1. Introductie Als uw onderneming verpakte producten in Nederland op de markt brengt, dan bent u belastingplichtig voor de verpakkingenbelasting. Misschien moet u dan ook aangifte doen over deze verpakkingen. De aangifte bassert u op de gegevens uit uw administratie. In deze handreiking staat praktische informatie over hoe u een verpakkingenadministratie kunt inrichten. Ook leest u een aantal tips en voorbeelden. Als u een verpakkingenadministratie gaat opzetten, dan hoeft deze nu nog niet perfect te zijn. We moeten wel de aangifte van uw onderneming kunnen toetsen aan uw bedrijfsadministratie. U kunt in 2008 enige tijd gebruiken om een goede verpakkingenadministratie op te zetten. U moet dan natuurlijk wel de geadministreerde hoeveelheid verpakkingen op een betrouwbare manier kunnen terugrekenen naar hoeveelheden verpakkingen voor heel 2008. De omzetcijfers kunnen hiervoor een goede basis zijn.
1.1 Voor wie is de handreiking bestemd? Deze handreiking is bestemd voor ondernemingen die belastingplichtig zijn en aangifte moeten doen voor de verpakkingenbelasting. U moet verpakkingenbelasting betalen als u aan één van de volgende voorwaarden voldoet: • U bent een ondernemer (producent of importeur) die verpakte producten voor de eerste keer in Nederland op de markt brengt. • U brengt (lege) verkooppuntverpakkingen voor de eerste keer in Nederland op de markt (zie voor de lijst verkooppuntverpakkingen 2008 op www/belastingdienst.nl/verpakkingenbelasting.) • U bent importeur die de verpakkingen direct na binnenkomst in Nederland van de producten verwijdert en afvoert. Als u ondernemer bent voor de omzetbelasting én u bent in Nederland gevestigd of u hebt een vaste inrichting in Nederland, dan bent u ook ondernemer voor de verpakkingenbelasting. Ook als u voor de omzetbelasting een vrijgestelde ondernemer bent, kunt u ondernemer en mogelijk belastingplichtig voor de verpakkingenbelasting zijn. Dit is afhankelijk van uw activiteiten. Bent u een ondernemer die als producent of importeur voor meer dan 15.000 kilo verpakkingen aangifte moet doen? Uw administratie vormt dan de basis van uw aangifte. Uit uw administratie moet blijken over hoeveel kilo verpakkingen u verpakkingenbelasting moet betalen. U kunt kiezen voor het opzetten van een aparte verpakkingenadministratie. Of u kunt wellicht deze integreren in uw bestaande administratie. Als u per jaar 15.000 kilo of minder verpakkingen op de markt brengt, dan hoeft u zich niet bij ons aan te melden en geen verpakkingenbelasting te betalen. U moet wel in uw administratie vastleggen hoe u hebt berekend dat u onder deze grens blijft. U kunt daarvoor gebruikmaken van het ‘hulpmiddel verpakkingenbelasting’ op onze internetsite.
Stroomschema Aan de hand van het volgende stroomschema kunt u nagaan of deze handreiking wel of niet voor u bestemd is.
1
Bent u een ondernemer voor de omzetbelasting?
Nee
U hoeft geen verpakkingenbelasting te betalen
Ja
Bent u in Nederland gevestigd of hebt u hier een inrichting?
Nee
Ja
Brengt u als producent of importeur meer dan 15.000 kg verpakkingen in Nederland op de markt?
Nee
Bij ≤ 15.000 kg verpakkingen legt u vast hoe u dit hebt bepaald. U hoeft geen aangifte te doen. Deze handreiking is voor u van beperkt belang
Ja
U moet aangifte doen. Uw verpakkingenadministratie richt u zo in dat u de gegevens kunt gebruiken voor uw aangifte. Bovendien moeten wij deze gegevens in uw administratie kunnen controleren.
1.2. Mogelijk hebt u al veel informatie over verpakkingen Op verschillende manieren wordt in Europa van ondernemingen gevraagd gegevens over verpakkingen te verzamelen of te verstrekken. Waarschijnlijk is dit dus niet helemaal nieuw voor u. Bijvoorbeeld: •
Besluit Verpakkingen en papier en karton
Was u aangesloten bij een uitvoeringsorganisatie onder het Besluit Verpakkingen en papier en karton, of had u een individuele mededeling gedaan aan de Minister? Dan bent u vaak ook belastingplichtig voor de verpakkingenbelasting. U moest onder het Besluit ook al opgave doen van uw verpakkingen en u hebt daarvoor dus waarschijnlijk al veel van de gegevens beschikbaar. •
Gegevens voor verpakkingssystemen in andere EU landen
Verkoopt u verpakte producten in andere EU landen? Vaak zult u dan gegevens verstrekken aan uw buitenlandse afnemers of aan buitenlandse organisaties die verantwoordelijk zijn voor inzameling en recycling van verpakkingen in die landen (zoals DSD in Duitsland of FOST Plus in België). Die gegevens zijn voor een deel ook te gebruiken voor de verpakkingenbelasting. •
Essentiële eisen
Brengt u verpakte producten op de markt in de Europese Unie? Deze verpakkingen moeten voldoen aan de essentiële eisen uit de EU Richtlijn voor verpakkingen en verpakkingsafval. Om dat aan te tonen moet u informatie hebben over uw verpakkingen en kunt u gebruik maken van de geharmoniseerde EN normen uit die Richtlijn. Ook deze gegevens zijn waarschijnlijk voor een deel te gebruiken voor de verpakkingenbelasting.
