna nog naar dat ding?! Het is voor de leerling veel interessanter om deze kleurencirkel te maken aan de hand van eigen interesses, bijvoorbeeld door allerlei cd hoezen op verloop van kleur te schakelen, om vervolgens een nieuw beeld mee maken. Vanuit eigen ervaring ben ik van mening dat doen meer effect heeft dan denken. Je kan in je hoofd hebben hoe iets eruit moet zien, maar als je niet tekent hoe het in elkaar moet komen te zitten, dan wordt het vrij lastig. Ik pleit daarom voor vormingsonderwijs i.c.m. scholingsonderwijs. Door de leerling zelf inzicht te laten krijgen in hoe iets werkt, deels docentgestuurd deels leerlinggestuurd, dan werkt dat sneller. Niet voor niets gaat fietsen steeds beter als je het vaker doet! Daarbij is het wel zaak om leerlingen hun eigen manier te laten bepalen. Tekent de leerling iets liever eerst helemaal uit of gaat de leerling liever meteen aan de slag en komt deze er al makend achter hoe het ding eruit moet komen te zien? In beide gevallen is dat in mijn optiek prima. Mits er voldoende progressie plaats vindt. Kennis is overal te verkrijgen maar vorming gebeurd vanuit eigen interesses en door doen. Tegenwoordig is er een ontwikkeling gaande vanuit het videolesgeven. De docent maakt een filmpje met uitleg en plaatst deze online. Ideaal voor leerlingen om voorafgaand aan de les deze film te bekijken en zo het huiswerk te doen. Ik ben een voorstander van lesgegeven a.d.h.v. filmpjes, het zgn. flipping the classroom, maar het is noodzakelijk dat leerlingen contact hebben met de docent waarbij een inleidend filmpje of begeleidend filmpje uitkomst biedt. Er blijft dan meer tijd over om in de les om dingen te bespreken. Ik vind nieuwe media een goede manier om in te zetten in de les, omdat het aansluit bij de leefwereld van jongeren. Het is daarom noodzakelijk hier op in te haken. Omdat de jongeren omringt zijn door media (internet, mobieltjes etc.) spreekt dit heel erg tot de verbeelding. Zij raken sneller getriggerd door iets wanneer zij dit bijvoorbeeld via bewegend beeld te zien krijgen. Een boek lezen zullen de meesten niet zo snel doen, maar een filmpje kijken of een online educatieve game daarentegen wel. Eerder heb ik al aangekaart dat ik het belangrijk vind dat de opdrachten vanuit de maatschappij moeten komen. Dit omdat hierdoor de beleving van de leerling wordt gestimuleerd. Het is mijn optiek noodzakelijk regelmatig een bedrijfsbezoek te doen of een bedrijf binnen te halen (gastcollege) om extra informatie te bieden aan de leerlingen. Leerlingen kunnen dan direct vragen stellen en ook zien hoe het er in het werkveld aan toegaat om zo te kunnen bepalen of dit de kant is die zij op willen gaan. Het is hierbij wel belangrijk dat de voorkennis van de leerlingen aangewakkerd wordt. Doe je dit niet, dan hebben ze niets aan de informatie die gegeven wordt, laat staan dat deze überhaupt binnenkomt. Je gaat ook geen spel spelen zonder de regels te kennen. Door de opdrachten een maatschappelijke lading te geven zullen de leerlingen gaan nadenken over hun eigen doen en laten en normen en waarden in de maatschappij (opdracht over recyclen bijvoorbeeld). Dit heeft tot doel dat zij nieuwe persoonlijke ontwikkelingen en vormingen doormaken. Dit vergroot de mate van zelfstandigheid in de toekomst. Eindterm SLO: • BV/K/1: Oriëntatie op leren en werken: oriënteren op eigen loopbaan en belang van kunst en cultuur in de maatschappij. Beoordeling Het beoordelen van de leerling is niet eenduidig te beschrijven in een cijfer. Tenminste, niet alleen in een cijfer voor het eindproduct. Wel ben ik van mening dat een cijfer iets is waar aan de leerling ook zelf kan
zien of hij/zij een goed project heeft afgeleverd hoewel hier wel meerdere factoren vanaf hangen. Zo is werkhouding en proces iets wat ook meegerekend moet worden om tot een eindcijfer te komen. Daarbij is het wel zaak om deze info te evalueren met de leerlingen a.d.h.v. een presentatie waarbij zij zelf aangeven welke keuzes zijn gemaakt, wat er goed ging en minder goed ging. Eindterm SLO: • BV/K/5: Werkproces: reflecteren op werkproces. Hierdoor creëer je ook een band met de leerlingen omdat zij dan inzien wat jij als docent bedoelt en waar dat bij hen nog beter kan, of juist goed is. Deze band moet iets zijn waar de leerling op kan vertrouwen zodat deze zich, wanneer hij/zij niet goed in zijn/haar vel zit, zich ook zo vertrouwd voelt met de docent, dat hij/zij deze aan durft te spreken om te vragen om advies. Marzano deel 1, veiligheid in de klas. Relatie leerling - docent Wij als docenten zijn er niet alleen om de leerling kennis en kunde te vergaren, het is ook onze taak om opvoedkundig op te treden. Immers, het grootste deel van de dag zien zij ons meer dan hun ouders. Ik wil niet zeggen dat wij de rol van de ouders over moeten nemen, maar we kunnen en moeten ons steentje bijdragen bij de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. De psychologische kant van mijn onderwijsvisie heeft verschillende combinaties in zich. Het is van belang dat de leerling betekenisvol leert. Dit is een stimulans om dingen goed te willen doen omdat de leerling hierbij zichzelf ontplooit en ontdekt wat er allemaal met de opgedane kennis gedaan kan worden. Hetgeen hiermee samenkomt is de handelingspsychologie. Door met materieel, materiaal en bepaalde technieken te werken maakt de leerling zichzelf deze eigenschappen eigen. Door hier steeds vaker mee te werken treedt er verinnerlijking op, hetgeen leidt tot korte schakelingen tussen kennis en kunde. De kennis is de kunde en kan meteen worden toegepast wanneer er naar gevraagd wordt. Het voordeel hiervan is dat de stof beklijft in het lange termijn geheugen. Anders dan het puur theoretisch stampen om vervolgens korte tijd daarna grotendeels de stof weer te vergeten. Daarnaast is het belangrijk dat de leerling zelf kennis leert te construeren. Een mediatheek is in mijn ogen onmisbaar op een school. Natuurlijk is er tegenwoordig veel te vinden op het internet maar dat is lang niet alles. Niet alle boeken staan online, alsmede alle films. Verder is een mediatheek ook meer divers in het aanbod aan beeldmateriaal. Wanneer iedereen een bepaalde term intypt op google levert dit dezelfde beelden op. Natuurlijk kiest niet iedereen dezelfde beelden maar er zal mate zijn van overlapping. In boeken zijn afbeeldingen te vinden die men niet op het internet vindt en waarbij ook nog eens objectieve teksten staan i.p.v. de allemansteksten vanuit fora en sociale media. Wanneer een leerling bezig is met een bepaald onderwerp kan een docent een aantal boeken of films uit de mediatheek aanbevelen waar de leerling inspiratie vandaan kan halen. Doordat de docent laat zien dat hij het beste met de leerling voor heeft en hem/haar verder op weg wil en kan helpen, ontstaat er een vertrouwen tussen beide partijen wat bij de leerling prestatie verhogend werkt omdat de leerling zich gewaardeerd voelt binnen de muren van de school. Ik baseer me hierbij op een combinatie van constructivisme en (meta) cognitivisme. Voorkennis aanboren, nieuwe kennis aanreiken en daarna het geheel (persoonlijk) laten onderzoeken. Door te benaderen vanuit de eigen leefwereld komt het project tot leven. Dit koppelend aan realistische en betekenisvolle projecten moet de leerlingen kennis laten opdoen die ze ten alle tijden kunnen raadplegen (Gagné en Piaget ‘60). Dit komt ook terug in mijn vakvisie en het vakoverstijgend onderwijs (combinatie projecten, cultuur in de spiegel, leren door te doen, Gardner en Sennett).
Vakvisie Anco Salari m.b.t. Beeldende vakken
Bij beeldende vakken is het de bedoeling dat, zoals de naam al zegt, er iets uitgebeeld wordt. Dit uitbeelden moet zich uiten in het “doen”. Alleen door iets te doen maak je een beeld, met stilzitten niet. Ook het typen van dit format is een uitbeelding van een idee. Alleen door te doen kom je er ook achter of iets werkt, of dat iets anders of beter kan. Zo reflecteer je op je ideeën en het handelen van die ideeën terwijl je aan het “doen” bent. Door te doen maak je ook fouten, en juist van die fouten leer je hoe het niet moet! Maar door te ontdek je ook nieuwe dingen, dingen die je niet had bedacht zonder te doen. Het moet een gewaarwording zijn, een beleving van een idee tot uitwerking. Door te doen wordt je ook handiger en sneller in het maken van keuzes over hoe iets te doen. Het werkt motiverend om een product tot uiting te zien komen! “Doen is de beste manier van denken” is de titel van een filmpje wat ik op www.21stcenturyskills.nl/inspiratie/ vond. Aan het einde van het filmpje wordt gezegd: “wat één ding is wel zeker, als ik meer fouten maak dan jij, dan win ik”. Oftwel, oefening baart kunst! Maar hoe maak ik voor leerlingen inzichtelijk hoe zij iets moeten “doen”, iets moeten uitbeelden? Wat ik vooral belangrijk vind is dat er intrinsiek van de leerling iets naar voren komt. Dit moet veroorzaakt worden door de leefwereld van de leerling te prikkelen. Dit wil ik bereiken door in te haken op authentieke kunsteducatie. Folkert Haanstra introduceerde deze term in 2001 en geeft aan dat binnen deze vorm van educatie de volgende elementen naar voren moeten komen: • oriëntatie op de leefwereld van de leerlingen • leren buiten de school • leren door complexe taaksituaties • onderlinge communicatie en samenwerking tussen leerlingen Al deze elementen zijn gericht op intrinsieke motivatie van de leerling. Door dit aan te boren zorg je ervoor dat er bij de leerling meer ideeën naar boven borrelen omdat hij/zij dan kan laten zijn wat hij/zij zo tof vind aan zijn/haar interesses. Door deze interesses in te passen in de verwerking van opdrachten komen deze tot leven en zo worden projecten gemaakt waar de leerling lol in heeft en voor wil gaan! Wil de leerling een tas maken en het thema is dans? Laat de leerling dan verschillende muziekgenres onderzoeken en welke dansen daarbij horen. En de kleding van de muziekliefhebbers binnen dit genre (complexe taaksituaties). Of laat ze een gedicht schrijven over kleur aan de hand van instrumentale muziek. Niet alleen leren binnen de school is noodzakelijk. Ook het beleven buiten de school is een essentieel onderdeel van leren. Zien wat er gedaan wordt met de creatieve vakken zet aan tot zelfreflectie en ontwikkeling.
Een bezoek aan een ontwerpbureau of juist een ontwerper een dagdeel laten invullen binnen de school draagt bij aan een exponentiele groei van de leerling en zijn/haarontwikkeling. Zowel persoonlijk als beroepsmatig. Wat is het nut van beeldende vakken? Problemen vragen om oplossingen. Sommige oplossingen liggen voor de hand, andere juist niet. Daar heb je een creatieve geest voor nodig. Dat is een vereiste van een docent die beeldende vakken geeft. Hij/zij moet goed in de maatschappij staan. Waarom? Omdat de leerlingen die worden opgeleid ook straks in de maatschappij komen en dan om moeten kunnen gaan met problemen, tegenslagen. Hoe pak ik dit aan? Op de site van SLO staan competenties die ik belangrijk vind voor kunsteducatie. • De leerling leert door het gebruik van elementaire vaardigheden de zeggingskracht van verschillende kunstzinnige disciplines te onderzoeken en toe te passen om eigen gevoelens uit te drukken, ervaringen vast te leggen, verbeelding vorm te geven en communicatie te bewerkstelligen. • De leerling leert eigen kunstzinnig werk, alleen of als deelnemer in een groep, aan derden te presenteren. • De leerling leert op basis van enige achtergrondkennis te kijken naar beeldende kunst, te luisteren naar muziek en te kijken en luisteren naar theater-, dans- of filmvoorstellingen. • De leerling leert met behulp van visuele en auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten als toeschouwer en als deelnemer. • De leerling leert mondeling of schriftelijk te reflecteren op eigen werk en werk van anderen waaronder dat van kunstenaars. Deze elementen moeten leiden tot vakoverstijgend onderwijs, zoals beschreven in Cultuur in de Spiegel. Het geeft verdieping in het onderwijs en dus een grotere kennisopbouw voor de leerlingen. Ik houd van ambacht. Het liefst oude ambacht want dat is overzichtelijk. Maar de jeugd groeit op met nieuwe ambachten. Denk aan apps bijvoorbeeld. Door leerlingen op een bepaalde manier te laten denken of bepaalde vakbekwaamheid aan te leren zullen zij zich sterk kunnen maken in de maatschappij. In deze maatschappij zullen zij moeten samenwerken en nadenken over deze samenleving en zijn/haar plek binnen deze samenleving. Richard Sennett zegt hierover het volgende: ‘Eerst en vooral is Europa in een situatie terechtgekomen waarin de professionele middenklasse niet langer meer zal groeien. We zitten in een overgang. Hoogopgeleide werkers gaan plaatsmaken voor een meer technisch en ambachtelijk geschoolde middenklasse. Het wordt een middenklasse van ambachtslieden. ‘En dus zullen we toe moeten naar een opleidingsmodel waarbij mensen deze ambachtelijkheid kunnen verwerven. Ik zie dus liever dat er in de toekomst minder mensen op universiteiten rondlopen en meer op technische colleges. Aan sommige universiteiten studeren wel duizend jongeren architectuur, dat is niet langer vol te houden.’ (bron: socialevraagstukken.nl) In het boek van Howard Gardner: 5 minds for the future staan een aantal dingen beschreven waar ik me bij aansluit binnen mijn visie. Gardner zegt dat we mensen (leerlingen) moeten opleiden vanuit 5 verschillende denkpatronen namelijk: • • • • •
The disciplined mind (vakbekwaam) The synthesizing mind (efficiente informative verwerken) The creating mind (onderzoekend) The respectful mind (repspectvolle samenwerking) The ethical mind (reflecterend)
Ik vind het niet perse belangrijk dat een leerling goed kan tekenen maar hij/zij moet zijn/haar ideeën wel
uit kunnen beelden. Met nieuwe ambachten of met oude ambachten. Wij, de creatieve docenten, moet de leerlingen opleiden tot inventieve personen met kwalitatieve vaardigheden die zij divers kunnen inzetten. Je moet ze ontwikkelen in wat er te zien is en ze laten nadenken over wat er kan zijn! Dit doe je door ze dingen te laten beleven, door te doen. Doen geeft brede kennis in dit geeft inzicht over hoe dingen aan te pakken. Het geeft een blik op de toekomst. Er moet een “eigenwijsheid gecreëerd worden zodat ze zich persoonlijk kunnen ontwikkelen en zich daardoor kunnen blijven ontwikkelen. Het beeldend vak moet iets zijn waar je op kan bouwen. Een fundering. Het moet zowel wetenschappelijk (technische kennis) als beroepsgericht (vaardigheden opdoen om later mee te werken) en kindgericht (inspelen op interesses van de leerling) zijn, gecombineerd met een toekomstvisie (vervolgschool en arbeidsmarkt) en een maatschappij kritische visie (leerling na laten denken over zichzelf, de maatschappij en wat zijn/haar plek in de maatschappij is). Deze elementen leiden op tot toekomstgericht, technisch inzicht, kundigheid en vrij denken gecombineerd. Het is voor de leerling toch veel interessanter om deze kleurencirkel te maken aan de hand van eigen interesses?! Laat de leerling bijvoorbeeld alle cd hoezen op dit kleurverloop schakelen en er vervolgens een nieuw beeld mee maken. Of de leerling die het leuk vind om buiten te zijn foto’s laten maken van alle kleuren die zij ziet en dat in beeld brengen a.d.h.v. de kleurencirkel. Eerst laten onderzoeken wat kleur (voor de leerling zelf) is. Wat doet kleur? Wat zegt een kleur? Het combineren van vakken en het laten samenwerken van leerlingen vanuit verschillende disciplines (ICT en creatief) leidt tot vakoverstijgende scholing. Dit zijn elementen die voorkomen onder de noemer “21st century skills”. De reden waarom samenwerking zo belangrijk is staat op de website van kennisnet als volgt omschreven: “Verschillende rollen en talenten in de groep (h)erkennen (1+1=3), hulp kunnen vragen en ontvangen, gezamenlijke verantwoordelijkheid en individuele aansprakelijkheid, positieve open houding, flexibel zijn, je kunnen aanpassen. Lief zijn. Neemt aan belang toe, omdat in de netwerksamenleving alles met elkaar verbonden is. Er zijn ook steeds meer digitale middelen om ook op afstand met elkaar samen te werken. Denk aan je mobieltje en sociale media als Facebook en Twitter”. (bron: www.kennisnet.nl) Een brede kijk op alles wat er te doen en te bedenken is en hoe je dit tot uitwerking kan brengen. Door in groepsverband te werken en te overleggen hoe een probleem aan te pakken worden ze wijzer van elkaar en leren ze als een “bedrijf ” samen te werken. Ik berust me hierbij op een combinatie van constructivisme en (meta) cognitivisme waarbij Voorkennis aanboren, nieuwe kennis aanreiken en daarna het geheel (persoonlijk) laten onderzoeken moet leiden tot beleven. Hierdoor gaat de leerling op onderzoek in –en vanuit zijn/haar eigen leefwereld en komt het geheel tot leven. Dit koppelend aan realistische en betekenisvolle projecten moet de leerlingen kennis laten opdoen die ze ten alle tijden kunnen raadplegen. Bronnen Wetenschappers en denkers in debat over maatschappelijke kwesties Verkregen op 17 juli 2014, via link: • http://www.socialevraagstukken.nl/site/interview/richard-sennett-samenwerking-is-een-ambacht/ Kennisnet Verkregen op 17 juli 2014, via link: • http://www.kennisnet.nl/themas/21st-century-skills/vaardigheden/samenwerken/
! ! ! "#$!%&$'#()#&!#&!*+,#&!-+&!##&! )(%./0$!.%%(!)(%12##*%)2%33#&.! -#(*%4#&5!++&!.#!6+&.!-+&!783$! 0#&$/(9!3,:223! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! #$%&!'()(*+! ,&%-$.!#/0! ,1(()!23"4523"6! '.17-$.$*89!2:;4;"!
!
"!
!"#$%&'$()*+,! <(=8!"9>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>0&&*?)(7! ! <(=8!29>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>8@$A&17B&C=(D-! ! <(=8!49>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>8@$)-+7+$=! ! <(=8!E9>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>8"8"8!<*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$9!! !!!!! ! ! ! ! ! !!!!!"#$%&'(#$%)#$*+,! ! <(=8!G9>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>8"828!<*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$9!! ! !"#$*-$%)#$(&).$)/0"+,$ ! <(=8!"39>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>88"848!!"#$%&'(#$%)#$&+#1)/2)+$)+$ 3"4)+$0"+$))+$2/&('5#$*+,! ! <(=8!"29>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>888"868!H(.!A--I.!C*&?)--F&C)&BB-$7! D-*F&=-$!D&&*!1+.H-*J+$=!&C!A-.! &$.H-*C-$!-$!F(J-$!D($!--$! C*&71%.K$ $ <(=8!"69>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>8828!<*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$9! $ !"#$1&/(#$)/$&2$(*#$3&3)+#$6)(""+$ ""+$()$&+#1*44).*+6$7*++)+$85".",$ $ <(=8!";9>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>88!2828!#$()LB-!)-B&?B-*D(.+-!! ! <(=8!"M9>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>888!48!N&$%)1B+-! ! <(=8!2"9!>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>88!/*&$D-*F-)7+$=! ! <(=8!249!>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>8828"8!O-B&?B-*D(.+-! ! <(=8!2M9!>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>868!<*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$9! $$$$9"+7)0).*+6$#)/$0)/7)#)/*+6$ ! ! ! ! ! ! !
2!
!".,/&/")P$.H-*C-$!-$!F(J-$!+B!+-.B!H(.!F-!().+Q7!-$-*=+-!A--I.!=-=-D-$8!,-!1+.7(=+$=!?+Q! A-.!&$.H-*C-$!H(B!A-.!C*&?)--F!7(.!&C=-)&B.!F&-B.!H&*7-$8!/+QD&&*?--)7!A-.! &C)&BB-$!D($!--$!%&$B.*1%.+-C*&?)--F!?+Q!A-.!&$.H-*C-$!D($!--$!=-?&1H8! ! 783$!0#&$/(9!3,:223! #I=-)&C-$!B%A&&)Q((*R!.+Q7-$B!SS$!D($!7-!)-BB-$!&$7-*H+QB.A-&*+-!D($!7A*8!T8!0($! N&-$-$R!JH(F!A-.!&$7-*H-*C!2"B.!%-$.1*L!BJ+))B!D&&*?+Q8!U-.!&$7-*H+QB!+B! &$7-*A-D+=!(($!D-*($7-*+$=-$!7&&*!&$7-*!($7-*-!.-%A$&)&=+B%A-! &$.H+JJ-)+$=-$8!! 0&&*!7-V-!&$.H+JJ-)+$=-$!+$!7-!B(F-$)-D+$=!V+Q$!D&&*!A-.!&$7-*H+QB!7-!2"B.! %-$.1*L!BJ+))B!&$.H+JJ-)78!,-V-!:!BJ+))BR!7+-!7-!)--*)+$=!.+Q7-$B!V+Q$!B.17+-! )&&C?(($!&$.H+JJ-)7R!F&-.-$!A-F!D&&*?-*-+7-$!&C!A&-!A-.!-*!&C!7-!H-*JD)&-*! D($!V+Q$!.&-J&FB.+=-!?(($!(($!.&-=((.8! SS$!D($!7-V-!BJ+))B!+B!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$8!,-V-!BJ+))B!BC*(J!F+Q!.+Q7-$B! 7-!)-B!(($R!&F7(.!+J!D*&-=-*!.+Q7-$B!7-!.-%A$+-J!)-BB-$!7+-!+J!J*--=R!$+-.!D($1+.! --$!7-*=-)+QJ!(BC-%.!?-$!&$7-*H-V-$R!H((*7&&*!A-.!D&&*!F+Q!7-B.+Q7B!F&-+)+QJ! H(B!&F!.-!?-=*+QC-$!A&-!7+$=-$!H-*J.-$8! ! W+Q7-$B!7-!)-BB-$!.-%A$+-J!X&$7-*?&1HY!D($!7A*8!Z!Z(-BR!SS$!D($!7-!D(JJ-$! .+Q7-$B!F+Q$!B.(=-!&C!'%()(R!+B!F-!&C=-D())-$!7(.!7-!)--*)+$=-$!D&&*()!C*&71%.-$! F(J-$!D($1+.!SS$!F-.A&7-8!@J!D+$7!?-)($=*+QJ!7(.!)--*)+$=-$!V-)I!.&.!A-.! ?-7-$J-$!D($!--$!&C)&BB+$=!D($!--$!X&$.H-*CYC*&?)--F!F&-.-$!J1$$-$! J&F-$8!,-!)--*)+$=-$!7&-$!$1!&&J!C*(J.+B%A-!&C7*(%A.-$R!F((*!-*!H&*7-$!=--$! &C7*(%A.-$![=-7(($[!D($1+.!--$!-+=-$!V&-J.&%A.!$((*!--$!&C)&BB+$=8!U-.!7&-$!+B! D&&*()!J&C+\*-$8! ! ;&.#(<%#,#&.#!6%/.:&4! ,((*$((B.!+B!7-V-!&$7-*V&-J-$7-!A&17+$=R!7+-!7-!7&%-$.!7-!)--*)+$=!D+(!7-V-! F($+-*!(($)--*.R!&&J!+$!.-!V-..-$!+$!A-.!7(=-)+QJB!)-D-$8!]&!)--*.!7-!)--*)+$=! &F=(($!F-.!.-=-$B)(=-$R!J*+.+-J!-$!($7-*-!D&*F-$!D($!C*&?)--F!7+-!&C=-)&B.! F&-.-$!H&*7-$8! ! Z+Q$!BC-%+I+-J-!7&-)!+B!&F!.-!&$7-*V&-J-$!&I!7-!)--*)+$=-$!1+.=-7((=7!H&*7-$! &F!--$!C*&71%.!.-!&$.H-*C-$!-$!.-!F(J-$!(($!7-!A($7!D($!C*&?)--F&C)&BB-$7! D-*F&=-$8!^((*&F!+J!Q1+B.!D&&*!7+.!(BC-%.!J+-BR!+B!&F7(.!XV&()B!A+-*?&D-$! (($=-=-D-$Y!A-.!D(J!.-%A$+-J!--$!C*(J.+QJ=-*+%A.!D(J!+B!-$!+J!?-$!D($!F-$+$=! 7(.!A-.!)-V-$!D($!.-%A$+B%A-!.A-&*+-!$&=!$+-.!?-.-J-$.!7(.!Q-!A-.!&&J!?-=*+QC.8!U-.! ?-=*+QC-$!=-?-1*.!C(B!()B!7-!)--*)+$=!&$7-*D+$7!X7&&*!.-!&$7-*V&-J-$!-$!.-! -_C-*+F-$.-*-$R!.-!F(J-$Y!A&-!7-!.A-&*+-!+$!C*(J.+QJ!H-*J.8!U-.!V=$8! -*D(*+$=B=-*+%A.!)-*-$! ! Z-.!?-A1)C!D($!D-*B%A+))-$7-!?*&$$-$!A-?!+J!&$7-*V&%A.!H(.!7-!+$A&17!-$!A-.! 7&-)!+B!D($!7-V-!BJ+))8!0&&*!7-!%&$%*-.-!1+.H-*J+$=!A-?!+J!D+(!HHH8B)&8$)! &$7-*V&%A.!H(.!-*!+$!7-!C*(J.+QJ!&F.*-$.!7+.!=-?+-7!=-D*((=7!H&*7.8! P&J!&C!B+.-B!7+-!F--*!?-.*-JJ+$=!A-??-$!&C!A-.!?-7*+QIB)-D-$R!+B!D--)!+$I&*F(.+-! .-!D+$7-$!H((*&F!V&D--)!D*((=!+B!$((*!F-7-H-*J-*B!7+-!C*&?)--F&C)&BB-$7! J1$$-$!7-$J-$8! !
4!