2
1.3. Wat vindt u in deze handreiking? In hoofdstuk 2 vindt u praktische informatie over hoe u een administratie kunt opzetten. Hoofdstuk 3 beschrijft een aantal bijzondere situaties. Deze worden verder uitgewerkt en duidelijk gemaakt met voorbeelden. In hoofdstuk 4 vindt u informatie over de benodigde gegevens voor de regeling voor teruggave van belasting bij export van goederen waarvoor uw Nederlandse leverancier belastingplichtig is. De handreiking is zorgvuldig samengesteld. Aan het gebruik van de handreiking kunnen geen rechten worden ontleend.
1.4. Meer informatie Mist u nog informatie over de verpakkingenadministratie? In de loop van 2008 wordt op basis van praktijkvoorbeelden een aantal onderwerpen verder uitgewerkt. U kunt deze informatie dan lezen op www.belastingdienst.nl/verpakkingenbelasting. Wij raden u aan om regelmatig op onze internetsite te kijken. Hebt u vragen? Bel dan met de Helpdesk verpakkingenbelasting: 0800 - 235 83 52, op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur.
3
2. Uw administratie opzetten In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke gegevens u kunt verzamelen, op welke manier u dat zou kunnen doen en hoe u de gegevens vastlegd. U moet op basis van uw administratie aangifte voor de verpakkingenbelasting kunnen doen. Om de aangifte goed te kunnen invullen, moet u een overzicht hebben van: • • •
het aantal kilo’s verpakkingen waar u belastingplichtig voor bent de verschillende materialen. Deze splitst u uit per tarief. primaire- en niet-primaire verpakkingen
In dit hoofdstuk leest u welke gegevens u verzamelt en op welke manier u dat doet. Informatie over hoe u de materialen moet uitsplitsen en wat het onderscheid is tussen primaire en nietprimaire verpakkingen vindt u op onze internetsite. De basisregel is: u verzamelt de gegevens voor uw verpakkingenadministratie uit uw bestaande administratie. Daarnaast kunt u deze aanvullen met nieuwe gegevens. De manier waarop u dat doet, is afhankelijk van het type bedrijf dat u hebt. Een groothandel legt andere informatie vast, dan een bedrijf dat zelf producten produceert en verpakt.
2.1 Welke gegevens verzamelt u? De verzamelde gegevens geven een controleerbaar en reproduceerbaar beeld van de hoeveelheid verpakkingen die uw bedrijf op de Nederlandse markt brengt. U bepaalt daarbij eerst voor welke verpakkingen u belastingplichtig bent. Vervolgens bepaalt u hoe de producten zijn verpakt en of u deze moet meenemen in uw aangifte.
2.1.1. Voor welke verpakkingen bent u belastingplichtig? Om vast te stellen voor welke verpakkingen u belastingplichtig bent moet u eerst in kaart brengen van welke leveranciers goederen en producten uw onderneming binnen komen en naar welke afnemers goederen en producten uw onderneming verlaten. En of u verpakkingsuitval hebt. Deze stromen zijn alleen van belang op die goederen en producten waar verpakkingen bij betrokken zijn (zie schema). U bent niet belastingplichtig over verpakkingen die alleen worden gebruikt voor interne leveringen binnen de onderneming of tussen ondernemingen binnen dezelfde fiscale eenheid.
4
I1. Leverancier (lege) verpakkingen
I2. Nederlandse leverancier
I3. Buitenlandse leverancier
U1. Nederlandse afnemer
Uw onderneming
U3. Verpakkingsafval
U2. Buitenlandse afnemer
Er worden 3 inkomende stromen (de leveranciers) en drie uitgaande stromen (de afnemers en afval) onderscheiden. De inkomende stromen (I) zijn: I1. I2. I3.
Leveranciers leveren lege verpakkingen aan die u gaat gebruiken voor het verpakken van uw producten. Nederlandse leveranciers leveren verpakte producten of grondstoffen aan Buitenlandse leveranciers leveren verpakte producten of grondstoffen aan
De uitgaande stromen (U) zijn: U1. U2. U3.
Verpakte producten die u levert aan Nederlandse afnemers Verpakte producten die u levert aan buitenlandse afnemers Verpakkingsafval van binnengekomen producten of grondstoffen waarvan u verpakkingen verwijdert en afvoert.
Per stroom bekijkt u welke producten daar deel van uitmaken en of u aangifte moet doen van de verpakkingen van die producten. Daarbij zijn de volgende situaties die van belang voor uw aangifte voor de verpakkingenbelasting:
5
1.
U koopt lege verpakkingen
I1. Leverancier (lege) verpakkingen
I2. Nederlandse leverancier
I3. Buitenlandse leverancier
U1. Nederlandse afnemer
Uw onderneming
U3. Verpakkingsafval
U2. Buitenlandse afnemer
U koopt lege verpakkingen in bij Nederlandse of buitenlandse leveranciers. U bent belastingplichtig voor: •
de verpakkingen die u toevoegt aan producten die u aan Nederlandse afnemers levert.
U bent niet belastingplichtig voor: •
de verpakkingen die u toevoegt aan producten die u aan buitenlandse afnemers levert.
Let op: Een uitzondering zijn lege verkooppuntverpakkingen die u van een producent of importeur van verkooppuntverpakkingen betrekt. Voor deze verpakkingen is de leverancier belastingplichtig. U vindt meer informatie over verkooppuntverpakkingen, waaronder een lijst met verkooppuntverpakkingen 2008, op onze website. In paragraaf 3.4 vindt u een uitgewerkt voorbeeld over verkooppuntverpakkingen.
6
2.
U koopt producten bij Nederlandse leveranciers
I1. Leverancier (lege) verpakkingen
I2. Nederlandse leverancier
I3. Buitenlandse leverancier
U1. Nederlandse afnemer
Uw onderneming
U3. Verpakkingsafval
U2. Buitenlandse afnemer
U koopt producten (of grondstoffen) bij Nederlandse leveranciers. Dan bent u nooit belastingplichtig voor de verpakkingen van die producten. U bent namelijk niet degene die dat verpakte product als eerste op de Nederlandse markt zet. Als u zelf nog verpakkingen toevoegt aan dergelijke producten brengt u die in beeld via de aangeleverde lege verpakkingen I1. U bent niet belastingplichtig voor: • • •
de verpakkingen van uit Nederland afkomstige producten als u die aan Nederlandse afnemers levert. de verpakkingen van uit Nederland afkomstige producten als u die aan buitenlandse afnemers levert. de verpakkingen die u verwijdert en afvoert van uit Nederland afkomstige producten.
U kunt in aanmerking komen voor teruggave van de verpakkingenbelasting voor: •
de verpakkingen van uit Nederland afkomstige producten die u aan buitenlandse afnemers levert. N.B. afhankelijk van de besluitvorming over de uitwerking van de regeling.
7
3.
U koopt producten bij buitenlandse leveranciers
I1. Leverancier (lege) verpakkingen
I2. Nederlandse leverancier
I3. Buitenlandse leverancier
U1. Nederlandse afnemer
Uw onderneming
U3. Verpakkingsafval
U2. Buitenlandse afnemer
U koopt producten (of grondstoffen) in bij buitenlandse leveranciers. U bent belastingplichtig voor: • •
de verpakkingen van de geïmporteerde producten als u die producten aan Nederlandse afnemers levert. de verpakkingen die u verwijdert en afvoert van de geïmporteerde producten.
U bent niet belastingplichtig voor: •
de verpakkingen van geïmporteerde producten als u die producten aan buitenlandse afnemers levert.
Let op: Voor de uit het buitenland afkomstige verpakkingen die u verwijdert en afvoert, bent u altijd belastingplichtig. Ook als u deze afvoert naar het buitenland.
2.1.2. Hoe zijn mijn producten verpakt? U doorloopt 4 stappen om te bepalen hoe uw producten zijn verpakt. U doet dit voor ieder product dat op een op een eigen manier verpakt is. 1.
Welke onderdelen behoren tot de verpakking en van welk materiaal zijn die gemaakt?
U bekijkt welke onderdelen van het product verpakkingen zijn. Hierbij maakt u een onderscheid in: de verpakking die direct om de verkoopeenheid zit (primaire/verkoopverpakking) de verpakking die om een een aantal verkoopeenheden zit (nietprimaire/verzamelverpakking) de verpakking die het verladen en vervoer van (een verzameling van) verkoopeenheden mogelijk maken of deze beschermen tijdens verlading en transport (nietprimaire/verzendverpakking) Op onze website vindt u meer informatie vinden over de vraag wanneer iets een verpakking is of niet.
8
Voorbeeld 2.1.1: U produceert pindakaas. Daarbij horen de volgende verpakkingen. U verkoopt dit product in glazen potjes met een kunststof deksel en papieren etiket. Deze potjes verpakt u per 24 in een kartonnen doos. U vervoert 45 van die dozen per houten pallet naar de klant, waarbij de dozen bij elkaar worden gehouden met krimpfolie van kunststof. 2.
Welke van deze onderdelen van de verpakkingen zijn primaire verpakkingen en welke niet?
Informatie over het onderscheid tussen primaire verpakkingen (de verpakkingen van de verkoopeenheid) en niet-primaire verpakkingen (de overige verpakkingen) vindt u op onze website. Voorbeeld 2.1.2:. Voor bovenstaand voorbeeld van de pindakaas geldt: het glazen potje: primaire verpakking het kunststof deksel: primaire verpakking het etiket: primaire verpakking de doos voor 24 potjes: niet-primaire verpakking de krimpfolie: niet-primaire verpakking de pallet: niet-primaire verpakking Voorbeeld 2.1.3: U produceert frisdrank in een PET-flesje. Deze wordt verkocht in de winkel in een six-pack waarbij 6 flessen in een folie zijn verpakt. U vervoert de six-packs naar de winkel met 40 sixpacks tegelijk op een pallet met krimpfolie. In dit voorbeeld is de six-pack uw verkoopeenheid. De folie om het six-pack is in dit geval een primaire verpakking. Dus: 3.
het PET-flesje: de folie voor de six-pack: de krimpfolie: de pallet:
primaire verpakking primaire verpakking niet-primaire verpakking niet-primaire verpakking
Bepaal het gewicht van de verpakkingen per verkoopeenheid
De verkoopeenheid is de basis voor uw administratie. Per eenheid stelt u vast hoeveel verpakkingen daarvoor gebruikt worden. Het gaat daarbij weer om verkoopverpakkingen en de daarbij behorende verzamel- en verzendverpakkingen. Voorbeeld 2.1.4: Voor het eerder gegeven voorbeeld van de pindakaas gelden de volgende gewichten per onderdeel van de verpakking: Verpakking Glazen pot Etiket Deksel Kartonnen doos Krimpfolie Pallet
Gewicht 300 gram 2 gram 10 gram 48 gram 108 gram 10,8 kilo
Op één pallet gaan 24 x 45 potten pindakaas (= 1080 potjes). Per potje pindakaas is het op te geven gewicht: Materiaal Glas Papier en karton Papier en karton
Verpakking Pot Etiket Doos
Kunststof Kuststof
Deksel Krimpfolie
Gewicht 300 gram 2 gram 2 gram (48gram voor 24 potjes) 10 gram 0,1 gram (108 gram
9
Primair of niet-primair Primair Primair Niet-primair Primair Niet-primair
Hout 4.
voor 1080 potjes) 10 gram (10,8 kg voor 1080 potjes
Pallet
Niet-primair
Bepaal het aantal verkoopeenheden waarvoor u belastingplichtig bent en bereken de hoeveelheid verpakkingen die daar bij hoort.