=0+2+! PF!--$!?-.*&1H?(*-!%&$%)1B+-!-$!(($?-D-)+$=!.-!J1$$-$!F(J-$!7&&*!F+Q$! &$7-*V&-JR!A-?!+J!--$!C*(J.+QJ=-*+%A.!&$7-*V&-J!1+.=-D&-*7!?+Q!0Z/P!B%A&&)! '%()(!.-!W-.-*+$=-$R!F+Q$!B.(=-8! @$!7-!D+B+-!D($!'%()(!J&F.!$((*!D&*-$!7(.!V-!)--*)+$=-$!D&&*()!H+))-$!1+.7(=-$!&F! A1$!.()-$.-$!.-!&$.7-JJ-$!V&7(.!V-!7+.!$1!-$!)(.-*!J1$$-$!.&-C(BB-$!?+$$-$!A1$! -+=-$!&F=-D+$=8!,-!)--*)+$=!B.((.!%-$.*(()8!`_C*-BB+-IR!-+=-$V+$$+=!-$!+$BC+*(.+-! V+Q$!7-!.-*F-$!7+-!7-!B%A&&)!=-?*1+J.!&F!(($!.-!=-D-$!A&-!V-!7+.!7&-$8! ! >:4#&<:&&:4! '%()(!A--I.!1+.=-BC*&J-$!&CD(..+$=-$!&D-*!A1$!)--*)+$=8!PD-*!A-.!&$7-*H+QB8!PD-*! 7-!F((.B%A(CC+Q8!PD-*!7-!H-*-)78!U+-*!71*D-$!V+Q!D&&*!.-!B.(($8!U1$!$&$! %&$I&*F+B.+B%A-!A&17+$=!BC*--J.!D($!--$!=*&.-!F(.-!D($!V-)I?-H1B.V+Q$8!,+.! B.*()-$!V+Q!1+.!$((*!7-!)--*)+$=-$R!&17-*B!-$!A-.!?-*&-C-$D-)78!]+Q!V+Q$! =-%&FF+..--*7!-$!D(B.A&17-$7!(($!A-.!7&-)!D($!7-!=-V(F-$)+QJ-!*-+B!7+-!V+Q!()B! B%A&&)!F(J-$!F-.!7-!)--*)+$=a! ! ?&3):(+$:#! ,-!Q&$=-!F-$B-$!7+-!--$!&C)-+7+$=!D&)=-$!?+Q!'%()(R!V+Q$!7-!+$BC+*(.+-?*&$8!]+Q! D+$7-$!A-.!7(=-)+QJB!?+QV&$7-*!&F!F-.!A-$!.-!H-*J-$!-$!D($!A-$!.-!)-*-$8!,-! )--*)+$=-$!?*-$=-$!A-$!$+-1H-!+$V+%A.-$!-$!7&-$!A-$!D-*B.-)7!B.(($!D($!7-! &$.H+JJ-)+$=-$!7+-!V+Q!7&&*F(J-$R!7-!b*+QJ7&FF-$b!7+-!V+Q!()!?-V+..-$8!PC!A1$! ?-1*.!V+Q$!V+Q!--$!+$BC+*(.+-?*&$!D&&*!7-!)--*)+$=-$8!T-)&&I!+$!F-$B-$R! C-*B&&$)+QJ-!=*&-+!-$!.()-$.&$.H+JJ-)+$=R!F&=-)+QJA-7-$R!A-.!D&*F=-D-$!D($!7-! .&-J&FB.R!7(.!D&-).!+-7-*--$!7+-!F-.!'%()(!+$!%&$.(%.!J&F.8! ! >@)(#33:#A! '%()(!1+.!H((*D&&*!A-.!B.((.8!,-!)--*)+$=-$!-$!+7--\$!D-*7+-$-$!=--$! ?-B%A-+7-$A-+78!H(.!H&*7.!=-7(%A.!7(.!H&*7.!=-V-=7R!-*!H&*7-$!*1+F.-!-$! %*-7+.B!=-=-D-$B!(($!7-!)--*)+$=-$!-$!B1%%-BB-$!H&*7-$!=-D+-*78!! ! `)J!+$7+D+71!)-D-*.!--$!-+=-$!-$!H((*7-D&))-!?+Q7*(=-!(($!7-!H-*-)7!D($!F&*=-$8! W()-$.-$!V+Q$!D--)V+Q7+=!-$!7+D-*B!-$!())-!H((*7-D&)8!'%()(!=-)&&I.!+$!7-! F&=-)+QJA-7-$!D($!7-!)--*)+$=-$!-$!F-7-H-*J-*Bc! ! dP$V-!)--*)+$=-$!V+Q$!X7--)B!&$=-B)-C-$Y!C(*-).Q-B!7+-!A1$!=)($B!J*+Q=-$!+$!A1$! 0Z/P!C-*+&7-9!()B!C-*B&&$!-$!+$!7-!D&&*?-*-+7+$=!&C!H-*JA&17+$=8!,-!Q&$=-! .+-$-*Q(*-$!X"2e"E!Q((*Y!V+Q$!A+-*D&&*!SS$!D($!7-!?-)($=*+QJB.-!C-*+&7-$!+$!--$! F-$B-$)-D-$8!,-V-!Q(*-$!D&*F-$R!)-D-*-$!A-*+$$-*+$=-$!7+-!?-C()-$!A&-! F-$B-$!7-!*-B.!D($!A1$!)-D-$!)-+7-$8!^+Q!H+))-$!7-V-!C-*+&7-!V&!H((*7-D&)! F&=-)+QJ!F(J-$!D&&*!&$V-!)--*)+$=-$8!`D-$.1--)!.-$!&$*-%A.-!=-*-V-$!.H+QI-)B! &D-*!7-!-+=-$!H((*7-!-$!%&FC-.-$.+-B!H-=$-F-$!-$!D-*D($=-$!7&&*! D-*.*&1H-$[8!XHHH8B%()(?*-7(8$)Y! ! B:C&!%&.#(<%#,! PF!7+.!&$7-*V&-J!*+%A.+$=!.-!=-D-$!A-?!+J!F-!7-!D&)=-$7-!A&&I7D*((=!=-B.-)79! • ^((*&F!F&-.-$!)--*)+$=-$!)-*-$!7-$J-$!D($1+.!C*&?)--F&C)&BB-$7! D-*F&=-$!&C!A-.!=-?+-7!D($!&$.H-*C-$!-$!F(J-$R!?+$$-$!A-.!D(J! .-%A$+-JK! !
6!
Z+Q$!&$7-*V&-J!BC)+.B!+J!&C!+$!7-!D&)=-$7-!7--)D*(=-$9! • ^(.!+B!C*&?)--F!&C)&BB-$7!D-*F&=-$!-$!H(.!+B!A-.!7&-)!-*D($K! • ^(.!A&17.!A-.!&$.H-*C-$!-$!F(J-$!D($!--$!C*&71%.!+$!?+$$-$!A-.!D(J! .-%A$+-JK! • ^(.!A--I.!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$!.-!F(J-$!F-.!A-.!&$.H-*C-$!-$! F(J-$!D($!--$!C*&71%.K! • U&-!H&*7.!-*!$1!.+Q7-$B!7-!.-%A$+-J)-BB-$!&C!'%()(!(($7(%A.!?-B.--7!(($! C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$!?+Q!A-.!&$.H-*C-$!-$!F(J-$K! ! /+$$-$!A-.!C*(J.+B%A!&$7-*V&-J!A-?!+J!F-!7-!D&)=-$7-!D*(=-$!=-B.-)79! • ^((*!V+Q$!7-!)--*)+$=-$!F--!?-V+=K! • ^(.!F&-.-$!7-!)--*)+$=-$!&$.H-*C-$K! • ^(.!F&-.-$!7-!)--*)+$=-$!F(J-$K! • ^-)J-!C*&?)-F-$!J&F-$!7-!)--*)+$=-$!.-=-$K! • U&-!)&BB-$!7-!)--*)+$=-$!7-V-!C*&?)-F-$!&CK! • ^(.!7&-.!7-!7&%-$.K! ! #($!7-!A($7!D($!A-.!.A-&*-.+B%A!J(7-*!-$!A-.!C*(J.+B%A-!&$7-*V&-JR!=--I!+J! 7((*$(!--$!%&$%)1B+-!&C!7-!D*((=9! • <*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$9!A&-!-$!H(.!.-!D-*?-.-*-$K! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
! ! ! !
!
;!
"#$%&$'()*#!+,-$&! ./.!0&%12$$3%42%))$5-!6$&3%7$58!9,'!#%:-'!#$'!(5;! 783$!0#&$/(9!3,:223! U-7-$!.-$!7(=-!V+Q$!H-!&F*+$=.!F-.!.-%A$&)&=+-!-$!7+.!A--I.!&$B!)-D-$!-$!&$V-! F($+-*!D($!H-*J-$!D-*($7-*78!,+.!A--I.!.&.!=-D&)=!7(.!-*!F--*!D*((=!+B!=-J&F-$! D($1+.!7-!B(F-$)-D+$=R!$((*!J-$$+BH-*J-*B!-$!F-$B-$!7+-!=&-7!()B!%&(%A!&8+878! H-*JV((F!V+Q$8!U-.!D-*($7-*-$!D($!A-.!?-*&-CBC-*BC-%.+-I!F&-.!D-*.(()7! H&*7-$!+$!A-.!&$7-*H+QB8!`*!F&-.-$!D-*($7-*+$=-$!7&&*=-D&-*7!H&*7-$!7+-!7-! )--*)+$=!--$!&C)-+7+$=!?+-7-$!H((*?+Q!+$=-BC--)7!H&*7.!&C!$+-1H-!?($-$!!-$!7-! 7((*?+Q!?-A&*-$7-!%&FC-.-$.+-B8! ,&&*!7-V-!D-*($7-*+$=-$!F&-.-$!!H-!&&J!&$V-!-%&$&F+-!-$!B(F-$)-D+$=!($7-*B! =(($!+$7-)-$8!,-!&$.H+JJ-)+$=-$!?+$$-$!7-!B(F-$)-D+$=R!7+-!D($!+$71B.*+\)-! B(F-$)-D+$=!D+(!7-!+$I&*F(.+-e!-$!J-$$+BB(F-$)-D+$=!$((*!7-! $-.H-*JB(F-$)-D+$=!.*($BI&*F--*.R!F&-.-$!H&*7-$!(($=-C(J.!F-.!7-! %&FC-.-$.+-B!7+-!D&&*!A-.!&$7-*H+QB!V+Q$!D(B.=-B.-)7!()B!2"B.!%-$.1*L!BJ+))B8!"! ! 0-*B%A+))-$7-!&*=($+B(.+-B!H-*-)7H+Q7!A-??-$!&$7-*V&%A.!H(.!Q&$=-*-$!$1! C*-%+-B!F&-.-$!)-*-$!&F!=&-7!.-!J1$$-$!I1$%.+&$-*-$!+$!7-!B(F-$)-D+$=!D($!7-! 2"B.-!--1H8!,-V-!+$I&*F(.+-!+B!7&&*!f-$$+B$-.!H--*!D-*.(()7!$((*!7-! g-7-*)($7B-!B+.1(.+-8!! g((B.!7-!B.($7((*7!J-*$D(JJ-$!-$!.(()!-$!*-J-$-$R!V+Q$!-*!$1!71B!&&J!7-!2"B.! %-$.1*L!BJ+))B!XD((*7+=A-7-$Y8!,-V-!D((*7+=A-7-$!V+Q$9! • '(F-$H-*J-$! • N*-(.+D+.-+.! • @%.e=-)-..-*7A-+7! • N&FF1$+%-*-$! • <*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$! • f*+.+B%A!7-$J-$! • '&%+()-!-$!%1).1*-)-!D((*7+=A-7-$! ! g((B.!7-!B.($7((*7D(JJ-$!-$!7-V-!$+-1H-!BJ+))BR!J&F.!--$!?-.*&JJ-$R! &$7-*$-F-$7-!-$!$+-1HB=+-*+=-!A&17+$=!&&J!=&-7!D($!C(B!+$!7-!2"B.-!--1H8!2! ! D(%12##*!%)2%33#&.!-#(*%4#&!! 0&&*!F+Q$!&$7-*V&-J!A-?!+J!=-J&V-$!&F!7-!BJ+))!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$! 1+!.-!7+-C-$8!<*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$!A&17.!+$R!7(.!7-!)--*)+$=!&C!())-*)-+! F&=-)+QJ-!F($+-*-$R!F((*!D&&*()!D($1+.!-+=-$!&C.+-JR!=((.!?-C()-$!A&-!A+Q!.&.!7-! ?-B.-!-$!D&&*()!F--B.!+$.-*-BB($.-!&C)&BB+$=!J&F.8!4! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! "!A..C955HHH8J-$$+B$-.8$)5.A-F(B52"B.e%-$.1*LeBJ+))B5H((*&Fe2"B.e%-$.1*LeBJ+))B5! 2!A..C955HHH8J-$$+B$-.8$)5.A-F(B52"B.e%-$.1*LeBJ+))B5D((*7+=A-7-$5?-$&7+=7-e D((*7+=A-7-$eD&&*e7-e2"B.-e--1H5!
4!A..C955HHH8J-$$+B$-.8$)5.A-F(B52"B.e%-$.1*LeBJ+))B5D((*7+=A-7-$5C*&?)--F&C)&BB-$7e
D-*F&=-$5!
!
E!
PC!7-V-!F($+-*!)-*-$!7-!)--*)+$=-$!A&-!V+Q!--$!C*&?)--F!&&J!D($1+.!-+=-$!+$V+%A.! +$!%&F?+$(.+-!F-.!?-B.(($7-!J-$$+B!.&.!X$+-1H-Y!-$!-+=-$V+$$+=-!&C)&BB+$=-$! J1$$-$!J&F-$8!! ! '+=*+7!O&-$-$R!)--*C)($&$.H+JJ-)((*!?+Q!'OP!V-=.!A+-*&D-*9!! :;)#$(&)+$0"+$2/&)<=)-$3*0))/#$.))/.*+6)+>$?)$%&'()+$0"+$@).<$)A2)/*3)+#)/)+B$ &+#()44)+$@&+()/$0&&/&26)-#).($2."+B$7)()+4)+$%&)$%)#$4"+$("#C$D<$1"#$)/$ 6)7)'/#$".-C$E/$1&/(#$))+$7)/&)2$6)(""+$&2$%'+$2/&7.))3&2.&--)+($0)/3&6)+B$ ))+$7)."+6/*=4)$FG)$))'1-)$0""/(*6%)*(8!D&4$%)#$.)/)+$.)/)+$)+$@).HI$ $ PC!7-!B+.-!D($!A-.!)($7-)+QJ-!J-$$+B+$B.+.11.!D&&*!%1).11*-71%(.+-!-$! (F(.-1*J1$B.R!B.((.!--$!(*.+J-)!&D-*!%1).11*!-$!-71%(.+-!XQ((*=($=!"4!h!23"4!h!$*8! 4EY8!@$!7+.!(*.+J-)!B.((.!--$!B.1J!&D-*!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$8!! J&&/#-$@*)+$(&5)+#)+$%)#$&2)+-#""+$0&&/$3&6).*=4%)()+B$"--&5*"#*)<$)+$$ +*)'1-6*)/*6$@*=+$".-$7)."+6/*=4)$4)+3)/4)+$0"+$))+$5/)"#*)0)$.))/.*+6>$$ K*)$)*6)+-5%"22)+$%)77)+$0&&/".$#)$3"4)+$3)#$%)#$6)+)/)/)+$0"+$*())L+>$$ J)).$(&5)+#)+$*+$%)#$0&&/#6)@)#$&+()/1*=-$7)-5%/*=0)+$5/)"#*)0)$.))/.*+6)+$$ ".-$.))/.*+6)+$(*)$3)#$6)44)B$+*)'1)$)+$2/"5%#*6)$*())L+$4&3)+$)+$))+$$ 6/&$2/&7.))3&2.&--)+($0)/3&6)+$%)77)+>M$ $ @$!A&&I7B.1J!;84!D($!7+F-$B+-!6!1+!A-.!?&-J!D($!i8!Z-*($&!XO-*-$!+$!;! 7+F-$B+-BR!F&7-*$-!7+7(%.+-J!D&&*!A-.!D&&*.=-V-.!&$7-*H+QBY!H&*7.!A+-*!&C!7-! D&)=-$7-!F($+-*!&C!+$=-A((J.9! :E)+$7)."+6/*=4$(&).$0"+$2/&7.))3&2.&--)+($0)/3&6)+$*-$('-$".#*=($%)#$@&)4)+$ +""/$".#)/+"#*)0)$3"+*)/)+$&3$=)$(&).$#)$7)/)*4)+>$("#$0)/6#$5/)"#*)<$()+4)+N$ 7'*#)+$()$6)7""+()$2"()+$#/)()+OH$ 3)#$2/&7.))3&2.&--)+($0)/3&6)+B$B%A*+QI.!Z(*V($&R$3&)#)+$-#))(-$P$(*+6)+$ 1&/()+$6)()<*+*))/(N$%)#$(&).B$()$7)2)/4*+6$&<$()$7"//*Q/)B$)+$".#)/+"#*)0)$ 3"+*)/)+$&3$%)#$(&).$#)$7)/)*4)+>$R$ ! U&-!7-V-!C1$.-$!.&.!1+.H-*J+$=!J1$$-$!H&*7-$!=-?*(%A.!&$7-*D+$7-$!H-!(($! 7-!A($7!D($!;!D*(=-$!1+.!A-.!?&-J!D($!Z(*V($&R!A&&I7B.1J!;8;!7+F-$B+-!68! ! "9!/-7-$J!()B!7&%-$.!--$!7&-)I&*F1)-*+$=R!7+-!$+-.!=-A--)!A-)7-*!+B8!U+-*7&&*! =(($!7-!)--*)+$=-$!V-)I!$(7-$J-$!&D-*!A-.!7&-)!H(.!V-!H+))-$!?-*-+J-$!-$!J($!7-! 7&%-$.!A-$!A+-*?+Q!?-=-)-+7-$8! ! 29!/-=-)-+7!7-!)--*)+$=-$!?+Q!A-.!A-)7-*!J*+Q=-$!D($!A1$!?-C-*J+$=-$5?(**+j*-B8! #)B!7-!?(**+j*-B!$+-.!71+7-)+QJ!V+Q$R!+B!A-.!D&&*!7-!)--*)+$=!&&J!&$F&=-)+QJ!&F! 7-V-!1+.!7-!H-=!.-!*1+F-$8!<(B!H($$--*!7-!?-C-*J+$=-$!71+7-)+QJ!V+Q$!J($!-*! &D-*!H&*7-$!=-=(($!&C!A-.!&C)&BB-$!A+-*D($8! !
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! 6!A..C955HHH8B)&8$)5&*=($+B(.+-5B)&F(=(V+$-B5%&$.-_.5%&$.-_.C&5'OPkN&$.-_.k"3kek
:!
49!O--*)+$=-$!J1$$-$!V&-J-$!$((*!&C)&BB+$=!7+-!-*!()!V+Q$!-$!?-B)+BB-$!H-)J-!7-! ?-B.-!+B8!]-!J1$$-$!&&J!(($!7-!A($7!D($!7-!=-D&$7-$!&C)&BB+$=-$!V-)I!+-.B! &$.H-*C-$8!,&&*!7-V-!%&F?+$(.+-!.-!F(J-$!H&*7-$!)--*)+$=-$!1+.=-7((=7!&F! V-)I!.-!&$7-*V&-J-$!H(.!V+Q!D+$7-$!7(.!7-!?-B.-!?-B)+BB+$=!+B8!U1$!J*+.+B%A-!?)+J! H&*7.!&C!7-V-!F($+-*!&&J!$&=!--$B!(($=-B%A-*C.8! ! 6!e!;9!O((.!7-!)--*)+$=!7-!&C)&BB+$=!J+-V-$!7+-!V+Q!A-.!?-B.-!D+$7-$!-$!)((.!A-$!7+.! &&J!&$7-*?&1H-$8!`D()1--*!A-.!F-.!A-$!(($!A-.!-+$7-!D($!A-.!C*&Q-%.8!U--I.!7-! &C)&BB+$=!A-.!Q1+B.-!-II-%.!=-A(7K!^(.!J($!7-!D&)=-$7-!J--*!D-*?-.-*7!H&*7-$! ?+Q!A-.!F(J-$!D($!J-1V-BK!,&&*!.-!J+QJ-$!$((*!().-*$(.+-D-$!)-*-$!V+Q!J*+.+B%A! J+QJ-$!-$!?-.-*!7+$=-$!($()LB-*-$!-$!J-1V-B!&D-*H-=-$8! $ Z-.!A-.!&$.H+JJ-)-$!D($!7-!BJ+))!)--*.!7-!)--*)+$=!71B!.-!7-$J-$!?1+.-$!7-! =-?(($7-!C(7-$R!H((*7&&*!A+Q!.+Q7-$B!A-.!7-$JC*&%-B!-$!H-*JC*&%-B!())-*)-+! +$I&*F(.+-!.-=-$J&F.!7+-!?*1+J?((*!J($!V+Q$R!&&J!D&&*!--$!C*&?)--F!+$!--$! D&)=-$7!C*&Q-%.!&I!B+.1(.+-8!U+-*7&&*!*(J-$!7-!)--*)+$=-$!?*-7-*!?-J-$7!F-.! ())-*)-+!+$I&*F(.+-!7+-!-*!V&H-)!?+$$-$!-$!?1+.-$!7-!=-?(($7-!C(7-$!.-!D+$7-$!+B8! @$!A-.!A&&I7B.1J!(*3)+-*)$FN$+*)'1)$4)++*-$0)/1)/0)+$)+$*+#)6/)/)+$XZ(*V($&R!i8R! Z+-7-F(R!^8!X233;Y!XC(=8!E2Y!B.-))-$!7-!B%A*+QD-*B!(($!7-!J((J!7(.!A-.! D-*H-*D-$!D($!$+-1H-!J-$$+B!--$!%&F?+$(.+-!+B!D($!J-$$+B!-$!D((*7+=A-7-$!-$! A-.!7-$J-$!-$!A-.!7&-$8!O--*)+$=-$!)-*-$!D((*7+=A-7-$!&F!+-.B!.-!7&-$!F-.! +$A&17-)+QJ-!J-$$+BR!V&()B!?+QD&&*?--)7!&$7-*V&-J!7&-$8!U-.!1+.D&-*-$!D($! D((*7+=A-7-$!V&$7-*!7-!?+Q?-A&*-$7-!J-$$+B!)-+7.!D&)=-$B!Z(*V($&!.&.!)-*-$! V&$7-*!?-=*+C8!U-.!=((.!-*!71B!&F!7(.!)--*)+$=-$!=*+C!J*+Q=-$!&C!--$!&$7-*H-*C! 7&&*!.-!?-=*+QC-$!H(.!-$!A&-!-*!?+$$-$!7(.!&$7-*H-*C!&C=-)&B.!F&-.!H&*7-$8!,-! )--*)+$=!)--*.!V+%AV-)I!7-!Q1+B.-!D*(=-$!.-!B.-))-$8! ! @$!7+F-$B+-!6!D($!A-.!?&-J!B.((.!--$!B.(CC-$C)($!F-.!D*(=-$!D&&*!7-! &$7-*?&1HR!7+-!7-!)--*)+$=-$!A($7D(..-$!?+-7.!&F!A-)7-*!.-!J*+Q=-$!H(.!V-! F&-.-$!7&-$!&F!A1$!C*&Q-%.!D&*F!.-!=-D-$8! ! ,-!D*(=-$!7+-!7-!)--*)+$=!V+%AV-)I!F&-.!B.-))-$!V+Q$9! "9!^(.!C*&?--*!+J!.-!?-*-+J-$K! 29!^(.!B.((.!F-!+$!7-!H-=K! 49!^(.!D&&*!&C)&BB+$=-$!J($!+J!A+-*!D&&*!D+$7-$K! 69!^-)J-!&C)&BB+$=!J+-B!+JK! ;9!O1J.!A-.!$1K!Z&-.!+J!H(.!($7-*B!C*&?-*-$K! ! ,&&*!--$!71+7-)+QJ!B.(CC-$C)($!&C!.-!V-..-$R!+B!A-.!D&&*!7-!)--*)+$=-$!71+7-)+QJ! H((*!V-!(($!F&-.-$!H-*J-$8!^($$--*!7-!)--*)+$=-$!$+-.!A-)7-*!A-??-$!H(.!V-! H+))-$!?-*-+J-$R!H-.-$!V-!&&J!$+-.!H(.!V-!F&-.-$!&$7-*V&-J!-$!H-.-$!V-!71B! &&J!$+-.!$((*!H-)J-!&C)&BB+$=-$!V-!F&-.-$!V&-J-$8!! PC!7-!F($+-*!+B!A-.!*-I)-%.-*-$!&C!A-.!C*&Q-%.!-$!A-.!C*&%-B!&&J!F(JJ-)+QJ-*!.-! 7&-$R!&F7(.!V-!V-)I!H-.-$!H-)J-!J-1V-B!V+Q!A-??-$!=-F((J.!-$!(($!7-!A($7! 7((*D($!J1$$-$!V-!V+-$R!H(.!-*!?+Q!--$!D&)=-$7!C*&Q-%.!D-*?-.-*7!F&-.!H&*7-$! &I!H(.!Q1+B.!--$!=&-7-!F($+-*!+B!=-H--B.!-$!&&J!7-!D&)=-$7-!J--*!=-A($7A((I7! J($!H&*7-$8!U+-*!J*+Q=.!7-!BJ+))!dC*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$[!71B!--$! %&$%*-.-!D&*F8!U-.!B.11*.!A-.!7+7(%.+B%A!A($7-)-$!D($!7-!7&%-$.8! ! !
M!
./
:!A..C955H48A&H(*7BA&F-8%&F523"25"352657-eD-*($7-*-$7-e*&)eD($e7-eF-7+(eB&%+()eF-7+(e
()Be?*&$5! M!A..C955.&-.BH+QV-*8J-$$+B$-.8$)5A.F)5)+.-*(.11*5%&FC-.-$.+-=-*+%A.k)-*-$8C7I!XC(=8!GY!
!
G!
./=!>,'!#%:-'!#$'!%5'9$&4$5!$5!3,+$5!6,5!$$5!4&%-:*'!(5;! <*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$!F&-.!71B!)-+7-$!.&.!--$!&C)&BB+$=!D&&*!--$! ?(**+j*-!7+-!Q-!.-=-$J&F.8!/+Q!A-.!D(J!.-%A$+-J!J&F-$!.-%A$+B%A-!(BC-%.-$! D&&*?+Q!7+-!H+Q!()B!B(F-$)-D+$=!=-?*1+J-$8!,-$J!A+-*?+Q!(($!A-.!=-?*1+J!F(J-$! D($!V&$$-e-$-*=+-8!,&&*!A-.!=-?*1+J!D($!V&$$-e-$-*=+-!A&-D-$!H-!$+-.!=-?*1+J! .-!F(J-$!D($!A-.!D-*?*($7-$!D($!B.--$J&&)!H(.!-*D&&*!V&*=.!7(.!H-!F+$7-*! B%A(7-)+QJ-!B.&II-$!A-.!F+)+-1!+$C&FC-$!-$!V1+$+=-*!&F=(($!F-.!&$V-!C)($--.8! ,&&*!7-!)--*)+$=-$!.-!)(.-$!&$7-*D+$7-$!H-)J-!F&=-)+QJA-7-$!-*!V+Q$!&C!A-.! =-?+-7!D($!-II+%+\$.+-R!7*(=-$!H-!?+Q!(($!7-!&$.H+JJ-)+$=!D($!7-!)--*)+$=!!V&7(.! A+Q!V+%AV-)I!=&-7!+$V-.?((*!J($!F(J-$!+$!V+Q$!.&-J&FB.+=-!?(($!-$!7-! B(F-$)-D+$=8! ! 0+(!'OPR!B.+%A.+$=!)--*C)($!&$.H+JJ-)+$=R!H&*7-$!-*!-+$77&-)-$!D(B.=-B.-)7!7+-! --$!)--*)+$=!C-*!Q((*!F&-.!A-??-$!(I=-H-*J.!&F!-*D&&*!.-!V&*=-$!7(.!A+Q!--$! $+D-(1!?-A(().!-$!7+.!B.--7B!D-*7-*!1+.?&1H.8! PF7(.!A-.!D(J!.-%A$+-J!--$!C*(J.+QJ=-*+%A.!D(J!+BR!V&&F!+J!D&&*!7+.!&$7-*V&-J!+$! &C!A-.!=-?+-7!D($!C*(J.+B%A-!D((*7+=A-7-$8!pS$!D($!7+-!-+$77&-)-$!&F.*-$.! C*(J.+B%A-!D((*7+=A-7-$!B.((.!&C!'OP!.-!?&-J!()B!A-.!&$.H-*C-$!-$!F(J-$!D($! --$!C*&71%.8!G! @$!&$7-*B.(($7!B%A-F(!+B!.-!V+-$!H(.!7+.!+$A&17.8! ! P$.H-*C-$!-$!F(J-$!D($! W-%A$+B%A!&$.H-*CC*&?)--F!&C)&BB-$! C*&71%.-$! <*&?)--F&C)&BB-$7!A($7-)-$! !! '&&*.!C*&?)-F-$9! !!!!!!!!!!!!e!%&$B.*1%.+-! !!!!!!!!!!!!e!&D-*?*-$=+$=-$! !!!!!!!!!!!!e!?-B.1*+$=! P$.H-*C-$9! e!($()LB-*-$!-$!?-B%A*+QD-$! e!&CB.-))-$!D($!C*&=*(FF(!D($!-+B-$! e!?-7-$J-$!D($!X7--)Y1+.H-*J+$=-$! e!I&*F1)-*-$!D($!&$.H-*CD&&*B.-)! e!*-()+B-*-$!D($!&$.H-*C! e!.-B.-$!-$!-D()1-*-$! ! Z((*!H(.!)-*-$!7-!)--*)+$=-$!$1!C*-%+-B!D($!A-.!&$.H-*C-$!-$!F(J-$!D($!--$! C*&71%.!-$!H((*&F!+B!7(.!V&!$&&7V(J-)+QJK! U-.!F(J-$!D($!--$!&$.H-*CR!B.-).!Z(*V($&R!D&)7&-.!().+Q7!(($!--$!?-A&-I.-8!`-$! &$.H-*C!J($!?+QD&&*?--)7!--$!7+$=!V+Q$R!--$!*-7-D&-*+$=R!--$!H-.R!--$!F(%A+$-! &I!--$!BA&HR!()71B!Z(*V($&!X23"3Y!C(=8!":48!@$!A-.!?&-J!H&*7.!(($=-=-D-$!7(.! -*!?+Q!A-.!&$.H-*C-$!()B!--*B.!?-7(%A.!F&-.!H&*7-$!H(.!Q-!H+).!?-*-+J-$8!,-!B.(C! 7((*$(!+B!A-.!B.-))-$!D($!-+B-$!(($!A-.!&$.H-*C8!U-.!D-*7-*-!&$.H-*C-$!+B! (IA($J-)+QJ!D($!7-!%*-(.+D+.-+.!D($!7-!C-*B&&$8! ! U-.!&$.H-*C-$!-$!F(J-$!V&*=.!-*!71B!D&&*!7(.!7-!)--*)+$=!V+Q$!C*&Q-%.!J(7-*.!-$! (($!7-!A($7!7((*D($!=(($!.-J-$-$!&I!B%A*+QD-$8!@$!7+.!=-D()!=((.!A-.!&F!A-.! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! G!A..C955J&8B)&8$)5D(J=-?+-7-$53333653333"53333:53333"5! !
"3!
.-J-$-$8!#)!.-J-$-$7!J&F.!7-!)--*)+$=!-*(%A.-*!H-)J-!?(**+j*-B!-*!V+Q$8!,+.!F&-.! H--*!D-*.(()7!H&*7-$!+$!7-!.-J-$+$=8!#)B!7-!)--*)+$=!--$!A1+B!H+).!&$.H-*C-$! F&-.!A+Q!&&J!H-.-$!A&-!V&q$!.-J-$+$=!+B!&C=-?&1H7!-$!H-)J-!(BC-%.-$!7((*?+Q! J&F-$!J+QJ-$8!U&-!V+-$!V&$$-C($-)-$!&C!A-.!7(J!D($!--$!A1+B!-*1+.!&C!A-.! =-D-)(($V+%A.R!H(.!A--I.!7(.!.&.!=-D&)=!D&&*!7-!F((.D&-*+$=!-.%88! f&*.&FR!--$!%&FC)-_!C*&%-B8! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
""!
./?!>,'!#$$@'!4&%12$$3%42%))$5-!6$&3%7$5!6%%&!:('9$&+(57!%4!#$'! %5'9$&4$5!$5!3,+$5!6,5!$$5!4&%-:*';! U-.!D+$7-$!D($!--$!&C)&BB+$=!X&I!F--*7-*-!&C)&BB+$=-$Y!J($!?-*-+J.!H&*7-$! 7&&*!.-!+F+.-*-$R!7&&*!.-!-_C-*+F-$.-*-$!&I!7&&*!+$V+%A.-)+QJ!.-!F(J-$!H((*!Q-! $((*!.&-!H+).8! /+Q!+F+.-*-$!=(($!7-!)--*)+$=-$!&CV&-J!$((*!&C)&BB+$=!7+-!-*!()!V+Q$!-$!?-J+QJ-$! 7($!A&-!7+.!+$!V+Q$!H-*J!=((.8! /+Q!A-.!-_C-*+F-$.-*-$!H&*7.!7-!)--*)+$=!1+.=-7((=7!&FR!)&B!D($!())-!J-$$+B!7+-! -*!()!?+Q!A-$!&I!*&$7&F!A-$!(($H-V+=!+BR!V-)I!.-!?-7-$J-$!H(.!-*!-D-$.1--)! F&=-)+QJ!V&1!J1$$-$!V+Q$8!^(.!+B!-*!A(()?((*!-$!H(.!$+-.8! /+Q!A-.!+$V+%A.-)+QJ!F(J-$!D($!A-.!C*&?)--FR!B&*.--*.!7-!)--*)+$=!()!F-.--$!1+.! H(.!H-)!&I!$+-.!D($!.&-C(BB+$=!+B8!PI!H(.!A+Q!H-)!&I!=--$!=&-7-!&C)&BB+$=!D+$7.8!"3! U-.!-_C-*+F-$.-*-$!F-.!?-C(()7-!=-D&$7-$!&C)&BB+$=-$R!-$!71B!A-.!.&-C(BB-$! D($!D-*=((*7-!J-$$+BR!)-+7.!.&.!$+-1H-!+$V+%A.-$8!,-!)--*)+$=!V+-.!&C!7-V-!F($+-*! $(7-*A($7!+$!H(.!-*!=&-7!-$!F+$7-*!=&-7!=+$=!.+Q7-$B!A-.!C*&%-B8!,+.!=-?-1*7! (($!7-!A($7!D($!-D()1(.+-8!U-.!C*&%-B!H(.!--$!)--*)+$=!7&&*)&&C.!+B!--$! -BB-$.+--)!&$7-*7--)!D($!A-.!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$8!,&&*7(.!7-!)--*)+$=! V-)I!?-C(()7-!J-1V-B!$--F.R!V()!A+Q!-*(%A.-*!J&F-$!H(.!7+.!D&&*!=-D&)=-$!!A--I.! D&&*!7-!*-B.!D($!A-.!C*&Q-%.8!f-1V-B!F(J-$!=--I.!&C)&BB+$=-$!-$!&&J!$+-1H-! C*&?)-F-$!7+-!H--*!&C=-)&B.!F&-.-$!H&*7-$8!g-.!V&!)($=!.&.!A-.!C*&Q-%.!D($!())-! C*&?)-F-$!+B!&$.7(($8!,-V-!F($+-*!D($!H-*J-$!H&*7.!=-J-$F-*J.!()B!V+Q$7-!7-! A&=-*-!$+D-(1qB!D($!7-!.(_&$&F+-!D($!/)&F8!/+Q!7-!)(=-*-!$+D-(1B!=((.!A-.!-*&F! 7(.!7-!)--*)+$=!-$J-)!J-$$+B!A--I.!+$!7+.!J($!&C7*-1$-$!D($1+.!A-.!=-A-1=-$8! ,((*$((B.!=--I.!7-!J-$$+B!+$V+%A.!+$!A&-!7+$=-$!H-*J-$8!`%A.-*R!7-!)(=-*-! $+D-(1B!D($!.(_&$&F+-!V&*=-$!-*!$+-.!D&&*!7(.!)--*)+$=-$!7-V-!J-$$+B!+$!+$V+%A.! J1$$-$!.&-C(BB-$!+$!--$!$+-1H-R!&$?-J-$7-!B+.1(.+-8! ! ^($$--*!--$!&C7*(%A.!(($!7-!)--*)+$=-$!+B!D&&*=-)-=7!-$!71+7-)+QJ!+B!=-F((J.! H(.!-*!&$.H-*C-$!-$!=-F((J.!F&-.!H&*7-$R!=(($!7-!)--*)+$=-$!?-7-$J-$!7-! )--*)+$=-$!V-)I!A&-!A-.!&$.H-*C!-*1+.!F&-.!J&F-$!.-!V+-$!-$!A&-!A-.!H-*J.!-$! =-F((J.!F&-.!H&*7-$8! U+-*?+Q!F&-.-$!7-!4!-)-F-$.-$R!V&()B!=-B.-)7!+$!A-.!?&-J!)-*-$!+$!;!7+F-$B+-BR!+$! (%A.!=-$&F-$!H&*7-$9! • %)#$(&).B$ • ()$7)2)/4*+6$&<$()$7"//*Q/)B$$ • ".#)/+"#*)0)$3"+*)/)+$&3$%)#$(&).$#)$7)/)*4)+! ! ,&&*!7-!&$.H-*C.-%A$+B%A-!?-B)1+.-$!7+-!7-!)--*)+$=-$!$-F-$R!H&*7-$!-*! (1.&F(.+B%A!?-C-*J+$=-$!&C=-)-=78!0((J!V+-$!7-!)--*)+$=-$!7-V-!?-C-*J+$=-$! $+-.R!&F7(.!V-!$&=!.-!H-+$+=!J-$$+B!A-??-$!&C!7+.!=-?+-78!,-!7&%-$.!H+QB.!A-$! A+-*!&C!H((*7&&*!7-!)--*)+$=-$!H--*!D-*7-*!J1$$-$!F-.!A-.!&$7-*V&-J-$R! &$.H-*C-$!-$!1+.-+$7-)+QJ!&C)&BB+$=-$!?-7-$J-$!&F!A-.!7&-)!.-!?-A()-$8!! ,-!7+7(%.+B%A-!-+=-$B%A(CC-$!D($!7-!7&%-$.!V1))-$!71B!&&J!+$=-B.-)7!F&-.-$! V+Q$!&C!7-V-!F($+-*!D($!H-*J-$8!! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
"3!A..C955&$.H+JJ-).+CB8&*=(e.&&)J+.8$)5A&F-5%&$%-C.1--)eD-*F&=-$5C*&?)--F&C)&BB-$7e
D-*F&=-$!
!
"2!
,-!7&%-$.!F&-.!7-!)--*)+$=-$!1+.7(=-$!&F!B.--7B!--$!C*&?)--F!&C!.-!)&BB-$8!U+Q! 7*((=.!B)-%A.B!--$!+7--!(($!H((*F--!7-!)--*)+$=!-$!D-*7-*!&$7-*V&-J!$((*!--$! F&=-)+QJ-!&C)&BB+$=!J($!7&-$8!! ! ]&()B!--*7-*!(($=-D-$!+B!&$V-!B(F-$)-D+$=!(($!A-.!D-*($7-*-$8!^((*!H-!.&.! D&*+=-!--1H!$&=!+$!--$!J-$$+BB(F-$)-D+$=!H(*-$R!V+Q$!H-!$1!+$!*(C!.-FC&!(($! A-.!&D-*B%A(J-)-$!$((*!--$!$-.H-*JB(F-$)-D+$=8!,-V-!B(F-$)-D+$=BD&*F-$! A-??-$!())-?-+!--$!($7-*-!&$7-*H+QBD&*F8!PC!7-!B+.-!HHH82"B.%-$.1*LBJ+))B8$)! H&*7-$!7-!D-*B%A+))-$!.1BB-$!7-V-!&$7-*H+QBD&*F-$!?-B%A*-D-$8!U+-*1+.!?)+QJ.! 7(.!+$!7-!+$71B.*+\)-!B(F-$)-D+$=!7-!7&%-$.!7-!J-$$+B?*&$!+B8!`*!H&*7.!D--)! =-H-*J.!D($1+.!?&-J-$!-$!7-!)--*)+$=-$!A-??-$!--$!C(BB+-D-!H-*JA&17+$=8! @$!&$V-!A1+7+=-!B(F-$)-D+$=R!7-!V=$8!J-$$+BB(F-$)-D+$=R!H&*7.!A-.!$&&7V(J-)+QJ! =-(%A.!7(.!7-!)--*)+$=!V-)I!F--*!A-.!D&&*.&1H!$--F.!()B!A-.!&C!A-.!D-*H-*D-$! D($!+$I&*F(.+-!(($!J&F.8!U+-*7&&*!A-??-$!7-!)--*)+$=-$!--$!(%.+-D-! H-*JA&17+$=8!U-.!&$7-*H+QB!F--*!=-*+%A.!+B!&C!A-.!)-BB-$!.*-JJ-$!1+.R!-$!J-$$+B! &C!7&-$!1+.!A-.!V-)I!7&-$!X&$7-*V&-J-$Y!-$!7((*&C!-D()1-*-$!-$!*-I)-%.-*-$8! @$A&17-)+QJ!V()!-*!71B!.+Q7-$B!7-!.-%A$+-J)-BB-$!A-.!F--B.!7&&*!7-!)--*)+$=!V-)I! &$7-*V&-J!=-C)--=7!F&-.-$!H&*7-$!$((*!X$+-1H-Y!&C)&BB+$=-$!D&&*!--$! ?-C(()7!C*&?)--FR!V&7(.!7-!J-$$+B!%&$B.*1%.+-I!H&*7.!&C=-B)(=-$8!U+-*7&&*!+B!7-! 7&%-$.!F+$7-*!(%.+-I!(($!A-.!H&&*7!-$!F--*!--$!%&(%A8!! ! U-.!%&(%A-$!D($!7-!7&%-$.!+B!D&&*()!$&&7V(J-)+QJ!?+Q!A-.!-D()1-*-$!-$!*-I)-%.-*-$! &C!A-.!C*&%-B8!i-I)-%.-*-$!+B!A-.!$(7-$J-$!&D-*!A-.=--$!Q-!=-7(($!A-?.8!Z-$! F&-.!7($!=&-7!H-.-$!H(.!-*!=-7(($!+B!-$!H-)J-!(%.+-B!-*!V+Q$!&$7-*$&F-$8! ,&&*!J*+.+B%A!.-!J+QJ-$!-$!.-!?-BC*-J-$!H(.!-*!=&-7!+$!F+$7-*!=&-7!=+$=!?+Q!A-.! F(J-$!D($!A-.!C*&Q-%.R!H&*7.!A-.!D&&*!7-!)--*)+$=-$!+$V+%A.-)+QJ!A&-!A+Q!7-! D&)=-$7-!J--*!B.(CC-$!V&1!J1$$-$!&$7-*$-F-$!&F!7+$=-$!.-!D-*?-.-*-$!-$! I&1.-$!.-!D&&*J&F-$8! ,+.!J($!7-!)--*)+$=!7&-$!7&&*!$(!.-!=(($!&I!A+Q!A-.!C*&?)--F!H-)!=&-7!=-$&-=! A--I.!&$7-*V&%A.R!&I!A+Q!7-!Q1+B.-!+$I&*F(.+-!A+-*D&&*!A--I.!=-?*1+J.!-$!&I!A+Q!7-V-! +$I&*F(.+-!&C!7-!Q1+B.-!F($+-*!A--I.!D-*H-*J.R!A&-!7-!-D-$.1-)-!B(F-$H-*J+$=! D-*)+-CR!-.%8!XZ(*V($&R!7+F-$B+-!;Y8! ! ,-!7&%-$.!F&-.!?+Q!7-V-!*-I)-%.+-!-$!-D()1(.+-!&CB%A*+QD-$!H(.!7-!)--*)+$=!V-=.!-$! =--I.!A+-*?+Q!.+CB!&D-*!A-.!C*&%-B8!,-V-!.+CB!-$!.&CB!J($!7-!)--*)+$=!+$!A-.! D&)=-$7-!C*&Q-%.!=-?*1+J-$!&F!V+%AV-)I!-$!A-.!$+-1H-!C*&Q-%.!X$&=Y!?-.-*!1+!.-! H-*J-$8!! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
"4!
"6!
!"!#$%&'()*#'*)+,)*-.&/0*#&"1"2"."#3&40%8#78#*%#79# PC!C(=+$(!M!D($!7+.!&$7-*V&-J!B.(($!D*(=-$!&C=-B&F7!7+-!7-!)--*)+$=-$!V+%AV-)I! F&-.-$!B.-))-$!.+Q7-$B!--$!C*&%-B8!! PC!C(=+$(!"3!B.((.!--$!J(7-*!(I=-?--)7!H((*+$!7-!-+$7.-*F-$!B.(($!7+-! D(B.=-B.-)7!V+Q$!7&&*!'OP!-$!H((*!7-!.-%A$+-J)-BB-$!+$A&17-)+QJ!(($!F&-.-$! D&)7&-$!-$!7-!)--*)+$=-$!71B!&C!=-.*(+$7!H&*7-$8!! PC!C(=+$(!"6!B.(($!--$!(($.()!D*(=-$!7+-!+J!F-V-)I!A-?!=-B.-)7!&F!.-!J+QJ-$!&I!7-! D*(=-$!D($1+.!Z(*V($&!=-A($.--*7!H&*7-$!7&&*!7-!)--*)+$=-$8!,1B!&I!-*!7&&*!7-! 7&%-$.!&&J!+$!H&*7!=-BC--)7!&C!7-V-!D*(=-$8! ! ^((*!A-.!+$!())-!7*+-!7-!=-D())-$!&F=((.R!+B!7(.!7-!)--*)+$=!VS)I!&C)&BB+$=-$!V&-J.! D&&*!C*&?)-F-$8!0($1+.!'OP!+B!7(.!?+QD&&*?--)7!A-.!&C)&BB-$!D($!--$!.-%A$+B%A! &$.H-*CC*&?)--F8!0($1+.!Z(*V($&!H&*7.!(($=-7*(=-$!7(.!7-!)--*)+$=!V+%AV-)I! ?+QD&&*?--)7!7-!D*((=!B.-).!H(.!A-F!?+Q!7+.!&$.H-*CC*&?)--F!7($!+$!7-!H-=!B.((.! -$!A&-!A+Q!7+.!=((.!&C)&BB-$8!W+Q7-$B!F+Q$!&?B-*D(.+-!A-?!+J!&$7-*V&%A.!&I!-*! 7((7H-*J-)+QJ!--$!&$.H-*CC*&?)--F!+B!7(.!&C=-)&B.!F&-.!H&*7-$!-$!V&!Q(R!A&-! 7-!)--*)+$=!7+.!7($!&C)&B.8! ! ,-!)-BB-$!D($!7A*8!Z(-B!V+Q$!=-*+%A.!&C!J-$$+B&D-*7*(%A.8!U+Q!D-*.-)7!H(.!A+Q! H--.!-$!A&-!7-!&?Q-%.-$!+$!-)J((*!V+..-$!&I!A&-!7-!)--*)+$=-$!--$!D+Q)!&I!V((=! F&-.-$!=-?*1+J-$8!,-!7&%-$.!-$!7-!?&-J-$!V+Q$!7-!J-$$+B?*&$$-$!H((*!7-! )--*)+$=-$!7-!F--B.-!+$I&*F(.+-!D($7(($!A()-$8!P&J!H&*7.!-*!=-?*1+J!=-F((J.! D($!I+)F!&F!+$I&*F(.+-!.-!D-*B.*-JJ-$8!,-!)-BB-$!V+Q$!7&%-$.=-B.11*78! K&&/("#$()$(&5)+#$()$*+<&/3"#*)$0)/-#/)4#$&0)/$%)#$2/&=)5#B$@*)+$()$.))/.*+6)+$%&)$ @*=$#)$1)/4$3&)#)+$6""+$)+$1"#$%)#$'*#)*+().*=4)$2/&('5#$3&)#$1&/()+>$;)#$-#))(-$ %)/%".)+$0"+$7)2"".()$%"+().*+6)+$@&/6#$)/0&&/$("#$()$*+<&/3"#*)$7.*=<#$%"+6)+>$ ;)#$+"()).$*-$"..))+B$("#$()$.))/.*+6)+$@).<$6))+$2/&6/"33"$0"+$)*-)+$&2$%&)<#$#)$ -#)..)+$&<$3&)#$"+".U-)/)+$)+$7)-5%/*=0)+$1"#$)/$3&)#$6)7)'/)+$&3$#$%)#$ )*+(2/&('5#$#)$4&3)+>$?)$.)/)+$+*)#$+"$#)$()+4)+$&0)/$1).4)$7)1)/4*+6)+$7)2"".()$ 2/&('5#)+$%)77)+$&+()/6""+$&<$1"#$)/$6)7)'/#$".-$)/$))+$7)2"".()$7)1)/4*+6$ 1&/(#$&0)/6)-."6)+>$ ! U-.!$(7--)!D($!7-!(%.+-D-!*&)!D($!7-!7&%-$.R!+B!7(.!7-!)-B+$A&17!=-*+%A.!+B!&C! )(=-*-!.(_&$&F+-!$+D-(1B8!,+.!A&17.!+$!7(.!7-!)--*)+$=!H-)!J-$$+B!&C7&-.!-$! +$V+%A.!J*+Q=.!+$!7-V-!J-$$+BR!F((*!7-V-!J-$$+B!D-*7-*!$+-.!.&-C(B.!+$!--$!$+-1H-! B+.1(.+-8!U+-*7&&*!)--*.!7-!)--*)+$=!$+-.!&F!.-!-D()1-*-$!&C!V+Q$! C*&Q-%.R!H(.!.&.!=-D&)=!A--I.!7(.!?+Q!A-.!D&)=-$7-!C*&Q-%.!H(.!=-7(($!H&*7.! 7-V-)I7-!I&1.-$!&C!J1$$-$!.*-7-$8!P&J!A-.!%*-\*-$!-$!1+.H-*J-$!D($!-+=-$! +7--\$!+B!-+=-$)+QJ!$+-.!(($!7-!&*7-8!`*!H&*7.!D--)!=-H-*J.!F-.!D&&*(I!=-F((J.-! F())-$!-$!())-!)--*)+$=-$!F(J-$!A-.V-)I7-!&?Q-%.8! E)+$#)5%+*-5%$&+#1)/22/&7.))3$&2.&--)+$*-$3)#$()@)$3"+*)/$0"+$1)/4)+$('-$+*)#$ ""+$()$&/()>$K)$-#&<$(*)$()$.))/.*+6$0&&/$%)#$()-7)#/)<<)+()$.))/=""/$3&)#$4)++)+$ 1&/(#$""+6)7&()+$)+$&0)/$()@)$-#&<$1&/(#$))+$#&)#-$"<6)+&3)+>$E5%#)/B$()$.))/.*+6$ 1&/(#$+*)#$'*#6)(""6($&3$2/&7.))3&2.&--)+($#)$%"+().)+$(&&/$7*=0&&/7)).($@).<$ ))+$&+#1)/2$#)$3"4)+$)+$()@)$#)$&+()/1)/2)+$""+$7)2"".()$2/&7.)3)+$".-$ 5&+-#/'5#*)B$&0)/7/)+6)+$&<$7)-#'/*+6>$ ! !
";!
,-!)--*)+$=-$!A-??-$!--$!C(BB+-D-!)--*A&17+$=8!,+.!J&F.!&F7(.!V-!$+-.!&C!C(7! H&*7-$!=-B.11*7!&F!&D-*!?-C(()7-!.A-&*+-!V-)I!7+$=-$!&C!.-!V&-J-$8! /+QD&&*?--)7!A-.!7&-$!D($!J)-+$-!C*&-IQ-B8! E/$1&/(#$()$.))/.*+6)+$6))+$#*=($6)7&()+$&3$@).<$#)$&+()/0*+()+$%&)$7)2"".()$ &2.&--*+6)+$0&&/$7)2"".()$2/&7.)3)+$1)/4)+>$K)$2/&7.)3)+$(*)$@*5%$0&&/(&)+B$ 1&/()+$0&&/6).)6($""+$()$(&5)+#B$(*)$0)/#).($%&)$%)#$1).$3&)#>$ ! ,-!)-BB-$!V+Q$!I*(=F-$.(*+B%A8!,-!)--*)+$=-$!V+Q$!?+QD&&*?--)7!H-)!F-.!--$! C*&Q-%.!?-V+=!H((*+$!--$!(($.()!.A-&*+-!&$7-*7-)-$!D-*H-*J.!V+..-$R!F((*!7-! .A-&*+-!H&*7.!$+-.!().+Q7!&C!A-.!F&F-$.!=-=-D-$!H($$--*!7-!)--*)+$=-$!-*!F--! ?-V+=!V+Q$8!,((*$((B.!H&*7.!&&J!$+-.!(($!7-!)--*)+$=!=-D*((=7!H(.!A-.!=-D&)=!D($! 7-!.A-&*+-!?+QD&&*?--)7!&C!($7-*-!D)(JJ-$!+$A&17.8!! ,-!+$A&17!D($!7-!)-BB-$!+B!=-*+%A.!&C!7-!+$71B.*+\)-!F((.B%A(CC+Q!-$!V+Q$! H-*J=-D-*B8!g+-1H-!.-%A$&)&=+B%A-!&$.H+JJ-)+$=-$!J&F-$!$+-.!(($!?&78!! E/$1&/(#$&2$()@)$3"+*)/$+*)#$&+()/@&)4$6)(""+$+""/$()$3&6).*=4%)()+$(*)$)/$+&6$ 3))/$@*=+$7)%".0)$()$&2#*)-$(*)$""+6)(/"6)+$1&/()+>$?&$1))#$()$.))/.*+6$('-$&&4$ +*)#$("#$%*=$+&6$3))/$&2#*)-$%))<#$)+$4&3#$('-$*+<&/3"#*)$#)$4&/#>$K""/+""-#$%&)<#$ ()$.))/.*+6$+*)#$0&&/$VV+$7)2"".()$&2#*)$#)$4*)@)+>$K)$.))/.*+6$3&)#$1)#)+$1).4)$ &2.&--*+6)+$)/$0&&/$))+$7)2"".($2/&7.))3$@*=+$)+$3&)#)+$()@)$4'++)+$&2(/)'+)+$ #*=()+-$))+$4."--*4".)$-5%/*<#).*=4)$#&)#->$ ! ,-!?&-J-$!-$!C-$$-$!B.(($!%-$.*(()8!`$!7($!D&&*()!A-.!H-*J?&-J8!U+-*+$!B.((.! B.(C!D&&*!B.(C!?-B%A*-D-$!H(.!-*!=-7(($!F&-.!H&*7-$8!,-!)--*)+$=-$!J*+Q=-$! $+-.!7-!&C7*(%A.!&F!&C!+$.-*$-.!I+)FCQ-B!.-!?-J+QJ-$R!&F!+$I&*F(.+-!.-! D-*H-*D-$!D&&*!A-.!C*&Q-%.!&I!&F!J)(BB+J(()!--$!J)-+$-!($()LB-!&D-*!--$!?-C(()7! &$7-*H-*C!.-!=-D-$8!,-!.A-&*+-!7+-!(($!H&*7.!=-?&7-$!+B!$+-.!().+Q7!7+*-%.!.&-!.-! C(BB-$!&C!A-.!H-*JB.1J!H(.!7-!)--*)+$=-$!(($!A-.!F(J-$!V+Q$8!#))-!=-D*((=7-! .A-&*+-!XD($1+.!'OPY!J&F.!H-)!(($!?&7R!F((*!A--I.!$+-.!().+Q7!--$!%&$%*--.!7&-)8! D3("#$"..)$-#"22)+$0"+$#)$0&/)+$@*=+$0"-#6)-#).(B$%&)<#$()$.))/.*+6$@*5%@).<$6))+$ 0/"6)+$3))/$#)$-#)..)+$".-$:1"#$-#""#$3)$*+$()$1)6H$)+$:$1).4)$&2.&--*+6$4*)-$*4H>$D2$ ()$3"+*)/$.))/#$()$.))/.*+6$@*5%@).<$&&4$6))+$2/&7.))3-#)..*+6$#)$<&/3'.)/)+$S1"#$ 7*=0&&/7)).($*+$()$"/7)*(-3"/4#$1).$))+-$@&'$4'++)+$6)7)'/)+T>$ ! `-$!$(7--)!D($!A-.!B.(CB=-H+QB!H-*J-$!1+.!--$!H-*J?&-JR!+B!7(.!7-!)--*)+$=-$!7-! .&-=-C(B.-!.-%A$+-J-$!-$!.A-&*+-!$+-.!.&-C(BB-$!&C!--$!)-D-$B-%A.-!B+.1(.+-8!`*! +B!H-)!--$!)--*C*&%-B!F((*!$+-.!&C!--$!?*--7!D)(J8! K)@)$3"+*)/$0"+$1)/4)+$%))<#$#$6)0&.6$("#$()$.))/.*+6$@*5%@).<$+*)#$()$M$0/"6)+$ '*#$%)#$7&)4$0"+$W"/@"+&$%&)<#$#)$-#)..)+>$!"#$7)/)*4#$3&)#$1&/()+$-#""#$*33)/-$ 0"-#$S4&2*)$0"+$%)#$0&&/7)).(TB$%)#6))+$("#$*+$()$1)6$-#""#$1&/(#$0)/%&.2)+$(&&/$ *3*#)/)+$0"+$%)#$1)/4$0"+$3)().))/.*+6)+$&<$()$&2.&--*+6$1&/(#$6)0/""6($""+$()$ (&5)+#$S)/$1&/(#$+*)#$6)LA2)/*3)+#))/(TB$)/$%&)<#$+""/$&2.&--*+6)+$6)@&5%#$#)$ 1&/()+$)+$&&4$+*)#$VV+$&2.&--*+6$'*#$3))/()/)$6)4&@)+$#)$1&/()+$0&&/$))+$ &+#1)/22/&7.))3$S0&&/$()$&+#1)/22/&7.)3)+$@*=+$0&&/"<$3"..)+$6)3""4#$(*)$ (&&/$()$.))/.*+6)+$6)7/'*4#$1&/()+TB$)/$%&)<#$&&4$+*)#-$"+()/-$6)2/&7))/($#)$ 1&/()+>$?&".-$%)#$*+$%)#$7&)4$-#""#$*-$()$3"+*)/$(*)$1)/4#>$K)$.))/.*+6$%&)<#$+*)#$&2$ &+()/@&)4$'*#$&3$)/"5%#)/$#)$4&3)+$%&)$%)#$+*)#$1)/4#$&<$1""/&3$%)#$='*-#$1V.$&2$ (*)$3"+*)/$1)/4#>$ ! !