Aan de hand van de schema’s uit paragraaf 2.1 hebt u kunnen bepalen voor welke verkochte producten u verpakkingen belasting zou moeten betalen. U bepaalt doorvoor het aantal verkoopeenheden. U vermenigvuldigt dat met de verpakkingsgewichten per eenheid. U weet nu de hoeveelheid verpakkingen waarvoor u belastingplichtig bent. Voorbeeld 2.1.5.: Van de in het hiervoor gegeven voorbeeld van de pindakaas verkoopt u 1.080.000 potjes aan Nederlandse afnemers. Dan wordt uw opgave: Glas (primair): Papier en karton (primair): Papier en karton (niet-primair): Kunststof (primair): Kunststof (niet-primair): Hout (niet-primair):
1.080.000 x 300 gram : 1.080.000 x 2 gram : 1.080.000 x 2 gram : 1.080.000 x 10 gram: 1.080.000 x 0,1 gram: 1.080.000 X 10 gram:
324.000 kg 2.160 kg 2.160 kg 10.800 kg 108 kg 10.800 kg
Tip: Als u veel verschillende producten verkoopt of bepaalde producten in veel verschillende soorten verpakkingen verpakt dan is het opzetten en bijhouden van de verpakkingenadministratie een behoorlijk grote taak. In paragraaf 3.7 en 3.8 vindt u voorbeelden hoe u in sommige gevallen uw administratie kunt vereenvoudigen.
2.2 Hoe kunt u de informatie verzamelen? U weet nu voor welke verpakkingen u een administratie moet opzetten en welke gegevens u over de verpakkingen moet verzamelen. Het is sterk afhankelijk van uw eigen bedrijfssituatie hoe u deze administratie vorm geeft. Het is belangrijk dat u probeert zoveel mogelijk aan te sluiten bij uw bestaande administratie. Dit kan zijn de verkoopadministratie, de inkoopadministratie, de afvaladministratie of een combinatie hiervan. In deze paragraaf werken we enkele mogelijkheden uit over hoe u uw administratie kunt inrichten. Hierbij geven we ook beschrijvingen van verschillende typen ondernemingen.
2.2.1. U verpakt zelf uw producten Als u zelf uw producten verpakt dan hebt u waarschijnlijk al veel gegevens in uw administratie opgenomen. Enkele voorbeelden van gegevens zijn: • In uw logistieke informatiesysteem hebt u een Bill-of-Material opgenomen waarbij per verpakt product staat vermeld hoeveel verpakkingen er bij één verkoopeenheid hoort. • In uw logistieke informatiesysteem hebt u het gewicht van de individuele verpakking opgenomen. • Uw verpakkingsleverancier vermeldt soms de gegevens over gewicht van de verpakkingen op de inkoopfactuur. U kunt uw leverancier ook vragen dit voor u te specificeren. Als u de gegevens nergens kunt vinden of verkrijgen dan kunt u de verpakkingen (laten) wegen. De verpakte producten die u exporteert hoeft u niet mee te nemen in de aangifte voor de verpakkingenbelasting. Uit uw factuurstroom blijkt dat het gaat om export. Op de factuur die wordt verstuurd aan afnemers in het buitenland wordt geen BTW berekend, omdat op intracommunautaire – exportleveringen het BTW nul-tarief van toepassing is. Op basis van deze facturen kunt u aantonen dat de verpakte producten zijn geexporteerd en u hiervoor geen verpakkingenbelasting verschuldigd bent.
10
Let op: Als uw producten niet in het buitenland worden geleverd maar in Nederland, terwijl de factuur wel naar een buitenlandse onderneming wordt gestuurd, moet u kunnen aantonen dat de factuurstroom een reële weergave is van de werkelijkheid. Als deze situatie bij u voorkomt neemt u dan contact op met de Helpdesk verpakkingenbelasting om hierover een afspraak te maken met de inspecteur.
2.2.2. U importeert verpakte producten U importeert verpakte producten en levert die vervolgens door aan een Nederlandse afnemer. Als u deze producten levert in de originele verpakking, zonder dat u verpakkingen verwijdert en afvoert of nieuwe verpakkingen toevoegt, dan kunt u de informatie over de hoeveelheid verpakkingen meestal opvragen bij uw leverancier. U blijft wel zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens. Bij twijfel kunt u een steekproef nemen om te bepalen of de opgegeven gewichten juist zijn. Als u wilt weten hoe u een dergelijke steekproef opzet dan kunt u hierover contact opnemen met de Helpdesk verpakkingen belasting om hierover een afspraak te maken met de inspecteur. U zult zelf de hoeveelheid verpakkingen moeten bepalen als u van uw leverancier geen gegevens kunt krijgen. Als u daarbij regelmatig vergelijkbare zendingen vanuit het buitenland krijgt kunt u dat doen door een steekproef te nemen van de zendingen. Hiervan stelt u het gewicht vast en gebruikt dat als norm voor de overige zendingen. Neem als u een dergelijke werkwijze wilt hanteren wel contact op met de Helpdesk verpakkingenbelasting om hierover een afspraak te maken met de inspecteur. Als u producten importeert voor eigen verbruik als grondstof, of producten importeert die u ompakt1 voor verdere verkoop dan zijn er twee stromen die u in beeld moet brengen: • •
De verpakkingen van de geïmporteerde producten die u daarvan verwijdert en afvoert. De verpakkingen die u toevoegt aan omgepakte producten.