"E!
T-71*-$7-!7+.!B%A&&)Q((*!A-??-$!())-!)-BB-$!?+$$-$!B%A&&)!C)((.B=-D&$7-$8!P&J! ?+Q!A-.!&$7-*H-*C!H+$7-$-*=+-!V(.-$!7-!)--*)+$=-$!+$!A-.!)&J(()8!`*!H&*7.!=--$! =(B.7&%-$.!1+.!A-.!?-7*+QIB)-D-$!(($=-.*&JJ-$R!-*!H&*7.!$+-.!(($!7-$!)+QD-$! &$7-*D&$7-$!A&-!-$!H(.!H+$7-$-*=+-!7&-.8!! !"++))/$()$.))/.*+6)+$7)@*6$@*=+$3)#$1*+()+)/6*)$.))/#$()$.))/.*+6$"..)-$ #%)&/)#*-5%>$K)$#%)&/*)$1&/(#$6)#&)#-#$""+$()$%"+($0"+$))+$-5%/*<#).*=4)$&0)/%&/*+6>$ 9"+6)@*)+$#)5%+*)4$))+$2/"4#*=40"4$*-B$*-$%)#$*+#)/)--"+#)/$&3$()$.))/.*+6)+$ 2/"4#*-5%$%'+$4)++*-$#)$#&)#-)+$@&("#$)/$&&4$@).<$"5%#)/$4'++)+$4&3)+$%&)$@)$()$ #%)&/*)$&3$4'++)+$@)##)+$+""/$2/"4#*=4>$ ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
":!
:"#;+%<'=)0*# ,-!A&&I7D*((=!7+-!+J!F-!(($!A-.!?-=+$!D($!7+.!&$7-*V&-J!=-B.-)7!A-?!H(B9! ! • ^((*&F!F&-.-$!)--*)+$=-$!)-*-$!7-$J-$!D($1+.!C*&?)--F&C)&BB-$7! D-*F&=-$!&C!A-.!=-?+-7!D($!&$.H-*C-$!-$!F(J-$R!?+$$-$!A-.!D(J! .-%A$+-JK! ! ,((*?+Q!V+Q$!7-!7--)D*(=-$!7+-!(($!7-!A($7!D($!7-!&?B-*D(.+-R!7-!+$A&17!D($!A-.! B)-1.-)!?-=*+C!&$.H-*C-$!-$!F(J-$!D($!C*&71%.-$R!-$!7-!J-*$H&&*7-$!D($!'%()(! +$BC+*(.+-R!-_C*-BB+-!-$!-+=-$V+$$+=R!7((*&C!($.H&&*7!F&-.-$!=-D-$8! ! ,-V-!7--)D*(=-$!H(*-$9! • ^(.!+B!C*&?)--F!&C)&BB-$7!D-*F&=-$K! • ^(.!+B!A-.!7&-)!D($!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$K! • ^(.!A&17.!A-.!&$.H-*C-$!-$!F(J-$!D($!--$!C*&71%.!+$K! • ^(.!A--I.!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$!.-!F(J-$!F-.!A-.!&$.H-*C-$!-$! F(J-$!D($!--$!C*&71%.K! • U&-!H&*7.!-*!.+Q7-$B!7-!.-%A$+-J)-BB-$!(($7(%A.!?-B.--7!(($! C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$!-$!&$.H-*C-$!-$!F(J-$K! ! r+.!F+Q$!&$7-*V&-JR!&?B-*D(.+-!-$!($()LB-R!7-!J-*$H&&*7-$!D($!'%()(!-$!A-.! B)-1.-)?-=*+C!D($1+.!'OP!F&-.!+J!D(B.B.-))-$!7(.!-*!F&F-$.--)!F--*! &$.H+JJ-)+$=!D&&*!7-!)--*)+$=-$!C)((.B!J($!D+$7-$!&C!A-.!=-?+-7!D($! C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$8!! ! ?&6%/.!#&!.%#2! <*&?)--F!&C)&BB-$7!D-*F&=-$!A&17.!+$R!7(.!7-!)--*)+$=!&C!())-*)-+!F&=-)+QJ-! F($+-*-$R!F((*!D&&*()!D($1+.!-+=-$!&C.+-JR!=((.!?-C()-$!A&-!A+Q!.&.!7-!?-B.-!-$! D&&*()!F--B.!+$.-*-BB($.-!&C)&BB+$=!J&F.8!U-.!7&-)!D($!C*&?)--F&C)&BB-$7! D-*F&=-$R!+B!7-!)--*)+$=-$!.-!.*(+$-$!--$!&$7-*V&-J-$7-!A&17+$=!(($!.-!)(.-$! $-F-$!?+Q!())-B!H(.!V-!7&-$!-$!V-!.-!)(.-$!)-*-$!H(.!7-!=-D&)=-$!V+Q$!D($! ?-C(()7-!J-1V-B!7+-!V+Q!F(J-$R!?+Q!A-.!&C)&BB-$!D($!--$!X&$.H-*CYC*&?)--F8!! ! @$!7-!.-%A$+-J)-BB-$!H&*7.!A-.!7&-)!H&*7.!D&&*(I!?-C(()78!,-!)--*)+$=-$!H&*7-$! A+-*7&&*!$+-.!X=-$&-=Y!1+.=-7((=7!F-.!--$!C*&?)--F8!! ,-!1+.7(=+$=!7+-!7-!)--*)+$=!J*+Q=.R!+B!--$!C*&71%.!.-!F(J-$!(($!7-!A($7!D($!--$! D(B.=-B.-)7-!?-B%A*+QD+$=R!B.(C!D&&*!B.(C8!`*!+B!71B!D($(I!F&F-$.!!SS$!=--$! C*&?)--F!(($H-V+=8!`*!A&-I.!=--$!&$7-*V&-J!=-7(($!.-!H&*7-$!$((*!SS$!&I! F--*7-*-!&C)&BB+$=-$!D&&*!A-.!F(J-$!D($!A-.!&?Q-%.R!(($=-V+-$!7-V-!=-=-D-$B! -*!()!V+Q$8!`*!V+Q$!71B!=--$!?(**+j*-B!7+-!7-!)--*)+$=!V-)I!A&-I.!&C!.-!)&BB-$8!,+-! H&*7-$!7&&*!7-!F-.A&7-!V-)I!&C=-)&B.8!! ,-!B.(C!D&&*!B.(C!H-*JF-.A&7-!?*-$=.!H-)!D--)!B.*1%.11*!+$!7-!)-BB-$8!,-! )--*)+$=-$!H-.-$!7((*7&&*!C*-%+-B!H((*!V-!(($!.&-!V+Q$8!,(.!J($!D&&*!D--)! )--*)+$=-$!()B!D&&*7--)!7+-$-$!&F7(.!D((J!7-V-)I7-!B.(CC-$!&$7-*$&F-$! F&-.-$!H&*7-$8!0&&*!)--*)+$=-$!J($!7+.!()B!D&&*7--)!A-??-$!7(.!?+Q!A-.! ?-H-*J-$!-$!(IH-*J-$!D($!?+QD&&*?--)7!A&1.R!&C!--$!=-=-D-$!F&F-$.!C*-%+-B! !
"M!
H-.-$!H(.!V-!F&-.-$!7&-$8!`-$!($7-*!D&&*7--)!D($!A-.!B.(CC-$C)($R!+B!7(.!7-! )--*)+$=-$!A1$!I&1.-$!.-*1=!J1$$-$!V&-J-$!-$!()B$&=!J1$$-$!D-*?-.-*-$8! ! ;&$'#()#&!#&!*+,#&! U-.!D+$7-$!D($!--$!&C)&BB+$=!X&I!F--*7-*-!&C)&BB+$=-$Y!J($!?-*-+J.!H&*7-$! 7&&*!.-!+F+.-*-$R!7&&*!.-!-_C-*+F-$.-*-$!&I!7&&*!+$V+%A.-)+QJ!.-!F(J-$!H((*!Q-! $((*!.&-!H+).8! @$!7-!.-%A$+-J)-BB-$!+B!-*!D&&*!7-!)--*)+$=-$!()!?-C(()7!H(.!-*!=-F((J.!F&-.! H&*7-$8!#($!7-!A($7!D($!--$!B.(CC-$C)($!+$!A-.!H-*J?&-J!H-*J-$!V+Q!$((*!--$! -+$7C*&71%.!.&-8!,-!)--*)+$=-$!A&-D-$!A+-*7&&*!&&J!$+-.B!.-!&$.H-*C-$8!#))-! &$7-*7-)-$!7+-!?+Q!A-.!C*&Q-%.!=-?*1+J!F&-.-$!H&*7-$R!V+Q$!D&&*(I!?-C(()7!-$! 7+-$-$!())--$!$&=!&C!F((.!=-F((J.!.-!H&*7-$8!`*!71B!D&&*()!BC*(J-!D($!+F+.-*-$! H-+$+=!D($!-_C-*+F-$.-*-$!-$!+$V+%A.8! ! D(%12##*%)2%33#&.!-#(*%4#&!#&!%&$'#()#&!#&!*+,#&! ,&&*!7-!)--*)+$=-$!.-!)(.-$!&$7-*D+$7-$!H-)J-!F&=-)+QJA-7-$!-*!V+Q$!&C!A-.! =-?+-7!D($!-II+%+\$.!=-?*1+J!F(J-$!D($!7-!H-*-)7!&F!&$B!A--$R!7*(=-$!H-!?+Q! (($!7-!&$.H+JJ-)+$=!D($!7-!)--*)+$=!!V&7(.!A+Q!V+%AV-)I!=&-7!+$V-.?((*!J($!F(J-$! +$!V+Q$!.&-J&FB.+=-!?(($!-$!+$!A-.!=-H&$-!)-D-$8! ! @$!7-!.-%A$+-J)-BB-$!H&*7-$!7-!&C)&BB+$=-$!D($!$1!=-.&&$78!`*!H&*7.!$+-.!(($! 7-!)--*)+$=!=-D*((=7!.-!?-J+QJ-$!H(.!-*!F-.!7-V-!F-.A&7-B!$&=!F--*!?-*-+J.!J($! H&*7-$R!&I!7(.!V+Q!-D-$.1--)!--$!$+-1H-!F-.A&7-!J1$$-$!?-7-$J-$8!! ,((*$((B.!&$7-*D+$7.!7-!)--*)+$=!&&J!$+-.!H(.!-$!A&-!7-!A-7-$7((=B-! &C)&BB+$=-$!H-*J-$8!]-!)-*-$!$+-.!H(.!-*!=-?-1*.!()B!Q-!+-.B!(($!7-V-!&C)&BB+$=-$! D-*($7-*.8!P$7-*V&-J!-$!-_C-*+F-$.!H&*7.!$+-.!=-7(($8! ! =F;! :;)#$(&)+$0"+$2/&)<=)-$3*0))/#$.))/.*+6)+>$?)$%&'()+$0"+$@).<$)A2)/*3)+#)/)+B$ &+#()44)+$@&+()/$0&&/&26)-#).($2."+B$7)()+4)+$%&)$%)#$4"+$("#C$D<$1"#$)/$ 6)7)'/#$".-C$E/$1&/(#$))+$7)/&)2$6)(""+$&2$%'+$2/&7.))3&2.&--)+($0)/3&6)+B$ ))+$7)."+6/*=4)$FG)$E)'1)-$0""/(*6%)*(8!D&4$%)#$.)/)+$.)/)+$)+$@).HGG$ $ @$!7-!.-%A$+-J!)-BB-$!H&*7-$!7-!)--*)+$=-$!$+-.!(($=-BC&&*7!$(!.-!7-$J-$!&D-*! --$!&C)&BB+$=!&D-*!A&-!+-.B!.-!F(J-$R!&F7(.!A-.!D&&*?--)7!D($!A-.!-+$7C*&71%.! -*!()!+B8!,-!)--*)+$=-$!A&-D-$!&&J!$+-.B!.-!&$.H-*C-$R!.-!-_C-*+F-$.-*-$!-$!.-! &$.7-JJ-$!&F!.&.!--$!C*&71%.!.-!J&F-$8!U-.!$(7--)!A+-*D($!+B!7(.!V+Q!&C!7-V-! F($+-*!&&J!$+-.!)-*-$!A&-!--$!C*&71%.!7((7H-*J-)+QJ!+$!-)J((*!V+.!-$!H((*&F!A-.! V&!+$!-)J((*!V+.8!`*!H&*7-$!=--$!&$.H-*C.-%A$+B%A-!C*&?)-F-$!&$7-*V&%A.!-$!-*! H&*7.!&&J!$+-.!$(=-7(%A.!H(.!D&&*!($7-*-!F&=-)+QJA-7-$!-*!$&=!F--*!V+Q$8! ! =0+2+! `+=-$V+$$+=R!+$BC+*(.+-!-$!-_C*-BB+-!V+Q$!7-!H&&*7-$!7+-!'%()(!1$+-J!F((J.!+$! A1$!&$7-*H+QB8!U-)((B!F&-.!+J!%&$%)17-*-$!7(.!7-V-!H&&*7-$!$+-.!+$!7-! .-%A$+-J)-BB-$!D&&*J&F-$8!,+.!J&F.!&F7(.R!V&()B!A+-*?&D-$!?-B%A*-D-$R!())-B! !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ""!A..C955HHH8B)&8$)5&*=($+B(.+-5B)&F(=(V+$-B5%&$.-_.5%&$.-_.C&5'OPkN&$.-_.k"3kek
"G!
D&)=-$B!SS$!C(7!)&&C.R!H(.!-)J-!)--*)+$=!D&)=.8!,&&*!7-!)--*)+$=!$+-.!$(!.-!)(.-$! 7-$J-$!-$!.-!)(.-$!&$7-*V&-J-$!H(.!V-!F-.!?-C(()7-!J-$$+B!V&17-$!J1$$-$! 7&-$!-$!F(J-$R!H&*7-$!V+Q!$+-.!=-s$BC+*--*7!-$!J&F.!A1$!-+=-$V+$$+=A-+7!&&J! $+-.!.&.!1+.+$=8!! 0-*7-*!J&F.!&&J!A-.!-D()1-*-$!D($!A-.!=-F((J.!C*&Q-%.!$+-.!(($!7-!&*7-8!,+.! A--I.!.&.!$(7--)!7(.!7-!)--*)+$=!?+Q!A-.!D&)=-$7-!C*&Q-%.!&&J!$+-.!H--.!&I!A+Q!+-.B! =&-7!&I!I&1.!7&-.8! f&*.&FR!-*!+B!&C!D--)!C1$.-$!$&=!A--)!H(.!D-*?-.-*+$=!F&=-)+QJ8! ! ,-!D-*?-.-*C1$.-$!X""+7)0).*+6$#)/$0)/7)#)/*+6T$J1$.!1!D+$7-$!+$!7-!?+Q)(=-8$ ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
23!
B&%56$&3$2-(57! F:$#(+$//(!
e e
!"#$%&'"()&*+&,-./01&*$2#34(+&5363$&78&7(9$2:346&$($2$(+&;""2(<&& ;"==$2;""2(& & *"2>"(7)&?+)&*3$9$%")&@+&,-..A1+&B$2$(&3(&A&93%$(63$6+&*79$2($&939"CD3$=& '772&E$D&'772DF$>$D&7(9$2:346& &
;&2:! X)++*-+)#$$ 0-*J*-=-$!&C!;!F-+!23"6R!D+(!)+$J! •
http://www.kennisnet.nl/themas/21st-century-skills/
J*()&Y-$)+$(&--*)/-$0&&/$()$&+()/1*=-2/"4#*=4$ 0-*J*-=-$!&C!;!F-+!23"6R!D+(!)+$J! •
http://www.leraar24.nl/video/2967/vaardigheden-van-de-21ste-eeuw
!
111>FG-#5)+#'/U-4*..->+.$ 0-*J*-=-$!&C!;!F-+!23"6R!D+(!)+$J! •
http://www.21stcenturyskills.nl/?s=21st+century+skills!!
!
Z"#*&+"".$)A2)/#*-)5)+#/'3$.))/2."+&+#1*44).*+6$ 0-*J*-=-$!&C!;!F-+!23"6R!D+(!)+$J! •
http://ko.slo.nl/vakgebieden/00004/00001/00007/!
!
111>U&'#'7)>+.$ D-*J*-=-$!&C!;!F-+!23"6R!D+(!)+$J!
!
•
http://www.youtube.com/watch?v=UZEZTyxSl3g
! ."+().*=4$4)++*-*+-#*#''#$0&&/$5'.#''/$)('5"#*)$)+$"3"#)'/4'+-#$ 0-*J*-=-$!&C!43!F-+!23"6R!D+(!)+$J9! • A..C955HHH8)J%(8$)5l5F-7+(57&H$)&(7B5HBk23"4k%-k4E8C7ImC(=-n6"! ! 85"."$[/)("$ 0-*J*-=-$!&C!43!F-+R!D+(!)+$J9! • HHH8B%()(?*-7(8$)! ! \A.U$ 0-*J*-=-$!&C!43!F-+!23"6R!D+(!)+$J! • A..C955&$.H+JJ-).+CB8&*=(e.&&)J+.8$)5A&F-5%&$%-C.1--)e D-*F&=-$5C*&?)--F&C)&BB-$7eD-*F&=-$! $
!
2"!
;&1"/(-$%&3)$ 0-*J*-=-$!&C!43!F-+!23"6R!D+(!)+$J9! • A..C955H48A&H(*7BA&F-8%&F523"25"352657-eD-*($7-*-$7-e*&)eD($e7-e F-7+(eB&%+()eF-7+(e()Be?*&$5! • A..C955F(*.+$I-*7+$($7=*&-$-H-=-$D($7-*H-+Q7-$8I+)-B8H&*7C*-BB8%&F523"25 3;5.(_&$&F+-eD($e?)&&F8C7I!
! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
22!
!
0/1.*),"!"7#>*)+,)*-.&/0*#?*<2%0*@#
G%0#&$H!BE!B+#3! ! ;)3$+($H! /+Q!7-!&CB.(*.!D($!--$!$+-1H!C*&Q-%.!H&*7.!-*!1+.)-=!=-=-D-$!&D-*!H(.!A-.! -+$7C*&71%.!F&-.!H&*7-$R!H&*7.!&&J!=-.&&$78!`*!H&*7.!7($!&&J!7&&*!7-!7&%-$.! (878A8D8!D&&*J-$$+B!?+Q!7-!)--*)+$=-$!=-(%.+D--*78!,+.!H&*7.!J)(BB+J(()!=-7(($8! /+Q!--$!*--7B!)&C-$7!C*&Q-%.R!H&*7.!-*!--$!J)-+$-!A-*A()+$=!D($!.A-&*+-!D($!7-! H--J!-*D&&*!=-7(($8!P&J!7($!H&*7-$!-*!D*(=-$!=-B.-)7!(878A8D8!.A-&*+-!D($! D&*+=-!H--J8!`$J-)-!)--*)+$=-$!($.H&&*7-$8!P$7-*H+QB)--*=-BC*-J8! ,-!)--*)+$=-$!V+Q$!&C!7+.!F&F-$.!?-V+=!F-.!A-.!F(J-$!D($!--$!D-$.+)(.&*8!/+Q! 7-V-!&C7*(%A.!F&-.-$!7-!)--*)+$=-$!J1$B.B.&I!?1+=-$R!A&1.!V(=-$R!(I.-J-$R!?&*-$R! -$!--$!D-$.+)(.&*F&.&*.Q-!(($.1*-$!78F8D8!--$!?(..-*+Q!-$!-)-J.*+%+.-+.BB$&-*.Q-B8!! ! I6#%(:#H! T-71*-$7-!A-.!C*&Q-%.!H&*7.!-*!.A-&*+-!&D-*=-7*(=-$!H((*?+Q!7-!7&%-$.!--$! (%.+-D-!*&)!A--I.8!`*!D+$7.!J-$$+B!&D-*7*(%A.!C)((.B!7&&*7(.!7-!7&%-$.!?-)($=*+QJ-! H&&*7-$!1+.)-=.!(878A8D8!7-!.A-&*+-!7+-!+$!A-.!H-*J?&-J!B.((.8! ]&!$1!-$!7($!)-V-$!7-!)--*)+$=-$!&&J!--$!B.1J!.-JB.!J)(BB+J(()!D&&*!H((*$(!7-! D*(=-$!7+-!+$!A-.!?&-J!B.((.!J)(BB+J(()!?-BC*&J-$!H&*7-$!-$!7-!)--*)+$=-$!7-! ($.H&&*7-$!J1$$-$!$&.-*-$8! /+Q!7-!.A-&*+-!H&*7-$!&&J!7-!H-*JB.1JJ-$!D($!--$!(($.()!)--*)+$=-$!?-A($7-)78! ^(.!F&-.!-*!$&=!(($!=-?-1*-$R!H(.!F&-.!-*!$&=!?-.-*R!-.%8! '&FB!H&*7.!-*!?+Q!7-!.A-&*+-!&&J!--$!C*(J.+B%A!D&&*?--)7!=-=-D-$!V&()B!A-.! =-?*1+J!D($!--$!I+-.B!F-.!.($7H+-)-$!?+Q!A-.!A&&I7B.1J!d&D-*?*-$=+$=-$[8! #I!-$!.&-!J*+Q=-$!7-!)--*)+$=-$!&&J!--$!I+)FCQ-!.-!V+-$!H((*+$!+$I&*F(.+-!H&*7.! D-*B.*-J.!&D-*!--$!?-C(()7!&$7-*H-*C!X?+QD&&*?--)7!V&$$-e-$-*=+-Y8! ! J:$-%#(:&4H! g(7(.!7-!.A-&*+-!+B!?-A($7-)7!=(($!7-!)--*)+$=-$!(($!7-!B)(=!F-.!A-.!H-*JB.1J! H((*!V-!F--!?-V+=!V+Q$8!`*!H&*7.!--$!D&&*?--)7!=-.&&$7!D($!A-.!-+$7C*&71%.! V&7(.!7-!)--*)+$=-$!H-.-$!H((*!V-!$((*.&-!F&-.-$!H-*J-$8!! W+Q7-$B!7-!1+.D&-*+$=!7+-$-$!7-!)--*)+$=-$!(($!7-!A($7!D($!--$!B.(CC-$C)($!+$! A1$!H-*J?&-J!A-.!H-*JB.1J!.-!F(J-$8!^($$--*!V-!$+-.!B$(CC-$!H(.!7-! D&)=-$7-!B.(C!+B!&I!$+-.!=&-7!H-.-$!H(.!7+-!B.(C!+$A&17R!!H&*7.!7-!7&%-$.!&F! A1)C!=-D*((=78!,-!=-=-D-$!.A-&*+-!H&*7.!D-*7-*!$+-.!&$7-*V&%A.!+$!7-!D&*F!D($! J)-+$-!C*(J.+QJ&C7*(%A.-$8! ! K#%%(.#2:&4H! ^($$--*!7-!)--*)+$=-$!A1$!H-*JB.1J!(IA-??-$!.&$-$!V-!7+.!(($!7-!7&%-$.!H7+-! A+-*!--$!%+QI-*!D&&*!=--I.8!`*!H&*7.!=-)-.!&C!(IH-*J+$=R!$-.A-+7!-$! $(1HJ-1*+=A-+78!,-!)--*)+$=!J*+Q=.!--$!%+QI-*!-$!+B!7((*F--!J1$7+=!=-$&-=!&I!$+-.! J1$7+=!=-$&-=!F--!?-D&$7-$8!! ! ! ! !
24!
D(%C#0$H!-#&$:2+$%(! ! L+$!*%#$!.#!2##(2:&4!%&$'#()#&! ,-!)--*)+$=!A&-I.!?+Q!7+.!C*&Q-%.!$+-.B!.-!&$.H-*C-$8!U-.!&$.H-*C!B.((.!()!D(B.8! ! L+$!*%#$!.#!2##(2:&4!*+,#&M! 7-!)--*)+$=!F&-.!(($!7-!A($7!D($!?-B%A*+QD+$=-$!-$!--$!.-J-$+$=R!B.(C!D&&*!B.(C! --$!D-$.+)(.&*!F(J-$8!,-!&$7-*7-)-$!7+-!A+-*D&&*!=-F((J.!F&-.-$!H&*7-$!V+Q$9! • U&1.-$!B.($7((*7! • T(.!+$!A&1.-$!B.($7((*7!?&*-$!-$!7-V-!&$7-*!--$!A&-J!D($!6;°!(IV(=-$! XD-*B.-JY! • f1$B.B.&I!C)((.Q-9!=((.Q-B!+$!?&*-$!-$!--$!B.1J!(I.-J-$!-$!1+.V(=-$R!7((*$(! &F?1+=-$!XV&7(.!-*!)(.-*!--$!?(..-*+Q!+$!=-C)((.B.!J($!H&*7-$8! • /(..-*+Q!%&$.(%.C1$.Q-B9!B.1JQ-B!()1F+$+1F8!Z&-.-$!&C!?-C(()7-!C1$.-$! =-?&=-$!H&*7-$8!PC!F((.!J$+CC-$R!7((*$(!(I.-J-$-$!H((*!A-.!=-?&=-$! F&-.!H&*7-$! • U&1.-$!B.($7(*7!&C!C)((.Q-!)+QF-$! • #)1F+$+1F!B.*+C!&C!B.($7(*7!B%A*&-D-$! • f1$B.B.&I!C)((.Q-!C)((.B-$! • /(..-*+Q!-*+$! • /(..-*+Q!%&$.(%.C1$.Q-B!D&&*V+-$!D($!--$!B$&-*.Q-! • N&$.(%.C1$.Q-B!D(B.F(J-$!(($!B.($7((*7! • '$&-*.Q-B!D(B.!F(J-$!--$!B%A(J-)((*! • '%A(J-)((*!D-*?+$7-$!F-.!F&.&*.Q-! ! L#2,#!)(%12#*#&!.%#&!<:06!-%%(!$:C.#&3!6#$!*+,#&!-+&!.#!-#&$:2+$%(M! @$!7-!&C7*(%A.!B.((.9!F&$.--*!7-!=-F((J.-!?(..-*+Q!%&$.(%.C1$.Q-B!X2!()1F+$+1F! B.*+CQ-B!7+-!%&$.(%.!F(J-$!F-.!7-!?(..-*+QY!)+$JB!-$!*-%A.B!D($!7-!B.($7((*7!-$! V&*=!7(.!V-!%&$.(%.!F(J-$!F-.!7-!?(..-*+Q8! ! • `-$!D*((=!7+-!D--)!D&&*J&F.!.+Q7-$B!A-.!F(J-$!D($!7+.!C*&Q-%.R!+B!H((*!7-! ?(..-*+Q%&$.(%.C1$.-$!=-C)((.B.!F&-.-$!H&*7-$R!A&-!V-!=-C)((.B.!F&-.-$! H&*7-$8!,-!)--*)+$=-$!A-??-$!--$!&C7*(%A.?)(7!H((*!())-B!&CB.((.8!! ! • 0--)()!V+-$!7-!)--*)+$=-$!D($!($7-*-!)--*)+$=-$!A&-!V+Q!A-.!C*&Q-%.!F(J-$! -$!J&C+\*-$!7+.8!#)B!A-.!D-$.+)(.&*.Q-!J)((*!+B!F((*!A-.!F&.&*.Q-!7*((+.!$+-.R! H-.-$!V-!$+-.!A&-!7+.!J&F.8! ! • /1+=-$!D($!%&$.(%.C1$.Q-B8!^-.-$!$+-.!H-)J-!J($.!&C!.-!?1+=-$!&I!H((*!(I! .-!.-J-$-$!&F!.-!?1+=-$8! ! • '$&-*.Q-B!F&-.-$!(($!%&$.(%.C1$.Q-B8!,*((7Q-B!F&-.-$!V&!=-J$+C.! H&*7-$!7(.!V-!C*-%+-B!C(BB-$8!`*!V+.!--$!=((.Q-!+$!7-!%&$.(%.C1$.Q-B!F((*! )--*)+$=-$!?-=*+QC-$!$+-.!H((*!A-.!=((.Q-!D&&*!7+-$.8! ! • Z(.-$!(I.-J-$-$9!&CF(J-$!1+.!.-J-$+$=!()B!7-V-!-*!$+-.!B.(($8!$+-.!())-! F(.-$!V+Q$!=-=-D-$!+$!7+.!C*&Q-%.8!,+.!+B!=-7(($!&F!7-!)--*)+$=!V-)I!.-!)(.-$! !
26!
1+.*-J-$-$!H-)J-!F(.-$!-*!&D-*!?)+QD-$8!^-.-$!D((J!$+-.!A&-!7+.!F&-.!&I! V+-$!$+-.!+$!7(.!V-!7(.!V&!F&-.-$!7&-$8!
! L+$!.%#$!.#!2##(2:&4!%*!.:$!)(%12##*!%)!$#!2%33#&M! • ,-!)--*)+$=!D*((=.!(($!7-!7&%-$.!H((*&F!V+Q$!&?Q-%.!A-.!$+-.!7&-.8!,-! )--*)+$=!D*((=.!&F!7-!&C)&BB+$=8! • #I.-J-$-$9!)--*)+$=!D*((=.!H(.!7-!F((.!+B!7+-!A-.!F&-.!V+Q$8! • Z-7-!)--*)+$=!H&*7.!=-D*((=7!A-.!.-!7&-$! • `*!H&*7.!=-J&C+--*7!D($!F-7-)--*)+$=!! • Z&.&*.Q-9!`*!H&*7.!(($!F-7-)--*)+$=!=-D*((=7!A&-!A+Q!A-.!A--I.!=-7(($! ! L+$!.%#$!.#!.%0#&$M! • N&$.(%.C1$.Q-B!C)((.B-$9!,&%-$.!H+QB.!&C!.-J-$+$=8!T--I.!(($!H((*!V-! F&-.-$!J&F-$!-$!A&-!7+.!=-7(($!F&-.!H&*7-$! ! • ,&%-$.!D-*.-)7!H((*!7-!I&1.!V+.R!-$!A&-!A-.!D-*?-.-*7!F&-.!H&*7-$!V&7(.! A-.!=-A--)!H-)!H-*J-$7!H&*7.8! ! • #I.-J-$-$!-$!?1+=-$!D($!%&$.(%.C1$.Q-B9!)--*)+$=-$!D*(=-$!&C!H-)J-!C)-J! V-!F&-.-$!(I!.-J-$-$8!'.((.!&C!?)(7R!())--$!F+$7-*!1+.=-?*-+7!7($! $&*F(()!X)--*)+$=!F&-.!+$F+77-)B!+$V+%A.!A-??-$Y8!,&%-$.!H+QB.!F((.!(($! -$!D*((=.!H(.!-*!B.((.8!O--*)+$=!H--.!$1!7-!F((.!-$!J($!D-*7-*!! ! • '$&-*.Q-B!(($!%&$.(%.C1$.Q-B9!7&%-$.!7&-.!D&&*!A&-!-$!H((*!A-.!B$&-*.Q-! F&-.!J&F-$8! ! • #I.-J-$-$9!7&%-$.!V-=.!7(.!-*!?-*-J-$7!F&-.!H&*7-$8!T--I.!(($!H-)J-! F((.!D($!H-)J-!F((.!(I=-A(()7!F&-.!H&*7-$8! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
2;!
O-B&?B-*D(.+-!.-%A$+-J! f)(B9!2f7! "G!t!3E!e!23"6! ! L++(!'#(,#&!.#!2##(2:&4#&!++&M! 0-$.+)(.&*C*&Q-%.8! f$+JJ-*BC-)! `+$7&C7*(%A.!XJ)-+$!&?Q-%.!D($!A&1.R!J1$B.B.&I!-$!F-.(()!H((*?+Q!())-!F(.-*+()-$! F-.!?-C(()7-!?-H-*J+$=-$!(($!-)J((*!?-D-B.+=7!F&-.-$!H&*7-$8! ! L+$!*%#$#&!.#!2##(2:&4#&!%&$'#()#&M! T--$!&$.H-*C&C.+-B8!PC7*(%A.!B.((.!B.(C!D&&*!B.(C!+$!H-*J?&-J!&FB%A*-D-$! XD-$.+)(.&*!-$!J$+JJ-*BC-)Y8! ! `+$7&C7*(%A.9!)--*)+$=-$!A&-D-$!$+-.B!.-!&$.H-*C-$8!Z&-.-$!H-)!J-$$+B!A-??-$! D($!F(.-*+(()?-H-*J+$=8! ! L+$!*%#$#&!.#!2##(2:&4#&!*+,#&M! N&:,,#(3)#2H!A&1.-$!?(JQ-R!B-F+!=-B)&.-$R!F-.!--$!7(JQ-!D($!J1$B.B.&I8! ! • U&1.!&C!F((.!V(=-$! • T((.Q-B!?&*-$!+$!A&1.!-$!J1$B.B.&I! • O+QF-$! • f1$B.B.&I!(I.-J-$-$! • f1$B.B.&I!?1+=-$! • T((.Q-B!D&&*!J$+JJ-*B!D-*V+$J-$! • W-J-$+$=!F(J-$!D&&*!(%A.-*=*&$78! ! O#&$:2+$%(H!A&1.-$!B.($7((*7R!F-.!J1$B.B.&I!?(..-*+QA&17-*R!(($=-B)&.-$!&C! B%A(J-)((*!-$!C*&C-))-*8! ! • U&1.-$!?()JQ-!V(=-$!X!&$7-*!_!(($.()!=*(7-$Y! • /()JQ-!&C!&$7-*)((=!C)(JJ-$! • f1$B.B.&I!?(..-*+QA&17-*!(I.-J-$-$! • f1$B.B.&I!?(..-*+QA&17-*!V(=-$!-$!?-H-*J-$! • f1$B.B.&I!?(..-*+QA&17-*!?1+=-$! • f1$B.B.&I!?(..-*+QA&17-*!?-D-B.+=-$!(($!A&1.-$!B.($7((*7!X()1!B.*+C!u! B%A*&-D-$Y! • /(..-*+Q%&$.(%.C1$.Q-B!(I.-J-$-$R!J$+CC-$!-$!?1+=-$! • /(..-*+Q%&$.(%.C1$.Q-B!&C!B.($7((*7!-$!.-=-$!?(..-*+Q!?-D-B.+=-$! • /(..-*+Q%&$.(%.C1$.Q-B!D-*?+$7-$!X78F8D8!B$&-*.Q-BY!F-.!B%A(J-)((*!-$! F&.&*.Q-! ! >:&.%).(+06$H! P?Q-%.!D($!J1$B.B.&IR!A&1.!-$!F-.(()! ! • U&1.!(I.-J-$-$! • U&1.-$!&$7-*!D-*B.-J!V(=-$! !
2E!
• • • •
f1$B.B.&I!?-H-*J-$!XB%A1*-$Y!-$!=((.Q-!+$!?&*-$! f1$B.B.&I!D-*H(*F-$!-$!&C!Q1+B.-!C)-J!?1+=-$!+$!A&-J!D($!G3°! <)((.B.(()!(I.-J-$-$!-$!F-.!V-.?($J!&C!Q1+B.-!F($+-*!?1+=-$! #))-!&$7-*7-)-$!(($!-)J((*!?-D-B.+=-$!
! L#2,#!)(%12#*#&!.%#&!<:06!-%%(M! O#&$:2+$%(H! #($B)1+.+$=!-)-J.*+%+.-+.B7*(7-$! • ^(.!F&-.!H((*K! ! U&1.!(I.-J-$-$!&$7-*!Q1+B.-!A&-J!+8D8F8!V(=-$!&$7-*!D-*B.-J! ! f1$B.B.&I!(I.-J-$-$! ! /(..-*+Q!%&$.(%.C1$.Q-B! ! 0+$7-$!D($!7-!Q1+B.-!F(.-$8!g+-.!())-!F(.-$!V+Q$!=-=-D-$!V&7(.!)--*)+$=!V-)I!=&-7! F&-.!)-V-$!-$!*-J-$-$!&F!.&.!B&FF+=-!F(.-$!.-!J&F-$8! ! N&:,,#(3)#2H! v1+B.!(I.-J-$-$!-$!J1$B.B.&I!.-!?1+=-$! <)((.B!?-C()-$!&F!=((.Q-B!.-!?&*-$!+$!J1$B.B.&I! O($=B!H-)J-!V+Q7-!J1$B.B.&I!?1+=-$K! ! >:&.%).(+06$H! f1$B.B.&I!?1+=-$!F-.!V-.?($J!X+B!D&&*!F-.(()Y! P$Q1+B.!(I.-J-$-$! 0-*J--*7!(I)-V-$! ! "%#!2%33#&!.#!2##(2:&4#&!6/&!)(%12#*#&!%)M! • ^($$--*!7-!)--*)+$=-$!$+-.!H-.-$!A&-!7(.!V-!+-.B!F&-.-$!7&-$! X?-D-B.+=-$R!(I.-J-$-$R!J$+CC-$!-.%8YR!7($!D*(=-$!V-!(($!7-!7&%-$.!H(.!7-! F($+-*!+B!&F!A-.!.-!7&-$8! • O--*)+$=!J&C+--*.!H-*JV((FA-7-$!D($!F-7-)--*)+$=! • 0*(=-$!$((*!&C)&BB+$=!X?+QD8!^($$--*!?(..-*+Q!$+-.!+$!A&17-*!C(B.Y! • 0*(=-$!A&-!A-.!J($R!7(.!+-.B!$+-.!C(B.5!H((*&F!A-.!I&1.!+B! ! L+$!.%#$!.#!.%0#&$!++&!.#!)(%12#*#&M! • ,&%-$.!)((.!V+-$!H((*!7-!I&1.!V+.!XD-$.+)(.&*!-$!J$+JJ-*BC-)Y! • ,&%-$.!=--I.!(($!A&-!A-.!F&-.!XD-$.+)(.&*!-$!J$+JJ-*BC-)Y! • `+$7&C7*(%A.9!,&%-$.!A&-I.!$+-.B!.-!7&-$R!())-B!B.((.!&C!?)(78!,&%-$.!F(=! &&J!$+-.B!V-==-$9!+B!.&-.B8! ! ! ! ! ! ! ! !
2:!
?/!0&%12$$3%42%))$5-!6$&3%7$58!,,51$6$2(57!'$&!6$&1$'$&(57! r+.!A-.!.A-&*-.+B%A!J(7-*!-$!A-.!C*(J.+QJ=-*+%A.-!J(7-*!+B!=-?)-J-$!7(.!$+-.! =-$&-=!&C!A-.!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$!D($!A-.!&$.H-*C-$!-$!F(J-$! +$=-=(($!H&*7.8!@$!7-V-!(($?-D-)+$=!B.((.!B.(C!D&&*!B.(C!1+.=-)-=7!H(.!-*!F&-.! =-?-1*-$!&F!7+.!H-)!.-!J1$$-$!?-H-*JB.-))+=-$8! ! #)B!A($7D(.!D&&*!7-V-!&FF-VH((+R!+B!--$!B.(CC-$C)($!?-B%A*-D-$!H((*+$!B.(C! D&&*!B.(C!1+.=-)-=7!H&*7.!A&-!7-V-!)-BB-$!+$=-*+%A.!V&17-$!J1$$-$!H&*7-$!&F! A-.!F--*!%&$I&*F!A-.!C*&?)--F&C)&BB-$7!D-*F&=-$!+$!.-!*+%A.-$8! #($=-V+-$!H-!.-!F(J-$!A-??-$!F-.!7-!&$7-*?&1HR!+B!A-.!$&&7V(J-)+QJ!7(.!7-! 7&%-$.!7-!)--*)+$=!B.11*.!?+Q!A-.!?-($.H&&*7-$!D($!7-V-!D*(=-$8! U&-!.-!B.1*-$!+B!.-*1=!.-!D+$7-$!&C!C(=+$(!;!D($!7+.!&$7-*V&-J!XA&&I7B.1J!;8;R! 7+F-$B+-!6R!Z(*V($&Y8! ! ,-!?-)($=*+QJB.-!C1$.-$!7+-!?+Q!A-.!+$*+%A.-$!D($!7-!)-BB-$!(($!7-!A($7!D($! C*&?)--F!&C)&BB-$7!D-*F&=-$!F&-.-$!H&*7-$!?-A($7-)7!V+Q$! $ • %)#$(&).B$ • ()$7)2)/4*+6$&<$()$7"//*Q/)B$$ • ".#)/+"#*)0)$3"+*)/)+$&3$%)#$(&).$#)$7)/)*4)+! ! =$+)!8!P!G%#2H!! #))-*--*B.!F&-.!7-!7&%-$.!$+-.!F--*!7-!J-$$+B?*&$!V+Q$8!,-!)--*)+$=-$!F&-.-$! V-)I!&CV&-J!$((*!J-$$+B!&F!V&!V-)I!7-!J-$$+B?*&$!.-!H&*7-$8!,-!7&%-$.!=--I.!(($! H-)J-!?*&$$-$!J1$$-$!H&*7-$!=-*((7C)--=7!?+$$-$!7-!J(7-*B8! ,+.!7&-.!7-!7&%-$.!7&&*!--$!&C7*(%A.!.-!=-D-$!H((*+$!--$!C*&?)--F!D-*H-*J.! V+.8!,+.!C*&?)--F!H&*7.!7&&*!7-!7&%-$.!(($=-A(()7!-$!-D.8!J&*.!?-)+%A.!(878A8D8! --$!D&&*?--)7!D($!--$!*--7B!?-B.(($7-!&C)&BB+$=8!! ! =$+)!7!P!K#)#(,:&4Q1+((:R(#H!! ,((*$((B.!F&-.-$!7-!&C7*(%A.-$!V&!+$=-*+%A.!H&*7-$!7(.!7-!)--*)+$=-$!--$! D*((=B.1J!D&&*=-B%A&.-)7!J*+Q=-$!+8C8D8!7(.!V+Q!()!--$!&C)&BB+$=!D&&*=-B%A&.-)7! J*+Q=-$!-$!7-!&C)&BB+$=!(($!7-!A($7!D($!D&&*(I!?-C(()7-!B.(CC-$!C*&?-*-$!.-! J&C+\*-$8!^($$--*!-*!=-H-*J.!H&*7.!F-.!--$!?-C(()7-!?-C-*J+$=!&I!?(**+j*-!+B! A-.!$&&7V(J-)+QJ!7(.!7-!)--*)+$=-$!D&&*!7-V-!?-C-*J+$=5?(**+j*-!&&J!--$! &C)&BB+$=!.-!V+-$!J*+Q=-$8!U+-*7&&*!J1$$-$!V-!&C!?-B.(($7-!&C)&BB+$=! D&&*?&*71*-$8!! ! =$+)!S!P!T2$#(&+$:#-#&H!! ,-!7&%-$.!F&-.!7-!)--*)+$=-$!?+Q!A-.!C*&?)--F!--$!J(7-*!(($*-+J-$!H((*?+$$-$! V+Q!--$!&C)&BB+$=!F&-.-$!?-7-$J-$8!#($=-D-$!H((*!V-!$((*!F&-.-$!V&-J-$8! /+$$-$!7-V-!J(7-*B!F&-.-$!7-!)--*)+$=-$!V-)I!?-7-$J-$!H(.!V-!?*1+J?((*!D+$7-$! -$!&&J!J1$$-$!=-?*1+J-$8!,-!J(7-*B!F&=-$!7&&*!7-!)--*)+$=-$!&C=-*-J.!H&*7-$! X&D-*!7-!=*-$V-$!J+QJ-$Y!F+.B!A-.!.&-C(B?((*!+B!-$!A(()?((*!+B!&F!1+.!.-!D&-*-$!+$! A-.!C*&Q-%.8!/+$$-$!7-V-!J(7-*B!J($!7-!7&%-$.!H((*!$&7+=!-$!&C!?-C(()7-! F&F-$.-$R!$&=!H(.!-_.*(!+$I&*F(.+-!D-*B%A(II-$!7+-!7-!)--*)+$=-$!--$!?-.-*! +$V+%A.!=-D-$!+$!A-.=--$!H((*!V-!F--!?-V+=!V+Q$R!H(.!V-!(($!A-.!&$7-*V&-J-$!V+Q$! &I!(($!A-.!1+.H-*J-$!V+Q$8!! !
2M!
=$+)!U!V!W#A2#0$#(#&!#&!#-+2/#(#&! U-.!+B!D($!?-)($=!7(.!7-!)--*)+$=!$+-.!V&F((*!--$!%+QI-*!J*+Q=.!D($!7-!7&%-$.8!,-! )--*)+$=!F&-.!H-.-$!H((*!V+Q$!%+QI-*!&C!=-?(B--*7!+B8! ,&&*!7-!)--*)+$=-$!+$!A-.!J&*.!.-!)(.-$!D-*.-))-$!H-)J-!J-1V-B!A+Q!=-F((J.!A--I.! .+Q7-$B!V+Q$!C*&Q-%.R!-$!7-V-!J-1V-B!.&-)+%A.R!A(().!7-!)--*)+$=!A-.!C*&Q-%.!D($! ?-=+$!.&.!-+$7!D&&*!V+%AV-)I!H--*!&C8!!,&&*!.-!?-J+QJ-$!H-)J-!1+.H-*J+$=-$!-*! V+Q$!=-7(($!?+Q!7-!=-F((J.-!J-1V-B!XD*(=-$!&C!C(=+$(!:YR!H&*7!A-.!+$V+%A.-)+QJ! H((*!7-!)--*)+$=!-D-$.1-)-!B.(CC-$!A--I.!=-F+B.!&I!$+-.!=&-7!=-$&-=!A--I.! 1+.=-7(%A.8! U-.!.&-)+%A.-$!D($!A-.!H-*JC*&%-B!J($!=-?-1*-$!(($!7-!A($7!D($!--$! C*-B-$.(.+-R!7+=+.(()!D+(!<&H-*<&+$.!&I!($()&&=!F-.!.-J-$+$=-$!-878! ! U-.!-D()1-*-$!A--I.!()B!7&-)!7-!)--*)+$=!71+7-)+QJ!.-!F(J-$!H-)J-!C1$.-$!B.(CC-$! =&-7!V+Q$!1+.=-D&-*7!-$!H-)J-!B.(CC-$!7-!D&)=-$7-!J--*!?-.-*!&$-*V&%A.!F&-.-$! H&*7-$8! 7-!7&%-$.!7+-$.!A-.!C*&Q-%.!.-!?-&&*7-)-$!&C!A&-!7-!)--*)+$=-$!7-!&C=-)-=7-! ?-*C-*J+$=!A--I.!&C=-)&B.R!A&-!A+Q!.&.!7-V-!&C)&BB+$=!+B!=-J&F-$!-$!A&-!7+.!.-*1=! .-!V+-$!+B!+$!A-.!1+.-+$7-)+QJ-!C*&71%.8!P&J!7-!$(1HJ-1*+=A-+7!D($!A-.!H-*J! X(I.-J-$-$R!?-H-*J-$R!(IH-*J-$!-.%8Y!7+-$.!.-!H&*7-$!?-J-J-$8! g((B.!A-.!(I=-)-D-*7-!C*&71%.!+B!A-.!&&J!D($!?-)($=!&F!.-!J+QJ-$!H-)J-! XC-*B&&$)+QJ-Y!D&*7-*+$=-$!7-!)--*)+$=!A--I.!=-F((J.!-$!A&-!7-!H-*JA&17+$=! D($!7-!)--*)+$=!+B!=-H--B.8! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
!
2G!
O%%(1##2.)(%C#0$! ;)1#(4,:3$C#! ! L+$!:3!6#$!.%#2M!X9,'!4&%1$$&!(+!'$!1$&$(+$5C! `-$!=-*--7B%A(CBJ+B.Q-5&C?-*=J+B.Q-!F(J-$!D($!A&1.!XH(.!F--=-$&F-$!J($! H&*7-$!+$!7-!.(B!&I!+$!A-.!J)1+BQ-!&C=-?&*=-$!J($!H&*7-$8!! ! /-=+$!-)J-!)-B!X&I!+$!+-7-*!=-D()!-)J!$+-1H!&$7-*7--)!?+$$-$!A-.!C*&Q-%.Y!F-.!--$! J&*.-!+$.*&8!,+.!J($!?+QD&&*?--)7!78F8D8!--$!I+)FR!--$!w1+V!-.%8! PC!7-V-!F($+-*!H&*7-$!7-!)--*)+$=-$!()!=-(%.+D--*7!&C!A-.!H(JJ-*!F(J-$!D($! 7-!D&&*J-$$+B8! g(!7-!+$.*&71%.+-!1+.)-=!D&&*!7-V-!)-BB-$!-$!-D.8!7-!D&)=-$7-!)-BB-$8! ! K#)#(,:&4#&H!L#2,#!1#)#(,:&4#&!*%#$#&!.#!2##(2:&4#&!%)2%33#&!#&Q%A! /:$'#(,#&M!X>,'!)',,'!3$!(5!-$!9$7;C! ! • Z&-.!+$!J)1+BQ-!-$5&I!.(B!C(BB-$! • T-F((J.!D($!A&1.! • Z&-.!(I=-H-*J.!H&*7-$! • #IB)1+.?((*!V+Q$! ! L+$!-%%(!%)2%33:&4#&!,+&!:,!6:#(-%%(!-:&.#&M! • O-*-$!&$7-*V&-J!.-!7&-$!$((*!+$BC+*(.+-!F(.-*+(()! • O-*-$!1+.!+$BC+*(.+-F(.-*+(()!?*1+J?(*-!?--)7-$!-$!+$I&*F(.+-!.-!A()-$! • #I.-J-$-$! • ^-*J-$!F-.!B%A(()! • PF*-J-$-$!D($!--$A-7-$! • @7--!1+.H-*J-$!&C!C(C+-*! • @7--!D($!C(C+-*!$((*!4,!?*-$=-$! • /-C-*J+$=-$!&C)&BB-$!78F8D8!+$I&*F(.+-!&$7-*V&-J! • 0-*B%A+))-$7-!A&1.B&&*.-$!A-*J-$$-$! • U&1.?-H-*J+$=-$!! ! ;&.#(<%#,! ,&-)!D($!&$7-*V&-J!+B!=&-7!&F!Q-!A--$!J+QJ-$!$((*!H(.!-*!()!(($!&C)&BB+$=-$!-$! &$.H-*C-$!&C!7-!F(*J.!+B8!U&-!A-??-$!($7-*-!&$.H-*C-*B!7+$=-$!?-7(%A.K! f(B.-$R!)(7-$!-.%8R!V&D--)!-$!V&!?*--7!F&=-)+QJ!&*+-$.-*-$8!O((.!7-!)--*)+$=-$! V&-J-$!$((*!?-D-B.+=+$=-$R!(IB)1+.+$=-$!?-H--=?(*-!7-)-$R!1+.$--F?(*-!7-)-$! -.%8! #))-!=-D&$7-$!(I?--)7+$=-$!D-*V(F-)-$!+$!--$!7&%1F-$.!X7+=+.(()!&I!($()&&=Y8! '.-)!?+Q!A-.!7&-$!D($!A-.!&$7-*V&-J!&&J!B.--7B!7-!D*((=!(($!7-!)--*)+$=-$!H((*! V+Q!C*-%+-B!$((*!&CV&-J!V+Q$8!^-))+%A.!A-??-$!V-!()!--$!+7--!D&&*!--$!&$.H-*C! X7&-)Y!-$!7((*!J($!7($!()!$((*!.&-!=-H-*J.!H&*7-$8! O((.!.+Q7-$B!A-.!C*&%-B!&&J!*-=-)F(.+=!7&&*!7-!)--*)+$=-$!I&.&qB!F(J-$8!,+.!J&F.! )(.-*!H--*!D($!C(B!.+Q7-$B!A-.!*-I)-%.-*-$!-$!-D()1-*-$8! ! ! !
!
43!