U kunt bij uw (buitenlandse) leverancier gewichtsinformatie opvragen van de verpakkingen die u importeert en die u verwijdert en afvoert. U kunt ook gebruik maken van de gegevens van uw afvaladministratie. Hierbij moet u dan wel onderscheid maken tussen wat een verpakking is of niet, en of de verpakkingen afkomstig zijn uit het buitenland of Nederland. Als dit niet mogelijk is, kunt u een inschatting maken door middel van een steekproef. Neem hiervoor contact op met de Helpdesk verpakkingen belasting om hierover een afspraak te maken met de inspecteur. Voor de verpakkingen die u zelf toevoegt kunt u de informatie op dezelfde manier verzamelen en vastleggen als een onderneming die zelf producten verpakt (zie ook paragraaf 2.2.1).
2.2.3. U importeert verpakte producten en verpakt voor een deel de producten zelf Het komt vaak voor dat een bedrijf goederen importeert en ook een deel van deze goederen zelf verpakt of ompakt. In die situatie is een combinatie van de methoden om gegevens te verzamelen zoals beschreven in paragraaf 2.2.1. en 2.2.2. mogelijk.
2.3
Vastleggen van gegevens
Voor het doen van aangifte is het noodzakelijk dat u op basis van uw administratie door middel van eenduidige informatie kunt aantonen hoe uw aangifte tot stand is gekomen. Bij controle van de inspecteur moet u kunnen aantonen welke gegevens u gebruikt voor het doen van de aangifte. De bronnen met de gegevens die u gebruikt voor uw aangifte vastleggen moet u 1
Ompakken: verwijderen van (een deel van) de verpakkingen van goederen en deze opnieuw verpakken in de gewenste hoeveelheid of het gewenste soort verpakkingen.
11
vastleggen en bewaren volgens de wettelijke bewaartermijnen. U hoeft hiervoor niet een apart informatiesysteem op te zetten en bij te houden. U kunt ook verwijzen naar bestaande informatiesystemen (die wel apart gecontroleerd moeten worden). Hierdoor hoeft u informatie niet dubbel vast te leggen. Als u aannames gebruikt moet u die kunnen onderbouwen en deze onderbouwing ook vastleggen. Als u twijfelt neem dan contact op met de Helpdesk verpakkingen belasting om hierover een afspraak te maken met de inspecteur
12
3. Specifieke soorten bedrijven en verpakkingen In dit hoofdstuk beschrijven we een aantal bijzonder situaties die voor uw onderneming van toepassing kunnen zijn. De volgende situaties worden verder uitgewerkt en duidelijk gemaakt aan de hand van voorbeelden: • • • • • • • •
Wat moet doen u als een loonverpakker of co-packer bent? (3.1) Hoe moet u omgaan met meermalige verpakkingen? (3.2) Wat moet u doen als u producent van verpakkingsmaterialen bent? (3.3) Wat moet u doen als u producent van verkooppuntverpakkingen bent? (3.4) Wat moet u doen als u producent van huismerk producten bent? (3.5) Wat moet u doen als u huismerkhouder bent? (3.6) Hoe kunt u uw administratie vereenvoudigen als u te maken hebt met veel verschillende producten, en weinig verschillende verpakkingen? (3.7) Hoe kunt u uw administratie vereenvoudigen als u te maken hebt met veel verschillende producten en veel verschillende verpakkingen? (3.8)
3.1 U bent een loonverpakker Uw Nederlandse afnemer geeft u opdracht een product voor hem te verpakken. U bent dus een loonverpakker. Dan doen zich twee situaties voor die belangrijk zijn om te bepalen of u verpakkingenbelasting verschuldigd bent. In de eerste situatie levert de afnemer u het te verpakken product en de (lege) verpakkingen. In de tweede situatie koopt u de verpakkingen in voor deze afnemer. Situatie 1. Uw afnemer levert u het product en de bijbehorende verpakkingen. Dan is uw klant daarover verpakkingenbelasting verschuldigd. Die heeft en houdt in dit geval namelijk de beschikking over het product en de verpakking. Alleen als u zelf ook nog verpakkingen toevoegt, bijvoorbeeld verzendverpakkingen, moet u aangifte doen van de toegevoegde verpakkingen. Situatie 2. Uw afnemer levert u het product, maar u koopt de verpakkingen in. U bent dan voor deze verpakkingen belasting verschuldigd omdat u het verpakte product ter beschikking stelt aan een Nederlandse afnemer. Dit geldt ook als uw afnemer u exact aangeeft welke verpakkingen u moet gebruiken en aan moet schaffen. Voorbeeld 3.1.1: Onderneming A vraagt u zijn overhemden te verpakken. A levert u de overhemden en de volgende verpakkingen: karton per overhemd voor versteviging van de boord spelden om het overhemd in vorm te houden folie om het overhemd per stuk te verpakken kartonnen doos voor het ompakken van 12 overhemden U koopt zelf de krimpfolie in en levert de pallets voor het transport. Dat betekent dat u aangifte doet voor deze verpakkingen en de belasting verschuldigd wordt. Ondernemer A doet opgave voor de overige verpakkingen. Voorbeeld 3.1.2: We hebben dezelfde situatie als voorbeeld 3.1.1. Alleen in deze situatie levert uw afnemer de overhemden en specificeert hoe u de overhemden moet verpakken. Dat zijn de verpakkingen zoals genoemd in voorbeeld 3.1.1. U doet opgave van alle verpakkingen, inclusief de transportverpakkingen.