TA$#,#&!#&!'#(,#&!%)!306++2! 0&&*7(.!7-!)--*)+$=-$!=(($!&$.H-*C-$R!+B!A-.!A($7+=!&F!A-$!()D(B.!J-$$+B!.-! )(.-$!F(J-$!F-.!A-.!(I.-J-$-$R!F-.-$!-$!&F*-J-$-$!-$!H-*J-$!&C!B%A(()8! U+-*D&&*!V&1!Q-!7-!)--*)+$=-$!7-!&C7*(%A.!J1$$-$!=-D-$!&F!+$!.H--.())-$!&C!.-! V&-J-$R!H-)J-!F((.BLB.-F-$!-*!V+Q$!-$!A&-!7-V-!H-*J-$8! 0-*D&)=-$B!)((.!Q-!7-!)--*)+$=-$!A-.!F-.*+-J-!B.-)B-)!&$7-*V&-J-$R!($()LB-*-$!-$! D(B.)-==-$!+$!--$!D-*B)(=!-$!D&*D&)=-$B!A-.!\32)/*".$8#"+("/($8U-#)3!X-$=-)B!-$! (F-*+J(($BY!&F!V-..-$!$((*!F-.*+-J-!B.-)B-)8! ,((*$(!)((.!Q-!7-!)--*)+$=-$!--$!(($.()!&C7*(%A.-$!7&-$R!H((*?+Q!&F=-*-J-$7! F&-.!H&*7-$!+$!())-!--$A-7-$!D($!A-.!F-.*+-J-!B.-)B-)!XD($!FF!$((*!JFR!D($! AF!$((*!%F!-.%8Y8! PF!+$V+%A.-)+QJ!.-!F(J-$!+B!A-.!&&J!+$.-*-BB($.!D&&*!7-!)--*)+$=-$!&F!.-!V+-$! H((*!7-V-!--$A-7-$!$1!D&&*!=-?*1+J.!H&*7-$8!,-$J!?+QD&&*?--)7!(($!--$! X.1+$Y(*%A+.-%.!&I!--$!+$7B1.*+--)!&$.H-*C-*8!PD-*!7-V-!?-*&-C-$!B.(($! D-*B%A+))-$7-!I+)FCQ-B!&C!L&1.1?-!H-)J-!=&-7!)-BF(.-*+(()!V+Q$8! ! J:$'#(,:&4!%)!)+):#(E! Z-.!7-!+$BC+*(.+-?--)7-$!-$!7-!J-$$+B!&D-*!A-.!(I.-J-$-$!-$!B%A(()R!J($!$1! ?-=&$$-$!H&*7-$!F-.!A-.!1+.H-*J-$!&C!C(C+-*8! ,-!)--*)+$=!A--I.!--$!+7--!H(.!A+Q!H+)!=(($!F(J-$!F((*!7+.!F&-.!&&J!&C!C(C+-*! J&F-$8!`-$!&$.H-*C!+$!A-.!A&&I7!+B!$(F-)+QJ!D&&*!$+-F($7!($7-*B!.-!)-V-$8! O--*)+$=!F&-.!*-J-$+$=!A&17-$!F-.!(IF-.+$=-$!D($!.(B!-$!J)1+BQ-8!,-V-!F&-.-$! V+Q!&CF-.-$!-$!+$!?--)7!?*-$=-$8!/+QD&&*?--)7!I&.&!F(J-$!F-.!.-)-I&&$!-$!7-V-! +$!--$!I&.&?-H-*J+$=BC*&=*(FF(!F-.!7-!F(.-$!?-H-*J-$8! ^($$--*!7-!)--*)+$=-$!A-.!&$.H-*C!V&D-*!(I!A-??-$R!+B!A-.!(($!7-!7&%-$.!&F!.-! D*(=-$!A&-!V+Q!7-!J+B.Q-B!+$!-)J((*!=(($!V-..-$8! f($!Q-!V&F((*!=(($!?&*-$!+$!A&1.K!^-)J!A&1.B&&*.!=-?*1+J-$!H-K!^(.!V+Q$!7((*! 7-!D&&*!-$!$(7-)-$!D($K!`$!D&&*()R!H-)J-!.-%A$+-J-$!=(!Q-!=-?*1+J-$K!0-*B.-JK! <-$!=(.!D-*?+$7+$=K! #)!7-V-!D*(=-$!F&-.-$!7&&*!7-!)--*)+$=-$!&&J!H--*!&$7-*V&%A.!H&*7-$! X+$.-*$-.!&I!?&-J-$Y!-$!D(B.=-)-=7!H&*7-$!+$!--$!D-*B)(=8!,-V-!D-*B)(=-$! J1$$-$!&&J!&C=-7--)7!H&*7-$!-$!)(.-*!.&-=-D&-=7!H&*7-$!.&.!SS$!?&-JH-*J! X$(B)(=H-*JY8! ,-!)--*)+$=-$!F&-.-$!&&J!?-7-$J-$!A&-!A-.!J+B.Q-!H&*7!(I=-B)&.-$8!'%A1+I.!-*! --$!7-JB-)!+$K!Z-.!--$!B)&.Q-K!!! g(!7(.!A-.!D-*B)(=!+B!(($=-F((J.R!J1$$-$!7-!)--*)+$=-$!--*B.!--$!J)-+$-!C*&-I! F(J-$!D($!7-!=-D&$7-$!&C)&BB+$=-$!&F!.-!J+QJ-$!A&-!7+.!$1!-+=-$)+QJ!+$!V+Q$! H-*J!=((.8!PC!7+-!F($+-*!)-V-$!-$!)-*-$!V-!7-!+$I&*F(.+-R!-$!H-*J-$!A-.!7((*$(! 1+.!+$!7-!C*(J.+QJ8! O((.!.+Q7-$B!A-.!C*&%-B!&&J!*-=-)F(.+=!7&&*!7-!)--*)+$=-$!I&.&qB!F(J-$8!,+.!J&F.! )(.-*!H--*!D($!C(B!.+Q7-$B!A-.!*-I)-%.-*-$!-$!-D()1-*-$8! ! J:$'#(,:&4!SG! ^($$--*!A-.!&$.H-*C!A-)-F(()!+B!1+.=-H-*J.!XF(.-$!?-C(()7R! D-*?+$7+$=B.-%A$+-J-$Y!J($!-*!H&*7-$!?-=&$$-$!F-.!F(J-$8! O((.!7-!)--*)+$=-$!F-.!V(%A.-!A&1.B&&*.-$!H-*J-$!&F7(.!7+.!A-.!F(JJ-)+QJB.! 7&&*!.-!V(=-$!-$!.-!?&*-$!+B8! O((.!.+Q7-$B!A-.!C*&%-B!&&J!*-=-)F(.+=!7&&*!7-!)--*)+$=-$!I&.&qB!F(J-$8!,+.!J&F.! )(.-*!H--*!D($!C(B!.+Q7-$B!A-.!*-I)-%.-*-$!-$!-D()1-*-$8! !
4"!
^($$--*!A-.!J+B.Q-!A-)-F(()!+$!-)J((*!V+.R!F&-.!A-.!H&*7-$!(I=-H-*J.8! O((.!7-!)--*)+$=-$!&CV&-J-$!H(.!A-.!(IH-*J-$!D($!A&1.!C*-%+-B!+$A&17!-$!A&-! 7+.!+$!V+Q$!H-*J!=((.8!O((.!A-$!&&J!A+-*!H--*!--$!J)-+$!D-*B)(=!D($!F(J-$8!,-V-! B.(CC-$!7+-$-$!&&J!$1!H--*!()B!B.(CC-$C)($!&F!A-.!J+B.Q-!(I!.-!H-*J-$8! ,-!H&&*7-$!7+-!+$!A-.!D-*B)(=!F&-.-$!V+..-$!V+Q$9! o+Q$!B%A11*!C(C+-*! T*&-I!B%A11*C(C+-*! 0&%A.+=-!7&-J! <)(F11*! ! D(#3#&$#(#&5!(#A2#0$#(#&!#&!#-+2/#(#&! U-.!C*&Q-%.!+B!$1!(I=-*&$78! PF!.-!?-J+QJ-$!H(.!7-!)--*)+$=!=-)--*7!A--I.R!-$!+$!H-)J-!F(.-!A+Q!D&&*1+.!+B! =-=(($R!+B!A-.!$&&7V(J-)+QJ!&F!.-!*-I)-%.-*-$!&C!A-.!C*&%-B8! PF!.-!*-I)-%.-*-$!F&-.!7-!)--*)+$=!--$!J)-+$-!C*-B-$.(.+-!=-D-$!&D-*!V+Q$!C*&%-B8! ,+.!J($!7+=+.(()!78F8D8!--$!C&H-*C&+$.!C*-B-$.(.+-R!&I!($()&&=!7&&*!())-! .-J-$+$=-$!-$!($7-*-!C(C+-*-$!&C!.-!A($=-$8!,-!)--*)+$=!D-*.-).!+$!?-+7-!=-D())-$! H-)J!7&-)!A+Q!A(7!-$!H-)J-!J-1V-B!A+Q!=-F((J.!A--I.!&F!7+.!7&-)!.-!?-*-+J-$8!7-! I&.&qB!-$!.-J-$+$=-$!7+-!=-F((J.!V+Q$!.+Q7-$B!A-.!C*&%-B!H&*7-$!+$=-V-.!.+Q7-$B! 7-!C*-B-$.(.+-8!`*!F&-.!=&-7!=-J-J-$!H&*7-$!&I!7-!)--*)+$=-$!7-!Q1+B.-! +$I&*F(.+-!A--I.!&$7-*V&%A.!-$!H(.!A+Q!A+-*F--!=-7(($!A--I.8!U--I.!A+Q!A+-*&C! V-)I!--$!$+-1H!+7--!&$.H+JJ-)7K!^-)J-!+$BC+*(.+-?--)7-$!V+Q$!=-D&$7-$K!]+.!-*! --$!=*&.-!F(.-!D($!7+D-*B+.-+.!+$K! P&J!+B!A-.!V((J!&F!.-!J+QJ-$!A&-!7-!D-*B)(=-$!D($!7-!)--*)+$=!V+Q$8!]+Q$!V-! ?-J$&C.!-$!71+7-)+QJ!&I!+B!A-.!.-!B1FF+-*K!U&-!+B!7-!+$A&17!D($!A-.!D-*B)(=!.-! H--*)-==-$!&C!A-.!C*&71%.!H(.!7-!)--*)+$=!A--I.!(I=-)-D-*7K! PC!7-V-!F($+-*!J($!7-!7&%-$.!.+CB!-$!.&CB!=-D-$!D&&*!A-.!D&)=-$7-!C*&Q-%.8!,-! )--*)+$=-$!H(.!7($!H(.!-*!?-.-*!F&-.!-$!A-.=--$!H(.!=&-7!=+$=!J($!=-H&&$! D-*D&)=7!H&*7-$8! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
42!
Van Droog Design Naar Dutch Design De ontwerper als ondernemer
Naam: Opleiding: Studentnr.: Jaar:
Anco Salari Docent ABV 275351 2013 – 2014, Duaal 1
Inhoudsopgave Pag. 1:
Voorblad
Pag. 2:
Inhoudsopgave
Pag. 3:
Woord vooraf
Pag. 4:
Inleiding
Pag. 5:
Afgestudeerd, en dan?
Pag. 6:
Het ontstaan van design
Pag. 11:
Het ontstaan van Droog Design
Pag. 13:
Droog Design = Dutch Design
Pag. 15:
Dutch Design, de groten der groten
Pag. 23:
Dutch Design = ondernemen
Pag. 25:
De ontwerper als ondernemer
Pag. 29:
Conclusie
Pag. 32:
Bronvermelding
!
#!
Woord vooraf
Uit gesprekken met de afgestudeerden van de afdeling Ruimtelijk Ontwerp van 2010 aan de Kunstacademie St. Joost te Breda, is gebleken dat geen van hen is doorgebroken als zelfstandig ondernemer. Zij werken voor een baas en het maken eigen werk staat hierdoor op de tweede plaats. Uit een gesprekken met een aantal afstudeerders uit dat jaar is naar voren gekomen dat zij vindt dat zij te weinig handvatten heeft gekregen tijdens de opleiding, om als zelfstandig ontwerper furore te maken en een bestaan op te bouwen. zij geeft aan graag een aantal lessen gehad te willen hebben op het gebied van ondernemen. Nu zijn er ook ontwerpers uit Nederland die wél een eigen imperium op hebben gebouwd. Hoe hebben zij dit gedaan en hoe hebben zij zich ingezet om te komen tot het punt waar zij nu staan? Is het noodzakelijk om als instituut als de kunstacademie, of andere HBO opleiding op het gebied van kunst en design, lessen aan te bieden op het gebied van ondernemen? Welke stappen kan je ondernemen om als ontwerper te starten en de publiciteit te halen? Er is in de afgelopen jaren in Nederland enorm veel veranderd en dat heeft gevolgen voor iedereen. Wat er precies is veranderd en hoe dat voor jou als ontwerper uitpakt, moeten we bekijken aan de hand van een stukje geschiedenis over ontwerpers en het beroepenveld. Waar het in dit stukje geschiedenis steeds om gaat is: Hoe hebben de ontwerpers door de jaren heen zichzelf op de kaart gezet?
!
$!
Inleiding
De groten der ontwerpers produceren project na project en halen per minuut honderden euro’s binnen. Ze staan in allerlei bladen, worden gevraagd om de inrichting van een hotel te doen, maar bovenal, ze doen wat ze leuk vinden. (nagenoeg)Iedere afgestudeerde ontwerper heeft als doel zijn werk de wereld in te sturen en furore te maken. Net afgestudeerd, dus volop ideeën en genoeg energie om dag en nacht door te werken, als dat zou moeten. Maar goed, op de academie had je alles tot je beschikking. Een houtwerkplaats van alle gemakken voorzien en idem voor de metaalwerkplaats. Daarnaast waren er, binnen de veiligheid van de academie, de docenten die je nog eventueel een zetje in de goede richting gaven, maar nu ben je op jezelf aangewezen. Je staat nu buiten, in je eentje, en nu moet het gaan gebeuren. Maar hoe? Wat heb je nodig? Wie heb je nodig? Werk je alles zelf uit? Is uitbesteden investeren? In dit onderzoek vind je op veel van deze vragen antwoord. Maar je vindt ook de geschiedenis van de ontwikkeling van het ondernemerschap van de ontwerper en de plek van de ontwerper in de samenleving. Allemaal informatie die jou erbij moet kunnen helpen om een plan op te zetten en jouw route te bepalen.
!
%!
Afgestudeerd, en dan?
De lessen op het St. Joost zijn zo ingedeeld dat jij als aankomend ontwerper in principe alles kan ontwerpen en maken wat je zou willen. Het gaat immers om zelfontplooiing en om de ontwikkeling van jouw beeldtaal en dus om de ontwikkeling van jou als ontwerper. Maar bereik je met deze mate van zelfontplooiing ook dezelfde status op het gebied van ondernemen? Een leuk, mooi of interessant object bedenken geeft nog geen zekerheid van de verkoopbaarheid hiervan. Tijdens de opleiding word je verteld dat je na je afstuderen voor jezelf kan gaan werken. Dat klinkt natuurlijk ideaal. Je kan namelijk zelf bepalen wanneer je werkt, hoeveel je werkt en op welk tempo. Daarnaast ben jij de baas en bepaal jij wat er wel en niet gemaakt wordt. Maar is dit wel zo ideaal? Je hebt namelijk van alles nodig om je werk te kunnen maken, zoals materiaal, materieel, eventueel een werkplaats maar bovenal ideeën, tijd en niet geheel onbelangrijk, geld. Zonder geld kan je niet de spullen kopen die je nodig hebt om te investeren in je bedrijf. Wanneer je afgestudeerd bent van de academie, welke dan ook, heb je kennis opgebouwd op het gebied van het creëren van een concept en hoe je deze uit moet werken. Daarnaast weet je hoe bepaalde technieken jouw werk tot een hoogstandje maken en je weet ook dat het bedenken, uitwerken en maken van dergelijke veel tijd en energie kost. Maar ook geld. En daar zit een hiaat. Hoe kom jij nu aan je geld als je als zelfstandige ontwerper je brood wilt gaan verdienen met je eigen projecten? Op de academie, in ieder geval op de academie waar ik les heb gehad, komen er zo nu en dan gastsprekers uit het werkveld. Deze vertellen vooral wat ze gemaakt hebben en hoe succesvol ze zijn. Daarnaast komen er ook wel eens gastsprekers die informatie verschaffen over hun instelling bij wie je kan aankloppen over ondernemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het BKKC. Toch is dit maar een fractie aan informatie die je nodig hebt en wat voor jou nu de beste manier van ondernemen is na je studie, wordt niet echt duidelijk. Er wordt van je verwacht toch enigszins marktgericht te kunnen denken, zeker na 4 jaar studie en de opdrachten die je daarbij hebt gehad. Het enige probleem is dat je nooit echt les hebt gehad in het ondernemen zelf. Maar je moet wel weten voor welke doelgroep je eventueel werk zou willen maken en hoe je deze doelgroep bereikt. Je zou eigenlijk zeggen dat je ook les moet krijgen in economie en ondernemen, aangezien je straks een ZZP’er (Zelfstandige Zonder Personeel) bent wanneer je uit de veilige omgeving van de academische muren loopt. Maar zou je als ontwerper wel les moeten krijgen in ondernemen? Jij bent toch ontwerper en een ondernemer is een ondernemer zou je denken. Klopt. Maar de gedachtegang dat jij als ontwerper ook steeds meer ondernemer moet zijn, is de laatste jaren toegenomen omdat het voor de ontwerper steeds moeilijker wordt om brood te verdienen met enkel het maken van eigen werk. Maar waar komt dat door? Hoe is deze ‘trend’ van de ontwerper-ZZP’er ontstaan? En wat betekent het voor jou? Hierbij in het achterhoofd houdend, de vraag: Hoe zet jij jezelf op de kaart? !
&!
Het ontstaan van Design
Design is het Engelse woord voor ontwerp of vormgeving. Alleen niet elk object wat wordt ontworpen wordt bestempeld als design. Een ontwerper van brijvoorbeeld een stoel noemt men dus een ontwerper of een designer. Maar wanneer is een stoel, of welk ander object dan ook, een designobject? En waarom is het bestempeld als zijnde design? Kortom, wat is design? In principe is elk ontwerp van een stoel een design. Maar design heeft een hele andere definitie dan alleen maar aanduiden dat iets een ontwerp is. Na een speurtocht op internet kom ik op de site interieurdesigner.be. Deze online design en interieurgids beschrijft dat het woord design voor de eerste keer in de 17e eeuw wordt gebruikt, en als beschrijving dient voor “plan van een kunstwerk”. In de verenigde staten en groot brittanie, zo laat de site weten,wordt het woord “design” in bredere zin gebruikt. Het staat voor het gebruik maken van objecten of tekens, die vaak op industriele of op ambachtelijk zijn gemaakt. Vaak wordt het gebriuikt in combinatie met woorden als graphic (design), product (design) of shelter (design). Na de crisis van 1929 wordt het woord design toegpast bij bureau’s die objecten maken door middel van de industrie. Raymond Loewy wordt hierbij gezien als pionier van het beroep van “industrial designer”. In het boek industriele vormgeving en cultuur van Penny Sparke wordt een uitleg gegeven over het fenomeen design. De schrijfster stelt in het boek dat de vormgeving als cultureel concept wordt bepaald door invloeden van buitenaf, de context waarin het zich manifesteerd en door de talrijke gedaanten waarin het zich manifesteerd. Zij stelt hierbij wel dat design iets wat veel tegenstrijdige, gecompliceerde en veranderende definties kent maar dat bovenstaande beschrijving algemeen geaccepteerd is. Oftewel, design wordt gevormd door de omgeving (van de ontwerper), haar vorm en het kader waarin iets is ontworpen. Tevens spreekt zij hier nog niet direct over design maar over moderne vormgeving. In dit boek begint het ontstaan van moderne vormgeving vanaf 1900. De reden hiervoor, is dat vanaf dat moment de industriele revolutie in volle gang is en bijdraagt aan de voormgeving van objecten en het gehele dagelijks leven. De industriele revolutie heeft ervoor gezorgd dat alles in versnelling raakte. Waar men eerst nog alles met de hand maakte, het zogenaamde ambacht of nijverheid, wordt vanaf dat moment steeds meer machinaal gedaan. De schrijfster stelt dat design, ofwel moderne vormgeving, met twee dimgen te maken heeft, namelijk massaproductie en massaconsumptie. En dat is vandaag de dag nog steeds zo. Daarnaast stelt zij dat design vooral ook een marketing dingetje is. Men koopt een jeans om het design is, en design is iets wat we willen hebben. Door de massaproductie kan een product goedkoper aangeboden worden, omdat er veel van is. Hoe sneller en in grotere oplage iets verkocht kan worden, des te meer kan men ervan verkopen. Design is mede daardoor alledaagser en meer toegankelijker geworden.
!
'!
In de begin jaren van de vorige eeuw was er een groep ontwerpers die nieuwe ideeën had op het gebied van vormgeving. Deze ontwerpers had je niet alleen in nederland, dit was een internationale gedachtegang. deze gedachtegang staat in Nederland te boek als De Stijl. Een van de bekendste leden van deze groep was Gerrit Rietveld. Tijdens de lessen bij kunst algemeen is hier veel informatie over verstrekt. Op de site van digischool is over alle kunststromingen door de eeuwen heen informatie te vinden. Zo ook over de periode vanaf 1900. Deze periode noemt men de cultuur van het moderne. Tijdens de ontwikkeling van deze periode heerste er onder de vormgevers het gevoel dat de kunst de samenleving kon en moest veranderen. Door heel europa waren ontwerpers, in de breedste zin, bezig met het opzetten en uitdragen van nieuwe ideeen. Dit gebeurde aan de hand van experimenten met nieuwe materialen zoals gewapend beton in de architectuur, maar ook aan de hand van vormen. De ontwerpers bedachten richtlijnen waarbinnen ontworpen moest worden. Het ontwerpen aan de hand van richtlijnen zorgt voor het vormen van een concept. Een idee voor de uitwerking van een product. Rietveld ontwierp aan de hand van deze elementen een steol die nu bekendstaat als de Rietveldstoel, aldus digischool.nl. Rietveld ontwierp deze stoel met de gedachte dat het materiaal ondergeschikt was aan de vorm. Het drukte de essentie van het zitten uit. De stoel bestond uit vlakken, haakse hoeken en rechte lijnen en is uitgevoerd in de primaire kleuren. De stijl achte de primaire kleuren als het enige wat nodig was, omdat hier alle kleuren mee gemaakt konden worden.
Gerrit Rietveld, Rietveldstoel, 1918, 88cm x 83cm x 65,5cm.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! "!)**+,--./01023245)..6176-589#-:.0;<7;-:.0;<7;-<2;*9;60-=;<<2*"1)*:!
!
1
(!
Het massaal produceren van producten blijft doorgaan maar er is in de jaren voor de eerste wereldoorlog een instituut dat vind dat er ook weer terug gegrepen moet worden naar het mabacht. Dit instituut is het Bauhaus.
Het onderwijs dat gevoerd werd in het Bauhaus accepteerde de industrie en de manier waarmee objecten gemaakt konden worden. Toch vonden de docenten van het Bauhaus dat de technologie niet boven de ontwerper uit moest steken. Dit heeft tot gevolg gehad dat de aandacht in de lessen minder gericht was op massaproductie. De producten die werden gemaakt werden veelal met de hand gemaakt en de oplage bleef vaak beperkt tot een enkel stuk. De manier van doceren aan het Bauhaus was op basis progressieve didactische principes. Hierbij was het de doelstelling om de vorming van de creaticiteit van de indiciduele leerling te ontwikkelen. Het idee was dat de leerlingen hun persoonlijkheid zouden ontwikkelen door eenvoudige handelingen te doen zoals plooien, stapelen, snijden en aaneenhechten. Ook werden er experimenteren uitgevoerd met hout, glas, textiel en metaal. Door het experimenteren met verschillende materialen ontdekten zij hun eigen talenten. Deze manier van werken bracht soms gekke bouwsels, soms logische blokken. Het Bauhaus trachtte met de manieren van werken, het ambachtelijk werken zoals de vroegere gildes en het met op de toekomst gerichte experimenteren met nieuwe materialen, te combineren en de leerling uit te dagen tot het bedenken van nieuwe prototypes. Er werd bij het uitvoeren van de ideeën met de hand gewerkt maar men moest ook aan het gebruik van machines denken. De studenten werden geacht na te denken over objecten die verkocht konden worden aan de industrie al had dit aan het begin nagenoeg geen succes. De producten waren niet bestemd voor een tentoonstelling maar voor praktisch gebruik. 2 Het woord design wint na WOII ook in Europa aan bekendheid. Het heeft een bredere betekenis dan men tot die tijd gebruikt als bijvoorbeeld in Duitsland “gestaltung” (betekent meer iets als “tekening”) of het italiaanse “progettazione” (wat meer uitgaat van “project”). In het boek van Penny Sparke staat beschreven dat ontwerpen niets anders dan een creatieve daad die het karakter, het uiterlijk en de maatschappelijke functie van nuttige objecten bepaalt. Het moet de materiele wereld mooier en doelmatiger maken. Met deze gedachten spelen een heleboel ontwerpers. Het woord design wordt vanaf die tijd gecombieerd met woorden als tekens, behoeften en sociale omgang. Daarnaast wort het bij het grote prubliek grofweg geminimaliseerd tot designstijl, of ontwerpstijl zoals de oranje of rode plastic objecten of scandinavische houten voorwerpen. De Eggchair van Peter Ghyczy is hier een goed voorbeeld van. Op de site gardeneggchair.com staat omschreven dat de stoel ontwerpen is met de gedachte dat het lichtgewicht en draagbaar moest zijn. Door de ontwikkeling !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! #)**+,--./01023245)..6176-589#-:.0;<7;-:.0;<7;-?;244;7-0@4A4*@@*625);AB@/)@/4A?;2:@<1)*
:!
!
>!
op het gebied van synthetica in de jaren ’60 komen er veel nieuwe manieren om meubelen te ontwerpen en te maken. Zo ook de eggchair.
Peter Ghyczy, garden eggchaur, 1986,
840 x 453 mm.3
Ontwerpers gaan dus meer denken voor de gebruiker en gaan slim om met (massa)productie methodes. Het nadenken over het ontwikkelen en maken van meubels is de grondslag in deze tijd, het ontstaan van design is geboren. Vanaf deze tijd noemt men het industrieel design, omdat het ontworpen, oftewel ‘designed’ is, vanuit een bepaalde gedachte. In de jaren ’60 heerst er de flowerpower. Een beweging die zich over de gehele (westerse) wereld uitsrekt en bezig is met liefde te verspreiden. Bloemetjes, zachte kleuren en rondingen zijn het helemaal. En dat is ook terug te zien in de designobjecten van die tijd. In de jaren ’80 van de vorige eeuw begeeft de westerse wereld zich in een crisis. Wanneer je de site van geschiedenis24 raadpleegt, de online site van de NPO zie zijn er highlights uit die tijde terug te zien. 30 april 1980: Kroning en krakers, De beurskrach van 1987, het geeft een beetje aan wat de sfeer was in Nederland en de rest van Europa. Er was weinig geld en dat is ook te zien in de vormgeving. Designobjecten uit de jaren ’80 van de vorige eeuw zijn wat saai, braaf en niet echt uitdagend en vooral ontworpen voor de markt. Ook de media speelt hierbij een grote rol. Dnk bijvoorbeeld aan ikea met een groot scala aan ‘designobjecten’. Aldus interieurdeigner.be. De ontwerpen van ikea hebben gezorgd voor de uitholling van design. Howel het concern ervoor heeft gezorgd dat iedereen een bijzonder interieur kan betalen, hebben de ontwerpen niet de ingredenten van echt design. Design is meer een elite product, dat slechts voor een beperkte groep interessant is. Daarnaast is design bedacht vanuit een (maatschappelijk) concept, met evt. een verborgen boodschap, het is verniewend bijvoorbeeld qua metriaal en is !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! $!)**+,--???13)D5ED176-+<.0/5*-3@<0;7;335)@2<-!! !