3.2 U gebruikt meermalige verpakkingen Verpakkingen die meerdere keren te gebruiken zijn (meermalige verpakkingen), worden slechts éénmaal belast. Dat is op het moment dat de gevulde verpakkingen voor de 1e keer in Nederland
13
op de markt wordt gebracht. Iedere volgende keer dat deze meermalige verpakking wordt gebruikt bent u geen verpakkingenbelasting verschuldigd. In uw administratie moet u voor meermalige verpakkingen onderscheid maken tussen de eerste ter beschikking stelling en de volgende keren dat een ondernemer deze zelfde verpakking ter beschikking stelt. Als dit lastig is om vast te leggen kunt u uitgaan van de hoeveelheid nieuwe meermalige verpakkingen die u toevoegt aan de totale hoeveelheid meermalige verpakkingen die u in uw beheer hebt. 1 Speciale regeling voor meermalige pallets Als op het moment dat de handreiking gepubliceerd wordt nog geen overeenstemming is over de methodiek wordt de volgende tekst opgenomen: Het is voor u vaak heel moeilijk om van meermalige pallets vast te stellen of deze voor de eerste keer op de Nederlandse markt wordt gebracht. Hiervoor wordt op dit moment samen met de branche een praktische methode uitgewerkt. Die is er op gebaseerd dat u een vast percentage van het gewicht van de meermalige pallets die u hebt gebruikt opneemt in uw aangifte. Op dit moment is nog niet precies bekend is hoe de regeling er uit zal komen te zien. U kunt wel alvast in uw administratie bijhouden hoe veel meermalige pallets u gebruikt en wat hun gewicht is. Op basis van die gegevens kunt u uw aangifte doen zodra bekend is welk percentage u hiervan moet opnemen in uw aangifte. Eénmalige pallets worden net als alle verpakkingen belast. U moet deze apart opnemen in uw administratie. 2 Speciale regeling overige meermalige verpakkingen Als op het moment dat de handreiking gepubliceerd wordt nog geen overeenstemming is over de methodiek wordt de volgende tekst opgenomen: Voor meermalige kunststof kratten en voor meermalige stalen vaten (220 liter vaten) kan een vergelijkbaar probleem spelen als voor meermalige pallets. Ook hier werken we aan een oplossing waarbij een onderming verpakkingenbelasting is verschuldigd op basis van een afgesproken percentage. Op dit moment is nog niet precies bekend hoe de regeling er uit zal komen te zien. U kunt wel alvast in uw administratie bijhouden hoe veel van die meermalige verpakkingen u gebruikt en wat hun gewicht is. Op basis van die gegevens kunt u uw aangifte doen zodra bekend is welk percentage u hiervan moet opnemen in uw aangifte.
3.3 U bent producent of importeur van verpakkingsmaterialen Uw onderneming produceert of importeert verpakkingen of verpakkingsmaterialen bestemd voor de Nederlandse markt. Uw afnemers verpakken hun producten met uw verpakkingen. Voor welke verpakkingen bent u verpakkingenbelasting verschuldigd? U producteert (lege) verpakkingen of de verpakkingsmaterialen voor afnemers in Nederland. De lege verpakking of het verpakkingsmateriaal is uw product. U wordt op dezelfde manier belast als een ondernemer van elk ander verpakt product dat op de Nederlandse markt komt. U bent belastingplichtig voor de verpakkingen die u gebruikt om uw producten (in dit geval dus de lege verpakkingen of de verpakkingsmaterialen) te verpakken. Dit kan gaan om folie, pallets en dozen die worden gebruikt om uw producten bij uw afnemer te kunnen leveren. U bent niet belastingplichtig voor de lege verpakkingen of het verpakkingsmateriaal dat u als product aan uw afnemers levert. Uw afnemer zal de lege verpakking of het verpakkingsmateriaal toevoegen aan hun eigen producten. Uw afnemer is dan belastingplichtig voor die verpakking als de verpakte producten worden geleverd aan Nederlandse afnemers. Let op! Voor verkooppuntverpakkingen geldt een uitzondering. U leest hier meer over in de paragraaf over verkooppuntverpakkingen (3.4).
14
U importeert (lege) verpakkingen of verpakkingsmaterialen uit het buitenland. Dan bent u geen verpakkingenbelasting verschuldigd voor de door u geïmporteerde lege verpakkingen, maar wel voor de verpakking waarin deze producten worden vervoerd. Voorbeeld 3.3.1: U produceert glazen potjes met een metalen deksel. Uw afnemer vult deze potjes met zwarte olijven en verkoopt deze vervolgens aan zowel de Nederlandse- als Duitse markt. U verpakt de potjes in kartonnen dozen. Deze dozen worden gestapeld op een eenmalige houten pallet en vervolgens omwonden met folie. U doet aangifte van de kartonnen dozen, de folie en de houten pallet die u gebruikt en levert aan Nederlandse afnemers. U verpakt de metalen deksels apart in dozen en verzendt deze per eenmalige houten pallet. In dit geval doet u aangifte van de dozen, de folie en de pallet. Uw afnemer doet aangifte van de glazen potjes en de metalen deksels (en waarschijnlijk ook voor de etiketten die zij op de potjes plakt) van de producten die ze verkoopt op de Nederlandse markt. Voor de verpakkingen die ze op de Duitse markt leveren wordt geen aangifte gedaan. Voorbeeld 3.3.2: U levert glazen potjes met een metalen deksel af aan uw afnemer. Deze vult ze met zwarte olijven en verkoopt deze vervolgens aan zowel de Nederlandse- als Duitse markt. U produceert de glazen potjes zelf. U verpakt ze in kartonnen dozen. Deze dozen worden gestapeld op een eenmalige houten pallet en vervolgens omwonden met folie. U neemt metalen deksels af van een Nederlandse leverancier die deze bij u aanlevert in dozen, op een eenmalig houten pallet, omwonden met folie. Voor het leveren van de deksels bij uw afnemers verandert u niets aan de verpakking. U verstuurt de deksels in de verpakking zoals die bij u zijn binnengekomen. U doet aangifte van de kartonnen dozen, de folie en de pallet van de glazen potjes. Uw leverancier van de deksels doet aangifte van de dozen, folie en de pallet van de metalen deksels. Uw afnemer doet opgave van de glazen potjes en de metalen deksels (en waarschijnlijk ook voor de etiketten die zij op de potjes plakt) van de producten die ze verkoopt op de Nederlandse markt. Voor de verpakkingen die ze op de Duitse markt leveren wordt geen aangifte gedaan.
3.4 U bent producent of importeur van verkooppuntverpakkingen U produceert of importeert (lege) verpakkingen voor afnemers in Nederland. Deze verpakkingen zijn ontworpen en bedoeld om door uw afnemers te worden gebruikt om bij levering van hun product aan een consument te worden gevuld: de zogenaamde verkooppuntverpakkingen. Voor die verpakkingen geldt een andere toepassing van de belastingplicht dan voor de overige verpakkingen. In dit geval is niet de afnemer die de verkoopverpakking vult belastingplichtig, maar bent u dat zelf. Hoe weet u nu of uw verpakkingen verkooppuntverpakkingen zijn? Op onze website kunt u de lijst verkooppuntverpakkingen 2008 downloaden. Op deze lijst staan verpakkingen die voor het belastingjaar 2008 zijn aangemerkt als verkooppuntverpakkingen. De lijst wordt in de loop van 2008 geëvalueerd. Het is mogelijk dat de lijst wordt aangepast voor de aangifte over 2009. Voorbeeld 3.4.1: U produceert kunststof hemdtassen op rol. Uw afnemer (een Nederlandse supermarktketen) gebruikt deze op de groente- en fruitafdeling. De klanten van deze supermarkt wegen zelf hun groente of fruit af en stoppen het in het kunststof tasje. Deze verpakking is een verkooppuntverpakking. U bent in dit geval verpakkingenbelasting verschuldigd voor de tassen inclusief de omverpakking en verzendverpakking. Voor hemdtasjes geldt het niet-primaire tarief.
15
Voorbeeld 3.4.2: U produceert kunststof hemdtassen op rol net als in het voorbeeld 3.4.1. Daarnaast levert u ook aan dezelfde afnemer kunststof boterhamzakjes. Deze verkoopt de supermarkt aan haar klanten. U verpakt deze boterhamzakjes in een papieren koker. Voor deze boterhamzakjes hoeft u geen aangifte te doen. Voor de papieren koker (primaire verpakking) bent u wel verpakkingenbelasting verschuldigd, en ook voor de verzendverpakking (niet-primaire verpakking) om de rollen boterhamzakjes van u naar uw klant te krijgen.
3.5 U bent producent van huismerkproducten U produceert een product en verpakt dit in opdracht van uw afnemer. De verpakking van dit product wordt voorzien van het huismerk van uw afnemer. Het feit dat de verpakking van een huismerk is voorzien, maakt geen verschil voor de verpakkingenbelasting. U bent over de verpakkingen van het huismerkproduct verpakkingenbelasting verschuldigd. Als niet u maar een andere onderneming het product produceert dan is dezelfde situatie als voor loonverpakker (zie 3.1) voor u van toepassing. Voorbeeld 3.5.1: U produceert verf en verpakt deze in metalen bussen voorzien van het huismerk van de bouwmarktketen. U bent verpakkingenbelasting verschuldigd voor de metalen bussen en de omen verzendverpakkingen als uw afnemer een in Nederland gevestigde onderneming is. Als uw afnemer de verf en de metalen bussen aanlevert en u alleen voor hem de producten verpakt, dan is uw afnemer verpakkingenbelasting verschuldigd.
3.6 U bent huismerkhouder U besteedt de productie en het verpakken van uw product uit aan een leverancier. Dit gebeurt in uw opdracht. Uw naam staat op de verpakking van het product vermeld. Het betreft hier een huismerkartikel. Uw leverancier is verpakkingenbelasting verschuldigd voor de verpakkingen van het huismerkartikel (zie 3.5). U doet geen aangifte van deze verpakkingen.