C!
duurzaam van kwaliteit. Daarnaast gaat het niet uit van commercie. Bij ikea producten is dit allemaal niet het geval. Er wordt wel geëxperimenteerd maar het moet allemaal wel een beetje binnen de perken blijven en vooral: degelijk zijn. Een designer uit die tijd die heel vooraanstaand is, is Philippe Starck. Hij ontwerpt meubels, hotel inrichtingen etc. Toch is te zien wat die tijd deed met design. Toch zijn de designs van Starck wel redelijk gedurft. Wanneer je zijn site bekijkt kom je ook hele vernieuwende designs tegen. Zoals bijvoorbeeld de stoel genaamd Mr. Impossible. Deze stoel is gemaakt vanuit de wil om twee kunststoffen tot één geheel te vormen zonder daar iets aan toe te voegen. Het samenwerken met en grote meubelfrabirkant die veel werken met polycarbonaat bracht het idee om een laser te gebruiken. Om de twee mallen, die nodig waren voor het maken van de stoel, aan elkaar te verbinden werd de laser ingezet om de 2 mallen aan elkaar te ‘lassen’ en dit zorgde ervoor dat het lijkt als de stoel uit één stuk is gemaakt en lijkt alsof de zitting zweeft.4 Zijn finesse en gedurfde ontwerpen hebben er ook toe geleid dat hij voor andere grote merken gevraagd werd om elementen te ontwerpen. Zo ontwierp hij voor motormwerk Aprilia een motor en voor het bedrijf FSB, een bedrijf dat gespecialiseerd is in deurbeslag, ontwierp hij een deurkruk.
5
Philippe Starck, Paradis, 1985, geëmailleerd staal en stalen buis, 35 x 35 x 106 cm, Driade.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! %!)**+,--???14*@<5815.:-0@*@-+<;44;-+<;44;"AG25);-"($-G25)2;
AFCA?2<;0A(;&&;1+0G! &!)**+,--???14*@<5815.:-;7-0;4237-5@*;3.<2;4-G/<72*/<;-4*..641)*:6H4@<@+24!
!
"F!
Het ontstaan van Droog Design
Begin jaren ‘90 komt een reactie op de enigszins brave besigns uit de jaren ‘80. Veel ontwerpers gaan aan de slag met gevonden materialen en hergebruik van materialen. Ook in Nederland zijn er ontwerpers die, onafhankelijk van elkaar, bezig zijn met deze beeldtaal. Deze ontwikkeling binnen de ontwerpwereld krijgt zijn bekendheid onder de naam Dutch Design. Dutch Design staat bekend om haar minimalistische, experimentele, innovatieve, onconventionele en humoristische ontwerpen. Op de site van Archinet, over een beschrijving van een tentoonstelling over Dutch Design in het Designhuis in Eindhoven, staat de visie van Dutch Designers als volgt omschreven: De toepassing van nieuwe of andere technologie; de bereidwilligheid om samen het wiel opnieuw uit te vinden, maken de Nederlandse manier van ontwerpen zo anders en uniek. Na het bekend worden van Dutch Design, groeit de aandacht gestaag maar er is nog niet echt een plek waar het goed tentoon gesteld wordt. Renny Ramakers en Gijs Bakker vinden dat er een platform moet komen voor deze Nederlandse ontwerpers die zich met deze nieuwe ideeën over design bezig houden. In 1993 startten zij samen het platform Droog. Met Droog willen zij jonge ontwerpers helpen met het op de markt brengen van hun producten en zo de publiciteit halen. Het platform krijgt de naam Droog omdat dit ook de uitstraling van de producten is. Recht voor zijn raap design, zonder decoratie, styling of poespas en met humor. Droge humor. Aldus Renny Ramakers in het boek Hands On, Dutch Design in the 21st century.
!
""!
6
Arnout Visser, Erik Jan Kwakkel, Peter van der Jagt, Function Tiles, keramiek. 1997.
Wat je op kunt maken uit bovenstaand stuk is dat veel designers, en vooral de designers van Droog, avant gardisten zijn. Zij zien nieuwe mogelijkheden, nieuwe concepten en komen met nieuwe ideeen op het gebied van design. De designs van Droog zijn niet altijd even functioneel. Vaak is de gedachtegang, het concept, belangrijker dan de functie van het object. Daarnaast moet het vooral gaan om show. De menigte die opzoek is naar deisgn, is opzoek naar iets nieuws. Ze willen geprikkeld worden. En dat doen de designers van Droog heel goed. Ze prikkelen de massa door humor toe te voegen aan hun projecten of pakken een project slim aan door de manier van assembleren.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! '!)**+,--4*/02.10<..315.:-4*/02.-@66-0
"#!
Droog Design = Dutch Design
Droog Design vindt zijn start in Milaan op de meubelbeurs van 1993. Het koppel Ramakers en Bakker had bij een nieuwe generatie ontwerpers een visie op design gevonden welke verfrissend was en brak met de voorgaande trends en daarom in hun ogen een podium verdiende. Tijdens deze beurs werden objecten getoond welke vervaardigd waren uit goedkope industriële materialen en gevonden voorwerpen. Een origineel idee, een helder en hedendaags concept, een praktisch en eenvoudig product, gecombineerd met vernieuwing in idee en soms nieuwe technologie, eenvoud, hergebruik, tactiliteit, ervaring, het onvermijdelijke ornament, het zijn allemaal bekende stokpaardjes van Droog. In wezen is Droog Design een radicaal antwoord op de designproducten uit de jaren ’80. Een doorn in het oog van deze ontwerpers. De producten die van hun hand komen zijn anti-conservatief. De producten berustten zich meer op een mentaliteit, aldus Ramakers en Bakker. De originaliteit, helderheid van het concept en nuchtere vormgeving dienen als criteria. Droog vond dat het meer te kiezen moest hebben om iedere keer genoeg en nieuwe ontwerpers neer te zetten op de beurs, en Ramakers en Bakker besloten zelf projecten te initiëren om de ontwikkelingen in het vakgebied te stimuleren. Door een samenwerking aan te gaan met de TU van Delft werd het project Dry Tech gelanceerd. Binnen dit project werd door een aantal Droog Designers geëxperimenteerd met nieuwe kunststoffen. De Duitse porselein fabrikant Rosenthal kreeg lucht van deze manier van samenwerken en stelde ook haar laboratorium open. Dick van Hoff ontwierp borden en Gijs Bakker theepotten en stonden tijdens de show van ’98 gepresenteerd onder de naam 'The inevatible ornament' (het onvermijdelijke ornament). Later volgden opdrachten van het bedrijfsleven en overheden. Het platform Droog is in deze projecten de intermediair en speelt een rol die het midden houdt tussen art director en plaatsvervangend opdrachtgever. Niet alle ontwerpen die onder de naam Droog worden geproduceerd worden opgenomen in de collectie. Daarnaast ligt ook de productie van de producten en de distributie ervan bij diverse andere partijen. De stoel ‘Knotted Chair” van Marcel Wanders wordt in Italië bij de firma Cappellini geproduceerd. Jurgen Bye ontwierp zijn Boom Bank voor het park van Schloss Oranienbaum, en staat tegenwoordig in de lobby van het Hudsonhotel van Philippe Starck in New York. De snelbinders van NL Architects worden in de winkel Mandarina Duck, ontworpen door NL Architects via Droog, los aan de consument verkocht. 7 Helaas bracht het succes van Droog ook problemen met zich mee. Er bleek veel interesse in de producten vanuit vertegenwoordigers, maar voor veel van deze producten was nog geen producent gevonden. Daarnaast was het vaak zo dat veel van de ontwerpen ook niet geschikt waren voor serieproductie, vanwege de eventuele gevonden onderdelen, zoals de stapelkast van Tejo !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! (!)**+,--???18/74*B/4176-0;4237-0<..3I0;42371)*:6!
!
"$!
Remy. Veel van de ontwerpers produceren daardoor hun producten zelf of, wanneer het mogelijk is, bij andere bedrijven. Soms als unicum of in serie. Binnen Droog worden vooral ontwikkeling binnen het vakgebied gestimuleerd, een gezamenlijke stijl is er niet. De reden waarom het zo welbekend is geworden heeft vooral te maken de sobere, non-conformistische mentaliteit van deze ontwerpen, geheel typerend voor volgens Nederlandse volksaard in stand. Hergebruik is binnen de ontwerpen van Droog erg belangrijk. Producten die niet meer passen binnen de omgeving waarin ze dienst doen, krijgen met succes een tweede leven. De voorwerpen worden vernieuwd en bijvoorbeeld in een andere context geplaatst waardoor ze een nieuw en/of ongewoon beeld veroorzaken. Door het ontwikkelen van nieuwe technieken en technologieën in de kunststofindustrie gaan de designers van Droog de strijd aan met de realiteit. Wat je ziet is niet wat je hebt. Het werk heeft de stempel surrealistisch, dadaïstisch en met de term 'mutation' - waarmee bedoeld wordt dat traditionele toepassingen en materialen in een nieuw verband worden gebracht – is er een nieuwe trend geboren. Vanaf die tijd zijn steeds meer kunstenaars/ontwerpers zich op dit gebied bezig gaan houden. Het gebied van de-contextualiseren waarmee deformatie en vervreemding de pijlers zijn.8 Het unieke aan de werken van Droog is dat de ontwerpers als een soort bedrijf in ‘the picture’ kwamen te staan. De simpel ogende objecten, waarbij het concept dus het belangrijkst is, kreeg veel aandacht vanuit de hele wereld. Doordat zij naam hadden gemaakt met hun nieuwe ideeën konden hun werken uit worden besteed om te worden gemaakt maar sommige kunstwerken ook niet. Dit kwam omdat dit vaak unicums waren of omdat er door de bedrijven die het wilde gaan produceren, concessies gedaan werden op het ontwerp omdat het anders te lastig of te duur was om te produceren. Sommige van deze objecten worden daardoor nog steeds door de ontwerpers zelf gemaakt. Het zelf maken is voor veel kunstenaars nog steeds iets wat ze ambiëren. Ze kunnen op deze manier laten zien dat ze goed zijn in hun vak. Niet alleen het idee wat ze bedenken is goed, maar ook de uitwerking. Het vakmanschap is iets om trots op te zijn en wat je wilt laten zien. En wanneer je iets laat zien, of laat zien wat je kan, dan heb je kans om gezien te worden. Binnen Droog heerst er onder iedereen dezelfde mentaliteit. Toch werken alle ontwerpers anders, bijv. qua materiaal, materieel en beeldtaal. Op de komende pagina’s is uiteengezet welke ontwerpers een bijzondere manier van werken hebben en hoe dit hen de faam heeft gebracht om zo hun eigen werk te blijven maken. Bij het beschrijven van de ontwerpers houd ik een chronologische volgorde aan. Van begin jaren ’90 van de vorige eeuw, tot aan nu. Ik doe dit om aan te tonen hoe deze sector zicht heeft ontwikkeld en nog steeds aan het ontwikkelen is. !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
>!)**+,--???18/74*B/4176-0;4237-0<..3I0;42371)*:6!
!
"%!
Dutch Design, de groten der groten Piet Hein Eek
Piet Hein Eek is een begrip, in Nederland maar ook daarbuiten. Hij is één van de eerste die met Droog in the picture wordt gezet. Eek verraste de designwereld met zijn kasten van sloophout. Hij vond het maar niets dat alles zo gelikt werd afgewerkt en dat alles tot in puntjes perfect moest zijn. Dat wil niet zeggen dat zijn producten niet goed zijn en niet goed afgewerkt zijn. Het gaat er bij Eek om dat het niet teveel van het goede is. Daarnaast denkt hij bij de opdrachten van klanten met hen mee in oplossingen die voor beide partijen het beste zijn. Zo ontwierp hij voor de kunststichting van Heemskerk een strandpaviljoen wat, wegens het kleine budget, te duur was om zelf (met personeel) in elkaar te zetten. Hij heeft toen een maquette gemaakt en deze met stap voor stap uitgewerkte instructies aangeboden. Met deze gegevens hebben vrijwilligers het paviljoen geassembleerd.
Piet Hein Eek, Strandpaviljoen Heemskerk, 2,7 x 4 x 14 m, steigerhout, 2004
9
De reden waarom ik voor Eek en zijn werk kies, is omdat het ingaat tegen de gevestigde orde die er nu heerst en er destijds ook heerste. In het boek, BOEK, een verzameling van alle werken van Eek en een beschrijving van zijn manier van werken, kom je een hele eigen stijl van werken tegen. De ideeën die Eek erop nahoudt, zijn eigenlijk de ideeën die ontstaan zijn bij het Bauhaus. Eek ontwerpt vanuit eigen ideeën en het daarbij komende experiment. Hij experimenteert met nieuwe materialen en productieprocessen om tot een product te komen. Grondslag is wel, het concept is het allerbelangrijst aan zijn producten.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
C!K2;*!L;27!M;8N!OPMQN!"CCF!R!#FF'N!#FF'!
!
"&!
Piet Hein Eek, sloophouten kasten, diverse soorten hout, eindexamen, 1992
10
Bij Eek is het zo dat zijn eindproduct ontstaat a.d.h.v. een productieproces. Daarnaast gaat hij voor detail. Maar niet perse voor detaillering. Dus, een handgreep van bijv. een kast moet bij de kast passen en kan de kast ook helemaal afmaken. Maar het moet eenvoudig blijven. Er wordt gewerkt met duidelijke vormen. Eek wil eerlijke ontwerpen maken. Bij elke object dan van Eek’s hand komt is te zien hoe het object in elkaar zit. Eek zegt in zijn boek dat de kosten (in uren) en de verkoopbaarheid van “vrijwerk” ondergeschikt is aan de experimentele aanpak. Dit gegeven en het feit dat hij veel gebruik maakt van hergebruik, maakt dat nagenoeg al zijn objecten uniek zijn. En daar is de prijs soms ook naar. Zo verkoopt hij sloophouten prullenbakken van !134,- per stuk. De provincie Noord-Brabant schreef ooit een ontwerpwedstrijd uit waarbij designers gevraagd werden om relatiegeschenken te ontwerpen. Helaas was er een klein budget en met een oplage van 700 stuks die gemaakt moesten worden stond Eek voor een dilemma. Investeren in mallen zou te duur zijn en met de hand maken was te tijdrovend. Eek bedacht een manier om te stansen, op de manier zoals je ook een servet in je hand duwt. Onder druk duwde hij een stuk plaatstaal door een opening waardoor een vaas gevormd werd. Op deze manier kon hij toch snel werken en toch uniek objecten maken (elke keer vormt de plaat zich namelijk anders).11 Eek runt zijn bedrijf niet alleen, hij doet dit samen met Nob Ruijgrok. Ruijgrok gaat over het financiële gedeelte en zorgt voor alle contacten e.d. Daarnaast zijn er nog een kleine 10 man in dienst die alle producten maken. Alle !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! "F!K2;*!L;27!M;8N!OPMQN!"CCF!R!#FF'N!#FF'! ""!K2;*!L;27!M;8N!OPMQN!"CCF!R!#FF'N!#FF'! !
"'!
Piet Hein Eek, sloophouten kasten, diverse soorten hout, eindexamen, 1992
10
Bij Eek is het zo dat zijn eindproduct ontstaat a.d.h.v. een productieproces. Daarnaast gaat hij voor detail. Maar niet perse voor detaillering. Dus, een handgreep van bijv. een kast moet bij de kast passen en kan de kast ook helemaal afmaken. Maar het moet eenvoudig blijven. Er wordt gewerkt met duidelijke vormen. Eek wil eerlijke ontwerpen maken. Bij elke object dan van Eek’s hand komt is te zien hoe het object in elkaar zit. Eek zegt in zijn boek dat de kosten (in uren) en de verkoopbaarheid van “vrijwerk” ondergeschikt is aan de experimentele aanpak. Dit gegeven en het feit dat hij veel gebruik maakt van hergebruik, maakt dat nagenoeg al zijn objecten uniek zijn. En daar is de prijs soms ook naar. Zo verkoopt hij sloophouten prullenbakken van !134,- per stuk. De provincie Noord-Brabant schreef ooit een ontwerpwedstrijd uit waarbij designers gevraagd werden om relatiegeschenken te ontwerpen. Helaas was er een klein budget en met een oplage van 700 stuks die gemaakt moesten worden stond Eek voor een dilemma. Investeren in mallen zou te duur zijn en met de hand maken was te tijdrovend. Eek bedacht een manier om te stansen, op de manier zoals je ook een servet in je hand duwt. Onder druk duwde hij een stuk plaatstaal door een opening waardoor een vaas gevormd werd. Op deze manier kon hij toch snel werken en toch uniek objecten maken (elke keer vormt de plaat zich namelijk anders).11 Eek runt zijn bedrijf niet alleen, hij doet dit samen met Nob Ruijgrok. Ruijgrok gaat over het financiële gedeelte en zorgt voor alle contacten e.d. Daarnaast zijn er nog een kleine 10 man in dienst die alle producten maken. Alle !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! "F!K2;*!L;27!M;8N!OPMQN!"CCF!R!#FF'N!#FF'! ""!K2;*!L;27!M;8N!OPMQN!"CCF!R!#FF'N!#FF'! !
"'!
Marcel Wanders en Hella Jongerius
Richard Hutten en Hella Jongerius behoren ook tot de tijdgenoten van Eek. Echter, deze twee ontwerpers hebben een hele andere weg ingeslagen maar wel met dezelfde nuchterheid. Daarbij moet wel gezegd, dat Wanders zich meer heeft gericht op het industrieel te vervaardigen van producten. Bij Jongerius gaat het meer om serie, dus kleinere oplages. Beide ontwerpers hebben meegedaan aan het project Dry -Tech van Droog (zie eerder in dit verslag) waarbij zij met nieuwe materialen hebben geëxperimenteerd. Marcel Wanders Marcel Wanders (Boxtel, 2 juli 1963) is een Nederlands industrieel ontwerper, deeleigenaar van het designlabel Mooi in Breda en heeft ook een eigen ontwerpstudio. Met deze ontwerpstudio werkt hij voor verschillende internationale meubelmerken en verder is hij actief als sieraadontwerper. Wanders studeerde cum laude af aan de kunstacademie in Arnhem. Hij brak door in 1996 met zijn Knotted Chair, een stoel die is opgebouwd uit touw met een kern van koolstof vezels en een overkappende laag van aramide hars. Voor deze stoel is de traditionele macramé knooptechniek gebruikt en daarmee in de gewenste vorm geknoopt. De knooptechniek in combinatie met het moderne materiaal, dat wordt gebruikt voor kogelwerende vesten, en natuurlijk het innovatieve idee heeft ervoor gezorgd dat de Knotted Chair wereldwijd wordt geroemd. Later is Marcel Wanders vaker met lichte kunststoffen gaan werken. Hoewel de Knotted Chair van Wanders een mooi staaltje innovatie en minimalisme in zich heeft, zijn de producten en projecten later (helaas) steeds overdadiger geworden en passen naar mijn mening niet meer in het typische Dutch/Droog Design. Toch lijkt er veel vraag te zijn naar het werk van Wanders. Op het moment is er zelfs een tentoonstelling over zijn werk gaande in het Stedelijk Muzseum in Amsterdam, genaamd Marcel Wanders, Pinned-Up. 25 jaar vormgeving. De meningen over de tentoonstelling zijn zeer verdeeld. De Volkskrant beschreef het als ‘sensationele tentoonstelling’13, 'een voorbeeld hoe vormgeving op een spannender, minder statische manier gepresenteerd kan worden'14. Hoogleraar Timo de Rijk meende dat het museum hiermee aangeeft 'de weg kwijt te zijn'15. Frederike Huygen en Louise Schouwenberg noemden het werk van Wanders 'kitsch'.16 Hoe dan ook, als we de site van het stedelijk moeten geloven reizen de bezoekersaantallen de pan uit. Hetgeen aangeeft dat er toch veel belangstelling voor het werk en de tentoonstelling van de designer is en dat er in de media veel over wordt geschreven. !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! "$!)**+,--???14*;0;62J8176-/+6.@0-@3;70@-G.
">!
Marcel Wanders, Knotted Chair, 1996, touw en hars.
17
Zoals vermeld is Wanders ook verbonden aan het merk MOOOI. De derde ‘o’ staat voor extra waarde in termen van schoonheid en uniciteit binnen hun collectie. Samen met Casper Vissers is hij in 2001 een samenwerking aangegaan waarbij niet alleen zijn eigen werk, maar ook het werk van zowel andere nationale als internationale bekende ontwerpers verkocht worden en tentoongesteld worden. Op de site van MOOOI (www.moooi.com) staat hun collectie omschreven als exclusief, gedurfd, speels, prachtig en gebaseerd op de overtuiging dat design een kwestie is van liefde. MOOOI presenteert tijdloze objecten die een combinatie van karakteristieke antieke elementen en moderne frisheid zijn. Het bedrijf houdt zich bezig met de menselijke behoeftes binnen design en moderne technologieën. De manier waarop hij zich met dit ‘sideproject’ bezighoudt is eigenlijk op dezelfde manier als Droog in eerste instantie voor hem ook heeft gedaan. Hella Jongerius Hella Jongerius heeft enorm veel geëxperimenteerd met nieuwe materialen en vooral het innovatief toepassen van deze materialen. Jongerius studeerde 1993 af aan de Design Academy in Eindhoven waar ze sinds 1998 ook werkzaam is als docent. In hetzelfde jaar als haar afstuderen richtte ze in Rotterdam haar ontwerpstudio Jongeriuslab op. Sinds 2008 is ze met haar lab gevestigd in Berlijn en sinds 2012 is ze artdirector bij het Zwitserse bedrijf Vitra in Bazel. Jongerius maakte ontwerpen voor bedrijven als Cappellini, IKEA, KLM, Maharam, Swarovski, Tichelaar en Vitra. In 2003 werd haar oeuvre bekroond met de Rotterdamse Designprijs en in 2008 ontving zij de Sanoma Oeuvre Award. Jongerius is een onderzoeker op het gebied van materiaal. Rubber, textiel maar ook hout en keramiek zijn materialen waar ze vaak mee werkt. !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
"(!)**+,--???1:@<5;6?@70;<415.:-+<.0/5*4-4;@*273-87.**;0I5)@2<-!
!
"C!
Één van de (naar mijn idee) mooiste objecten die zij heeft gemaakt en waarmee ze ook veel bekendheid verwierf is de Pushed Washtub. Deze stereotype wastafel is uitgevoerd in rubber. Doordat dit object in een ander materiaal is uitgevoerd dan je zou verwachten, is de beleving ervan ook heel anders. Het brengt een hele nieuwe kijk op allerlei objecten en manieren van materiaalverwerking. Vooral de enorme rustieke uitstraling en het minimale gebruik van materiaal en vorm, is voor mij op en top Dutch Design
Hella Jongerius, Pushed washtub, PU rubber en metaal, 57 x 34 x 18 cm, 1996.
18
Naar mij idee heeft haar gevoel voor materiaal en innoverend gebruik van materiaal er toe geleid, dat zij nu artdirector is bij onder andere Vitra. Bedrijven zijn altijd opzoek naar mensen die zij aan henzelf kunnen koppelen zodat het bedrijf ook weer een boost krijgt binnen de markt. Hetzelfde geldt in feite voor Marcel Wanders.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ">!)**+,--4*/02.10<..315.:-4*/02.-@66-0
#F!
Maarten Baas
Maarten Baas is één van de ontwerpers van de nieuwe generatie Droog. Wanneer hij in 2002 afstudeert aan de Design Academy in Eindhoven is iedereen in zijn klas bezig om het perfecte product te maken. Baas niet. Hij wil juist een mismaakt product maken en presenteert een barokke stoel die door hem eigenhandig is verbrand. Wil hij hiermee zeggen dat iets wat oud en doorleefd is, juist nog prima kan functioneren en misschien wel mooier is dan voorheen? Een reflectie op het leven van alledag? Waar het in zijn werk in ieder geval om draait, is functionaliteit. Baas is een ontwerper die nagenoeg nog alles met de hand maakt. Hij heeft een eigen werkplaats net buiten Den Bosch en werkt samen met zijn zakelijke partner Bas Den Herder. Den Herder Producten House maakt ook veel van de producten van Baas, zodat hij zich verder kan richten op nieuwe producten. Aldus www.maartenbaas.nl. Wie het werk van Baas kent zal de bij het ene project zeggen dat het kunst is, bij het andere project dat het design is. In het boek “Hands on” wordt hem de vraag dan ook gesteld of hij meer ontwerper of kunstenaars is. Zijn antwoord “ik hou van tomaten maar weet niet of het een fruit of een groente is”. Oftewel, “ik vind de vraag of ik nu kunst of design maak niet zo interessant”. Ik wil gewoon een leuke stoel maken. 19 Een uniek klok, een gekleide stoel of een mobiele app. Het is iedere keer iets anders.
Maarten Baas, Smoken darmschaar, 105x72x72 cm, 2002. Moooi.
20
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
"C!V@@<*;7!O@@4!27!WL@704!P7N!X/*5)!0;4237!27!*);!#"4*!5;7*/
#F!)**+,--:@@<*;7B@@4176-Y:@3;1@4+Z=[YX\]X%^#F#M$I^(X'I%_M#IC"C#IM%>%`#^F$F`'a!
!
#"!
Daan Roosegaarde
Een snelweg die licht geeft, aluminium dat d.m.v. warmte ombuigt, objecten die lichtgeven als je ze aanraakt, stuk voor stuk projecten van de hand van Daan Roosegaarde. Roosegaarde (Nieuwkoop, 24 juli 1979) is een Nederlandse pionier op het gebied van interactie design. Design dat ‘praat’ met de mensen. Hij studeerde aan de Academie voor de Kunst en Industrie AKI Enschede en het Berlage Instituut in Rotterdam. Als hoofd van een ontwerpstudio met een vestiging in Nederland en Shanghai, kan je zeggen dat hij een grote naam is binnen zijn vakgebied. Roosegaarde valt niet perse onder de noemer Dutch Design, maar de man maakt wel op een slimme manier gebruik van technologie en “designed” hiermee. Zijn projecten zijn niet zozeer objecten die door de consument als individu gebruikt worden, zoals Baas of Eek. Hij laat wel zien hoe je als ontwerper óók kunt ondernemen binnen dit vakgebied. Roosegaarde is onderdeel van het kunstenaarscollectief New Dutch Digital Design. Met dit collectief onderzoekt hij wat er allemaal mogelijk is of kan zijn op de grens van mens en cyber. Er wordt dus van alles ontworpen aan de hand van technologie. Van over de hele wereld is er aandacht voor zijn projecten en ook regelmatig geeft hij lezingen in alle uithoeken van onze aardbol. Een werk van hem dat o.a. in het Tate Modern London, Stedelijk Museum Amsterdam, Rotterdam, Tokio en Hongkong heeft gestaan, is het werk genaamd Dune. Dit project is een interactief korenveldlandschap dat reageert op geluid en licht, bijvoorbeeld een langslopende bezoeker. Zijn meest recente project Smart Highway begeeft zich op zeer functioneel vlak. Roosegaarde ontwikkelde samen met aannemer Heijmans een snelweg waarbij de witte strepen overdag opgeladen worden en ’s avonds hun opgeslagen warmte omzetten in licht. Goed voor het milieu, minder horizonvervuiling etc.
Studio Roosegaarde, Smart Highway, 2012.
21
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! #"!)**+,--???14*/02.<..4;3@@<0;17;*-+<.J;5*-4:@<*I)23)?@D-+).*.-H4:@<*I)23)?@D!
!
##!
Dutch Design = Ondernemen
Artdirector, lezingen geven, projectmanagers in huis halen, je hebt het allemaal voorbij zien komen bij de grote namen op het gebied van Dutch Design. En ondanks dat de genoemde ontwerpers onder Dutch Design vallen, opereren ze toch allemaal op een andere manier. Piet Hein Eek richt zich op ambachtelijke, unieke objecten en dingen die ontstaan vanuit een proces. Daan Roosegaarde richt zich op de toekomst. Hij ziet problemen die er niet direct zijn maar wel om een oplossing vragen in de nabije toekomst. Dat klinkt misschien raar, maar Roosegaarde denkt na vanuit de maatschappij, voor de maatschappij. Aan het begin van dit onderzoek schreef ik dat er de laatste jaren veel is veranderd in Nederland op het gebied van Kunst en Cultuur. Er zijn enorme bezuinigingen doorgevoerd waardoor je tegenwoordig niet meer in aanmerking komt voor de Wik, een uitkering speciaal voor kunstenaars zodat ze zich meer konden richten op hun werk. Maar goed, van een beetje hard werken is nooit iemand dood gegaan, dus dat is wat je sowieso moet doen. Maar is dat nou het enige? Gewoon hard werken en hopen dat iemand je werk koopt? Via de site van Metropolis M, een twee maandelijks Nederlands tijdschrift dat zich richt op hedendaagse kunst, heb ik gezocht naar verschillende figuren uit de kunstscene. In het artikel ‘How to star’ doen verschillende personen een uitspraak over het ondernemerschap in de ontwerpwereld. Ik heb enkele qoutes van het stuk van de site hier weergegeven. Fons Welters Galeriehouder te Amsterdam “Concentreer je op het maken van goed werk en neem vervolgens de tijd dit naar buiten te brengen”. 22 Welsters uit in haar stuk ook haar mening over het feit dat je als ontwerper niet zomaar alle galeries af moet open. Het is volgens haar eerst zaak dat je moet kijken op welk niveau jouw werk zich bevindt en welke galeries daar op aan sluiten. Daarnaast roept ze op tot het aansluiten bij initiatieven, maar volgens haar vooral belangrijke is, “dat je in jezelf moet blijven geloven en je je niet moet laten beïnvloeden door het succes van anderen. Geloof in je eigen kunnen”. 23
Marc Bijl Beeldend kunstenaar, Berlijn Het doel van jouw werk moet volgens Bijl zijn, dat men erdoor gegrepen word, want alleen op die manier willen zij jouw werk weer verder verspreiden. Het is volgens hem daarbij van belang, dat je jouw volgers etc. op de hoogte houdt van wat je doet en af en toe een presentje levert bijvoorbeeld door mensen te vragen voor het meedingen aan een expositie. !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! ##!)**+,--:;*<.+.624:15.:-G;@*/<;4-).?I*.I4*@<-! #$!)**+,--:;*<.+.624:15.:-G;@*/<;4-).?I*.I4*@<-! !
#$!
“Het kunstenaarschap is weliswaar een solistische bezigheid maar hoe meer mensen je erbij betrekt hoe meer erover gepraat en gedacht wordt, en hoe meer feedback je krijgt. Het zou leuk zijn als de betere galeries dat ook gaan oppikken maar voor het zover is kun je proberen aansluiting te vinden bij andere ‘partners-in-crime’”.24 Bijl is van menig dat je vooral moet investeren in contacten en tijdrovende bijbanen moet mijden, omdat er nog steeds subsidies los te peuteren zijn, je moet alleen een goed concept hebben. Els van Odijk Directeur Rijksacademie. Amsterdam Van Odijk is gelijkgezind met de twee eerder genoemden. Ook zij pleit voor een breed netwerk en niet ongevraagde bezoeken te plegen aan galeries. Maar vooral wijst ze op het punt dat je niet altijd ‘ja’ moet zeggen. “Carrière maken is een marathon en geen sprint”.25 Van Odijk wijst in dit stuk op bredere mogelijkheden, zoals het beginnen van een tentoonstellingsplek met mensen uit je omgeving, werken als assistent van kunstenaars en/of kunstinstellingen, “maar” staat er “blijf er niet te lang in hangen”26, houdt de focus op je eigen werk en bezoek daarvoor regelmatig tentoonstellingen. Dit houdt je scherp en up toe date.
!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! #%!)**+,--:;*<.+.624:15.:-G;@*/<;4-).?I*.I4*@<-! #&!)**+,--:;*<.+.624:15.:-G;@*/<;4-).?I*.I4*@<-! #'!)**+,--:;*<.+.624:15.:-G;@*/<;4-).?I*.I4*@<-!
!
#%!
De ontwerper als ondernemer
Het ironische aan wat Marc Bijl zegt, dat je bijbanen moet mijden, is dat er voor veel van de ontwerpers in het begin, en zeker in deze tijd, vaak weinig anders opzit, mits je wordt opgemerkt tijdens de afstudeerexpositie van je academie (zoals in het geval van de ontwerpers van Droog). Het aanbod van ontwerpers is namelijk erg groot en elk jaar wordt dit aanbod meer, wanneer er weer een lading is afgestudeerd. Een bijbaan hoeft in dit geval niet te betekenen dat je vakken moet gaan vullen bij de één van de grootste supermarktketens van Nederland met de lichtblauwe huisstijl. Els van Odijk oppert bijvoorbeeld om als assistent te gaan werken bij een bekend ontwerper. Op deze manier zit je dan al meer in het ‘wereldje’ en kom je in contact met mensen waar je in de (nabije) toekomst iets aan zou kunnen hebben. Netwerken Het wereldje, is de wereld waarin alle ontwerpers, investeerders etc. met elkaar in contact komen door bijvoorbeeld netwerkmeetings bij bijvoorbeeld openingen van exposities en ga zo maar door. Want netwerken is ook ondernemen. Bij het netwerken gaat het erom dat jij jezelf, en jouw producten, op een dusdanige manier weet te verkopen aan geïnteresseerden, dat zij jou willen hebben voor een bepaald project. Denk bijvoorbeeld aan het strandpaviljoen wat Piet Hein Eek ontwierp voor de kunststichting uit Heemskerk en Hella Jongerius die nu artdirector is bij Vitra. Hun vakmanschap sluit aan op de wensen van bepaalde bedrijven of instellingen en worden daardoor gevraagd om iets te ontwerpen voor of mee te werken aan bepaalde projecten. Het netwerken heeft als functie, zien en gezien worden. Hoe vaker je aanwezig bent op zo’n meeting, des te meer je in contact komt met mensen die jou kunnen gebruiken of andersom. Maar het zien en gezien worden heeft ook nog een anders aspect. Je werk moet namelijk gezien worden. Promotors De leden van Droog werden geholpen met het promoten van hun werk door het platform en werden geplaatst op de designshow in Milaan. Deze designshow is beter bekend als kunstbiënnale van Milaan. Een andere bekende deisgn promotor. Op haar site, edelkoort.nl, beschrijft zij zichzelf als trendwatcher, op alle gebieden die verbonden zijn met design. Ze heeft als trendwatcher veel samen gewerkt met vooraanstaande merken zoals Marks & Spencer, Seibu, Seiko en Siemens. Zij heeft hen geholpen met het opzetten van een nieuw marketingplan of andere manieren om de publiciteit rondom het merk mee te vestigen, te verbeteren of te vernieuwen. Daarnaast is zij directrice geweest van de Design academy in Eindhoven en heeft zij het Designhuis in Eindhoven (het cultureel centrum ter promotie van design) op de kaart gezet. Als trendwatcher is zij steeds opzoek naar nieuwe dingen, en dus erg geinteresseerd in design. Trendwatchers reizen de wereld rond en kunnen dus veel voor jou betekenen. In het archief van de website van Vrij Nederland zijn nog meer trendwatchers te vinden.
!
#&!
Biënnales Biënnales zijn in de 18e/19e eeuw ontstaan zoals The Great Exhibition of the Industry of All Nations, London 1851. Dit werd gebruikt als manifestatie waarbij de meedingende landen aan elkaar konden laten zien welke technische nieuwe hoogstandjes zij hadden ontwikkeld op het gebied van kunst en cultuur. Een biënnale is een tweejaarlijks evenement waarbij honderdduizenden bezoekers, investeerder, verzamelaars e.d. komen aanschouwen wat er allemaal door nieuwe en gevestigde namen aan kunst/design objecten is gemaakt of is ontwikkeld. Daarnaast wordt er ook veel gebruik gemaakt van sponsoren die hier graag hun naam aan willen linken omdat hierdoor de publiciteit, authenticiteit en status bijdragen aan de ontwikkeling van hun bedrijf en hun imago. Het nadeel van het meedoen aan een biënnale, is dat het veel geld kost. Inschrijfkosten, reiskosten, transportkosten, de onkosten van een aantal dagen niet kunnen werken etc. en sommige ontwerpers vinden hun werk niet passen binnen het keurslijf van de welbekende biënnales. Je ziet daardoor dat er tegenwoordig ook heel veel “alternatieve biënnales” worden georganiseerd in de buurt van de echte biënnale. Het doel van deze alternatieve biënnales, is om de bezoekers die toch al naar de biënnale gaan, ook hier binnen te krijgen. Zo is er elk jaar de binnen de Art Rotterdam Week, waar duizenden bezoekers op af komen, de Art Fair. Deze kunstbeurs is een gevestigde naam en is een grootschalige aangelegenheid. In 2012 initieerde Bob Smith de Raw Art Fair, een kleinschaliger en meer festivalachtige beurs die meezeilde op de bekendheid van de gewone Art Fair. Bij Raw staan galeries die werk verkopen al iets bekende ontwerpers maar ook staan zijn er solo exposities van jonge ontwerpers die nog geen of weinig naamsbekendheid hebben, en zo proberen de publiciteit te halen. Collectief De alternatieve biënnales zoals hierboven beschreven worden door één of meerdere personen geïnitieerd. Wanneer er meerdere individuen bij betrokken zijn noem je dit een collectief. Zo’n collectief heeft tot doel om samen iets op te zetten, een tentoonstelling o.i.d., om daarmee naamsbekendheid te verwerven en zo werk te verkopen of nieuwe opdrachten binnen te halen. Het voordeel van het werken binnen een collectief is dat de individuele deelnemende ontwerpers bij elkaar terecht kunnen voor inspiratie en ondersteuning, ongeacht de discipline waarin zij werkzaam zijn. Juist door een diversiteit aan disciplines binnen zo’n collectief wordt er bij het opzetten van bijvoorbeeld zo’n tentoonstelling een breder publiek bereikt dan wanneer je geheel als zelfstandig individu opereert. Een andere bijkomstigheid is dat is dat een dergelijke samenwerking een goede mogelijkheid vormt om gezamenlijke projecten op te zetten en subsidies te verkrijgen. Subsidies en andere manieren van geld generen Als ondernemer is het soms niet mogelijk om alles zelf te bekostigen. Je kan dan opzoek gaan naar een fonds dat jou een subsidie wilt verstrekken, een tegemoetkoming in valuta, om de kosten binnen de perken te houden.
!
#'!
Eerder beschreef ik al dat de subsidies binnen de kunst en cultuur sector niet meer zomaar gegeven worden. Toch is het nog wel degelijk mogelijk om voor bepaalde subsidies in aanmerking te komen. Op de site van de rijksoverheid wordt uitleg gegeven over de subsidies. Als ontwerper is het mogelijk om subsidie aan te vragen bij het Mondriaan Fonds. Je kan hier subsidie aanvragen als je project een bijzondere en vernieuwende inslag heeft. Wanneer je als collectief opereert is het ook mogelijk om andere fondsen aan te schrijven om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen. Een andere manier van geld genereren voor een project die steeds meer aan populariteit wint, is het zogeheten crowdfunding. In plaats van naar de bank te gaan om geld te lenen of een subsidie aan te vragen biedt crowdfunding de mogelijkheid om zonder financiële tussenpersonen direct contact te leggen tussen investeerders en ondernemers. Kickstarter is hiervan een bekend voorbeeld. Op de site van kickstarter kan je projecten/producten bekijken die al met crowdfunding bezig zijn of zelf een project/product aanmelden. Mensen kunnen dan bij interesse in jouw project geld doneren om jouw project /product uiteindelijk te lanceren. Een alternatief hierop is om zelf via social media een crowdfunding op te zetten. Je maakt dan bijvoorbeeld een Facebook pagina aan en nodigt mensen uit voor jouw project om zo geld te genereren. Door mensen te vragen de link naar jouw Facebook pagina te delen start je een eigen campagne op. Via social media ben ik zelf ook een crowdfunding gestart om hiermee een besteldbusje te kopen en hiervan een mobiel atelier te maken. In eerste instantie probeer ik dit te voltrekken binnen de kring van familie en vrienden. Heb ik dan nog niet genoeg binnengehaald om te starten, dan kan ik altijd nog kiezen om het bijvoorbeeld via kickstarter te proberen. Momenteel zit ik op zo’n !200,- in ongeveer een week tijd. Wanneer ik het beoogde bedrag van zo’n !600,- heb weten te bemachtigen, ga ik verder met het zoeken van funders op het gebied van materiaal. Ik heb metaal en hout nodig om het busje in te richting met obergvakken etc., en al het geld wat ik niet uit hoef te geven is winst. Wedstrijden Regelmatig worden er op het gebied van design wedstrijden georganiseerd. Soms is er bij deze wedstrijden een thema waar een ontwerp aan gekoppeld moet worden, soms is het een wedstrijd waarbij je werk in kan sturen wat je al hebt gemaakt en waarbij dan een winnaar wordt gekozen vanwege het vernieuwende of interessante concept. Hema organiseert bijna jaarlijks zo’n ontwerpwedstrijd. Het winnende ontwerp van deze prijsvraag wordt daarna opgenomen in de winkel en ook daadwerkelijk verkocht. Voor jou als ontwerper een ideale manier dus om naamsbekendheid te verwerven én inkomen te genereren (jij krijgt namelijk een percentage van het bedrag wanneer jouw product verkocht wordt). Op sites als dezeen.com en designboom.com komen regelmatig links naar ontwerpwedstrijden. Goed om in de gaten te houden dus.
!
#(!
Marktconform werken Pascal Gielen schrijft in zijn boek Repressief Liberalisme, dat de maatschappij de kunst dient. Wat hij hiermee bedoelt is dat de ontwerpers hun werk soms als moraalobject gebruiken om de maatschappij aan het denken te zetten. Hij stelt wanneer dit andersom gebeurt, de ontwerper zijn authenticiteit verliest. En de authenticiteit van de kunstenaar is iets waarmee hij/zij zijn/haar kracht laat zien, waar hij/zij bekend om staat. Dat maakt een kunstenaar en het werk uniek en mede daardoor kan hij/zij zijn/haar werk verkopen en een bestaan op bouwen. Als ondernemer ben je steeds opzoek naar manieren om jouw creativiteit in te zetten. Zo zien we bijvoorbeeld bij Roosegaarde dat zijn werk steeds meer in dienst komt te staan van de maatschappij, bijvoorbeeld met zijn Smart Highway project. Technologische vernieuwingen kunnen jou als ontwerper helpen om oplossingen te bedenken of projecten te bedenken en te maken. Daarnaast kan het ook een killer zijn voor de creativiteit en authenticiteit, zoals Gielen omschrijft.27 Doordat er minder subsidies vanuit de overheid worden verstrekt ben je als ontwerper soms genoodzaakt om meer marktconform te werken. Dit kan positief uitpakken maar het kan er daardoor dus ook voor zorgen dat je vanuit de maakbaarheid gaat denken, bijvoorbeeld aan de hand van een bepaalde technologie. In de uitzending van Altijd Wat (22 april 2014) doet de filosoof Alain de Button een uitspraak over kunst. Hij zegt daarin “Als kunst meer moet zijn dan interessant, dan moet het ons in ons hart raken. Het heeft een therapeutische werking om het leven beter te maken”.28 Aan de hand van deze bschrijving zou je de benadering van de projecten van alle behandelde designers hieraan kunnen koppelen. De Button schrijft dan wel over kunst maar daar had in mijn ogen net zo goed design kunnen staan, omdat het hebben van een design pronkstuk ook een gelukzalig gevoel kan geven. Door de uitstarling, het concept en de uitwerking in bijvoorbeeld materiaal. Daarnaast heeft het spektakel, bijvoorbeeld door gebruik van humor, wat veel van de designs hebben, een positieve uiting op de mens. Het laat men lachen, of misschien wel huilen, en het zet aan tot nadenken. Het marktconform werken heeft ook te maken met snelheid. Ondanks dat Eek bijvoorbeeld nog alles zelf produceert, weliswaar met personeel, is dat voor jou waarschijnlijk niet direct mogelijk. Het probleem van urenlang in een atelier werken zorgt ervoor dat je niet in de publiciteit komt. Alles draait tegenwoordig om snelheid. De snelheid waarmee Eek produceert zorgt ervoor dat hij een continue geldstroom heeft. Voor jou als startend ontwerper is dat minder makkelijk mogelijk. Maar er zijn wel oplossingen. Bijvoorbeeld je ontwerp uitbesteden aan een bedrijf die alles voor jou, met computergestuurde machines, snel maakt. Op deze manier is het investeren met geld ook investeren in geld. Je kan geld uitgeven aan machines om het zelf te maken, maar de uren die je besteedt aan zelf maken, kan je ook uitbesteden en de uren die je daar aan overhoudt, !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!
#(!Gielen,
P. (2013) Repressief liberalisme. Opstellen over creatieve arbeid, politiek en kunst. Amsterdam: Valiz #>!^6*2J0!b@*!#N!02!##!@+
!
#>!
kan je weer investeren in het maken van nieuwe producten of het bedenken van nieuwe concepten, het regelen van afspraken etc. Je kan jezelf pas ondernemer noemen als je je ook op die manier bezighoudt. En dat is waar onze samenleving nu aan onderhevig is. Dit komt ook in het boek van Gielen naar voren. De titel zegt het al: Repressief Liberalisme. Als ZZP’er ben je vrij om te werken wanneer je in principe wilt en als ontwerper mag je maken wat je wilt, maar je moet wel geld verdienen. Hij schrijft hierover dat, nu de riem door de overheid aan wordt getrokken, de ontwerper meer gebruik moet maken van snelheid om zo aan de vraag te voldoen. En ondanks dat van Eijck zegt dat het denken vanuit geld niet goed voor de kunst is, is het wel goed voor de portemonnee. En dat is toch waar het uiteindelijk om draait. Dat wil niet zeggen dat jouw objecten slechter worden, je bent alleen steeds minder bezig met het maken. En dat is misschien wel jammer.
!
#C!
Conclusie
Aan het begin van dit onderzoek beschreef ik dat het voor veel afgestudeerde ontwerpers vaak lastig is om aan werk te komen. Je hebt nu kunnen lezen hoe verschillende ontwerpers te werk gaan en wat de kracht is van hun werk. Daarnaast heb je kunnen lezen wat jij als ontwerper kan doen om aan opdrachten, contacten e.d. te komen. We hebben bij de eerder genoemde ontwerpers al gezien dat het draait om publiciteit, zien en gezien worden. Word je niet gezien dan tel je ook niet mee. Eerder heb ik ook al uitgelegd dat de ontwerper tegenwoordig over de grenzen van zijn vakgebied moet gaan kijken op het gebied van ondernemen maar ook bijvoorbeeld door het kijken naar een bijbaan als assistent van een bekende ontwerper. Daarnaast heb ik aangehaald dat je als ontwerper tegenwoordig niet meer in je eentje kunt opereren vanaf ateliertje omdat je daardoor die publiciteit niet haalt. Maar ook hebben we gezien dat er steeds meer gebruik wordt gemaakt van nieuwe technieken en technologieën waardoor de kunst steeds technischer maar ook bruikbaarder wordt voor de wereld om ons heen. Deze opsomming laat een diversiteit zien, een diversiteit die jij ondernemer ook moet hebben. En daar zit een logisch verloop in. Anno 2014 is het dus zaak dat jij als ontwerper ook veel moet ‘ondernemen’, naast je gewone werkzaamheden, om aan opdrachten te komen. Je moet jezelf breder gaan inzetten, gaan denken als ‘cultureel ondernemer’. Op de site van de rijksoverheid staat dat zij ernaar streven om het cultuur aanbod een hoge mate van kwaliteit heeft en voor iedereen toegankelijk moet zijn. Zij kennen subsidies toe maar omdat er een begrotingstekort is, is er de komende jaren minder subsidie beschikbaar is. Daarnaast wordt er aangegeven dat zij willen dat kunst en cultuurinstellingen, ontwerpers, kunstenaars etc. steeds meer zelfstandig worden en minder afhankelijk worden van de subsidies van de overheid. Zoals hierboven aangegeven, breder denken. In alle vormen van kunst en cultuur. Een cultureel ondernemer is nog steeds bezig binnen zijn vakgebied maar initieert daarnaast ook allerlei andere activiteiten die voor publiciteit en inkomsten zorgen. Dit kan dus betekenen dat je bijvoorbeeld de stoel die je hebt ontworpen, moet uitbesteden. Veel mensen zien uitbesteden vaak als iets slechts, maar dat hoeft niet helemaal niet zo te zijn. Stel dat jij die stoel zelf maakt en het kost je een week omdat je alles met de hand moet doen, en een bedrijf kan het in twee dagen, dan moet je afwegen of het uitbesteden uiteindelijk niet goedkoper is. Je stoel is namelijk eerder klaar en je kan gewoon door blijven werken aan je andere ontwerpen, culturele projecten, netwerken, je werk naar bepaalde online design sites sturen zodat zij dat kunnen posten, vergaderen, gesprekken regelen om de publiciteit te halen etc. Al met al komt er dus veel meer bij kijken om jezelf en jouw producten op de markt te zetten en de publiciteit te halen, dan alleen iets bedenken en maken. Het gaat erom dat je opvalt, bijvoorbeeld zoals Hella Jongerius deed met het !
$F!
inzetten van materialen op een nieuwe manier. Of zoals Eek, die ook een restaurant aan zijn naam verbonden heeft en daarmee zijn imperium verder vergroot en op die manier, via een ander kanaal, weer meer naamsbekendheid weet te verwerven. Want naamsbekendheid en publiciteit, daar gaat het uiteindelijk om. Het is aan jou om daar slim op in te spelen. In veel gevallen hebben we ook kunnen zien om het inzetten van de moraal binnen design. Het laten nadenken van de wereld naar aanleding van projecten van de designers. Bijvoorbeeld zoals ook doet, door gebruik te maken van sloophout om hier nieuwe kasten mee te maken, en zo onze weggeefcultuur aan de kaak stelt. Verder draait het erom dat er creativiteit en inventiviteit inzet ingezet word in de projecten. Kopieren van bestaande ideeen is een zonde, want jij als creatief persoon moet juist dingen eerder doorzien of bedenken dan elk ander. Dit maakt jou als ontwerper uniek en geeft de geinteresseerden de behoefte om jouw werk aan te schaffen en niet dat van een ander De aanleiding van dit onderzoek was het niet kunnen slagen als zelfstandig ondernemer van een groep afstudeerders. De vraag was of een academie meer tijd moet besteden aan het ondernemerschap of zo de ZZP ontwerpers in spe, voor te bereiden op hetgeen hen te wachten staat. Ik kan concluderen dat er niet meer aandacht aan het ondernemerschap gegeven moet worden tijdens de studie. Piet Hein Eek bijvoorbeeld is een samenwerking aangegaan met zijn compagnon die veel verstand heeft van ondernemen. Hierdoor kan Eek zich blijven richten op het maken van producten. Toch is er wel íets voor te zeggen om aan te kaarten wat er bij het ondernemerschap komt kijken. Het kan namelijk in mijn ogen geen kwaad om informatie toegespeeld te krijgen wat je allemaal te wachten staat of wat er allemaal mogelijk is als je wilt gaan ondernemen. Toch vind ik ook dat jij als ontwerper creatief genoeg moet zijn om zelf een bepaalde strategie te bedenken om in de publiciteit te komen en zo jouw werk te kunnen verkopen. Het bedenken van concepten ligt immers ten grondslag van alles wat jijzelf ontwerpt. Denk bijvoorbeeld aan Daan Roosegaarde die inspeelt op de vraag vanuit de samenleving met zijn “smart Highway” waarbij de lichtproductie verminderd wordt en de roep tot zuinig om gaan met onze planeet wordt gehoorzaamd. Tevens is dit een samenwerkingsverband tussen Roosegaarde en de overheid. Verschillende disciplines vullen elkaar aan en zorgen voor een grotere diversiteit. Naar aanleiding van dit onderzoek kan ik aanbevelen dat, om bekendheid en opdrachten te verwerven, het voornaamste is om zoveel mogelijk mee te doen met activiteiten die publiciteit opleveren. Denk hierbij aan ontwerpwedstrijden, meedoen aan exposities, zelf als collectief een expositie opzetten en bijvoorbeeld d.m.v. crowdfunding een startkapitaal binnen halen, je werk naar bepaalde instellingen sturen die bij jouw passen (dezeen.com, designboom.com), netwerkmeetings bijwonen en ga zo maar door. En je moet vooral volhouden. Rome is ook niet in één dag gebouwd.
!
$"!
Bronvermelding Literatuur • Gielen, P. (2013) Repressief liberalisme. Opstellen over creatieve arbeid, politiek en kunst. Amsterdam: Valiz •
Fraser, M. (2006) BOEK. Piet Hein Eek 1990 – 2006. Utrecht: Kosmos uitgevers
•
Junt, J. (2011) Hands on = Dutch design in the 21st century : Dutch design in de 21ste eeuw. Zwolle: Uitgeverij WBOOKS
•
Sparke, P. (1986) Industriele vormgeving en cultuur in de 20e eeuw. De Bilt: Cantecleer BV
Online Kunstbus Verkregen op 26 mei 2014, via link: • http://www.kunstbus.nl/design/droog-design.html
•
•
•
!
Droog Design Verkregen op 26 mei 2014, via link: www.droogdesign.nl Archinet. De architectuursite van Nederland Verkregen op 14 juni 2014, via link: http://www.archined.nl/recensies/2012/maart/het-nederlandse-vandutch-design/ Philipe Starck Verkregen op 15 juni 2014, via link: http://www.starck.com/en/design/categories/furniture/stools.html#sarapi s
•
Hema Verkregen op 15 juni 2014, via link: http://hemaontwerpwedstrijd.nl/
•
Dezeen magazine Vekregen op 15 juni 2014, via link: http://www.dezeen.com/?s=competitions
•
Designboom Verkregen op 16 juni, via link: http://www.designboom.com/competition/
$#!
•
•
•
•
Digischool Verkrgen op 26 juni 2014, via link: http://oud.digischool.nl/ckv2/moderne/moderne/weissen/das_staatliche _bauhaus_weimar.htm Marcel Wanders Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://www.marcelwanders.com/products/seating/knotted-chair/ Stedelijk museum Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://www.stedelijk.nl/agenda/forum/marcel-wanders-in-het-stedelijkvoors-en-tegens Stedelijk museum Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://www.stedelijk.nl/upload/agenda/forum/marcel-wanders-ingesprek/Junte,%20Volkskrant.pdf Maarten Baas Verkregen op 26 juni 2014, via link: www.maartenbaas.nl Studio Roosegaarde Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://www.studioroosegaarde.net Jongeriuslab Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://www.jongeriuslab.com/
•
Uitzendinggemist Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1412514
•
Metropolis M Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://metropolism.com/features/how-to-star/
•
Ghyczy. The cosmopolitan collection Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://www.ghyczy.nl/product/gardeneggchair/
•
!
Vrij Nederland Verkregen op 26 juni 2014, via link: http://www.vn.nl/Archief/Justitie/Artikel-Justitie/De-beste-in-zijn-vaktrendwatchers.htm
$$!
•
!
Rijksoverheid Verkregen op 26 juni 2014, via link: (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/kunst-en-cultuur/subsidiesvoor-cultuur)
•
Kickstarter Verkregen op 26 juni 2014, via link: https://www.kickstarter.com/netherlands)
•
Moooi Verkregen op 26 juni 2014, via link: www.moooi.com
•
Eek en Ruijgrok Verkregen op 26 juni 2014, via link: www.pietheineek.nl
$%!
Eindbeoordeling stage
Eindbeoordeling stage
Eindbeoordeling stage