3.7 U hebt veel verschillende producten en weinig verschillende verpakkingen Sommige bedrijven verkopen veel verschillende producten, die voor een deel worden verpakt in dezelfde verpakking, maar met bijvoorbeeld een andere opdruk of een ander etiket. In paragraaf 2.2 is beschreven dat u voor iedere product apart de hoeveelheid verpakkingen per verkoopeenheid moet bepalen en het aantal eenheden waarvoor u verpakkingenbelasting verschuldigd bent. Als u dezelfde verpakking, bijvoorbeeld dezelfde omdoos of hetzelfde glazen potje, voor meerdere producten gebruikt kan het handig zijn om voor die verpakkingen de gegevens te registreren per soort verpakkingen en niet per product. U moet dan wel vaststellen voor welk deel van die verpakkingen u aangifte moet doen. Dit kunt u niet rechtstreeks uit de inkoop- en verkoopadministratie halen. U zult moeten bepalen welk deel van de ingekochte en verkochte van verpakte producten in die specifieke verpakking zaten. Voorbeeld 3.7.1 U verkoopt geneesmiddelen. Deze verpakt u in doordrukstrips in een kartonnen doosje. In uw assortiment hebt u 35 geneesmiddelen waarvan de pillen exact dezelfde vorm hebben en waarvoor u een standaard doordrukstrip gebruikt. Deze verpakt u per twee doordrukstrips in hetzelfde doosje. Op de doordrukstrip en het doosje staat een opdruk die specifiek is voor de verschillende geneesmiddelen. Er zit ook een specifieke bijsluiter in het doosje. De gegevens voor de verpakkingen van die 35 geneesmiddelen zijn exact gelijk en u hoeft deze in principe maar 1 keer in uw administratie vast te leggen. Wel moet u per product aangeven voor hoeveel verpakkingen u aangifte moet doen. Dit kunt u doen door de aantallen verkoopeenheden te gebruiken die u hebt verkocht in Nederland en in het buitenland. Voorbeeld 3.7.2 U bent een postorder bedrijf. U verpakt de bestellingen van klanten in een 5 tal verschillende formaten dozen. U gebruikt ook polystyreen chips om de verpakte artikelen tijdens het transport
16
te beschermen. Iedere doos bevat een andere inhoud, want iedere bestelling is uniek. De hoeveelheid polystyreen verschilt dus ook per doos. Wat neemt u op in uw administratie? U bepaalt het gewicht van de 5 verschillende typen dozen en geeft hoe veel zendingen u van elk type dozen u levert aan afnemers in Nederland. Dat gebruikt u voor de bepaling van het gewicht van de dozen. U bekijkt in uw inkoopadministratie hoe veel polystyreen chips u hebt ingekocht en hoeveel die wegen. Over de toerekening van het gewicht aan polystyreen per doos moet bellen met de Helpdesk verpakkingenbelasting voor het maken van een afspraak met de inspecteur. Als de volumes van de dozen niet veel van elkaar verschillen kunt u hem voorstellen dit te berekenen op basis van het totaal gewicht en het aantal afgeleverde dozen. Als de dozen die u gebruikt heel veel verschillen in volume kunt u hem voorstellen het gemiddelde bepalen rekening houdend met deze verschillen. U zou dan bijvoorbeeld uit kunnen gaan van de aanname dat een doos met een twee keer zo groot volume ook ongeveer twee keer zo veel polystyreenchips bevat.
3.8 U hebt veel verschillende producten en veel verschillende verpakkingen Sommige bedrijven hebben een heel groot aantal verschillende producten die ze in Nederland op de markt brengen. Het kan een tijdrovende taak om producten die op veel verschillende manieren zijn verpakt op een juiste wijze in de administratie vast te leggen. Wat kun u in dit geval doen? 1. 2. 3. 4.
Bepaal welke soort producten het grootste aandeel hebben in uw verkoopvolume. Bepaal voor die producten op welke wijze die zijn verpakt en leg dat vast in uw administratie. Maak een inschatting van de hoeveelheid verpakkingen op basis van omzet gegevens of aantallen verkochte verkoopeenheden voor de overige producten, die een heel klein deel van uw verkoopvolume bepalen. Bel met de Helpdesk verpakkingenbelasting en maak een afspraak met de inspecteur om over door u gebruikte inschattingsmethodiek met hem te bespreken.
Voorbeeld 3.8.1 U hebt meer dan 2500 artikelen in uw assortiment. De 50 meest verkochte artikelen vertegenwoordigen 95% van alle verkochte artikelen. Voor die 50 artikelen bepaalt u hoe deze verpakt zijn. De overige artikelen zijn ongeveer op een vergelijkbare manier verpakt als de 50 meest verkochte artikelen. U stelt daarom voor om voor de overige artikelen aan te nemen dat die waarschijnlijk ook 5% van uw verpakkingen vertegenwoordigen. U legt dit voor aan de inspecteur. Hij zal met u bespreken of dit in uw geval een acceptabele manier van administreren is. Bij die afweging kijkt hij naar de hoogte van de verschuldigde verpakkingenbelasting op basis van de opgaaf.
17
4. Regeling teruggave verpakkingenbelasting Als voor het uitkomen van de handreiking duidelijk is hoe de regeling voor teruggave van de verpakkingenbelasting er uit komt te zien wordt hierover een tekst opgenomen in de handreiking. Als dat nog niet zo is zal worden aangegeven • •
dat een dergelijke regeling in aankomst is dat hierover nadere informatie zal worden verstrekt via de website
Als de details van de regeling duidelijk zijn zal in ieder geval ook worden uitgewerkt wat bedrijven moeten doen die: • •
geen aangifte hoeven te doen maar wel in aanmerking komen voor teruggave van belasting wel aangifte doen en ook in aanmerking komen voor teruggave van belasting
18
